buitenland.
„DE EEMLAN DER".
Donderdag 10 Juni 1915.
FEUILLETON.
ü3de Jaargang
Bureau: UTRECHTSCH EST RAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Politiek Overzicht
De oorlog en de Balkan-
staten.
E L I
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
v
i"
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort e» f
Idem franco per post B H?*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO*
Afzonderlijke nummers O.Oo«
Deze Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën geliove men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en boriohten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels». f 0.30»
Elke regel moor «0.10
Dienstaanbiedingen 23 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen
tot het herhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnement.
Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Het beeld van de „viel umworbene Braut",
dat wij gisteren met het oog op Bulgarije ge
bruikten. kan op meer Balkanslaten worden
toegepast. Vooral op Rumenië. Sedert maan
den reeds zijn met Rumenië onderhandelin
gen gevoerd, om het te bewegen zijne onzijdig
heid in den wereldstrijd prijs tc geven. Er is
zeii's beweerd, dat Italië cn Rumenië hand in
hand gingen en gelijktijdig aan de actie zou
den deelnemen. Dat is niet gesahied; Italië
heeft zijne overeenkomst met de triple-entente
alleen gesloten en Rumenië heeft zich nog vrij
gehouden. Maar de intrede van Italië in den
oorlog is a oor de triple-entente eene nieuwe
aansporing geweest om haren invloed bij
Rumenië aan le jenden en te trachten door
nieuwe voorstellen dit land voor zich te win
nen.
Wat zal Rumenië doen? Het is nog niet
mogelijk op die vraag antwoord te geven.
De toestand in Rumenic komt tot zekere hoog
te overeen met dien in Italië. In beide landen
regeert ccne oligarchie. Die heeft in Rumenië
gedurende vele jaren zich zeer goed kunnen
winden in een bondgenootschap met de cen
trale mogendheden. Tot dusver-is de meerder
heid in de" besturende kringen trouw gebleven
aan de politiek, die het erfdeel is van een
vroeger geslacht, dat Rumenië 'gemaakt heeft
tot wat hel nu is. Maar een deel van deze
meerderheid brokkelt af en een ander deel
wacht op het oogenblik, waarop de voordee-
len, die van dc nieuwe orienteering gehoopt
worden, grooter zullen schijnen dan het risico,
dat moet worden aanvaard.
Over den stand van de onderhandelingen
over de toekomstige houding van Rumenië"
zijn volkomen betrouwbare gegevens niet be
kend. Wat daarover wordt bericht, is veelal
tendentieus getint. Van verschillende zijden
wordt bericht, dat de herovering van Przemysl
zijn indruk op de openbare mcening in Rume
nië niet heeft gemist cn wel in dezen zin, dat
de organen, die aandringen op een bondge
nootschap met de triple-entente en den oor''
tegen Oostenrijk-Iiongarije, hun loon lager
hebben gestemd. Dat kan men zeker wel als
juist aannemen. Het spreekt van zelf, dat de
stemming in Rumenië, en daarmee de houding
van de elkaar bestrijdende partijleiders en
partijen, voor een goed deel afhankelijk is van
't geen gebeurt op het oorlogstooneel, dat het
dichtst bij Rumenië gelegen is. Onder de mo
menten, die voor de eindbeslissing van de neu
tralen, die wachten om hunne houding te be
palen, van gewicht zijn, zijn de gebeurtenissen
op de oorlogstooneelen van bijzondere betee-
kenis.
Rumeniê's beslising zal, dat is geen geheim,
afhangen van de aanbiedingen, die het van de
eene en van de andere zijde worden gedaan, cn
verder van de opvattingen der leidende Ru-
meenschc staatslieden over de politieke toe
komst van hel land na den oorlog en in ver
band daarmee ook den loop der militaire ge
beurtenissen op de slagvelden van Galicië.
In een schildering, die een Rumeensche poli
tieker in de Frankf. Ztg. geeft van de in de
politieke kringen hecrschende stemming,
wordt groote nadruk gelegd op de teleurstel
ling, die men in Rumenië heeft ondervonden
in de hoop op eene tegemoetkomende houding
van Rusland. De schrijver zegt: „De onthul
ling van dc Russische plannen op de monopo
liseering van de Zwarte zee en de Donaumon-
den, die bij den aanval op de Dardanellen is
geschied, en de geringschattende wijze, w aarop
de nationale aanspraken van Rumenië in Pe
tersburg werden opgevat en beoordeeld, waren
aanleiding, dat in Rumenië de stemming ver
anderd is. Dank zij de ijverige bemoeiingen
van den Frabscken gezant, zijn dc onderhan
delingen tussohen Buk ar est en Petersburg
weer in gang gekomen. Intusschen schijnt er
aan beide zijden geen al te groote hoop te be
slaan, dat die tot eene bevredigende uilkomst
zullen leiden. Eenerzijds zijn de aanspraken,
die Rumenië stelt, van zeer vér gaande strek
king. Rumenië zou voor het geval van een
bondgenootschap met de triple-entente, behalve
de Bukowina en Zevenburgen, ook het Banaat
verlangen. Maar anderzijds vertrouwt Rume
nië de Russische beloften niet goed; het ver
langt garantiën, zonder dat tot dusver duide
lijk is geworden, waarin deze zouden moeten
bestaan."
Voor dit gemis van vertrouwen in Rusland
heelt Rumenië historische gronden. In een
vroeger tijdperk van zijne geschiedenis is Ru
menië voor verleende hulp met snooden on
dank door Rusland beloond. In 1S77 is Rume
nië het Russische leger, dat tengevolge van
twee nederlagen bij Plewna tegen de Turken
zich in den groolsten nood bevond, te hulp
gekomen. „Les Turcs, ayant amassé les plus
grandes masses a Plewna, nous abiment", sein
de de Russische opperbevelhebber den 31en
Juli 1877 aan vorst Karei van Rumenië. Rume
nië heeft Rusland toen geholpen; het heeft het
Russische leger niet alleen van den onder
gang gered, maar het ook in staat gesteld den
veldtocht tegen Turkije tot een zegevierend
einde te brengen. Maar bij den vrede, die
dezen oorlog beëindigde, toonde Rusland zijne
dankbaarheid, door aan Rumenië op te leg
gen, den. afstand van. het gedeelde-vaii-Besscua-
bié, dat door het Parijsche verdrag van 185G
aan Rumenië was gekomen. Op de protesten
daartegen uit Bukarest had men in Petersburg
slechts dit antwoord: „Ons besluit is onver
anderlijk en onwrikbaar; gij staat voor eene
politieke noodzakelijkheid."
Geen wonder, dat Rumenië Ruslands belof
ten wantrouwt en zich niet gezind toont daar
op in le gaan. zonder garantie, dat zij zullen
worden nageleefd. Maar meer nog moet het
doel, dat Rusland door dezen oorlog hoopt
tc bereiken, Rumenië huiverig maken om zich
voor Ruslands wagen te spannen. Dat doel
is het bezit van Ivoustantinopel en de beheer-
sohing van de vaart door de zeestraten. Wat
dat Yoor Rumenië beteekent, wordt door den
hoogleeraar aan dc universiteit te Bukarest
Basileso uiteengezet in het Journal de Genève.
Deze schrijver noemt de vrije vaart door dc
Dardanellen eene levensvraag voor Rumenië;
hij zegt: Wanneer Rusland zich in Konstanti-
nopel vestigde, zou het de souvereine meester
over leven en dood van Rumenië worden, dat
dan den toegang tot de vrije ze^ voor zich re-
sloten zou zioiL Rumenië mag deze slavernij
niet aannemen. Wanneer Rusland in Konstan-
tinopel zit, zou de verovering van Transsyl-
vanië en de Bukowina geene schadevergoeding
zijn, zelfs al wilde Rusland Bessarabië er nog
aan toevoegen, want deze veroveringen zouden
gekocht zijn tot den prijs van Rumeniê's onaf
hankelijkheid. Het groote Rumenië zou verval
len in eene economische en politieke vazallen-
afhankelijkheid van Rusland.
De conclusie van dezen schrijver is: „Rume
nië kan zijn eigen zelfmoord niet ondcrteekc-
ncr». Daarom blijft de degen in dc sokeede."
Die uitspraak kunnen wij niet tot de onze
maken, want als deze oorlog ons iets geleerd
heeft, dan is het dit, dat men zioli van besliste
oordeelvellingen rapet onhoudeii. Mahr men
ziet er uit. welke gewichtige belangen hier op
hot spel staan.
De oorlog.
Berlijn, 9 Juni. (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
De aan den oostelrjken rand van -de Loretlo-
hoogte verschijnende -vijandelijke strijdkrach
ten werden gisterennamiddag door ons vuur
verdreven. Aan den zuidoostclijken rand van
dezelfde lioogle mislukte een vijandelijke aan
val.
De laatste huizengroepen van het reeds se
dert 9 Mei grootendeels in het bezit van de
Franschen zich bevindende dorp Neuville zijn
heden nacht aan den vijand overgelaten. Ten
zuiden van Neuville sloegen wij herhaalde
aanvallen af onder zware -verhezen voor dc
Franschen.
In de streek ten oosten/-van Hebuteine is
de strijd na een in de morgenuren mislukten
Franschen aanval weer aan den gang.
In het Bois le Prêtre werd een -vijandelijke
aanval bloedig afgewezen. Om een klein stuk
van onze voorste loopgraven wordt nog gestre
den.
P a r ij s9 Juni. (Ilavas). Namiddag-com
muniqué.
In de streek van Notre Dame de Lorette is de
artilleriestrijd den 8en zeer hevig geweest. De
Fransche infanterie bevestigde overal hare
vroeger veroverde stellingen en ging verder
vooruit.
lil Neuville M.-Vaast namen wij het geheele
westelijke gedeelte van het dorp en cenige
huizen in de hoofdstraat (noordelijk gedeelte).
In den Doolhof sloegen onze troepen een lievi-
gen Duitschen tegenaanval terug en maakten
eenige vorderingen.
Ten zuiden van Hebuterne handhaafden wij
onze winsten van den 7en en den volgenden
nacht, ondanks een hevigen aanval van twee
Duitsc-he bataillons, die in alle haast in auto
mobielen gehaald waren uit de streek ten
oosten van Armentières. Wij zetten daarna
onzen vooruitgang naar het oosten voort op
een front van 1200 Meters.
De Duitsbhers bombardeerden hevig dc
loopgraven, die wij hun den 7en hadden ont
nomen ten noorden van de Aisne bij Mouü
sous tout Vent. Dit bombardement, waarop
onze artillerie antwoordde, is door geen
tegenaanval gevolgd.
Aan den zoom van het Bois le Prêtre na
men wij twee en op sommige punten drie liniën
Duitsche loopgraven en maakten een 50-tal ge
vangenen.
P ar ijs, 9 Juni (R.) Avond-communiqué.
Het artillerie-duel duurde met groote hevig
heid voort in den sector ten noorden van
Atrecht. Wij veroverden de nog overgebleven
huizen in Neuville. Hel geheele dorp is nu in
ons bezit.
Wij maakten vorderingen in den Doolhof,
breidden onze winsten uit in llebulcrne en
sloegen een hevigen tegenaanval ten noorden
van de Aisne terug.
B e r 1 ij n, 9 Juni. (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Op den oostelijiken Windau-oever werd
Kubyle, ten noordoosten van Kurschany, ge
nomen. Uit het zuidoosten naderen onze aan
vallende troepen Szawla.
Aan de DuDissa werd de vijandelijke
noorcfelijke vleugel door een insluitenden aan
val uit zuidoostelijke richting teruggeslagen.
Onze voorste liniën bereikten den weg Bely-
golaIlgaze.
Ten zuidoosten van de Njemen begonnen
de Russen na hardnekkige gevechten bij Dem-
bowa, Ruda en Koszliski den terugtocht op
Kowno. 300 gevangenen en twee machinege
weren werden buit gemaakt. Bij de verdere
vervolging bereikten wij' onder dekking tegen
Kowno den weg Mariampol—Kowno.
Ten oosten van Przemysl is de toestand on
veranderd. Ten noordoosten van Zurawno
brachten de troepen van generaal von Lin-
singer den Russiscken aanval lot staan.
Verder zuidelijk wordt om de hoogten ten
westen van Ilalsiz cn ten westen van Jezupli
nog geslreSen. Stanislau is reeds in ons be
zit. 4500 gevangenen zijn gemaakt en 13 ma
chinegeweren buit gemaakt.
Ween en, 9 Juni. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Ton zuiden van de Dnjeslr verloren dc
Russen wedorom terrein. Onder veelvuldige
yervolgingsgeveohten zegevierend voorwaarts
dringende, bereikten de bondgenoot en gis
teren ten noorden vaji Kolom Cu do linie lvu-
Laczkowce ICorszow; wij wouuien de hoogten
van Otlynia en na m eft dos avonds Stanislau
in bezit. Zij drongen veerdor vooruit naar
Ilalicz. Deze dag braakt 5570 gevangenen.
Aan het overige front in Galicië en Polen
gebeurde niets van belang.
Peters burg, 9 Juni. (Tel.-agent
schap.) Communiqué van don grooten gene-
ralen staf.
In de streek van Szawli werden den 7on
en Sen de gevechten voortgezet.
In de richting van Kowno, tussohen de
Njemen cn den spoorweg naai- Wirballen
Vorderden de vijand langzaam in de richting
van Kozlovoroeda.
Aan de Dnjeslr sloegen wij met succes in
don nacht en op den dag van den 8en de
vijandelijke aanvallen op het front Ugarliborg
Jidatsjevv terug en maakten daarbij meer
dan 800 gevangenen met 10 officieren en 5 mi
trailleuses.
Aan den linker Dnjestr-oever duurt dc
strijd voort tegen aanzienlijke vijandelijke
strijdkrachten, die de rivier bij Jocrawno
overgingen.
B er lij n, 9 Juni. (Korr. Nordon.) Uit Ge
nève wordt aan den Lokalanzeiger gemeld,
dat de Fra'nsche critici de sckaarschle van
officieele modedeeLiugen van het Russische
hoofdkwartier over den toestand aan dc
Prulii verklaren door de verbleking van dc
linie Lomberg—Stanislau tengevolge van deïi
voortgezetten voorstoot van het leger van Lin-
singen.
De Guta-re Mondiale merkt hierbij op, dal
de jongste prestaties der door Lhisingen aan
gevoerde gardotroepcu van Oost-Pruisen en
Pommorcn, dc afsnijding van eiken toevoer
naar Lcmberg ten gevolge nice teil hebben.
Particuliere berichten uil Bukaresi scjiil-
doiron don toestand der Russische troepen, di'e
op Stanislau teruggetrokken zijn, als bekla
genswaardig, en de Russische stelling aali de
Pruik als hoogst gevaarlijk, af.
Petersburg, 8 Mei. (Tel.-agentschap)
Communiqué van den grooten generalcn staf.
In de streek van Szawli deed de vijand,
door een nieuwen troep versterkt, een liard-
nekkigen aanval tegen Bubic. Den 7cn ont
ruimden onze trccpen dut dorp en trokken
zich samen in eene stelling voor Szwali.
Aan de Beneden Dubissa ontwikkelt onze
vooruitgang zich op bevredigende wijze. Aan
den linker Wckhselocvor ten noorden van
Rawa trokken de Duilschers partij van de
naar ons gekeerde windrichting om opnieuw
te trachten onze troepen met vergiftig gas tc
dooden
In Galicië duurde dc hardnekkige strijd
strijd voort aan den linkeroever van de
Wis-znia, waar het den vijand gehikte den 6en
onze troepen terug le drijven. Inlussclicn
maak'teri wij in onze tegenaanvallen ongeveer
2000 gevangenen.
Op het Dnjeslr-Iroiit werden den 6en cn
den 7en gevechten geleverd lusscken de rivie
ren Tismenica cn Lukwa. De aanvallen van
den vijand tegen onze stellingen aan den
rechteroever lusschcn den Ugarstberg cn
Jidaczow waren zonder vrucki. In Jidaczow
maakten wij ongeveer 300 gevangenen, waar
onder zes officierenwij namen twee mitrail
leuses.
Aan den linker Dnjestr-oever bij Jurawno
vermeerderden de tijaïidelijke strijdkrachten;
zij vermeesterden hel bosch lol aan den spoor-
weg. Aan den rechter Dnjeslr-oever vielen de
Duilschers in dc richting van het dorp Siwka
in eene hinderlaagzij werden in eene geslo
ten colonne eerst gemitrailleerd en later r' ->or
een snellen bajonetaanval gemassacreerd. Van
de omstreeks 200 Duilschers werden eenige
tientallen gevangen gemaakt. De vijandelijke
aanval tussohen Siwka cn Lukwa werd door
ons teruggeslagen.
Wee n e n, 9 Jun i. (W. B.) Officieel be
richt van lieden middag.
Aan dc Servische grens hadden hier en
daar schermutselingen plaats met aaUilloriLe-
gcvechlen zonder bcU-ekonis. Bij Korito werd
eene Mout encgrij nsch e bende in Oosten rij ksch-
Hongaarsche uniformen uiteengejaagd.
Ween en, 9 Juni. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
De eerste grootere aanval van den vijand
door de troepen van de steriele van ongeveer
ééne infanteriedivisie tegen het brughoofd te
Görz word ouder zware ver-liezen van de
Italianen afgeslagen. Deze stroomden in het
artillerievuur terug, maar moesten verschei
dene kanonnon laten slaan. Hetzelfde lot we
dervoer dc vijandelijke aanvalspogmgen bij
Gradisca en Monfalcone. De gevechten aan de
Karinliscbe grenzen ten oosten van don Plöc-
konpas on het wedorzijdschc geschulvuur in
het gebied van onze Korinlische en Tirolsche
sperversterkingen duren voort.
Rome, 9 Juni. (R.) Officieel communi
qué.
Langs de Isonzo werden de operatjën voort*
Roman uit het Noorsch van
HULDA GAR30RG
door
A M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
Zomer.
Aan den voet van den Zonneheuvel bij den
gaard van den dokter' lag een klein meisje
en knipoogde tegen dc zon, terwijl zij naar
aardbeziën zocht in het weelderige gras.
Flier waren zij zoo groot, zoo sappig en. zoo
heerlijk geurig. Boven op den heuvel, waar de
zon zoo fel scheen, waren zij klein en ver
droogd, zij wilde niet eens de moeite doen
om ze te plukken. Zij liet zich steeds verder
den heuvel afglijden, ging plat op haar buik
liggen en stak ze in haar mond.
Maar nu en dan moest zii zich eens even
bezig houden met „Per", een kalf, dat naast
haar op den grond lag. Het droeg een krans
van lichtroode wilde zuring om den hek en
kroop dicht tegen Eli aan. Zij konden zoo goed
piet elkaar overweg, die twee. Ja, Per was
Eli's beste vriend in de wereld, want Eli was
zoo alleen. Zij was het eenige kind van den
dokter en sedert een jaar geleden had zij geen
ïhoeder meer. Toen was er een snaar gespron
gen in de kleine kinderziel. Zij was schuw en
Angstig geworden en zij had «en gevoel «f er
Wa meer naars moest komen. Nu dit had'
kunnen gebeuren had zij nergens meer ver
trouwen in. Nu zij moeder hadden wegge
bracht naar buiten op het eenzame kerkhof,
midden in den donkeren winter zij durfde
er niét aan denken, het was niet te begrijpen
en alles werd zoo droevig en treurig om haar
heen, als zij aan moeder dacht.
Boven moeders graf was het nu zomer en
scheen de zon en zongen de vogels, onder in
den grond, daar bleef het koud en donker.
Ach, niemand trok haar meer zoo heerlijk
naar zioh toe. niemand verborg haar zoo vei
lig, wanneer de werelcf zoo boos was; in moe
ders armen was troost geweest voor alles.
En moeder hoorde bij alles wat licht en
vroolijk was en nu Neen, zii wilde niet
meer aan het graf denkenI
Wat was het thuis in alle kamers koud
en triest geworden, sedert moeder was heen
gegaan. Die heerlijke schemeruurtjes, 's win
ters in het hoekje van den haard, waren
voorbij en niemand zong nu de vroolijke
lenteliedjes meer, wanneer de hoornen uit
liepen en de heesters bloeiden en de nachten
licht werden.
Moeder was overal het levende leven ge
weest binnenshuis en daarbuiten. Toen zij
was heengegaan, was het of alle dingen dood
en koud bleven liggen, waar zii waren. De
rozen lieten in alle vensters het hoofd hangen
en de groote hortensia in de tuinkamer had
gele bladeren. Nergens was meer aardigheid
aan. De menschen en de dieren en de bloe
men, allen treurden om moeder.
En wat was moeder mooi geweest! Eli
herinnerde zich zoo goed de zware, donker
bruine vlechten, die als een gouden kroon
om haar hoofd lagen en den langen gouden
ketting over den kanten kraag. Moeder was als
een koningin.
En zij dacht: Iedereen zegt dat ik op moe
der gelijk en ik wil ook twee lange vlechten
hebben en een kanten kraag en een gouden
horlogeketting dragen. Ik wil in alles worden
zooals mo'eder.
En Eli schreide en was bedroefd en herin
nerde zich alles in de uren, dat zij zich onge
lukkig gevoelde.
Maar zij wilde er niet meer aan denken. Zij
wilde nu praten met Per en aardbeien eten
bap hap
Zij had zooveel moeite met de opvoeding
van Per .Hij moest leeren dansen, net als een
mensch, maar hij wou er niets van weten en
het slot was altijd dat Per klappen kreeg en
wegholde in zijn vvildsten kalyerengalop.
Als hij dan weer terug kwam en haar wilde
likken en weer goede vrienden worden, zei
Eli boos „ga maar weg, zoo groeit er nooit
een mensch uit je!" want dat zfijde oude
Marja altijd, wanneer zij op Eli knorde. Was
Hans van de pastorie maar thuis of Sverre
Sörli; maar Hans was op school in de stad
en Sverre was op den soeter. Maar in d
vacantie kwam Hans thuis! Als een groote
vreugde stroomde het door haar heen cn zii
sloeg plotseling haar armen om den nek van
den verstooien vriend. „Kom maar hier, Per,
cn wees niet boos!" Maar even daarna gaf zij
hem een tik tegen zijn bek en duwde hem weg
„foei, wat heb ie een warmen adem»/ lee-
lijkcrtf'
Toen wierp zij zich achterover in het gras
cn keek naar den koogen lichten zomerhemel,
waarlangs kleine lichtroode wolkjes voort
gleden
Hel goudblonde haar lag glad en glanzend
als zijde om haar smal gezichtje en de zware
vlechten waren achter de ooren in een klei
nen, stevigen knoop vastgebonden.
De oude Marja zorgde ervoor dal zij ge-
vvasschen en gekamd werd en iederen mor
gen kreeg zij een schoon, stijf schort voor.
van blauw linnen, dat thuis geweven werd.
Maar de oogen waren diep en er was een
zekere onrust in. alsof zii altijd wat vroegen
en zochten en op den uitkijk waren naar
iets, zij wisselden van kleur bij iedere ge
moedsstemming en dikwijls keken zij oud en
droefgeestig, maar zij konden ook stralen
van pret cn ondeugd; lachen en schreien wis
selden zich af in liaar gemoed als zon en
regen op een voorjaarsdag. Zii stond altijd,
zooals haar vader zcide, lusschcn een aard
beving en een uitbarsting in.
Een cincl verder zal Marja en breide aan
een rood rokje van Eli; Marja was zoo goed
als de dag lang was cn zij deed haar best om
een moeder voor Eli te zijn en ook een vader,
want de dokter was zelden thuis cn wanneer
hij thuis was, las hij of had bezoek.
Eli vind het veel gezelliger bii Nils, den
huisknecht. Ilij nam haar op zijn knie cn
zong liedjes voor haar en maakte broodjes
met boter voor haar klaar. Maar vader be
dacht nooit eens iets aardigs. Ja, zelfs Marja
wist veel meer dan vader. Zij kwam uit een
bergstreek, ver weg en zii vertelde van haar
huisje legen de bergen. Het lag aan den zoom
van hel woud. met het uitzicht in het dal en
op den broeden, stillen stroom. Alles was daar
anders dan 'hier en Eli mocht later eens mee
gaan naar haar tehuis.
Waar Eli woonde waren de fjorden en steile
rotsen en men hoorde het ruischen der zee.
ver weg achter de scheren en hier vlogen
meeuwen en zeearenden en allerlei vreemde
vogels in het rond en de booten der visschers
met hunne bruingeleerde zeilen cn de stoom-
booteu zag men hi«r vonrlbjj varen.
Maar de mooiste rots was de Kvascggcn met
zijn spits, die zich naar den hemel verhief cn
met de wille snccuwplokiken in de spleten en
onder de Kvascggcn was een zwarte berg
kloof, waar de zon nooit binnen kwam; daar
woonden slechts beren cn kabouters. -
Eli knipte legen dc zon, die recht boven
de rots stond. Iiaar gezicht werd door de zon
verbrand cn zij kneep de oogen dicht alsof
zij er pijn in had.
*Zeg. Marja. wat is de zon toch?"
„De zon. zie je dat niet!" zei Marja met een
glimlach en keek zelve in de stralen, maar
haar oogen begonnen tc tranen: „De zon, dat
is een ding, dal een wondervolle, groote
warmte geeft. En dc noordenwind en dc zui
denwind cn de westenwind en dc oostenwind
blazen er op. loldal zij wordt uitgeblusckl."
Eli lag heel stil le luisteren. Zij was er zoo
aan gewend, dat Marja haar antwoorden uit*
spon tot kleine vertellingen, wanneer zij haar
iels vroeg.
„En de maan dan, Marja?"
„De maan o. dc mensohen zeggen, dat het
een groene kaas is; maar ik geloof dat het(
een spotvogel is, die er zioh over verbaast'
vyat voor een kwikstaartje ie bent."
Eli schopte met haar voet ongeduldig tegcQ
den grond, zoodal kluiten aarde en heide
kruid om haar ooren vlogen: „hè, kan je mo
niet eens vertellen wat de maan is?"
„Nu, als je het weten wilt, dan is het er een
waar niet mee valt le spotten," zei Marja ernv
slig, „want zij zuigt water en mannenbloei
uit de aarde. Wanneer de maan vol is, dan
verheugt zich alles wat leeft. Daarom moet je
altijd slachten met volle en nooit met nieuwe
maan; want doe te dat, dan wordt het vleesch
laai en bederft"
Wordt vervol ad.