til ROMAüTiSCüE 19X601
DE E EM LAN DER".
'Vrijdag 19 Februari 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N 199
13de Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF 8c Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoort t 1-6
Idem franco per post
Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - I
Afzonderlijke nummers -
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advortenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomtn. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1—5 regels.» f 0.50.
Elke regel meerO.IO.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht.
De kosten van den wereld*
•triju.
Wij hebben reeds verschillende ramingen
vernomen van de kosten van den wereldstrijd.
Naarmate de oorlog langer uuurt, omvatten
die ramingen een ruimer tijuperk. Men be
paalde zich eerst lot liet tijuperk, dal met 51
December van het vorige jaar is afgesloten.
Daar zijn wij nu reeus lang vooruij. i\lcn
tracht nu dus een grooler veld te overzien,
en het spreekt van zelf, dat de cijfers daar
door eene groote stijging ondergaan. Onlangs
vermeldden wij eene berekening, volgens
welke het eerste oorlogsjaar aan rechlstrcek-
sche oorlogskosten Duilscnland tc slaan zai
komen op 14 milliard mark. Dat geldt van
één der oorlogvoerenden.
Nu hebben wij uil een bevoegden mond
eene raming vernomen, die op oe andere
oorlogvoerende partij betrekking heelt. De
kanselier der Brilscnc schatkist heelt eene
berekening gemaakt, die de ooriogsuitgaven
oniv. van de drie leden van de triple-entente
gezamenlijk en die zich niet o\er twaalf, maar
over zeventien maanden uitstrekt, namelijk
van het begin van den oorlog tot den 31en
December van het nu jjöopencle jaar 1915. Hij
is dus, dal spreekt van zeil', lol een nog veel
hooger bedrag gekomen. Uit de rede van den
heer Lloyd George in het lagerhuis halen wij
deze woorden aan:
„Dit is de kostbaarste oorlog, die ooit is
gevoerd in materieel, in manschappen, in geld.
Voor het jaar, dat op den cerstvolgenden 31en
December eindigt, zullen de gezamenlijke uit
gaven van de bondgenoolen niet ver zijn van
tweeduizend millioen. liet Britsche rijk zal
belangrijk meer uitgeven dan elk van onze
beide grooie bondgenoolen, waarschijnlijk 1U0
tot 15U millioen meer dan het hoogste cijier,
uitgegeven door de beide anderen."
De twee iniliiarden, waarvan de heer Rlovd
George sprak, zijn het bedrag, uitgedrukt in
de Eugelsche standaardmunL Maar twee mil
liard ponden sterling zijn 24 milliard guluens
in Nederlandsch geld. Tot vergelijking met
het hierboven genoemde bedrag der Duitsche
oorlogskosten (14 millard mark voor een jaar
maakt voor 17 maanden iels minder dan 20
milliard) moge dienen, dat 2 milliard ponden
sterling zijn 40 milliarden mark.
Van de drie bondgenooten is Rusland finan
cieel de zwakste. Rusland heeft groote na
tuurlijke liulpbronnncn, maar het is nog niet
in staat geweest zich binnen het eigen gebied
het kapitaal te verschaffen tot ontwikkeling
van deze hulpbronnen zelfs in vredestijd. En
in oorlogstijd heeft het met nog veel grootere
bezwaren te worstelen, omdat het zijne waren
niet in geld kan omzetten. Om daarin te voor
zien. is de conferentie bijeengekomen, die de
ministers van financiën der drie staten in de
vorige week samen te Parijs hebben gehad.
Rusland zal, als de zwakste der broeaeren.
financieel gesteund worden door de beide an
deren. Die zijn, zegt Lloyd George, daartoe ten
volle in slaat, want „Engeland en Frankrijk
zi:. - twee van de rijkste landen der wereld. Zij
zijn de groote bankiers van de wereld. Wii
z::n in staat onze zware ooriogsuitgaven Ge
durende vijf jaren te betalen, daarbij reke
ning houdende met eene belangrijke som voor
waardevermindering bij het van de hand
doe-' van onze beleggingen in het buitenland.
Frankrijk kan den oorlog twee of drie jaren
voortzetten, en de beide landen zouden dan
nog iets op zijde kunnen leggen voor voor
schotten aan liunne bondgenooten."
Inlusschen slaat Frankrijk thans voor groo
te moeielijkheden. Het heeft, in verhouding
tot zijne hulpbronnen, de zwaarste lasten
van den oorlog te dragen. Naar verhouding
heeft het de meeste manschappen onder de
wapenen; de vijand houdt een deel van zijne
beste gronden bezet en staat dicht bij hunne
hoofdstad. Enkele maanden geleden konden
de bankiers van Parijs hel geluid van de
vijandelijke kanonnen hooren in hunne kan
toren; thans kunnen zij dat geluid hooren m
hunne landhuizen. Onder deze omstandighe
den is dc geldmarkt van het land niet op
haar best.
Ook Engeland heeft zijne bijzondere moeie
lijkheden. „Twee derden van onze voedings
middelen worden van builen gekocht. Reus
achtige hoeveelheden van grondstoffen voor
onze fabrieken en bedrijven worden ver
werkt in-oorlogsbehoeften cn onze schepen
gebruikt in oorlogslransporlen. Wij kunnen
niet, zooals gewoonlijk, betalen in exporten
en vrachten en diensten. Onze besparingen
zijn voor 't oogenlblik niet wat zij zouden
zijn in lijden van vrede. Wij kunnen dus i iet
op die wijze voor onze importen betalen. Wij
moeten in hel buitenland koopen voor oor
logsdoeleinden en daarbij hebben wij nog
enorme crcdietcn te scheppen om andere
landen in slaat te stellen hetzelfde te doen.
De balans is dus zwaar in ons nadeel."
Men ziet de schilderij, die Lloyd George
ons vertoont, is niet rooskleurig; hij heeft
sombere kleuren op zijn palet. Maar hij put
troost uit het voorbeeld van Frankrijk en uit
het verwonderlijke vertrouwen, dat de Fran-
sche natie bezielt in den einduitslag; er is,
zegt hij, „eene algemecne zekerheid, dat de
kans voor de Duitsckers verloren is en dat de
Duitsche wapenen nu even weinig kans heb
ben om Frankrijk te verpletteren als om den
planeet Mars ten onder te brengen.'* Men
kan de waarde van dien troostgrond voors
hands ini 't midden laten, want wij zijn nog niet
aan het einde von den oorlog en bovendien
is Frankrijk niet de cenige, die bij den oorlog
kan winnen of verliezen; ook Engeland en
Rusland staan blooil aan oorlogsrisico's. Maar
ieder zal van harte instemmen met de ver
zuchting, die de Daily News slaakt: „Twee
duizend millioen ponden sterling zijn een
reusachtige som, en de uilgave van dit be
drag in niet-productief of zuiver vernielend
werk zal onvermijdelijk een reusachligen
staart van armoede en ellende na zich slee-
pen.*'
De oorlog.
Berlijn, 18 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Dc gisteren gerneMie vijandelijke aanvalspo-
giingen houdca aan met hetzelfde geringe suc
ces. Aan den weg van At recht naar Rijssel zijn
de gevechten «om een klein stuk van enze
loopgraaf, waarin de vijand eergisteren was
binnengedrongen, nog g-an liet aantal der
ten noordoosten van Reims gfs ren door ons
gemaakte gevangenen vermeerderde nog.
De Franschen leden hier bijzonder sterke en
bloedige verliezen; zij zagen af van verdere
aanvallen.
In Champagne, ten noorden van Perthes,
wordt nog gestreden. Ten oostcj. -daarvan zijn
de Franschen ouder zware verliezen terug
geslagen. Zij houden zich nog slecats staande
op weinige korte plaatsen van onze voorste
loopgraven, liet gisteren gemelde aantal ge
vangenen is tot elf officieren en 785 man ge
stegen.
Tot een volledig wan&ucces leidden ook de
aanvallen tegen onze stellingen bij Boureuil-
les-Yauquois ten oosten van het Argonner
wond en ten westen van Verdun.
De den 13en -door ons genomen hoogte No.
365 cn het gehucht Norroy ten nooraooslcn
van Ponl-i-Moussoii zijn door ons na grondige
verwoesting van de Fransche vestingwerken
weer ontruimd. Eene poging om deze stel
lingen met geweld van wapenen terug te win
nen, deed de vijand uiet.
Verder niets van belang.
Par ij s, I 8 Febr. (R.; Nainiddag-oommu-
niqué.
Ilct wordt bcvestigU, dat de welgeslaagde
verrassing, die ons meester maakte van twee
iiniën Duitsche loopgraven ten noorden van
Atrecht cn ten nooruwesten van Noelincourt.
ernstige verliezen aan den vijand heeft toe
gebracht. Wij namen bommenwerpers en ver
scheidene honderden bommen.
In het Aisnedal en in den sector van Reims
kwamen artillerie gevechten voor, waarin
onze batterijen in het voordeel waren. Iu
Champagne behielden wij in de streek van
Perthes al het eergisteren veroverde terrein.
Onder de talrijke gevangenen, «die den IGen
en I7en gemaakt werden, kwamen officieren
en manschappon voor van het Go en het Be
acteve legercorps en van het 7e en hel 70e
reservekorps.
In de Argonne handhaalden wij hel door
ons gewonnene in het Bois de la Gruric, ten
zuiden van Fontaine aux Charmes. Wij maak
ten ecnige vorderingen in _de street Bour-
reuïlles op de hoogte no. 263.
Door een lusschcn de Argonne en de Maas
behaald succes, dat in den avond van den
17en werd gemeld, werden wij meester van
een bosch 'ten zuiden van het Bois Dechcppy.
Wij wonnen bovendien 400 meter diepte ten
noorden van Maiancourt cn evenveel ten zui
den van het Bois de Forges. Wij behielden
alles wat wij gewonnen hadden.
Avond-communiqué.
De dag van Donderdag is niet minder gun
stig voor ons geweest dan de beide vooraf
gegane dagen.
Tusschcn de zee en de Aisne waren artil-
leriegeveehtcn. De Duitschers voerden vijl
tegenaanvallen uil om de loopgraven te her
nemen, die wij Woensdag hadden genomen.
Die aanvallen werden allen teruggeslagen.
Verscheidene honderden dooden werden ach
tergelaten, waaronder verscheidene olficie-
ren.
Champagne verrichtte de vijand twee
allerhevigste tegenaanvallen op het gelieele
front in dc streek Souain—Perthes—Beausé-
jour, eerst gedurende den nacht en later in
den morgen, om de Dinsdag en Woensdag ver
loren loopgraven tc hernemen. Beiden wer
den teruggeslagen met de bajonet. Wij namen
drie mitrailleuses en verscheidene honderden
gevangenen, die verklaarden, dat sommige
regimenten een vierde, anderen de helft van
huu effectief verloren.
In Lotharingen waren wij aanvallers in het
Xon-gebied; wij namen hel dorp Norroy en
bezetten de geheele stelling.
In Elzas verzekerden wij ons van Lepiton,
ten zuiden van de Woensdag door ons ver
overde hofstede Sudelle, en maakten daarvan
eene geduchte redoute.
Wij namen een loopgraafmortier, vijf mi
trailleuses. honderden geweren, schilden,
bommen, telefonen, prikkeldraad, duizenden
patronen en zandzakken.
Berlijn, 18 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Bij 'Rauroggen en in hel gebied ten noord
westen van Rodno .duren de vervolgingsge-
vechtcn voont.
De bij Kolno geslagen vijandelijke colonne
is ten noorden van Lomza door versche troe
pen opgenomen. De vijand werd opnieuw aan
gevallen.
De gevechten bij Plozk en Rncionz zijn tot
ons voordeel beslist. Er zijn tot dusver 3000
gevangenen gemaakt.
Uit Polen ten zuiden van de Weichsel niets
nieuws.
De oorlogsbuit in de gevechten aan de Oost-
Pruisisohe grens wordt grooter. Tot dusver
bedraagt het resultaat 64.000 gevangenen, 71
kanonnen, meer dan 100 machinegeweren, 3
lazarettreiuen, vliegtuigen, 150 gevulde mu
nitiewagens, zoeklichten en ontelbare beladen
en bespannen voertuigen. Met eene verdere
verhooging van deze getallen mag worden
gerekend.
W e e n e n, I 8 F e b r. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Aan het Karpalbcnfront van Dukla tot in
de buurt van Wyszkow is de toestand over 't
algemeen onveranderd. Ook gisteren werd
nagenoeg overal hevig gestreden. iDie talrijke
aanvallen, die de Russen beproefden op de
stellingen van de bondgenooten, werden on
der groote verliezen voor den tegenstander
teruggeslagen. De vijand verloor ook 320
man aan gevangenen.
Door «de inbezitneming van Kolomea is
den Russen een gewichtig steunpunt in Oost-
Galicië, ten zuiden van de Dnjosle, ontnomen
liet optreden van vijandelijke versterkingen
uit dc richting van Stanislau leidde lot
nieuwe gevochten van grootpren omvang ten
noorden van Nadworna en ten noordwesten
van Kolomea, die nog voortduren.
In Bukowina is de tegenstander over de
Pruth teruggeworpen. Czcnowilz is gister na
middag door onze troepen bezet. De Russen
trokken af in dc richting van Nowo Sielica.
In Russisch Polen 'en West-Galicié waren
slechts geschutstrijd en schermutselingen.
Petersburg, 18 Febr. (Tel.-agent
schap.) Communiqué van den grootcn gene-
ralen staf.
De gevechten op het front lusschen de Nje-
men en de Weialïsel duurden den 17en voort
en bereikten den lioogQtOn graad van hard
nekkigheid in de streek van dc Augustowo
en op dien weg van Sorpec naar Plodsk.
Aan den linker Weichseloêver was geen
enkele ge rechtsactieIn de Karpathen sloe
gen wij eene reeks hardnekkige Ooslenrijk-
solie aanvallen tertfg op hel front van Swe-
dait tot den Boven San. In de streken van
Kozioewka, Toecfchla, Senetsjow, Wyschkow
en Kkioesse deden wij verscheidene met suc-
•ces bekroonde tegenaanvallen, tea-wijl wij
voortgingen die aanhoudende aanvallen van
ide Duitschers snel terug te slaan.
In Bukowina trokken onze afdcelingen zich
terug over do Pruth.
Londen, 1 9 F c b r. (R.) Dc bijzondere
correspondent van de Daily Chronicle be
richt uit Mamornitza (Rumenië) van dei
16en, dat dc Russen hel Oostenrijksch-llon-
gaarsckc leger hchben afgeslagen. De distric
ten random Czemowitz zijn nu vrij van den
vijand, die teruggaat.
De bijzondere correspondent van de Daily
Mail bericht uit Mamornitza van den 17en,
dat de Russen Czernowitz in goedé orde heb
ben ontruimd. Patrouilles van de tegenpartij
zijn in de stad gekomen.
B er 1 ij n, 18 Febr. (W. B.) Volgens een
•bericht udt Koningsbergen is Lyck door dc
Russen zwaar verwoest. Zestig huizen, de
gasfabriek en de watertoren zijn vernietigd.
Een aantal personen, uit den omtrek, zijn
door de teruggaande Russen naai' Rusland
weggevoerd.
Stockho lm, 18 F e b r. (W. B.) De Zweed-
sche bladen bevatten beschouwingen over de
nederlaag der Russen Zij stellen d.c als bui
tengewoon noodlottig voor.
Het StockhoLmsolic Dagbladet verklaart niet
te gelooven, dat die Russen liet offensief der
Duitschers in 'het gouvernement Soewaiki zul
len kunnen weerstaan, en het wijst op dc pes
simistische beschouwingen in dc Petersburg-
sche pers, diie het vertrouwen hebben verlo
ren, dat de verslagen Russen de versterkte
liniën aan de Njemen zullen kunnen bereiken
Berlij n, 18 Febr. (W. R.) Graaf Schwe»
rin Lowitz, president van de Kamer van Af
gevaardigden, seinde dadelijk na den slag an
Masuren aan generaal Hindenburg: »Ik heb
de eer U.Exc. namens hel Huis van Afgevaar
digden met de schitterende overwinning, op
nieuw op onze vijanden behaald, hartelijk ge
luk te wenscaen.
Het vertrouwen van het Duitsche volk op
U.Exc. en onze dappere troepen is onwankel
baar en onbegrensd.
Moge God ook verder met U.Exc. cn do
Duitsche troepen zijn".
Daarop weid het volgende antwoord ont
vangen: „Ik dank U.Exc. cn het Huis van Af
gevaardigden hartelijk voor de mij gezonden
gelukwcnscken. fik en de mij toevertrouwde
troepen zullen ook verder onzen plteol jeguis
koning en vaderland vervullen. De Heere God
zal dan zeker ook verder met ons zi;n
B e r 1 ij n, 18 Febr. (W. B.) Stockhohns
Dagblad bericht: Dc Gotcnburgsahe reedêrijen
willen cenc afwachtende houding in acht
nemen. Het Duitsche dreigement om rond
om Engeland mijjnon tc leggen, heeft de ree-
ders benauwd gemaakt. Men vermoedt, dat
Engeland voornemens is alles te doen om een
mijnenvrij vaarwater ia stand te houden,
Liverpool, 18 Febr. (R.) De handels-
schecpvaartverecniging verklaart in een
schrijven aan de ministers Churchill en Run-
ciman. dal uit het onderzoek van de kapiteins
en stuurlieden is gebleken, dat er een onover
winnelijke geest or Ier dc Britsche zeelieden
heersekt. die gecne kleinmoedigheid loonen
voor het Duitsche dreigement cn slechts be
treuren, dat zij niet in slaat zijn het te ver-
Bedenk u éénmaal voor ge geeft, tienmaal
vóór ge aanneemt en honderdmaal vóór ge
vraagt.
levensbeeld door
JOANNES REDDINGIUS
59
Hij had zich weer veel te druk gemaakt,
wat gaf 't, of hij er al over zat te toubcn, dat
hij algekeurd was Yoor adeioorst, t gai im
mers niets? zijn oogeii waren niet oed. Nu
moest hij wat anders worden, zijn moeder
had met oom Johannes gesproken en met
hem, hij zo-u nu examen doen voor de 3e
klasse H. R. S., die school alloopcn, en tegen
dien tijd verder zien. Niet te haastig zijn
was ooms meenmg geweest, hij zou zijn weg
wel vinden, algemeene ontwikkeling had hij
noodig, als 't kon wat Grieksch en Latijn, hij
moest Homerus kunnen lezen en Plato en de
Romeinen, dat gaf een paar adelaars-Dennen
in de vleugels, hij had dan altijd wat vóór
hij anderen, en wat hij ook werd, hij moest
zorgen eeu sohat in zichzelf te hebben, dan
was hij nooit alleen.
Zijn moeder had «ckmkl en was zachljes
besonnen le huilen. En hij was ook week
seworden, omdat hii ,i dal die
menschen zoo voel vah hem hielden, van
hem, die zooh wonderlijke jongen was. Oom
Johannes had hem ga geslagen van onder
naar boven kijkende en liem in zijn schouders
geknepen, op hartelijke manier, en gezegd:
Hè, jongen?
Hij keek graag naar 't gezicht van zijn oom,
deze had een hoog voorhoofd, een langen
neus en een grooten mond, slappe wangen,
weggetrokken onder de oogen, een brcede
kin; de oogen waren bleek met een peinzen
de uitdrukking als bij iemand, die veel stu
deert en denkt; wanneer hij sprak kon men
soms even 't puntje van zijn tong zien, dal
gebeurde ais hij mei een meening voor den
dag kwam, na rijp beraad. Hij hield van ooms
heele figuur, recht en kordaat, als gereed
om de heele wereld te weerstaan met zijn
woorden.
Eens had hij hem hooren spraken in een
na-vergadering van den lcerkeraad, o die
ernst van zijn betoog.
In gedachten zag hij zich nog zitten voor
't bed van zijn moeder, die opzat, sterk van
wil om „goed" tc zijn dien dag. hij hield van
zijn zieke moeder, ook al begreep haar
niet altijd, 't liefst las hij haar voor uit een
boek en haar rustig liggen luisteren gaf hem
een gevoel van veiligheid en geluk. In de va-
caniic was hij zóó veel bij haar, soms begon
zij over zijn vader te spreken, dan begreep
hij hoeveel zij miste in haar treurig leven van
vijftien jaar ziek zijn, vijftien jaar, en dan
nog altijd vol hoop om te zullen genezen, zijn
zuster had eens tegen hem gezegd:
Moeder wordt beter, dat zul je zien.
De jongen dacht aan zijn moeder, aan oom
Johannes, aan zijn zuster, die een heel knap
meisje was geworden. Zij zou wel vooruit
komen, want zij was vol energie. Hij had
een mooi portretje van haar, dat hij alleen
aan Wouter en Bram had laten zien. Ilij hield
van mooie mensohen en van mooie verzen.
Als oom Johannes, oni hem pleizier te doen,
stukken uiL Homerus in 't Grieksch opzei,
voelde hij een bekoring over zich komen,
ook ai begreep hij den zin niet. Dio klanken
waren muziek voor hem, dc woorden liepen
zoo leuk na elkaar, je kon in het rhythme
hooren het geluid van een naderend paard.
Een paar jaar geleden had hij bij Broekman
in de Gudemanhuispoort de gedichten van
Toliens gekocht voor twintig cent per deel,
gebonden en wel; op dc wandeling had hij
de Overwintering op Nova-Zembla van buiten
geleerd, maar toen had hij zich afgevraagd,
wat heb ik hier nu eigenlijk aan, is dat nu
poëzie? Tollens was de tweede Nederland-
sche volksdichter, was hem geleerd. Vondel
de eerste. Tollens de tweede; Bilderdijk was
ook een dichter, maar die scheen meer apart
te staan. Van Vondel keilde liij dc Gysbre^ht
en enkele kleine gedichten, van Bilderdijk
cenige stukken uit zijn leesboek, maar van
Tollens des te meer. Ilij hield 'niet van Tol
lens, als hij bijv. zei:
Kaslilie kromp terug voor Maurits
heldendegen
cn je stelde je voor, hoe dat zou kunnen,
dan zou je tot het volgende beeld kunnen
komen. Maurits, een mannetje met ooievaars-
beencn, houdend zijn degen in de vuist,
Kastilje een dikke in elkaar gekrompen kik
ker met uitpuilende oogen, och, wat idioot.
Tollens lag nu in zijn kast, hij zou zien hem
aan een van de frikken tc verkoopen, des
noods met verlies.
Bram had de gedichten van Pool, daar
hield hij van.
Loof en wemelende lucht
hoort men lieldedeunljes zingen
als je dat zingend zei met prettige slem. wa
de wereld op eons veel mooier; dat was
poëzie. Bram had polloodslrecpjes gezet bij
alle mooie regels en Zondagsmorgens voor 't
naar dc kerk gaan lazen zij elkander wel
eens voor ais ze buiten zaten onder 't groen
van een bosclije. Bram kreeg soms rooie
oogen van aandoening. Een goeie vent, die
Bram, jammer, dat hij zoo zwak was, hij zou
later in de azijnfabriek moeten komen van
zijn vader, deze was weduwnaar en woonde
met een nicht en Brain's zusje, Cliarlolle, in
eeu kleine villa. Ilij voelde wat voor Bram's
vader; deze leed aan asthma, en och, wal
dat was, wist iluj maar al tc goed, zijn moe
der leed ook aan die kwaal.
Ieder mensoli had wat. De een dit, de ander
dal, zijn moeder astkina. hij koppijn, och,
och, vandaag was 't dan ook al héél erg, hij
werd er gek van
De jongen wreef met de hand langs zijn
hoofd cn gaapte, zoodat hem tranen in dc
oogen kwamen, hij voelde zich leeg en mat
cn dof. tt;: had de laatste dagen veel te veel
loopen piekeren over zijn examen, hij wist
le weinig, was niet lieelcmaal klaar, was
bang voor sommige vakken, waaraan hij
nooit had gedaan, vreesde zijn on-eeiis-alles-
kwijt-zijn. Och wat, hij zou er wel komen,
hij moest er maar heengaan met 't stellige
idee, dat hij er door kwam, in sommige vak
ken was hij heel goed, alles kwam terecht,
bij zou maar niet meer aan 't examen den-
keu. maar 't rustig afwachten en doen, wat
hij kon doen. Zakte hij toch. dan was 't niet
anders, kii bleef toch innerlijk dezejfde, die
hij was, met zijn gebreken en deugden. Alles
kwam innerlijk, terecht, allesja, alles
Hij ging verzitten cn keek om zich heen.
Drie boschjes verder zat Frits te brommen,
wanhopige moeite doende jaartallen in zijn
kop tc stampen, zoo noemde Frits zijn doen
altijd. Op de speelplaats was hel thans vrij
rustig. Antoon, Albert, Look Here, en Olie
en Loog waren aan 't pied-spriugeu. Oüe cn
Loog stond, Albert sprong cn gaf met zijn
hak den jongen een spoor, deze hield ziin
hand tegen zijn achterwerk cn schreeuwde:
Dat is gemeen, ik doe liet niet meer.
Neera mij niet kwalijk, zeide Albert,
hoffelijk een buiging makende, ik dacht, dat
je een paard was.
Olie en Loog ging weer staan.
Pied, riep Anton, terwijl hij over den
jongen heen sprong.
Olie cn Loog ging een voet verder.
IJsbrand, doe je mee?
IJsbrand bedankte, hij was liever geluk
kig met zijn stuk poot.
Pieter was dankbaar gestemd tegenover
IJsbrand, daar deze hem den naam van Olie
en Loog had gegeven, nu werd hij telkens aan
de uitvinding van zijn vader herinnerd.
Toen Pieter het verhaal van de Olie-en-
Looguitvinding en 't huwelijk van zijn zuster
voor den tweeden keer aan IJsbrand had
verleid, had IJsbrand gezegd:
Wordt vervolgd*