„DE E EM LAN DER". 13u" Jaargang. N# Z13 Tweede Blad. Zaterdag 13 Maart 1915. BINNENLAND. FEUILLETON. HERTESTEIN Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURQ. ABONNEMENTSPRIJS: Per B maanden voor Amerafoort f l*h®* Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) - Afzonderlijke nummers Doze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- ea Feestdagen. Advertentiën gelieve meQ liefst vóór 11 uur, famuli advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50, Elke regel meer -0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingoa tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Van verschillende zijden uit de parlemen taire kringen wordt vernomen, dat het in de bedoeling zou liggen dal de Tweede Kamer Vrijdag 26 dezer voor 't gebruikelijke Paasch- recès hare werkzaamheden voor 'n drietal weken zal onderbreken, om daarna nog slechts gedurende een paar weken den arbeid te hervallen en dan reeds hel zomerreces aan te vangen. Een en ander uiteraard behoudens buiten gewone omstandigheden, die in dit geheele voornemen wijziging zouden kunnen bren gen. Aanvankelijk scheen zelfs het plan te heb ben bestaan, reeds niet het Paaschrecès dc eigenlijke zornervacantie tc doen aanvangen, maar daarin is nader verandering gekomen wegens dc uitgebreidheid van de lijst der werkzaamheden. De „Ca nop us". De luitenant Ier zee le klasse Beijnen is aangewezen als comma nu an t van het voor de gouverne- ments-marine in Nedèrl.-Indië bestemde schip „Canopusthans te Amsterdam in aanbouw, ten einde daarmedie te zijner lijd naar Ned.- Indië te vertrekken Jubileum van ridders M. W. O. Dinsdag 16 dezor zal het 25 jaar geleden zijn dat benoemd werden bij Koninklijk bes ui. vau 16 Maart 1690, no. 30, ter zake van het ge vecht op 26 Juli te voren bij Kotatoeankal, tol ridders in dc Militaire Willemsorde 4e kLsse: <le toen .alige lc luitenant jhr. L. D. C. de Lanoy, van de cavalerie; de toenmalige.Ie lui tenant der artillerie G. C. E. a an Daalen; de toenmalige sergeant der infan.erie J. H. G. Soelers; de toenmalige korporaal der artille rie G. Veerman; de toenmalige fuselier F. C A. Buys, en de toenmalige fuselier W- R. Schermer. Het Kamerlid Oosterbaan. Het Tweede Kamerlid de heer Oosterbaan schrijft ons het volgende: In verschillende bladen komt een alarmee- rend gerucht voor alsof ik van Arnhem naar Doe i i voerd en de neusbloe dingen Zondag opnieuw met groote heftig heid optraden. U zoudt mij verplichten door dit gerucht tegen te spreken. Nieuwe neus bloedingen bleven tol dusver gelukkig ach terwege. Mijn toestand is vooruitgaande. De dokter heeft mij korte wandelingen toege staan. Er is alle hoop op een spoedig cn al geheel herstel." Ik ben Zaterdag j.l. niet vervoerd van Arn hem naar Doesburg, maar heb heel gewoon de reis per rijtuig gemaakl K aderland en de oorlog» D o houding van a eüerlan u. Hel dagblad „The New York Times' bevat een opmerkelijk artikel van den bekenden 5-chrijver II. G. Wells, hetwelk eigenlijk be- itemd was voor Engeland, doch door den Engelschen censor werd verboden. Het is "taarna opgenomen in bovengenoemd blad. De schrijver bespreekt dc toekomst van Nederland en brengt aan dit land hulde voor ae wijze, waarop het dc crises heeft doorstaan en de eerlijkheid, waarmede het de onzijdig heid beschermt. De beteekenis der houding van Holland is deze, dat het Duitschland aan zienlijk kan versterken, maar ook den bond- genoolen een open weg kan verschaffen naar Westphalen. De schrijver meent, dat ons land eenige reden heeft, om aan de züde te staan Yan de vijanden van Duitschland. Vooreerst kan Nederland een spoedig einde aan den oorlog maken; voorts kan het optreden als wreker van België, doch ten slotte zal het ook moeten voorbereid zijn op de verwisse ling van grondgebied na den oorlog. Indien Holland met Duitschland mee zou gaan, zou het in de omhelzing van de goede Duilsche broederschap worden verstikt. De Duiüsche taal zou de Hollandsche vervangen, de Hollandsche koloniën zouden gegermani seerd worden en dc handelsbelangen onder geschikt gemaakt aan Hamburg en AlLona. iLndien de Duitschers de onzijdigheid van Holland mochten schenden, dan houdt zich Wells overtuigd, dat het kleine, dappere Holland zich zal oprichten en vechten als dc duivel. Met nog grooter zekerheid vermoedt de schrijver dat de Nederlandsche regeering den Duitschers zal vragen, hun annexatie plan van België te herzien. Op dat punt heeft Holland dictatoriale macht. Het kan de onaf hankelijkheid van België verzekeren en Duitschland dwingen om het zusterland te ontruimen, alleen al door de operaties var» zijn leger. De uitvoer van contrabande en onze onzijdigheid. Van officieele zijde wordt ons het volgende gemeld: Herhaaldelijk komen in de- pers berichten voor, onder het hoofd „Schending van onze neutraliteit' of soortgelijk opschrift, die mede- deelingen bevatten omtrent inbeslagname van goederen, die voor liet buitenland bestemd rijn. Nadrukkelijk wordt er op gewezen, dat de pogingen tot clandeslienen uitvoer van goe deren op geenerlei wijze met neutraliteits- schcnding in verban dslaan. Nederlanders, bewoners van een onzijdig land, hebben volgens de internationale ver dragen het volste recht handel te drijven met hewoners van oorlogvoerende landen. Zij heb ben alleen te dragen de risico, die verbon- oen is aan inbeslagname van conlrabande do or een der oorlogvoerenden bij vervoer over zee. Echter is het, mei het oog op den gestrem- den aanvoer, voor Nederland een onafwijs bare plicht te zorgen, dal binnen zijn lands grenzen voldoende voorraden beschikbaar zijn en blijven van zulke goederen, waarvan de aanvoer bij het uitbreken van een oorlog niet verzekerd is. Daarom worden uitvoer verboden uitgevaardigd; de overtreding daar van is dan een schending van nationale be langen, niet van internationale regelen. Vluchtoord te Nunspeet. Nu de mazedon-epidemie geweken is, brach ten -de ecblgenooten van den minister van BinnenJ. Zaken en van buitenl. zaken, met twee dames die eveneens reeds aan het thans tot interneeringskamp ingerichte vluchtoord Oldchroek en daarna aan dat te Nunspeet krachtige bewijzen van belangstelling en on dersteuning hadden gegeven, een langdurig bezoek aan laatstgenoemd kamp. Het neeoit ofschoon langzamerhand hon derden zijn vertrokken naar Engeland en Antwerpen gestadig toe in bevolking, nu Ln .dait te Ede een mazelen-epidemie is uit gebroken en daarheen voorloopig toezending van groote giro open is getuit. Thans zijn Lu het kamp te Nunspeet door de vluchtelingen aangelegd, wegen, parken met eigenaardige, kunstig uitgevoerde perken in den vorm van leeuwen en andere figuren. De heide is groo- tendeels verdwenen en gelijk gemaakt, meer dan 50U vrouwen verrichten naaiarbedd: Ver der zijn kleermakerij, smederij, timnverwin- kel en schoenmakerij aan den gang; gesta* dig worden verbeteiitigen aangehnaxiht en er hcerscht een opgewekte, tevreden geest in het vluchtoord. Daarentegen word't ge klaagd over het vernielen der bossohen en het opvangen van eekhorens en andere die ren door wandelende vluchtelingen. De vrouwen, «door de politie gezonden, be wonen eec. afzonderlijken, afgesloten hoek van ihet kamp. Grootendcels zijn zij reeds naar Antwerpen vertrokken. Hulpverleening aan de dieren op het slagveld. Ook aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht worden thans, met toestemming van den waarnemenden directeur, giften ingezameld voor de hulpvorleenlng aan de dieren op het slagveld, zooals deze hulpverleening op hel Westelijk front is georganiseerd en voor de eerste maal in dezen oorlog. Naar men ver neemt, zal zoodra mogelijk een derde geld zending naar Londen plaats hebben. De secretaris van hel comité tot beperking d_r Vivisectie, jhr. W. C. Engelen te Hilver sum, bij wien, naar bekend, de giften worden ingewacht, mocht dezer dagen van onzen consul-generaal te Londen, door wiens be middeling de gelden hunne bestemming berei ken, de bijzondere erkentelijkheid vernemen van den Hertog van Portland voor den steun tot nu toe ten dezen van Nederlandsche zijde verleend. Sparen van Rascokes. Op verzoek van het Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914 heelt, naar de Leeuw. Ct meldt, de minister van hinnenlandsche zaken, met het oog op te verwachten gebrek aan gas- colces, aan de gemeentebesturen, die het be heer hebben over gasfabrieken, verzocht, te bevorderen, dat in de bedrijven der gasfabrie* ken zooveel mogelijk gascokes door gietcokes wordt vervangen en dat de gascokes, die hier door vrijkomt, tegen een normalen prijs voor de afnemers beshikbaar wordt gesteld. Relletje in een internceringskamp. Men schrijft uil Oldebroek aan de „Asser Courant": 'I Is begrafenis geweest, en zooals reeds eerder geschied is, wisten ook nu weer eenige Belgen van deze gelegenheid gebruik tc ma ken eenige vrijheid te gaan genieten, met het gevolg dat ze in 't kamp terug kwamen in een staat die sterk aan wankelbaar even wicht deed denken. Hiervan was weer het gevolg dat men het noodig oordeelde ze eenige afzondering te doen genieten. Zoo ge raakten ze met hun vijven „in de bak". Blijk baar beviel het hun daar maar matigjes, het geen ze zeer duidelijk lieten blijken, eerst door luid vloeken en schreeuwen, later zelfs door ruilen stuk slaan, zoo zelfs dat liet noodig was handboeien op ie halen, om op die wijze te trachten ze gevaarlijk te maken. Inmidels was een der „heeren" bezig van het raam waarvan de ruiten reeds ingeslagen waren, ook het gaas en de planken te ver nielen. Eenige luitenants treden toe benevens een troepje Hollandsche soldaten en ook de man met de handboeien is op komst Natuurlijk geen gebrek aan belangstelling van de zijde der overige Belgen, die zich overigens rustig houden. De luitenant vraagt onder algemeene stilte aan de manschappen: „Hebben jullie patro nen bij je?" tegelijkertijd de omstanders wen kend een eindweegs op zij te gaan men kon nooit weten. Twee luitenants begeven zich naar de deur; de mannen staan klaar, met geladen geweer, bajonet er op een plaatst zifch b:i het raam, waar de dronkaard, al maar vloekend, bezig is zich door te werken. De soldaat staat gereed met het geweer gericht op het raam; de man steekt al vloe kend z'n kop en bovenlijf naar buiten.... Men verwacht niet anders dan dat op hem geschoten zal worden, men weet dat ze reeds zoo vaak gewaarschuwd zijnEen der luitenants komt snel erbij en plaatst zich zonder iets te zeggen op eenige meters afstand van het raam cn 'blijft roerloos staan, klaar om als 't moet, als 't heelemaal ni»4 anders kan, het commando „vuur" te gevenang stige spanning teekent zich af op de gezich ten der omstanders men denkt aan het ge val te Zeist. Maar neen, gelukkig, op het ge zicht van den luitenant, die daar in rechte houding voor hem staat, trekt de man zich terug. Juist op dit oogenblik zegt de andere luite nant tegen de manschappen: „Gaan jullie mee naar binnen?" en dan weerklinkt luider gevloek en eenige oogenblikken later hebben ze een der ergsten buiten. Schreeuwend en vloekend krijgt hij de handboeien aan en ook een boei aan het been. Even later volgt nummer 2. Beiden worden „naar boven" (het verblijf der Ned. soldaten") gebracht. Nog is er een die weer begint ruiten stuk te slaan (er zijn er echter niet veel meer). Ook die moet weg. Weidra staat ook hij met „een paar handmanchetten", zooals een der Bei gen leukweg opmerkte, gereed om naar „boven" gebracht te worden. Zoo is dan de rust weer hersteld; de om standers begeven zich weer tusschen de ba* rakken en de timmerman vangt aan de ra* men stevig met forsohe planken dicht te spij keren. Weekblad verboden. De opperbevelhebber van land- en zeemacht heeft, in verband met toon en aard van arti kelen in het weekblad Algemeen Welzijn te Groningen, de uitgifte en verspreiding van dat weekblad voor een maand verboden. De lülgever-redact eur was tevoren ge waarschuwd. Verblijf ontzegd* De territoriale bevelhebber voor Gelderland en Overijscl heeft aan vier personen uil Beek (gem. Bergh) het verder verblijf ontzegd bin nen het in staat van beleg verklaarde deel van zijn gebied wegens hun aanhoudende smok kelarij. Hetzelfde is bepaald ten aanzien van een Duitscken paardensmokkelaar. Men vecht om 't land. In Friesland en Groningen waren de huurprijzen der gras* landen het vorige jaar al verbazend hoog. Bi| de verhuring thans wordt letterlijk om het land „gevochten" en varieelen de prijzen van f 160 tot f 200 per H A. De melkboeren behoeven -daarom niet be. klaagd te worden, als men weet, dat er fa« brieken zijn, die 10 tot 11 cent voor den liter melk geven en de fokkerij een goudmijn ge- noemd mag worden. (N. v. <L D.) Mond- en klauwzeer. Nu wegens het heerschen van mond- en klauwzeer dc markten te Leiden niet gehouden worden, brengen de kooplieden hun vee naar stallen in den omtrek van Leiden om het aldaar te verhandelen. Thans is in enkele dier stallen mond- en klauwzeer geconstateerd. Een 154 stuks vee, waaronder een groot aantal, toebr< hoorende aan verschillende kooplieden, zaf nu worden afgemaakt. Fatale vergissing. Voor het gc« rechtshof te Arnhem werd in hooger beroep behandeld de zaak tegen baron K. W. A. van P., student, wonende te Arnhem, die den 26en Januari voor <le rechtbank aldaar terecht ger staan had ter zake, dat hij den 21sten Novem ber ji. de rijksveldwachters J. Akkerman cn P. Lanting heeft bedreigd mei den dood, al thans met zwaar lichamelijk letsel, door on der het roepen der woorden „Donder op" op genoemde persoacn aan te leggen met een met scherp geladen geweer, terwijl die per sonen ongeveer 125 meter van hem verwij derd waren, en even Later nog eens op hen aan te leggen en te schieten, waardoor die personen door hagelkorrels werden geraakt. Bcki. was dien dag met zijn broeder op jacht in de gemeente Arnhem, en had de beide veld wachters, die in burgerkleeding waren, voor stroopers gehouden. De rechtbank had bekL tot 3 weken gevangenisstraf veroordeeld (de eisch was 3 maanden gevangenisstraf). Voor het gerechtshof werd thans tegen bekl., dié niet verschenen was, bevestiging van dit von» nis a auo gcêischt. Proces over meelleverantie. In het bekende proces legen de firma Wes- sanen en Laan te Wormerveer, die bij het uitbreken van den oorlog al hare contracten van voorkoop annuleerde, heeft het gerechts hof te Amsterdam uitspraak gedaan. Dit Hof heeft, evenals de rechtbank te Haarlem, dio o. m. overwoog dat de door don minister vast stelde prijs maximum-prijs was, zoodat ook tegen lagere prijzen mocht worden geleverd, voornoemde firma in het ongelijk gesteld. Het beroep op overmacht ging volgens het Hof niet op en h. i. heeft dc bakker, door 75 balen te vragen van de 20Ö, die hij in voorkoop had, niet mieer verlangd dan de appelleercn- de firma, zonder In strijd met haar verplich tingen te komen, leveren kon.. Het Hof veroordeelde appellante in de kos ten van het hooger beroep, aan de zijde van geïntimeerde begroot op f 240. Vervalsching vau postwis sels. De politie te Gorinchem heeft een 15- jarig meisje aangehouden, toen ze trachtte vervaJschte poalvrtissels te verzilveren; d« dienstdoende ambtenaar ontdekte het bedrog, Men vermoedt, -dat hetzelfde meisje zich de» laalsten tijd aan meer vervalscringen van postwissels heeft schuldig gewaakt. De beteekenis van oen mensdh ligt niet in den grooten naam, dien hij zien verworven, maar in het geluk dat hij geschonken heeft door SOPHUS BAUDITS. Uit het Deensch vertaald; „Ik geloof, dat gij respect voor mii begint te krijgen 1 Ja, vertoon ae kinderen op school die soort platen maar, dat is goccl voor iienl" „Och, <lat is immers volstrekt niet de be doeling 1 antwoord ae Fanny boos, vooral op zich zelf. „Daar komt oom Hcinrich aan, nu ga ik wegl" Fanny «ging en „oom Heinrich," jonker Heinrich lioibro, kwam aanzetten. Op het pad langs het meer, nu en dan half door het riet verscholen, slapte een gestalle voort, groot en mager, met lange regelmatige schreden en met iederen stap was het alsof de gestalte hooger werd, wal haar een zekere gelijkenis gaf met een ooievaar die rond- •tapt. Het saherp gileekendt gelaat met den arendsneus boven den grooten blonden kne- V* lan«e sik herinnerden eenigszins •an Don Quichotle, zooals Marstrand hem heeft geschilderd. Op het hoofd droeg hij een groene muts met breeden rand en een pnra- pluie onder d*n arm. een rr*.;;TO stof_ ias, omgeslagen broek en slopkousen, ziedaar alles wat men zag. „Goeden dag, lïeinrich!" riep de kapitein op een afstand. „Goeden dag Rijs," antwoordde de oude jonker, stond stil, haalde zijn horloge uit den zak en keek er met aandacht op. „Het is nog maar twee minuten voor vie ren," ging hij voort, „ik was bijna te laat ge komen." „Waarvoor?" vroeg de kapitein lachend. De jonker schudde ernstig en afkeurend hel hoofd en antwoordde: „Gij hebt geen be grip van uw tijd te verdeelen. Rijs! Het is u totaal onverschillig waar gij zijt cn wat gij doet, op welk tijdstip van den dag dan ook, maar als men, zooals ik, heeft leeren in zien dat regelmaat en stiptheid het voor naamste zijn in het leven, dan is het mij na tuurlijk niet onverschillig of ik later thuis Kom dan ik moest van mijn eetlustlochljc. Gisteren ontmoette ik Graaf Porse. hij Bod- holt, hij liet zijn rijtCiig stilhouden en hield mij lang aan dc praat en daardoor kwam ik tieji minuten te laat thuis, hoewel ik zoo hard dooi slapte dal ik er van transpireerde. Maar net ergerde mij den gelieeleu avond, dat ver zeker ik u." „Nu, clan Iiadt gij dien avond ten minste iets te doen," merkte de kapitein op. Weer schudde de jonker het hoofd en nog afkeurender klonk hel, toen hij zeide: „gij hebt geen plichtbesef Rijs, in ieder geval geen burgerlijk plichtbesef en daarom hebt ge ook geen begrip van hel genoegen, dat men smaakt als men 's avonds tot zich zelf kan zeggen: nu mag ik na een goed geregel- den dag mijn vrijheid genieten en doen wal ik wil." „Dat gevoel hob ik den geheelen dag!" ant woordde de kapitein lachend. „Wel, ziit ge bij de bron geweest om een glas water te drinken?" „Bij de bron?" herhaalde jonker Heinrich op bijna verontwaardigden toon. „Ik kom claar immers 's morgens om hall negen, dat weet ge toch heel goed! Nu heb- ik alleen mijn ronde gedaan in den tuin en naar de pad- doek." „Nu, neem mij niet kwalijk. Waarnaar hebt gij gekeken?" „Ik heb onder anderen de keizerinneperen nagezien, er zijn er maar lieci weinigI" „Zoo?" „Ja, het is treurig zooals zij elk jaar ver minderen I lk zat, zooals ik gewoonlijk doe, een hall uur na te denken op de steenen bank." „Over het verminderen der keizerinne peren?" „Neen, niet den geheelen tijd. Ik heb van morgen met den smid gesproken, zooals ge woonlijk; hij is een merkwaardig man, een zeer begaafd man! Gij weet hij heeft verschei dene jaren gewerkt aan een machine, die perpendiculum mobile heet. Nu, die is oog niet geheel klaar, er ontbreekt een rad ol een veer aan of zoo iets, maar nu heeft hij een prachtige uitvinding gedaan, die zeker een volkomen omwenteling in de scheepvaart zal teweegbrengen." „Zoo." „Weet ge wat hij doet? Hij brengt het zwaartepunt in een luchtdichte blaas, die kan niet zinken, niet waar? En als het zwaartepunt niet kan zinken, dan kan het schip zulks natuurlijk ook niet, het is hoogst belangwekkend 1" Ja, natuurlijk; hebt ge yandaag nog iemand anders gesproken?" „Neen. maar gisteren had ik een vim lang gesprek met den schoolmeester Andersen over zijn bijen. Hij wil een italiaansche koningin in Italic bestellen; zij zal hierheen komen in een doosje met gaten er in en postzegels er buiten op, dat is ook hoogst interessanti Ik dacht er van morgen voortdurend aan, ter wijl ik op de nonncnheuvels liep en over den wilden plas heenkeek, waar de schat ligt, die zoo groot is dat geheel Ilerteslein er 'nieuw van opgebouwd kan wordenI" „Zorg maar dat ge den schat vindt, Hein rich, die kan wei gebruikt worden I De „grijze dame" kon u anders wel eens wijzen waar die ligtl" „Men schertst niet over de grijze dame!" antwoordde de jonker verontwaardigd. „Er zijn mcnsclien die voor niets respect hebbenI Maar er is in vele jaren geen licht op haar gang gezien en ,,'t Is waar ook, ik moet u van den grond bezitter Kieiscn groeten, ik sprak van mor gen een oogenblik met hem." „Zoö, deed ge dat kent gii zijn dochter?" „Ja, Maren, maar ik heb eigenlijk nooit bij zonder op haar geletI" „NietI Het is anders een allerliefst meisje, goed gebouwd en niet te veel pratend, zij staat mij aanl" „Nu, dal is heel aardig." „Ik wordt spoedjg een oude heer, Riisl" „Ja, jong zijt gij zeker nietl" „Begrijpt gij mij niet?" vroeg de johkcr en keek zoo schalksch als zijn uiterlijk dat toe liet „Neen. niet als er een diepere beteekenis in uw woorden moet liggen." ,Kort en goed: de lieve Maren staat mij aan, ik word er niet jonger op. men is toch een man en „Ge hebt weer eeü aanval van verliefd heid, dat hebt ge in den regel elk half jaar!" „Verliefd of niet verliefd: ik heb op mijn eenzame legerstede liggen nadenken cn pein zen. Het meisje staat mij aan, zij is. zooals ik jzeg, goed gebauwd en niet ai te praatziek maar het grootste struikelblok is natuurlijk Rosa. Rosa zal die partij niet goedkeuren, zij is volstrekt niet veriiefd van aard en sedert ik besloten heb een eind aan de historie to maken, sluip ik als de verloren zoon langs de wanden, als ik mijn eigen voorouder* voorbijloop in d« tuinkamer, want ik heb een gevoel dat zij mij aankijken alsof z ij de ge schiedenis ook niet goedkeuren. Nu voor- loopig geen woord aan Rosa, hoort gij Riis, want dat kon aanleiding geven tot de groot ste onaangenaamheden; het zou ook kunnen» dat ik mij bedacht, maar ik geloof het niet, het meisje slaat mij aan cn ik heb ook dui delijk gemerkt dat zij een goed oogje op mii heeft, zij sloeg mij verleden op de vingers toen ik haar stilletjes even in den arm kneep» maar geen woord aan Rosa, daar is zijl" „Waarover staat gij twee oude jongens daar samen te spannen." luidde de schel klinkende stem van tante Rosa. „Is hel tegen mij?" „Dat zouden wij geen van beiden durven 1" antwoordde de kapitein. „Ik wilde juist aan Heinrich een pijpekop van den kantonrech ter geven, met het verzoek dien door tc rogkenV Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 5