13de Jaargang. „DE E EM LAN DER". Woensdag 28 April 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. HERTESTEIN Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. fntercomm. Telefoonnummer 66. Kennisgevingen. Politiek Overzicht Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURQ. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.^O» Idem franco per post 1«50* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO# Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zou- ea Feestdagon, Advertontiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50# Elke regel meer 0.1© Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lotters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelïge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement; Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. De Burgemeester van Amcrsloort, Brengt ter ^kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, det het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht executoir verklaard kohier No. 3 van de Perso- neele belasting- over het dienstjaar 1915, aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder ver plicht is zijneil aanslag op den bij de wet be paalden vcci te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke p'aat- aangeplukl te Amersloort, den 27. April 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers- ioorl, Gelet op art. 20-1 der Gemeentewet, Doen te weten, dat hel primitief kohier der hondenbelasting over het dienstjaar 1915, goed gekeurd door Gedeputeerde Stoten van Utrecht, afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing ligt- Amersfoort, den 27. April 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester, V R. VEENSÏRA. VAN RANDW1JCK. Hei Russische gewaar. Wij hebben leren doen zien, hoe Rusland hüis houdt in liel gedeelte van Oostenrij'ksch- Polen, dat hel in den loop van dezen oorlog door zijne troepen heeft kunnen bezetten. Dc „hemel op aarde" \vcrd aan de bevolking van Gaücië in uitzicht gesteld in is^L manifest, .arin de Russische opperbevelhebber dc in- cziliiemiiig van het land aankondigde namens en czaar etter Russen. Maai' liet beeld, dat ons dc vrucht vertoont van dc weinige maan den arbeids, dien dc Russen in liet veroverde gebied hebben verricht, doel ons zien, hoe dc hemel op aarde, door eene Russische bril be keken, er uitziet. Men kan begrijpen, hoezeer dit beeld afstootend moet werken op de be volking, die aan hel eigen Lijf het leed onder vindt, dal eene politiek veroorzaakt, die de overwonnenen met alle middelen tot Russen wil maken en zelfs voor dc meest geweldda dige middelen nieL Ierugscbrikt. En men kan den gedachtciigang meevoelen, die is uitge werkt in een onlangs onder den lilel „Het conflict tusschen Ooslenrijk-Hongarije en Rusland" uitgegeven geschrift, waarin dc schrijver, dr. Alexander Rcdlicli, het betoog levert, dal Rusland dezen oorlog heeft gewild en noodig had, eii daaraan de conclusie vast knoopt, dal als de lijd om vrede te sluiten zal zijn gekomen, het doel bovenal moet zijn de wereld te besehermen tegen hel gevaar, dal hel van Rusland dreigt. In dezen gedachten- gang zegt de schrijver: De oorlog mag niet met het herstel ran den Status quo anle eindigen, en wel niet alleen mei beirekking tol de landkaart van Europa, maar ook en vooral, ten aanzien van de ver houding tot de drijvende krachten en politie ke aspiratiën, die dezen oorlog mogelijk en onvermijdelijk gemaakt hebben, omdat dit na tuurlijk slechts den grondslag zou opleveren voor nieuwe oorlogen, leder volk, dat „ver- woestbare bezittingen, die -de vruchten van zijn arbeid opleveren, heeft te verdedigen," dus ilder cultuurvolk, heeft daarbij hetzelfde belang. Een verstandige vrede moet echter den hoofdaanstichler zooveel mogelijk on schadelijk trachten lo maken, voor zoover de wapenen dit doel hebben voorbereid. Men moei inlusschen ook bijtijds trachten den hoofdschuldige voor lalerc gevallen zoo moge lijk van zijne helpers te berooven. Van de verschillende conflicten, die voor den oorlog bestonden, het Duilsch-Fransche, het Duilsch-Engelsche, het Ooslenrijksch- Russische, het Oostenrijksch-Servischc en het Duilsch-Russische, is naar hel oordeel van de zen Schr., de Ooslenrijksch-Russische strijd, waarin het Servische conflict begrepen is, le zeer verwaarloosd. Hij zegt: „Wanneer ik Rusland met zijn onverzade- lijke veroveringszucht, met den lagen sland van zijne culluur en mei de volkomen gewe tenloosheid ran zijne leidslieden (ook tegen over het eigen volk) als een eminent gevaar beschouw, dan wil ik daarmee volstrekt niet tegenspreken, dat ook do hegemonie van En geland, zijne dictatoriale behecrsching van de zeeën en zijne wreed berekenende politiek niet eveneens een groot gevaar zijn. Beiden met één slag uit de wereld le helpen, houd ik voor onmogelijk. Dit komt mij echter ook overbodig voor, omdat het lusschen die twee zeil beslaande coiüiicl wel is verdaagd, maar niet opgeheven. Mij komt het voor, dal in werkelijkheid Rus land het, grootere gevaar beteekent. Wanl een krachtiger wapen dan bekwaamheid, geld en koloniën, die door verschillende "\olken en rassen bewoond zqn cn dikwijls slechts door liet bewustzijn van Engeland's macht stilge houden kunnen worden, is een talloos, onver- bruikt volk in dc handen van eene kleine, gc- welenloozc, eer- cn winzuchtige caste. Wan neer Rusland eenmaal begint te overwinnen, dan zwelt het op als de rollende lawine en wordt met icderen dag onoverwinnelijker. Het in het slof werpen van Rusland zou on getwijfeld geheel Europa voor een onheil be waren, waarvan hel den omvang nog volstrekl niet kent, omdat het nog niets daarvan hecll ondervonden. Slechts de naaste buurman en meest gehate tegenstander van Rusland, Oos- tenrijk-Hongarije, heeft den aard van het Russendom aan het eigen lichaam leeren ken nen. De veel te weinig bekende lijdensgeschie denis van de monarchie is er een bewijs voor, dat Rusland, als hel ccrsl zijn doel zou hebben bereikt, een geesel zou worden voor de gc- lieele beschaafde wereld." De Schr. betoogt dan verder hoe verkeerd het is, Rusland op ééne lijn te stellen met do overige Europeesche natiën, welker cultuur ontwikkeling grootendeels van ongeveer ge lijken duur en evenwijdig loopendc strekking is. Hij drukt ten slobte de vrees uit, dat, hoe meer dit voor ons vreemde Rusland ontwaakt, het des te gevaarlijker voor ons moet worden, en knoopt daaraan de hoop vast, dat de wes telijke mogendheden zich in de toekomst zul len aaneensluiten Ier wille van een liooger belang, den „strijd van het westen legen den inval van het oosten." De oorlog. Berlijn, 2 7 April. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In Vlaanderen vielen de Engelschen met xter sterke krachten de nieuwe lijn van onze stellingen noordelijk en noordoostelijk van Vperen aan, die 3 a 4 KM. zuidelijk van de vcrige en vorder noordelijk van de Dhondt- hoeve aan het Yserkanaal over Saint-Julien in de richting van 's Graven tafel loopt. Dc aanvallen van de vijandelijke artillerie ten zuiden van Yperen vielen onder zeer zware verliezen geheel in ons vuur ineen. De door de vijandelijke artillerie geheel platgeschoten huizen van Lizerne zijn door ons in den afgeloopon nacht ontruimd. Het onmiddellijk ten oosten daarvan op den lin ker kanaaloever gelegen brughoofd blijft bezel. In de tot dusver bij Yperen gevoerde ge vechten maakten onze troepen 50 machine geweren buit. Wij zijn mei zichtbaar succes begonnen het gewichtige spoorwegknooppunt Popennghe, em hoofdelappenpiaals, ongeveer 10 KM. teu westen van Yperen, te beschieten. In het Argonner woud, ten noordoosten van -Viennc-le-chaleau, werd een Fransche aanval afgewezen. Op de Maashoogten behaalden wij ook gis teren verdere voordeelen, ofschoon de Fran schen nieuwe krachten aanvoerden. Vijande lijke aanvallen tegen onze Combres-stelling mislukten. Een hevige aanval in hel bosch Yan A illy werd door ons onder zware verliezen van den vijand algeslagen. Ook verder oostelijk won de vijand geen grond. In een nachtelijk bajonolgevecht wenkten wij ons in het Bois le Prêtre met succes vooruit. Tegen onze stelling op den Hartmannswei- leikopf ging de vijand gisterenavond meer molen over tot den aanval AH* aanvallen mislukten. P a r ij s, 27 April. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden wan Yperen maakten de Fran- schen op het linketfront eene merkbare vor dering ;zij dreven 'de Duiltschers terug cn bracht nchun zware verliezen loe. De Duil- schers maakten veer van verstikkende gas sen gebruik. Een middel tot bescherming te gen ciczc gassen is aangewend, dat bij de Bel gen en 'de Franschen de beste resultaten gaf. Ee niuvemüg iniarfieriegevecht werd bij Fay, ten noorden van Chaulnes, geleverd om het beizl van de d .or de ontploffing van Duit- sche mijnen gevormde kuilen. De Fransche troepen verdreven dc Duitschers daaruit en hielden zich slaando ondanks hun tegenaan vallen. In Champagne beproefden dc Duitschers een aanval bij Béauséjour, die onmiddell k ge stuit werd. Op de Maa&lioogtcn leden de Duitsche aan vallen op het fronlEparges—Saint-Remy— loopgraaf bij Calonne een volledig échec. On danks de buitengewone hevigheid van de Duitsche pogingen bleven de Franschen mees ter van de geheelc stelling van Eparges, welker hellingen met Duitsche lijken bedekt zijn. Bij dc loopgraaf van Calonne is het teruggaan der Franschen van eergisteren slechts tijdelijk geweest; het heeft hen het verlies van geen enkel kanon gekost en is onmiddellijk gevolgd door een welgeslaagde tegenaanval hunner zijds. Do Duitschers hadden de aanval ge daan met minstens twee divisiën. In de Vogeezen slaagden de Duitschers. na een uiterst hevig bombardement, er in voet te krijgen op den top van Hartmannsweilcrkopf. De Franschen bezetten op ongeveer 100 Meter ran dien top de stellingen, die hun aanval van den 25en in hun bezit had gebracht P a r iy>27 April. (R.) Avond-commun- qué. Ten noorden van Yperen blijven de Fran schen en Engelschen vooruitgaan. Wij namen talrijke gevangenen, een loopgraafmortier en machinegeweren. De Duitsche aanvallen op het front Epar ges—Sainl-Remy zijn geheel afgeslagen. Offi cieren telden duizend dooden. Op écn punt slechts namen wij het offensief; daar gaan W'i vooruit. Wij avanceerden 200 Meters op de oostelijke hellingen van den Hartmannsweilcrkopf. Londen, 27 April. (R.) Maarschalk French bericht, dat gisteren alle Duitsohe aanvallen ten noordoosten van Yperen zijn teruggeslagen. In den namiddag traden wij aanvallend op en. maakten vorderingen bij Saint-Julien. Dc Franschen werkten aan onzen onzen linkervleugel met ons samen en her namen verder noordelijk het sas, lOhze vliegeniers hebben met succes ge bombardeerd de stations en knooppunten te Tourcoing. Roubaix, Ingelmunster, SLaden, Lrngemarok, Thielt en Roulors. Berlijn, 27 April. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartic rvan heden voormiddag. Op het oostelijk oorlogstooneel is de toe stand onveranderd. Weenen, 27 April. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Aan het geheele front kwamen, geene bijzondere gebeurtenis sen voor. In vele sectoren waren hevige artil leriegevechten. In de Karpathen staalden de Russen voors hands weor hunne met groote verhezen ge paard gaande aanvallen tegen onze stellingen aan de Uszokpas en in de oostelijk daaraan belendende deelen van het front. Petersburg. 27 April. (Tel.-agent schap.) Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Bij Ossowiec is van tijd tot tijd een artille- ricducd. Een voor ons gelukkige schermut seling had den 25en plaats op den linker oever van de Weiohsel ten zuidwesten van Radoszice. In de Karpathen bestormde de vijand na een langdurige artillcristische voorbereiding de hoogten van Orospatak. Afdeelingen van dc aanvallers kwamen tot aan de draadver sperringen, maar werden hier door ons vuur uiteengejaagd. In den naohlt van 28en deed de vijand onvruchtbare aanvallen in de streek ten noordwesten cn ten westen van dien Uszok pas. In de strook van de Sbryj duurt de hard nekkige strijd voort. Een geheel Oostenrijksch bataljon heeft zich den 26en overgegeven. Een van onze vliegtuigen wierp met succes bommen op Duilsclie vliegtuigen in het aero- dioom bij het dorp Sanniki. In den loop van oen dag brachten wij averij toe aan drie vliegtuigen, twee Duitscho en een Oosten rijk scli, en maakten ons daarvan meester. Weenen. 27 April (W. B.) De dagbla den conslateeren met voldoening, dat niet al leen het aangekondigde offensief van dc sta^ ten der triple-entente op hel westelijke en het noordoostelijke oorlogstooneel mislukt is. maar dat uit de laatste berichten van deze beide oorlogslooneeleu is gebleken, dat dc za ken daar in eene andere strategische phase zijn gekomen. De legers van de verbonden cen trale mogendheden zijn aan beide zijden uit de defensieve stelling overgegaan tot krach tige en succesvolle offensieve stoolen, die een goed vooruitzicht openen voor het verdere verloop van den strijd. Petersburg, 27 April. (Tel.-agent schap.) Communiqué van den generalen sta! van hel Kaukasisclio leger. In de streek van Olty zetten onze troepen aan de kust het olïen&icf voort. In het Alasfa-> kert-dal had onze oaivallerie een geveeint ine* Koerden, die uiteengejaagd en naar het zui den gedreven werden. In do andere sectoren geen verandering, Konstantinopci, 27 April. (W. B.y^ Uit Alexandrette wordt van den 26en bericht, dat eergisteren de Fransche kruiser Dentrecas-, leaux, vergezeld van een Engelsch transport schip, aan boord waarvan zich een watervlieg tuig bevond, hier in de liaven is aangekomen. De kruiser nam koers naar Erzin en het watervliegtuig steeg op. Na een tocht van twee uien keerde de kruiser terug naar Alexan drette. Het vliegtuig moest na eene vlucht van 20 minuten tengevolge van hel door de Turk- sche troepen onderhouden vuur aan boord van het transportschip terugkecien. Konstantinopel, 26 April. (W. B.) Mededeeling van het hoofdkwartier. De vijand trachtte den 25cu, onder beschcr-» ming van de oorlogsschepen, op vier punten aan de westkust van Gallipoli te landen: na melijk aan den mond van de Sigliin Dere, aan do kuststreek van Aribuiun ten westen van Kabalcpe, aan de kust van Tekeburun cn in de omgeving van Kumkale. De vijandelijke trecpen. die aan de kuststreek van Kekeburuo landden, werden door een bajonctaanval van de Turken tot den terugtocht gedwongen cn weder aan de kust gedrongen. Een deel van dc \ijandelijke strijdkrachten in deze streek moest gisterennacht in groote haast op de schepen vluchten. De Turken zetten heden hunne aanvallen op al deze punten met suc ces voort. Terzelfder tijd naderde dc vloot de zeestraat om van zee uit eene forcecring tc ondernemen; zij moest zich voor ons vuuP\ terug trekken. Bij dezen strijd werd een vijan delijke torpedohoot in den grond geboord ea een ander zwaar beschadigd; het moest naar. Te.nedos gesleept worden. Heden ondernam, de vijand van zee uit gcenc poging legen do Dardaiiellen. Op dc andere oorlogstooncelen kwam geen verandering voor. Tweede telegram. Een nader bericht- racldt nog. De vijand, die bij Kumkale was - geland, wilcle onder bescherming van een oor-; logsschip voorwaarts gaan Maar ondanks^ eene hevige beschieting van alle kanten voer den onze troepen den aanval met succes ui^ en drongen den vijand aan de kust terug. Dc' vijand had vierhonderd dooden. Wij maakten bovendien 200 gevangenen. Onze verliezen züu Wie het holil dei' Liefde laat vallen op het pad zijnet mc<: eïischen, wandelt zelf niet in duist er nis. door SOPHUS BAUDITZ. Uit liet Deensch vertaald. 44 „Ja, ik heb uw raad gevolgd, kapitein, ik begin smaak te krijgen in zijwegen." „Bravo, dat mag ik hooren. Gij zijt ook ge zien in dc weilanden van Luusebro, zonder manchetten aan, en gij schijnt vertrouwd te zijn gemaakt met uw waterlaarzen, dat zijn groote vorderingen." „Ja, maar de lieniel weet hoe lang ik zal voortgaan met vorderingen te maken, ik ben hier nu gauw klaarl' - „Klaar?" „Ja, met mijn werk hier, en ik heb een aan- ood gekregen voor een vaste positie in Kopen hagen en liet zou zeker onverstandig zijn dat niet aan te nemen." „Lieve hemel, moeten wij u nu missen, nu ge juist begint aan te leerenl Maar wat is er .voor nieuws?" „Ik weet zoowaar niets, ja toci» ik hoorde dat de jongen Höibro eergisteren thuis is ge komen." „Zoo, is Frits thuis föromen, ik wist dat hij verwacht werd. De tijd vliegt, den lsten Octo ber wordt hij mondig 1" „Denkt gij dat hij ooit mondig zal worden?" „Och neen, eigenlijk niet, maar Fanny wordt tegelijkertijd mondig!" „Dat is zij in zeker opzicht al langl" „Zeer waar! Maar treurig, zeer treurig is het, dat Frits naar alle waarschijnlijkheid niet heel lang op Ilerleslein zal blijven. De bezitting "wordt boven zijn hoofd verkocht. Gij moest het koopen, Kongsted." „Neen beste kapitein, Ilertestein koopen dat zou ik niet kunnen, om vele redenen I Men koopt niet, waarop men recht van bezit meent te hebben of gehad te hebben." „Maar hoe kunt gij u toch vleien met die domme verbeelding, ingenieur, gij zijt anders zulk een verstandig man." „Ja, kapitein, als men een .familietraditie beeft, en dat kan men, zooals ik aan freule Rosa zeidc, ook in burgerlijke families heb ben, dan houdt men daaraan vast. Neen, ik zou Hertestein niet kunnen koopen." „Zie het dan door huwelijk te verkrijgen! Maar neen, het is waar, Frits is er". „Ik denk ook niet dat de freule Höibro' ja zou zeggen." „Dat doet zij zeker niet! Zij krijgt graaf Chrisliaan, dat hebben tante Rosa en ik al lang besloten!" „Nu, dan is zij immers bezorgd!" „Wat zegt gij dat wonderlijk! Niet? Ja, maar wij zouden u ook gaarne getrouwd zien; wat zegt gij van Hélène van den molenaar of Ida van den dokter?" „Als zij doorcengemcngd en dan door twee gedeeld worden, zooals gij hebt gezegd van het versland van den jonker en zijn zusier, zouden er misschien twee goed geproporlion- neerdc meisjes van kunnen komen." „Misschien, maar gij zijt zoo kieskeurig. Een der freules op Skoosgaard dan, gij komt er dikwijls, hoor ik. Ook niet? Nu, laat ons dan naar binnen gaan om mijn kajuit te bekijken. Maar kijk eerst eens naar het stroodak met den wilden wijngaard, is dat niet mooi? Ik houd niet van asphaltpapier of van een plan ken dak, dat is doodscb, maar stroo is leven, koml" Het boschhuisje was even eenvoudig, van binnen als van buiten. Een houten plafond met halleen, gewone meubels van berkenhout, een sabel, buksen, een wapenrek, eenige voor stellingen van veldslagen uit den eersten oorlog, anders geen versieringen. „Hier binnen is niets le zien," zeide de kapilein, „maar kijk eens naar buiten! Denk eens wat het zeggen wil, het geheele jaar dat heerlijke bosch vlak voor de ramen te heb ben. Van de lente tot den herfst een hooge groene zaal met licht en schaduw, met vogel gezang en golfgeruisch in het loof, de bosch duif fluit, de koekoek roept, het kan niet lieer- lij ker zijn! Op een laten Oclobcrmorgen moet gij uit de ramen kijken, als een mislsluier langzaam- neerdaalt op het bruinroode bosch, als de kramsvogel in den strik loopt en de muizen valk zuidwaarts trekt, ja, wanneer is het hier eigenlijk het mooist! Ik geloof haast 's winters, een mooie win terdag met pas gevallen sneeuw, als het zoo slil is als in een kerk tusschen de zilvergrijze beukenstammen, als het kloppen van den specht klinkt alsof er ver weg hout# wordt ge hakt en als de reeën vertrouwelijk dicht bij den tuin komen. Maar nu moet gij de biblio theek zicnl" De kapitein deed de deur van een- kleine kamer open, waar een tafel cn eenige stoelen stonden, maar boeken zag men niet. „Waarom noemt gij deze kamer eigenlijk de bibliotheek?" vroeg Kongsted. „Lees man!" antwoordde de kapitein, ver genoegd lachend. Lees op den muur, daarvan spreekt de bloem der deensche poëzie." Nu eerst ontdekte Kongsted, dat de muren in plaats van met behangsel, met verzen be plakt waren: uitknipsels uit dichtbundels, lie derboeken en tijdschriften, oude en nieuwe. „Ik heb zelden tijd om boeken te lezen," ging de kapitein voort, „maar poëzie moet men om zich.heen hebben en telkens als ik in den loop der jaren een afgedankt boek heb gevonden de goede boeken worden verba zend gauw versleten! of een verkreukeld tijdschrift waar niemand notitie van nam, maar dat toch misschien meer waard was dan dikke folianten, knipte ik er wat uit en plakte hel op, en zoo dikwijls als mijn oog op den muur valt, ontmoet het een of ander dat mij pleizier doet. Gij moet geen chronologische orde of systeem in mijne anthologie verwach ten, alles staat door elkauder: Peter Sijv's hel dendichten naast de trekvogels van Blicher en Drachmann tusschen Chrisliaan Winlher en Richardt, oud en nieuw door elkaarj' „Gij hebt gelijk, kapitein, dat ge alleen iets voelt voor lyriek,"- zeide Kongsted, „Waarom?" „Omdat gij zelf een lyrieker zij tl" „Is dat bijtende spot!" „Neen, integendeel. Maar van wien is dat versje?" „Welk?" „Dit; Alle dc zorgen van 't aardsche bestaan Zullen voor liefde als schaduw vergaanl „liet is van Christiaan Winlher. Maar dat is niets voor u. Gij gelooft immers niet aaoi de liefde!" „Niet?" „Neen, ge hebt zelf gezegd, 'dat een \crlicf<| man belachelijk is!" „Dat heb ik niet gezegd!" „Ja, waarachtig wel! Gij hebt het gezegd lol Pind's molen, op dien avond toen wij forcllet* hadden gevischt." „Iloor eens kapitein, het is bijna angslig om zoo ieder woord, dat men zich heeft laten onU vallen, in uw herinnering opgeteekend tc vin-» den om later als getuigenis tc worden voor-» gelegd! Als ik al zoo iets beweerd heb dan...'? „Dan zijt ge misschien na kleine Ilélénc lö hebben leeren kennen, tot andere gedachten gekomen?" „Och, maal mij toch niet over uwe Hélèncl Maar als ik iets in dien geest heb gezegd, dan was het natuurlijk niet bedoeld zooals. gij het uitlegt. Daarentegen geef ik gaarne toe, dat ik een beetje sceptisch ben als de dichters over de almacht der liefde spreken, er be-» slaan toch ook andere machten! En Chrisliaaa. Winthcr vooral..." „Nu, hij vindt misschien geen genade in u\r oogen, arme Chrisliaan Wintlier."- „Hij behoort voor aiij niet tot de aller» eerstenj"- Wordt vervolgd-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1