Vrijdag 21 Mei 1915.
„D E
lü" Jaargang.
EEMLAN DER".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEIN
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
N° 247
Kennisgeving.
Politiek Overzicht
De uitbreiding van den
wereüdstrijd.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.1
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Dezo Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën geliove men liefst vóór 11 uur, familia-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 rogols.» f 0.50*
Elke regel meer 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cente bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingod
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURQ.
De Burgemeesle rva Amersloort,
Maakt bekend, dat in de gemeente Maartens
dijk een geval van mond- en klauwzeer is voor
gekomen.
Amersfoort, den 18. Mei 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Nederland en liet Yaticaan.
Met de indiening van het wetsontwerp lol
instelling van 'n t ij d c 1 ij k gezantschap bij
het Valieaan, heeft onze Regeering den knup
pel aln het hoenderhok geworpen. Indien er
één politiek vraagstuk is, dat in Nederland
den Godsvrede kan verstoren, dan is het wol
dit. Vroeger onder coalitie-bewind werd het
herstel van het gezantschap bij den Paus het
Nederlandsehe volk vaak dreigend voorgehou
den. Het lot heeft thans gewild, dat het juist^
n vrijzinnig ministerie is, dat met dit voor
stel koml; en nog wel 'n vrijzinnig ministerie,
dat z'n ontslaan mede te danken heeft aan
den stembusstrijd van 1913, waarbij de vrees
voor Rome's wassenden invloed bij niet wei
nigen den doorslag heeft gegeven bij het uit
brengen van hun slem. Op de eenvoudige kie
ners en de eenvoudge kic-zers vormen toch
ook onder de vrijzinnigen 'n groot percentage
moet düt voorstel dus wel 'n verbijsterenden
.lidruk maken.
Maar beschouwt men de zaak wel goed
idl men het hoofd wel koel? Geeft men
.:iet te veel toe aan anti-papistische gevoc-
s? En betracht men wél dezelfde objectl-
l.oil, welke onze roomsclie medeburgers zou
den bctrachlen, zoo het 'n voorstel gold tot in-
eiling van 'n tijdelijk gezantschap bij h oen-
aal intern alio na al lichaam van de sociaal-
...ri'. e ei Lij n internationale organisatie
Di» de vrijmetselarij?
Wij moeten hier niet wat wij immers
-list in de clencalc propagauuisten lickeic,
n beroep doen op de prolcstanlsebo gevoe
lens der natie of hel protestantschc bewust
zijn prikkelen, liet gaat niet om hej-slel van
het gezantschap hoe zouden wij bij n ker
kelijk hoofd zonder land 'n gezantschap kun
nen bobben? doek slechts om 'n tijdelijke
missie voor 'n zeer bizonder geval van inter
na Lionale beteekeius.
Van onze regeering, welke als geen andere,
aoo het algemeene vertrouwen heelt en ver
dient, behoeven we nii-et te vrcezen, dal zij
coquet leert met Rome ol zich heelt ia ten Lc
go.oched.cin «door de inderdaad schitterende
ensceneering van de roomsclie pers voor '11
Yvedes-apotheose, waarvan de Paus het mid
delpunt zal zijn en waarbij onze gezunt dan
lol meerdenn luister als figurant zou mee
doen. Zeker, als het aan de roomsche pers
lag. zou het stellig die richting uitgaan maar
zoo is het gelukkig niet gesteld.
Wat precies het nut kan zijn van 'n Neder-
landsch gezantschap bij het Valioaan, is niet
te zeggen, maar de regeering zal er wel meer
van weten.
Tot dusver heeft de Paus slechts teleurstel
ling ondervonden en gebaard. Zijn vredelie
vendheid, waaraan wij geen oogenblik twij
felen, wordt wat hoog opgevijzeld en bij zeil
als de toekomstige vredestichter voorgesteld
maar toen het nog tijd was om vrede Ie
ten, heeft hij hierin gefaald. Slechls de Paus
toch zou Oostenrijk, den eigenlijken aanstich
ter van den wereldbrand, in z'n oorlogszuch
tige plannen hebben kunnen sluiten. N u heeft
hij te veel belangen in de verschillende oor
logvoerende landen om krachtig tusschen bei
de te kunnen komen. Bovenal moet de Paus
natuurlijk de belangen van de Roomsche kerk
voorstaan en hoe zou hij dit anders kunnen
dan door al lav et rende tusschen de vechten
den door te zeilen, nu eens links, dan weer
rechts vriendelijk knikkende, gelijk laat
ons maar eerlijk zijn ook wij, Nederlan
ders. wel gedwongen zijn veel te uoen en nog
meer le laten om onze onzijdigheid niet in
gevaar te brengen.
liet Valieaan heeft steeds handige diploma
ten cn in 's Pausen omgeving zullen er stellig
zijn. die lot herstel van den verloren invloed
in troebel water hopen te kunnen visschen.
Het zou dus mogelijk zijn dat de Paus bij do
vredesonderhandelingen naar voren gescho
ven zal worden om 'n rol te spelen. liet kan
dus voor Nederland), dat, wegens z'n goede
verstandhouding met alle oorlogvoerenden,
meer nog dan de Paus, -die met do meesten
hunner in geen of weinig goede verstandhou
ding leeft, aangenaam is als vredesbemid-de-
-r, van belang zijn in deze tijden voeling te
houden met het Valieaan. En daarvoor zou de
voorgestelde tijdelijke missie dienstig zijn.
Wij ontveinzen ons niet, dal de pauselijke
diplomatie tot eigen meerdere glorie mis
schien liefst Nederland die eer zou willen
afsnoepen en ij vorig bezig is overal hare
voelarmen uit le strekken en vaste verbinding
le zoeken om, als de tijd voor do vredesonder
handelingen daar is, zich ails de eigenlijke
vredestichter op te werpen. Maar wij gcloovcn
dat onze regeeriug deze taktiok stellig zou
doorzien. Trouwens nu ook Italië aan den
oorlog gaat meedoen, is het weinig waar
schijnlijk dat te Rome, dat dan de hoofdstad
van een der oorlogvoerende landen is. de vre
desonderhandelingen zullen plaats hebben.
Hoe het zij, wij moeten, in verin-ouwen op
hel wijs beleid onzer regeering, afwachten.
Blijkt zij 'n fout begaan te hebben, zij zal -de
verantwoordelijkheid er voor dragen. Blijkt
zij het juiste inzicht gehad te hebben, wij
zullen ons er over verheugen.
Het is gisteren een dag van spanning ge
weest. Met stijgend mgcduld werd uitgezien
naar de berichten, die uit Rome werden ver
wacht. De onzekerheid heeft langer geduurd
dan men had gedacht. Eerst ui den nacht is
het bericht gekomen, dat de Kamer mei -107
legen 71 stemmen en céue onthouding liet
wetsontwerp heefl aangenomen, dal aan .de
regeering de buitengewone' volmachten ver
leent, die zij had- gevraagd voor hel geval
van don oorlog.
Daarmee heelt de Kamer gedaan wal van
haar verlangd werd; zij heelt de macht om
te handelen in handen van de regeering ge
legd. En men weet wat dat in dit geval belce
kont. De beslissing van dc ltaliaansche
Kamer is dc voorlooper van hel besluit van
de regeering van italic om de onzijdigheid
prijs le geven en als bondgenoot van de uuple-
cnlcnlc aan den oorlog deel le nemen; de
lormeole oorlogsverklaring is, volgens de mc-
dédoehngen in dc llaliaanschc pers mor
gen te verwachten. Men was er op
voorbereid, dat dit zou geschieden; wat
in de laatste dagen over de stemming in
italic werd bericht, liet er geen twijfel over
beslaan, dat het daartoe zou komen. Toch kost
het moeite om zich daarin in te denken. De
begrippen, die in het burgerlijke leven be
staan over fatsoen en goede trouw, moeten
wel zeer sterk afwijken van wat in de hooge
politiek gangbaar is, wanneer men ziet lioe
Italië, dat meer dan dertig jaren -de bond
genoot van Oosten rij k-Iiongarije en van
Duitschland geweest is, die handen verbreekt
en zich aansluit bij de vijanden van de beide
centrale mogendheden om dezen hulp te ver-
ioenen nu zij zich gereed maken tot den slag
waarvan zij hopen, dat hij dc beslissing zal
hrcugcn in c^on. welhaast^ tien. maanden du-
rciiden strijd.
Men wist ui Weenen, dat het hier voor Iiaiic
enkel d,e vraag goldt wat hem het mceslc
oordeel kon brengen. Er zijn aanbiedingen
gedaan, waarvan men hoopte, dat zij Italië
zouden bewegen zuuh te houden aan zijne in-
iupi cui'.ie van uc verplichtingen, voortvloeien
de uit het bondsverdrag met Duitschland en
Oostenrijk, en te volharucn in de onzijdugheid,
die hel bij hot uitbreken van den wereldsli ïjd
voor zich als richtnsoer had gekozen. Die aan
biedingen gingen in tegemoetkoming aan de
wensen cn van de Italia irrodenta tot de
Uiltersle grens van wal mei liet levensbelang
van de monarchie Oosteni'ijk-Hongarije vcr-
eenigbaar was. Zij bevallen nog eciie gewichti
ge concessie op een ander punt. Ooslennjk-
lluuganje verklaarde zich bereid zich van
elke bemoeiing met de zaken in Albanië te ont
houden; het kende aan Italië het recht toe,
zich in Valoiia een steunpunt te verschaften,
dal in verhand met Cc aan de andere zijde le
gende ltaliaansche havens den mond van do
Adiria móest bolieerschen. Dat bcteekende, dat
Oostenrijk bereid was, ter wille van Halte, het
voeren van actieve pohliek aan de oostelijke
kusten \an dc Adiriatische zee geheel te la)leu
varen.
Dit alles kan Italië ki ijgeivzonder een cent
uit 1e geven en een druppel bloeds te offeren,
alleen door te v Mierden in de neutraliteit,
die het sedert den beginne heeft betracht.
Maar Italic verwacht blijkbaar nog grootere
voordoelen voor zich te zullen verwerven,
wanneer het de zijde kniest van de triple-en
tente. En zoo zien wij het schouwspel, dat
Italië treedt in een oorlog, die ten doel heeft
zijne beide hondgenootcn van gisteren te ver
nietigen.
Met terzijdestelling van dc wijze les, die
vervat is in ons spreekwoord„Beter één vo
gel in de hand dan tien in de lucht*', wijsl
Italië een voordeel, waarop het vast kan re
kenen, af om zich de kans te verschaffen een
grooter voordcel te behalen. Maar of die kans
zich zal verwezenlijken, is onzeker. Italië
moet zich daarvoor in een oorlog begeven,
die tin het gunstigste geval het op groote of-
Iers aan geld en bloed le staan zal komen. En
dc oorlogskans is altijd een onzekere kans.
Dat heelt nog voor enkele dagen een rnili-
taiire schrijver, die in zijn land een goeden
naam geniet, in deze woorden uiteen gezet:
„Duitschland staat in liet westen cn het oos
ten zoo veilig, dat het nog een aantal leger
korpsen voor onvoorziene behoeften beschik
baar heeft. De militaire toestand van Oosten-
rijk-IIongarije is verbeterd en zal zich zonder
Europeeschc complication nog verder verbe
teren. Êngelands feitelijke machtsverhoudin
gen op het westelijk oorlogslooneel slaan ons
niet helder voor oogen; een krachtig offensief
is vooreerst niet te verwachten. Frankrijk zoekt
overal naar vreemde hulp, vertrouwt steeds
minder op eigen kracht. Rusland kan, naar het
ooi deel van alle militaire deskundigen, een
algemeen offensief tegenwoordig niet begiu-
uen. Op den Balkan heerscht een toestand van
waakzaamheid; gewichtige operation zijn niet
aanstaande. De zeeslratenkweslie is nog Jang
niet aan de oplossing toe. Zelfs wanneer de
verovering van dc zeestraten plaats had, dan
zou zij den Europecschen twist slechts inge
wikkelder maken en verlengen.
„Kortom de militaire toestand ontwikkelt
zich gunstig voor de centrale mogendheden.
Wel is waar slechts met een gering oogcnblik-
kclijk overwicht, dat niet voldoende is voor het
bereiken van groote oogmerken, maar loch de
eindoplossing van het conflict zou kunnen
voorbereiden. Voor een ingrijpen, eene held
haftige opoffering van Italië is de tegen
woordige toestand niet bepaald voordeelig
om de volgende redenen: De triple-entente is
voor 't oogenblik niet in staat een doodclijken
sloot aan Duitschland of Ooslcnrijk-Hongarije
toe te brengen. Zij zou ons op ons gevechls-
veld geenc tijdige hulp kunnen brengen, zoo
dat wij alleen den overmachtigèn vijand zou
den moeten afweren. Oostcnrijk-IIongaiije is
tegen Servië en Montenegro door gunstige geo
grafische grenzen gedekt, cn ook een aanval
a an Rumenië zou bezwaarlijk zoo bliksemsnel
kunnen geschieden, dat daardoor Italics lot
beïnvloed werd. Dc Balkantocstand is onzeker,
zoolang de kwestie van Konslantinopcl onop
gelost is. Een ernstige fout zou hel zijn, als
Italië in de welken greep. Italië zal waar
schijnlijk lot het geheel van de militaire ope-
raliën niet zeer* veel kunnen bijdiagen. Ilct
vijandelijke offensief zou, om het verraad,
waarvan men ons beticht, tc wreken, bliksem
snel tegen de Po-vlakte cn wie weel waar
heen zich richten. Laat Italië zich niet aan
zinsbedrog overgeven. Ook een korte inval in
Boven-Italié zou het land kunnen verwoes
ten. Venetië, misschien ook Lombardije, zou
in het bezit van den vijand kunnen blij\en."
Dit oordcel over den militairen toestand van
het oogenblik is niet van den eerste den beste,
maar van een Italiaanschen militairen schrij
ver, majoor Bonamico uit Florence; hel stond
vermeld in hel nummer van de Popoio Roma
no van 12 Mei.
O e oorlog.
Berlijn, 20 Mei. (W. B.) Bericht van liet
opperste legerbestuur uit hei groote hoofd
kwartier van lieden voormiddag.
Somber, ondoorzichtig weer belemmerde
gisteren in Vlaanderen en Noordwestelijk
Frankrijk den gevechtsarbeijdOp de Loretlo-
lioogle maakten wij geenc vorderingen. Bij
Ablaih werd een nachtelijke vijandelijke aan
val in een bajonet strijd afgeslagen.
Tusschen Maas cn Moezel was dc artille-
rieslrijd hijzonder hevig. Tegen den morgen
.gingen de Franschcn ten oosten van AijJy in
een brood front aanvallend te work. De aan
val werd overal, gedceltelijiic in oen verbit
terd handgemeen, door ojqs afgeslagen.
P ar ij s, 2 0 Mei. (Havas.) Namiiddag-
coniniuiiiqué.
In den nacht van den IScn op den 19dcu
beproefden dc Duiitschors tegen hot Bois le
Pré Lr o een aanval, dien de Franschcn onmid
dellijk door hun vuur stuitten.
Don 19den ovor dag was op geen onkel punt
van hot front eenige actie. Gedurende den
nacht van den 19dcn op den 20en kwam niets
voor wat is tc vermelden.»
Parijs, 20 Mei. (R.) Avondcommuiiiquc.
Tusschen Niouwpoort en Atrecht blijft dc
grond drassig ch onbegaanbaar. Er was oen
scherp arliilleadc-duol, waarin twee Duitsche
vliegtuigen worden neergeschoten. Wij maak
ten door middel van mijn work vorderingen
Ln de richting van dc vijandelijke loopgra
ven bij Reausëjour, in Champagne. Wij sloe
gen een aanval terug op Bagatelle, in do
Argonne, en namen verscheidene loopgraven
in het bosch van. Ailly.
Parijs, 2 0 Mei. (11avas). Ilel persbureau
deelt een uitvoerig officieel bericht mede over
den strijd aan dc Yser. Daarin wordt gezegd:
Onze operaties aan dc Yser slaagden er den
17en Mei, na het offensief der Duilschers tol
slaan te hebben gebracht, in, den vijand ge
heel terug te werpen. Naar men weet, wisten
de Duitschers den 23cn April, door hef ge
bruikmaken van verslikkende gassen, een
onzer territoriale divisies naar den linker
oever van het Yserkauaal terug te werpen
Den 25en April werd het oprukken der Duit
schers tol staan gebracht, maar dc gevechten
tol het zuiveren van den linkeroever duurden
in de streek van Lizcrne, het Sas en Sleen-
slraete tol den 17en Mei Yoorl cn bevestigden
dc superioriteit onzer troepen; vooral dc
Zouaven en de ALgiersclie lusilliers onder
scheidden zich door builcngewonen moed en
élan tegenover den vijand, die loch door de
eerslc successen was aangemoedigd.
De verliezen der Dudlschers waren buiten
gewoon groo-t, hel aantal in den strijd betrok
ken troepen in aanmerking nemende, en do
door ons gevonden lijken, wier aantal tus
schen Sleenslraele en hel Sas meer dan 2000
bedroeg. Bij ons was het aantal gewonden
veel grooler dan het aantal dooden en wij had
den veel meer licht- dan zwaargewonden.
door
SOPHUS BAUDITZ.
Uit het Deensch vertaald.
62
Dat wordt het," antwoordde de kapitein,
,'jtsleravoiid hoorde ik dc pluvieren trekken.'
„Zoo, de pluvieren, dat is een zeer aange
Game afwisseling.
Gaat de palrijzentijd u nicL spoedig ver
velen
„Neen. hoe zou dal in 's hemels naam kun
nen l"
„Nu, de hemel weet dat ik er genoeg van
Leb. Als men zoo eenige weken lang patrijzen
in nog eens patrijzen cn geen anderen vogel
heeflt gegeten, dan trekt de maag bepaald te
samen zoodra men dat gebraad ziet!"
„01 bedoelt gij het zoo, daar dacht, ik niet*
aan 1"
„£n ik zal u zeggen," ging Mathicsen do-
aearend voort, „in hel klaarmaken van pa-
$fGxen is niet veel variatie le brengen; zii
fcuunen niet best gefarceerd worden, zij sma-
ftcn flauw als salmi en zij smaken flauw in
partei, eigenlijk valt er niet veel te maken van
«Be vogels I"
„Ja. becassines zijn geschikter." stemde de
loapitcin toe.
„Hm!" smakte Mathicsen en lui had bijna
geglimlacht. „A propos van becassines, gij
moet toch aan juiirouw Hansen leeren ze en
cröüte te braden, ik weet dat gij hel juffrouw
Sörenseu hebt geleerd en als tiie het kan lee
ren, dan kan juffrouw Hansen het zeker ook.
Wij zien trouwens bijna nooit becassines op
Skoosgaard, om van poelsneppen niet te spre
ken! De snea sterft uit!"
„De jager had vroeger toch veel op met de
langbekken," zcide de kapitein. „Hij wilde
immers zijn oudste dochter Becassine noe
men!"
„Zoo! dat moet dan in zijn jonge dagen zijn
geweest! Nu levert hij nooit iels; of hij schiet
mis, of ziin geweer ketst."
„Ja, ik weet wel dat men zegt. dat zijn ge
weer om de drie schoten ketst, als straf dat
hij een haas in het leger school op een an
ders jacht."
„Dat verhaal ken ik niet. Neen de goede
iager is gewoonlijk dronken als hij uitgaat cn
daardoor brengt hij niets thuis. Hij moest
s morgens uitgaan ais hij nog nuchter is, dau
gaf hel misschien iels."
„Neen dal helpt niet:, als hij nuchter is
heeft zijn hand. Hij moei even aangeschoten
zijn om le kunnen raken!"
„Het schijnt moeilijk le zijn om het punt van
dronkenschap té vinden, dat het raken be
vordert," merkte Mathicsen vinnig on „Maar
hoor eens, beste kapitein, nu beginnen de
groote jachten hier op Skoosgaard, dal geeft
toch eenige afwisseling in het menu, vooral
iu het begin, doe mij nu den dienst om eenige
jonge reeën te schieten! Dat is het beste loo-
pende wild dat wij hebben. Een vette jongt»
ree, die een behoorlijken tijd in room heeft
gelegen, goed gebraden es met Léoville '64 cr
bij, wat zegt gij daarvan! Vergeet vooral niel
eenige reetjes tc schieten!"
Dit jachlpraatie werd afgebroken toen zii
in de vestibule kwamen, want daar stond de
graaf en vroeg olijkbaar opgcvroolijkt aan
Mathicsen om twee flesschen Kudcsheiuier en
een flesch ouden Madeira uil den kelder te
haten.
„I*s er een vierde man gekomen?" vroeg
Mathicsen met belangstelling.
„Neen, dal nu juist niet. maar de ingenieur
Kongsted is gekomen."
„Niemand anders! Is hot voor hem dal dc
oude Madeira moot worden gehaald?"
„Ja."
„Zoo!" Toen de graaf weg was, wendde
Mathicsen zich tot den kapitein en zeidc heel
boos; „de hemel weet waarom er zoover
diukte over dezen v rij onbeduide iden per
soon wordt gemaakt. Ihi is van geen familie,
heel gewone bureaucraten, die bovendien van
oudsher liberaal zijn geweest en wat is hij
zelf? SlotengraveiSloten graver in rok cn
witte das, maar lo.cli slotengravcr! En wat
moet hij hier op Skoosgaard? Ilij koml vroeg
en laat, dc graaf sluit zich met hem op en
zij spreken uren lang met elkander, inhar ik
kan onmogelijk hooren waarover zij liet heb
ben. ofschoon ik Neen er is bepaald iels
verdachts aan hein! Ik heb cr met graaf Chris
tian over gesproken, maar hij weel niets en
Nancy en Ilciiriette, die twee kleine dom
ooren, welen natuurlijk ook niets! Weet ge er
iets van, kapitein?"
„Neen. hoe zou ik er iels van welen. Ziin
het zaken of politiek, iets ernstigs of van eenige
bclcckenis. dan spreekt niemand er met mii
over."
„Och neen, dat kan ik mij wel voorstellen!"
antwoordde Malhiesen spottend. Ilij begon
hongerig tc worden cn dan was hij altijd
dubbel onaangenaam.
„Ik zal den Madeira toch moeliyi halen 1"
zur.lillc liii en ging naar den kelder.
Tien minuten voor vijven kwam graaf. Chris-
tiaan te paard; hij liad precies lijd om zich tc
verklceden. toen klonk dc gong en men ging
aan tafel.
Uitstekend diner, uitstekende wijnen. De
groote zilveren millicu boog onder den last
der vruchten, de kaarsen schitterden in het
geslepen kristal, twee knechts in livrei dien
den.
„Prachtig!" zeide de kapitein.
Het bleek duidelijk genoeg dat graaf Porse
bijzonder op Kongsted gesteld en dat Kong
sted op Skoosgaard op zijn gemak was. Hij
zat naast den graaf en deze dronk het eerste
glas met hem; Kongsted kon den kleinen ver
troetelden taks streelen zonder dal deze
hem aariclafle en hij ha,d reeds .lang geleerd
fieule Nancy van freule Henrielte tc onder
scheiden, zelfs als zij hooge japonnen droegen.
Na tafel, toen de koffie rondgediend en de
sigaar half opgerookt was, stond de graaf op
en ging met een „excuseer, beste kapitein,"
in zijn werkkamer, gevolgd door Kongsted.
„Ziet ge." zeidc Mathicsen, „nu sluiten zij
zich weer op en wij worden cr buiten-gelaten!
Stil, ik dacht dat Kongsted veertigduizend
kronen noemde! Gij zult zien dat hij een ge-
meene bedrieger is en de graaf is ongelukkig
genoeg, goed geloovig, al te goed geloovig,
oa/t heb ik hem trouwens gezegd!"
Maar de conferentie in dc werkkamer van
den graaf boezemde den kapitein niet evenveel
belang in als Mathiesen; hij eing naar de
groote tuinkamer en zette zich neer in een
gezclligen hoek met graaf Christiaan en dc
freules. De zusters vroegen allerlei, en dc ka
pitein vertelde los en vast van de inensckcii
en dc voorvallen in dc huurt en de twee
kleine gravinnen -amuseerden zich even goed
als de prinses in hel sprookje, die door haar
vinger in den pot tc stekcu kon le welen
komen wie dien dag gebraad at en wie pap.
Eindelijk kwamen dc graaf en Kongsted
terug in de tuinkamer, maar nauwelijks wa
ren zij binnen of graaf Cliristiaan die reeds
lang een gelegenheid scheen gezocht tc heb
ben om iets te zeggen, nam een'aanloop cn
zeide verlegen: „Ik zou gaarne eenige wroor-
cien met Papa spreken als het gelegen komt.
En u, kapitein, cn u, ingenieur wilmie ik
gaarne vragen om mede tc gaan."
„Ik ben misschien overbodig?" vroeg Ma
lhiesen en toen niemand hem tegensprak liep
hij eeniige keeren op zijn hakken heen en
weer en draaide vlug zijn duimen om el
kander.
„Wat wil hij van zijn vader?" vroeg hij cn
stond met een schok stil, maar de freules
wisten er waarlijk niets van cn Mathicsen
ging kwaad naar zijn kamer.
„Die Bro. u weet wel Parpa, kwam gislerefr
bij mij," 'begon graaf Christiaan, toen de vier
heeren hadden plaats genomen en de deuren
waren gesloten.
Wordi *x.rvolgïl*