^3"" Jaargang.
IIFI
1
|k« Jr. J
Ig
„DE E EM LAN DER".
Dinsdag 15 Juni 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N° 267
Mm
mm
Uitgevers: VALKHOPP 6 Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Politiek Overzicht
De nieuwe Lusatania-nota.
r
WEÊÈr
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
'fcer 8 maanden voor Amersfoort f 1.06»
Idem franco per post 44
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
1 Afzonderlijke nummors 0.05#
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefBt vóór 11 uur, famtlie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
PRIJS DER ADVERT ENT IËN:
f 0.50.
O.IO
Van 15 regels..
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling;
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
II. (SlotJ.
De no la van ld Juni nooiLigt aan liet einde
yan haar betoog, dal het eenc onjuiste opvat
ting is, dat de Lusutania in hel wezen der
«aak ais hulpschip van de Lngeische oorlogs
vloot heell gediend, de Duitsche regeering
uit om, als zij meent overtuigende bewijzen
te bezitten, dail de Amerikaanscne ambtenaren
hun plicht in het geval van ue Lusilama niet
volledig hebben vervuld, haar bewijsmateriaal
over te ieggeu, opdait hel kunne worden on
derzocht. Dc gelegenheid om haar standpunt
te rechtvaardigen, ais zij dat kan, wordt -dus
aan de DuAlscne regeering gegeven.
Maair levens wordt er nadruk op gelegd,
dat dit a oor de hoofdzaak, waarom hei hier
gaat, Yan geen belang is. Wal er ook waar
moge zijn van de beweringen aer Duitsche
regeering over hel vervoer van oorlogscontra-
bande aan boord van de LusiLarua oi van de
ontpioiiiJig Aan -du materiaal door het tor-
peüosehol, die beweringen beteeaonen mets
voor de vraag der weiaigncid van de door
de Duitsche marine-aulotrneilen bij het in den
grond boren van hefsemp aangewende me-
thodc. e liooidzaak buijit, ual een groot
sj.p, dat in de eerste plaats en bij voor-
..r oreiide voor hot ver\oer van passagiers
en meer uan lbUü meaiscnen vervoerde, die
geen deel aan de ooilogvoering nauden, ge
torpedeerd en in den gronu geboord is
zonder de geringste aanzegging oi waar
schuwing, en dal mannen, vrouwen en
.kinderen onder omstanUigneden, waarvoor
in de moderne oorlogvoering geen voornecid
besiaat, 111 den nood gezonden werden. l)e
nota wijst opnieuw mei piecniagen nadruk
op de zware veranlwoorueujauieid, die de
Duitsche regeering uaarüoor op zien neelt ge-
iaden. Slecht feitelijk verzet tegen de aanhou
ding of de weigering om ie sloppen, wanneer
daartoe bevel was gegeven ten oeiioeve van
de visitatie, had den commandant van de
duikboot hel recht kunnen geven, het leven
van de menschen aan booid in gevaar te
brengen. De regeering der Vereciugue Stalen
geiooit niet, dat tie Duitsche regeernig in twij
fel trekt de rechten van AmeriKaansche
scheepseigenaars of van Amermaauiscne bur
gers, (lie zich op geoorloofde reizen ais pas
sagiers aan boord van handelsschepen van
een oorlogvoerenden staal bevinden. Zij ge
looft ook, dal de Duitsche regeering ais bui
ten twijïcd slaande het beginsel aanneemt,
dat de levens van ïiiel-slrijuenden naar wet
en recht niel gevaar' mogen worden georacht
door hel kapen of vermeien van een nandels-
schip, dat geen tegenstand hiedt, en dal de
Duiiscüe regeering de vei piicnüng erkent om
de noodige voorzichugheiu aan te wmiden bij
het onderzoek tot vaststelling of een verdacht
handelsschip feitelijk benoort aan eene oor
logvoerende natie oi wemeiijk oorlogsconlra-
bande onder neutrale vlag vervoert. De regee
ring der Vereenigde Staun druai daarom de
verwachting uit, dat de Duitsche regeering de
noooige maatregelen zal nemen om deze be
ginselen len aanzien van de beyeiuiging van
Amerukaansche levens en AmeriKaansche
schepen le verwezenlijken en verzoekt om de
toezegging, dat dit zal geschieden.
In de nota wordt een beroep gedaan op de
instructie», die de Duitsche admiraliteit den
3en Augustus 1914 aan hare zeeofficieren heeft
gegeven. Die instruction bewijzen, dat in het
begin van den oorlog door het Duitsche ma-
rinebesluur de beginselen van zeeoorlogs-
rechl werden erkend en toegepast, waarvoor
de Amerikaansche regcering thans in naam
Yan de menschelijkheid opkomt. Daarin is
later verandering gekomen. Engeland heeft
van het feit der de niet-bekrachliging van de
internationale regeling van zeeoorlogsrccht,
(lie in de declaratie van Londen is opgeno
men, partij getrokken om zich te onttrekken
aan de naleving van sommige rechtsregelen,
die hinderlijk waren voor zijne vrijheid van
beweging. Het heeft eerste levensbehoeften
tot ooniogscontraban.de "verklaard en daarmee
zich van Duitsche zijde hel verwijt op den
hals gehaald, dat hel een hongerooriog voert
tegen de Duitsche vrouwen en kinderen.
Duiitscliland heelt het niet bij klachten en ver
wijten gelalen; het heeft dit argument van den
hongerooïlog gebruikt om zich een vrijbrief
toe te kennen om zijnerzijds alle regelen van
oorlogsrecht op zijde te zetten, die het zouden
beletten den zeeoorlog te voeren op de meesL
afdoende wijze en daarin van de wapenen der
moderne oorlogstechniek hel grootst mogelijke
nuttige gebruik te maken. Zoo zijn wij in den
toestand gekomen, waarin wij ons nu bevin
den en dagelijks de gevolgen ondervin
den en waarvan de Lusitania-ramp slechts
eene buitengewoon treffende illustratie levert.
De regeering der Vereenigde Stalen heeft
daartegen ditmaal niet voor het eerst hare
slem verheven. Zij -heeft vroeger reeds hare
goede diensten aangeboden om te trachten
de Duitsche en Engelsche regeeringen te
brengen lot een overleg over eene wijziging
van den aard en de voorwaarden van den zee
oorlog. Dit aanbod wordt in de nota van 10
Juni herhaald, waarin wordt gezegd: „Dc re
geering der Vereenigde Stalen zou het als een
voorrecht beschouwen, op deze wijze aan hare
vrienden en aan de wereld een dienst te kun
nen bewijzen. Zij is ten allen tijde bereid, aan
ieder van ue beide regeeringen aanwijzingen
ol aansporingen over te brengen, die de an
der wenscht overgebracht te zien, en noodigt
de Duitsche regeering hartelijk uit, van hare
diensten 111 deze richting naar goeddunken
gebruik le maken.'*
Nu is de vraag: Zal deze herhaalde aanbie
ding iets uitwerken? Hel is raadzaam daar
van ggpne ai le groote verwachtingen te koes
teren. Maar gentel hopeloos slaat ue zaak toch
niet. De omstandigheden zijn nu anders dan
in Februari, toen de duihoootooriog is be
gonnen. Het gevaar van den hongerooriog, dal
uoor Duilschland als reden voor zijne handel
wijze steeds op den voorgrond is gesteld, kan
ais voor goed geweken beschouwd worden.
De voorraad voedingsmiddelen in Duitsch-
land is niet alleen voldoende tot den aan
staanden oogstmen zal zelis het nieuwe jaar
ingaan met eene fhnke reserve, zoodat net
product van den nieuwen oogst eerst einde
September oi begin October zal behoeven tc
worden aangesproken. Aan den anderen kant
heeft Engeland een eerste bewijs gegeven, uat
de .onverzoenlijke stemming er aan i luwen is.
Het voorschrill over de aizonderlijke- behan
deling van Duitsche krijgsgevangenen, die van
duikboolcn afkomstig zijn, is ingetrokken; er
zal geen onderscheid meer gemaakt worden
tusschen hen en gewone krijgsgevangenen.
Dat zijn teekenen, die, al moeten zij niet wor
den overschat, toch eenigc hoop doen opko
men. In ieder geval laat, volgens de bijna al
gemeen in DuitsdfiJand heerschende opvat
ting, de nota van-10 Juni ruimte voor voort
zetting van het overleg tusschen dc regeorin-
gen te Berlijn en Washingtonde vrees, dal
deze nota tot eene verscherping van de ver
houding zou moeten leiden, kan als ongegrond
ter zijde worden gesteld.
De coHog,
Berlijn, 14 Juni. (W. B.) Bericht van
hel opperste legerbestuur uit hel groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Aan het kont tusschen Liévin cn Alreclit
leden de Franschcn eene zware nederlaag.
Nadat in den loop van den dag dc meermalen
voor den aanval opgestelde slormcolonnes
door ons artillerievuur verdreven waren, be
gon de vijand in den avond twee krachtige
aanvallen in dichte liniên legen onze stellingen
aan beide zijden van de Lorello-hoogle en
aan Jiet kont Nêuville—Röelincourt. Dc vijand
werd overal onder zware verliezen terugge
worpen. Alle stellingen zijn geheel in ons be
zit gebleven.
Zwakkere aanvallen van den Vijand aan hel
Yserkanaal zijn afgeslagen. Ten zuiden van
Iicbuterne leidden infanterie-geveclitcn tot
geen noemenswaard resultaat.
Aanvallen tegen de door or.s veroverde stel
lingen in Champagne; werden in de kiem ver
stikt.
P a r ij s14 Juni. (Ha vos). Namiddag-
communiiiué.
De Belgische troepen brachten een Lalaillon
op den ooslehjken oever Yan de Yser ten zui
den van de spoorwegbrug bij Dixmuiden; zij
organiseerden zich on hot se-wonnen terrein en
vernielden een vijandelijk blokhuis.
In den sector ten noorden van Atrecht waren
hevige artillerie-gevechten. In den namiddag
van den 13en vielen de Franschcn den hcu-
velkam aan, gelegen ten noorden van dc sui
kerfabriek van Souchez. zwaar versterkt door
de Duilschers, en vestigden zioh daar. Ver
scheidene infantcrie-acliën begonnen tegen het
einde van den dag. Een bracht de Fraiischen
in het bezit van een Duitsch werk ten oosten
van Lorettc; een ander deed hen onder een
lievig bombardement een gedeelte verliezen van
rle in den namiddag teil noorden van do sui
kerfabriek van Souchez veroverde loopgra
ven.
De Franschen vielen in den morgen van 13
Juni teil zuidoosten van Hobuterne de Duitsche
loopgraven in de buurt van den weg van Serre
naar Maillv-Maillet aan. De Fransche infan
terie viel in één stormloop drie vijandelijke
liniën aan; zij bereikte haar doel en maakte
meer dan honderd gevangenen, behoorende
tot vier verschillende regimenten, waaronder
het 170c. Gevangenen verklaarden, dal in den
loop van dc laatste dagen dc Franschcn zeer
zware verliezen toebrachten aan de Duitsche
troepen; sommige voor den tegenaanval sa
mengestelde eenheden werden terstond na
hunne vorming vernietigd. In den verderen
loop van den da i beproefden de Duilschers
een tegenaanval, dien de Franschen aanstonds
stuitten.
Dc Fransche artillerie verwekte in Puisieux
zeer zware ontplofiingen, gevolgd door brand
en door eene paniek, die de Franschcn nog
door hun schieten verergerden. De Duilschers
trachtten de loopgraven te hernemen, die de
Franschen hadden veroverd ten zuiden van
de iioisteide Queimevières, oostelijk van Tra-
cy-le-Mont; zij werden volkomen terug gesla
gen en bii hunne vervolging kwamen de Fran
schen vooruit.
Soissons is gebombardeerd met 110 grana
ten.
Parijs, 14 Juni. (R.) Avond-communi
qué.
Duitsche aanvallen ten noorden van Atrecht
en zuidoostelijk va a Hebuterne werden terug
geslagen.
Wij brachten in Lotharingen onze linién
vooruit, waar onze vorderingen in den sector
Embcrmcnil—Parroy zonder onderbreking
doorgaan»
P a r ij s14 Juni. (Havas). De militaire
medewerker van de Bernsche Bund schrijft
over de laatste offensieve Fransche operaliën:
De uitkomsten, die de Franschen krijgen, over
treffen alles wat zij tot dusver verworven heb
beu. Dal komt ccnerzijds hiervan, dat de Duil
schers verzwakt zijn ten behoeve van hunne
groote actie op het oostelijke oorlogstooneel,
en anderzijds omdat de Franschen thans de
hoogste militaire eigenschappen aan den dag
leggen, meer nog dan vroeger. Zij houden nu
Souchez en de hellingen van den gehcclcn
Loretto-heuvel nauw ingesloten en tiachten
over de wegen BéthuneSouchez en Souchez
—Atrecht heen te komen, om Souchez te over
vleugelen, zoouls zij reeds Ablain, Nazaire en
Carency overvleugeld hebben. Hun succes in
Quennevièrês is ook verkregen door eene voor
bereiding door artillerie van verscheidene
dagen. De Duilschers lijden zware verliezen.
Petersburg, 13 Juni. (Tel.-agentschap),
Communiqué van den grooten gcneralen staf.
Den 12cn werden op het gcheele front van
de Vendava-, Venta- en Dubissa-riviercn de
woedende strijd voortgezet De Duitsche pogin
gen verplaatsten zich naar den noordelijk van
Szuwli gelegen, sector van het front
In de Trans-Xjemenstreek begon de vijand
denzelfden dag een aanval op onze stellingen
leu oosten van Mariampol. Aan het Narew-
front hadden in den nacht van den 12en pa
trouille-schermutselingen plaats tusschen
Smoulew en Rozouz. Ten noorden van Pras-
nysz opende de vijand den 12en om drie uur
in den morgen een levendig vuur \an zware
artillerie. Daarop volgde tegen den middag
een verwoede infanleric-aanval. Meer oostelijk,
bii den spoorweg naar Mlawa, vielen twee
vijandelijke balailluns de hofstede Pomiany
aan; maai na groote verliezen le hebben ge
leden, werden zij gedwongen het offensief op
te geven.
Bij de Weichsel, in de streek van Slaros-
zeba, trok de vijand, die in zijn offensief van
den llcn zware verliezen leed, den volgenden
nacht naar zijne vroegere stelling terug.
Links van de Weichsel concentreerde de
vijand in den Bzoera-sector een zeer krachtig
vuur van den mond van de Pessi naar hel
dorp Soekha. In den loop van den nacht en
den volgenden dag viel hij onze stellingen aan
met eene omstreeks twee divisiën sterke macht
Het gevecht duurt voort.
In Galicië viel dc vijand in den morgen vair
den 12en in dichte gelederen onze stellingen
aan dc Beneden Locbatsjcwka aan. In dc streef
van Moscisk hernieuwde de vijand, die den
llcn cn 12en zware verliezen had geleden, zijn
aanval niet.
Rechts van dc Dnjestr, in de richting van^
Mikolajcw, was een geweervuur-gevecht.
Ons succes hij Jurawno noodzaakte den
vijand zijne aanvallen op onze stellingen bij
Ilalicz te staken; sinls den llen bepaalt de
vijand zich er toe daarop het vuur van zijne
zware artillerie te concentrcercn.
In den avond van den llen deed onze caval-
leric bij de stad Zalesziki een licvigen aanval
tegen de vijandelijke elementen, die de Dnjestr
overgingen In deze charge maakten wij om-;
strceks 200 gevangenen en sabelden 500 vijan
den neer.
B e r 1 ij n 14 J u n i. (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote lioofd-
kwarlier van heden voormiddag.
lil dc buurt van Kuzowimia ten noórdwestei
van Szawle zijn eenigc vijandelijke stellinge»
genomen, waarbij 3 officieren en 300 man ge
vangen werden gemaakt.
Ten zuidoosten van den weg Mariampol—
Kowno bestormden onze troepen de voorste
Russische liniên. Twee officieren eii 313 sob
dalen werden gevangen gemaakt
Het leger van von Mackensen -ging in ccn((
breedte van 70 K.M. uit zijne stellingen tus
schen Czerniawa, ten noordwesten van Mo&J
ziska, cn Sieniawa lot den aanval over. De
vijandelijke stellingen op ons gehccle front
werden bestormd; 16.000 gevangenen vielen
gisteren in onze handen. Ook de aanvallen van
de troepen van Linsingcn maakten vorderin
gen.
Berlijn, 14 Juni. (W. B>.) De particu
liere correspondent van hof Berliner Tageblatt
beiicht uit het oorlogsperokwarlier, dat de in
bezitneming van het ocvergebied aan beide
zij dien van de San ou de D njcsllr, ondanks
hardnetókigen 'tegenstand, steeds vordert en alj
een zeer belangrijk deel van ons offensief
mag worden aangemerkt. Na de verovering
van hel L-ughoofd van Siniawa is de laak aaD
de San tot aan Rudnik opgelost. Aan de Dnjesb
zijn do gewichtigste overgangen, alsmede Zu*
rawno en Zalesczyki, in onze handen. Bij Zy-
dadkow wordt de vijand langzaam terug ge
drongen. I3ij Stesiislau w.rden de dorpen Tys-
micnies, Olksze en Tlumelz veroverd- Wanneei
wij hieraan nog toevoegen* dat volgens een
bericht yan heden de Bukowina in alle deelcn
in ons 'bezit is* en dat onze troepen na hot
overgaan van de 'Bessairabischo grens do Rus
sische grensposten bezetten, dan doét do gis«
lar afgedane taak van het' leger Pflanzer—
Baltin heft zich allengs vertoornende beeld in
steeds duidelijker vormen uitkomen. De mei
den loop van dc Dnjestr samengaande ver-
schuiving van het gdkeclè.frout van Pflanzer
gaat aanhoudend voorwaarts. Dc nog beschik
bare Russi hc reserven en de eventueele aan
voer van munitie kunnen den loop der gebeur
tenissen nog tijdelijk Stremmen, maar niet
meer logenhouden.
De Vossische Zfg. bericht uit Sofia: Volgens
betrouwbare berichten werden alle troepen,
die bestemd waren le landen aan de Turksche
Zwaile zeekust, ter versterking naar Galicië
gedirigeerd. DiL landingspliui. is dus io be
schouwen als te zijn prijsgegeven.
L (L I
Roman uit het i\oorsch van
HULDA GAR30RG
door
A M. VAN DER Lib* DEN—VAN EDEN.
„Neen. dat hoeft niet," zei hij lachend, „maar
ik moet nou zoo lang leeren, weet je, en daar
na word ik misschien arcnitekt oi schilder.
Je weet, dal ik het meest yan leekenen noudl
Lii was nu kalmer geworden, maar zij durf
de niel opkijken, want dan zouden zij elkaar
in het gezicht zien. Zij Luisterde als in zich-
zelve. „Wat heerlijk om scniider te worden!"
Zij droogde haar oogen eu hare warme
handen af, lichtte zich eindelijk op, maar
zonder hem aan te zien. „Hè. wat is het
warm."
„Wel neen, het is nog erg koud." Hans
trachtte weer op gewonen toon te spreken.
„En denk eens aan je krullen en je japon;
voel eens hoe nat alles geworden is." En. ja.
de rand van haar rok was ook vochtig ge
worden en daar had zij twee jaren aan ge
borduurd; het was bijna het gewichtigste bij
een bevestiging. Het was. of ie niet bevestigd
kon worden, als de geborduurde rand niet
klaar was.
En nu had zij er niet eens aan gedacht!
„Wat ben je toch mooi," zei Hana vol be
wondering.
En nu lachte Eli weer. Het was haar of z'
bevrijd was uit een klem en weer vrij kon
ademhalen. „Ja, luister eens, ik heb den ge
ileden nacht met papillotten, in mijn haar 111
oed moeten üggen ca dan durf je je niet te
oewegeu. Maar nu moet ik weg, vader en
Brita zuilen mij zeker zoeken. Adieu!" Zij
namen elkaar weer bij ue hand en slingerden
met ue armen heen en weer.
„Niels zeggen, hoor, Hans. Ik sterf als je
het doet!"
„Ben je dwaas! Nu, goeden nacht!"
„Goeden nacht, goeden nachtl" maar zij
konden elkaar niet loslaten!
„Wanneer vertrek je weer. Hans?"
„Na het Avondmaal"
„Och!" er gleed een schaduw langs Eli's
hemel. ..Zoo gauw?"
„Ja, ik moet wel. Kom je morgen weer hier.
ou denzellden tijd?"
Eii knikte zoo. dat de lange krullen haar
om de ooren dansten. Toen kon zij zich niet
meer inhouden: „O, ik ben zoo blij. Hans!"
„En ik danl"
Zij gingen een stap achteruit, maar lieten
elkaar niet los; zij konden elkaar niet los
laten; het was te heerlijk om zoo te slaan en
af en toe een woordje te zeggen en elkaar
bij de handen te Jiouden. Nu hadden zii
samen een geheim
Maar daar ging een overmoedig,, angstig
zoele en gevaarlijke gedachte door Eli's heele
wezen: „Zou hij mij willen kussen!"
En het was alsof die gedachte oversloeg od
Hans, want hij naderde haar op hetzelfde
oogenblik heel dicht en zei heel zacht: „Zeg,
EU!"
Eli durfde nauwelijks ademhalen. Ja, zij
beefde en zij wilde wegloopen, maar zij
kon niet.
„Wil je,.,.wil je mij een kus geven, Eli!
Eentje maar!"
En snel als het weerlicht rekte zij zich uit
en kuste hein; toeu zctle zij hel op een looped,
alsóf zij achterna gezeten werd. Aan haar
japon en haar sleep (Jacht zij niet, maar toen
zij er over struikelde, nam hij hem op en üep
verder, totdat zij achter de schuur stond. Het
suisde in naar hoofd, ik kuste hem, ach God,
ik kuste hein. hij kuste mij. O. wat ben ik ge
lukkig! Hans. Hans, nnjn heerlijke jongen!
Nooit, zoolang als ik le- zal ik een ander
hef bdbl>en. Zij kon wel dansen en zingen en
zijn naam luid uitroepen over de geheelc
wereld. En zij voelde geen grond onder hare
voeten.
Nu keek zij om; maar alles was donker en
stil. Och. was het maar weer dag. dal zij weer
naar hem toe kon gaan!
's Nachts kon zij niet slapen, zii doorleefde
altijd weer die heerlijke minuten. Het zong
en jubelde in haar Hans. liansl
Als liet maar niet zoo lang duurdeI Hoeveel
lijd zou er noodig zijn om architekt te wor
den of schilder? Stel jc voor schilder!
Wat was het akelig dat ze nog zoo jong
waren Maar voordat zij insliep, hield zij
een ernstige onderhandeling met God en haar
geweten. Zii had dien gansohen dag zoo wei
nig aan God en zooveel aan Hans gedacht!
En de menschen bij vader op bezoek, die
herinnerde zij zich ter nauwernood.
Acht dagen later gingen zij aan hel avond
maal. De hartelijke, lieve dominee, de ooin
van Hans, sprak de jongelui zoo ernstig toe
dat allen zeer ontroerd en onder den indruk
waren van zijne woorden. EU beloofde zich-
zelve dat zij goed en rein wilde J)U}ven en
zij dacht aan haar moeder cn aan Hans en
smolt weg in tranen. Zij was de dagen na de
bevestiging zeer teleurgesteld geworden, om
dat Hans zich niet aan de afspraak had be
houden, om op hetzelfde uur terug le komen;
er waren gasten in dc pastorie gekomen, maar
Eii hield dit voor een voorwendsel
Toen zii voor het altaar knielde, zeer onder
deii indruk van de plechtigheid van het
oogenblik, zoohlen hare oogen die van Hans.
Zij wilde hare belofte aan hem nu, als het
ware, bezegelen voor hel aangezicht van God
en van den dominee. Maar toen kwam de
geestelijke met den beker en zette dien haar
vóór den mond met de woorden:
„DiL is het bloed van Christus."
Eli's ooien suisden, eu de wijn kreeg een
bloedsmaak op huur lippen. O, dat God haar
mocht vergeven! Maai' zij zag het hcele too-
ncel weer voor zioh, de slachting in de
schuur. Bloed, bloed! en zij kon niet anders
dan hartstochtelijk snikken. Nooit, nooit zou
er vergeving zijn voor zoo n vrceseUjke zonde.
Zij beefde van angst, maar zij kon de voor-
steUing niet van zich afzetten.
De anderen werden verlegen om harent
wille, omdat zij zoo hevig schreide; je moest
ie toch welen le bedwingen. Hans ontweek
haar daarna cn zij ontmoette hem niel meer
aUeen voordal hij vertrok. Zij moest afscheid
van hem nemen in het bijzijn van aUe andere
mensuheiL
En zii zou hem zoo graag aUes verteld
hebben, waarom zij zoo bitter moest schreien,
toen zij voor het altaar knielde en nog, o, zoo
veel meer. Er was niemand anders in de
wereld, wien zij het kon vertellen; niemand
kon haar helpen. Haar gedachte- en gevoels
leven was één verwarring en zij durfde niet
spreken over alles wat er in haar omging.
Het was nu zoo'n heel moeilijke tijd voor
haar! Zij was als een triUend blad in een
v^oriaarsstorm. Angstig en verbaasd stond
zij tegenover haar eigen wonder zij was
vrouw.
En er kwamen nieuwe levensvragen en een
nieuw, sterk bewustzijn van.'s levens ïtiacnt.
maar niemand kou haar helpen; zii was alleen
als altijd. De eenigc met wien zij bijna over
alles kou spreken was de dominee, lioidl; hij
hield zooveel van grootvader en hii was Hans'
lieve oom. Ilij was zoo anders dan gewoon;
net een groote, oiigëWasschen jongen mei
blauwe, kinderlijke oogen. zoo onsonuldig en
zoo zielsgoed. Maar nooit zou zij moed krijgen
om over alles met hem tc spreken, niet eens
over hare gedachten bij het altaar. Eu zij ge»
voelde onduidcUjk dat hij haar ook niet zou
kunnen helpen. Alleen aan Hans zou zij alles
kunnen zeggen en Hans was weg en zij be-'
greep hem niet; jongens waren zoo anders.
E"n tijdlang zocht haar toevlucht in den
godsdienst maar, hoe meer zij erover dacht,
hoe verwarder hel voor haar werd, hoewel zif
zich zeer aangetrokken gevoelde en aange
grepen werd door de prceken en gesprek
ken vol poëzie van den dominee. Maar nu werd'
zij vervuld van een machtig, sterk verlangen.
Ln om den tijd te verdrijven bedacht zij van
alles. Zij verkleedde zich en speelde comedie,
danste, zong en werkte mee in keuken en
schuur. Ja. zij gedroeg zich wel eens behaag*
ziek tegenover Sverre Sörli en andere vrien
den. Alles, terwijl zij wachtte.
Wordt vervolgd.