til ROMAüTiSCüE 19X601 DE E EM LAN DER". 'Vrijdag 19 Februari 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. N 199 13de Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF 8c Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoort t 1-6 Idem franco per post Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - I Afzonderlijke nummers - Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advortenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomtn. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1—5 regels.» f 0.50. Elke regel meerO.IO. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De kosten van den wereld* •triju. Wij hebben reeds verschillende ramingen vernomen van de kosten van den wereldstrijd. Naarmate de oorlog langer uuurt, omvatten die ramingen een ruimer tijuperk. Men be paalde zich eerst lot liet tijuperk, dal met 51 December van het vorige jaar is afgesloten. Daar zijn wij nu reeus lang vooruij. i\lcn tracht nu dus een grooler veld te overzien, en het spreekt van zelf, dat de cijfers daar door eene groote stijging ondergaan. Onlangs vermeldden wij eene berekening, volgens welke het eerste oorlogsjaar aan rechlstrcek- sche oorlogskosten Duilscnland tc slaan zai komen op 14 milliard mark. Dat geldt van één der oorlogvoerenden. Nu hebben wij uil een bevoegden mond eene raming vernomen, die op oe andere oorlogvoerende partij betrekking heelt. De kanselier der Brilscnc schatkist heelt eene berekening gemaakt, die de ooriogsuitgaven oniv. van de drie leden van de triple-entente gezamenlijk en die zich niet o\er twaalf, maar over zeventien maanden uitstrekt, namelijk van het begin van den oorlog tot den 31en December van het nu jjöopencle jaar 1915. Hij is dus, dal spreekt van zeil', lol een nog veel hooger bedrag gekomen. Uit de rede van den heer Lloyd George in het lagerhuis halen wij deze woorden aan: „Dit is de kostbaarste oorlog, die ooit is gevoerd in materieel, in manschappen, in geld. Voor het jaar, dat op den cerstvolgenden 31en December eindigt, zullen de gezamenlijke uit gaven van de bondgenoolen niet ver zijn van tweeduizend millioen. liet Britsche rijk zal belangrijk meer uitgeven dan elk van onze beide grooie bondgenoolen, waarschijnlijk 1U0 tot 15U millioen meer dan het hoogste cijier, uitgegeven door de beide anderen." De twee iniliiarden, waarvan de heer Rlovd George sprak, zijn het bedrag, uitgedrukt in de Eugelsche standaardmunL Maar twee mil liard ponden sterling zijn 24 milliard guluens in Nederlandsch geld. Tot vergelijking met het hierboven genoemde bedrag der Duitsche oorlogskosten (14 millard mark voor een jaar maakt voor 17 maanden iels minder dan 20 milliard) moge dienen, dat 2 milliard ponden sterling zijn 40 milliarden mark. Van de drie bondgenooten is Rusland finan cieel de zwakste. Rusland heeft groote na tuurlijke liulpbronnncn, maar het is nog niet in staat geweest zich binnen het eigen gebied het kapitaal te verschaffen tot ontwikkeling van deze hulpbronnen zelfs in vredestijd. En in oorlogstijd heeft het met nog veel grootere bezwaren te worstelen, omdat het zijne waren niet in geld kan omzetten. Om daarin te voor zien. is de conferentie bijeengekomen, die de ministers van financiën der drie staten in de vorige week samen te Parijs hebben gehad. Rusland zal, als de zwakste der broeaeren. financieel gesteund worden door de beide an deren. Die zijn, zegt Lloyd George, daartoe ten volle in slaat, want „Engeland en Frankrijk zi:. - twee van de rijkste landen der wereld. Zij zijn de groote bankiers van de wereld. Wii z::n in staat onze zware ooriogsuitgaven Ge durende vijf jaren te betalen, daarbij reke ning houdende met eene belangrijke som voor waardevermindering bij het van de hand doe-' van onze beleggingen in het buitenland. Frankrijk kan den oorlog twee of drie jaren voortzetten, en de beide landen zouden dan nog iets op zijde kunnen leggen voor voor schotten aan liunne bondgenooten." Inlusschen slaat Frankrijk thans voor groo te moeielijkheden. Het heeft, in verhouding tot zijne hulpbronnen, de zwaarste lasten van den oorlog te dragen. Naar verhouding heeft het de meeste manschappen onder de wapenen; de vijand houdt een deel van zijne beste gronden bezet en staat dicht bij hunne hoofdstad. Enkele maanden geleden konden de bankiers van Parijs hel geluid van de vijandelijke kanonnen hooren in hunne kan toren; thans kunnen zij dat geluid hooren m hunne landhuizen. Onder deze omstandighe den is dc geldmarkt van het land niet op haar best. Ook Engeland heeft zijne bijzondere moeie lijkheden. „Twee derden van onze voedings middelen worden van builen gekocht. Reus achtige hoeveelheden van grondstoffen voor onze fabrieken en bedrijven worden ver werkt in-oorlogsbehoeften cn onze schepen gebruikt in oorlogslransporlen. Wij kunnen niet, zooals gewoonlijk, betalen in exporten en vrachten en diensten. Onze besparingen zijn voor 't oogenlblik niet wat zij zouden zijn in lijden van vrede. Wij kunnen dus i iet op die wijze voor onze importen betalen. Wij moeten in hel buitenland koopen voor oor logsdoeleinden en daarbij hebben wij nog enorme crcdietcn te scheppen om andere landen in slaat te stellen hetzelfde te doen. De balans is dus zwaar in ons nadeel." Men ziet de schilderij, die Lloyd George ons vertoont, is niet rooskleurig; hij heeft sombere kleuren op zijn palet. Maar hij put troost uit het voorbeeld van Frankrijk en uit het verwonderlijke vertrouwen, dat de Fran- sche natie bezielt in den einduitslag; er is, zegt hij, „eene algemecne zekerheid, dat de kans voor de Duitsckers verloren is en dat de Duitsche wapenen nu even weinig kans heb ben om Frankrijk te verpletteren als om den planeet Mars ten onder te brengen.'* Men kan de waarde van dien troostgrond voors hands ini 't midden laten, want wij zijn nog niet aan het einde von den oorlog en bovendien is Frankrijk niet de cenige, die bij den oorlog kan winnen of verliezen; ook Engeland en Rusland staan blooil aan oorlogsrisico's. Maar ieder zal van harte instemmen met de ver zuchting, die de Daily News slaakt: „Twee duizend millioen ponden sterling zijn een reusachtige som, en de uilgave van dit be drag in niet-productief of zuiver vernielend werk zal onvermijdelijk een reusachligen staart van armoede en ellende na zich slee- pen.*' De oorlog. Berlijn, 18 Febr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Dc gisteren gerneMie vijandelijke aanvalspo- giingen houdca aan met hetzelfde geringe suc ces. Aan den weg van At recht naar Rijssel zijn de gevechten «om een klein stuk van enze loopgraaf, waarin de vijand eergisteren was binnengedrongen, nog g-an liet aantal der ten noordoosten van Reims gfs ren door ons gemaakte gevangenen vermeerderde nog. De Franschen leden hier bijzonder sterke en bloedige verliezen; zij zagen af van verdere aanvallen. In Champagne, ten noorden van Perthes, wordt nog gestreden. Ten oostcj. -daarvan zijn de Franschen ouder zware verliezen terug geslagen. Zij houden zich nog slecats staande op weinige korte plaatsen van onze voorste loopgraven, liet gisteren gemelde aantal ge vangenen is tot elf officieren en 785 man ge stegen. Tot een volledig wan&ucces leidden ook de aanvallen tegen onze stellingen bij Boureuil- les-Yauquois ten oosten van het Argonner wond en ten westen van Verdun. De den 13en -door ons genomen hoogte No. 365 cn het gehucht Norroy ten nooraooslcn van Ponl-i-Moussoii zijn door ons na grondige verwoesting van de Fransche vestingwerken weer ontruimd. Eene poging om deze stel lingen met geweld van wapenen terug te win nen, deed de vijand uiet. Verder niets van belang. Par ij s, I 8 Febr. (R.; Nainiddag-oommu- niqué. Ilct wordt bcvestigU, dat de welgeslaagde verrassing, die ons meester maakte van twee iiniën Duitsche loopgraven ten noorden van Atrecht cn ten nooruwesten van Noelincourt. ernstige verliezen aan den vijand heeft toe gebracht. Wij namen bommenwerpers en ver scheidene honderden bommen. In het Aisnedal en in den sector van Reims kwamen artillerie gevechten voor, waarin onze batterijen in het voordeel waren. Iu Champagne behielden wij in de streek van Perthes al het eergisteren veroverde terrein. Onder de talrijke gevangenen, «die den IGen en I7en gemaakt werden, kwamen officieren en manschappon voor van het Go en het Be acteve legercorps en van het 7e en hel 70e reservekorps. In de Argonne handhaalden wij hel door ons gewonnene in het Bois de la Gruric, ten zuiden van Fontaine aux Charmes. Wij maak ten ecnige vorderingen in _de street Bour- reuïlles op de hoogte no. 263. Door een lusschcn de Argonne en de Maas behaald succes, dat in den avond van den 17en werd gemeld, werden wij meester van een bosch 'ten zuiden van het Bois Dechcppy. Wij wonnen bovendien 400 meter diepte ten noorden van Maiancourt cn evenveel ten zui den van het Bois de Forges. Wij behielden alles wat wij gewonnen hadden. Avond-communiqué. De dag van Donderdag is niet minder gun stig voor ons geweest dan de beide vooraf gegane dagen. Tusschcn de zee en de Aisne waren artil- leriegeveehtcn. De Duitschers voerden vijl tegenaanvallen uil om de loopgraven te her nemen, die wij Woensdag hadden genomen. Die aanvallen werden allen teruggeslagen. Verscheidene honderden dooden werden ach tergelaten, waaronder verscheidene olficie- ren. Champagne verrichtte de vijand twee allerhevigste tegenaanvallen op het gelieele front in dc streek Souain—Perthes—Beausé- jour, eerst gedurende den nacht en later in den morgen, om de Dinsdag en Woensdag ver loren loopgraven tc hernemen. Beiden wer den teruggeslagen met de bajonet. Wij namen drie mitrailleuses en verscheidene honderden gevangenen, die verklaarden, dat sommige regimenten een vierde, anderen de helft van huu effectief verloren. In Lotharingen waren wij aanvallers in het Xon-gebied; wij namen hel dorp Norroy en bezetten de geheele stelling. In Elzas verzekerden wij ons van Lepiton, ten zuiden van de Woensdag door ons ver overde hofstede Sudelle, en maakten daarvan eene geduchte redoute. Wij namen een loopgraafmortier, vijf mi trailleuses. honderden geweren, schilden, bommen, telefonen, prikkeldraad, duizenden patronen en zandzakken. Berlijn, 18 Febr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Bij 'Rauroggen en in hel gebied ten noord westen van Rodno .duren de vervolgingsge- vechtcn voont. De bij Kolno geslagen vijandelijke colonne is ten noorden van Lomza door versche troe pen opgenomen. De vijand werd opnieuw aan gevallen. De gevechten bij Plozk en Rncionz zijn tot ons voordeel beslist. Er zijn tot dusver 3000 gevangenen gemaakt. Uit Polen ten zuiden van de Weichsel niets nieuws. De oorlogsbuit in de gevechten aan de Oost- Pruisisohe grens wordt grooter. Tot dusver bedraagt het resultaat 64.000 gevangenen, 71 kanonnen, meer dan 100 machinegeweren, 3 lazarettreiuen, vliegtuigen, 150 gevulde mu nitiewagens, zoeklichten en ontelbare beladen en bespannen voertuigen. Met eene verdere verhooging van deze getallen mag worden gerekend. W e e n e n, I 8 F e b r. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Aan het Karpalbcnfront van Dukla tot in de buurt van Wyszkow is de toestand over 't algemeen onveranderd. Ook gisteren werd nagenoeg overal hevig gestreden. iDie talrijke aanvallen, die de Russen beproefden op de stellingen van de bondgenooten, werden on der groote verliezen voor den tegenstander teruggeslagen. De vijand verloor ook 320 man aan gevangenen. Door «de inbezitneming van Kolomea is den Russen een gewichtig steunpunt in Oost- Galicië, ten zuiden van de Dnjosle, ontnomen liet optreden van vijandelijke versterkingen uit dc richting van Stanislau leidde lot nieuwe gevochten van grootpren omvang ten noorden van Nadworna en ten noordwesten van Kolomea, die nog voortduren. In Bukowina is de tegenstander over de Pruth teruggeworpen. Czcnowilz is gister na middag door onze troepen bezet. De Russen trokken af in dc richting van Nowo Sielica. In Russisch Polen 'en West-Galicié waren slechts geschutstrijd en schermutselingen. Petersburg, 18 Febr. (Tel.-agent schap.) Communiqué van den grootcn gene- ralen staf. De gevechten op het front lusschen de Nje- men en de Weialïsel duurden den 17en voort en bereikten den lioogQtOn graad van hard nekkigheid in de streek van dc Augustowo en op dien weg van Sorpec naar Plodsk. Aan den linker Weichseloêver was geen enkele ge rechtsactieIn de Karpathen sloe gen wij eene reeks hardnekkige Ooslenrijk- solie aanvallen tertfg op hel front van Swe- dait tot den Boven San. In de streken van Kozioewka, Toecfchla, Senetsjow, Wyschkow en Kkioesse deden wij verscheidene met suc- •ces bekroonde tegenaanvallen, tea-wijl wij voortgingen die aanhoudende aanvallen van ide Duitschers snel terug te slaan. In Bukowina trokken onze afdcelingen zich terug over do Pruth. Londen, 1 9 F c b r. (R.) Dc bijzondere correspondent van de Daily Chronicle be richt uit Mamornitza (Rumenië) van dei 16en, dat dc Russen hel Oostenrijksch-llon- gaarsckc leger hchben afgeslagen. De distric ten random Czemowitz zijn nu vrij van den vijand, die teruggaat. De bijzondere correspondent van de Daily Mail bericht uit Mamornitza van den 17en, dat de Russen Czernowitz in goedé orde heb ben ontruimd. Patrouilles van de tegenpartij zijn in de stad gekomen. B er 1 ij n, 18 Febr. (W. B.) Volgens een •bericht udt Koningsbergen is Lyck door dc Russen zwaar verwoest. Zestig huizen, de gasfabriek en de watertoren zijn vernietigd. Een aantal personen, uit den omtrek, zijn door de teruggaande Russen naai' Rusland weggevoerd. Stockho lm, 18 F e b r. (W. B.) De Zweed- sche bladen bevatten beschouwingen over de nederlaag der Russen Zij stellen d.c als bui tengewoon noodlottig voor. Het StockhoLmsolic Dagbladet verklaart niet te gelooven, dat die Russen liet offensief der Duitschers in 'het gouvernement Soewaiki zul len kunnen weerstaan, en het wijst op dc pes simistische beschouwingen in dc Petersburg- sche pers, diie het vertrouwen hebben verlo ren, dat de verslagen Russen de versterkte liniën aan de Njemen zullen kunnen bereiken Berlij n, 18 Febr. (W. R.) Graaf Schwe» rin Lowitz, president van de Kamer van Af gevaardigden, seinde dadelijk na den slag an Masuren aan generaal Hindenburg: »Ik heb de eer U.Exc. namens hel Huis van Afgevaar digden met de schitterende overwinning, op nieuw op onze vijanden behaald, hartelijk ge luk te wenscaen. Het vertrouwen van het Duitsche volk op U.Exc. en onze dappere troepen is onwankel baar en onbegrensd. Moge God ook verder met U.Exc. cn do Duitsche troepen zijn". Daarop weid het volgende antwoord ont vangen: „Ik dank U.Exc. cn het Huis van Af gevaardigden hartelijk voor de mij gezonden gelukwcnscken. fik en de mij toevertrouwde troepen zullen ook verder onzen plteol jeguis koning en vaderland vervullen. De Heere God zal dan zeker ook verder met ons zi;n B e r 1 ij n, 18 Febr. (W. B.) Stockhohns Dagblad bericht: Dc Gotcnburgsahe reedêrijen willen cenc afwachtende houding in acht nemen. Het Duitsche dreigement om rond om Engeland mijjnon tc leggen, heeft de ree- ders benauwd gemaakt. Men vermoedt, dat Engeland voornemens is alles te doen om een mijnenvrij vaarwater ia stand te houden, Liverpool, 18 Febr. (R.) De handels- schecpvaartverecniging verklaart in een schrijven aan de ministers Churchill en Run- ciman. dal uit het onderzoek van de kapiteins en stuurlieden is gebleken, dat er een onover winnelijke geest or Ier dc Britsche zeelieden heersekt. die gecne kleinmoedigheid loonen voor het Duitsche dreigement cn slechts be treuren, dat zij niet in slaat zijn het te ver- Bedenk u éénmaal voor ge geeft, tienmaal vóór ge aanneemt en honderdmaal vóór ge vraagt. levensbeeld door JOANNES REDDINGIUS 59 Hij had zich weer veel te druk gemaakt, wat gaf 't, of hij er al over zat te toubcn, dat hij algekeurd was Yoor adeioorst, t gai im mers niets? zijn oogeii waren niet oed. Nu moest hij wat anders worden, zijn moeder had met oom Johannes gesproken en met hem, hij zo-u nu examen doen voor de 3e klasse H. R. S., die school alloopcn, en tegen dien tijd verder zien. Niet te haastig zijn was ooms meenmg geweest, hij zou zijn weg wel vinden, algemeene ontwikkeling had hij noodig, als 't kon wat Grieksch en Latijn, hij moest Homerus kunnen lezen en Plato en de Romeinen, dat gaf een paar adelaars-Dennen in de vleugels, hij had dan altijd wat vóór hij anderen, en wat hij ook werd, hij moest zorgen eeu sohat in zichzelf te hebben, dan was hij nooit alleen. Zijn moeder had «ckmkl en was zachljes besonnen le huilen. En hij was ook week seworden, omdat hii ,i dal die menschen zoo voel vah hem hielden, van hem, die zooh wonderlijke jongen was. Oom Johannes had hem ga geslagen van onder naar boven kijkende en liem in zijn schouders geknepen, op hartelijke manier, en gezegd: Hè, jongen? Hij keek graag naar 't gezicht van zijn oom, deze had een hoog voorhoofd, een langen neus en een grooten mond, slappe wangen, weggetrokken onder de oogen, een brcede kin; de oogen waren bleek met een peinzen de uitdrukking als bij iemand, die veel stu deert en denkt; wanneer hij sprak kon men soms even 't puntje van zijn tong zien, dal gebeurde ais hij mei een meening voor den dag kwam, na rijp beraad. Hij hield van ooms heele figuur, recht en kordaat, als gereed om de heele wereld te weerstaan met zijn woorden. Eens had hij hem hooren spraken in een na-vergadering van den lcerkeraad, o die ernst van zijn betoog. In gedachten zag hij zich nog zitten voor 't bed van zijn moeder, die opzat, sterk van wil om „goed" tc zijn dien dag. hij hield van zijn zieke moeder, ook al begreep haar niet altijd, 't liefst las hij haar voor uit een boek en haar rustig liggen luisteren gaf hem een gevoel van veiligheid en geluk. In de va- caniic was hij zóó veel bij haar, soms begon zij over zijn vader te spreken, dan begreep hij hoeveel zij miste in haar treurig leven van vijftien jaar ziek zijn, vijftien jaar, en dan nog altijd vol hoop om te zullen genezen, zijn zuster had eens tegen hem gezegd: Moeder wordt beter, dat zul je zien. De jongen dacht aan zijn moeder, aan oom Johannes, aan zijn zuster, die een heel knap meisje was geworden. Zij zou wel vooruit komen, want zij was vol energie. Hij had een mooi portretje van haar, dat hij alleen aan Wouter en Bram had laten zien. Ilij hield van mooie mensohen en van mooie verzen. Als oom Johannes, oni hem pleizier te doen, stukken uiL Homerus in 't Grieksch opzei, voelde hij een bekoring over zich komen, ook ai begreep hij den zin niet. Dio klanken waren muziek voor hem, dc woorden liepen zoo leuk na elkaar, je kon in het rhythme hooren het geluid van een naderend paard. Een paar jaar geleden had hij bij Broekman in de Gudemanhuispoort de gedichten van Toliens gekocht voor twintig cent per deel, gebonden en wel; op dc wandeling had hij de Overwintering op Nova-Zembla van buiten geleerd, maar toen had hij zich afgevraagd, wat heb ik hier nu eigenlijk aan, is dat nu poëzie? Tollens was de tweede Nederland- sche volksdichter, was hem geleerd. Vondel de eerste. Tollens de tweede; Bilderdijk was ook een dichter, maar die scheen meer apart te staan. Van Vondel keilde liij dc Gysbre^ht en enkele kleine gedichten, van Bilderdijk cenige stukken uit zijn leesboek, maar van Tollens des te meer. Ilij hield 'niet van Tol lens, als hij bijv. zei: Kaslilie kromp terug voor Maurits heldendegen cn je stelde je voor, hoe dat zou kunnen, dan zou je tot het volgende beeld kunnen komen. Maurits, een mannetje met ooievaars- beencn, houdend zijn degen in de vuist, Kastilje een dikke in elkaar gekrompen kik ker met uitpuilende oogen, och, wat idioot. Tollens lag nu in zijn kast, hij zou zien hem aan een van de frikken tc verkoopen, des noods met verlies. Bram had de gedichten van Pool, daar hield hij van. Loof en wemelende lucht hoort men lieldedeunljes zingen als je dat zingend zei met prettige slem. wa de wereld op eons veel mooier; dat was poëzie. Bram had polloodslrecpjes gezet bij alle mooie regels en Zondagsmorgens voor 't naar dc kerk gaan lazen zij elkander wel eens voor ais ze buiten zaten onder 't groen van een bosclije. Bram kreeg soms rooie oogen van aandoening. Een goeie vent, die Bram, jammer, dat hij zoo zwak was, hij zou later in de azijnfabriek moeten komen van zijn vader, deze was weduwnaar en woonde met een nicht en Brain's zusje, Cliarlolle, in eeu kleine villa. Ilij voelde wat voor Bram's vader; deze leed aan asthma, en och, wal dat was, wist iluj maar al tc goed, zijn moe der leed ook aan die kwaal. Ieder mensoli had wat. De een dit, de ander dal, zijn moeder astkina. hij koppijn, och, och, vandaag was 't dan ook al héél erg, hij werd er gek van De jongen wreef met de hand langs zijn hoofd cn gaapte, zoodat hem tranen in dc oogen kwamen, hij voelde zich leeg en mat cn dof. tt;: had de laatste dagen veel te veel loopen piekeren over zijn examen, hij wist le weinig, was niet lieelcmaal klaar, was bang voor sommige vakken, waaraan hij nooit had gedaan, vreesde zijn on-eeiis-alles- kwijt-zijn. Och wat, hij zou er wel komen, hij moest er maar heengaan met 't stellige idee, dat hij er door kwam, in sommige vak ken was hij heel goed, alles kwam terecht, bij zou maar niet meer aan 't examen den- keu. maar 't rustig afwachten en doen, wat hij kon doen. Zakte hij toch. dan was 't niet anders, kii bleef toch innerlijk dezejfde, die hij was, met zijn gebreken en deugden. Alles kwam innerlijk, terecht, allesja, alles Hij ging verzitten cn keek om zich heen. Drie boschjes verder zat Frits te brommen, wanhopige moeite doende jaartallen in zijn kop tc stampen, zoo noemde Frits zijn doen altijd. Op de speelplaats was hel thans vrij rustig. Antoon, Albert, Look Here, en Olie en Loog waren aan 't pied-spriugeu. Oüe cn Loog stond, Albert sprong cn gaf met zijn hak den jongen een spoor, deze hield ziin hand tegen zijn achterwerk cn schreeuwde: Dat is gemeen, ik doe liet niet meer. Neera mij niet kwalijk, zeide Albert, hoffelijk een buiging makende, ik dacht, dat je een paard was. Olie en Loog ging weer staan. Pied, riep Anton, terwijl hij over den jongen heen sprong. Olie cn Loog ging een voet verder. IJsbrand, doe je mee? IJsbrand bedankte, hij was liever geluk kig met zijn stuk poot. Pieter was dankbaar gestemd tegenover IJsbrand, daar deze hem den naam van Olie en Loog had gegeven, nu werd hij telkens aan de uitvinding van zijn vader herinnerd. Toen Pieter het verhaal van de Olie-en- Looguitvinding en 't huwelijk van zijn zuster voor den tweeden keer aan IJsbrand had verleid, had IJsbrand gezegd: Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1