N° 2ï1
'3" «laargang.
DE E EM LAN DER".
Vrijdag 5 Maart 1915.
BUITEN LAN D._
FEUILLETON.
HERTESTEIN
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers V
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op
Feestdagen. c
Advertcntiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
f l.OO.
- 1.5Ö.
- o.io.
- O.05.
Zon- en
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Dike regel meer0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
De oorlog tegen oen Hongers
nood in Ouitocniand.
Bij -de aankondiging van de verscherpte
maatregelen, waartoe Engeland en Frankrijk
hebben besloten om in den zeeoorlog DuitscU-
land te treffen op zijn gevoeligste punt, door
den aanvoer van goederen over zee geheel
te onderbinden, hebben \\ij nog eens weer
vernomen, da<t er aan hel herstel van den
vrede niet is te denken, liersle minister As-
quith heeft in het lagerhuis verklaard, dat
hel nu de tijd niel was om over vrede te
spreken, en hij verwees daarbij naar zijne
verklaring van 9 November 1914, -dus 'ril een
tijid, die nu reeds vier maanoen achter ons
ligt. Van Duitsche zijde is men natuur
lijk het antwoord -daarop niet schuldig
gebleven. Men wil daar eerst den strijd lot
hel zegevierende einde brengen; vóór dien
tijd wil men het woord vrede niel eens lioo-
ren.
Men maakt zich dus aan heide zijden ver
trouwd met de gedachte, dat de oorlog nog
lang kan duren. iHet kan daarom niet ver
wonderen, dat men in DuitschLand in den
strijd, die wordt gevoerd legen den hongers
nood. zich niet enkel bepaalt tot het nemen
van maatregelen om te zorgen, dat men met
den aanwezigen voorraad den volgenden
oogst kan halen. De gedachten reiken verdel
en omvatten ook de zorg voor den oogst van
1-91Ö. De regeering gaat hierin voor met liet
geven van voorschuilen over de bebouwing
van den grond met de bedoeling een over
vloedig en oogst broodgraan te krijgen. Maar
<*>k hier wordt de reclilslreeksclie hulp van
da bevolking ingeroepen om tijdig een niobi
ksaliepian voor lc bereiden voor liel binnen
halen van den oogst van 1915. De Köln. Zlg
geeft hierover eenige gedachten ten beste,
waaruit men kan zien, dat dit geene kleinig-
Iheid is. Alles wil geleerd worden; daarom
wordt aangedrongen op het inrichten van
maaicuiMissen tol opleidiug van de benoo-
digde hulpkrachten; hel hooien kan dan die
nen om dc opleiding te voltooien, zoodat voor
den graanoogst geoefend personeel beschik
baar zal zijn. Dart is echter niel voldoende;
er moeL ook vooraf geregeld worden op wel
ke plaatsen dit personeel zal worden gebe
zigd; ieder individu moet, als hij wordt op
geroepen, zijne taak aangewezen vinden.
Ook moet men zijn toegerust voor het geval,
dial in 1915 aan den oogst niet de gunst van
het weder .beschoren is in -de male, waarin dat
in 1914 het geval is geweest. Eene bijzonder
zorgvuldige voorbereiding eischt ook de paar-
denkwcs/lie. Vele duizenden paarden zullen in
den oogsttijd uit de steden Lijdelijk naar het
platteland gebracht moeten worden en er
moet worden geregeld, waar zij hunne dien
sten zullen bewijzen.
Diit zijn eenigen van de onderdeelen van
het groote werk der organisatie van den
strijd Legen de plannen lot Duitsciiland's uit
hongering. die de vijand beraamt en de
verleden Maandag in het Engelsche lager
huis afgelegde regeringsverklaring heeft het
ten overvloede nog bevestigd met niets ont
ziende energie wil doorzetten. Tot dien strijd
roept men allen, die in slaat, zijn er aan te
deel te nemen, tot medewerking op.
De vraag: Wie in -dien strijd overwinnaar
zal 'blijven, wordt natuurlijk verschillend be
antwoord naarmate van het standpunt waar
op men. de zaak beschouwt. Tegenover de
opvatting, die verkondigt, dat er geen kwes
tie van is of het gevaar van den hongers
nood zal worden afgewend, staat eene an
dere, die van oordeel is, dat dit lang niet ze
ker is. Om eenige van dc argumenten te doen
kennen, waarop de laatstgenoemde meening
steunt, ontleenen wij enkele gegevens aan
eene rede, die In Londen voor de Roval
Society of Arts gehouden is door een Engel-
schen deskundige, prof. W. T. Ashley. Deze
spreker heeft ais- -uitgangspunt renomen de
Duilsche ofiiciecle mededeeling, dat in 1912/
1013 de vreemde invoer van voedingsmidde
len minder dan 11 pet. van het verbruik is
geweest. Maar hij betwist de juistheid van
deze mededeeling; naar zijne meening zijn de
vreemde invoeren van tarwe en rogge belang
rijk onderschat en is daarentegen de op
brengst van den oogst in het binnenland
overschat. Verder is het z. i. aan twijfeJ
onderhevig of het aardappelbrood, dat thans
als voedsel is aangenomen, op den duur vol
doende verteerbaar is. Dan is er de kwestie
van 't veevoeder. De verzorging van de men-
solien met voedsel hangt nauw samen met
de veevoedering. In dit verband beroept de
spreker zich op eene uitspraak van een Duit-
schcn deskundige, prof. Ballod, die luidt: ..Het
is eene verschrikkelijke zelfmisleiding te mee-
nen, dat Duilschland elf maanden k.in leven
op zijn eigen broodgraan, liet kan, ja, daar
mee rond komen, maar slechts als hel kan
voortgaan 60 pet. vnn zijn veoVoeder in tc
voeren."
Prof Ashley acht het waarschijnlijk, dat
de Duitsche maatregel der onteigening ten
•behoeve van de overheid van den reheelen
voorraad graan en meel zal worden uitge
breid tot neg andere voedingsmiddelen, voor
al ook tot vleesch. Maar het plan der voed
selvoorziening rechtstreeks door de regeering
steunt hierop, dal de bevolking in staal moet
zijn te betalen. Tol dusver hcc-fl het Duilsche
ïnduslriccle leven niet veel geloden mder
gebrek aan werk. Het ligt voor de hand, dat
met een groot deel van de mannelijke bevol
king aan het front er niet buitensporig ge
werkt kan worden in de fabrieken en het
veld. Ilct vooruitzicht is echter, dat de fa
brieken niel lang meer zullen kunnen wer
ken bij gebrek aan grondstof. Eenige maan
den zal men blijven voorttobben met de aan
wezige voorraden en met het weinige, dat
van buiten inkomt. Maar aan het einde van
dit onzekere aantal maanden zullen werkloos
heid en korte werktijden waarschijnlijk meer
en moer veld winnen en dan zullen de nood
en de armoede verontrustende verhoudingen
aannemen.
De ooriog.
B e r 1 ij n, 4 Maart. (W. B.) Bel icht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier va-n heden voormiddag.
Eene Fransche muniticsloomboot, voor
Niouwpoorl bestemd, is door eene vergissing
van de beschonken bemanning naar Osten-
de gevaren. Daar kreeg het vpiir en zonk.
De bemanning, die gewond was, werd gered.
Op de hoogte van Eoreth, ten noordwesten
van ALrechl, namen onze troepen gkleren
morgen bezit van vijandelijke stellingen over
eene breedte van 1600 Meter. Aaht officie
ren en 553 soldarten werden gevangen geno
men, 7 machinegeweren en 6 kleinere ka
nonnen veroverd. De vijandelijke tegenaan
vallen werden heden namiddag afgeslagen.
Een nieuws Fnansohe aanval in Champag
ne venl met gemak afgeslagen. Beu Fran
sche aanval ten westen van Sa int-Hubert in
de Argonnc mislukte. In den tegenaanval
ontnamen wij aan de Pranschen een loop
graaf. Ook in het bosch van Chemisluk
te een 1-Taiisciie aanval.
Een der laatste mededeelingen van den
Eifrcltoren bracht het bericht, dat eene Duit
sche colonne hij den marsoh over de boogie
van Tahure met succes beschoten was. \Vij
moeten bevestigen, dat diit bericht bij uit
zondering juist is. De colonne bestond echter
uit Fransche gevangenen, die wei-den weg
gevoerd en waaronder een verlies van 38
man, dooden en gewonden, werd aangericht.
P a r ij s, 4 Maart (R.) Namiddag-com
muniqué.
In België vernielde onze artillerie loopgra
ven van den vijand in dc duinen.
Ten noorden van Atrecht veroverde dc vii
and eene vooruilgelegcn loopgraaf, die on
langs door oois was aangelegd.
Het bombardement van Reinig duurde
den gcheelcn dag. Om de drie minuleir viel
een granaat neer.
In Champagne wordt bevestigd, dat de
Duilsche tegenaanvallen tegen oen door ons
ten noordwesten van Mesnil genomen berg
kam van zeer hevigen aard v.areu. Twee gar
dcregimenlen slrcdein met groote vcrwoed-
hi-iu. Deze pogingen loden eene volkomen
nederlaag.
In de Argonne zijn kanonnades geweest me!
nieuwen vooruitgang in de streek van
Yauquois.
A vuii''communiqué.
Nog een loopgraaf in dc Belgische duinen
werd bezet.
De vooruitgang in Champagne houdt aan.
Nieuwe Duusdie tegenaanvallen op den berg
kam ten noordoosten van Meanii en aanval
len op do Four de Parki en op Yauquois in
de Argonne werden leiu'^jgeslagên.
Een Duitsch vliegtuig is bij Verdun op den
grond gebracht. De twee vliegeniers werden
gevangen gemaakt.
B e r 1 ij n, 4 M a -a r t. (\V. BBericht van
het opperste legerbestuur uit liet groote
hoofdkwartier vau heden voormiddag.
Dc Russische aanvallen ten noordwesten
van Grodno geraakten in ons flankoerend ar
tillerievuur en mislukten. Ook ten noordwes
ten van Lomze vielen de Russische aanvallen
onder zware verliezen ineen.
In <de streek ten zuiden van Myszynysz en
Ghoreele en ten noordwesten van Prasznilsz
hernieuwden de Russen hunne aanvallen.
Ou bet overige front is gccnc verandering.
B c r 1 ij n, 4 Maart. (\V. -B Uil het groote
hoofdkwartier vernemen wij: Na dc bewon
derenswaardige verovering van dc lot een
Sterk steunpunt verbouwde plaats Prasnysz
door een van onze korpsen, dat uil oostelijke
richting oprukte, werd de toestand in zóóver
op een dag kritiek, dat drie Russische le
gerkorpsen den Duilschen vleugel van 'het oos
ten, zuidoosten en zuiden uit aanvielen en hel
overwinnende korps noodzaakten in een ach
ter vvaaiischc zwenking Lont le maken tegen
deze overmacht. Hierbij werden gedeelten van
hek korps scherp aangepakt. Ook kon. een
ntij groot aantal gewonden, die in de nabu
rige dorpen ondergebracht waren, met tijdig
teruggehaald worden. De Russen waren niet
in staal het geregelde verloop van onze ach-
terwaartsche zwenking te sloren; zij verloren
de voeling met het Duitsche korps. Daaruit
blijkt, dat zij bij hunne aanvallen sterk heb
ben geleden. Inmiddels is de toestand, na de
aankomst van Duitsche versterkingen, her
steld.
Dit geheel onbeduidende Russische succes
kan niet de vergelijking doorstaan met den
daaraan voorafgeganen Duilschen storm op
Prasznysz, waarin wij meer dan 10.000 ge
vangenen en een rijken oorlogsbuit maakten.
Wanneer de Russen niettemin hun best doen
het door even lange als ongeloofwaardige be
richten op te blazen tol een opmerkelijk wa
penfeit. dan geluaigt dit slechts van een vruch
teloos streven om de algemeene aandacht af
te leiden van de vernietigende nederlaag van
hun tiende leger in den winlerslag in Masu-
ren
Wceneri, 4 Maart. (W\ B.) Officieel be
richt van lieden middag.
De aan -dc Biala, ten zuiden van Zakliczyn,
oprukkende Russische troepen zijn gisteren
na een bloed'igen strijd teruggeworpen.
Aan bedde zijden van het Latorcza-dal en op
de hoogten ten noorden van Cisna houden ie
gevechten aan, nu en dan ook des nachts.
Overal, waar onze troepen er in slagen veld
te winnen, onderneemt de vijand bij herhaling
tegenaanvallen, die stoejds bloedlig terugge
slagen worden.
Inzonderheid langs den weg van Baligrod
trachtten de Russen onder eene dichte sneeuw
jacht met eene sterke macht aan te vallen. De
aanvaL, diie tot op den koristen afstand nader
bij gekomen was, viel ten slotte in ons geschut-
en machinegeweervuur volkomen inten onder
groote verliezen van den vijand.
Aan de overige fronten kwam geene ver
andering van beteckeniser kwamen slechts
artilltTiegevechten voor. Yoor Przemysl
heerscht rust.
Petersburg, 4 Maart. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Ons offensief op liet front tusschen de Nje-
men ©n de Wei'disel gaat voort op den weg
naar Olita. De vijand houdt zich slaande op
de doorgangen tusschen de meren bij Sdmmo
en Serec.
In de streek van Grodno gingen onze troe
pen weder vooruit. Bij Ossowiecs wordt een
hardnekkig artilleriegevecht gevoerd.
Ten oosten van Jedwabno vielen onze troe
pen dc vijandelijke loopgraafliniën aan en in
de streek van de dorpen Mocaize cn Sjzaika
was een gevecht van man tegen man.
Wij ontwikkelden ons succes bij Kerzig op
de Duitsche brigade, die uit dit dorp is ver
dreven; wij vermeerderden ons aantal ge
vangenen tot 21 officieren en 600 soldaten.
Tusschen de Orzic en de Weichsel werden
bijzonder hardnekkige gevechten gevoerd tus
schen Mlawa en Korzele.
In de Karpalhen, tusschen de Oudawa en de
San, zetten de Oostenrijkers dag en nacht
hunne vruchlelooze aam allen op onze stellin
gen voort, ondanks hunne ontzettende ver
liezen. 0n2e troepen slaan hen terug met het
vuur van handgranaten en tegenaanvallen met
dc bajonet, in den loop waarvan het ons ge
lukt vele gevangenen en mitrailleuses te n©
men.
In Oosl-G-ihcië trachten de Ooslenrijkscho
achterhoeden zich le handhaven aan de Luk*
wai-rivier tot aan Jczoepol.
Den vorigen dag namen wij in de Karpathca
en in Oost-Galicië 47 officieren, 3000 soldaten
en 16 mitrailleuses.
Ween en, 4 Maart. (W. B.) Dc oorlogs
correspondent van de Neuc Frele Presse be
richt: Dc overvloedige sneeuwval heeft de
lievigheid van den slag in de Karpalhen niet
verminderd. Aan den westelijken vleugel, waar
de Russen de grootste verliezen hadden, is dc
intensiteit van den Russisehen aanval minder
geworden. Des te heeler woedt de slag in -h"t
centrum, tusschen de Lupkow- en Uszok-
passen. Ten oosten van den Uszokpos is het
rustiger. Dc uiterste rechtervleugel staat i:i
Oost-Galicië tegenover groote Russische str.jd-
krachlen. Dagelijks werpt de vijand nieuwe
troepen in liet front. Omtrent den duur van
dc gevechten is niets te zeggen.
Rondom Przemysl houden de Russen zich
lijdelijk.
Peters burg, 3 Maart. (Tel.-agcnt-
schap). Berickl van den gencralen staf van
liet Kaukazischo leger van 2 Maart.
Op bet gcheele front had gccnc botsing var
eenig belang plaats.
Kons tan lino,pc 1, 4 Maart. (W. B.)
Mededeeling van het hoofdkwartier van gis
terenavond
Aan het Kaukasusfront hebben slechts eeni
ge voorpostengevechten plaats gehad. Er zijn
geene veranderingen voorgekomen.
Van de andere fronten is niets belang
rijks te berichten.
K o n s t a n t i n o p e 1. 4 Maart. (W. B.)
Mededeeling van het hoofdkwartier.
Een gedeelte van de vijandelijke vloot be
schoot gisteren oen (half uur lang zonder re-
suLtaal eenigen van onze batterijen aan den
ingang van de Dardanelles
Berlijn, 4 Maart. (Bjömson). Uil Sofia
wordt gemeld: Yan den grooten indruk dien
do geallieerden verwachtten dat door de be
schieting der Dardanelien op de neutrale sta
ten aan den Balkan zou worden gemaakt, is
hier zeer weinig te bespeuren. In Bulgaarsclie
militaire kringen is men vast overtuigd, dat
het forceeren van de Dardanelien, zonder ge
lijktijdige landing van een groot leger, on
mogelijk is.
Athene, 4 Maart. (R.) Tiet bombarde
ment v<an de buitenste forten door tien pant
serschepen duurt voort.
Konstantinopel, 4 Maart. (W. B.)
Ovor het bombardement van de Dardanelien
van gisteren seint de correspondent van hel
agentschap Alilli: Vier vijandelijke pantser-
schepen, omringd door meer dan tien iorpe-
dobooten, namen aan dit bombardement
deel, zonder bij dc batterijen, die het vuur
dadelijk beantwoordden, eenige schade aan
te richten. Dc vijandelijke schepen verwij
derden zich, zooais gewoonlijk.
Vier Fr*nschc pantserschepen lostien een
aantal schoten tegen Boelair, die echter
slechts de Engelsche grafsteden, die zich daa*
sederi 1854 bevinden, beschadigden.
Berlijn, 4 Maart. Dc Lokalaiucigcr
schrijft: Men is hier op de Tmksohe ambas
sade verraai door de zenuwachtigheid, die
Zondigen is mensaheldjjk, maar vergeven is
goddelijk.
door
SOPH US BAUDITS.
Uit het Decnscli vertaald.
„Maar gij kent die immers volstrekt niell
Ge kent alleen KopenhagenI"
„Ja, maar daarom kan men toch vvp)
„Neen, dat kan men niell Men kan toch
ook niet zeggen dat men een kroonhert kent.
omdat men ihet in een hertenkamp of in een
dierentuin heeft gezienI"
De ingenieur glimlachte en vroeg: „Is Her-
testein geheel onbewoond."
„Neen, volstrekt nieL," antwoordde de ka
pitein, „tante Rosa en oom Heinricii wonen
daar, zij zijn de broer en zuster van den
overleden jagermeestcr cn dan zijn dochter
Fanny, zij en haar broeder zijn tweelingen."
„Zoo, ik moet er toch eens heen om de
hoeve te zien, ik stel er eenig belang in,"
Archeologisch belang of
„Neen. zuiver persoonlijk. Mijne familie zou
éen houderd jaar geleden de heziltip-* heli-
hen gekregen, maar ze kwam onrechtmatig
aan de familie Hóibro, die haar vroeger had
foezelen."
i,Zoo. onrechtmatig?"
„Ja een Porsbjerg was toen de eigenaar
en hij was met een Kongsted getrouwd. Zij
hadden geen kinderen en bloedverwante!'
van zijn kant waren er ook niet, de bezitting
was dus vrij zeker voor de Kongslcd's, maar
toch kwam ze aan de familie Hóibro, volgens
een zoogenaamd testament, dat...."
„Nu ja, daar heb ik wel eens over gehoord;
maar dal kan men toch eigenlijk niet on
rechtmatig noemen, want Porsbcrg kon locli
een testament maken zoo als hij wilde."
„Maar het testament heeft nooit beslaani'
antwoordde Kongsted beslist, bijna met vuur
„Zoo .oo I''
„Ja, daar is geen twijfel aan. In mijne fa
milie beslaat zulk een stellige traditie op dit
punt, dat die niet zonder grond kan zijn en
ge zult wel begrijpen dat ik er belang in stel
om die bezitting eens tc zien, die cigeniijk dc
mijne had moeten zijn of heler gezegd, die
van mijn vader."
„Ilertestein bekijken, dat moogt ge," zeide
de kapitein, „maar komt ge een proces daar
over voeren, dan krijgt ge met mij le doen!
„Neen", lachte de ingenieur, „wees ge
rust, kapitein, men voert geen proces
o vei; ccn bezitting, waarop men het recht
reeds lang door verjaring heeft verloren."
Ilij zweeg een oogenblik en vroeg toen op den
vorigen luchtigen conversatietoon, die hij
onder de laatste replieken had laten varen,
,mag ik den kapitein vragen of de menschen
hier in de streek gemakkelijk in den omgang
zijn, ik zal helaas eenige onderhandelingen
moeten voeren en
„Uitstekende mensohen zijn het hier!" ver
zekerde de kapitein. „Heerlijke menschen,
beste menschen, van den graaf af tot den
keuter toef
Ik mag vrij ia gen. aoo ver de hemeL blauw
is en dc sneeuw wit, en waar ik kom inb
ik vrienden. Ge leunt u werkelijk gelukkig
achten, dat gc hierheen gekomen zijl!"
„Ja .a, maar ik zal toch zeker de residentie
zeer missen, om niet le spreken yan de con
versatie met
„Conversatie, het is hier immers dicht be
bouwd!'
„Ja, er zijn hier zeker menschen genoeg,
maar aan de conversatie met de boeren kan
men toch niet veel hebben."
„Niet, dat is veel gezegd!"
„Maar in de streek ijveren zc zeker zeer
voor dc politiek; zijn de boeren niet gewoon
lijk radicaal links gezind?"
„Links gezind? Ja, dat kan wel zijn, dat
zijn zij zeker, want cr wordt altijd een kan
didaat voor dc linkerzijde hier in het district
gekozen. En ik ben natuurlijk voor de rech
terzijde, dat wil zeggen, ik ben de regeering
waarlijk niet vriendelijk gezind wat de jacht
wet betreft, want die is onzinnig! Stel u voor,
men mag geen kersthaas meer schieten! De
jacht op wilde eenden is gesloten tot Februari
en de jacht op reigers is verboden! Niemand
is zeker meer verwonderd over dat verbod
dan dc vogel zelf.
Nu. ik ben dan voor dc rechterzijde, na
tuurlijk in de politiek, maar ik spreek nooit
over de politiek, en er is ook niemand dit
er mij over "spreekt. Ik zal u zeggen, ik ver
deel de menschen niet in beschaafden of on-
beschaafden, niet in rechts- of linksgezindcn,
neen ik verdeel ze in goede menschen en
vlegels en van de laatste soort hebben wij
er geen hier in de streek, ja, toch een, dat
is waar! Ik ben zeer ingenomen met de be
volking van deze streek."
„Ik geloof dal de kapitein over het geheel
ingenomen is met het leven." viel dc inge
nieur glimlachend in. „Het is een waar gc
nocgen in onze dagen om iemand le ontmoe
ten die dat isl"
„Waarom zou ik niet vroolijk en dankbaar
zijn! Als ik niet zingen kan
„Excuseer mij, kapitein, toen ik u
zoo even ontmoette, zong ge iets van
een liedje; ik kende noch de woorden noch
de vviis, maar
„Neen, dat wil ik wel geloovenl" lachte de
kapitein, „beide zijn van mij."
„Zijl ge dichter!''
„Wel neen, maar men moet toch iels zi\
gen en dan neurie ik wat mij zoo invalt. De
helfi is misschien van mij en de helft van een
ander, op dat gebied ken ik geen ver&chiJ
tusschen het mijn en dijn; bovendien is er
nooit ceil slot aan mijn liedjes, ze hebben
alleen een begin. Maar wacht even, het is
helder geworden in hel oosten, nu kunt ge
„de wilde plas" zieni"
„De wilde plas?"
„Ja, niet „de groote" of „de kleine", maar
„de wilde plas" van Ilertestein. Die is niel
zoo bekend, want hij is niet veel meer dan
een halve mijl lang en een kwart mijl breed,
maar is op dezelfde wijze gevormd als dc
twee andere; die kunt ge op uw kaart vin
den. Volgens de legende moet het oorspron
kelijke Ilertestein daarin gelegen hebbenI"
„Zool"
„Ja, het is natuurlijk maar een legende,
maar het is boven allen twijfel verheven dat
„de wilde plas" verhoogde zeebodem is, men
heeft er ook overblijfsels van een Viking
schip, of hoe zulk een vaartuig heeten mag. in
gevonden. Maar volgens de legende, een heele
gewone legende van den zondvloed, leidd«'
een van de oude Höibro's zuLk een goddeloos
leven, dat de zee oo een dag licm en hei
kasteel verslond en toen trokken de nako
melingen verder het land in."
„En werden vroom?"
„Neen, dat juist niet! Er zijn altijd stijl
koppen en losse vogels in die familie ge_-
weest. Maar kijk nu eens over '.n plas hcent
Die blauwe streep is dc zee, dan komt ccn
smalle grijsgroene strook, dat is Oxneholm,
dat ook onder Hertestein hoort en dan komt
het groote Kattegat en een oneindigheid, ja.
wonderlijk mooi is het hier!"
De kapitein en dc ingenieur gingen den
heuvel weer af; de een besteeg zijn paard cn
de ander zijn wagen, aan den koetsier werd'
de weg uitgelegd en toen scheidden zij, maar
niet voor dat dc kapitein zijn nieuwen leen»
nis dringend had verzocht hem in liet bosch*
huis te bezoeken en dat beloofde hij.
„In de eerste veertien dagen hen ik waar*
schijnlijk niet thuis 1" riep de kapitein het
rijtuig na, „want de plassen zijn vele, het aan.»
lal jonge -renden groot cn ik heb een zee vatf
patronen."
De kapitein reed den naasten weg naar
Hertestein, maar liet ging niet heel vlug,
want al bad dc kapitein hel niet zeer druk,
dut had hij zelden, hij had lang werk oiu
vooruit te komen, er viel zooveel Le kiikcu
en met zooveel menschen te spreken; iederen
blaffenden straathond en iederen vlasharigen
blaag kende hij en met ieder moest hU
eenige woorden wisselen.
Wordt vervolgd-