Vrijdag 21 Mei 1915. „D E lü" Jaargang. EEMLAN DER". BUITENLAND. FEUILLETON. HERTESTEIN Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. N° 247 Kennisgeving. Politiek Overzicht De uitbreiding van den wereüdstrijd. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.1 Afzonderlijke nummers - 0.05. Dezo Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën geliove men liefst vóór 11 uur, familia- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogols.» f 0.50* Elke regel meer 0.10 Dienstaanbiedingen 25 cente bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingod tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURQ. De Burgemeesle rva Amersloort, Maakt bekend, dat in de gemeente Maartens dijk een geval van mond- en klauwzeer is voor gekomen. Amersfoort, den 18. Mei 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Nederland en liet Yaticaan. Met de indiening van het wetsontwerp lol instelling van 'n t ij d c 1 ij k gezantschap bij het Valieaan, heeft onze Regeering den knup pel aln het hoenderhok geworpen. Indien er één politiek vraagstuk is, dat in Nederland den Godsvrede kan verstoren, dan is het wol dit. Vroeger onder coalitie-bewind werd het herstel van het gezantschap bij den Paus het Nederlandsehe volk vaak dreigend voorgehou den. Het lot heeft thans gewild, dat het juist^ n vrijzinnig ministerie is, dat met dit voor stel koml; en nog wel 'n vrijzinnig ministerie, dat z'n ontslaan mede te danken heeft aan den stembusstrijd van 1913, waarbij de vrees voor Rome's wassenden invloed bij niet wei nigen den doorslag heeft gegeven bij het uit brengen van hun slem. Op de eenvoudige kie ners en de eenvoudge kic-zers vormen toch ook onder de vrijzinnigen 'n groot percentage moet düt voorstel dus wel 'n verbijsterenden .lidruk maken. Maar beschouwt men de zaak wel goed idl men het hoofd wel koel? Geeft men .:iet te veel toe aan anti-papistische gevoc- s? En betracht men wél dezelfde objectl- l.oil, welke onze roomsclie medeburgers zou den bctrachlen, zoo het 'n voorstel gold tot in- eiling van 'n tijdelijk gezantschap bij h oen- aal intern alio na al lichaam van de sociaal- ...ri'. e ei Lij n internationale organisatie Di» de vrijmetselarij? Wij moeten hier niet wat wij immers -list in de clencalc propagauuisten lickeic, n beroep doen op de prolcstanlsebo gevoe lens der natie of hel protestantschc bewust zijn prikkelen, liet gaat niet om hej-slel van het gezantschap hoe zouden wij bij n ker kelijk hoofd zonder land 'n gezantschap kun nen bobben? doek slechts om 'n tijdelijke missie voor 'n zeer bizonder geval van inter na Lionale beteekeius. Van onze regeering, welke als geen andere, aoo het algemeene vertrouwen heelt en ver dient, behoeven we nii-et te vrcezen, dal zij coquet leert met Rome ol zich heelt ia ten Lc go.oched.cin «door de inderdaad schitterende ensceneering van de roomsclie pers voor '11 Yvedes-apotheose, waarvan de Paus het mid delpunt zal zijn en waarbij onze gezunt dan lol meerdenn luister als figurant zou mee doen. Zeker, als het aan de roomsche pers lag. zou het stellig die richting uitgaan maar zoo is het gelukkig niet gesteld. Wat precies het nut kan zijn van 'n Neder- landsch gezantschap bij het Valioaan, is niet te zeggen, maar de regeering zal er wel meer van weten. Tot dusver heeft de Paus slechts teleurstel ling ondervonden en gebaard. Zijn vredelie vendheid, waaraan wij geen oogenblik twij felen, wordt wat hoog opgevijzeld en bij zeil als de toekomstige vredestichter voorgesteld maar toen het nog tijd was om vrede Ie ten, heeft hij hierin gefaald. Slechls de Paus toch zou Oostenrijk, den eigenlijken aanstich ter van den wereldbrand, in z'n oorlogszuch tige plannen hebben kunnen sluiten. N u heeft hij te veel belangen in de verschillende oor logvoerende landen om krachtig tusschen bei de te kunnen komen. Bovenal moet de Paus natuurlijk de belangen van de Roomsche kerk voorstaan en hoe zou hij dit anders kunnen dan door al lav et rende tusschen de vechten den door te zeilen, nu eens links, dan weer rechts vriendelijk knikkende, gelijk laat ons maar eerlijk zijn ook wij, Nederlan ders. wel gedwongen zijn veel te uoen en nog meer le laten om onze onzijdigheid niet in gevaar te brengen. liet Valieaan heeft steeds handige diploma ten cn in 's Pausen omgeving zullen er stellig zijn. die lot herstel van den verloren invloed in troebel water hopen te kunnen visschen. Het zou dus mogelijk zijn dat de Paus bij do vredesonderhandelingen naar voren gescho ven zal worden om 'n rol te spelen. liet kan dus voor Nederland), dat, wegens z'n goede verstandhouding met alle oorlogvoerenden, meer nog dan de Paus, -die met do meesten hunner in geen of weinig goede verstandhou ding leeft, aangenaam is als vredesbemid-de- -r, van belang zijn in deze tijden voeling te houden met het Valieaan. En daarvoor zou de voorgestelde tijdelijke missie dienstig zijn. Wij ontveinzen ons niet, dal de pauselijke diplomatie tot eigen meerdere glorie mis schien liefst Nederland die eer zou willen afsnoepen en ij vorig bezig is overal hare voelarmen uit le strekken en vaste verbinding le zoeken om, als de tijd voor do vredesonder handelingen daar is, zich ails de eigenlijke vredestichter op te werpen. Maar wij gcloovcn dat onze regeeriug deze taktiok stellig zou doorzien. Trouwens nu ook Italië aan den oorlog gaat meedoen, is het weinig waar schijnlijk dat te Rome, dat dan de hoofdstad van een der oorlogvoerende landen is. de vre desonderhandelingen zullen plaats hebben. Hoe het zij, wij moeten, in verin-ouwen op hel wijs beleid onzer regeering, afwachten. Blijkt zij 'n fout begaan te hebben, zij zal -de verantwoordelijkheid er voor dragen. Blijkt zij het juiste inzicht gehad te hebben, wij zullen ons er over verheugen. Het is gisteren een dag van spanning ge weest. Met stijgend mgcduld werd uitgezien naar de berichten, die uit Rome werden ver wacht. De onzekerheid heeft langer geduurd dan men had gedacht. Eerst ui den nacht is het bericht gekomen, dat de Kamer mei -107 legen 71 stemmen en céue onthouding liet wetsontwerp heefl aangenomen, dal aan .de regeering de buitengewone' volmachten ver leent, die zij had- gevraagd voor hel geval van don oorlog. Daarmee heelt de Kamer gedaan wal van haar verlangd werd; zij heelt de macht om te handelen in handen van de regeering ge legd. En men weet wat dat in dit geval belce kont. De beslissing van dc ltaliaansche Kamer is dc voorlooper van hel besluit van de regeering van italic om de onzijdigheid prijs le geven en als bondgenoot van de uuple- cnlcnlc aan den oorlog deel le nemen; de lormeole oorlogsverklaring is, volgens de mc- dédoehngen in dc llaliaanschc pers mor gen te verwachten. Men was er op voorbereid, dat dit zou geschieden; wat in de laatste dagen over de stemming in italic werd bericht, liet er geen twijfel over beslaan, dat het daartoe zou komen. Toch kost het moeite om zich daarin in te denken. De begrippen, die in het burgerlijke leven be staan over fatsoen en goede trouw, moeten wel zeer sterk afwijken van wat in de hooge politiek gangbaar is, wanneer men ziet lioe Italië, dat meer dan dertig jaren -de bond genoot van Oosten rij k-Iiongarije en van Duitschland geweest is, die handen verbreekt en zich aansluit bij de vijanden van de beide centrale mogendheden om dezen hulp te ver- ioenen nu zij zich gereed maken tot den slag waarvan zij hopen, dat hij dc beslissing zal hrcugcn in c^on. welhaast^ tien. maanden du- rciiden strijd. Men wist ui Weenen, dat het hier voor Iiaiic enkel d,e vraag goldt wat hem het mceslc oordeel kon brengen. Er zijn aanbiedingen gedaan, waarvan men hoopte, dat zij Italië zouden bewegen zuuh te houden aan zijne in- iupi cui'.ie van uc verplichtingen, voortvloeien de uit het bondsverdrag met Duitschland en Oostenrijk, en te volharucn in de onzijdugheid, die hel bij hot uitbreken van den wereldsli ïjd voor zich als richtnsoer had gekozen. Die aan biedingen gingen in tegemoetkoming aan de wensen cn van de Italia irrodenta tot de Uiltersle grens van wal mei liet levensbelang van de monarchie Oosteni'ijk-Hongarije vcr- eenigbaar was. Zij bevallen nog eciie gewichti ge concessie op een ander punt. Ooslennjk- lluuganje verklaarde zich bereid zich van elke bemoeiing met de zaken in Albanië te ont houden; het kende aan Italië het recht toe, zich in Valoiia een steunpunt te verschaften, dal in verhand met Cc aan de andere zijde le gende ltaliaansche havens den mond van do Adiria móest bolieerschen. Dat bcteekende, dat Oostenrijk bereid was, ter wille van Halte, het voeren van actieve pohliek aan de oostelijke kusten \an dc Adiriatische zee geheel te la)leu varen. Dit alles kan Italië ki ijgeivzonder een cent uit 1e geven en een druppel bloeds te offeren, alleen door te v Mierden in de neutraliteit, die het sedert den beginne heeft betracht. Maar Italic verwacht blijkbaar nog grootere voordoelen voor zich te zullen verwerven, wanneer het de zijde kniest van de triple-en tente. En zoo zien wij het schouwspel, dat Italië treedt in een oorlog, die ten doel heeft zijne beide hondgenootcn van gisteren te ver nietigen. Met terzijdestelling van dc wijze les, die vervat is in ons spreekwoord„Beter één vo gel in de hand dan tien in de lucht*', wijsl Italië een voordeel, waarop het vast kan re kenen, af om zich de kans te verschaffen een grooter voordcel te behalen. Maar of die kans zich zal verwezenlijken, is onzeker. Italië moet zich daarvoor in een oorlog begeven, die tin het gunstigste geval het op groote of- Iers aan geld en bloed le staan zal komen. En dc oorlogskans is altijd een onzekere kans. Dat heelt nog voor enkele dagen een rnili- taiire schrijver, die in zijn land een goeden naam geniet, in deze woorden uiteen gezet: „Duitschland staat in liet westen cn het oos ten zoo veilig, dat het nog een aantal leger korpsen voor onvoorziene behoeften beschik baar heeft. De militaire toestand van Oosten- rijk-IIongarije is verbeterd en zal zich zonder Europeeschc complication nog verder verbe teren. Êngelands feitelijke machtsverhoudin gen op het westelijk oorlogslooneel slaan ons niet helder voor oogen; een krachtig offensief is vooreerst niet te verwachten. Frankrijk zoekt overal naar vreemde hulp, vertrouwt steeds minder op eigen kracht. Rusland kan, naar het ooi deel van alle militaire deskundigen, een algemeen offensief tegenwoordig niet begiu- uen. Op den Balkan heerscht een toestand van waakzaamheid; gewichtige operation zijn niet aanstaande. De zeeslratenkweslie is nog Jang niet aan de oplossing toe. Zelfs wanneer de verovering van dc zeestraten plaats had, dan zou zij den Europecschen twist slechts inge wikkelder maken en verlengen. „Kortom de militaire toestand ontwikkelt zich gunstig voor de centrale mogendheden. Wel is waar slechts met een gering oogcnblik- kclijk overwicht, dat niet voldoende is voor het bereiken van groote oogmerken, maar loch de eindoplossing van het conflict zou kunnen voorbereiden. Voor een ingrijpen, eene held haftige opoffering van Italië is de tegen woordige toestand niet bepaald voordeelig om de volgende redenen: De triple-entente is voor 't oogenblik niet in staat een doodclijken sloot aan Duitschland of Ooslcnrijk-Hongarije toe te brengen. Zij zou ons op ons gevechls- veld geenc tijdige hulp kunnen brengen, zoo dat wij alleen den overmachtigèn vijand zou den moeten afweren. Oostcnrijk-IIongaiije is tegen Servië en Montenegro door gunstige geo grafische grenzen gedekt, cn ook een aanval a an Rumenië zou bezwaarlijk zoo bliksemsnel kunnen geschieden, dat daardoor Italics lot beïnvloed werd. Dc Balkantocstand is onzeker, zoolang de kwestie van Konslantinopcl onop gelost is. Een ernstige fout zou hel zijn, als Italië in de welken greep. Italië zal waar schijnlijk lot het geheel van de militaire ope- raliën niet zeer* veel kunnen bijdiagen. Ilct vijandelijke offensief zou, om het verraad, waarvan men ons beticht, tc wreken, bliksem snel tegen de Po-vlakte cn wie weel waar heen zich richten. Laat Italië zich niet aan zinsbedrog overgeven. Ook een korte inval in Boven-Italié zou het land kunnen verwoes ten. Venetië, misschien ook Lombardije, zou in het bezit van den vijand kunnen blij\en." Dit oordcel over den militairen toestand van het oogenblik is niet van den eerste den beste, maar van een Italiaanschen militairen schrij ver, majoor Bonamico uit Florence; hel stond vermeld in hel nummer van de Popoio Roma no van 12 Mei. O e oorlog. Berlijn, 20 Mei. (W. B.) Bericht van liet opperste legerbestuur uit hei groote hoofd kwartier van lieden voormiddag. Somber, ondoorzichtig weer belemmerde gisteren in Vlaanderen en Noordwestelijk Frankrijk den gevechtsarbeijdOp de Loretlo- lioogle maakten wij geenc vorderingen. Bij Ablaih werd een nachtelijke vijandelijke aan val in een bajonet strijd afgeslagen. Tusschen Maas cn Moezel was dc artille- rieslrijd hijzonder hevig. Tegen den morgen .gingen de Franschcn ten oosten van AijJy in een brood front aanvallend te work. De aan val werd overal, gedceltelijiic in oen verbit terd handgemeen, door ojqs afgeslagen. P ar ij s, 2 0 Mei. (Havas.) Namiiddag- coniniuiiiqué. In den nacht van den IScn op den 19dcu beproefden dc Duiitschors tegen hot Bois le Pré Lr o een aanval, dien de Franschcn onmid dellijk door hun vuur stuitten. Don 19den ovor dag was op geen onkel punt van hot front eenige actie. Gedurende den nacht van den 19dcn op den 20en kwam niets voor wat is tc vermelden.» Parijs, 20 Mei. (R.) Avondcommuiiiquc. Tusschen Niouwpoort en Atrecht blijft dc grond drassig ch onbegaanbaar. Er was oen scherp arliilleadc-duol, waarin twee Duitsche vliegtuigen worden neergeschoten. Wij maak ten door middel van mijn work vorderingen Ln de richting van dc vijandelijke loopgra ven bij Reausëjour, in Champagne. Wij sloe gen een aanval terug op Bagatelle, in do Argonne, en namen verscheidene loopgraven in het bosch van. Ailly. Parijs, 2 0 Mei. (11avas). Ilel persbureau deelt een uitvoerig officieel bericht mede over den strijd aan dc Yser. Daarin wordt gezegd: Onze operaties aan dc Yser slaagden er den 17en Mei, na het offensief der Duilschers tol slaan te hebben gebracht, in, den vijand ge heel terug te werpen. Naar men weet, wisten de Duitschers den 23cn April, door hef ge bruikmaken van verslikkende gassen, een onzer territoriale divisies naar den linker oever van het Yserkauaal terug te werpen Den 25en April werd het oprukken der Duit schers tol staan gebracht, maar dc gevechten tol het zuiveren van den linkeroever duurden in de streek van Lizcrne, het Sas en Sleen- slraete tol den 17en Mei Yoorl cn bevestigden dc superioriteit onzer troepen; vooral dc Zouaven en de ALgiersclie lusilliers onder scheidden zich door builcngewonen moed en élan tegenover den vijand, die loch door de eerslc successen was aangemoedigd. De verliezen der Dudlschers waren buiten gewoon groo-t, hel aantal in den strijd betrok ken troepen in aanmerking nemende, en do door ons gevonden lijken, wier aantal tus schen Sleenslraele en hel Sas meer dan 2000 bedroeg. Bij ons was het aantal gewonden veel grooler dan het aantal dooden en wij had den veel meer licht- dan zwaargewonden. door SOPHUS BAUDITZ. Uit het Deensch vertaald. 62 Dat wordt het," antwoordde de kapitein, ,'jtsleravoiid hoorde ik dc pluvieren trekken.' „Zoo, de pluvieren, dat is een zeer aange Game afwisseling. Gaat de palrijzentijd u nicL spoedig ver velen „Neen. hoe zou dal in 's hemels naam kun nen l" „Nu, de hemel weet dat ik er genoeg van Leb. Als men zoo eenige weken lang patrijzen in nog eens patrijzen cn geen anderen vogel heeflt gegeten, dan trekt de maag bepaald te samen zoodra men dat gebraad ziet!" „01 bedoelt gij het zoo, daar dacht, ik niet* aan 1" „£n ik zal u zeggen," ging Mathicsen do- aearend voort, „in hel klaarmaken van pa- $fGxen is niet veel variatie le brengen; zii fcuunen niet best gefarceerd worden, zij sma- ftcn flauw als salmi en zij smaken flauw in partei, eigenlijk valt er niet veel te maken van «Be vogels I" „Ja. becassines zijn geschikter." stemde de loapitcin toe. „Hm!" smakte Mathicsen en lui had bijna geglimlacht. „A propos van becassines, gij moet toch aan juiirouw Hansen leeren ze en cröüte te braden, ik weet dat gij hel juffrouw Sörenseu hebt geleerd en als tiie het kan lee ren, dan kan juffrouw Hansen het zeker ook. Wij zien trouwens bijna nooit becassines op Skoosgaard, om van poelsneppen niet te spre ken! De snea sterft uit!" „De jager had vroeger toch veel op met de langbekken," zcide de kapitein. „Hij wilde immers zijn oudste dochter Becassine noe men!" „Zoo! dat moet dan in zijn jonge dagen zijn geweest! Nu levert hij nooit iels; of hij schiet mis, of ziin geweer ketst." „Ja, ik weet wel dat men zegt. dat zijn ge weer om de drie schoten ketst, als straf dat hij een haas in het leger school op een an ders jacht." „Dat verhaal ken ik niet. Neen de goede iager is gewoonlijk dronken als hij uitgaat cn daardoor brengt hij niets thuis. Hij moest s morgens uitgaan ais hij nog nuchter is, dau gaf hel misschien iels." „Neen dal helpt niet:, als hij nuchter is heeft zijn hand. Hij moei even aangeschoten zijn om le kunnen raken!" „Het schijnt moeilijk le zijn om het punt van dronkenschap té vinden, dat het raken be vordert," merkte Mathicsen vinnig on „Maar hoor eens, beste kapitein, nu beginnen de groote jachten hier op Skoosgaard, dal geeft toch eenige afwisseling in het menu, vooral iu het begin, doe mij nu den dienst om eenige jonge reeën te schieten! Dat is het beste loo- pende wild dat wij hebben. Een vette jongt» ree, die een behoorlijken tijd in room heeft gelegen, goed gebraden es met Léoville '64 cr bij, wat zegt gij daarvan! Vergeet vooral niel eenige reetjes tc schieten!" Dit jachlpraatie werd afgebroken toen zii in de vestibule kwamen, want daar stond de graaf en vroeg olijkbaar opgcvroolijkt aan Mathicsen om twee flesschen Kudcsheiuier en een flesch ouden Madeira uil den kelder te haten. „I*s er een vierde man gekomen?" vroeg Mathicsen met belangstelling. „Neen, dal nu juist niet. maar de ingenieur Kongsted is gekomen." „Niemand anders! Is hot voor hem dal dc oude Madeira moot worden gehaald?" „Ja." „Zoo!" Toen de graaf weg was, wendde Mathicsen zich tot den kapitein en zeidc heel boos; „de hemel weet waarom er zoover diukte over dezen v rij onbeduide iden per soon wordt gemaakt. Ihi is van geen familie, heel gewone bureaucraten, die bovendien van oudsher liberaal zijn geweest en wat is hij zelf? SlotengraveiSloten graver in rok cn witte das, maar lo.cli slotengravcr! En wat moet hij hier op Skoosgaard? Ilij koml vroeg en laat, dc graaf sluit zich met hem op en zij spreken uren lang met elkander, inhar ik kan onmogelijk hooren waarover zij liet heb ben. ofschoon ik Neen er is bepaald iels verdachts aan hein! Ik heb cr met graaf Chris tian over gesproken, maar hij weel niets en Nancy en Ilciiriette, die twee kleine dom ooren, welen natuurlijk ook niets! Weet ge er iets van, kapitein?" „Neen. hoe zou ik er iels van welen. Ziin het zaken of politiek, iets ernstigs of van eenige bclcckenis. dan spreekt niemand er met mii over." „Och neen, dat kan ik mij wel voorstellen!" antwoordde Malhiesen spottend. Ilij begon hongerig tc worden cn dan was hij altijd dubbel onaangenaam. „Ik zal den Madeira toch moeliyi halen 1" zur.lillc liii en ging naar den kelder. Tien minuten voor vijven kwam graaf. Chris- tiaan te paard; hij liad precies lijd om zich tc verklceden. toen klonk dc gong en men ging aan tafel. Uitstekend diner, uitstekende wijnen. De groote zilveren millicu boog onder den last der vruchten, de kaarsen schitterden in het geslepen kristal, twee knechts in livrei dien den. „Prachtig!" zeide de kapitein. Het bleek duidelijk genoeg dat graaf Porse bijzonder op Kongsted gesteld en dat Kong sted op Skoosgaard op zijn gemak was. Hij zat naast den graaf en deze dronk het eerste glas met hem; Kongsted kon den kleinen ver troetelden taks streelen zonder dal deze hem aariclafle en hij ha,d reeds .lang geleerd fieule Nancy van freule Henrielte tc onder scheiden, zelfs als zij hooge japonnen droegen. Na tafel, toen de koffie rondgediend en de sigaar half opgerookt was, stond de graaf op en ging met een „excuseer, beste kapitein," in zijn werkkamer, gevolgd door Kongsted. „Ziet ge." zeidc Mathicsen, „nu sluiten zij zich weer op en wij worden cr buiten-gelaten! Stil, ik dacht dat Kongsted veertigduizend kronen noemde! Gij zult zien dat hij een ge- meene bedrieger is en de graaf is ongelukkig genoeg, goed geloovig, al te goed geloovig, oa/t heb ik hem trouwens gezegd!" Maar de conferentie in dc werkkamer van den graaf boezemde den kapitein niet evenveel belang in als Mathiesen; hij eing naar de groote tuinkamer en zette zich neer in een gezclligen hoek met graaf Christiaan en dc freules. De zusters vroegen allerlei, en dc ka pitein vertelde los en vast van de inensckcii en dc voorvallen in dc huurt en de twee kleine gravinnen -amuseerden zich even goed als de prinses in hel sprookje, die door haar vinger in den pot tc stekcu kon le welen komen wie dien dag gebraad at en wie pap. Eindelijk kwamen dc graaf en Kongsted terug in de tuinkamer, maar nauwelijks wa ren zij binnen of graaf Cliristiaan die reeds lang een gelegenheid scheen gezocht tc heb ben om iets te zeggen, nam een'aanloop cn zeide verlegen: „Ik zou gaarne eenige wroor- cien met Papa spreken als het gelegen komt. En u, kapitein, cn u, ingenieur wilmie ik gaarne vragen om mede tc gaan." „Ik ben misschien overbodig?" vroeg Ma lhiesen en toen niemand hem tegensprak liep hij eeniige keeren op zijn hakken heen en weer en draaide vlug zijn duimen om el kander. „Wat wil hij van zijn vader?" vroeg hij cn stond met een schok stil, maar de freules wisten er waarlijk niets van cn Mathicsen ging kwaad naar zijn kamer. „Die Bro. u weet wel Parpa, kwam gislerefr bij mij," 'begon graaf Christiaan, toen de vier heeren hadden plaats genomen en de deuren waren gesloten. Wordi *x.rvolgïl*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1