13do Jaargang DE E EM LAN DER". Zaterdag 24 April 1915. BINNENLAND. FEUILLETON. HERTESTEIN N* 252 Tweede Blad* Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Berichten (Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. ABtfNNEMENTSPRUSi Per 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post f l.OO. 1.5«. o.io. 0.05. behalve op Zon- en Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Afzonderlijke nummora lleze Courant verschijnt dagelijks, Feestdagen. - Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- 4 advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.90. Tlko regel meer 0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer roordoolïgo bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bovattendo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht. Tweede Kamer. iVergadiering van Vrijdag 23 April. BESTRIJDING ONEERLIJKE MEDE DINGING. Aan de orde komt liet voorstel van wet vftu den hc-or Aalberse tot aanvulling van liet wetboek van strafrecht met een nieuw artikel ter bestrijding van de oneerlijke me dedinging. De lieer Van Hamel deelt, als lid van de commissie van rapporteurs mede, dat dit ontwerp een zeer grooi aantal adressen vaD instemming heeft uitgelokt, o.a. vam mid denstandsbonden en vereeïiigingen (de Ned. Middenstandsbond is daar onder), van bij zondere vereenigingon als bijv. kruideniers-, horlogemakers- en kanloonbedienden-ver- eenlgingen, eenige Kamers van Koophandel, vereenigingen van ambtenaren. In een adires. ckagende eenige duizenden handleekeningen, uitgaande van de Sigarcnmakersvereeniging te Rotterdam, wordt afkeuring uilgesproken over het geven van cadeaux. Slechts één adres, van Albino, kiest partij tegen het ont werp. Al.deze adressen zijn ter griffie ge deponeerd. De heer Schim van der Locff U.-L.) brengt hulde aan den vader van dit ontwerp; het gebruik maken van het recht van initiatief brengt vele bezwaren met zich. Ech ter is spr. het met diens standpunt, de straf rechtelijke bestrijding, niet eens. Z.i. ver dient het meer aanbeveling liet civiel-recht meer en meer te doen aansluiten aan de veranderde omstandigheden. Als voorbeeld noemt spr. de bescherming van den indus- trieelen eigendom door de octrooi wel enz. Wat de oneerlijke concurrentie betreft is men den civiel-rechtelijken weg voorbijgegaan. Spr. ontkent -niet dat er op dit gebied dient te worden ingegrepen, doch keurt af de wijze waarop de voorsteller zulks denkt te berei ken Spr. wijst er op dat de keus tusschen poenale of civiele berechting van meer dan theoretische beleokenis is. Hier is niet het straf recht aanvullend recht en dat keurt spr af. Spr. vreest, dat bij het vele werk dat te doen is een civiel-rechtelijke bestrijding der onec&iüke concurrentie zal uitblijven. De op voedende kracht van het civiele recht noemt spr. veel grooter dan die van het strafrecht. De steeds luider stemmen uit middenstands- kririgen in alle oorden des lands, uitingen van monschon, die 'het kwaad het eerst opweklen, en van anderen toonen aan, dat ingrijpen noodig is. Naar spr. verwacht zal de repres sieve working van het ontwerp niet onbelang rijk zijn on hot aantal veroord eel in gen slechts klein. Verschillende redevoeringen over het ontwerp gehouden, niet door de kopstukken uit de middensiahdsbeweging. doet spr. vree- zen dat men de werking van dit ontwerp over schat. Men meent, dat allerlei zaken on-W het ontwerp vallen, die er uiets mede te maken hebben, gelijk spr. met een voor beeld aantoont. Ook kan chantage het gcvol" zijn van het ontwerp. Spr. wijst er op dat een krachtige beweging tot aansluiting bij de Bcr- ner Conventie binnen hel jaar p door een oveneens krachtige beweging tot wijziging van het betreffende ontwerp He4 betoog van mr. Lely, die opkomt' tegen een ingrijpen inzake de oneerlijke concurrcn- lie. acht Spr. schromelijk overdreven. Zoowel van de cene als van de andere zijde wordt ex overdreven. Spr. juicht in het onlwcrp- Aalberse loc, dat het niet te veel in onder deden omschrijft, omdat de samenleving zoo gecompliceert is, dat het onmogelijk zijn zou alle gevallen te omschrijven. Den voorsteller geeft Spr. in overweging het woordje „tot" in het ontwerp tc vervangen door „ter" en „mededinging" door „concurrentie". Dc heer M e n d c 1 s (S. D.) laakt de metho de om door een strafwetartikel en langs een omweg de werking van art. 1401 van hel B. W. uit te breiden. Zoowel de lof aan als de bestrijding van dit ontwerp noemt Spr. uitbundig. In de-middenstandskringen stelt men, naar Spr. meent, tc hooge verwachtingen betreffende dit ontwerp. Men stelt het voor alsof al de opgesomde euvelen in Nederland veroorloofd zijn, terwijl vele Spr. noemt als voorbeeld laster, vervalsching van eet- en drinkwaren wel degelijk reeds strafbaar is. Wal men hier straffen wil in dit ontwerp is een aanstootgevend uitvloeisel van heel ons maatschappelijk systeem. Meer en meer gaat de fabrikant direct leveren aan den consu ment en bij den middenstand ontstaat een stemming van depressie. Meer cn meer wor den middenstandsgrocpen van haar sociale taak ontheven. Als een drenkeling klemt men zich nu aan een stroohalm vast. Niet de socia listen vernietigen den middenstand, dat doet het groot-kapitaal met zijn warenhuizen. Ons geheelc maatschappelijke systeem is er. op ingericht om het brood te stelen uit den mond van een ander, een ander klanten af te trog gelen, o.a. mei behulp van handelsreizigers cn kostbare reclame. Men kan in een groolc stad geen slap doen zonder de belangwekkende mededeeling te lezen, dal deze of gene cacao beslist de beste is, cn cr geen tram stop pen, zonder te lezen dat deze of die stijfsel dc beste is. Aan zulke hersenlooze reclame worden schatten vermorst. Spr. nu waar schuwt tegen le hooggespannen verwachtin gen. in verband mcL diL ontwerp. De heer M e n d c 1 s (S. D.) breekt hier zijn rede af om die na dc pauze voort te zetten. De heer Van V u u r e n (R. Iv.) vraagt ver lof tot den minister van Koloniën eenige vra gen le mogen richten betreffende de Indische leening. Op voorstel van den voorzitter zal in een volgende zitting over dit verzoek worden be slist. Oneerlijke mededinging. Dc heer Men dels, zijn rede vervolgend, wijst er op, dat het onjuist is, dat bij in wer king treding van deze wet in <len handel al les eerlijk zou toegaan. Er zijn concurrcntic- trucs, die niet onder deze wet vallen, als de zucht om het gcheeic. publiek afhankelijk te maken van een kartel. Zoo lang men de con currentie' zelf handhaaft, zal men ook in den strijd om het heslaan tot dergelijke middelen komen. Hoewe ldie middenstandsbonden voor treffelijk zijn georganiseerd, hebben ze den voorsteller van liet ontwerp blijkbaar slechts /.oer weinig materiaal ter motiveering van ziiu ontwerp kunnen verschaffen. We verne men niet veel meer dan van iemand, die een medaille op een hondententoonslelling won en die liet afdrukken op etiquetlen als een be kroning van zijn waar. Afzet moet men heb- bcu en neemt dan tot zulke middelen zijn toe vlucht. Dat alles levert een gclrouwc afspie geling van het geheele maatschappelijke be drijf. Spr. verwijt niets, doch constateert slechts. Al die zaken zijn verwerpelijk als de stichting van het bedrijf zelf. Indien men spreekt van ..groolc" brandschade of „groote" verbouwing in verband met een uilverkoop en die brandschade o fverbouwing is dan zoo gioot niet, dan is dat slochts bluf, Enkele van de ergerlijkste gevallen konden aan de kaak worden gesteld. De Middenstands beweging zelf kon aclief optreden. Dat zou zeker heilzaam werken. Spr. staat tegenover dit ontwerp uitermate koel. Den heer Aalberse. die reeds in zijn dissertatie de oneerlijke con currentie behandelde, gunt spreker in dit op zicht gaarne een succes, al vr.eest hij, dat het zal gelijk staan met een musch, die niet heel erg levend meer is. Hoe zijn sociaal-democra tische vrienden over dit ontwerp, waarin geen principe ten grondslag ligt, denken, weet Spr. niet, ze staan geheel vrij (gelach van tal van zijden). Aan den voorsteller brengt spreker hulde voor de technische bewerking. Dc heer Lohman (C. H.) wijst cr op, dat wc hier tal van bewijzen van instemming niet het ontwerp kregen van lieden, die met hel strafrecht niet op dc hoogte zijn. liet straf recht, betoogt spreker, heeft met particuliere belangen niet te maken. Spr. bestrijdt uitvoe rig de verschillende uitdrukkingen, door den heer Mendels gebezigd. Kooplieden houden cr even goed hun eigen begrippen van eerlijk heid op na als diplomalen (gelach), voor wie voel toelaatbaar wordt geacht. Waar is de grens voor het strafbaar slcllen bij zoovele verschillende waarheden? Volgens de Christelijke beginselen moet ook de con currentie eerlijk zijn. Had de heer Aalberse eenige bepaalde feiten strafbaar gesteld, spre ker zou met hem zeker kunnen meegaan doch in het ontwerp wordt aan den rechter over gelaten uit te maken wat strafbare oneerlijk heid is. Volgens dc letter van het ontwerp wordt aan den rechter overgelaten uit te maken wat strafwaardige oneerlijkheid is. Volgens de letter van het ontwerp zal elke leugen strafbaar zijn cn spreker vreest wel degelijk dat chantage er door zal worden in de hand gewerkt. Tal van winkeliers verkoo- pen Holiandsche waar als producten uil het buitenland omdat het publiek zoo dwaas is aan deze laatste dc voorkeur te geven. Deze winkeliers hebben gelijk, volgens deze wet zijn ze strafbaar. Men mecne niet dat spreker hier een pleidooi houdt voor een kwade zaak. Ook hij acht bestrijding van oneerlijke concur rentie gewenscht, doch dan volgens in de wet omschreven gevallen. Dc heer Limburg (V. D.) wenscht liet ontwerp te steunen doch ook hij handelt daar bij met een zekere malheid. Den heer Aalberse brengt spreker, die dagelijks zoovele .ontwer pen uit departementale bureaux onder dc oogen krijgt, hulde voor redactie cn toelichting van het ontwerp. Spreker herinnert aan de behandeling van deze materie in de Juristen- vcreeniging 12 jaar geleden. Toen heeft spre ker gestemd tegen een strafrechterlijke rege ling. De rechtswetenschap is in die 12 jaar echter voortgeschreden. Spreker wijst cr op dat in dc sociale wetgeving reeds vrij zware straffen zijn vastgelegd en verschil tusschen misdaad en overtreding daarbij niet in aan merking kwam. Ook dc heer Lohman zou zeker straf willen opleggen aan iemand die door denzclfden naam aan te nemen cn eens anders brievenpapier tc laten namaken eens anders klanten wil afnemen. (Den heer Loh man knikt). Spreker gelooft niet dat cr n lid van hel O. M. is die van Houten zou willen vervolgen omdat hij zijn cacao de beste in het gebruik noemt. Reclame, zelfs onware reclame moet blijven buiten het gebied van den strafrechter omdat adverteeren op deze wijze zeer gebruikelijk is. Er moet gepleegd zijn een misleiding ten aanzien van een be paald persoon. ,Dc heer Loliman is o. a. tegen het ontwerp, omdat het zou worden aangeno men in het belang van bepaalde personen. Spreker citeert eenige analoge gevallen uit onze wetgeving o. a. op het gebied der ver zekering. Chantage vreest spreker niet, immers ook de analoge gevallen hebben daartoe geen aanleiding gegeven. Het ontwerp zal niet aan alle oneerlijke concurrentie een eind maken, doch het zal door vervolging van de ergste uitwassen preventief werken. Dal is voor spreker ccn motief om er voor te stemmen. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor hel ontwerp Molestverzekering wederom in de afdeelingeu le onderzoeken en het afdeelingsonderzoek te doen plaats hebben door de oude afdcelingcn Woensdag half elf. Om 12 uur zal dan eene ouenbare vergadering worden gehouden. Con to rm, besloten. De vergadering wordt geschorst lot .Woens dagmorgen 12 uur. Geloofsbrieven Fraiischc ge zant. H. M. de Koningin heeft gisterochtend ten palcize in het Noordeinde in aud'icnlie ontvangen den heer Ilenry Allizé, buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister van dc Fransche Republiek, bij Harer Ma jest oil's Hof, die li. M. zijn geloofsbrieven heeft over handigd, benevens de brieven van terugroe ping van zijn voorganger, den heer Marcelhn PellcL Films over Nc d.-I n d i Donderdag avond werd in het gebouw van hel Neder- landsch Lyceum aau de "Willeraslraat le s Gravenhage dc* tweede verlooning der op 't Indische volksleven betrekking" hebbende films, uitgaande van het Koloniaal Instituut te Amsterdam, gehouden. Deze demonstratie werd bijgewoond door Z. IC. H. den Prins, die vergezeld was van le luit. jhr. Backer ,zijn adjudant. De Prins werd ontvangen door de aanwe zige bestuursleden van het Instituut, de hee- ren Cremcr, IJzerman/ prof. Wijsman en den rcclor van het Lyceum, dr. Casimir. Tot dezen tweeden avond waren uilgenoo- digd dc leden van Eerste en Tweede Kamer. Een vijftigtal hunner was aanwezig, met den griffier der Tweede Kamer mr. Arnlzenius cn den commies-griffier mr. Meilink. Voorts wa ren verschillende hoofdambtenaren van het Departement van Koloniën, mei den chef van het kabinet des Ministers, den heer Perk. tegenwoordig. Evenals Woensdagavond sprak de voorzit ter van het Koloniaal Instituut, hel Eerste Kamerlid dc heer Cremer, een kort inleidend woord, daarbij den Kamerleden, die het im mers mogelijk gemaakt hadden dat, met gel- delijken steun der regeering, de films voor hel wetenschappelijk doel, dat beoogd werd door het Instituut, konden worden opgeno men, dank zeggende voor hunne belangstel-4 ling. Na deze inleiding vingen de demonstraties aan, die hetzelfde verloop hadden als den voiigcn avond, met deze uitzondering, daf dc uitleggingen thans bij verhindering van den heer Bakhuis, gegeven werden door dr. H. P. Wijsman, algemeen secretaris van hel Koloniaal Instituut. In de pauze had dc Prins zich ongedwon gen met verschillende leden der beide Ka mers onderhouden. Alvorens heen te gaan, trad Z. K. II. of prof. Wijsman loc om dezeu met een hand druk cn een waardccrcnd woord dank te zeggen voor dc leerrijke explicaties, welke hij bij de films had verstrekt. L ah o r a l o r i a o p den Co 1 d' 01 e n. Ir. de zomermaanden van dit jaar zal, op voor dracht van de Koninklijke Academie van We tenschappen, aan Ncdeilandschc geleerden dc gelegenheid worden gegeven om, legen eene tegemoetkoming van Rijkswege, onder zoekingen te doen in de laboratoria op den Col d'Olen. Zij die hiervoor in aanmerking wenschen le komen, worden uitgenoodigd zich schrifte lijk aan ie melden bij een dei hooglcerarcn in de physiologic; dr. W. Einlliovcn, le Lei den; dr. H. J Hamburger, le Groningen; dr. C. A. Pekelharing cn dr. H. Zwaardemaker, tc Utrecht. Nederland en de oorlog. Het gebeurde «tiet de Zevenbergen Zooais bekend, heeft de Nederlaudscho ge zant te Berlijn op 25 Maart j 1. aan dc Duit- sche regeering dc bedenkingen van die van Nederland kenbaar gemaakt wegens hel in gevaar brengen van het stoomschip Zeven bergen, in dc nabijheid van welk schip twee bommen waren neergekomen, geworpen uit ecu vliegtuig, voerend dc Duüsche oorlogs- vlag. Naar wij vernemen heeft dc Duitscihe regeering aan de Nederlandschc regeering be reids ccn rapport betreffende het op haren last ingesteld onderzoek overgelegd. De daar in vermelde gegevens omtrent de omstandig heden, waaronder een Duilsch vliegtuig op genoemden datum zich in* dc Noordzee in do nabijheid van een Nedcrlaudsch stoomschip heeft bevonden zijn «echter zóó verschillend van die welke de ..Zevenbergen" betreffen, dat de Nederlandschc regeering onder ann- wijziging der verschilpunten ihans als hare meening lieefl doen kennen, dat het Duil- sche rapport geen betrekking kan hebben op het vliegtuig, dat dc'bommen nabij de ..Ze venbergen" heeft geworpen. Zij heeft mitsdien dc Duilsche regeering verzoold om een 'nader onderzoek in te stellen. De vaart op Engeland» Werd Donderdag maar alleen gedacht aan een tijdelijke slaking van dc vaart op Lon den, blijkbaar gaat de maatregel van de En- gclsche regeering, waarvan de oorsprong nog in hel duister ligt, veel verder zoo wordt uit Rotterdam aan het Ilbld gemeld. Allhans cr is sinds Doad<erda«g geen enkole beur!boot uil Engeland le Rotterdam, aangekomen en de aangekondigde afvaarten van hier naar ver schillende Engelschc havens. als'Leilh, Iluli, Het Is niet voldoende den zwakke op te hel pen, men moet hem ook verder ondersteunen. door SOPHUS BAUDITZ. Uit hel Decnsch vertaald. 41 „Vrienden? Ik heb waarachtig geen vrien den I" „Nu ja, men moet geen misbruik maken van het woord „vrienden," maar jij hebt toch je geheele interessante omgeving, de mannen van den tijd, geheel de geniale jeugd, die do toekomst in zich draagt." „Je bedoclU de lilerators en de kunstenaars waarover ik geschreven heb; och ja, de bohème is In elk geval amusanter dan de aristocratie, maar om de bende die jij bedoelt voor vrienden te hebben, daarvoor bedank ik, men is bon camaradc met hen cn kan hen des noods lutoyeeren, maar meer niet." Fanny gaat met Frits den tuin in, tante Rosa kijkt hem na, schudt het hoofd cn zc<U onwillekeurig half luid: „Lieve hemel, ik krijg ze allen thuis als een *rak: Ileinrich, den kapitein en nu Frilsl Maar de kapitein is beter geworden, dat (Wordt de jongen niet!" „Kijk, wat is de oude eikeboom prachtig" «egt Fannv. „Verbeeld je. cr is geld voor hem geboden, veel geld, geloof ik, maar tante Rosa wees het bod van de hand.' „Waarom?" „Maar Frits! Kan je je den tuin voorstellen zonder den ouden eikeboom, dat is even onmogelijk als zich Hcrleslein voor te stellen zonder den*wilden plas!" „Och ja, maar geld is een aardig ding, kind lief; heb jij op het oogenblik soms iels? „Geld?" „Ja." „Neen, hoe zou ik daaraan komen, ik heb nooit geld!" En Fanny lacht, lacht, zoodat het weergalmt in den top van den ouden eilce- boom. „Je hebt je diamanten kruis niet om den hals ter gelegenheid van mijn thuiskomst", zegt Frils kort daarop bij het meer. „Het is toch niet..." „Dc speld is gebroken", antwoordt Fanay. „Anders niet, geef het mij, dan zal ik een boodschap naar de stad sturen en het in orde laten maken." „Och, je bent toch een goede, goede, attente broeder, mijn lieve, lieve Frilsl" roept Fanny uit onder den indruk en kust hem weer. „Nu, nu, maak toch niet zoo veel drukte om zulk een kleinigheid!" antwoordt Frits verle gen cn brommig. „liet is maar een bagatell" Dan zwijgen beiden een oogenblik. „Vertel mij eens wat!zegt Fanny. „Iels van alles wat je hebt ondervonden, vertel eens wal van Parijs." „Ja, wat valt cr eigenlijk van Parijs le ver- lellen! de „Moulin rouge" is niets voor je, cn..." Jawel, dat is het wel!" „Noen volstrekt niet. En wal is er dan ycr-. der; men heeft natuurlijk een prachtig uitzicht van den Eiffeltoren." „Ileeft men dal?" vraagt Fanny ccnigszins teleurgesteld. „Ja zeker, 't is duivels hoog, kindlief." Weer gaan zij zwijgend een eind verder, dan legt Fanny haar arm in dien van haar broeder, leunt tegen hem aan, kijkt hem trouwhartig in dc oogen en vraagt dan onbe- vangeu, zooals een kind yraagl: „Zeg eens Frits, heb jij een liefje?" Frils trekt zijn arm los, kijkt haar zoo ver baasd aan als hem mogelijk is cn antwoordt cp een beleedigden, vaderlijken toon: „dat is iets dat men in romans leest cn waarover in elk geval een jonge dame niet spreekt. Mag ik je verzoeken tc bedenken dat jij eerst cn vooral een dame zijt, beste kind. Ik begeer niet dat mijn zuster een vrouw van -den nieuweren lijd zal zijn." „Maar mijn hemel Frits, ik dacht, dat..." ,Ja dat kan wel zijn, maar dan moet jij anders gaan denken 1" Frils gaat naar huis en Fanny volgt hem als een hond, die knorren gehad heeft. Men gaat soupeeren, de stemming is ge drukt. „Wat is dat eigenlijk voor een vreesclijk ge recht, dat ik eet?" vraagt Frits. „Dat is haringpodding," antwoordt tante Rosa. „Dat was immers je lievelingsgerecht!" „Lieve hemel, heb ik ooit zulk een slechten smaak gehad I Kan ik wat cognac krijgen, om dien haringpodding weg te spoelen?" „Cognac hebben wij niet!" „Dat is duivels vervelend, want daar ben ik aan gewend, dat bekomt mij altijd zoo goed." Kort daarna staat men op. Het is duister ge worden, 4e lomp is aangestoken en de familie is in de. voorkamer verzameld. Het gesprek kwijnt, Frits geeuwt dikwijls. Na een lange, lange pauze zegt eensklaps oom Ileinrich, van wien niemand notitie ge nomen had: „Wat zijt ge eigenlijk nu van plan, beste Frits?" En met een matten glimlach neemt Frits de cigarette uit den mond en antwoordt: „Ja, oom Ileinrich, als men ten einde raad is kan men een circus opzetten met mooie dames-rij deressen en zelf kan ik schoolrijden als genlleman-ridder." „Jij!" roept tante Rosa uit. „Ja, één ding is zeker, tante Rosa, ruiter ben ik bepaald." „Maar gentleman, Frits?!" Daarna breekt iedereen op. IX. De Septemberzon bescheen reeds sedert vele uren <le nonncnhcuvels en het dak van Hcrle slein, toen Fanny voor de derde en vierde maal aan dc deur van haai- broeders kamer luislerde; ja, liij sliep nog. Maar nu zal zij cr een eind aan maken, zij klopt. Geen antwoord Daarop doet zij de deur open en gaat naar binnen. Frits slaapt met open mondi cn slap neer hangende armen; het gelaat is nog bleeker en strakker dan den vorigen dag, hij ziet cr werkelijk huiveringwekkend levenloos uit. „Frits, Frils!" roept zij. En langzaam keerl bij lot bewustzijn terug, draait zijn hoofd naar haar toe en zegt met moeite goeden morgen. Daarop drinkt hij dc koffie, terwijl Fanny naast het bed gaat zitten en wordt langzamerhand wakker. „Wat is dal?" vraagt hij en grijpt een cou rant, die op het blad ligt. „liet is het laatste nummer van Faublas; de post heeft het van morgen gebracht." „Iloe duivel komt dat hier?. „Het komt „voor mij!" „Voor jou!" roep Frils uit en richt zich half op in bed. „Ben je gek, kindlief!" „Maar lieve hemel, Frits, hel zijn loch je eigen vrienden, die...'1 „Vrienden, ik bedank voor die ccrl Faublas is een vuil bladl Ik kan het lezen, mij doet het geen kwaad, maai- mijn zusier, neen! Deukt jij misschien, dat zij die daarin schrij ven het hun zusters laten lezen, volstrekt niet! Het is als met trommen cn trompetten en dat soort van speelgoed, dat geeft men alleen cadeau aan dc kinderen van andere men- schcn!" „Maar Frils, ik dacht dal liet je overtuiging was, dat..." „Overtuiging! Ik heb waarachtig lijd noch geld om cr een overtuiging op na le houden, clat staan mijn inkomsten mij niet toe! Maar jij bent ccn dame en jij hebt een naam, dat moet jc nooit vergelen. Dames mogen alleen in haar kleeding modern zijn, zij moeten vrou welijk en onschuldig wrczen en aan God, den koning cn het vaderland gelooven. Zij moeten godsdienstig zijn, lot een zekere hoogte natuurlijk en nu cn daii naar dc kerk rijden met het gezangboek op haar schoot. Jij moest de deftige dames in Parijs eens zien, cn die zijn toch overigens mondaine gcnoegl Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 5