DE E EM LAN DER".
Dinsdag 8 Juni 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON,
HERTESTEIN
N° 261
13" Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFP Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Politiek Overzicht
Na de herovering van
Przemysl.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort 1
Idem franco per postl«50o
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) -
Afzonderlijke nummers - 0.05#
Pezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.. f 0.50,
Elke regel moor 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen
tot het horhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnement.
Eone circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
3Yat achter dc coulissen gebeurt, is aan onze
kennisneming onttrokken. Wij kunnen niet na
gaan wat binnenskamers tusschen de bondge-
nooten van dc triple-entente voorvalt en ol
daar Rusland verwijten moet hooren over de
reeks van nederlagen, die zijn aandeel in de
Oorlogvoering het reeds nu heeft gebracht,
cu die met de ontruiming van Przemysl
wel niet afgesloten zal zijn. Wat in het
openbaar wordt gezegd, zijn geene woor
den van verwijt, maar van sympathie en
medegevoel. Zoo schrijft de Times: „Wij
voelen deelneming met onzen Russischen
bondgenoot voor de zware slagen, die
hij heeft te dragen. Maar wij moeten
daaruit duidelijker dan tot dusvc# erkennen,
dat zijne zaak de onze is en dat onze laak
hierin bestaat onze nationale hulpmiddelen
zoodanig te organiseeren. dat wi] en hij ook
vooruitkomen, ondanks tijdelijke tegenslagen,
met volledig en rechtmatig vertrouwen op de
overwinning."
In verband hiermee schrijft het City-blad:
,.De zware beproeving, die Rusland door
maakt, zou ook ons tot les moeten dienen hoe-
ver wij nog van eene eenigszins beslissende
.itkomst verwijderd zijn. Nog minder dan
iusland hebber, wij tot dusver ingezien, dat
het eensgezinde streven der natie gewijd moet
:.ijn aan de voorbereiding van de overwin
ning."
In denzelfden gedaohtengang redcnecrende,
ehrijft de Daily News: „De tegenspoed, dien
e Russen hebben geleden in dezen voorjaars-
cn voorzomerveldtocht, is geen geheim. "Wij
lellen ons Rusland voor als een land met on
uitputtelijke hulpbronnen in manschappen;
..aar wat deze hulpbronnen leveren, kau
.echts worden gebruikt voor zoover het kan
orden uitgerust. Wij weten nu. dal, toen de
orlog begon, Rusland er zeer slecht aan toe
,.as wat de uilrusting betreft. Het gevolg
daarvan was, dat de Russen gedurende den
winteiweldtocht nooit meer dan twee millioen
in het veld konden brengen en zeker overmand
werden. Deze gebreken zijn blijkbaar nog niet
weer goed gemaakt, en naar alle waarschijn-
ikheid zijn de Russen in den tegenwoordi-
:'.en veldtocht niet alleen in manschappen,
maar ook in kanonnen ver de minderen ge
weest. De moraal is, dat Ruslands groote hulp
bronnen in manschappen niet nuttig gebruikt
kunnen worden, als niet eerst kan worden aan-
cYuld wat aan de uitrusting ontbreekt. Dat is
plicht van Ruslands bondgenooleu en in de
orste plaats onze plicht. De menschen hier,
lie er om roepen, dat onze industrieele hulp
middelen zullen worden verminderd en ge
desorganiseerd in de hoop eenige honderddui-
-ïiden Brilsclie werklieden meer in kkaki te
steken, eischen eene gevaarlijke domheid. Wij
kunnen millioenen geoefende Russische sol
daten in het veld brengen, en veel vlugger,
wanneer wij ten volle gebruik maken van onze
industrieele inrichting, die óf munitie voort
brengt óf goederen, die voor munitie kunnen
worden ingeruild."
Ilicr wordt nadruk gelegd op den op En-
eland rustenden plicht om niet alleen den
eigen munitievoorraad aan te vullen, maar
ook te voorzien in het gebrek, dat de Russi
sche bondgenoot aan munitie heelt. Om daar
mee echter iets te kunnen uitwerken, zal het
onuitputtelijke menschen materiaal, dat Rus
land ondersteld wordt te bezitten, werkelijk
aanwezig moeten zijn. Wij hebben reeds vroe
ger doen kennen, dat het daarmee begint te
haperen; de ontzettende aderlatingen, die de
bron heeft ondergaan, waaruit Rusland zijne
menschen put. beginnen hunne uilwerking te
vertoonen. Wij worden daarin nader bevestigd
door dc opmerkingen, die een oorlogscorres
pondent heeft gemaakt over de verzwakking
van de offensieve kracht der Russen. Ten be
wijze hiervan schrijft hij:
„Ook het tweede in den loop van het Mei-
offensief door de Russen ondernóThen tegen
offensief is geheel tot staan gekomen* Reeds
de stoot, die tegen de Bukowina gedaan is, is
mislukt en dat wordt door de mislukte voor-
waartsohe beweging aan de Beneden San op
nieuw bevestigd. Wanneer men bedenkt hoe
lang de Russen vroeger een aanval, al had hij
nog zoo weinig succes, wisten vol te houden,
dan kan men zich voorstellen hoe het nu ge
steld i3 met het Russische leger, als men ziet,
dat reeds na weinige dagen voor de tweede
maal eene poging om de slecht staande partij
te redden, werd opgegeven."
Dit werd geschreven nog vóór de ontruiming
van Przemysl. Nu hel verlies van deze vesting
een feit is geworden, is het van te meer be-
teekenis. Maar als de bron opdroogt, waaruit
Rusland ziine soldaten put, dan zal liet niet
helpen of Engeland zijn best doet zijn bondge
noot te voorzien van nieuwe middelen om den
strijd te voeren.
Do oorlog.
B e r 1 ij n6 Juni. (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
De aanvallen tegen onze stelhngen aan de
oostelijke helling van de Lorettohopgte wer
den onder zware verliezen voor den vijand
afgeslagen. Slechts om weinig vooruitsprin
gende loopgraaf stukken wordt nog gestreden.
De overblijfselen van de suikerfabriek bij
Souchez zijn nog in het bezit van de Fran-
schen.
In het dorp Neuville gingen twee huizen
groepen verloren.
In Champagne bleven de vijandelijke ont
ploffingen van mijngangen zonder eenige uit
werking.
Wij belegden gisteren de vesting Calais en
de vlieghaven Saint-Clément bij Lunevilie met
bommen.
7 Juni. Aan de oostelijke helling van de
Loretto-hoogle hernieuwden de Fransohen
in de namiddag- en avonduren bunne aanvals-
pogingen, die in de kiem verstikt werden.
Ten zuidoosten van Hebuberne (ten oosten
van Doullens) viel de vijand heden morgen
zonder succes aan. De strijd is daar nog niet
geëindigd.
Een brcede Fransche aanval ten noordwes
ten van Moulin-sous-Touvent (ten noordwes
ten van Soissons) werd grootendeels dadelijk
afgewezen. Slechts op ééne plaats bereikte hij
onze'voorste loopgraven, waarom nog gestre
den wordt.
Onze stelling bij Vauquois, ten zuidoosten
van Varennes, werd gisterenavond aangeval
len. Ondanks de aanwending van brandbom
men, die onze loopgraven met eene licht bran
dende vloeistof overgoten, slaagden de Fran-
schen er niet in. in onze stellingen te dringen.
Met zware verliezen keerde de vijand terug
naar zijne loopgraven.
Par ij s, 7 Juni. (Havas). Namiddag-com
muniqué.
In den sector ton noorden van Atrecht werd
de strijd den geheclen dag voortgezet met het
voordeel aan de zijde van de verbonden troe
pen. Wij deden verscheideno welgeslaagde
aanvallen aan beide zijden van den weg Aix
Noulette—Souchez. Wij wonnen veld in het
bosch ten oosten van dezen weg en ten zuiden
xvan de streek Fond de Buval.
In Neuville $t.-Vaast maakten wij nieuwe
vorderingen in het midden van het dorp. In
het noordelijke gedeelte veroverden wij ver
scheidene gedeelten. Tegelijk haalden wij de
insluiting nauwer toe van het noordoostelijke
gedeelte van de plaats, dat het réduit van den
vijand is. Wij bezetten den daarheen leiden
den weg.
Wij veroverden nieuwe loopgraven in het
midden en het zuiden van den Doolhof en
kwamen 100 Meter vooruit. De strijd wordt
voortgezet in die groote versterking, waar
van wij nu twee derden bezet houden.
De nacht van 6 op 7 Maart was in den noor
delijken sector van Atrecht gekenmerkt door
een arlilleriegevecht van buiten-gewone hevig
heid, inzonderheid in de streken ten noorden
yan Lorette, Ablain, de Rooüe herberg, bij
Souchez, de Doolhof en Ecurie. De Duitsehers
verrichtten in dienzelfden sector twee tegen
aanvallen, (liie volkomen mislukten. Onzerzijds
maakten wij nieuwe vorderingen; inzonder
heid wonnen wij een Kilometer grond ten oos
ten van de kapel van Lorette.
Ten noorden van de Aisne, oostelijk van
Tracy-le-Mont, op de naburige hoogte Mou
lin-sous-Touvent. deden wij een aanval, waar
door wij eene flinke winst behaalden. Na een
werkzaam bombardement vermeesterden wij
op een front van een Kilometer met één slag
twee achtereenvolgende linicn loopgraven en
verscheidene Dultsche weaken. Drie hevige
Duitsche tegenaanvallen in den nacht van 6
op 7 Juni, werden afgeslagen door de Fran-
scho troepen, die meer dan 200 gevangenen
maakten. Wdj behielden in cflt zeer warme
gevecht de den 6en veroverde twee linién
loopgraven.
In Champagne, bij Beauséjour, gingen wij
met onze mijnen vooruit. De den 5en Juni ver
melde poging om Verdun te bombardeeren,
heeft zich niet heihaald.
Op de Maashoogten en in de Vogeezen wa
ren artillerie-gevechten.
Par ij s, 7 Juni. (R.) Avond-communiqué.
Ten noorden van de Aisne verdubbelde de
vijand zijne wanhopige pogingen om de twee
liniên loopgraven, die wii gisteren namen, te
hernemen. Hij bracht met automobielen ver
sterkingen van een afstand van 80 Kilometers,
maar ziine woedende tegenaanvallen werden
volledig teruggeslagen. 2000 doode Duitsehers
bleven achter; wii namen 250 gevangenen en
zes mitrailleuses, terwijl vele anderen stuk ge
schoten bleven liggen.
"Wij deden verscheidene aanvallen tusschen
Soissons en Reims. Wij stortten brandende
vloeistoffen uit over de vijandelijke loopgra
ven te Vauquois als maatregel van represaille.
De striid ten noorden van Atrecht duurt met
groote hevigheid voort. liet artillerie-duel
hield den geheelen dag aan.
De convergeerende aanvallen op het mid
den van den Doolhof brachten ons lot de cen
trale redoute. Verscheidene vijandelijke tegen
aanvallen werden teruggeslagen. Onze in
Hebuterne gemaakte gevangenen telden 400,
terwijl verscheidene honderden Duitsche doo-
den werden achtergelaten.
Berlijn, 6 Juni. (\V. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Ons offensief in de streek van Sawdyniki,
waarbij zich de ten noorden en ten zuiden
staande troepen aansloten, won naar het oosten
verder veld. Het aantal gevangenen steeg tot
3650.
Verder zuidelijk bij Ugianv werd de aan
val van eene Russische divisie afgewezen.
Ten zuiden van de Njemen dreven de Duit
sche troepen vijandelijke afdeelingen terug op
de linie Saptczyski—Wilki
Ten oosten van Przemysl wierpen dc Duit
sche cn Oostenrijksch-Hongaarsehe troepen
den vijand terug tot in de streek noordweste
lijk en zuidwestelijk van Mosciska.
Het leger van generaal von Linsingen be
stormde het vijandelijke tbrughoofd bij Suzawno
en slaat op het punt den overgang over de
Dnjestr bij deze plaats te bevechten. Ook ver
der zuideliik gaat de vervolging vooruit. Zij
bracht ons tot dusyer 10.900 gevangenen, 6
kanonnen en 14 machinegeweren.
7 Juni. Ten noorden van Kurschany be
vocht onze cavallerie den overgang over
Windau en rukte vooruit in zuidoostelijke rich
ting. Zuidoostelijk van Kurlourany en in de
streek ten oosten van SaziniJu maakte ons of
fensief goede vorderingen. Daarbij vielen weer
3340 gevangenen en tien machinegeweren in
onze handen.
Ten zuiden van de Njemen werd de rivier
oever tot da lijn Tolausie—Sapiezyski van
vijanden gezuiverd.
Bij de gevechten om Przemysl werden 33.S05
gevangenen gemaakt. Ten oosten van Prze
mysl zetten de verbonden troepen den succes
vollen strijd voort; zij wierpen den vijand ten
noordwesten van Mosciska naar de "Wisznia
terug.
Gedeelten van hel leger van generaal von
Linsingen gingen bij Zurawno over de Dnjestr.
Zij bestormden de hoogten op den noordoostc-
lijken oever. Verder zuidelijk bereikten dq ver
volgers de linie Nowica—Kalusz—Tornas-
sowce. De buit is hier tot over de 13.000 ge
vangenen gestegen,
Weenen, 7 Juni. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Na de zware nederlaag van Przemysl richt
te het Russische legerbestuur in dc laatste
dagen hevige aanvallen tegen onze stellingen
aan de Prulhlinie, om hier mei geweld een
doorbraak ai te dwingen. Inzonderheid in hel
gebied van Kolomea en Dedalyn wierp dc
\ijand steeds nieuwe massa's in den slag.
Terwijl al deze aanvallen op de laaie dap
perheid van het leger van generaal Pflanzer
mislukten onder zware verliezen voor de Rus
sen, rukten uil het westen dc onder generaal
von Linsingor staande verbondcn'strijdkrach-
ten op. Gisteren namen zij Kalusz en ten
noorden van deze stad de hoogte aan den
linker DnjesLr-oever noordelijk van Kuzawno
in bezit. Tusschen Nathvor in de nabijheid van
Byslryca en Lomnica, 'loten zicli hierbij dc
aanvallen van onze troepen aan.
De ^vechten ten ooslen van Przemysl cn
Jaroslaw duren voort. Ten noorden van Mos
ciska moest de vijand uil Czcrniawa dc wijk
nemen. Geïsoleerde krachlloozc legcnstoolcn
van de Russen vielen ineen.
Bij Przemysl vielen sedert 1 Juni 33,805
gevangenen in handen van de overwinnaars.
Petersburg,? Juni. (Til.-agentschap.)
Communiqué van don groeien genenalen
staf,
In dc streek van Szawli duurden op 5 en
6 Juni de gevechten voort. De algemccne toe
stand bhjlt zonder gewichtige verandering.
Bij Ossowetz was in den avond van den 5en
een arlilloriediuel. Tusschen de Szkwa cn dc
Rczo «a beproefde de vijand een offensief,
dat zcwud'ftr vrucht bleef. In hel Orzicdal cn in
de slreok van Prasnysz was den Gen een
aü-Lilicrie-vuiuigeveclil.
Aan den linieer W'cichseloevcr, aan de San
en aan de Lubaszwegka is volstrekt geene
verandering. In de richting vani Mosciska
deed de vijand den öcn en in den morgen
vaïi den Gen hardnekkige aanvallen op den
linkeroever van dc W'isznóa cn op het front
CziiszcuiPakost—Oslrozqg. Op hoogte no. 295,
ten zuiden van Radevicc, was een gevecht
van mam legen man, dat ljlig duurde.
In de Dnjestr vernieuwde de vijand niet
het offensief in de richting van Mekolajew.
Hij viel zonder succes onze bruguoofden bij
Zidaczofw aan. In de streek van Jourawno
slaagde de vijand in den nacht van den Gen
er in dë Dnjostr met celiigen van zijne een
heden over te gaan. In liet Lukwa-dal sloe-
gon wij een vijandelijken aanval al on maak
ten meer dan 100 gevangenen.
In de streek ten westen van Kolomea slaak
te de vijand zijne hardnekkige aanvallen te
gen onze troepen. Hij word met groote ver-
liezon teruggeslagen. Voor het front van con
onzer divisiën lieten de Oostenrijkers 5000
lijken achter. In een aanval ;n die streek
maakten wij meer-dan 700 gevangenen, waar-
ouder 20 officieren
"We on c n, 7 J un i. (Corr.-buraeu). Be
richt uit hel oorliogsperskwarlier.
Den 5en verschenen eenige Ilaliaansckc
kruisers en torpedojagers in de Daimatische
wtferen. liet doel van de vijandelijke ondcr-
netning was de beschieting van den spoor
weg bij Mitonicc cn van eenige vuurtorens cn
huizen qp de eilanden Lissa, Lagosla en Cas-
sa. De beschoten objecten leden slechts eene
geringe beschadiging.
Weenen, 7 Juni. (W. B.) Officieel bc-
i .lil van heden middag
In het Tirolscbe grensgebied werkte onze
artillerie met zichtbaar succes. Aan de Ka-
rinlische grens, ten oosten van den Plöckenpa*
heroverden .onze troepen gisteren Frrikofel,
dat door den vijand lijdelijk gewonnen was;
in het Krngebied wordt verded gestreden.
Dc Italianen moesten de plaats Krn ontrui
men. Aan de Lsonzo komt dc tegenstander hier
en daar dichter bij.
W c ene n, 7 J u ni. (Corr.-bureau). Op het
zuidelijk oorlo^stooncel hadden kleinere ge
vóelden plaats met «succes voor onze grens
troepen. De Italianen schijnen met "sterkere
krachten op te schuiven naar dc lsonzo.
door
SOPHUS B AUDIT Ze
Uit het Deensch vertaald.
„De blauwe lijnen zullen zeker binden,"
zeide zij, ..zii hc-hben evenveel kracht alsof zij
geschreven waren, en als hij maar niet het
cc-rst slaat, dan slaat zij zeker niet."
En dc lijd verloopt, de lente komt en Pink
steren nadert. De warmte is zoo y och tig dat
alles zwelt en sappig wordt De beukeboom
werpt ziin knopschillen af, jonkvrouwelijk als
een bruid die zich ontsluiert en de lichte, met
franje behangen peperhuizen ontplooien zich
eerst alleen in den top, dan op een enkelen
zijtak die zon krijgt cn op een morgen is
het geheele bosch groen, groen! De varens
ontrollen haar bruinen bisschopsstaf, de
lijsterbes bloeit en de vogels zingen den ge
heelen dag en 's nachts ook.
Buiten op het veld is alles weelderig; dc
rogge staat zoo blauwgroen en denkt er'over
om vrucht te zetten, de vroege graansoorten
komen ook aan en krullen reeds, de koeien
staan tot den buik in de dikke klaver en op
de weide bewaakt de vastgebonden.gans haar
grijswolhge jongen en sist als een adder tegen
iedereen die nadert.
De yruohlb.oomen zijn in bloei, waarheen
men ziet is alles wit en rose, een zee van be
loften, maar op een morgen l«l er als ge
vallen rijm or.dor de kersebooraen, de bloei
tijd is zoo kort.
De lijster heeft jongen, een listige kat is op
een der kunstmatige vogelnestjes gekropen
cn tracht nu met den poot door het gat „te
\isschen". de veeknecht heeft twee patrijzen-
nesten gevonden toon hij de koeien verplaatste
en bij den Klokhen elplas loert het zwarte
waterhoen op de jongen van de wilde* eend;
de paardenbloedzuiger kronkelt zich in den
rijver tusschen de vlugge salamanders, de
lalelbordslak hapt zonneschijn aan de opper
vlakte en tegen den aivond klinkt het duizend-
stemmig minnelied der kikvorsohen uit de
gracht van het kasteel en uit het meer, uit
moeras en poel, nu gaan wii den zomer tege
moet.
En de kapitein rijdt zingend Hertcstein
binnen, waar de blauwe homel dubbel blauw
WclLijht door de zwart berookle venster-j
openingen en hij heeft een grooten, grooten
bouquet lentebloemen in zijn armen. „Is het
niet een gezegende tijd van het jaar, tante
Rosa!" roept hij uit. Mijn buks heeft vacantie
en Diana ook, zij moet krachten opdoen voor
het najaar, want zij moet den jachttijd bele
ven, maai* ik ben in weiland en in plas ge
weest, daar komt niemand en daar is het toch
hel mooiste! Het is als een betooverde bloe
mentuin. waar de schitterende, glazenmakers
sprookjcsvogels zijn, die tusschen het fijne
moerasgras vliegen met zachte violelblauwe
veertjes. Wat zegt gij van dien bouquet?
De bolranonkel is de prachtigste gele roos,
de roode steenbrekc geurt en de sleutelbloem
spreidt haar scherm uil; weg met alle broei-
kasplanten! Er is niet alleen schoonheid in
de veldbloemen, cr is poëzie in. Denk maar
aan de namen die zij hebben, het zijn geen
ppo-zalsiilie namen als van die welke gij aan
den rand van den sloot vindt waar de geheele
wereld komt en waar gij alleen duizend
knoop, hondslong en St. Janskruid aantreft,
ik geef natuurlijk toe dat uw St, Janskruid
uitstekend smaakt, tante Rosal Neen, in het
weiland en in den plas groeit luiskruid en
bereuoor, wateranjelier en hondsworlcl, allen
bloemen die de nimf in hel haar kan steken
ais de nachtzwaluw schatert en dc vrouw van
het moeras brouwt.
Och, kijk die wateranjelier eens, tante
Rosa, is zij niet heerlijk. Is de bloem nieL ais
een jong meisje, dal een bruine domino over
haar luchtige rose rok heeft aangetrokken.
Daar hebt ge den bouquet, tante Rosa; ik heb
aan u gedacht bij ieder bloem die lik plukte."
„Gij oude gek!" zegt tante Rosa, maar zii
zegt het met hartelijke bewondering, ,hoe
kunt gij op zooveel kleinigheden letten!"
„Waarschijnlijk omdat ik geen oog heb voor
het groote," antwoordt de kapitein, „ik besla
zelf uit brokstukken en een geheel is er ook
van mij niet geworden."
„Praatjes."
„Neen. dat zijn het niet. Ilcinrich doet nog
iets nuttigs in het leven, want hij rookt pijpe-
kopnen door, maar dat doe ik niet eens, ik
deug nergens voor."
„Gij niet!" roept tante Rosa uit. „Hoe kunt
gij zoo jets zeggen! Gij brengt zonneschijn in
vele donkere kamers, denkt gij dat zulks niets
waard is! Foei. gij moest u schamen om zoo
te spreken!"
De kapitein doet alsof hij zich schaamt en
zwijgt in elk geval even, maar als tante Rosa
ziin bloemen in het water heeft gezet begint
hij weer: „Maar ik ben gekomen om mede te
rijden naar het feest in den wilden plas, hebt
gii een plaats voor mij in het rijtuig?"
„Voor u hébben wii altijd plaats en er is
ook niemand clan Ilcinrich en ik, die rijden.
Fanny gaat te paard vooruit."
„En hoe laat rijden wii?"
„Om twee uur."
„Best. ik zal op mijn tijd zijn!"
Om twee uur rijdt de landauer van Herle-
steln weg. Ilct is Zaterdag voor Pinksteren,
de menschen versieren de graven hunner af
gestorvenen en de kerk met Meitakken.
Tante Rosa was 's morgens in Krogslev ge
weest; daar ontmoette zii Christine de kin
dermeid in dc mooie zwarte japon en nu op
den weg komen de Ilertcsteiners Anna Slef-
fens tegen met een kfans in dc hand, een
krans van heide en brem. wilden rozemarijn
cn takken van dc jeneverbes van het arme
loof der heide.
„Die arme stumper, •Steffens," zegt zij, „moet
toch ook weten dat het Rinksteren is! Hij
mochjt niet blijven liggen in den heuvel op dc
heide van Skyum, waar ik heni gelegd had.
hij lag daar anders zoo aardig, inaar zij be
groeven hem op het kerkhof. Nu. daar zal ik
ook wel eenmaal komen. Gelukkig feest!"
En de landauer reed verder tot aan den rand
van den wilden plas.
Ilier viert men feest. Het eerste hoofdkanaal
dat het water van de oppervlakte zal afvoeren,
is gegraven en Kojigsled heeft al dc werk
lieden verzameld cn ze op een glas wijn ge
vraagd. De Deensche vlag waait, om de deime-
houlen tafels zijn groote beukentakken ge
plant en de geheele streek komt als toe
schouwer.
En der opzichters houdt een korte toe
spraak, roemt Kongsled en brengt een „hij
leve" voor hem uit.
Daarop treedt Ivong9ted naar voren. Ilij
houdt Fannv bij de hand. maai* laat haar los
op het oogenbiik dal hij begint te spreken.
„Dank voor al uw vriendelijkheid, men
schen!" zegt hij. „Gij geelt aan mij de eer voor
hetgeen er voorloopig is gedaan, maar als
iemand lof en dank moet gebracht worden
dan is liet onzen lieven lieer, zonder Hem
werkt iedereen te vergeefs. Maar ik ben niet
gekomen om een preek te houden en gii niet
om naar de kerk te gaan, alles op zijn lijd.
Wij ziin aan een groot werk begonnen en
niemand weet nog of het zal gelukken. Gij
hebt allen de legende gehoord van dc schat
ten die uit overouden lijd in de aarde, in de
heuvels cn de plassen verborgen ziin, zulk een
schat willen wij trachten aan den dag te
leggen."
Ook Ilcinrich kijkt belangstellend op en
volgt van nu af de rede met groote oplettend
heid.
„Het zijn geen gouden drinkhoorns uit oude
lijden die wii zoeken, die verwachten wij niet
in den wilden plas Ic vinden...."
Nu kijkt oom Ilcinrich even teleurgesteld.
„Maar wat er, sedert ons land zich uit de
golven verhief, heeft gelegen als een nutte-
loozc woestijn; waar sleohls een ongelukkige
rozcmarijnslruik bloeit op de hoogerc punten
en waar allccu de pluvier zijn klaagliederen
uit, daar willen wij nu trachten vruchtbaar
land te maken. Gelijkheid voor allen kan ex
nooit beslaan, er zal altijd verschil blijven
tusschen kasteel en hul
(Slot volgt.)