„DE E EM LAN DER".
13u" Jaargang.
N# Z13 Tweede Blad.
Zaterdag 13 Maart 1915.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEIN
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURQ.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per B maanden voor Amerafoort f l*h®*
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) -
Afzonderlijke nummers
Doze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- ea
Feestdagen.
Advertentiën gelieve meQ liefst vóór 11 uur, famuli
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50,
Elke regel meer -0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingoa
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Van verschillende zijden uit de parlemen
taire kringen wordt vernomen, dat het in de
bedoeling zou liggen dal de Tweede Kamer
Vrijdag 26 dezer voor 't gebruikelijke Paasch-
recès hare werkzaamheden voor 'n drietal
weken zal onderbreken, om daarna nog
slechts gedurende een paar weken den arbeid
te hervallen en dan reeds hel zomerreces aan
te vangen.
Een en ander uiteraard behoudens buiten
gewone omstandigheden, die in dit geheele
voornemen wijziging zouden kunnen bren
gen.
Aanvankelijk scheen zelfs het plan te heb
ben bestaan, reeds niet het Paaschrecès dc
eigenlijke zornervacantie tc doen aanvangen,
maar daarin is nader verandering gekomen
wegens dc uitgebreidheid van de lijst der
werkzaamheden.
De „Ca nop us". De luitenant
Ier zee le klasse Beijnen is aangewezen als
comma nu an t van het voor de gouverne-
ments-marine in Nedèrl.-Indië bestemde schip
„Canopusthans te Amsterdam in aanbouw,
ten einde daarmedie te zijner lijd naar Ned.-
Indië te vertrekken
Jubileum van ridders M. W. O.
Dinsdag 16 dezor zal het 25 jaar geleden zijn
dat benoemd werden bij Koninklijk bes ui. vau
16 Maart 1690, no. 30, ter zake van het ge
vecht op 26 Juli te voren bij Kotatoeankal, tol
ridders in dc Militaire Willemsorde 4e kLsse:
<le toen .alige lc luitenant jhr. L. D. C. de
Lanoy, van de cavalerie; de toenmalige.Ie lui
tenant der artillerie G. C. E. a an Daalen; de
toenmalige sergeant der infan.erie J. H. G.
Soelers; de toenmalige korporaal der artille
rie G. Veerman; de toenmalige fuselier F. C
A. Buys, en de toenmalige fuselier W- R.
Schermer.
Het Kamerlid Oosterbaan. Het
Tweede Kamerlid de heer Oosterbaan schrijft
ons het volgende:
In verschillende bladen komt een alarmee-
rend gerucht voor alsof ik van Arnhem naar
Doe i i voerd en de neusbloe
dingen Zondag opnieuw met groote heftig
heid optraden. U zoudt mij verplichten door
dit gerucht tegen te spreken. Nieuwe neus
bloedingen bleven tol dusver gelukkig ach
terwege. Mijn toestand is vooruitgaande. De
dokter heeft mij korte wandelingen toege
staan. Er is alle hoop op een spoedig cn al
geheel herstel."
Ik ben Zaterdag j.l. niet vervoerd van Arn
hem naar Doesburg, maar heb heel gewoon
de reis per rijtuig gemaakl
K aderland en de oorlog»
D o houding van a eüerlan u.
Hel dagblad „The New York Times' bevat
een opmerkelijk artikel van den bekenden
5-chrijver II. G. Wells, hetwelk eigenlijk be-
itemd was voor Engeland, doch door den
Engelschen censor werd verboden. Het is
"taarna opgenomen in bovengenoemd blad.
De schrijver bespreekt dc toekomst van
Nederland en brengt aan dit land hulde voor
ae wijze, waarop het dc crises heeft doorstaan
en de eerlijkheid, waarmede het de onzijdig
heid beschermt. De beteekenis der houding
van Holland is deze, dat het Duitschland aan
zienlijk kan versterken, maar ook den bond-
genoolen een open weg kan verschaffen naar
Westphalen. De schrijver meent, dat ons land
eenige reden heeft, om aan de züde te staan
Yan de vijanden van Duitschland. Vooreerst
kan Nederland een spoedig einde aan den
oorlog maken; voorts kan het optreden als
wreker van België, doch ten slotte zal het
ook moeten voorbereid zijn op de verwisse
ling van grondgebied na den oorlog.
Indien Holland met Duitschland mee zou
gaan, zou het in de omhelzing van de goede
Duilsche broederschap worden verstikt. De
Duiüsche taal zou de Hollandsche vervangen,
de Hollandsche koloniën zouden gegermani
seerd worden en dc handelsbelangen onder
geschikt gemaakt aan Hamburg en AlLona.
iLndien de Duitschers de onzijdigheid van
Holland mochten schenden, dan houdt zich
Wells overtuigd, dat het kleine, dappere
Holland zich zal oprichten en vechten als dc
duivel. Met nog grooter zekerheid vermoedt
de schrijver dat de Nederlandsche regeering
den Duitschers zal vragen, hun annexatie
plan van België te herzien. Op dat punt heeft
Holland dictatoriale macht. Het kan de onaf
hankelijkheid van België verzekeren en
Duitschland dwingen om het zusterland te
ontruimen, alleen al door de operaties var»
zijn leger.
De uitvoer van contrabande
en onze onzijdigheid.
Van officieele zijde wordt ons het volgende
gemeld:
Herhaaldelijk komen in de- pers berichten
voor, onder het hoofd „Schending van onze
neutraliteit' of soortgelijk opschrift, die mede-
deelingen bevatten omtrent inbeslagname van
goederen, die voor liet buitenland bestemd
rijn.
Nadrukkelijk wordt er op gewezen, dat de
pogingen tot clandeslienen uitvoer van goe
deren op geenerlei wijze met neutraliteits-
schcnding in verban dslaan.
Nederlanders, bewoners van een onzijdig
land, hebben volgens de internationale ver
dragen het volste recht handel te drijven met
hewoners van oorlogvoerende landen. Zij heb
ben alleen te dragen de risico, die verbon-
oen is aan inbeslagname van conlrabande
do or een der oorlogvoerenden bij vervoer
over zee.
Echter is het, mei het oog op den gestrem-
den aanvoer, voor Nederland een onafwijs
bare plicht te zorgen, dal binnen zijn lands
grenzen voldoende voorraden beschikbaar
zijn en blijven van zulke goederen, waarvan
de aanvoer bij het uitbreken van een oorlog
niet verzekerd is. Daarom worden uitvoer
verboden uitgevaardigd; de overtreding daar
van is dan een schending van nationale be
langen, niet van internationale regelen.
Vluchtoord te Nunspeet.
Nu de mazedon-epidemie geweken is, brach
ten -de ecblgenooten van den minister van
BinnenJ. Zaken en van buitenl. zaken, met
twee dames die eveneens reeds aan het thans
tot interneeringskamp ingerichte vluchtoord
Oldchroek en daarna aan dat te Nunspeet
krachtige bewijzen van belangstelling en on
dersteuning hadden gegeven, een langdurig
bezoek aan laatstgenoemd kamp.
Het neeoit ofschoon langzamerhand hon
derden zijn vertrokken naar Engeland en
Antwerpen gestadig toe in bevolking, nu
Ln .dait te Ede een mazelen-epidemie is uit
gebroken en daarheen voorloopig toezending
van groote giro open is getuit. Thans zijn Lu
het kamp te Nunspeet door de vluchtelingen
aangelegd, wegen, parken met eigenaardige,
kunstig uitgevoerde perken in den vorm van
leeuwen en andere figuren. De heide is groo-
tendeels verdwenen en gelijk gemaakt, meer
dan 50U vrouwen verrichten naaiarbedd: Ver
der zijn kleermakerij, smederij, timnverwin-
kel en schoenmakerij aan den gang; gesta*
dig worden verbeteiitigen aangehnaxiht en
er hcerscht een opgewekte, tevreden geest
in het vluchtoord. Daarentegen word't ge
klaagd over het vernielen der bossohen en
het opvangen van eekhorens en andere die
ren door wandelende vluchtelingen.
De vrouwen, «door de politie gezonden, be
wonen eec. afzonderlijken, afgesloten hoek
van ihet kamp. Grootendcels zijn zij reeds
naar Antwerpen vertrokken.
Hulpverleening aan de dieren
op het slagveld.
Ook aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht
worden thans, met toestemming van den
waarnemenden directeur, giften ingezameld
voor de hulpvorleenlng aan de dieren op het
slagveld, zooals deze hulpverleening op hel
Westelijk front is georganiseerd en voor de
eerste maal in dezen oorlog. Naar men ver
neemt, zal zoodra mogelijk een derde geld
zending naar Londen plaats hebben.
De secretaris van hel comité tot beperking
d_r Vivisectie, jhr. W. C. Engelen te Hilver
sum, bij wien, naar bekend, de giften worden
ingewacht, mocht dezer dagen van onzen
consul-generaal te Londen, door wiens be
middeling de gelden hunne bestemming berei
ken, de bijzondere erkentelijkheid vernemen
van den Hertog van Portland voor den steun
tot nu toe ten dezen van Nederlandsche zijde
verleend.
Sparen van Rascokes.
Op verzoek van het Koninklijk Nationaal
Steuncomité 1914 heelt, naar de Leeuw. Ct
meldt, de minister van hinnenlandsche zaken,
met het oog op te verwachten gebrek aan gas-
colces, aan de gemeentebesturen, die het be
heer hebben over gasfabrieken, verzocht, te
bevorderen, dat in de bedrijven der gasfabrie*
ken zooveel mogelijk gascokes door gietcokes
wordt vervangen en dat de gascokes, die hier
door vrijkomt, tegen een normalen prijs voor
de afnemers beshikbaar wordt gesteld.
Relletje in een
internceringskamp.
Men schrijft uil Oldebroek aan de „Asser
Courant":
'I Is begrafenis geweest, en zooals reeds
eerder geschied is, wisten ook nu weer eenige
Belgen van deze gelegenheid gebruik tc ma
ken eenige vrijheid te gaan genieten, met
het gevolg dat ze in 't kamp terug kwamen
in een staat die sterk aan wankelbaar even
wicht deed denken. Hiervan was weer het
gevolg dat men het noodig oordeelde ze
eenige afzondering te doen genieten. Zoo ge
raakten ze met hun vijven „in de bak". Blijk
baar beviel het hun daar maar matigjes, het
geen ze zeer duidelijk lieten blijken, eerst
door luid vloeken en schreeuwen, later zelfs
door ruilen stuk slaan, zoo zelfs dat liet
noodig was handboeien op ie halen, om op
die wijze te trachten ze gevaarlijk te maken.
Inmidels was een der „heeren" bezig van
het raam waarvan de ruiten reeds ingeslagen
waren, ook het gaas en de planken te ver
nielen.
Eenige luitenants treden toe benevens een
troepje Hollandsche soldaten en ook de man
met de handboeien is op komst
Natuurlijk geen gebrek aan belangstelling
van de zijde der overige Belgen, die zich
overigens rustig houden.
De luitenant vraagt onder algemeene stilte
aan de manschappen: „Hebben jullie patro
nen bij je?" tegelijkertijd de omstanders wen
kend een eindweegs op zij te gaan men
kon nooit weten.
Twee luitenants begeven zich naar de deur;
de mannen staan klaar, met geladen geweer,
bajonet er op een plaatst zifch b:i het raam,
waar de dronkaard, al maar vloekend, bezig
is zich door te werken.
De soldaat staat gereed met het geweer
gericht op het raam; de man steekt al vloe
kend z'n kop en bovenlijf naar buiten....
Men verwacht niet anders dan dat op hem
geschoten zal worden, men weet dat ze reeds
zoo vaak gewaarschuwd zijnEen der
luitenants komt snel erbij en plaatst zich
zonder iets te zeggen op eenige meters afstand
van het raam cn 'blijft roerloos staan, klaar
om als 't moet, als 't heelemaal ni»4 anders
kan, het commando „vuur" te gevenang
stige spanning teekent zich af op de gezich
ten der omstanders men denkt aan het ge
val te Zeist. Maar neen, gelukkig, op het ge
zicht van den luitenant, die daar in rechte
houding voor hem staat, trekt de man zich
terug.
Juist op dit oogenblik zegt de andere luite
nant tegen de manschappen: „Gaan jullie
mee naar binnen?" en dan weerklinkt luider
gevloek en eenige oogenblikken later hebben
ze een der ergsten buiten. Schreeuwend en
vloekend krijgt hij de handboeien aan en
ook een boei aan het been. Even later volgt
nummer 2. Beiden worden „naar boven"
(het verblijf der Ned. soldaten") gebracht. Nog
is er een die weer begint ruiten stuk te slaan
(er zijn er echter niet veel meer). Ook die
moet weg. Weidra staat ook hij met „een
paar handmanchetten", zooals een der Bei
gen leukweg opmerkte, gereed om naar
„boven" gebracht te worden.
Zoo is dan de rust weer hersteld; de om
standers begeven zich weer tusschen de ba*
rakken en de timmerman vangt aan de ra*
men stevig met forsohe planken dicht te spij
keren.
Weekblad verboden.
De opperbevelhebber van land- en zeemacht
heeft, in verband met toon en aard van arti
kelen in het weekblad Algemeen Welzijn te
Groningen, de uitgifte en verspreiding van
dat weekblad voor een maand verboden.
De lülgever-redact eur was tevoren ge
waarschuwd.
Verblijf ontzegd*
De territoriale bevelhebber voor Gelderland
en Overijscl heeft aan vier personen uil Beek
(gem. Bergh) het verder verblijf ontzegd bin
nen het in staat van beleg verklaarde deel van
zijn gebied wegens hun aanhoudende smok
kelarij. Hetzelfde is bepaald ten aanzien van
een Duitscken paardensmokkelaar.
Men vecht om 't land. In Friesland
en Groningen waren de huurprijzen der gras*
landen het vorige jaar al verbazend hoog. Bi|
de verhuring thans wordt letterlijk om het
land „gevochten" en varieelen de prijzen van
f 160 tot f 200 per H A.
De melkboeren behoeven -daarom niet be.
klaagd te worden, als men weet, dat er fa«
brieken zijn, die 10 tot 11 cent voor den liter
melk geven en de fokkerij een goudmijn ge-
noemd mag worden. (N. v. <L D.)
Mond- en klauwzeer. Nu wegens
het heerschen van mond- en klauwzeer dc
markten te Leiden niet gehouden worden,
brengen de kooplieden hun vee naar stallen
in den omtrek van Leiden om het aldaar te
verhandelen. Thans is in enkele dier stallen
mond- en klauwzeer geconstateerd. Een 154
stuks vee, waaronder een groot aantal, toebr<
hoorende aan verschillende kooplieden, zaf
nu worden afgemaakt.
Fatale vergissing. Voor het gc«
rechtshof te Arnhem werd in hooger beroep
behandeld de zaak tegen baron K. W. A. van
P., student, wonende te Arnhem, die den 26en
Januari voor <le rechtbank aldaar terecht ger
staan had ter zake, dat hij den 21sten Novem
ber ji. de rijksveldwachters J. Akkerman cn
P. Lanting heeft bedreigd mei den dood, al
thans met zwaar lichamelijk letsel, door on
der het roepen der woorden „Donder op" op
genoemde persoacn aan te leggen met een
met scherp geladen geweer, terwijl die per
sonen ongeveer 125 meter van hem verwij
derd waren, en even Later nog eens op hen
aan te leggen en te schieten, waardoor die
personen door hagelkorrels werden geraakt.
Bcki. was dien dag met zijn broeder op jacht
in de gemeente Arnhem, en had de beide veld
wachters, die in burgerkleeding waren, voor
stroopers gehouden. De rechtbank had bekL
tot 3 weken gevangenisstraf veroordeeld (de
eisch was 3 maanden gevangenisstraf). Voor
het gerechtshof werd thans tegen bekl., dié
niet verschenen was, bevestiging van dit von»
nis a auo gcêischt.
Proces over meelleverantie.
In het bekende proces legen de firma Wes-
sanen en Laan te Wormerveer, die bij het
uitbreken van den oorlog al hare contracten
van voorkoop annuleerde, heeft het gerechts
hof te Amsterdam uitspraak gedaan. Dit Hof
heeft, evenals de rechtbank te Haarlem, dio
o. m. overwoog dat de door don minister vast
stelde prijs maximum-prijs was, zoodat ook
tegen lagere prijzen mocht worden geleverd,
voornoemde firma in het ongelijk gesteld. Het
beroep op overmacht ging volgens het Hof
niet op en h. i. heeft dc bakker, door 75 balen
te vragen van de 20Ö, die hij in voorkoop
had, niet mieer verlangd dan de appelleercn-
de firma, zonder In strijd met haar verplich
tingen te komen, leveren kon..
Het Hof veroordeelde appellante in de kos
ten van het hooger beroep, aan de zijde van
geïntimeerde begroot op f 240.
Vervalsching vau postwis
sels. De politie te Gorinchem heeft een 15-
jarig meisje aangehouden, toen ze trachtte
vervaJschte poalvrtissels te verzilveren; d«
dienstdoende ambtenaar ontdekte het bedrog,
Men vermoedt, -dat hetzelfde meisje zich de»
laalsten tijd aan meer vervalscringen van
postwissels heeft schuldig gewaakt.
De beteekenis van oen mensdh ligt niet in
den grooten naam, dien hij zien verworven,
maar in het geluk dat hij geschonken heeft
door
SOPHUS BAUDITS.
Uit het Deensch vertaald;
„Ik geloof, dat gij respect voor mii begint
te krijgen 1 Ja, vertoon ae kinderen op school
die soort platen maar, dat is goccl voor iienl"
„Och, <lat is immers volstrekt niet de be
doeling 1 antwoord ae Fanny boos, vooral op
zich zelf. „Daar komt oom Hcinrich aan, nu
ga ik wegl"
Fanny «ging en „oom Heinrich," jonker
Heinrich lioibro, kwam aanzetten.
Op het pad langs het meer, nu en dan half
door het riet verscholen, slapte een gestalle
voort, groot en mager, met lange regelmatige
schreden en met iederen stap was het alsof
de gestalte hooger werd, wal haar een zekere
gelijkenis gaf met een ooievaar die rond-
•tapt. Het saherp gileekendt gelaat met den
arendsneus boven den grooten blonden kne-
V* lan«e sik herinnerden eenigszins
•an Don Quichotle, zooals Marstrand hem
heeft geschilderd. Op het hoofd droeg hij een
groene muts met breeden rand en een pnra-
pluie onder d*n arm. een rr*.;;TO stof_
ias, omgeslagen broek en slopkousen, ziedaar
alles wat men zag.
„Goeden dag, lïeinrich!" riep de kapitein
op een afstand.
„Goeden dag Rijs," antwoordde de oude
jonker, stond stil, haalde zijn horloge uit den
zak en keek er met aandacht op.
„Het is nog maar twee minuten voor vie
ren," ging hij voort, „ik was bijna te laat ge
komen."
„Waarvoor?" vroeg de kapitein lachend.
De jonker schudde ernstig en afkeurend
hel hoofd en antwoordde: „Gij hebt geen be
grip van uw tijd te verdeelen. Rijs! Het is u
totaal onverschillig waar gij zijt cn wat
gij doet, op welk tijdstip van den dag dan
ook, maar als men, zooals ik, heeft leeren in
zien dat regelmaat en stiptheid het voor
naamste zijn in het leven, dan is het mij na
tuurlijk niet onverschillig of ik later thuis
Kom dan ik moest van mijn eetlustlochljc.
Gisteren ontmoette ik Graaf Porse. hij Bod-
holt, hij liet zijn rijtCiig stilhouden en hield
mij lang aan dc praat en daardoor kwam ik
tieji minuten te laat thuis, hoewel ik zoo hard
dooi slapte dal ik er van transpireerde. Maar
net ergerde mij den gelieeleu avond, dat ver
zeker ik u."
„Nu, clan Iiadt gij dien avond ten minste iets
te doen," merkte de kapitein op.
Weer schudde de jonker het hoofd en nog
afkeurender klonk hel, toen hij zeide: „gij
hebt geen plichtbesef Rijs, in ieder geval
geen burgerlijk plichtbesef en daarom hebt
ge ook geen begrip van hel genoegen, dat
men smaakt als men 's avonds tot zich zelf
kan zeggen: nu mag ik na een goed geregel-
den dag mijn vrijheid genieten en doen wal
ik wil."
„Dat gevoel hob ik den geheelen dag!" ant
woordde de kapitein lachend. „Wel, ziit ge
bij de bron geweest om een glas water te
drinken?"
„Bij de bron?" herhaalde jonker Heinrich
op bijna verontwaardigden toon. „Ik kom
claar immers 's morgens om hall negen, dat
weet ge toch heel goed! Nu heb- ik alleen mijn
ronde gedaan in den tuin en naar de pad-
doek."
„Nu, neem mij niet kwalijk. Waarnaar
hebt gij gekeken?"
„Ik heb onder anderen de keizerinneperen
nagezien, er zijn er maar lieci weinigI"
„Zoo?"
„Ja, het is treurig zooals zij elk jaar ver
minderen I lk zat, zooals ik gewoonlijk doe,
een hall uur na te denken op de steenen bank."
„Over het verminderen der keizerinne
peren?"
„Neen, niet den geheelen tijd. Ik heb van
morgen met den smid gesproken, zooals ge
woonlijk; hij is een merkwaardig man, een
zeer begaafd man! Gij weet hij heeft verschei
dene jaren gewerkt aan een machine, die
perpendiculum mobile heet. Nu, die is oog
niet geheel klaar, er ontbreekt een rad ol
een veer aan of zoo iets, maar nu heeft hij
een prachtige uitvinding gedaan, die zeker
een volkomen omwenteling in de scheepvaart
zal teweegbrengen."
„Zoo."
„Weet ge wat hij doet? Hij brengt het
zwaartepunt in een luchtdichte blaas, die
kan niet zinken, niet waar? En als het
zwaartepunt niet kan zinken, dan kan het
schip zulks natuurlijk ook niet, het is hoogst
belangwekkend 1"
Ja, natuurlijk; hebt ge yandaag nog iemand
anders gesproken?"
„Neen. maar gisteren had ik een vim lang
gesprek met den schoolmeester Andersen over
zijn bijen. Hij wil een italiaansche koningin
in Italic bestellen; zij zal hierheen komen in
een doosje met gaten er in en postzegels er
buiten op, dat is ook hoogst interessanti Ik
dacht er van morgen voortdurend aan, ter
wijl ik op de nonncnheuvels liep en over den
wilden plas heenkeek, waar de schat ligt,
die zoo groot is dat geheel Ilerteslein er 'nieuw
van opgebouwd kan wordenI"
„Zorg maar dat ge den schat vindt, Hein
rich, die kan wei gebruikt worden I De „grijze
dame" kon u anders wel eens wijzen waar
die ligtl"
„Men schertst niet over de grijze dame!"
antwoordde de jonker verontwaardigd. „Er
zijn mcnsclien die voor niets respect hebbenI
Maar er is in vele jaren geen licht op haar
gang gezien en
,,'t Is waar ook, ik moet u van den grond
bezitter Kieiscn groeten, ik sprak van mor
gen een oogenblik met hem."
„Zoö, deed ge dat kent gii zijn dochter?"
„Ja, Maren, maar ik heb eigenlijk nooit bij
zonder op haar geletI"
„NietI Het is anders een allerliefst meisje,
goed gebouwd en niet te veel pratend, zij
staat mij aanl"
„Nu, dal is heel aardig."
„Ik wordt spoedjg een oude heer, Riisl"
„Ja, jong zijt gij zeker nietl"
„Begrijpt gij mij niet?" vroeg de johkcr en
keek zoo schalksch als zijn uiterlijk dat toe
liet
„Neen. niet als er een diepere beteekenis
in uw woorden moet liggen."
,Kort en goed: de lieve Maren staat mij
aan, ik word er niet jonger op. men is toch
een man en
„Ge hebt weer eeü aanval van verliefd
heid, dat hebt ge in den regel elk half jaar!"
„Verliefd of niet verliefd: ik heb op mijn
eenzame legerstede liggen nadenken cn pein
zen. Het meisje staat mij aan, zij is. zooals
ik jzeg, goed gebauwd en niet ai te praatziek
maar het grootste struikelblok is natuurlijk
Rosa. Rosa zal die partij niet goedkeuren, zij
is volstrekt niet veriiefd van aard en sedert
ik besloten heb een eind aan de historie to
maken, sluip ik als de verloren zoon langs
de wanden, als ik mijn eigen voorouder*
voorbijloop in d« tuinkamer, want ik heb een
gevoel dat zij mij aankijken alsof z ij de ge
schiedenis ook niet goedkeuren. Nu voor-
loopig geen woord aan Rosa, hoort gij Riis,
want dat kon aanleiding geven tot de groot
ste onaangenaamheden; het zou ook kunnen»
dat ik mij bedacht, maar ik geloof het niet,
het meisje slaat mij aan cn ik heb ook dui
delijk gemerkt dat zij een goed oogje op mii
heeft, zij sloeg mij verleden op de vingers
toen ik haar stilletjes even in den arm kneep»
maar geen woord aan Rosa, daar is zijl"
„Waarover staat gij twee oude jongens
daar samen te spannen." luidde de schel
klinkende stem van tante Rosa. „Is hel tegen
mij?"
„Dat zouden wij geen van beiden durven 1"
antwoordde de kapitein. „Ik wilde juist aan
Heinrich een pijpekop van den kantonrech
ter geven, met het verzoek dien door tc
rogkenV
Wordt vervolgd*