li J H ViJ „DE E EM LAN DER' M Maandag 14 Juni 1915. BU1TENLAND._ FEUILLETON. E L I N° 266 IS"" Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Politiële Overzicht. De nieuwe Lusitania-nota. HotJredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. 3 1 V: 'M Ju n 1 ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort es 1 l.OO® Idem franco per post 1*50« Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO» Afzonderlijke nummers 0.05» Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op s Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden. Zon- en familie- PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50« Elke regel moer - 0.10 5 'Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling; r Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordeelige bepaliugea tot het herhaald advorteeron in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Versterking der weermacht. Tegen <le voorgestelde Landstormwet is in Aen lande niet heel veel oppositie. Er zijn nu eenmaal altijd mcnschcu, die liefst de keerzijde van 'n munt bezien; die keerzijde bestaat stellig ook hier maar de waarde van de munt wordt er niet minder om. Men beschouwe de voorgestelde uitbreiding van ons leger geheel in het lielit van de te genwoordige omstandigheden. Alle wijsheid over het legervraagsluk iu vredestijd verkon digd, kaïn nu veilig ter zij die gesteld worden. En ook wat erna den oorlog gebeuren moet, is nu van geen belang. Goede vaderlanders, die zich met koel hoofd rekenschap geven van den toestand en zich slechts door het landsbelang en gevoelens van menscliciijkheid laten leiden, zuilen niet zich vergenoegen met onze neutraliteit van heden, doch ook zinnen op middelen om haar* morgen te kunnen blijven handhaven. Het is in deze diagen voor 'n regeeróng inderdaad gemakke lijker om in den ooidog te komen dan om er uit te blijven. Waren wij niet ten volste overtuigd van de vredelievendheid der regeering, wij zouden niet zoo grif met de legeruilbreiding meegaan. Want hoe grooter het leger, hoe giootci de verleiding voor oorlogzuchtige machtshebbers om ook te gaan meedoen aan het bloedige hazardspel, waaraan de Europeesche mogend heden zich met zoo groote passie overgege ven hebben. Dit is dan ook wei een der voornaamste ar gumenten, welke de tegenstanders aanvoeren. Maar wie zich daarop beroept, looul óf de gezindheid der regeering niet te kennen óf haar te wantrouwen. Voor het een is al .ven weinig reden als voor het ander. Tien maanden lang heeft de regeering op de duidelijkste wijze bewezen, dat zij even oprecht als de overgroote meerderheid van ons volk Nederland wil behoeden voor de onherstelbare rampen en het onmetelijke ^eed van den modernen oorlog. Daarop kunnen wij gerust zijn. De overwe gingen, dat de regeering ons land in den oor log zou kunnen ©lecpcn, moeten en mogen ge heel zwijgen voor de o\ea we.giki.guii, dait wij er door andere mogendheden ingeslecpt zouden kunnen worden. Even gevaarlijk ais in het eerste geval de legeruilbreiding zou kunnen zijn, zoo nutiig, ja noodzakelijk is zij thans. De wereldoorlog heeft geMdelijk zulk 'n omvang aangenomen, dat 'n legermacht zoo als wij op dit oogenblik in 't veld brengen, iets meer dan 'n peulschillotje is voor de beLlige- rente pair tij en, die slechts met miiliioenen re kenen. En millioenen die den oorlog kennen terwijl onze soldaten zij het ook gelukkig en blijve het zoo alle oorlogservaring mis sen. Onze tegenwoordige weermacht, zij moge dan onvermoeid en welgeoefend zijn, is niet stertk gen.oeig om voldoende waarborg te ge ven, dat geen der rondom ons strijdende vol keren, als het wenschelijk mocht toeschijnen, ons niet in den oorlog zou durven be trekken. Hoe grooter het leger, hoe grooter de aar zeling om er den strijd tegen aan te binden. Nu, in deze zeer bizondere omstandigheden, erkennen wij de waarheid van de spreuk, welke wij in vredestijd betwisten: ©i vis pa- ccm, para helium. Indien gij den. vrede wilt, bereid u dan voor ten oorlog. I. Toen in het midden van de vorige weck bekend word, dait Bryan ontslag genomen had als staatssecretaris, kon men een oogenblik vreezen, dat hot geschil lusschcn Duitschlaud en de Vereenigde Slaton wegens hel optreden van de Dui'isühe marine legen handelssche pen in de door de Duilsche regeering tot oor logsgebied verklaarde wateren een ernst ïgen keer zou nemen. Immers in den brief, waar mee de heer Bryan aan president "Wilson kennis gai van zijn besluie om af te treden, las men, dai zijn blijven in hel kabinet unfair zou zijn tegenover do zaak, die aan zijn hart het naast lag: namelijk hel voorkomen*tan den oorlog. Eenige gerust stelling schonk reeds dadelijk de "verzekering van president Wilson in den bi ief, waarhij hij afscheid nam van Bryan ais medewerker: „Ons scheidt niet het doel, maar de te volgen methode." En nu dc nota bekend is, die dc regeering te "Washington naar Berlijn gezonden liceft als repliek op hei antwoord, dat zij gekregen had op bare nota van 15 Meg blijft er van ongerustheid niet veel meer over. De nota van 10 Juni maakt niet den indruk, dat zij de voorbode is van het ver storen der vrede sbetrekkingen lusschcn Duilschland en de Vereenigde Btaten. Veeleer schijnt zij den weg te effenen on\ de partijen tot elkaar le brengen en le komen tot eene schikking, waaïdoor hel geschil uit den weg wordt geruimd. De Duitsche nota had kennenjk ten doel na dere inlichtingen te bekomen omtrent de fei len. Zij verklaarde, dat het noodig was al lereerst zich ei" van te overtuigen, dat de be richten, die de beide regcesringcn bezitten over de toedracht der zaak, volledig zijn en overeenstemmen. In afwachting daarvan schortte de Duit sclic regeoring haar deii- iief stelling nemen op tegenover de door de Amerikaansche regeering in verband met hel in den grond boren van de Lusilania gestelde eischerh Staatssecretaris von Jagovv heeft zijn standpunt nader nog in een interview aldus gepreciseerd: „Wij zijn van meen in g, dait, voordat wij dit gevat met dc Vereenigde Staten officieel kunnen bespreken, do beide regeeringen eene juiste en nauwkeurige ken nis \an de feilen moeiten hebben. Dat wit Duitsohland in zijne nota tot uitdrukking brengen. Wij hopen, dat do Amerikanen er toe zullen le vinden zijn ons lijd te geven om allereerst over al het feitelijke van hel Lusi- tania-geval ingelicht tc zijn. Wij geloo\en, üat de Amerikaansche lege wing ons stanupunt nog niet geheel juist beoordeelt. Voor ons moet hol beginsel zijn, ons mdt elk tol onze beschikking slaand middel te verdedigen. De Lusilania had genoeg munitie aan boord om 50-000 Duilsche soldaten te dooden. Kunt gij 't in ons afkeuiren, als wij elk middel, waar van wij ons Luimen bedienen, gebruiken om deze munitie te vernietigen en het leven van onze mannen le redden?" Do dagbladschrijver, die deze woorden uit den mond vau den Duilschen bewindsman op- lex-kende, heeft dasafaan toegevoegd, dat de stem van den (Staatssecretaris 'trilde, alsof de overtuiging zoo vast in hem geworteld was dat zij nooit kon worden verietigd? Toch is hol met anders dan dit, wal de Duilsche regee ring zal hebben te doen,, want in de nota van 10 Juni wordt mei de meeste beslistheid ver zekerd, dal voor die meaning geen grond be staak Hut is van belang Titer de eigon woor den van de nota aan te halen. „Door de Duilsche regednug is \Crklaard, dat de Lusilania zonder twijfel was uitgerust mei verdekt Opgestelde kanonnen, dat zij ge oefende kanonniers en speciale munitie aan boord had, dait zij troepen uit Canada over bracht, dat zij een lading in had, die volgenr» de wetten der Vereenigde Sta'tcn geen schip aan boord mag hebben, dat tevens passagiers vervoert, en dat zij feitelijk als liulpkruiser van tie Engelscim viool dieusil deed. „Gelukkig zijn ditaangelegenheden, ten aanzien waarvan de regeering der Vereenigde Stalen in staat is. officieel inlichtingen aan de Duitsche regeering te verstrekken. „Bij de uitoefening van haren erkenden plicht als neu'traic mogendheid, en de tenuit voerlegging liarer laudswelten, rustte op de regeering dor Vereenigde Stalen de taak toe ie zien-, dat de niüt bewapend was, dat zij geen lading aan boord had, dio bij de Amerikaansche wet verboden is, en dat haar, indien zij feitelijk een schip was, deel uilma ken dc van de Engclsche vloot, geen uit klaring als koopvaardijschip mocht worden uitgereikt. „De Ainerikaanscho regeering volbracht dien plicht, zij paste hare wetten met strenge nauw gezetheid toe, door toedoen van hare wettig aangestelde ambtenaren, en is dientengevolge in staat do Duitsche regeering te verzekeren, dut zij verkeerd is ingelicht." De stellige toon, waarop dit wordt gezegd, sluit elke tegenspraak uit. Men zou met feiten moeten aankomen, die aantoonen, dat hetgeen hier gezegd is onwaar is; maatr zoolang dat nicit geschiedt, kan deze officicelc verklaring niet opzijde gezel worden en moei men haar als bewijskrachtig aannemen. Maar feiten, die de verklaring in de Amerikaansche nola te niet doen, kan dc Duitsche regectring nicl bijbren gen. De vloek van de boozc daad vervolgt haar. Wanneer or bewijsstukken zijn geweest waarop de Duitsche regeering z.cli zou kun nen beroepen, dan heeft de «torpedo, die de Lusitania in den grond heeft geboord en hare bemanning en passagiens een graf in do gol ven heeft doen vinden, zo doen verhuizen naar den bodem, der zee. Do DuiLsclic regeering kan hier stechls beweren; zij kan niet be wij zen cn is dus niet in staat te ontzenuwen, wat in de nota van 10 Juni als bewijs is bijge bracht De oorlog. 13 Juni. (Havas). Namlddag- P a r ij s, communiqué, Bij Lorette trachtten de Duilschers in den geheclen sector (Aix-Nouleble en Ecurie) door een aanhoudend bombardement de organi satie te verhinderen Yan do stellingen, die de Franschen hebben veroverd. De Fransche ar tillerie antwoordde mot te vuren op de Duit sche loopgraven en batterijen. Wij maakten ons meester Yan het station te Souchez. In hot zuidelijk gedeelte van den Doolhof was een hardnekkige strijd met gra naten. Ondanks de hardnekkige pogingen van de Duitschers handhaafden wij al onze winst van de vorige dagen. In de streek van de hofstede Tout Venle, zuidoostelijk van Hebulerne, deden de Duil schers in den nacht een tegenaanval, die ge makkelijk gestuit werd. Van de rest van het front is niets te ver melden, behalve tamelijk levendige actiën in den sector oostelijk van eims en op het front Perthes—Beausé jour. Avondcommundqué. Wij bestormden in den namiddag den ver sterkten heuvel kam ten noorden van de suikerfabriek le Souchez; wij organiseerden die stelling en handhaafden ons daarin tegen een herig bombardement. Onze infanterie nam heden morgen in een onkelen stormloop drie linien loopgraven bij den weg van Serre naar Maillymaillet; wij namen daarbij honderden gevangenen, die toegaven, dat de Duitsche vérliezen zeer zwaar waren. In de laatste paar dagen werden eenige af- deelingon, die zich tot een aanval voorbereid den, vernietigd terstond nadat zij zich had den gevormd Een Duitsche tegenaanval op de hofstede Qucnncvières ten noorden van de Aisns werd teruggeslagen. Soisson werd hierna gebombar deerd met 120 granaten. Berlijn, 13 Juni. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag: Bij Nieuwpoort en Dixmuiden, ten noorden van Atrecht eh bij Ilébu terne, hebban artil leriegevechten plaats gehad. Zwakke aanvalspogingen van den tegen stander in de duinen werden verijdeld. Ten zuidoosten vah Hébutvrne zijn infanteriege- vochten aan den gang. Er zijn bommen gewoipen op de militaire inrichtingen te Lunéville. Wecnen, 12 Juni. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Tusschen de Dnjcstr en de Pruth streden de troepen van het leger van Plfanzcr weder om verscheidene Russische stellingen. Dc plaatsen Jezierzamy cn Niezwiska, ten noor den \an Oberty, zijn bestormd. Onze zegevie rende troepen dringen vooruil tegen Czernc- lica en gingen daar, ten oosten van Ilai odeiika. over de Dnjeslr. Zalcsczyki is genomen. Tegen deze stad richtten de Russen des avonds en gedurende den nacht wanhopige aanvallen, die allen onder de zwaarste verliezen van den vijand werden afgewezen. Ook dc aanval van een kozakkenregiment viel in ons vuur geheel ineen. In de Bukowina moesten de Russen ook hunne laatste stellingen aan de Pruth prijs geven; zii trekken zich, door onze troepen scherp vervolgd, onder groote verliezen ove/ do rijksgrens terug. Bii de gevechten van gisteren van het leger van Pflanzer maakten wij 50U0 gevangenen. Ten zuiden van dc Boven Dnjcstr duren de gevechten nog voort. Een Russische tegenaan val op Stanislau weixl afgewezen. Zurawno, dat tengevolge van dc aankomst van Russische versterkingen ontruimd was, werd gisteren door de verbonden troepen weder genomen. Petersburg, 12 Juni. (Tel.-agent schap). Communiqué van den groolen gene- ralen staf. Ten noorden van Szawli, in dc streek van Szaklnowo, violen wij den llen eene zich uit het westen ontwikkelende vijandelijke co lonne aan cn dreven haar terug. Bij Szawli ze>t de vijand zijne onvruchtbare aanvallen voort in den noordelijken sector van het slag veld. Ons offensief op het front Szaroliany— Beligola gaat voort aich met succes le ont wikkelen. Den Hen namen wij in storm verscheidene dorpen en het kerkhof bij het gehucht Jo- quiny. Den vorigen dag vielen op dut front onze ulanen te paard den vijand aan; zij sabelden een honderdtal DuLtsehcrs neer en maakten meer dan 50 gevangen. In de richting van Kowno tracht den vijand zich te verzekeren van het lronl Sa- peziszki—Iludele. In den nacht van den llen bestookten wjj den vijand eenigszins op den straatweg naar Mariampol en langs den spoorweg KownoWirbailen. Aan den rechter Weichselocver, in de streek van Starozehy opende de vijand een hevig artillerievuur met het aanbreken van den dag op den llen en begon eene reeks aanvallen. Tot aan den middag kon dc vijand er niet in slagen te naderen tol een afstand minder dan 400 pas. Onze vliegtuigeskaders, die verkenningen in de lucht uitvoerden en met succes bommen wierpen, droegen krach tig er toe bij den vijandelijke aanval op dat front terug te drijven. In Galicie kwam -den llen in hel rivierdal van de Kklo een vijandelijke automobiel op onze loopgraven toe, maar ons artillerievuur dwong haar onmiddellijk terug tc gaan. In den dricdaagschen slag aan de Dnjeslr in de streek van Zurawno, die duurde van den Sen Lot den lOcn, namen wij in 't geheel 34S officieren en 15.431 soldalen gevangen; wij maakten ons racerter van 78 mitrailleuses en 17 kanonnen, zooals reeds bcridht werd. Eene groote hoeveelheid wapenen, munitiecais sons, veldkeukens en trein gingen in onze handen over. Om hel Ooslenrijksch-Duilschc leger te steu nen, dat zidh op den rechter Dnjcrtroevcr te rugtrok, ondernam den vijand een offensief op do beide oevois van de Tysmenica; hij slaagde er in het dorp Gruszow le nemen, maar werd later er weer' uitgeworpen door onze troepen, die daarbij 33 officieren cn 49C soldalen gevangen namen. In den nacht van den llen deed de vijand vruchlelooze aanvallen tegen het brughoofd bij lialicz. In den loop van den volgenden dag naderde de vijand de Dnjeslr op hel front Roman uit het Noorsch van HULDA GARBORG door A M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. „Aan God verbondenl" Wanneer er een klooster geweest was op Kvaseggen, zou zij zeker ook die belofte aan God afleggen. Maar God gal niet om haar. Hij had haar haar echte moeder ontnomen en Hij wilde haar een andere, die zii niet wilde hebben, in de plaats geven. En Per had Hij laten doodslaan. Foeil Ai waren er twintig kloos ters geweest op Kvasseggen, zij zou zich niet aan Hem verbindenI De zon zonk weg in de diepte en het werd koud en donker om haar heen. Zij huiverde zoo, dat zü klappertandde. Toen zette zij het opeens op een loopen s Avonds zat Marja bij haar bed en breide en zong van: „Trotsche Margit en den berg koning." Eü lag stil te luisteren. En toen Marja zong: „Hoe de kerktoren va- Böberad doordrongen tot Margit in de ber gen." toen hoorde Eli duidelijk de klokken en zij wergat de wondervolle tonen nooit Volwassen. Afht iaar woonde EU in de stad, maar de flroote vacantie bracht zii thuis door. Tusschen haar grootvader, den ouden, iliuken overste en haar ontstond een hecüler band van vriendschap dan er ooit tusschen haar en haar vader had beslaan. Zij leerde zooveel van grootvader; in den omgang met hem begon zij zich te ontwikkelen tol een klein mensch met' geordende gedachten en begon zij iets le hegrijpen van deze wonder volle wereld. En haar verstandige, vroolijke grootmoeder werd moeder en Marja tegelijk voor haar. Toch, heclemaal gelukkig was zii niet, omdat zij zooveel miste; 't was of zij in Uveeen gedeeld was. Had zij slechts alle die ren, bloemen en hoornen en Kvasseggen en die heerlijke lucht van thuis om zich heen gehad! Vcoral 's Zondags gevoelde zij zich dikwijls gedrukt. Maar er was ook veel. dat haar aantrok in de stad. Zij was op den avond «van haar aankomst verrukt geweest, toen haar groot ouders niet haar door de Carl Johanstraat liepen. Al die lichten en al die menschen maakten haar duizelig en zu keek en keek, totdat haar oogen pijn deden. En op den hoek van het Storlhinggebouw, vlak bij een groo- ten, sleenen leeuw, zat een vrouw met een Lafel vóór zich met de heerlijkste dingen; zij bleven slaan en kochten gekleurde koekjes en daarna kwam zij weer in het gezelligq.liuis uiet de mahoniehouten meubelen cn de dunne, tulen gordijnen voor dc ramen. Aan den muur hing het portret van Napoleon en dat van een leelijken man. die Voltaire heette; boven het bed van grootmoeder hing het portret van «wn man. dien zij Rousseau noemde, hij was een mooi man, maar hij droeg zulke vreemde kleeren. s Avonds vertelde grootmoeder van den oorlog tusschen Frankrijk en Duilschland; het mooiste ervan vend zij. dat een Duilsche hakker uit Christiania vele honderden kruid koeken naar de Duitsche soldaten had gezon den na den slag van Worth. En grootmoeder legde dc kaart om de toekomst van het land te zien en daarna las zij uit een boek dal ..Eniile" heette eu Eli vond het een treurige» naam, want de domste jongen van lieci Viken heette ook zoo; maar liij, die het book ge schreven had, was lang niet dom, want bij zei, dat het beter was de kinderen geen lessen te laten leeren en daarmee was Eli het vol maakt eens. Zij hield er veel meer van, om zich met haar eigen gedachte» bezig te hou- dn. cla i te leeren uit die vervelende school boeken. Het eenige prettige was de bijbelsclie geschiedenis, vvaht de verhalen daarin waren nel sprookjes. De lange, op elkaar gelijkende schooljaren sleepten zich voort; zij kreeg wei voel vrien- ainncn. maar geen echte; de eenige echte vriend was llans. Hij zou student worden; zii zagen elkaar niet veel, maar 's Zondags at hij een enkelen keer bij den overste en dan was Eli gelukkig. Maar hij wou nooit met Eli samen zijn. wanneer cr kans op was dat ziiu kameraden hen konden zien cn dat vond Eli heel dwaas. Wat waren jongens toch ver legen I Zii wandelde juisl heel graag mot Hans als dc vriendinnen het koude zien! Eindelijk gingen zij naar huis terug, om bevestigd te v orden cn Eli was het met haar- zelve eens geworden, dat zij Hans beminde; maar zij was er niel zeker van. dat hij haar liefhad 1 Zoo'n iongen was zoo'n vreeind, ge heimzinnig wezen. Zij hoopte zoo, dal hij zich eens heel even zou verraden en op hetzelfde oogenblik was zij doodsbenauwd, dat hij iel zeggen zou, want dan zou zij het besterven yan verlegenheid en van vreugde. Od den dag hunner bevestiging kwam er bij hun heider familie veel bezoek; maar zij spra ken af, dat zij elkaar zouden ontmoeten een kleine wandeling maken na den mid dag, zonder dat iemand het zag, natuurlijk. De 'gedachte aan deze wandeling verliet haar niet toen zij in de kerk was en zij-verweet hel zich, dat zij er telkens aan daclii, maar zij kon het niet helpen; al stond haar zalig heid op het spel. zij kon niet laten aan iians te dcliken, die daar, zoo blond en zoo knap, in zijn nieuwe kleeren stond. Zij wist niet, wie het eerst over dc. wandeling had gespro ken, maar zeker was het, dal zij er heiden op hetzelfde oogenblik aan gedacht hadden en, had zij misschien liet eerste woord gezegd, hij was toch op het idee gekomen om elkaar in het hoschje achter den gaard van den dok ter le ontmoeten, op hel plekje, waar Eh zoo veel tranen had geschreid en ook zoo menig vroolijk spelletje had gespeeld. Zij kwamen er juist Iegelijk aan en gaven elkander de hand. deftig en verlegen. Eli was op het punt te gaan schreien. „Lk feliciteer je," zei hij zacht En Eli fluisterde: „Dank je, insgelijks". Toen wisten zij niets meer te zeggen en zij ver gaten de wandeling, hieven vóór elkaar staan en drukten eikaars handen. Toen kon Eli het niet meer uithouden; zij barstte in tranen uit en legde haar hoofd vol vertrouwen legen hem aan. even rustig alsof hij haar groot vader was. Hij wist geen raad. „Neen maar, lievel" Hij boog zich over haar heen en streelde haar handen. „Wat is er, Eli?" Hij was 16 jaar. niaar voelde zich zoo hulpeloos als een klein kind; hij had nog nooit zoo iels moeilijks be leefd. „Ik houd zoo verschrikkelijk veci van je. i Hans," snikte Eli plotseling cn drong zich noe meer tegen hem aan Och God, dat zij nu niet stierf, dat de aarde zich niet opende om haar tc verslinden! Zij gloeide van schaamte cn ver wachting wat had zij gedaan! Wal had zij gezegd! Ach God! llans glimlachte verlogen en stamelde een paar woorden. Nog nooit had hij hel zoo be nauwd gehad. Maar wat drommel! hij was toch een man en hij greep zich aan cn sprak op vaderlijken loon. „Ja maar, lieve Eli, dat is niet iels oiu zoo over tc schreien. Huil toch zoo niet!'" Maar Eli snikte en schreide aldoor en hek was haai onmogelijk om een woord uit te brengen. Nu werd het nog erger, want lui sloeg zijn arm niet eens om haar heen cn hij zei ook niet: „ik bemin je"; hij zei alleen maar; „huil niet." Ach God, hij beminde haar dus met. Gij smeekte haar weer zoo dringend om niet meer te schreien. „Dat vind ik zoo naar, zie je." Toen zei ze eindelijk: „Ach, het is zoo vrecsclij'k treurig, Ilan* wantcn toen kon ze niet meer. „Maar waarom toch? Als ie op mij v. wachtenwant je weet wel, ik ben ook verliefd op je!" Zii wierp zich om zijn hals. „O, Hans, ben ie dat echt?" O. llans, ik wil op je wachten, al duurt het honderd jaar. lk ben zoo goluk- kig, Hans. ik zal in een klooster gaan, wan neer je het wilt Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1