N° 2ï1 '3" «laargang. DE E EM LAN DER". Vrijdag 5 Maart 1915. BUITEN LAN D._ FEUILLETON. HERTESTEIN Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Afzonderlijke nummers V Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Feestdagen. c Advertcntiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- f l.OO. - 1.5Ö. - o.io. - O.05. Zon- en advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Dike regel meer0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement. Eeno circulaire, bevattende do voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De oorlog tegen oen Hongers nood in Ouitocniand. Bij -de aankondiging van de verscherpte maatregelen, waartoe Engeland en Frankrijk hebben besloten om in den zeeoorlog DuitscU- land te treffen op zijn gevoeligste punt, door den aanvoer van goederen over zee geheel te onderbinden, hebben \\ij nog eens weer vernomen, da<t er aan hel herstel van den vrede niet is te denken, liersle minister As- quith heeft in het lagerhuis verklaard, dat hel nu de tijd niel was om over vrede te spreken, en hij verwees daarbij naar zijne verklaring van 9 November 1914, -dus 'ril een tijid, die nu reeds vier maanoen achter ons ligt. Van Duitsche zijde is men natuur lijk het antwoord -daarop niet schuldig gebleven. Men wil daar eerst den strijd lot hel zegevierende einde brengen; vóór dien tijd wil men het woord vrede niel eens lioo- ren. Men maakt zich dus aan heide zijden ver trouwd met de gedachte, dat de oorlog nog lang kan duren. iHet kan daarom niet ver wonderen, dat men in DuitschLand in den strijd, die wordt gevoerd legen den hongers nood. zich niet enkel bepaalt tot het nemen van maatregelen om te zorgen, dat men met den aanwezigen voorraad den volgenden oogst kan halen. De gedachten reiken verdel en omvatten ook de zorg voor den oogst van 1-91Ö. De regeering gaat hierin voor met liet geven van voorschuilen over de bebouwing van den grond met de bedoeling een over vloedig en oogst broodgraan te krijgen. Maar <*>k hier wordt de reclilslreeksclie hulp van da bevolking ingeroepen om tijdig een niobi ksaliepian voor lc bereiden voor liel binnen halen van den oogst van 1915. De Köln. Zlg geeft hierover eenige gedachten ten beste, waaruit men kan zien, dat dit geene kleinig- Iheid is. Alles wil geleerd worden; daarom wordt aangedrongen op het inrichten van maaicuiMissen tol opleidiug van de benoo- digde hulpkrachten; hel hooien kan dan die nen om dc opleiding te voltooien, zoodat voor den graanoogst geoefend personeel beschik baar zal zijn. Dart is echter niel voldoende; er moeL ook vooraf geregeld worden op wel ke plaatsen dit personeel zal worden gebe zigd; ieder individu moet, als hij wordt op geroepen, zijne taak aangewezen vinden. Ook moet men zijn toegerust voor het geval, dial in 1915 aan den oogst niet de gunst van het weder .beschoren is in -de male, waarin dat in 1914 het geval is geweest. Eene bijzonder zorgvuldige voorbereiding eischt ook de paar- denkwcs/lie. Vele duizenden paarden zullen in den oogsttijd uit de steden Lijdelijk naar het platteland gebracht moeten worden en er moet worden geregeld, waar zij hunne dien sten zullen bewijzen. Diit zijn eenigen van de onderdeelen van het groote werk der organisatie van den strijd Legen de plannen lot Duitsciiland's uit hongering. die de vijand beraamt en de verleden Maandag in het Engelsche lager huis afgelegde regeringsverklaring heeft het ten overvloede nog bevestigd met niets ont ziende energie wil doorzetten. Tot dien strijd roept men allen, die in slaat, zijn er aan te deel te nemen, tot medewerking op. De vraag: Wie in -dien strijd overwinnaar zal 'blijven, wordt natuurlijk verschillend be antwoord naarmate van het standpunt waar op men. de zaak beschouwt. Tegenover de opvatting, die verkondigt, dat er geen kwes tie van is of het gevaar van den hongers nood zal worden afgewend, staat eene an dere, die van oordeel is, dat dit lang niet ze ker is. Om eenige van dc argumenten te doen kennen, waarop de laatstgenoemde meening steunt, ontleenen wij enkele gegevens aan eene rede, die In Londen voor de Roval Society of Arts gehouden is door een Engel- schen deskundige, prof. W. T. Ashley. Deze spreker heeft ais- -uitgangspunt renomen de Duilsche ofiiciecle mededeeling, dat in 1912/ 1013 de vreemde invoer van voedingsmidde len minder dan 11 pet. van het verbruik is geweest. Maar hij betwist de juistheid van deze mededeeling; naar zijne meening zijn de vreemde invoeren van tarwe en rogge belang rijk onderschat en is daarentegen de op brengst van den oogst in het binnenland overschat. Verder is het z. i. aan twijfeJ onderhevig of het aardappelbrood, dat thans als voedsel is aangenomen, op den duur vol doende verteerbaar is. Dan is er de kwestie van 't veevoeder. De verzorging van de men- solien met voedsel hangt nauw samen met de veevoedering. In dit verband beroept de spreker zich op eene uitspraak van een Duit- schcn deskundige, prof. Ballod, die luidt: ..Het is eene verschrikkelijke zelfmisleiding te mee- nen, dat Duilschland elf maanden k.in leven op zijn eigen broodgraan, liet kan, ja, daar mee rond komen, maar slechts als hel kan voortgaan 60 pet. vnn zijn veoVoeder in tc voeren." Prof Ashley acht het waarschijnlijk, dat de Duitsche maatregel der onteigening ten •behoeve van de overheid van den reheelen voorraad graan en meel zal worden uitge breid tot neg andere voedingsmiddelen, voor al ook tot vleesch. Maar het plan der voed selvoorziening rechtstreeks door de regeering steunt hierop, dal de bevolking in staal moet zijn te betalen. Tol dusver hcc-fl het Duilsche ïnduslriccle leven niet veel geloden mder gebrek aan werk. Het ligt voor de hand, dat met een groot deel van de mannelijke bevol king aan het front er niet buitensporig ge werkt kan worden in de fabrieken en het veld. Ilct vooruitzicht is echter, dat de fa brieken niel lang meer zullen kunnen wer ken bij gebrek aan grondstof. Eenige maan den zal men blijven voorttobben met de aan wezige voorraden en met het weinige, dat van buiten inkomt. Maar aan het einde van dit onzekere aantal maanden zullen werkloos heid en korte werktijden waarschijnlijk meer en moer veld winnen en dan zullen de nood en de armoede verontrustende verhoudingen aannemen. De ooriog. B e r 1 ij n, 4 Maart. (W. B.) Bel icht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier va-n heden voormiddag. Eene Fransche muniticsloomboot, voor Niouwpoorl bestemd, is door eene vergissing van de beschonken bemanning naar Osten- de gevaren. Daar kreeg het vpiir en zonk. De bemanning, die gewond was, werd gered. Op de hoogte van Eoreth, ten noordwesten van ALrechl, namen onze troepen gkleren morgen bezit van vijandelijke stellingen over eene breedte van 1600 Meter. Aaht officie ren en 553 soldarten werden gevangen geno men, 7 machinegeweren en 6 kleinere ka nonnen veroverd. De vijandelijke tegenaan vallen werden heden namiddag afgeslagen. Een nieuws Fnansohe aanval in Champag ne venl met gemak afgeslagen. Beu Fran sche aanval ten westen van Sa int-Hubert in de Argonnc mislukte. In den tegenaanval ontnamen wij aan de Pranschen een loop graaf. Ook in het bosch van Chemisluk te een 1-Taiisciie aanval. Een der laatste mededeelingen van den Eifrcltoren bracht het bericht, dat eene Duit sche colonne hij den marsoh over de boogie van Tahure met succes beschoten was. \Vij moeten bevestigen, dat diit bericht bij uit zondering juist is. De colonne bestond echter uit Fransche gevangenen, die wei-den weg gevoerd en waaronder een verlies van 38 man, dooden en gewonden, werd aangericht. P a r ij s, 4 Maart (R.) Namiddag-com muniqué. In België vernielde onze artillerie loopgra ven van den vijand in dc duinen. Ten noorden van Atrecht veroverde dc vii and eene vooruilgelegcn loopgraaf, die on langs door oois was aangelegd. Het bombardement van Reinig duurde den gcheelcn dag. Om de drie minuleir viel een granaat neer. In Champagne wordt bevestigd, dat de Duilsche tegenaanvallen tegen oen door ons ten noordwesten van Mesnil genomen berg kam van zeer hevigen aard v.areu. Twee gar dcregimenlen slrcdein met groote vcrwoed- hi-iu. Deze pogingen loden eene volkomen nederlaag. In de Argonne zijn kanonnades geweest me! nieuwen vooruitgang in de streek van Yauquois. A vuii''communiqué. Nog een loopgraaf in dc Belgische duinen werd bezet. De vooruitgang in Champagne houdt aan. Nieuwe Duusdie tegenaanvallen op den berg kam ten noordoosten van Meanii en aanval len op do Four de Parki en op Yauquois in de Argonne werden leiu'^jgeslagên. Een Duitsch vliegtuig is bij Verdun op den grond gebracht. De twee vliegeniers werden gevangen gemaakt. B e r 1 ij n, 4 M a -a r t. (\V. BBericht van het opperste legerbestuur uit liet groote hoofdkwartier vau heden voormiddag. Dc Russische aanvallen ten noordwesten van Grodno geraakten in ons flankoerend ar tillerievuur en mislukten. Ook ten noordwes ten van Lomze vielen de Russische aanvallen onder zware verliezen ineen. In <de streek ten zuiden van Myszynysz en Ghoreele en ten noordwesten van Prasznilsz hernieuwden de Russen hunne aanvallen. Ou bet overige front is gccnc verandering. B c r 1 ij n, 4 Maart. (\V. -B Uil het groote hoofdkwartier vernemen wij: Na dc bewon derenswaardige verovering van dc lot een Sterk steunpunt verbouwde plaats Prasnysz door een van onze korpsen, dat uil oostelijke richting oprukte, werd de toestand in zóóver op een dag kritiek, dat drie Russische le gerkorpsen den Duilschen vleugel van 'het oos ten, zuidoosten en zuiden uit aanvielen en hel overwinnende korps noodzaakten in een ach ter vvaaiischc zwenking Lont le maken tegen deze overmacht. Hierbij werden gedeelten van hek korps scherp aangepakt. Ook kon. een ntij groot aantal gewonden, die in de nabu rige dorpen ondergebracht waren, met tijdig teruggehaald worden. De Russen waren niet in staal het geregelde verloop van onze ach- terwaartsche zwenking te sloren; zij verloren de voeling met het Duitsche korps. Daaruit blijkt, dat zij bij hunne aanvallen sterk heb ben geleden. Inmiddels is de toestand, na de aankomst van Duitsche versterkingen, her steld. Dit geheel onbeduidende Russische succes kan niet de vergelijking doorstaan met den daaraan voorafgeganen Duilschen storm op Prasznysz, waarin wij meer dan 10.000 ge vangenen en een rijken oorlogsbuit maakten. Wanneer de Russen niettemin hun best doen het door even lange als ongeloofwaardige be richten op te blazen tol een opmerkelijk wa penfeit. dan geluaigt dit slechts van een vruch teloos streven om de algemeene aandacht af te leiden van de vernietigende nederlaag van hun tiende leger in den winlerslag in Masu- ren Wceneri, 4 Maart. (W\ B.) Officieel be richt van lieden middag. De aan -dc Biala, ten zuiden van Zakliczyn, oprukkende Russische troepen zijn gisteren na een bloed'igen strijd teruggeworpen. Aan bedde zijden van het Latorcza-dal en op de hoogten ten noorden van Cisna houden ie gevechten aan, nu en dan ook des nachts. Overal, waar onze troepen er in slagen veld te winnen, onderneemt de vijand bij herhaling tegenaanvallen, die stoejds bloedlig terugge slagen worden. Inzonderheid langs den weg van Baligrod trachtten de Russen onder eene dichte sneeuw jacht met eene sterke macht aan te vallen. De aanvaL, diie tot op den koristen afstand nader bij gekomen was, viel ten slotte in ons geschut- en machinegeweervuur volkomen inten onder groote verliezen van den vijand. Aan de overige fronten kwam geene ver andering van beteckeniser kwamen slechts artilltTiegevechten voor. Yoor Przemysl heerscht rust. Petersburg, 4 Maart. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Ons offensief op liet front tusschen de Nje- men ©n de Wei'disel gaat voort op den weg naar Olita. De vijand houdt zich slaande op de doorgangen tusschen de meren bij Sdmmo en Serec. In de streek van Grodno gingen onze troe pen weder vooruit. Bij Ossowiecs wordt een hardnekkig artilleriegevecht gevoerd. Ten oosten van Jedwabno vielen onze troe pen dc vijandelijke loopgraafliniën aan en in de streek van de dorpen Mocaize cn Sjzaika was een gevecht van man tegen man. Wij ontwikkelden ons succes bij Kerzig op de Duitsche brigade, die uit dit dorp is ver dreven; wij vermeerderden ons aantal ge vangenen tot 21 officieren en 600 soldaten. Tusschen de Orzic en de Weichsel werden bijzonder hardnekkige gevechten gevoerd tus schen Mlawa en Korzele. In de Karpalhen, tusschen de Oudawa en de San, zetten de Oostenrijkers dag en nacht hunne vruchlelooze aam allen op onze stellin gen voort, ondanks hunne ontzettende ver liezen. 0n2e troepen slaan hen terug met het vuur van handgranaten en tegenaanvallen met dc bajonet, in den loop waarvan het ons ge lukt vele gevangenen en mitrailleuses te n© men. In Oosl-G-ihcië trachten de Ooslenrijkscho achterhoeden zich le handhaven aan de Luk* wai-rivier tot aan Jczoepol. Den vorigen dag namen wij in de Karpathca en in Oost-Galicië 47 officieren, 3000 soldaten en 16 mitrailleuses. Ween en, 4 Maart. (W. B.) Dc oorlogs correspondent van de Neuc Frele Presse be richt: Dc overvloedige sneeuwval heeft de lievigheid van den slag in de Karpalhen niet verminderd. Aan den westelijken vleugel, waar de Russen de grootste verliezen hadden, is dc intensiteit van den Russisehen aanval minder geworden. Des te heeler woedt de slag in -h"t centrum, tusschen de Lupkow- en Uszok- passen. Ten oosten van den Uszokpos is het rustiger. Dc uiterste rechtervleugel staat i:i Oost-Galicië tegenover groote Russische str.jd- krachlen. Dagelijks werpt de vijand nieuwe troepen in liet front. Omtrent den duur van dc gevechten is niets te zeggen. Rondom Przemysl houden de Russen zich lijdelijk. Peters burg, 3 Maart. (Tel.-agcnt- schap). Berickl van den gencralen staf van liet Kaukazischo leger van 2 Maart. Op bet gcheele front had gccnc botsing var eenig belang plaats. Kons tan lino,pc 1, 4 Maart. (W. B.) Mededeeling van het hoofdkwartier van gis terenavond Aan het Kaukasusfront hebben slechts eeni ge voorpostengevechten plaats gehad. Er zijn geene veranderingen voorgekomen. Van de andere fronten is niets belang rijks te berichten. K o n s t a n t i n o p e 1. 4 Maart. (W. B.) Mededeeling van het hoofdkwartier. Een gedeelte van de vijandelijke vloot be schoot gisteren oen (half uur lang zonder re- suLtaal eenigen van onze batterijen aan den ingang van de Dardanelles Berlijn, 4 Maart. (Bjömson). Uil Sofia wordt gemeld: Yan den grooten indruk dien do geallieerden verwachtten dat door de be schieting der Dardanelien op de neutrale sta ten aan den Balkan zou worden gemaakt, is hier zeer weinig te bespeuren. In Bulgaarsclie militaire kringen is men vast overtuigd, dat het forceeren van de Dardanelien, zonder ge lijktijdige landing van een groot leger, on mogelijk is. Athene, 4 Maart. (R.) Tiet bombarde ment v<an de buitenste forten door tien pant serschepen duurt voort. Konstantinopel, 4 Maart. (W. B.) Ovor het bombardement van de Dardanelien van gisteren seint de correspondent van hel agentschap Alilli: Vier vijandelijke pantser- schepen, omringd door meer dan tien iorpe- dobooten, namen aan dit bombardement deel, zonder bij dc batterijen, die het vuur dadelijk beantwoordden, eenige schade aan te richten. Dc vijandelijke schepen verwij derden zich, zooais gewoonlijk. Vier Fr*nschc pantserschepen lostien een aantal schoten tegen Boelair, die echter slechts de Engelsche grafsteden, die zich daa* sederi 1854 bevinden, beschadigden. Berlijn, 4 Maart. Dc Lokalaiucigcr schrijft: Men is hier op de Tmksohe ambas sade verraai door de zenuwachtigheid, die Zondigen is mensaheldjjk, maar vergeven is goddelijk. door SOPH US BAUDITS. Uit het Decnscli vertaald. „Maar gij kent die immers volstrekt niell Ge kent alleen KopenhagenI" „Ja, maar daarom kan men toch vvp) „Neen, dat kan men niell Men kan toch ook niet zeggen dat men een kroonhert kent. omdat men ihet in een hertenkamp of in een dierentuin heeft gezienI" De ingenieur glimlachte en vroeg: „Is Her- testein geheel onbewoond." „Neen, volstrekt nieL," antwoordde de ka pitein, „tante Rosa en oom Heinricii wonen daar, zij zijn de broer en zuster van den overleden jagermeestcr cn dan zijn dochter Fanny, zij en haar broeder zijn tweelingen." „Zoo, ik moet er toch eens heen om de hoeve te zien, ik stel er eenig belang in," Archeologisch belang of „Neen. zuiver persoonlijk. Mijne familie zou éen houderd jaar geleden de heziltip-* heli- hen gekregen, maar ze kwam onrechtmatig aan de familie Hóibro, die haar vroeger had foezelen." i,Zoo. onrechtmatig?" „Ja een Porsbjerg was toen de eigenaar en hij was met een Kongsted getrouwd. Zij hadden geen kinderen en bloedverwante!' van zijn kant waren er ook niet, de bezitting was dus vrij zeker voor de Kongslcd's, maar toch kwam ze aan de familie Hóibro, volgens een zoogenaamd testament, dat...." „Nu ja, daar heb ik wel eens over gehoord; maar dal kan men toch eigenlijk niet on rechtmatig noemen, want Porsbcrg kon locli een testament maken zoo als hij wilde." „Maar het testament heeft nooit beslaani' antwoordde Kongsted beslist, bijna met vuur „Zoo .oo I'' „Ja, daar is geen twijfel aan. In mijne fa milie beslaat zulk een stellige traditie op dit punt, dat die niet zonder grond kan zijn en ge zult wel begrijpen dat ik er belang in stel om die bezitting eens tc zien, die cigeniijk dc mijne had moeten zijn of heler gezegd, die van mijn vader." „Ilertestein bekijken, dat moogt ge," zeide de kapitein, „maar komt ge een proces daar over voeren, dan krijgt ge met mij le doen! „Neen", lachte de ingenieur, „wees ge rust, kapitein, men voert geen proces o vei; ccn bezitting, waarop men het recht reeds lang door verjaring heeft verloren." Ilij zweeg een oogenblik en vroeg toen op den vorigen luchtigen conversatietoon, die hij onder de laatste replieken had laten varen, ,mag ik den kapitein vragen of de menschen hier in de streek gemakkelijk in den omgang zijn, ik zal helaas eenige onderhandelingen moeten voeren en „Uitstekende mensohen zijn het hier!" ver zekerde de kapitein. „Heerlijke menschen, beste menschen, van den graaf af tot den keuter toef Ik mag vrij ia gen. aoo ver de hemeL blauw is en dc sneeuw wit, en waar ik kom inb ik vrienden. Ge leunt u werkelijk gelukkig achten, dat gc hierheen gekomen zijl!" „Ja .a, maar ik zal toch zeker de residentie zeer missen, om niet le spreken yan de con versatie met „Conversatie, het is hier immers dicht be bouwd!' „Ja, er zijn hier zeker menschen genoeg, maar aan de conversatie met de boeren kan men toch niet veel hebben." „Niet, dat is veel gezegd!" „Maar in de streek ijveren zc zeker zeer voor dc politiek; zijn de boeren niet gewoon lijk radicaal links gezind?" „Links gezind? Ja, dat kan wel zijn, dat zijn zij zeker, want cr wordt altijd een kan didaat voor dc linkerzijde hier in het district gekozen. En ik ben natuurlijk voor de rech terzijde, dat wil zeggen, ik ben de regeering waarlijk niet vriendelijk gezind wat de jacht wet betreft, want die is onzinnig! Stel u voor, men mag geen kersthaas meer schieten! De jacht op wilde eenden is gesloten tot Februari en de jacht op reigers is verboden! Niemand is zeker meer verwonderd over dat verbod dan dc vogel zelf. Nu. ik ben dan voor dc rechterzijde, na tuurlijk in de politiek, maar ik spreek nooit over de politiek, en er is ook niemand dit er mij over "spreekt. Ik zal u zeggen, ik ver deel de menschen niet in beschaafden of on- beschaafden, niet in rechts- of linksgezindcn, neen ik verdeel ze in goede menschen en vlegels en van de laatste soort hebben wij er geen hier in de streek, ja, toch een, dat is waar! Ik ben zeer ingenomen met de be volking van deze streek." „Ik geloof dal de kapitein over het geheel ingenomen is met het leven." viel dc inge nieur glimlachend in. „Het is een waar gc nocgen in onze dagen om iemand le ontmoe ten die dat isl" „Waarom zou ik niet vroolijk en dankbaar zijn! Als ik niet zingen kan „Excuseer mij, kapitein, toen ik u zoo even ontmoette, zong ge iets van een liedje; ik kende noch de woorden noch de vviis, maar „Neen, dat wil ik wel geloovenl" lachte de kapitein, „beide zijn van mij." „Zijl ge dichter!'' „Wel neen, maar men moet toch iels zi\ gen en dan neurie ik wat mij zoo invalt. De helfi is misschien van mij en de helft van een ander, op dat gebied ken ik geen ver&chiJ tusschen het mijn en dijn; bovendien is er nooit ceil slot aan mijn liedjes, ze hebben alleen een begin. Maar wacht even, het is helder geworden in hel oosten, nu kunt ge „de wilde plas" zieni" „De wilde plas?" „Ja, niet „de groote" of „de kleine", maar „de wilde plas" van Ilertestein. Die is niel zoo bekend, want hij is niet veel meer dan een halve mijl lang en een kwart mijl breed, maar is op dezelfde wijze gevormd als dc twee andere; die kunt ge op uw kaart vin den. Volgens de legende moet het oorspron kelijke Ilertestein daarin gelegen hebbenI" „Zool" „Ja, het is natuurlijk maar een legende, maar het is boven allen twijfel verheven dat „de wilde plas" verhoogde zeebodem is, men heeft er ook overblijfsels van een Viking schip, of hoe zulk een vaartuig heeten mag. in gevonden. Maar volgens de legende, een heele gewone legende van den zondvloed, leidd«' een van de oude Höibro's zuLk een goddeloos leven, dat de zee oo een dag licm en hei kasteel verslond en toen trokken de nako melingen verder het land in." „En werden vroom?" „Neen, dat juist niet! Er zijn altijd stijl koppen en losse vogels in die familie ge_- weest. Maar kijk nu eens over '.n plas hcent Die blauwe streep is dc zee, dan komt ccn smalle grijsgroene strook, dat is Oxneholm, dat ook onder Hertestein hoort en dan komt het groote Kattegat en een oneindigheid, ja. wonderlijk mooi is het hier!" De kapitein en dc ingenieur gingen den heuvel weer af; de een besteeg zijn paard cn de ander zijn wagen, aan den koetsier werd' de weg uitgelegd en toen scheidden zij, maar niet voor dat dc kapitein zijn nieuwen leen» nis dringend had verzocht hem in liet bosch* huis te bezoeken en dat beloofde hij. „In de eerste veertien dagen hen ik waar* schijnlijk niet thuis 1" riep de kapitein het rijtuig na, „want de plassen zijn vele, het aan.» lal jonge -renden groot cn ik heb een zee vatf patronen." De kapitein reed den naasten weg naar Hertestein, maar liet ging niet heel vlug, want al bad dc kapitein hel niet zeer druk, dut had hij zelden, hij had lang werk oiu vooruit te komen, er viel zooveel Le kiikcu en met zooveel menschen te spreken; iederen blaffenden straathond en iederen vlasharigen blaag kende hij en met ieder moest hU eenige woorden wisselen. Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1