N° 264
„DE EEMLAN DER".
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Vrijdag 11 Juni 1915.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT
Kennisgeving.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
E L l
i3da Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
'ff' 1
ABONNEMENTSPRIJS: J
8 maanden vooi Amersfoort «4 4- «4 it f 1.0©.
Idem franco per post4* 1.5©*
For week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Aftonderlyke nummers 0.05.
De7e Courant veraohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
A^yortentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, famiüe*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 65.
1.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.30.
Elke regel moer 0*10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen
tot het horhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnement.
Eeno circulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
SCHOUW.
- De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat Watergraaf
«n Heemraden van het Heemraadschap de rivier
De Eem, Beken en aankleve van dien voorne
mens zijn op Maandag, Donderdag en Zaterdag,
don 21en, 24en en 2Cen Juni 1915 eeiie schouw
te houden over de beken en waterleidingen-
Schouwplichtigen worden uitdrukkelijk aan
gemaand er voort te zorgen, dat zij alsdan
voldaan hebben aan hunne verplichtingen in de
desbetreffende verordening gesteld.
Amersfoort, 10 Juni 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht.
De ooricg en de Baikan*
staten.
Van de Balkanstaten is Servië degene, waar
van in den laalslen tijd het minst gesproken
wordt. Maanden achtereen is het op liet Öos-
Scnrijksch-Servisohe oorlogstooneel merkwaar
dig stil toegegaan. Uil het italiaansche Groen
boek 'hebben wij vernomen, dat het geene mili
taire redenen zijn geweest, die in het begin
van het voorjaar de hervatting van het Oos-
'.enrijksche offensief tegen Servië hebben
ciliinderd. De onderhandelingen tusschcn
Oostenrijk en Italië hebben aan Servië eene
lange rustpoos verzekerd, zonder dat het in
middels zelf de kracht heeft gevonden tot eene
poging om het offensief weder op te vallen. Nu
.e vijandelijkheden tusschen Oostenrijk en
Italië begonnen zijn, herleeft ook dc strijd aan
de Ooslenriiksch-Servisciie grens. Intusschen
zijn hel -voorshands slechts schermutselingen.
Jie van daar bericht worden; oi de strijd een
rnstiger karakter zal aannemen, staat te be
den.
Servië is alle andere Balkanstaten voor ge
weest met het bcoluit on: m 4o»i oorio«
raan; het heeit zelis, niet Rusla'nds steun ach-
er zich, den stool gegeven tot het ontbran
den van dezen wereldstrijd. Misschien echter
zal het lot van Servië op de andere Balkan-
stalen werken als eene aansporing om voor
zichtig te zijn cn zich nog eens goed te be
denken, alvorens hel besluit tol deelneming
aan den oorlog wordt genomen. De Moldawa.
liet orgaan van den Rumeenscihen staatsman
Carp, brengt eene ernstige waarschuwing in
dien zin; zij schrijft:
„Sedert de dynastie Karagcorgcwilsch or>
den troon kwam, is Servië, misleid door dc
Russische belofte der vorming van een staat
die alle Zuid-Slaven in zich zou opnemen met
de heerschappij over de Adria, een blind werk
tuig van de Russische politiekers geworden.
De Balkanbond was een nieuw middel om Ser
vië aan Rusland, te binden; de Balkanoorlog
knoopte deze betrekkingen nog nauwer; de
Russische ophitsingen leidden tot den moord
van Scrajewq en slingerden Servië in den
tegemvoordigen oorlog, die het land tot den
ondergang brengt. Doel en loon van Servië zou
zijn het bezit van Dalmatic en van <le oostkust
der Adria. Om zich voor de dreigende cata
strophe te redden, was de triple-entente cr op
uit, Italië te hulp te roepen. Een der cisehen
van Italië is eveneens -de heerschappij over
Dalmatië en de oostkust der Adria. Dat dit aan
Servië reeds lang beloofd is. kan de diploma
ten van de triple-entente niet schelen, liet ge
ruïneerde Servië wordt door zijne bescher
mers verlaten.'
Dut gaat natuurlijk van Servische zijde niet
zonder protest. De Siidslawische Korrespon-
denz bracht onlangs het bericht van eene
hevige woordenwisseling, die m Niseh heeft
plaats gehad tusschcn den Russisclien gezant
Trubctzkoi en den Servischen troonsopvolger,
prins Alexander, waarin de kroonprins n:et
een beroep op de reusachtige offers van Servië
in dezen oorlog met allen nadruk opkwam
tegen de cischcn van Italic, die tegenoverge
steld waren aan die van Servië. Maar dat heeft
niet gebaat, evenmin als de reis, die dc Ser
vische minister-president Pasics naar Peters-
burg heeft ondernomen. Volgens de Russkojc
Slov.o heeft hij daar het dreigement geuit, aal
hel Servische kabinet zou aftreden, omdat hel
voor dc toezeggingen, die de triple-entente aan
Italië heeft gedaan, de verantwóórdelijkheid
tegenover het Servische volk niet op zich kon
nemen.
Die bedreiging schijnt in Petersburg niet
veel indruk te hebben gemaakt. De Russische
minister van buitenlandsohe zaken Sazonow
lieeft in een interview lot een vertegenwoordi
ging van de Secoio gezegd, dat Italic, dait een
grool deel der Ooslenrijksclie en Duitschc han
delsbetrekkingen op den Balkan zal overne
men, er naar streven moet goede buurschap
met zijne Servische buren te onderhouden.
Italië moet niet alleen hunne beurzen, maar
ook hunne harten veroveren, hetgeen bij goe
den wil zeer goed mogelijk is.
Aan de Serven laat minister Sazonow dooi
de persorganen, die hem zijii toegedaan, zeg
gen, dat economisch de belangen van Servië
bevredigd worden door de toekenning van
Noord-Albanië met Durazzo en San Giovanni
di Medua en van Ragusa in Dalmatië. Daarmee
krijgt Servic een uitweg naar zee. Maar ove
rigens wordt aan Scrvvië dc deugd der zelf
verloochening aangeprezen. De Birshcwija
Wjedomosti sqhrütt-
t.uc inmenging vail It alm moet neiaas ge
kocht worden, want de steun van de Italianen
is nu eenmaal niet te bereiken om niet. Maai
wal is er aan te doen, als zij nu eenmaal hunne
waarde kennen cn hardnekkig marchandce-
ren? Onze eerste laak is den tegenwoordigen
oorlog tot een gelukkig en, zoo mogelijk, spoe
dig einde le brengen. De inmenging van Italië
vergemakkelijkt deze taak; men moet dus die
zien te bereiken, cn wanneer men haar slechts
kan bereiken door den afstand van Slavische
landstreken, dan kan men voor dezen afstand
niet blijven staan."
liet is te begrijpen, dat deze redeneering
niet in den smaak valt vaïTtfe Serven, die van
dezen oorlog toch iels anders hoopten dan de
italianiseering van de Daluialische kust. Men
kan zich dus niet cr over verwonderen, dat
in Servië stemmen opgaan, die zich bitter er
over beklagen, dat dc belangen van Servië dooi
de triple-entente zijn opgeofferd, tui verkla
ren dat er in ieder geval geen sprake van k.wi
zijn, dal Servisch bloed zal vloeien voor dc
vervulling van dc Italiaansche aanspraken op
Zuid-Slavisch gebied.
Dó ooricg.
Berlijn, 10 Juni (W. B.). Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwar
tier van heden voormiddag.
De gevechten bij Souchez en Neuville duren
voort. Ten noordwesien van Souchez werden
alle aanvalspogingen van de Franschen in de
kiem verstikt. Ten westen van Souchez in de
streek van de suikerfabriek verwierven de Fran-
schen kleine voordeeler.. De vijandelijke aan
vallen tegen onze stellingen ten noorden van
Neuville vielen ineen. In den strijd van gisteren
ten zuiden van Neuville behielden wij de over
hand.
Een vijandelijke aanval zuidoostelijk van Hebu-
terne mislukte. In den loop van de laatste ge
vechten aldaar werden omstreeks 200 Frunschen
door ons gevangen genomen.
In Champagne stelden wij ons, na met succes
opblazingen te hebben verricht, in de streek van
Souain en ten noorden van Hurlus in het bezit
van verscheidene vijandelijke loopgraven. Tege
lijk werden ten noorden, van Le Mesnil Fransche
s'eiiingen ter breedte van omstreeks 200 Meter
bestormd; wij handhaulden ons daar tegen
nachtelijke tegenaanvallen. Een machinegeweer
en vier mijnwerpers vielen daarbij in onze han
den.
In het westelijke deel van het Bois le Prêtre
bleef een stuk loopgraaf v-on onze voorste stel
lingen in hel bezit van den tegenstander.
Par ij s, 10 Juni (Havas)- Namiddag-
communiue.
Het artilleriegevecht duurde zeer hevig nacht
en dag voort in den sector ten noorden van
Airecht. Op de suikerfabriek van Souchez deden
de Duitschers in de laatste 24 uren aanvallen,
die dadelijk teruggeslagen werden.
Wij veroverden in den nacht van 8 op 9 Juni
en in den morgen van den 9den de huizen van
Neuville, St.-Haasï, die de vijand nog bezet
hield. Het geheele dorp in nu in ons bezit. Wij
maakten bovendien vorderingen binnen in de
noordelijke wijk, de Duitschers bombardeerde
die in den nacht van 9 op 10 Juni, maar trachtten
niet haar te hernemen.
In den Doolhof maalden wij verdere vorde
ringen, vooral in hel zuidoostelijke gedeelte. In
de streek van Hebmerne breidden wij, ondanks
een hevig bombardement, onze stellingen uil
rrwn^.~ 4a l-nfcU,. V ,1'-"'- lo I «.»ölU-
uoor ons behaalde winsten »oopen over een Irout
van 1800 Meter, ongeveer een Kilometer diep.
In de streek teil oosten vair Tracy-le-Monl bij
de hofstede Quennevières mislukte een Duitschc
«egenaanval in den nacht van 8 op 9 Juni vol
komen. Wij behielden al het gewonnen terreiu.
Op de rest van heL front niets nieuws.
P a r ij s, 10 J u h i. (R.) Avond-commu
niqué.
liet artillerieduel duurde voort ten noorden
van Atrcoht, ofschoon door den dikken mist
belemmerd.
Do strijd, die eindigde met. de verovering
van het dorp Neuville, was uiterst verwoed;
liet was een strijd van man legen mangaan
de van huis lol huis. De Duitschers waren
tol hol uiterste gebracht, toen zij terug trok
ken met achterlating van een veldkanon,
verscheidene machinegeweren en veel mate
rieel. Meer dan duizend Dualsche lijken wer
den gevonden in de huizen, loopgraven en
kelders.
Een aanval van den vijand op Boauséjour,
in Champagne, word teruggeslagen. De Duit
schers lieten vele dooden achter op hel ter
rein..
P a r ij s, 10 J u u i. (Ilavas). Een bericht van
het front verhaalt de verovering van de hoog
te van Queunevièi es, eene groote versterking
op een front van 1200 Meier, die in storm ge
nomen is.Een methodisch bombardement
vernielde den Gen de hulpverslerkingen. Na
dat liet bombardement was hervat, verliet de
infanterie om 10.15 de loopgraven. De aanval
geschiedde door vier balaillons zoeaven, ti
railleurs en mannen uil Bretagne. Ondanks
dc kanonnadc, overstroomde de eerste golf
de loopgraaf. De voor steun aangewezen Duit
schc compagnieën rukten op, maar werden
gedecimeerd en uiteen gejaagd onder hel vuur
van dc 75 mM. kanonnen. De zoeaven snelden
uit de loopgraaf naar het ravijn Touvent, waar
een nel van draadversperringen eene met drie
kanonnen bezette verschansing beschermde;
zij maakten zich daarvan meester. Dc vijand,
die eerst slechts door artillerie reageerde,
bracht reserven in het vuur, maar deze smol
ten, in eenige oogenblikken weg. Nieuwe Prui
sische versterkingen kwamen per autobus uil
Roye; zij vielen gedurende den nacht acht
malen aan, maar werden steeds tegengehou
den. Ook een poging om te avanceeren in den
morgen van den 7en werden vernietigd. 2900
lijken werden geteld op hel terrein. De ver
liezen van den vijand worden op 3000 man
•geschal, waarbij nog de gewonden komen.
Wij hadden 250 dooden en 1500, meest licht,
gewonden; wij namen 20 mitrailleuses en veel
oorlogsmaterieel.
Onze balaillonscommandanten ontvingen
met veel plechtigheid bet ooriogskruis, dal is
toegekend aan dc troepeneenheden, die in een
legerbevel worden genoemd.
Berlijn, 1 0 J u n i (W. B.j. Bericht van het
opperste legerbestuur uit hel groote hoofdkwar
tier van heden voormiddag.
Ten zuidwesten van Szawle boden de Russen
gisteren een levendigen tegenstand aan onzen
opmarsch; er werden slechts kleinere vorderin
gen gemaakt. De buit van de beide laalste
dagen bedroeg hier 2250 gevangenen en twee
machinegeweren.
Tegen onze insluitingsbewegir.g ten oosten
van de Dubissa voerde de vijand uit zuidoos
telijke richting versterkingen aan. Voor deze
door den vijand, teruggenomen in de nrife
golan-Zoginis.
Ten zuiden van de Njemeil namen wij bij de
aanvallen en vervolgingen sedert 6 Juni 3020
Russen gevangen. Verder maakten wij twee
vaandels, twaalf machinegeweren en vele veld
stukken buit.
Ten oosten van Przemysl is de toestand on
veranderd. Uit de streek van Mikulajow-Roha-
tyn (zuidelijk en zuidoostelijk van Lemberg) z jn
nieuwe Russische strijdkrachten naar het zuiden
opgerukt. Een aanval van gedeelten van het
leger-van Liusingen in de linie Litynia (noord
oostelijk van Diohobvczj-Dujestz is bij Zurawnó
afgeweerd.
Ten oosten van Stanislau en bij Ha'.icz zijn de
veivolgingsgevechleu nog in gang.
B e r 1 ij n, 10 Juni. (ICorr. Nordeu). Uit
hel oorlogspcrsKwarlier wordt aan hel Berl.
Tageblalt gemeld, dal de beslissende overwin,
ndngen, die de Duilsrii-Oostehrijksche legers
in de laalsrle 24 uur behaald hebben, voor de
verdere ontwikkeling van den oorlogstoestand
van buitengewone bolcckenis zijn. Het bezei
len van Stanislaw, zoomede hel bezit van de
buitengewoon sterke linie noordelijk van Ko-
lomea eft het verder vóór ld ringen tegen Ila-
lics duidt op een buitengewoon krachtig aan
drijven van den onweerstaanbaxen wig, dien
dc Duitschc cn Oostenrijksche strijdkracht in
het Russische front hebben gedreven. Op de
noordelijke afdeel Inge n in Polen en in het be;
nedengebied van de San kwamen kleinere ge
vechten voor. In de bereids gemelde gevech
ten van de middelste afdcclingen, die voor do
Dui'tsch-Ooslenrijksche troepen zegevierend,
daarentegen voor de Russen vcrlicsbrcngend
waren, bedraagt hot dagelijkschc minimum-
cijfer 5009 tot GOOÜ gevangenen. Dit bewijst1,
dat hel stelselmatig overwinnend voorwaarts
dringen van de Duilscli-Ooslenrijksche troe
pen hel moreel van de Russische troepen zeer
gesohaad heeft.
Ween en, 10 Juni. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
De gevechten aan dc Boven Dnjeslr cn in
liet gebied tussahon de Dnjeslr cn de Prutli
duren voort. liet leger van Pflanzcr-Baltin
wint verder veld naar het noorden. Zijne aan-
valscolonnes drongen onder voortdurende ge
vechten vooruit tol Obirtyn cn op de hoogten
teil zuiden van Howdcnka.
Bij liet succesvolle voorwaarts gaan van dc
op GalicLsclien grond vechtende gedeelten van
hel leger sloot zich ook aan een troep in
Bukowina, die gisteren de Pruth overging en
sterke Russische strijdkrachten zuidwestelijk
van Kotzinann terugwierp.
Overigens is de toestand onveranderd.
B c rl ij n, 1 0 J u n i. (W. B.) Dc Vossisclie
Ztg. bericht nut Petersburg: Do val van Prze
mysl is, ofschoon do censuur aan do pers
heeft bevolen hem slechts voor tc stellen als
een strategisch terugwijken: van de Russen, iii
het geheele rijk liet onderworp „van do dage-
Lijkscho gesprokken. Dc dagbladen leveren
zeer droefgeestige beschouwingen.
De bekende schrijver Slolypiii spreekt van
een treurig l'eat, waarop méïi het Russische
volk geleidelijk had moeten voorbereiden.
Men&chikow schrijft in dc Nowoje Wrcmja
dat de rampspoedige oorlog Idaarblijkelijk
nog eene geweldige inspanning van Russische
zijde zal eischcn oiu het ongeluk te brengen
ihi M VGTOV-ü 'La uerr.W
aiische gebied. Rusland's beproevingen zijn
nog niol ten einde.
Nog pessimistischer artikelen in do Peters-
burgsoke bladen, zooals in de Denj Kurk*,
worden door de consume onderdruki.
Rome, 10 Juni. (R.) Officieel commu
niqué.
Wij versterkten Onze blellingen aan de
grens van Tirol cn Trentino. Wij bereikten
den Falzarego-pas, waar wij een zegevierend
gevecht leverden. Na een hardnokkigen strijd
van verscheidene dagen hij Monlccrocc na
men de Alpini ceue belangrijke stelling bij
Prcikoffel.
Langs dc Jsonzo-bnie zctlen wij dc operaliën
voort, ten doel hebbende den vijand terug te
drijven van de beheerschcndc stellingen aan
den rechtere ever. Wij bezetten Monfalcone.
\Y e e n e n, 10 Juni. (W. 14.; Officieel be
richt van lieden middag.
Aan hel lsouzofront werden wederom po
gingen van den vijand om de rivier over te
gatin, afgewezen bij Plawa, Gradisca cn Sa-
grado. in de slreoic van Klitsch en aan den
Kvuintischen kam ten oosten van de Piöchen-
pas wordt verder gestreden. Ook de artillerie-
gevechten in het gebied van de TiroLschc
oostgrens duren voort. Een vijandelijke aan-
Roman uit bet Noorsch van
HULDA GARBORG
door
A. M. VAN DER LINDEN— yAN EDEN.
„Is liet fiëru&t waar?"
„Waar, vraag het Nils dan maar, als le mp
uiel golooit. Zeker is het waai."
„Leest Nils daarom altijd in den almanak?'
„Daarom ook wei, maar ook wel om te zien
hoe zij ten opzichte van de slerreoeelden
staat."
„Welke zij?"
„De maan. Maar als je oogen hebt om te
zien heb je geen almanak noodig. llier in
Viken weten wij dat het middag is aan een
streep op Kvasseggen en thuis iu mijn land
hebben wij de Storcggeu. Er is geen betere
klok dan de zon. Maar nu moet je naar bin
nen en je boterham etenl"
„Neen, leer me liever alles van de zonne-
klek, Marja,"
„Morgen, nu moet je naar binnen. Je moet
immers eten. Doet iemand penitentie, door te
veel of te weinig te eten. in belde gevallen
Kaan ze dood.
Eli hin« aan Marja's arm. Wat is dat
penitentie"?
„Dat is wanneer iemand niet eet en wel
14° eten houdt Maar kom nu meel Je loopt
en kijkt even nieuwsgierig als een koe, die
voor"'t eerst buiten komt!"
Zij trok haar met zich voort, maar dit
was niet gemakkelijk, want Eli had volstrekt
geen lust om naar binnen te gaan. Per kwam
achter hen aan, stak zijn snuit in Eli's hand,
terwijl hij vreeselijk kwijlde.
Maar Eli joeg hem weg, zij dacht over aller
lei dingen.
„Maar, kind, jc hebt het kalt' versierd als
een bruid op den heiligen Gregoriusdag," zei
Marja toen zij den krans in 'L oog kreeg.
Zij liepen een poos zwijgend voort naar bel
groote, witte huis, waar de vensters in het
dak deden denken aan starende oogen, die
uitkeken over het landschap en den fjord.
„Toe, ga nu gewillig mee, kwikstaart!"
Eli trok Marja de armen bijna van het lijf
en 'L scheelde niet veel of zij trok haar omver.
„Wat doet zij met het bloed van manneli,
Marja?"
Maar Maria wilde er niet meer over hooren
en zij had het druk mei Per weg te jagen,
die mee in huis wou gaan.
aylvuus, kuus gek kalf, wou je soms mee
in de kamer?"
Toen overviel Eli op eens een bui van
teederiieid en zij sloeg beide armen zoo stijf
om den nek van Per, om hem goedennackt
te zeggen, dat het arme beest bijna stikte.
„Je wilt het dier toch niet worgen?'* en
Marja trok de tegenstribbelende jonge dame
mee naarbinnen.
Maar Eli was nog boos. „Hé, waarom wil
je niet meer van de maan vertellen?''
Een poos later, toen zii haar melkpap en
brood had gegeten, stond zij op de tafel in
de kamer waar de bedienden woonden en
haalde s^rrlei dwuze dingen voor hen uit.
Wanneer de dokier niet lliuis was, sloop zij
altijd daarheen. Dan was zii uitgelaten, sprong
en danste als een jong poesje in het gras.
Er kwam geen einde aan hare kluchtige ïu-
allen en haar publiek vermaakte zich kos
telijk.
Eindelijk werd Marja ongeduldig en liok
haar met geweld mee.
„Nu moet je goeden nacht zeggen, alle Icieine
meisjes gaan nu naar bedl'
„Beu je boos op me, Marja?"
„Boos, waarom?"
„Omdat je mu geen kwikstaart noemt!"
En Eli sprong vau de tafel en viel Maria
om den hals zoodat zij bijuu op de vuurplaat
terecht kwam.
En Marja bromde een beetje en bradil hel
dwaze meisje naar buis. Voordat de dokter
thuis kwam, moest zij in bed liggen.
Zoo was Eli loeu zij acht jaar oud was.
M o e i 1 ij k e dagen.
Eli schreide dikwijls, zonder recht 1c welen
waarom. Zij gevoelde zich soms opeens zoo
eenzaam en verlaten; niemand bekommerde
zich om haar. zelfs God niet; want, hield Hij
van haar. dan zou Hij moeder toch niet van
haar weggenomen hebben; Hij wist toch wel
hoe droevig hel in dc wereld voor een klein
meisje was wanneer zij geen moeder meer
had.
Den eersten lijd na moeders dood had zij
zoo hartstochtelijk en lang gesdi cid. dat zij
zich ongerust over haar maakten. Zij wilde
niet eten en zich niet aankleedcn» Nu was
het geen aanhoudende droefheid meer; maar,
wanneer iets haar tegenliep, dan kwam meteen
de herinnering aan moeder boven en kon zii
zich opwinden tot «n wanhopige gemoeds
stemming, waarin zij zich wonderlijke voor
stellingen maakte over God, haar moeder en
hel graf en waardoor haar kindersmart nog
grootcr wei d.
Zij hield wei veel van haar vader, maar \Vul
hielp haar dal; hij bekommerde zich zoo
weinig om haar. Altijd waren cr groote men-
sohen, met wie liij pralen oi kaart speleil
moest en wanneer Eli binnen kwam, dan kuste
hij baar vluchtig op dc wang en zei alleen
maar „goeden nacht" oi wanneer inj haar
eens meenam op de wandeling, ging hij altijd
naar het kerkhof en daar was y- met graag.
Zij was angstig en verlegen en bleef een eind
van. liet graf af slaan, want zii kon met vader
met over alles spreken waarover zij dacht.
Zóó was vader niet.
Het was herfst. De avonden werden don
ker en lang en hel was gedaan met alle zomcr-
vreugde. Up regenachtige dagen wjis Eli veel
in de knechlenkamer, want daar was bet
gezellig.
Op zekeren namiddag stond zij daar voor
heL venster uit te kijken. Het gaardplein zag
cr grauw on nat en triest uit. Een blcekc maan
stond boven bel dak van den stal; wiÜte ne
velen dreven over de akkers en over de pas
geploegde aarde heen. Eli stond in gedachten
verdiept. Zij drukte haar neus plat tegen dc
morsige, groenachtige ruit cn keel: naar de
maan; wanneer haar neus aan den linker
kant is, dan is zii aan het wassen en dan zijn
Per en Marja en Nils en ik en alle koeien
vol bloed en dan begint zij te zuigen te
zuigen
Marja en Nils zaten bij de keukentafel te
werken. Nils keek naar builen. „Kijk, daar
komt de dochter van den burgemeester aan,"
zei hii en Maria rekte zicli uit en keek in de
richting van het kantoor. Nils sloeg een spij
ker in de zool vau een lompen schoen. „Nu.
die zou wei graajj doktersvrouw worden!"
„Ja, dat zeggen ze," zei Marja met een
zucht. Geen van beiden ducüt aan Eli. „Zoo n
vróuwmensch, ze zou hem wel w illen herben
voordal zijn vorige nog koud is ouder den
grond!"
Eli huiverde: Koud onder den grond
koud onder den grond1. Duizend verwarde ge
dachten gingen in haar klein hoofdje rond.
iMaar daar zag zij Brila naar vader gaan.
Biilaï Doktersvrouw? Zou vaderzou
zij Ilaar keel werd als dicht gekue-
pen; zij slikte eu slikte.Op eens stond het
haar helder voor den geest dal er iels ver
schrikkelijks eing gebeuren.
En -plotseling liep zij naar buiten,over het
£aardi>lein naar zijn kamer, zij liep of haar
leven er mee gemoeid was. Zij wist niet wat
zij wilde doen, alleen maar dal zij bij vader
moest zijn.
Maar in den gang bleef zij besluiteloos staan;
binnen bii vader werd gesjirokcn; zij hield den
adem iu cn luisterde maar zij hoorde alleen
maar lachen En opeens gevoelde zij zich zoo
eenzaam en verlaten als nooit te voren en dc
tranen stroomden over hare wangen. Zij ver
borg haar gezicht in liaar vaders pels, die
tegen den muur hing en schreide bitter, ter
wijl zij liaar handen vast ineen klemde en
snikte: „Lieve God, lieve God. ik wil geen
nieuwe moeder hobbcn!"
Wordt vervolgd