led" «jaargang. DE E EM LAN DER". Maandag 26 April 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. HERTESTEIN Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Politiek Overzicht. De rust in den wereldstrijd. hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: fin8 maanden voor Amersfoort t 1*®®* Idem franco per post J*®®* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken} - U.IU. 'Afzonderlijke nummers Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Foestdagen. 4-i-^ Advert tntiSn gelieve men liefst v<Mr II uur, familie advertenties en beriohten vóór 2 uur in te lenden. 0.05* Zon- en PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels,* f 0.50* Elke regel meer 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bjj vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Do inhoud van dc uit het Oostcnrijksche hoofdkwartier afkomstige oorlogsbulletins komt thans vrijwel overeen met wat wij reeds dagen achtereen hooien uit hel hoofdkwar tier van maarschalk Hindenburg en uit dat van grootvorst Nikolai Nikolajewilsch. De al- gemeene grondtoon der bulletins van het oos telijke oorlogstoonecl is: rust. Er is gradatie in dc rust; aan het Duilschc front zou men kunnen spreken van rustige rust, aan het Oos tcnrijksche front van betrekkelijke rust. Maai rust liccrscht op het gchecle lange front van de Oostzee tot Bcssarabië. "Wanneer men vraagt naar dc oorzaak van deze rust, dan kaïi men het antwoord daarop ten deelc vindon bij ecu Duilschen ooilogscor- respondcnl, die uil Snwalki schrijft: „Pool- sclic lente. Hel ijs is gesmolten en de wegen, die lol li'Meier diep bevroren waren, begin nen op te dooien. J>e bovenlaag was lang moe ras. Daarna begonnen de diepere lagen, die aan de raderen nog cenigcn steun gaven, in slijk le veranderen. De „razpulica", de weg loosheid, is begonnen. Een grool deel van de wegen is \oor auto's gesloten moeten worden, omdat dc wagens bij de pogingen om er door ie komen, hij dozijnen zouden blijven steken en zicii zouden blootstellen aan het gevaar, geheet verloren te gaan." Wat van Noord-Polen geldt, is ook van toe passing op de zuidelijker gelegen streken. Vol gens Russische berichten verhindert het smel ten van de sneeuw groolere operatiën op het oostelijke oorlogstoonecl, maar zou ook zon der deze omstandigheid een stilstand zijn in getreden, omdat men de troepen moet laten uitrusten en eene nieuwe verdecllng van de strijdkrachten moet verrichten. Men verwacht, dal de-stilstand in de Karpathen verscheidene weken zal duren; de Russki invalid meent, dal de beslissende slag eerder in het noorden dan in de Karpatlien zal plaals hebben. Inderdaad kan men, op grond van de over eenstemmende mededeelingen die daarover van verschillende zijden worden gedaan, aan nemen, dat de voorjaarsdooi eene pauze in de operatiën teweeg brengt. De grond is door het smelten van dc sneeuw doorweekt en dc we gen zijn daardoor tijdelijk grondeloos- De be ken en rivieren zijn gezwollen en ten deele buiten hunne oevers getreden. Dit werkt den tijdelijken stilstand in de operatiën in de hand. Maar hoe lang die zal duren, is eene andere vraag. De zon kan. al de beletselen, die nu worden gevoeld, uit den weg runnen over korteren of langoren tijd, zoowel in Noord-Polen als in de Karpalhen. Te oordce len naar de algemeene geografische omstan digheden, zal de zon met dit werk eerder ge reed zijn in de Karpalhen. De rust kan daar om toch wel daar eeitige weken duren, -zoo als van' Russische zijde verzekerd wordt; maar dan zullen daarbij nog andere rede nen in'heft. spel zijn. Overigens zijn van Rus sische zijde ook mededeelingen in ande ren zin gedaan, die wijzen op de mo gelijkheid, dat de nu heerschende rust reeds betrekkelijk spoedig zal eindigen. Zoo heeft de Daily Telegraph van haren, correspou.dent te Petersburg een bericht ontvangen, waarin 1 wordt gewaarschuwd, dat men uit het achter wege blijven van tijdingen van het Russische front niet moet concludeeren tot een stilstand in de operatiën. Die hebben integendeel in de Karpalhen het „maximum-gewichtigheid" be reikt, maar in het belang van de strategische gebeurtenissen, geeft de opperbevelhebber er de voorkeur aan de communiqués tot een. mi nimum van omvang te beperken. Ook aan het westelijke front kecrscht thans rust, maar daarvoor moet een andere maat staf worden aangelegd dan voor de rust in het oosten- De rust is daar minder volkomen dan b.v. in Russisch Polen, waar dagen en zelfs weken achtereen niets is gebeurd. Ook komt de weersgesteldheid daar niet in aan merking tot verklaring van den stilsland in den strijd. Op den slag tusschen Maas en Moe zel kan als reactie een tijd van rust volgen op den zwaren strijd, ma air dat geldt slechts van een 'bepaald onderdeel, waar van de daar ageerende troepen eene buitengewone inspan ning is gevergd. Men ziet overigens uit de heden ontvangen telegrammen, dat ook daar slechts van eene betrekkelijke rust sptrake kan zijn. Alle andere legers, die in het westen zijn opgesteld, hebben ruimschoots tijd gehad om zich te herstellen weder op sterkte brengen en voor eene nicivwt actie gereed te maken. Lord Kitchener heef! die actie reeds aangekondigd voor de maand Mei, waarvan ons nu nog slechts weinige da gen scheiden. Van het millioen vail Kitchener hebben wij in deze dagen weer iets gehoord. In het lager huis heeft Lloyd George een paar cijfers ge- nóemd, betrekking hebbende op de in het veld gebrachte Britsche troepenmacht. Hij heeft ge zegd, dat in het begin van den oorlog Enge land slechts kla'ar was tot uilzending van eene expediticmacht van zes divisiën. „Na acht maanden hebben wij dc manschappen op de boen voor meer dan zesmaal zes divisiën." Er slaan dus in hel veld 36 divisiën op zijn minst. Hoeveel manschappen zijn dat? Vol gens de Daily News naar de laagste schatting 720,000 man. De Frankf. Zlg. komt tot een lager cijfer; zij neemt als maximum-cijfer voor eene Engelsche divisie aan 20,000 man, helgecii voor 36 divisiën zou uitmaken 072.000 man. De beide ramingen blijven een goed eind beneden het millioen; maar zij ge ven beiden toch een respectabel cijfer. O* oorlog. P a r ij s, 2 4 April. (RAvond-commu niqué. De Duitschers hebben hun uiterste best ge daan om voordeel te halen uit de door hel gebruiken van stinkbommen ten noorden van Yperen in 'l werk gestelde verrassing, maar zonder succes. Heden in de vroegte slaagden de Duit schers eir in het dorp Lizeme aan den lin- ker-oever van de Yser te nemen. Door een krachtigen aanval van zocaven en Belgen werd het dorp hernomen. Wij brachten onzen linkervleugel merkbaar vooruit, daarbij voe ling houdende met hel Belgische leger. Aan onzen rechtervleugel was de vooruitgang lang zamer. Inmiddels werden dc Engelschen he vig aangevallen. Zij antwoordden met een tegenaanval, waarvan de uitslag, nog onbe kend is. De Duitschers bliezen vijf krachtige mij nen op bij de loopgraven van Beauséjour. Wij bezetten de daardoor gevormde kratera van 25 meters middellijn. In het bosch van Ailly werd zeer zwaar gestreden. Dc Duitschers strijden wanhopig om dc Donderdag genomen 700 meters loop graaf terug te winnen Londen, 24 April. (R.) Het War Office bericht, dal de strijd om den grond, waar de Duitschers zijn doorgedrongen tusschen Steenslraete en Langemarck, nog aanhoudt. Hel verlies van dit gedeelte van de linie legde den linkervleugel bloot van eene Canadeesche divisie, die genoodzaakt was terug te gaan om in voeling te blijven met den rechtervleu gel en dc belendende troepen. In de rug van deze divisie waren vier Canadeesche 4.7 cM. kanonnen, die hierdoor in handen vielen van den vijand. Maar eeni-ge uren later gingen de Canadiërs schitterend cn met succes weer vooruit en hernamen de kanonnen. Zij maak- len daarbij een aanzienlijk aantal Duilsche gevangenen, waaronder een kolonel. De Canadiërs leden groote verliezen, maar hunne dapperheid en vastberadenheid redde ongetwijfeld den locsland. Ilun gedrag was in één woord prachtig. B e r 1 ii n. 25 April. W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uil het groote hoofd kwartier van heden oormiddag. Bij Yperen behaalden wij nieuwe voordee- lcn Het op 23 April veroverde terrein ten noorden van Yperen werd ook gisteren tegen de vijandelijke aanvallen behouden- Verder oostelijk zetten wij onze aanvallen \oort. Wii bestormden de hofstede Solaert, ten zuidwesten van Saint-Julien. en de plaatsen Saint-Julien en Kersselaere en drongen zege- vierend voorwaarts naar de Graventafel. Bij deze gevechten werden omstreeks duizend En gelsehen gevangen genomen en zeven machine geweren buit gemaakt. Een Engelsche tegenaanval tegen onze stel ling ten westen van Saini'Juliën werd heden morgen, onder de zwaarste "verliezen terug geslagen. Ten westen van Mill werden aanvalspogin- gen van de Engelschen door ons vuur in de kiem verstikt. In de Argonne sloegen wij ten noorden van Four de Paris den aanval van Fransche ba- taillons af. Op de Maashoogten, ten zuidwesten van Combres, leden de Fraiischen eene zware ne derlaag. Hier gingen wij tot den aanval over cn braken in storm door verscheidene achter elkaar liggende Fransche linièn heen. Nachte lijke pogingen van de Franschen om ons het veroverde terrein weder te ontnemen, misluk te onder zware verhezen voor den vijand. 24 Fransche officieren, 1600 man en 17 kanon nen bleven in dezen strijd in onze handen. Tusschen Maas en Moezel kwam het op sommige plaatsen van ons zuiderfronl weer tot gevechten van man legen man, die bij Ailly nog niet geëindigd zijn. In liet Bois-le-Prctre mislukte een Fransche nachtelijke aanval. In de Vogeezen belemmer de ook gisteren een sterke mist den gevechts- arbeid. Parijs, 2 5 April. (Havas). Namiddag- concmuniqué. Ten Noorden van Yperen deden de Duit schers in den nacht yah Vrijdag op Zaterdag en op den dag van den 24cn eene krachtige poging om voordeel te trekken uit de verras sing, welke zij den 22en April verkregen hadden, met hunne verstikkende gassen. Deze poging is mislukt. Den 24en waren zij vroeg in den morgen cr in geslaagd het dorp Li- zerne op den linkeroever van de Yser te ne men. Een krachtigen aanval van de Fransche zouaven en de Belgische karakbiniers bracht het dorp en het achterliggende terrein weder in ons bezit. De Franschen maakten aanmerkelijke vor deringen op hun linkervleugel in verbinding met het Belgische leger; zij vorderden lang zamer op hun rechtervleugel. De Britsche troepen, die inmiddels een hevigen aanval hadden door te staan, beantwoordden dien met een onmiddellijken tegenaanval; zij hand haafden zich in al hunne stellingen. De Fran sche tegenaanvallen werden met succes voort gezet in nauwe >erbinding met de bondge- nooten. De Duitschers, die met twee leger korpsen aanvielen, bleven ook den 24en April voortgaan met hel gebruiken van verslikken de gassen. Enkele van hunne projectielen, die niet ontploffen, bevatten een groote hoeveel heid daarvan. Tn Champagne, bij de noordelijke punt van de verschansing van Beauséjour, de den dc Duitschers in de buurt van do Fransche loopgraven vijf krachtige mijnen springen. Niettegenstaande de hevigheid van de ontploffingen zijn de kuilen van eene mid dellijn van 25 meter, die er door veroorzaakt waren, bezet door de Franschen, die daarin de Duilschers voor waren. In de Argonne bezetten de Franschen een Duilsche loopgraaf. Zij veroverden twee mi trailleuses en maakten gevangenen. Dit zuiyer plaatselijk gevecht was uiterst hevig. Op de Maashoogten vielen de Duilschers in de buurt van Calonne met een geheele di visie een front aan van minder dan een kilo meier. Zij deden de eerste Fransche linio te ruggaan, maar werden bij een tegenaanval \\ecr achteruit gedreven. Er werden zeer hevige gevechten geleverd in het bosch van Ailly, waar de Duitschers hunne wanhopige pogingen verdubbelden om de 700 M. loopgraven te hernemen, welke de Franschen hun den 22en April ontnomen had den. Na een deel van deze loopgraven den 21en 's morgens ontruimd te hebben, herover den de Franschen ze later op den dag en hand haafden zich daar. In het bosch van Aprcmont bij. Têle de Vache, bombardeerden de Duitschers de Fran sche stellingen hevig, maar zij deden geen aanval. Avondcommuniqué. Ten noorden van Yperen duurt de strijd voort ten gunste van de bondgenooten. De Duilschers vielen verscheidene punten van het Britsche front aan uit het noorden, zui den, noordoosten en zuidwesten; maar zij wonnen geen terrein. Wij maakten vorderin gen op den rechteroever van het Yserkanaal door krachtige tegenaanvallen. Elders gebeurde niets meldenswaardigs. Parijs, 2 5 April. (Ilavas). De Duit schers maken grooten ophef van het plaatse lijke voordcel, dat zij bij Langemarck hebben behaald. Zij trachtten in de door hen aan de onzijdige landen gezonden telegrammen deze gebeurtenis uit te builen en le doen gelooven, dat men hier te doen heeft met eeno over* winning. In werkelijkheid had het gevecht, waarofl de Duitschers zich verhovaardigen, plaats op een front, dat niet grooter was dan 4 K.M. op eene geheele frontlijn van 950 K.M. De Duit schers ondernamen den aanval met strijd krachten driemaal zoo groot als die, welke zij voor zich hadden. Eindelijk moesten do Duilschers hunne toevlucht nemen tot slik- bonunen. Het is bij verrassing, dat zij een kort oogenblik een voordcel hebben kunnen behalen. Hun aanval werd nog denzelfden avond gestuil en reeds den volgenden mor gen stelde onze tegenaanval, die nog voort duurt, ons in staat liet terrein le herwinnen. Maai* de Duilschers, die sedert lang in de verdedigende stelling zijn, doen hun best een groot gewicht toe to kennen aan ccnc opera tic, die volstrekt geen resultaat kan opleveren. We enen, 2 4 April. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. In de Karpathen was hier cn daar een hevige geschutsitrijd. in den sector van dep' Uszokpas. Gedurende den dag kwamen ceni-) ge op zich zelf etaande aanvallen van «tal, Russen voor, die allen afgewezen werden* Nachtelijke aanvallen van deh vijand langsf den Turka-weg en ten westen daarvan mis lukten weder onder groote verliezen voo» den tegenstander. Overigens is de locstand onveranderd Petersburg, 24 April. (Tel.-agenN schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. In de Karpathen oudernamen de Oosten rijkers in den loop van den 22en en in den, nacht van den 23en, na langdurige voorbe reiding door artillerievuur uit zware stuk ken, eene reeks aanvallen tcgon dc hoogte, die wij bezetten in de streek van Palen, maai* rij werden met groote verliezen teruggeslagen. Ook leden de Oostenrijkers schipbreuk in hunne pogingen op den 23en. om onze stel lingen in dc streek van Voloszata aan te vallen. In den loop van dezen dag vorderden w% met succes in de streek van Tclepotsch en meer zuidoostelijk bij Slanka. Onze troepen maakten zich, na verwoede gevechten, in die streken meester van eene reeks belangrijke hoogten. In de overige sectoren van hel geheele front viel niets voor dan geschut- en geweervuur in den loop van den dag. 2 5 April. In den nacht van den 24en trachtte een Duitsdie troep, sterk twee com pagnieën of een bataillon, verscheidene malen onzo vooruilgebrachte stellingen in do streek lusschen Calvaria en Ludwinow aan le val* len. Hunne aanvallen werden gemakkelijk te ruggeslagen door ons vuur. De vijand geraak«> te door een van onze aanvallen In wanorde en vluchtte. Onze vliegtuigen verrichtten in den morgep van den 24en een welgeslaagden aanval oji het station Neidenburg; zij verwekten daar branden en vernielden een spoorwegloods. In de Karpathen versterkte de vijand in des laatsten tijd dc hevigheid van zijn zwaar arr lillerievuur op het geheele front; hij schynt^ nieuwe arlilLrieeenhcden te hébben aanzet voerd. In den nacht van den 24en deed do vijand een reeks hardnekkige aanvallen in do streek van den Uszók-pas. Wij sloegen deze aanvallen af door ons vuur cn onze handgra* Wanneer iemand ons iels onaangenaams voorspelt on het komt ui't, dan mogen wij hem edel meer lijden. door SOPHUS BAUDITZ. Uit het Deensch vertaald. 42 Zij gaan allen 's morgens naar dc mis in de gaan allen 's morgens naar de mis in de Madeleine en 's avonds zijn zij toch evengoed in... maar daar zullen wij niet over spreken. Hoe gaat het u allen? Leeft oude Christine nog, mijn gewezen kindermeid? Ja! Zij is een van de weinige menschen die iets om mij geven, ja, jij natuurlijk ook, beste kind dal weet ik wel! En oom kapitein, is hij nog even kinderachtig, dat oude karkas? Hij is een uit stekend schutter, dat moet ik bekenneu. En de graaf was hier verleden; zonder graal' Christiaan? Die idioot I mestgraaf! 't is een mooie representant der aristocratie! Maar wie is die ingenieur, die hier in -de streek is ge komen? Kongstodl Ik heb hem zekeir een paar maal ontmoet, men ontmoet menschen (van allerlei soort. Het is een trotsche kerel evenals de geheele familie, trotsch alleen daarop, dat hij lust heeft gehad iets tc leeren! Hebt gij iets van Bro gezien?- Niet? Heeft Mi niet naar mij gevraagd? Ja. gü hebt allen zooveel tegen hem, maar hij is waarachtig heel aardig als men maar met hem weet ora te gaan, en dat kan ik! Je zult zien, dat je hem wel moogt lijden als je maar niet al te onvriendelijk tegen hem bent, maar dat ben je natuurlijk, want tante Rosa heeft je opge stookt! Nu zou ik mij wel kunnen aankleeden, ofschoon de hemel weet waarvoor men eigen lijk opstaat! Ga nu, kindlief!" „Na verloop van een uur had Frils toilet gemaakt en in het volgend half uur lag hij in zijn openstaand venster en vermaakte zich niet te spuwen naar den etensbak der kalkoe nen, zonder dat het hem gelukte dien meer dan eenmaal te raken. Toen kwam oom Heinrich thuis van zijn morgenwandeling en ging naar den neef. „Zoo, zijt gij daar!" zeide Frils. „Wat zul len wij met ons beiden doenl" „Ik ben vrij tot de koffie," antwoordde oom Iieinrich. „Dat is ruim een kwartier." „Nu, dat is heerlijk, ik ben juist ook vrij! Zullen wij iets spelen? Maar gij kent zeker geen baselte of mis? En gij hebt waarschijn lijk ook geen munten? Heeft tante Rosa u verboden om geld te spelenI Daar moeten wij ons dan in schikken zoo goed als wij kunnen. Zullen wij spelen „het dichtst bij den muur", dat spel kunt ge wel leeren! Hebt gij geen ouden gedenkpenning, ik meen mij te herin neren dat ik eenige van die oude dingen bij heb gezien!" „Ja, ik beb een heel grooten zilveren pen ning met een ruiter er op en dan heb ik die gouden medaille, weet gij wel." „Hel en duivel, oom Iieinrich, hebt gij een gouden medaille! ja, haal die maar!" Oom Heinrich haaide de gouden medaille •n den zilveren ruiterperming en toen zii zou den beginnen tc gopicu zeidc Frits: „Nu spelen wij om lucifers, iedere lucifer geldt voor tien kronen en wij spelen telkens quitte of double, dat is het fatsoenlijkst; gij begint, oom Hein rich!" „Neen, ik durf nicll" beweerde dc oude. „Rosa wil het niet hebben." „Maar lieve hemel, oom Heinrich, wij doen maar alsof wij om niets spelen. „Nu, dan kan het misschien geen kwaad; maar Rosa heeft mij anders streng verboden om wat dan ook le spelen en om iets anders te onderteekenen dan mijn eigen brieven!" „Zoo! Dat is zeer verstandig, dat had zij mij ook moeten verbieden! Als het u blieft, 't is uw beurt!" Ten laatste waren zij zoo vol vuur, dat zij het niet hoorden toen dc torenklok elf uur sloeg en tante Rosa moest hen komen halen. „Frits heeft zich werkelijk lot zijn voordcel ontwikkeld," zeide oom Iieinrich Ier zijde tegen zijn zuster, terwijl zij achter den neef aankwamen, „Vindt gij?" antwoordde zij. „Ja, hij is veel attenter en heeft mij een nieuw spel geleerd, zeer interessant! Het is vrij gemakkelijk tc hegrijpen, maar dc bere kening is eenigszins moeielijk, dat zijn bere keningen trouwens altijd. Frits, mijn jongen, jij hebt vergeten mij de gouden medaille terug te geven." „Hebt gij die niet terug gekregen, oom Hein rich? Neen, ik vraag excuus, ik heb haar nog, als 't u blieft!" Toen gingen zij koffiedrinken.. „Wat eten wij van raiddag?" vroeg Frits. „Gebraden kali'svleesch met roodc hesson- brij." „Ha! Is dat een symbool?" „De roode bessenbrij?" „Neen het kalfsvleesch, gij weet wel van den verloren zoon..." „Foei, Frits!" viel Fanny hem in de rede. „Nu jij verstaat toch wel een grapje, kind lief 1" En Frits raakte Fanny's voorhoofd even aan met zijn lippen; Fanny beloonde hem met een dankbaren bjik. Na het eten wilde Frits een rijtoer tc paard maken. Fanny was gaarne medegegaan Waar hij praatte het haar uit het hoofd; hij wilde een grooten toer rijden, zeide hij, en al die oude, bekende plaatsen opzoeken, veel te vermoedend voor haar; zij bleef thuis en vergenoegde zich met in de deur te slaan toen hij le paard steeg en hem na le kijken toen hij wegreed. Op de plaats der boerderij stonden oom Heinrich en Andries de stalknecht; zij keken hem ook na. „Mijn neef ziet er uitstekend uit te paard, vindt je niet Andries?" zcido oom Iieinrich. „Ja, de jonge mijnheer heeft altijd een goe den, vasten zit gehad," stemde Andries toe, „maar hij toont niet veel in een broek!" „Neen, hij i9 niet bijzonder dik, en groot is hij ook niet." „Neen, als hij dc garde-maat heeft, dan ziet hij er niet naar uit." „Hij is ook een hoofd kleiner dan zijn zuster!" „Ja en ik denk een goed hoofd ook!" Frits gaf den zwarte de sporen en reed in korten galop langs den weg van Bodholt. het kreupelhout van Laasby in. Na vijf minuten kwam hij terug en sloeg westwaarts een zijpad in. maar dat zag niemand. Toen de duisternis viel kwam hij terug, ze<a| zenuwachtig. Twee of driemaal deed hij also^T hij tante Rosa iets wilde zeggen, maar hel bleef bij het voornemen. „Waar zijt gij geweest, mijn jongen?" yroef* oom HelnrictL „Bij Christine de kindermeid." „En waar verder?" „Och, hier en daar!" „Hebt gij niemand ontmoet „Neen; ja toch, ik ontmoette natuurlijk wé] iemand, maar niemand van belangl" Toen kwijnde het gesprek weer, maar een» klaps was het alsof Frils een kloek beslui! nam; hij stond op en zeide: „Tante Rosa, ik wilde gaarne eens met u spreken." „Alleen?"- „Ja!" „Goeden nacht, Hciuriclil Goeden nacht; Fanuy!" zeidc tante Rosa kort en beslist on zoo sterk was de lucht steeds op Ilertestein^ dat beide aangesprokenen dadelijk opstonden goeden nacht wenschten en heengingen. „Wel," zeide tante Rosa, toen zij en Frits alleen waren gebleven, „begin maar!" „Ja, ziet u, tante Rosa, het is eigenlijk nie] zoo gemakkelijk om tc beginnen. Gij kunt zeker wel begrijpen, dat ik veel over een eik ander heb nagedacht, want de zaken slaan m het geheel niet goed." „Neen, vervloekt slecht]" Wordt vervolg'd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1