EEN HH&HTiSSIE JONKEN
„DE EEMLAN DER".
Donderdag 18 Februari 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N° 198
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO*
Idem franco per post1.50»
Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) O. IO.
Afzonderlijke nummers
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- ea
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 qut, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zer.dcn.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels,.f 0.50*
Elke regel meer 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handol en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Euno circulaire, bovattendo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURQ.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT
Intercomm. Telefoonnummer 66.
1.
Politiek Overzicht.
De nieuwe |>n^se in den
zeeoorlog.
Het is heden tic 18e Februari, de dag waar
op Duitse Liand heelt aangekondigd te zullen
beginnen mol zijne nieuwe wijze- van zeeoor
log voering, die ten doel lieclt door 't voeren
van eon ei del&ingsooriog legen de Brilsche
handelsschepen in <ie wateren uie Grool-
BriitaiïqiiC- en Ierland omspoelen, hel han
delsverkeer van Engeland le onderbinden en
den vijand uaaidoor m zijne levenszenuw le
treilen.
In de dagen, die aan dezen osiheilspellen
den dattim vooral gingen, heelt hrt niel ont
broken aan waarschuwingen, die, al waren
zij in oen vorm zeer beleeid en vriendschap
pelijk, tbcli za-kelijik met den vereisohtcn na
druk onder ue aandacht van de oorlogvoe
renden brachten met welke ernstige gevaren
deze nieuwe inclhoide van oorlogvoeren de
neutrale scheepvaart bedreigt en hen ver
antwoordelijk stelden voor de gevolgen die
daaruit kunnen voortvloeien. Alle neutrale
staten, wier belang betrokken is bij de
scheepvaart in de nu lot oorlogsgebied ver
klaarde wateren, hebben zich van dien plicht
gekweten.
Nu is do vraag: Wat zal dat uitwerken?
De Duitsohe regeerimg heelt in baar antwoord
op de Arnerikaansche nota, dat hier bene
den in exlenso is opgenomen, indirect ecu
beroep gedaan op de medewerking van de
Vercenigde Stalen om te koanen tot eene an
dere wijze van oorlogvoering. Zij verklaart,
dai als die regeering van de Unie er in mocht
slagen de inachtneming van de Londenscliu
verklaring van zeeoorlogsrecht ook van de
zijde der mei Duaischland oorlogvoerende
stalen le bereiken en daardoor den re.ulr.id-
tiigen aanvoer van levensmiddelen en indus-
tricele grondstoffen voor Duitsehland moge
lijk te maken, zij gjaarne uit den daardooi
geschapen nieuwen toestand "üaire öonsequen-
tién zal trekken. Die verklaring kon de Duit
sche regeering gemakkelijk afleggen, want
het was haar volkomen bekend, dat zij niet
in de gelegenheid zou worden gesteld deze
toezegging gestand le doen. Wel verre van
zijne gedragslijn tegenover Duitsehland te
maligen. is Engeland integendeel er op be
dacht die nog le verscherpen. De Brilsche
minister van marine Churchill heeft in het
lagerhuis aangekondigd, dal de voorschrif
ten. die over het vervoer van votediingsmid-
idielen zij.n gegeven, zullen worden herzien,
en den geest, waarin dat zal geselleden,
leert men -kennen uit de woorden, die hij
daarop liet volgen: ,,W<ij zullen de volle
kracht vam den druk, dien onze vloot kan
uitoefenen, op den vijand la-Len neerkomen".
Hel gaat van beide zijden hard tegen hard,
en geen middel, dat kan dienen om dien tegen
stander afbreuk te doen, wil men ongebruikt
laten. De onzijdigen moeten daarin berus
ten, en zij zouden toil on zekere hoogte er
vrede mee kunnen hebben, omdat naar mate
de strijdenden elkaar feller besloken, de kans
grooter wordt, dat de duur van den strijd
zal worden bekort. Maar het is een plicht
van lijfsbehoud voor hen en levens hun recht,
onder de aandacht van de oorlogvoerenden
te brengen, dat dezen hen buiten den strijd
moeten houden en niet tegen handelsschepen
van leer mogen trekken, zonder zich le heb
ben vergewist, dat zij vijandelijke schepen
voor zich hebben, geene die aan nentraleu
behooren.
Met dait doel zijn de waarschuwingen ge
geven, die vervat zijn iin de nota's, welke
de regeeringen der neutrale staten hebben
la-ten uitgaan, naar aanleiding van de ken
nisgeving der Duitschc admiraliteit van 4
Februari. Is het nu te verwachten, dat die
nota's volstrekt geene uitwerking zullen heb
ben? Hier moet men onderscheiden tusschen
woorden en daden. Een Duitsche schrijver,
graaf Re vent low', heeft verklaard, dat ..geeli
dreigement, geen maatregel van de zijde der
Yereenigde Staten kan worden bed-acht, die
in slaat zou zijn Duitsehland te bewegen om
wijziging te brengen in zij.n oorlog tegen
den Britschen handel". Dat is eene pr ach tic
klinkende frazc, maar of de daden van de
Duitschc regeering zich hiernaar zullen rich
ten, is toch de vraag. De nota van de regee
ring der Yereenigde Staten Is op te criisUgen
toon gesteld, dan dat de Duitschc regeering
haar op zijde zou kunnen leggen, liet kan*
ook in DuatecMaiid niet onbekend gebleven
zijn, dat president Wilson hier- werkelijk op
treedt als het orgaan van het groote gem een e-
best, dal hij vertegenwoordigt. De pers
steunt hem nagenoeg eenstemmig. Invloed
rijke leden van den Senaat' hebben verkla
ringen afgelegd, dat Duitsehland door zijne
bedreiging van de neutrale scheepvaart eene
kritieke houding -tegenover de "'ereenigdc
Staten heeft verwekt. Van veel gewicht is,
dat ook de republifkeinsche partij zich beslist
aan de zijde van Wilson heeft gesteld.
Wat zal gebeuren, aL> een Amerika on sell
schip, zonder dal een onderzoek is vooraf
gegaan, wordt getorpedeerd of een Amen-
kaanseh burger wordt gedood door een
Duitsch oorlogsschip, daarover kan men met
in twijfel verkeeren. De nota van de regce-
nng le Washington verklaart uitdrukkelijk,
dat diit ernstige complication ten gevolge kan
hebben. De Amerika arische ambassadeur te
Berlijn heeft diaarop ook nadruk gelegd in
een onderhoud, dat hij met een medewerker
van de National Zeitung heeft gehad. Ilij
deed diaarin uitkomen, dal dit het cenige ge
val is, waarin men van ernstige moeielijk-
hedon tusschen -de beide regecringen kan
spreken, cn ga-f op de vraag: Waarom zou
den Duitsehland en de Yereenigde Stalen
oorlog met elkaar voeren? dit antwoord: .Een
oorlog zou, in de huidige wereldpolitieke
omstandigheden, volkomen onzinnig zijn.
Hoe zou liij moeben worden gevoerd? Geen
van de beide tegenstanders zou den ander
militair met nadruk kunnen bestrijden. Dat
verbiedt de militaire toestand. Men zou dus
'bovenal te doen hebben met een econoxm-
schen oorlog on dan moet er op worden ge
wezen, dat de Duitschc beliggingr.i in Ame
rika mi 11 iarden vertegenwoordigen, terwijl
slechts een nietig brokje Amerikaanseh i.ao»
taal in Duitsehland is belegd. Een oorlog zou
-reeds om deze reden ook voor Duitsch tand
even onzinnig als noodlottig zijn."
Ook lii-erin ligt eene ems-tige waarschu
wing. Men zal nu uit de -daden va/n de Duit
sche marine zien wei-kon indruk deze waar
schuwingen hebben gemaakt.
De oorlog.
B e i-1 ij n17 F e b r- W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Blijkbaar naar aanleiding van onze groote
overwinningen in hel oosten, ondernamen de
Fransciien en Engelschen gisteren en in den
afgeloopcn nacht op verschillende plaatsen
bijzonder hardnekkige aanvallen. De Engel
schen verloren bij hunne mislukte pogingen
wederom hunne op 14 Februari verloren stel
lingen. Wij maakten op nieuw 4 officieren en
170 man lot gevangenen.
Ten noordoosten van Reims werden vijan
delijke aanvallen afgewezen; 2 Fransche of
ficieren en 179 man vielen in onze handen.
Een bijzonder krachtige aanval richtte zich
tegen onze linièn in Champagne, die meer
malen leidde tot een verbitterd handgemeen.
Afgezien van een enkel kort gedeelte, waar
dc vijand binnendrong en de strijd'nog voort
duurt, werden de vijandelijke aanvallen over
al afgewezen. Omstreeks 300 Fransciien ge
raakten gevangen.
In dc Argonne zetten wij hel offensief voort
en veroverden een verder deel van de vijan
delijke hoofdstelling. Wij maakten hier 35Ö
gevangenen en veroverden twee bergkanon-
nen en 7 machinegeweren.
Ook in het Bois de l'rêtre (ten noorden van
TouD hebben wij kleinere voordeelen le ver
melden. Daarbij zijn twee machinegeweren
genomen.
Yan de grens van liet rijksland is niets
nieuws te berichten.
P a r ij s 17 F e b r. (R Namiddag-com
muniqué.
Ondanks een lievige kanonnade, die tegen
lien werd gericht, konden de Engelsche en
Fransche vliegtuigen, die bommen wierpen iu
de streken van Ghislelles en Ostende, onge
deerd huiswaarts kceren. De Belgische artil
lerie schoot niet goede uilwerking op troepen-
verizamelingen en verblijven.
In de Argonne, bij Fonlaine-aux-Charmes
vernielden wij een blokhuis en een honderd
tal meiers loopgraven. Wij sloegen volledig
terug een zeer hevigen aanval, die door min
stens drie bataillons ondernomen werd tus
schen Four de Paris en dc westelijke helling
van Boureuille. Wij brachlen daarbij den
vijand zware verliezen toe en maakten gevan
genen. Meer oostelijk, in het bosch van Aian-
courl, crnieeslerden wij een honderdtal
meiers loopgraven.
Avond-communiqué.
Tusschen de zee eu de Oise verstrooide onze
artillerie talrijke troepenaldeelingen en ver
nielde konvooien en munitiewagens. Wij na
men twee linicn loopgraven tea noorden van
Atreclit en sloegen lievige tegenaanvallen af.
Wij namen gevangenen en brachten den
vijand herige verliezen toe. Yele Duitsche of
ficieren zijn gedood.
D1 vooruitgang, die den 16en verkregen
werd in den sector van Reims bij Loivre is
gehandhaafd cn bevestigd.
In Champagne gingen wij voort met te win
nen. Ten noordwesten van Perthes namen wij
dc stellingen van den vijand op een front van
800 Meter. Alle Duitsche tegenaanvallen ten
noorden van Mesnil-lcS-IIurlus en Beauséjour
w erden teruggeslagen.
In dc Argonne gingen wij vooruit. In hel
Bois la Grurie handhaafden wij onze stelling
ondanks twee herige tegenaanvallen cn een
zeer zwaar bajonetgevecht, dat den vijand
duur te staan kwam.
Tusschen de Argonne en de Maas gingen
wij vooruit op verschillende punten.
In Elzas namen wij de hoogten, die de hof
stede Sudcll beheerschen.
Onze vliegtuigen bombardeerden. Freiburg
in Breisgau.
Berlijn, 17 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten noorden van Memel volgden onze troe
pen den overal teruggeslagen tegenstander in
de richting a an Tauroggen over de grens.
In het woudgebied ten oosten van AugusLo-
wo vinden op vele plaatsen nog vervolgings-
gevechten plaats.
Een van Lomza naar Kolno opgerukte Rus
sische colonne is geslagen. 700 gevangenen en
G machinegeweren vielen in onze handen. Ook
eene vijandelijke afdeeling bij Grajewo is naai'
Ossowiecz teruggeworpen.
Op hel IronL Plozk— Racionz (Polen ten
noorden van dc Weichsel) schijnen zich hard
nekkige gevechten tc ontwikkelen.
Uit Polen ten zuiden'vau de Weichsel niets
nieuws
Berlijn, 17 Febr. (W. B.) Uit het Oos
tenrijks che oorlogsperskwarlier bericht de Lo-
kalanzeiger, dat aan het Karpathenfront de ge
vechten onafgebroken voortduren en eindigen
met partieele voordeelen voor de wapenen
der bondgenooten. De Russen staken overal
het offensief. Het dooiweder vertraagt het
voorwaarts dringen van de Oostenrijkers. Een
sneller vooruitgaan is slechts mogelijk in Bu-
kowina en zuidoostelijk Galicie, waar de Oos
tenrijkers reeds uit hel gebergte te voorschijn
komen en de vlakte hebben bereikt
De bezetting van Przcmysl is goedsmoeds.
Uit Budapest bericht de Deutsche Tageszei-
tung de aankomst van 50 wagons met Russi
sche gevangenen in Debreczin.
Weenen, 17 Febr. (W. BOfficieel
beridhl van heden middag.
Na een tweedaagschen strijd werd piste
re n laat in den namiddag Kolomea genomen.
In de ten zuiden van de stad bij Ivluczow
en Myszin sedert den 15cn durende gevech
ten spanden de Ru&sen zich zichtbaar ge
ducht in o<ra zich im de stad staande te hou
den. Talrijke versterkingen worden door
lien aangevoerd. Hevige tegenaanvallen op
onze vooruitdringende troepen moesten aan
beide zijden van den weg meermalen terug
geslagen worden, waarbij door de goede uit
werking van ons eigen artillerievuur den vij
and groote verliezen werden toegebracht.
Om vijf uur in den namiddag gelukte het
door een algemcenen aanval den tegenstan
der, ondanks zijn verbitterde tegenweer, uit
zijaie laatste stelling voor de stad te werpen.
Wij bereikten tegelijk met de vluchtenden
Kolomea. De vernieling van de brug over de
Pruth werd verhinderd en de stad van de
vluchtende Russen gezuiverd en lezct. f-OOU
gevangenen, verscheidene machinegeweren
en Iwee kanonnen vielen in onze handen.
In de Kaï'pathen duren in het gedeelte tot
in den omtrek van Wyszkow, de gevechten
mei groote hardnekkigheid voort.
Er zijn weer 4010 gevangenen binnenge
bracht.
Aan het from t van Russisch Polen en West-
Galicië zijai slechts arlllieriiege vcchlen ge
voerd
Petersburg, 17 Febr. (R.) Commu
niqué.
De strijd, aan dcir rechteroever van de
W eichsel duurt in ontvoer dezelfde streken
zeer verwoed, voort. In cenige sectoren is
geen verandering.
Ten westen van dc Weichsel sloegen wij
een aanval af op het front Khava—Wyka-
rolsch in Gaiicaé; wij. brachten den vijand
zwairc verliezen toe en maakten hij het te
rugslaan van den aanval 1410 gevangenen.
Yorder oostwaarts voerden dc Duitschers
eene reeks onstuimige en hardnekkige aan
vallen uit t ussclieu Korziomska cn den
Wysoliikowpas; zij werden allen teruggesla
gen met zware verliezen. Bijna een geheel
batvadllon werd met de bajonet afgemaakt, de
overlevenden weiden gevangen genomen.
In Bukowina is dc toestand onveranderd
Koningsbergen in Pruisen, 17
Febr. (W. B.) Heden namiddag is hier bij
bet Übcrpraesidiuni het volgende telegram van
den Keizer aangekomen:
De Russen zijn vernietigend geslagen. Ons
lief Oost-Pruisen is bevrijd van dcu vijand.
Wilhelm.
B er 1 ijn, 17 Dec. (W. B.) Officieel be
richt. De keizer is voor een kort yerblijf in
Berlijn aangekomen.
Berlijn, 17 Febr. (W. B.) De keizer
heeft aan den chef van den genenalen staf
van het veldleger, generaal der infanterie
Yon Falkenhayji, ais blijk van erkenning van
zijjne verdiensten bij de overwinning itn Ma-
suren, de orde „pour le mérite" verleend.
li er lij n, 17 Feb r. (W. B) Officieel be
richt. liet gisteravond aan den gezant der
Vercenigde Stalen van Amerika op zijne me
dedeling van den 12en dezer, door de Duit
sche regeering gegeven antwoord, luidt ala
volgt:
De keizerlijke Duitsche regeering heeft dc
mededeeling van de regeering der Vercenig
de Staten in denzelfden geest van welwillend
heid en vriendschappelijkheid, waarin deze
mededeeling naar het voorkomt gesteld zijn,
aan een onderzoek onderworpen. De keizer
lijke Duitsohe regeering wcot zich met de re
geering der Yereenigde Stalen daarin één,
dat het voor beide partijen in hooge male ge-
wcnsch is, het misrversland fce voorkome-n, dal
uil de door de Duitsche admiraliteit afgekon
digde maatregelen zou kunnen voortvloeien,
en het pilaals hebben van gebeurtenissen lo
verhoeden, die de tot heden tusschen beide
regeeringen op zoo gelukkige wijze bestaande
vriendschappelijke betrekkingen zouden kun
nen benadeeleu. Dc Duitsche regeering ge-
looit voor deze verzekering bij de regeering
der Yereenigde Stalen des te meer op volko
men instemming te mogen rekenen, omdat dc
door de Duitsche admiraliteit aangekondigde
actie, zooals deze in dc nota van den 4cn de
zer uiteengezet is, op geene enkele wijze te
gen den wettigen handel en scheepvaart der
neutralen gericht is, maar enkel een voor
Duitsoliland's levensbelangen noodzakelijke
legen-maatregel is tegen de wijze, waarop
Engeland den oorlog ter zee voert, een wijze
van oorlogvoering, die tot dusverre door geen
enkel protest der neutralen tot den vóór den
oorlog algemeen erkenden rechtsgrond is te
ruggebracht.
Om op dit cardinale punt eiken twijfel uit
te sluiten, veroorlooft dc Duitsche regeering
zich nogmaals den toestand vast tc stellen.
Duitsehland liecfl dc lot dusver geldende vol
kenrechtelijke bepalingen op het gebied van
den zeeoorlog nauwgezet in acht genomen. In
Er is meer behoefte aan goede voorbeelden
dan aan goede vermaningen.
levensbeeld door
JOANNES REDDINGIUS
58
Gerard sprak met Frits af, dat zij direct
naar boven zouden gaar. om schoon goed aan
te trekken. Graat moest bovendien een an
dere bovenbroek zien te krijgen, als nu de
kieerenkast maar niet op slot was.
outer praatte met IJsbrand, de anderen
waien stil; Bram hep haast zijn vriend.
Bij „de Mierenheuvel" vermeerderde de
angst in de harten der knapen, ze waren nu
aoo dicht bij huis, zou Ping 't zeggen?
Albert had 't zwaar met zichzelf to ver
antwoorden, hij was de oorzaak van alles,
zou dat de straf zijn, omdat hij de Indische
vruchten van zijn broer had gegapt? Wat
ging hij prettig heen van middag, wat een
Verschil bij nu. hij wreef met zijn hand langs
tijn mond om het klapperen der tanden tegen
tc gaan.
1 Is gelukkig, dat Herman meegedaan
beeft, verkondigde Look Here, nu zijn we niet
zoo zuur als anders. Met zijn groote handen
sjorde hij weer aan zijn broek. Niemand zei
wat, zij gingen in groote benauwing, de hui
len bonsden. Zou hij 't zeggen, zou hij t
zeggen?
't Schoolgebouw lag angst-wekkend stil in
den laten middag.
De onderwijzer telde dc jongens en riep met
2ijn gewone stem: „Enlrez".
XI.
Herman tusschen het kreupelhout zittend
keek, moe als hij was, mat en moedeloos,
naai- de spelende jongens, ze schreeuwden
en scholden en maakten een hcidensck ka
baal. Zij hadden ruzie over een kleinigheid,
•hij voelde zich te ziek om hun beweringen
te volgen en verwenschte de harde stemmen,
de gebaren van woede en vechtlust. Toen
Kleine Ping kwam aanloopen met zijn rood
achtig zwarten hoed netjes midden on zijn
hoofd, parmantig mannetje in zijn al te lange
pandjesjas, werd het leven minder, ging 't
spel weer zijn gang. Herman keek in zijn
schrift, las even en hield weer op, bleef zit
ten suffen. Hij had vandaag niet zijn „beau
jour", zooals Lante. Annemie dat noemde, 't
was eeïi misse boel, hoofdpijn had hij en wat
erg. Hij probeerde zich op le houden, maar
had het vermoeden, dat het hem niet zou
gelukken. Hij begon weer te lezen, zich in
spannend te begrijpen, wat hij las, maar
weldra sloeg hij het cahier dicht, zuchtte
diep, en bleef zitten mijmeren en denken.
Hij wist wel, dat dit denkeh slecht voor
hem was, maar ziin gedachten lieten hem niet
met rust, het gebeurde hem telkens, dat hij,
als hij iets 'haarfijn had doordacht, na een
oogenblik weer opnieuw met 't zelfde onder
werp bezig was, angstvallig nagaand of hij
ook iets had vergeten, dat van invloed zou
kunnen zijn op het resultaat. De gedachte
holde voort, was even weg en kwam weer
terug en liii miste de kracht om haar te doen
stil houden en zeil in evenwicht te zijn.
rustig, sterk. Door dit denken werd zijn
hoofdpijn erger on erger. Hel beste zou zijn
maar naar bed te gaan, als hij het geluk had
le kunnen slapen, zou hij bij het ontwaken
weer heerlijk helder van hoofd zijn en weer
stilletjes kunnen lachen in zichzelf over zijn
dwaasheid zich angstig gemaakt te hebben
over dingen van niets, die hem zoo hadden
bezwaard en gemarteld. Hij kende die ge
lukkige stemming, maar afgaande op vorige
gevallen, wist hij, dat liij na eenige dagen
weer zou voelen die drukking op zijn her
senen, die langz aam-a an zijn weerstands
vermogen zou overwinnen tot hij door hoofd
pijn tot machteloosheid werd gedwongen.
Weer had liij zich voortgesleept door den
hoofd pij ndag, met groote inspanning had hij
de lessen gevolgd op school, zat nu in hel
speeluur weer te piekeren. Gedurende eeni
ge dagen was liij in zijn vrijen tijd aan het
dichten geweest, uit dc schoolbibliotheek
had hij een Middeleeuwsch gedicht geleend,
dat hem had aangetrokken, omdat hij den in
houd er va'n kende, hij had er Bram uit voor
gelezen, zoo goed en zoo kwaad als dat ging,
maar zijn vriend had het niet gemakkelijk
kunnen volgen en nu had hij getracht dc
geschiedenis weer te geven in andere verzen
en in een anderen vorm. Nu zat hij er over te
piekeren, of die verzen wel goed waren en
of hij eigenlijk wel doen mocht, wat hii deed,
't was toch maar beier dat hij liedjes schreef,
hij zou „Karol eftde Elegast" nog één keer
overlezen en dan verscheuren. Langzaam
streek hij de bladen recht en las uit het
dictaat-cahier achtereenvolgens zeven son
net ten,bij het achtste hield hij even op en
dacht na. De persoon van Karei den Groote
boeide hem bizonder, maar zijn eigen verzen
vond hij stijf, verscheuren zou het beste zijn,
en toch kon hij er zoo moeilijk van scheiden,
omdat liij met zooveel liefde had gewerkt.
Het achtste sonnet liep werkelijk wat beter,
dc acht eerste regels waren niet kwaad.
De jongen ging recht op zitten cn las
hardop:
Toen dacht, waar hij te stelen zou beginnen,
de Koning Karei, die was edel man,
eh peinzend kwam hij rijdend spoedig
binnen
't onmeetlijk woud, dat lag niet ver er van.
Het weer was mild en schoon, de starren
blonken.
toen hij te paarde kwam gereden daar,
glans hoog, zoo hoog, en woud-geluiden
klonken,
geen wolk er schoof, de maan scheen
overklaar
Even hield hij op en bepaalde z"-» aan
dacht op de volgende zes regels, die zou hij
maar niet hard op lezen, die waren slecht.
Haastig sloeg 'hij de bladzijde om en las
op de volgende pagina:
Toen kwam een ridder door het woud
gevaren.
gebarend als een man, die rijdt verholen,
zijn helm en wapenrok was zwart als kolen,
en zoo ziin schild en halsberg, wonderbare.
Zwart als de nacht was 't paard, waar hij
op zat,
zoo reed bij voort door 't rondom-donker
woud,
en volgde een zonderling en lieimlijk pad.
Heer Karei sloeg een kruis, de Koning stout.
Hij vreesde en dacht, dat daar de duivel
ging,
omdat bij was zoo zwart. „Rijk God sta bij,
ik kriig genoeg van 't gaan op avonturen^
Gebeurt mijn goed of kwaad, wat zal 'k
verduren?,
De duivel is 't, want niet zoo zwart was hii.
kwam hij van God". Zóó was zijn mijmeriiift
De jongen hield op, tot zoover liad hij de
verzen in 't net geschreven, de andere son»
nellen volgden in klad op losse blaadjes. Hij
dacht een oogenblik na, sloeg zijn hand
schrift dicht en scheurde het toen nlotscliog
in vier stukken en toen elk stuk in vieren.
Weg met dien rommel, zei bij, 't ver»
veelt me. Daar zat hij nu met zijn stukke
verren, hij woog in zijn hand 't hoopje snip
pers, zuchtte, trapte een kuil in het zand en
begroef, wat hem eens zoo lief was geweest,
't Gaf hem rust, nu was hij rein van geweten,
nu zou zijn hoofdpijn spoedig weggaan
hoopte hij, maar wist door ervaring, dat de
marteling zou duren en duren.
Wordt vervolgd