13de Jaargang.
„DE E EM LAN DER".
Woensdag 28 April 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEIN
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
fntercomm. Telefoonnummer 66.
Kennisgevingen.
Politiek Overzicht
Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURQ.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.^O»
Idem franco per post 1«50*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO#
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zou- ea
Feestdagon,
Advertontiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50#
Elke regel meer 0.1©
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote lotters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelïge bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement;
Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
De Burgemeester van Amcrsloort,
Brengt ter ^kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, det het door den Directeur van
's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht
executoir verklaard kohier No. 3 van de Perso-
neele belasting- over het dienstjaar 1915, aan
den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen
alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder ver
plicht is zijneil aanslag op den bij de wet be
paalden vcci te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke p'aat-
aangeplukl te Amersloort, den 27. April 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
De Burgemeester en Wethouders van Amers-
ioorl,
Gelet op art. 20-1 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat hel primitief kohier der
hondenbelasting over het dienstjaar 1915, goed
gekeurd door Gedeputeerde Stoten van Utrecht,
afschrift gedurende vijf maanden op de
Secretarie der Gemeente voor een ieder ter
lezing ligt-
Amersfoort, den 27. April 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester,
V R. VEENSÏRA. VAN RANDW1JCK.
Hei Russische gewaar.
Wij hebben leren doen zien, hoe Rusland
hüis houdt in liel gedeelte van Oostenrij'ksch-
Polen, dat hel in den loop van dezen oorlog
door zijne troepen heeft kunnen bezetten. Dc
„hemel op aarde" \vcrd aan de bevolking van
Gaücië in uitzicht gesteld in is^L manifest,
.arin de Russische opperbevelhebber dc in-
cziliiemiiig van het land aankondigde namens
en czaar etter Russen. Maai' liet beeld, dat
ons dc vrucht vertoont van dc weinige maan
den arbeids, dien dc Russen in liet veroverde
gebied hebben verricht, doel ons zien, hoe dc
hemel op aarde, door eene Russische bril be
keken, er uitziet. Men kan begrijpen, hoezeer
dit beeld afstootend moet werken op de be
volking, die aan hel eigen Lijf het leed onder
vindt, dal eene politiek veroorzaakt, die de
overwonnenen met alle middelen tot Russen
wil maken en zelfs voor dc meest geweldda
dige middelen nieL Ierugscbrikt. En men kan
den gedachtciigang meevoelen, die is uitge
werkt in een onlangs onder den lilel „Het
conflict tusschen Ooslenrijk-Hongarije en
Rusland" uitgegeven geschrift, waarin dc
schrijver, dr. Alexander Rcdlicli, het betoog
levert, dal Rusland dezen oorlog heeft gewild
en noodig had, eii daaraan de conclusie vast
knoopt, dal als de lijd om vrede te sluiten
zal zijn gekomen, het doel bovenal moet zijn
de wereld te besehermen tegen hel gevaar, dal
hel van Rusland dreigt. In dezen gedachten-
gang zegt de schrijver:
De oorlog mag niet met het herstel ran den
Status quo anle eindigen, en wel niet alleen
mei beirekking tol de landkaart van Europa,
maar ook en vooral, ten aanzien van de ver
houding tot de drijvende krachten en politie
ke aspiratiën, die dezen oorlog mogelijk en
onvermijdelijk gemaakt hebben, omdat dit na
tuurlijk slechts den grondslag zou opleveren
voor nieuwe oorlogen, leder volk, dat „ver-
woestbare bezittingen, die -de vruchten van
zijn arbeid opleveren, heeft te verdedigen,"
dus ilder cultuurvolk, heeft daarbij hetzelfde
belang. Een verstandige vrede moet echter
den hoofdaanstichler zooveel mogelijk on
schadelijk trachten lo maken, voor zoover de
wapenen dit doel hebben voorbereid. Men
moei inlusschen ook bijtijds trachten den
hoofdschuldige voor lalerc gevallen zoo moge
lijk van zijne helpers te berooven.
Van de verschillende conflicten, die voor
den oorlog bestonden, het Duilsch-Fransche,
het Duilsch-Engelsche, het Ooslenrijksch-
Russische, het Oostenrijksch-Servischc en het
Duilsch-Russische, is naar hel oordeel van de
zen Schr., de Ooslenrijksch-Russische strijd,
waarin het Servische conflict begrepen is, le
zeer verwaarloosd. Hij zegt:
„Wanneer ik Rusland met zijn onverzade-
lijke veroveringszucht, met den lagen sland
van zijne culluur en mei de volkomen gewe
tenloosheid ran zijne leidslieden (ook tegen
over het eigen volk) als een eminent gevaar
beschouw, dan wil ik daarmee volstrekt niet
tegenspreken, dat ook do hegemonie van En
geland, zijne dictatoriale behecrsching van de
zeeën en zijne wreed berekenende politiek
niet eveneens een groot gevaar zijn. Beiden
met één slag uit de wereld le helpen, houd ik
voor onmogelijk. Dit komt mij echter ook
overbodig voor, omdat het lusschen die twee
zeil beslaande coiüiicl wel is verdaagd, maar
niet opgeheven.
Mij komt het voor, dal in werkelijkheid Rus
land het, grootere gevaar beteekent. Wanl een
krachtiger wapen dan bekwaamheid, geld en
koloniën, die door verschillende "\olken en
rassen bewoond zqn cn dikwijls slechts door
liet bewustzijn van Engeland's macht stilge
houden kunnen worden, is een talloos, onver-
bruikt volk in dc handen van eene kleine, gc-
welenloozc, eer- cn winzuchtige caste. Wan
neer Rusland eenmaal begint te overwinnen,
dan zwelt het op als de rollende lawine en
wordt met icderen dag onoverwinnelijker.
Het in het slof werpen van Rusland zou on
getwijfeld geheel Europa voor een onheil be
waren, waarvan hel den omvang nog volstrekl
niet kent, omdat het nog niets daarvan hecll
ondervonden. Slechts de naaste buurman en
meest gehate tegenstander van Rusland, Oos-
tenrijk-Hongarije, heeft den aard van het
Russendom aan het eigen lichaam leeren ken
nen. De veel te weinig bekende lijdensgeschie
denis van de monarchie is er een bewijs voor,
dat Rusland, als hel ccrsl zijn doel zou hebben
bereikt, een geesel zou worden voor de gc-
lieele beschaafde wereld."
De Schr. betoogt dan verder hoe verkeerd
het is, Rusland op ééne lijn te stellen met do
overige Europeesche natiën, welker cultuur
ontwikkeling grootendeels van ongeveer ge
lijken duur en evenwijdig loopendc strekking
is. Hij drukt ten slobte de vrees uit, dat, hoe
meer dit voor ons vreemde Rusland ontwaakt,
het des te gevaarlijker voor ons moet worden,
en knoopt daaraan de hoop vast, dat de wes
telijke mogendheden zich in de toekomst zul
len aaneensluiten Ier wille van een liooger
belang, den „strijd van het westen legen den
inval van het oosten."
De oorlog.
Berlijn, 2 7 April. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In Vlaanderen vielen de Engelschen met
xter sterke krachten de nieuwe lijn van onze
stellingen noordelijk en noordoostelijk van
Vperen aan, die 3 a 4 KM. zuidelijk van de
vcrige en vorder noordelijk van de Dhondt-
hoeve aan het Yserkanaal over Saint-Julien
in de richting van 's Graven tafel loopt. Dc
aanvallen van de vijandelijke artillerie ten
zuiden van Yperen vielen onder zeer zware
verliezen geheel in ons vuur ineen.
De door de vijandelijke artillerie geheel
platgeschoten huizen van Lizerne zijn door
ons in den afgeloopon nacht ontruimd. Het
onmiddellijk ten oosten daarvan op den lin
ker kanaaloever gelegen brughoofd blijft
bezel.
In de tot dusver bij Yperen gevoerde ge
vechten maakten onze troepen 50 machine
geweren buit.
Wij zijn mei zichtbaar succes begonnen het
gewichtige spoorwegknooppunt Popennghe,
em hoofdelappenpiaals, ongeveer 10 KM. teu
westen van Yperen, te beschieten.
In het Argonner woud, ten noordoosten
van -Viennc-le-chaleau, werd een Fransche
aanval afgewezen.
Op de Maashoogten behaalden wij ook gis
teren verdere voordeelen, ofschoon de Fran
schen nieuwe krachten aanvoerden. Vijande
lijke aanvallen tegen onze Combres-stelling
mislukten.
Een hevige aanval in hel bosch Yan A illy
werd door ons onder zware verliezen van
den vijand algeslagen. Ook verder oostelijk
won de vijand geen grond. In een nachtelijk
bajonolgevecht wenkten wij ons in het Bois
le Prêtre met succes vooruit.
Tegen onze stelling op den Hartmannswei-
leikopf ging de vijand gisterenavond meer
molen over tot den aanval AH* aanvallen
mislukten.
P a r ij s, 27 April. (Havas). Namiddag
communiqué.
Ten noorden wan Yperen maakten de Fran-
schen op het linketfront eene merkbare vor
dering ;zij dreven 'de Duiltschers terug cn
bracht nchun zware verliezen loe. De Duil-
schers maakten veer van verstikkende gas
sen gebruik. Een middel tot bescherming te
gen ciczc gassen is aangewend, dat bij de Bel
gen en 'de Franschen de beste resultaten gaf.
Ee niuvemüg iniarfieriegevecht werd bij
Fay, ten noorden van Chaulnes, geleverd om
het beizl van de d .or de ontploffing van Duit-
sche mijnen gevormde kuilen. De Fransche
troepen verdreven dc Duitschers daaruit en
hielden zich slaando ondanks hun tegenaan
vallen.
In Champagne beproefden dc Duitschers een
aanval bij Béauséjour, die onmiddell k ge
stuit werd.
Op de Maa&lioogtcn leden de Duitsche aan
vallen op het fronlEparges—Saint-Remy—
loopgraaf bij Calonne een volledig échec. On
danks de buitengewone hevigheid van de
Duitsche pogingen bleven de Franschen mees
ter van de geheelc stelling van Eparges, welker
hellingen met Duitsche lijken bedekt zijn. Bij
dc loopgraaf van Calonne is het teruggaan
der Franschen van eergisteren slechts tijdelijk
geweest; het heeft hen het verlies van geen
enkel kanon gekost en is onmiddellijk gevolgd
door een welgeslaagde tegenaanval hunner
zijds. Do Duitschers hadden de aanval ge
daan met minstens twee divisiën.
In de Vogeezen slaagden de Duitschers. na
een uiterst hevig bombardement, er in voet te
krijgen op den top van Hartmannsweilcrkopf.
De Franschen bezetten op ongeveer 100 Meter
ran dien top de stellingen, die hun aanval
van den 25en in hun bezit had gebracht
P a r iy>27 April. (R.) Avond-commun-
qué.
Ten noorden van Yperen blijven de Fran
schen en Engelschen vooruitgaan. Wij namen
talrijke gevangenen, een loopgraafmortier en
machinegeweren.
De Duitsche aanvallen op het front Epar
ges—Sainl-Remy zijn geheel afgeslagen. Offi
cieren telden duizend dooden. Op écn punt
slechts namen wij het offensief; daar gaan
W'i vooruit.
Wij avanceerden 200 Meters op de oostelijke
hellingen van den Hartmannsweilcrkopf.
Londen, 27 April. (R.) Maarschalk
French bericht, dat gisteren alle Duitsohe
aanvallen ten noordoosten van Yperen zijn
teruggeslagen. In den namiddag traden wij
aanvallend op en. maakten vorderingen bij
Saint-Julien. Dc Franschen werkten aan onzen
onzen linkervleugel met ons samen en her
namen verder noordelijk het sas,
lOhze vliegeniers hebben met succes ge
bombardeerd de stations en knooppunten te
Tourcoing. Roubaix, Ingelmunster, SLaden,
Lrngemarok, Thielt en Roulors.
Berlijn, 27 April. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartic rvan heden voormiddag.
Op het oostelijk oorlogstooneel is de toe
stand onveranderd.
Weenen, 27 April. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag. Aan het geheele
front kwamen, geene bijzondere gebeurtenis
sen voor. In vele sectoren waren hevige artil
leriegevechten.
In de Karpathen staalden de Russen voors
hands weor hunne met groote verhezen ge
paard gaande aanvallen tegen onze stellingen
aan de Uszokpas en in de oostelijk daaraan
belendende deelen van het front.
Petersburg. 27 April. (Tel.-agent
schap.) Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Bij Ossowiec is van tijd tot tijd een artille-
ricducd. Een voor ons gelukkige schermut
seling had den 25en plaats op den linker
oever van de Weiohsel ten zuidwesten van
Radoszice.
In de Karpathen bestormde de vijand na
een langdurige artillcristische voorbereiding
de hoogten van Orospatak. Afdeelingen van
dc aanvallers kwamen tot aan de draadver
sperringen, maar werden hier door ons vuur
uiteengejaagd.
In den naohlt van 28en deed de vijand
onvruchtbare aanvallen in de streek ten
noordwesten cn ten westen van dien Uszok
pas. In de strook van de Sbryj duurt de hard
nekkige strijd voort. Een geheel Oostenrijksch
bataljon heeft zich den 26en overgegeven.
Een van onze vliegtuigen wierp met succes
bommen op Duilsclie vliegtuigen in het aero-
dioom bij het dorp Sanniki. In den loop van
oen dag brachten wij averij toe aan drie
vliegtuigen, twee Duitscho en een Oosten
rijk scli, en maakten ons daarvan meester.
Weenen. 27 April (W. B.) De dagbla
den conslateeren met voldoening, dat niet al
leen het aangekondigde offensief van dc sta^
ten der triple-entente op hel westelijke en
het noordoostelijke oorlogstooneel mislukt is.
maar dat uit de laatste berichten van deze
beide oorlogslooneeleu is gebleken, dat dc za
ken daar in eene andere strategische phase
zijn gekomen. De legers van de verbonden cen
trale mogendheden zijn aan beide zijden uit
de defensieve stelling overgegaan tot krach
tige en succesvolle offensieve stoolen, die een
goed vooruitzicht openen voor het verdere
verloop van den strijd.
Petersburg, 27 April. (Tel.-agent
schap.) Communiqué van den generalen sta!
van hel Kaukasisclio leger.
In de streek van Olty zetten onze troepen
aan de kust het olïen&icf voort. In het Alasfa->
kert-dal had onze oaivallerie een geveeint ine*
Koerden, die uiteengejaagd en naar het zui
den gedreven werden.
In do andere sectoren geen verandering,
Konstantinopci, 27 April. (W. B.y^
Uit Alexandrette wordt van den 26en bericht,
dat eergisteren de Fransche kruiser Dentrecas-,
leaux, vergezeld van een Engelsch transport
schip, aan boord waarvan zich een watervlieg
tuig bevond, hier in de liaven is aangekomen.
De kruiser nam koers naar Erzin en het
watervliegtuig steeg op. Na een tocht van twee
uien keerde de kruiser terug naar Alexan
drette. Het vliegtuig moest na eene vlucht van
20 minuten tengevolge van hel door de Turk-
sche troepen onderhouden vuur aan boord van
het transportschip terugkecien.
Konstantinopel, 26 April. (W. B.)
Mededeeling van het hoofdkwartier.
De vijand trachtte den 25cu, onder beschcr-»
ming van de oorlogsschepen, op vier punten
aan de westkust van Gallipoli te landen: na
melijk aan den mond van de Sigliin Dere, aan
do kuststreek van Aribuiun ten westen van
Kabalcpe, aan de kust van Tekeburun cn in
de omgeving van Kumkale. De vijandelijke
trecpen. die aan de kuststreek van Kekeburuo
landden, werden door een bajonctaanval van
de Turken tot den terugtocht gedwongen cn
weder aan de kust gedrongen. Een deel van dc
\ijandelijke strijdkrachten in deze streek
moest gisterennacht in groote haast op de
schepen vluchten. De Turken zetten heden
hunne aanvallen op al deze punten met suc
ces voort. Terzelfder tijd naderde dc vloot de
zeestraat om van zee uit eene forcecring tc
ondernemen; zij moest zich voor ons vuuP\
terug trekken. Bij dezen strijd werd een vijan
delijke torpedohoot in den grond geboord ea
een ander zwaar beschadigd; het moest naar.
Te.nedos gesleept worden. Heden ondernam,
de vijand van zee uit gcenc poging legen do
Dardaiiellen.
Op dc andere oorlogstooncelen kwam geen
verandering voor.
Tweede telegram. Een nader bericht-
racldt nog. De vijand, die bij Kumkale was -
geland, wilcle onder bescherming van een oor-;
logsschip voorwaarts gaan Maar ondanks^
eene hevige beschieting van alle kanten voer
den onze troepen den aanval met succes ui^
en drongen den vijand aan de kust terug. Dc'
vijand had vierhonderd dooden. Wij maakten
bovendien 200 gevangenen. Onze verliezen züu
Wie het holil dei' Liefde laat vallen op het
pad zijnet mc<: eïischen, wandelt zelf niet
in duist er nis.
door
SOPHUS BAUDITZ.
Uit liet Deensch vertaald.
44
„Ja, ik heb uw raad gevolgd, kapitein, ik
begin smaak te krijgen in zijwegen."
„Bravo, dat mag ik hooren. Gij zijt ook ge
zien in dc weilanden van Luusebro, zonder
manchetten aan, en gij schijnt vertrouwd te
zijn gemaakt met uw waterlaarzen, dat zijn
groote vorderingen."
„Ja, maar de lieniel weet hoe lang ik zal
voortgaan met vorderingen te maken, ik ben
hier nu gauw klaarl' -
„Klaar?"
„Ja, met mijn werk hier, en ik heb een aan-
ood gekregen voor een vaste positie in Kopen
hagen en liet zou zeker onverstandig zijn dat
niet aan te nemen."
„Lieve hemel, moeten wij u nu missen, nu
ge juist begint aan te leerenl Maar wat is er
.voor nieuws?"
„Ik weet zoowaar niets, ja toci» ik hoorde
dat de jongen Höibro eergisteren thuis is ge
komen."
„Zoo, is Frits thuis föromen, ik wist dat hij
verwacht werd. De tijd vliegt, den lsten Octo
ber wordt hij mondig 1"
„Denkt gij dat hij ooit mondig zal worden?"
„Och neen, eigenlijk niet, maar Fanny wordt
tegelijkertijd mondig!"
„Dat is zij in zeker opzicht al langl"
„Zeer waar! Maar treurig, zeer treurig is
het, dat Frits naar alle waarschijnlijkheid
niet heel lang op Ilerleslein zal blijven. De
bezitting "wordt boven zijn hoofd verkocht. Gij
moest het koopen, Kongsted."
„Neen beste kapitein, Ilertestein koopen dat
zou ik niet kunnen, om vele redenen I Men
koopt niet, waarop men recht van bezit meent
te hebben of gehad te hebben."
„Maar hoe kunt gij u toch vleien met die
domme verbeelding, ingenieur, gij zijt anders
zulk een verstandig man."
„Ja, kapitein, als men een .familietraditie
beeft, en dat kan men, zooals ik aan freule
Rosa zeidc, ook in burgerlijke families heb
ben, dan houdt men daaraan vast. Neen, ik
zou Hertestein niet kunnen koopen."
„Zie het dan door huwelijk te verkrijgen!
Maar neen, het is waar, Frits is er".
„Ik denk ook niet dat de freule Höibro' ja
zou zeggen."
„Dat doet zij zeker niet! Zij krijgt graaf
Chrisliaan, dat hebben tante Rosa en ik al
lang besloten!"
„Nu, dan is zij immers bezorgd!"
„Wat zegt gij dat wonderlijk! Niet? Ja, maar
wij zouden u ook gaarne getrouwd zien; wat
zegt gij van Hélène van den molenaar of Ida
van den dokter?"
„Als zij doorcengemcngd en dan door twee
gedeeld worden, zooals gij hebt gezegd van
het versland van den jonker en zijn zusier,
zouden er misschien twee goed geproporlion-
neerdc meisjes van kunnen komen."
„Misschien, maar gij zijt zoo kieskeurig. Een
der freules op Skoosgaard dan, gij komt er
dikwijls, hoor ik. Ook niet? Nu, laat ons dan
naar binnen gaan om mijn kajuit te bekijken.
Maar kijk eerst eens naar het stroodak met
den wilden wijngaard, is dat niet mooi? Ik
houd niet van asphaltpapier of van een plan
ken dak, dat is doodscb, maar stroo is leven,
koml"
Het boschhuisje was even eenvoudig, van
binnen als van buiten. Een houten plafond
met halleen, gewone meubels van berkenhout,
een sabel, buksen, een wapenrek, eenige voor
stellingen van veldslagen uit den eersten
oorlog, anders geen versieringen.
„Hier binnen is niets le zien," zeide de
kapilein, „maar kijk eens naar buiten! Denk
eens wat het zeggen wil, het geheele jaar dat
heerlijke bosch vlak voor de ramen te heb
ben. Van de lente tot den herfst een hooge
groene zaal met licht en schaduw, met vogel
gezang en golfgeruisch in het loof, de bosch
duif fluit, de koekoek roept, het kan niet lieer-
lij ker zijn!
Op een laten Oclobcrmorgen moet gij uit
de ramen kijken, als een mislsluier langzaam-
neerdaalt op het bruinroode bosch, als de
kramsvogel in den strik loopt en de muizen
valk zuidwaarts trekt, ja, wanneer is het hier
eigenlijk het mooist!
Ik geloof haast 's winters, een mooie win
terdag met pas gevallen sneeuw, als het zoo
slil is als in een kerk tusschen de zilvergrijze
beukenstammen, als het kloppen van den
specht klinkt alsof er ver weg hout# wordt ge
hakt en als de reeën vertrouwelijk dicht bij
den tuin komen. Maar nu moet gij de biblio
theek zicnl"
De kapitein deed de deur van een- kleine
kamer open, waar een tafel cn eenige stoelen
stonden, maar boeken zag men niet.
„Waarom noemt gij deze kamer eigenlijk
de bibliotheek?" vroeg Kongsted.
„Lees man!" antwoordde de kapitein, ver
genoegd lachend. Lees op den muur, daarvan
spreekt de bloem der deensche poëzie."
Nu eerst ontdekte Kongsted, dat de muren
in plaats van met behangsel, met verzen be
plakt waren: uitknipsels uit dichtbundels, lie
derboeken en tijdschriften, oude en nieuwe.
„Ik heb zelden tijd om boeken te lezen,"
ging de kapitein voort, „maar poëzie moet
men om zich.heen hebben en telkens als ik
in den loop der jaren een afgedankt boek heb
gevonden de goede boeken worden verba
zend gauw versleten! of een verkreukeld
tijdschrift waar niemand notitie van nam,
maar dat toch misschien meer waard was dan
dikke folianten, knipte ik er wat uit en plakte
hel op, en zoo dikwijls als mijn oog op den
muur valt, ontmoet het een of ander dat mij
pleizier doet. Gij moet geen chronologische
orde of systeem in mijne anthologie verwach
ten, alles staat door elkauder: Peter Sijv's hel
dendichten naast de trekvogels van Blicher en
Drachmann tusschen Chrisliaan Winlher en
Richardt, oud en nieuw door elkaarj'
„Gij hebt gelijk, kapitein, dat ge alleen iets
voelt voor lyriek,"- zeide Kongsted,
„Waarom?"
„Omdat gij zelf een lyrieker zij tl"
„Is dat bijtende spot!"
„Neen, integendeel. Maar van wien is dat
versje?"
„Welk?"
„Dit;
Alle dc zorgen van 't aardsche bestaan
Zullen voor liefde als schaduw vergaanl
„liet is van Christiaan Winlher. Maar dat
is niets voor u. Gij gelooft immers niet aaoi
de liefde!"
„Niet?"
„Neen, ge hebt zelf gezegd, 'dat een \crlicf<|
man belachelijk is!"
„Dat heb ik niet gezegd!"
„Ja, waarachtig wel! Gij hebt het gezegd lol
Pind's molen, op dien avond toen wij forcllet*
hadden gevischt."
„Iloor eens kapitein, het is bijna angslig om
zoo ieder woord, dat men zich heeft laten onU
vallen, in uw herinnering opgeteekend tc vin-»
den om later als getuigenis tc worden voor-»
gelegd! Als ik al zoo iets beweerd heb dan...'?
„Dan zijt ge misschien na kleine Ilélénc lö
hebben leeren kennen, tot andere gedachten
gekomen?"
„Och, maal mij toch niet over uwe Hélèncl
Maar als ik iets in dien geest heb gezegd, dan
was het natuurlijk niet bedoeld zooals. gij
het uitlegt. Daarentegen geef ik gaarne toe,
dat ik een beetje sceptisch ben als de dichters
over de almacht der liefde spreken, er be-»
slaan toch ook andere machten! En Chrisliaaa.
Winthcr vooral..."
„Nu, hij vindt misschien geen genade in u\r
oogen, arme Chrisliaan Wintlier."-
„Hij behoort voor aiij niet tot de aller»
eerstenj"-
Wordt vervolgd-