:EN ROMANTISCHE JONGEN DE E EM LAN DER". Maandag 15 Februari 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. 13d" Jaargang, Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) - Afzonderlijke nummers l/eze Courant verschijnt dagelijks, behalvo op Zon- en AdveTu-nrPn gelieve men liefet vddr 11 uur, familw advertenties en beriohten vóór 2 uur in te «enden. Bureau» UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regelsf 0.50. Eikeregel meer 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Het doel wan Rusland in den wereldstrijdi De Russische rijksdoema, die ia het begin ■yan den oorlog tot eene korte zitting was bijeengeroepen om de ooriogscreddeten toe te staan, is in de vorige week wederom ver gaderd geweest. De regeering vond dat blijk baar noodig om hare mcening over den toe stand, nadat de oorlog een hall jaar heeft geduurd, kenbaar te maken. Niet zonder handigheid was het programma op(gemaaki voor deze zitting, aan het einde waarvan de doema weder verdaagd is, ditmaal tot hall December. Namens de regeering voerden het woord de minister-president Goremykln en de minister van builenlandschc zaken Sazo- now, en op de ministers volgden eene reeks sprekers uit de vergadering, het eerst de woordvoerder van de constitutioneel demo craten Miljoekow, die om strijd ver-, zeikerden, dat zij de regeering steun de in haren strijd om „recht en gerechtigheid." Geheel volledig was het beeld niet, dal hiermee gegeven werd. van de stemming der vergadering. Een van de in de doema vertegenwoordigde partijen, die van de sociaal-democraten, liet zich niet hoo- ren. Zij kon dat niet, omdat de regeering de weinige leden, die d>eze partij in de doema telt, allen in de gevangenis heeft gezet. Dat is van haar eene daad vaai handige voorzorg geweest. Als de Roissische sociaal-democra tie een van hare afgevaardigden op de tri bune van de doema liad kunnen laten op treden, dan zou het beeld van volmaakte eensgezindheid tusschcn regeering en volks vertegenwoordiging verstoord zijn, want het is bekend, dat, in tegenstelling tot wat men in Duitschland en ook in Frankrijk ziet, de Russische sociaal-democraten tegen den oor log zijn. De redevoeringen van de regeer!ngstaiel hielden natuurtijK een loflied in op de tot dusver verkregen resultaten. De minister-pre sident roemde de onuitputtelijkheid van de hulpbronnen en krachten van Rusland. Zijn ambtgenoot, oie het Russische departement van. linaiiën beheert, was daarbij mot aanwe- zig, gelukkig -voor hem, want deze zou wel eeiiige mooielijkheid hebben ondervon- den, zijne reis naar Parijs en Londen Ie doen rijmen met een loliied o,p Rusland's onuit puttelijke hulpbronnen. Hij prees verder de roemrijke daden van de Russische legers, waarna hij zeide, dat zij ,,ons iederen diag dichter brengen bij hèt doel, dat wordt nagestreefd". De ironie van het toeval heeft het zoo beschikt, dat dit werd gezegd, toen de Russische troepen in Bukowina hun te rugtocht moesten verhaasten en toon de Rus sische generale staf moest aankondigen, dat bevel was gegeven de Russische strijdkrach ten terug te trekken van de Mas arische me ren tot over de grens, omdat op eigen gebied en onder bescherming van dc vestingen de nieuwe vcrdceling van de troepen, die noo- dig is geworden, beter kon worden verricht. Men zou kunnen vragen of diat de weg is om het doel te bereiken. Wat is het doel, waarnaar Rusland streeft In dezen oorlog? Dat is in deze doemaziiting met eene openhartigheid, die aan duidelijk heid niets te wensdhen ïaat, aangewezen. Mi nister-president Goremykin zeide: ..De schitterende toekomst van Rusland aan dc Zwarte Zee komt met steeds meer toenemen de duidelijkheid aan den dag." De minister van buitenlandsche zaken Sazonow sprak van die gebeurtenissen aan de Russisch-Turksche grens, waardoor de Russische wapenen zich nieuwen roem hebben verworven cn die Rusland „dichter brengen bij de oplossing van de politieke en economische vraagstukken, die zich vastknooptn aan zijn streven naar een uitweg naar de vrije zee." De puntjes op de i's zette de afgevaardigde Miljoekow, die verklaarde, dat het voor Rusland noodza kelijk ia, Konstantinopel en de zeestraten te bezitten, en daaraan de opmerking vast knoopte, dat het feitelijke bezit niet voldoen de was; Rusland moest zich ook diplomatieke waarborgen voor de heerschappij oVer de keizerstad aan de Bosporus zien te verschaf fen. Dit is dus Rusland's doel. Het is bekend als het testament van Peter den Groote", en ai is dat testament eene vrucht van de ver beelding, de gedachte die het uitspreekt is steeds het richtsnoer van de Russische poli tiek geweest. Nooit is dat doel uit het oog verloren. Als kenschetsing daarvan kan die nen wat wij een dezer dia gen in de Köln. Ztg. hebben gevonden: „Wanneer Peter"de Groote Azow nam, Gatharina de Krim, hunne opvol gers het Kaukazis'che gebied, dan zijn dit slechts enkelen van de starren vooruit. Steeds bleef de gedachte in elk Russisch hoofd, het kruis weer te planten op de Sofiakerk. Aan de poort van Qherson staat nog het opschrift, dat Gatharina II er op liet beitelen: „Weg naar Konstantiinopel". Maar even krachtig als dit streven was de tegenstand, die het wmd. Onze groote veldheer graaf Moltke schreef als jong officier op grond van zijne eigen ondervindingen in het oosten de woorden neer, dat de zoo dikwijls overwogen ver deeling van het Turksche rijk gieene bezwa ren zou opleveren, als niet de vraag rees, wie het sluitstuk van den ring, Konstantinopel, zou krijgen. Toen Napoleon I met Rusland onderhandelde over don toestand in het oos ten, wees hij het verlangen van den czaar naai* Konstantinopel af met de woorden: „Konstantinopel? Nooit, dat beteekent de wereld!" Zijn neef heeft het zwaard getrok ken om den vooruitdringenden Russischen invloed tegen ite houden, en hij vond daarbij aan zijne zijde Engeland." Dat was zestig jaren geleden. Nu vinden wij Frankrijk en Engeland aan Rusland's zijde, om te helpen verwezenlijken wat zij vroeger met aanwending van al hunne krach ten hebben tegengehouden. Nooit scheen de kans voor Rusland om zijn doel te bereiken, gunstiger dan thans. Maar nog is de heer niet dood, wiens huid men wil vcrdeelen Zelfs heeft hij een dezer degen een opmerke lijk teeken van leven gegeven. Een deel van de Turksche -vloot is den 9en Februari voor Jalta verschenen en heeft deze stad aan de Zwarte zee, aan de zuidkust van de Krim, beschoten. In de onmiddellijke nabijheid, op slechts 5 KM. afstand, ligt het keizerlijke lust slot Livadia, een geliefkoosd verblijf van de keizerlijke familie. Dc va-der ran den tegen weer dlgen czaar placht er veel te vertoeven en is er ook gestorven. Ook czaar Nicolaas II houdt jaarlijks e enige maanden met zijn gezin verblijf in Livadia cn reeds Alexander I kwam 'dikwijls in de Krim. Men heeft in Livadia den 9en Februari -de schoten kunnen hooren, die een Turksah schip liet neerko men in Jalta. Maar van eene Russische on- «dierncming tegen Konstantinopel heeft men nog niets vernomen. De oorlog. V P a r ij s13 F e b r. (R.J Namiddag-com muniqué. De Duilschers bombardeerden hevig Nieuw- poort en de duinstreken en ook Yperen. Wij antwoordden met goede uitwerking. Elders kwamen bij tusschenpoozen kanonnades voer, Twee nachtelijke aanvallen in het Bois du Caures, ten noorden van Verdun, worden dooj ons teruggeslagen. De Duilschers deden aanvallen zonder suc ces op Arracourl en Pauzey. Zij bombardeer den de stellingen, die wij wonnen in Eizas, bij den Sudelkopf, met onbeduidend resultaat. Avond-communiqué. In België artillerieactiën. In La Boisselle lieten wij eene mijn sprin gen en bezetten de daardoor ontstane holte. Voor Dompicrre, ten zuidoosten van Péronne werden Beiersche pioniers door dc ontplof fing Yan een onzer mijnen gedood. De vijand bombardeerde de dorpen Pasly en Tracy-lc-Val. Onze zware artillerie teister de het station te Noyom In Champagne k :i een onzer bataillons, die geslaagd was in de vermeestering Yan een voor onze loopgraven gelegen bosch, zich niet handhaven in het bezit daarvan tegen een tegenaanval van overmachtige strijdkrachten, terwijl een sneeuwstorm onze artillerie be lette krachtdadige hulp te Yerleenen. Parijs, 14 F eb r. (R.) Namiddag-com muniqué. In België werden Nieuwpoort-les-Bains, onze loopgraven in de duinen en de stad Ype ren gebombardeerd. Onze artillerie beant woordde de vijandelijke batterijen. In den sector van de Lys tol de Aisnc tracht te eene vijandelijke afdeeling vooruil te gaan naar onze loopgraven, bij Noukfttc. Zij werd door het vuur van onze infanterie gestuit. In Champagne werd de stad Reims op nieuw gebombardeerd. Ons schieten op de Duitsclie loopgraven scheen goede uitkomsten te leveren. In Lotharingen werd een aanval gedaan te gen onze voorste troepen-elementen, die den seinpost van Xon noordoostelijk van Pont-è- Mousson bezet houden. De resultaten zijn nog niet bekend. In Elzas ondernam de vijand eene aanvals- beweging door het Lauoke-dal; twee colon nes rukten .op langs de noordelijke en zuide lijke oevers. De opmarsch van deze Roepen werd gemeld, tegenhouden en gestuit door onze patrouilles ski-loopeis; zij zijn nu in contact met onze voorste linie. In de Yogeczen heerscht een hevige sneeuw storm. Avond-communiqué. Tusschcn de zee en de Maas werd geene infantorie-actic bericht. In Bolgië, lusscken de Oise en de Aisue en ook in Champagne zijn artillerie-duels geweest. In Lotharingen hebben wij in de streek van Piont-ë-Mousson een tegenaanval gedaan op den vijand, die Norroy had bezet, en voet ge wonnen op de belendende hoogte. 'De strijd duurt voort. Geeno nieuwe berichten zijn ontvangen over 1 de operatiën in het Lauch-dal, waar de strijd het karakter heeft van een voorposten-ge vecht. B e r ldj n, 14 F e b r. (W. B.) Bericht van hot opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Ten noordoosten van Pont-d-Mousson ont rukten wij aan de Firansahen het dorp Nor roy en dc ten westen van deze plaats gelegen hoogte no. 365. Twee officieren cn 150 man werden hierbij gevangen gemaakt. In de Vogeczen worden de plaatsen Ililson cn Obersengern met storm genomen, waarbij 135 gevangenen in onze handen vielen. P a r ij s 14 F e b r. (R.) Een bewoner van Saint-Mihiel, wieo het gelukt is naar Parijs te ontkomen bericht, dat Fransche granaten de stad ernstig beschadigd hebben. 11UQ men- sclien zijn in Saint-Miliiel gebleven; zij leven in de kelders. De Duitschers hebben eene oor logsschatting geeischt van 500.000 francs, waarvaD slechts de helft door de bewoners is betaald. Ween en, 13 Febr. (W. B.) Officieel bc richt van heden middag. In Russisch Polen cn West Galicië zijn geene .gebeurtenissen te vermelden. De toestand aan het Karpathenfront is in het westelijke en het middonste deel ever het algemeen onveranderd. De krachtige Russi sche tegenaanvallen in de streek bij den Duklapas zijn zeldzaam geworden- In het oos telijk deel zijn vorderingen gemaakt. Gelijk tijdig met het welgeslaagde voorwaarts drin gen in de Bukowina, trokken de eigen Roe pen na het terugwerpen van den tegenstan der bij Körósmezo den Jablonicaipas over en de overgangen aan beide zijden van dezen weg. Terwijl de ia Bukowina vooruit gaande colonnes onder talrijke gevechten de SereLh- linie bereikte, bevochten de in het boYen-ri- viergebicd van de Prulh en op Nadworna voorwaarts rukkende eigen krachten zich den uitgang naar de dalen in hel gebergte; zij be reikten Wirnitz, Kuty, Kosow, Delalyn en Pasieczna, waar de Russen tegenwoordig op verscheidene punten stand houden. Door de in den laatstcn tijd dagelijks in geleverde gevangenen werd het totaal van de in de tegenwoordige gevechten gemaakte Rus sische krijgsgevangenen verhoogd tot 29.000, Namens den chef van den generalen staf Luit.-veldmaarschalk von Iloefer. Petersburg, 13 Febr. (Tel.-agenl- scliap). Communiqué van den grooten gene ralen staf. Op het front Njemeli—Weichscl hadden re- vechten plaats ten westen van Jurhurg in de streek van Lyck, bij Kadzidio en ten oosten van Perpetz. In dc streek van Lyck sloegen wij met suces de aanvallen van den vijand af en brachten hem aanzienlijke verliezen toe Aan den linker Weichseloever bombardeer de onze artillerie met succes vijandelijke co lonnes, wier bewegingen de richting aanga ven waarin de vijand zich beweegt. Ir. de Karpalben bezetten onze troepen ver sterkte hoogten in de streek van Szwidnik en lusschen den Lupkowschen pas cn de San waarbij wij duizend gevangenen maakten. Op het front lusschen de passen van Uszok cn Tucholka drongen wij de Duitschers ecu weinig terug. Ter hoogte vah Koziuwka ver schansten de Duitschers zich op 40 passen van onze loopgraven. In Wyschkow sloegen wij de hardnekkige aanvallen van den vijanc) af. Berlijn, 14 Febr. (W. B.) Bericht van liet opperste legerbestuur uit het groots* hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan de Oost-Pruisische grens cn aan do overzijde daarvan nemen onze operatiëu dc» loop, die werd verwacht. In Polen rechts van de Weichsd maakten onze troepen vorderingen in de richting van Racionz. Links ran de >Yeichscl is geene vlenandering gekomen. Weenen, 14 Febr. (W. B.) Officieel be* rioht van heden middag. De toestand in Russisch-Polen en .West* Galicië is onveranderd. Onze Roepen op het gedeelte van ons ge vechtsfront in dc streek van Dukla, waartegen de Russen lot heden lievige aanvallen onder nomen hadden, gingen zelf tol den aanval over en wierpen den vijand, Siberische troepen, van twee beheersaliende hoogten; zij namen stormenderhand een dorp bij Wyskosz. Een aanval der verbondenen in de Midden- Woud-Karpathen had ook succes. Ook bier werd den vijand een hoogte, waarom hardnek kig gestreden was, ontnomen. In de gevechten van gisteren werden weder 970 krijgsgevangenen gemaakt. In Zuid-Oostelijk Galdcië cn Bukowina had den met goeden uitslag gevechten plaats. De Zuidwestelijk van Nadvorna, ter bescherming dier stad, stand houdende vijand werd terug geworpen. De hoogten ten Noorden van Dela- tyn werden veroverd. Hierbij werden talrijke krijgsgevangenen gemaakt. Petersburg, 14 Febr. (Tel.-agent schap.) Communiqué van den grooten gene* ralen staf. De gevechten aan den rechter Weichsel oever ontwikkelen zich gaandeweg o-n het front van Mookowo tot den weg van Myszin naar Ostrolenka; zij hebben het karakter van op zich zelf staande partieelc botsingen. In de streek Lyck—Raigrod—-Grajewo on derscheiden de gevechten zich door groote hardnekkigheid. Verder noordelijk trekken onze troepen zich terug naar de versterkte linie aan de Njcmcn-rivier onder den druk van groote Duitsclie strijdkrachten. Aan den linker Weichsel-oever hadden slechts kanonnades plaats. Aan de Nida ont wikkelt de vijand van tnjld Lot idjd een zeer hevig artillerievuur. In de Karpathen sloegen wij vijandelijke aanvalleu terug in de streek Gordice—Swidich. Wij maakten ons meester van de vijandelijke versterkingen bij Smolnik ten oosten ï'an Lupkow en maakten daar 18 officieren en meer dan 1000 soldaten tot gevangenen. Drie miRailleuses werden buit gemaakt. Hardnekkige gevechten zijn aan 'den. gang op het front TuoliLaWygzkow en op de we* gen naar Nadwornoje, Budapest, 14 Febr, (W. B.) De Az Est bericht uit Bistiitz: Onze Roepen zijn in Ra- daulz binnengetrokken. De intocht geschied de zóó snel en verrassend, dat de daar ver- loevende Russische generale staf geen tijd had te vluchten en niet het geheele bureau in gevangenschap geraakte. De commandoe ren de generaal pleegde zelfmoord. Jekaterinoslaw, 14 Febr. (R.) De czaar brachl een bezoek aan de stad. Ilij onl- Tot velen moet de waarheid eerst lang zaam ikomen; niet aiLle soort van ijzer kan den vollen gloed van het vuur terstond ver dragen. levensbeeld door JOANNES REDDINGIUS, 55 De voorste jongens doken al in het kreu pelhout; in het „Dronkenmanslaantje" slin gerden zij voort als een langer .wordende Slang. „Lui, die dat gemaakt hebben, moeten dronken geweest zijn," had mijnheer De Groot eens gezegd ,toen hr met dc jongens er doortrok, cn sinds dien tijd droeg het den haam van „Dro'nkemansLaantje" Graat was al op den zandweg, de anderen volgden, toen 't hek over de Meent, Albert bcgo.i al hard 'te loopen, IJsbrand ook, toen Look Here, üchulter, Herman, Anton en de rest, Bram kwam achteraan, 't haakje was door zijn jas gegaan hij stond te Rekken om hel los te krijgen, onderwijl een paar pas doende. Niet achterblijven, zei kleine Ping. Nee, zei Bram, dat wil ik ook ni$t, maar hakie. 't Haakje was los, Bram zette oen sukkel drafje in cn snelde Kleine Ping vooruit naai de Karnemclkssloot, hij hoorde IJsbrand in de verte roepen: Op stopnaalde Bram schoof 't struikgewas in en stond weldra op een soort van klein schiereiland. Ilier zat de meeste visch, niemand wist dat zoo. Bedaard legde hij zijn hengel neer, schar relde in zijn broekzak, haalde een pijp te voorschijn en tabak, stopte, stak een lucifer aan. trok ferm een paar halen, blies* den rook zelfvoldaan in dc lucht en wierp achte loos den lucifer Wieg. Toen sloeg hij een worm aan zijn haak en slingerde fijn-scherp mikkend zijn snoer met het aas in het water. I lij had het warm gekregen. Bedaard wisolite hij het zweet van t voorhoofd met zijn lin kermouw. Wat stond hij hier lekker in de schaduw en hier zat visch, dat wist hij nog van ver leden jaar, toen had hij er vijftien baarzen en een voorn uitgehaald, niemand had ge weten. waar hij gezeten had, niemand. Nu was hij weer alleen, gelukkig* Strak stond hij te luren naar zijn dobber, de rood-gesohil- derde kurk danste op het water, al maar door hij kreeg nog maar niet beet, wacht maar. 't zal wnel komen, 't windje, niet te fel; wat staat dat riet toch leuk te buigen, ai maar weer. 't Dobbertje tikte, nog eens, haall aan de gespannen lijn spartelde een mooie baars, Bram greep het dier met twee vin gers voorzichtig aan, de steekvinnen ont wijkend, en haalde handig den haak uit de bovenkaak. Dat is d'r één, zei hij, en legde de visch in de schaduw, dekte haar toe met afgeplukt gras, docd bedaard een nieuwen worm aan den haak en ging op dezelfde plaats liggen. Iets meer naar links. Bedaard schoof hij zijr. wormenbakje langs zijn buik. De zon schoen blinkend op het waler, de lucht was blauw-hcog, enkele donzige wol ken dreven haast onmerkbaar verder, rein boven de zomcrsolie landen der aarde, die lag als een wijde tuin. Wat (kabbelde dat water lekker, zoo zonder haast, maar gestadig toch, een vogeltje fiool in 'l riet: „kwik-me-dit, kwik-me-dit!" Bram stond roerloos, keek of hij 't vogeltje ook zag, maar neen hoor, 't bleef verscholen, hij zou 't wel laten 0111 het te verjagen, 't gaf hem een gevoel van vrede, dat kleine diertje met zijn kleine slem zoo dicht hij zich te weten; hoor, daar riep het woor zijn vroo- lijken roep. Bram vergat zijn hengel en stond met den stok tusschen zijn vingers te droo- men lot vermoeidheid in zijn onderarm hem deed ophalen, iels verder weer inleggend. Even lag dc dobber te wiebelen, de ganzepen knikic, gedreven door den wind naar het zilveren lichllijk geribbelde vlak, tol opeens de dobber snel onder water werd weggeRok- ken. Hij haalde op, wéér een baars, nog groo- ter dan 4e eerste, 't Ging goed, hij lag weer cp 'het oude plokje, weidra dook de dobber opnieuw. Hij haalde op, een klein baarsje hief Ei boven water, maar plomps, daar viel het; dat was beroerd, nu ring je hier niets meer, brommend liep hij eön eindje verder, zijn onhandigheid verwenschend; als hij vlugger had opgehaald, zou hij de visch hebben ge- bad en was de plaats niet bedorven gewor den. Een kwartiertje stond hij daar, ring niets; om wat te doen, keek hij naar het aas, dé- haak was door, hij maakte het spul in orde en wierp weer in, keek aandachtig naar den dobber. Zijn -pijp was uit, hij bleef lui ken .op het mondstuk, zoo dadelijk zou hij wel weer aansteken. Snel dook de dobber opeens, wel allemachtig! De jongen zette zich schrap, dat zal d'r eentje wezen, dachl hij en trachtte op te halen, maar de zware last boog den hengel, snel smeet Bram zijn hengel achter zich en begon te palmen, 't ging zwaar, hij was een en al aandacht, ver dik!.ie daar zal een kanjerd aanzittlen en jawel, daar had hij hem aan wal, een bra sem, wel vijf vuisten laiig. Hij sleepte het dier een eind het land op; wat een heest, hij 'had potdorie den heelen haak ingeslikt, uithalen ging niet. Bram sneed het snoer door en legde dc heyig-spartelende visch onder de hoornen bij de andere twee, daarna haalde hij zijn porlemonnaie te voorschijn, opende deze en grabbelde in 't achterzakje, daar bewaarde liij een extra haak, deze maakte hij aan het snoer vast, verzette den dobber, keek inog eens in de richting van de risschcn sloeg een verschen worm aan den haak cn wierp in. 't Vogeltje in 't riot zong niet meer, 't was zeker weggevlogen. De jongens waren nergeais te zien, Ping ook 'niet. De jongen bleef bij het water, ge lukkig in onverstoorde stille... 't Werd later op den middag, vermoeid van 't aanhoudend staan ging hij zitten bij 't hakhout op den drogon grond, je kon net in het waler kijken, den dobber dus goed zien. Hoep' daar had liij er weer een. Dat ging. Hij stond overeind weer, bleef een poos rustig turen, maar daar hij niets meer ving, maakte hij het zich spoedig wat makkelijk, ging er bij ritten, met minder aandacht zim- dc. De zou glinsterde nog altijd in het waler, maar de felste kracht was geweest, 't werd nu, eigenlijk pas echt, hij kwam in to gelukkige stemming om Yeei aan het visschen te den- keil, 't was mooier den middag te verdroo- meii, dan die stomme beesten op te halen. In de verte hoorde hij iemand zingen, een boerenmeisje. Hij zou ook wel op liet land willen wonen en boer zijn, maar schilder ook, je kon dc zon zien opgaan en inademen 's morgens de heerlijke lucht, je kon werken den gansclien dag op het land. Iiij wist nog heel goed wat Teunis, de aardajppelenhoer hem van 't boerenleven had verteld en van de schafturen, waann boterhammen met spek gegeten werden, of koude brij met stroop dat was zoo goed tegen de warmte; je liad dan je eigen eten verdiend; wat moet het toch heerlijk zijai de zon te zien opkomen, die door de lucht Rekt met brceden boog, 's mid dags staand boven je hoofd, dan kon je lig gen rusten van den arbeid, ergens onder het loover en slapen bij 't gonzen van de insekten en 't zingen der vogels, en dan weer maaien, het graan, het gele, jubel-li eerlijke goud- graan, de heenen zoo, in blauwe broek, den linkerarm zoo en den rechter zoo met de zicht, sjiet-sjiet, wat snijdt die zicht lekker,1 sjiet-sjiet, slap-slap, links, rechts, nou eena even sloppen cn drinken uit de blikken bue niet koude koffie; vooruit maar weer, de zijht is nog scherp, als je hier zoo aan 't' werk bént, dan merk je eigenlijk eerst dat ie. Wordt vervolyd'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1