v
Uit den omtrek.
Regeering sbrood.
r Naar wij vernemen stelt de minister van
iisuidbouw, Nijverheid en Handel zich voor
pm tocziclit te doen houden op de richlige
rnitvoering van de in de verschillende ge-
jneenten vastgestelde en door den minister
- jjoedgelkcurde regelingen betreffende de ver
strekking van goedkoop ongebuild tarwebrood
l>e controle heeft ten doel de uitvoering dier
regelingdn in de verschillende gemeenten
'ter plaatse na te gaan.
Verzet van Belgische
geïnterneerden.
Wij lezen in „De Vlaamsche Stem'':
„Eene Hollandsche patroelje van 4 man
werd Maandagavond uitgezonden om -drie
Smoordronken Belgen, die sinds enkele uren
jn weerzinwekfleenden toestand rondliepen,
i>p te zoeken. Rond 8 uur ontmoette ze de ge-
zochteu midden in 't veld, en gaf hun bevel
Jnet haar naar het kantonnemenlt terug te
-keeren. De Belgen weerstonden aan het ver
zoek \an den pafcroeljeoverste en scholden de
Hollandsche militairen op tergende wijze uit.
Een voorbijfietsende Belgische officier, die de
weerspamnigen aanmaande, om hun geval niet
le verzwaren en de wacht te volgen, zag zich
o,p zijn beurt aanvallen door de woeslgewor-
den dronkaards. Een nieuw bevel tot door
stappen van de Hollandsche militairen had
voor gevolg, clat de Belgen dreigden zich ook
op hen te werpen. Een schot in de lucht kon
de Belgen niet tot staan brengen en de Hol
landsche militairen 2agen zich ten slotte ge
dwongen, wilden ze zich hunne geweren niet
Men ontrukken, op hunne aanvallers te vy-
ren, wat voor gevolg had, dat twee ervan te
gronde siloriten: een ernstig getroffen in den
buik en de andere met een schot in het lin-
kerb een. Terwijl de Hollandsche militairen
de gekwetsten ter hulp sprongen, wist de
derde Belg te ontvluchten, maar werd later
aangehouden. De twee gekwetsten, waarvan
de eene ln zorgwekkenden toestand verkeert,
werden onmiddellijik in een auto naar hc<t
ziekenhuis te Sneek overgebracht, nadat ter
plaatse een eerste verband was gelegd.
..Ziedaar in Breede trekken het voorgeval
lene geschetst.
„Natuurlijk bracht het bericht van het dra
ma het kamp in groote opschudding en in
een bijna algemeene ontstemming, maar deze
laatste verdween spoedig, toen de namen der
gevallenen werden medegedeeld: deze toch
stonden reeds lang bekend als rumoerige
kerels, die door iedereen werden geschuwd,
zich regelmatig aan den drank overgaven en
dan tot alle baldadigheden in staat werden
geacht. Deze voor de getroffenen weinig stich
tende omstandigheden brachten er veel toe
bij. om de kalmte onder de Belgen He doen
terugkeeren.
„Ik heb persoonlijk verscheidene getuigen
van de botsing ondervraagd Belgen en Hol
landers. militairen en burgers, en kom tot het
voor mij, als Belg, spijtig besluit, dat de gan-
tohe schuld naar de Belgen gaat. Den Hol
la ndschen militairen treft geen verwijt, want
zij hebben bewijs gegeven van veeü geduld,
hopende de aangehoudenen met een praatje
weg «te brengen, wat echter niet hikte; dan
hebben ze eerst de geweerkolven gebruikt om
don eindelijk, als ze 't oogenhlvk zagen aan
breken. waarop hunne eigen geweren tegen
hen gingen dienen, tol schieten Je besluiten.
Men kan het vreeselijk voorval betreuren,
maar eerlijkerwijze dient tot de verantwoor
delijkheid der getroffenen besloten.
.Jk had ze zelf voorbij mijn kwartier rien
slenteren, en walgelijker drietal ontmoette ik
nooit: blootshoofds, van de ecne sloot in de
andere tuimelende, bemorst en beslijkt van
het hoofd tot de voeten, onkennelijk. Een
er van liep met het bovenlichaam ontbloot en
Het zijne getatoueerde borst bewonderen. Alle
drie vlóekiten en tierden als bezetenen. Mijn
hart bloedde toen ik naast mij door burgers
hoorde zeggen: „Ziedaar rui dorie Belgen''.
„En-kelen onder de geïnterneerden vinden
jiet gepast zich door hun losbandig en tucht
loos gedrag te doen opmerken, maar die zijn
groote uitzondering. Nagenoeg allen begrij
pen, dat er maar ééne goede wijze is om zich
te onderscheiden en dit is: zich beter en ern-
itiger brachten aan te stellen dan de anderen
en geen opspraak te verwekken door ge-
mcene ploertenstreken. Hier aldus handelen
fs bovendien voor ons een vaderlandsche
plicht. Wanneer we naar het bevrijde vader
land zullen terugkeeren, moeten we hier
eenen indruk van besckaaafdheid achterla
ten. Laat ons. van nu af aan, onze krachten
lot dat doel inspannen en afbreken met de
zen, die hier den naam van Belg onüeeren
Oplichting. Het gerechtshof te Arn
hem heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen
J. II. Muller, zich noemende ingenieur, wo
nende te Nijmegen, thans gedetineerd.
De advocaat-generaal had tegen bekL, die
door de rechtbank te Arnhem, wegens oplich
ting (het verkoopen van waardelooze aandee-
len eener aan te leggen stoomtram Utrecht—
Gouda) was veroordeeld lol een jaar gevan
genisstraf. met bevestiging overigens van dat
"«onnis, 2 jaar gevangenisstraf geëischt.
Het hof heeft het vonnis der rechtbank be
vestigd. met last. dat beklaagde in vrijheid zal
worden gesteld wegens ziekte.
Diefstal van kaarten van het
Kroondomein. Voor de recht&ank te
Den Haag stond terecht, d-o 54-jarige koets
huisbediende W. F. van der Hi, vroeger con
cierge aan het Bureau van het Kroondomein
aldaar, thans gedetineerd.
Hem is ten laste golegdu dat hij in den
loop Ven de jaren 1913 en 1914 een aantal
kaarten, betrekking hebLende op de Tiend
rechten, uit genoemde bureaux heeft wegge
nomen en ten eigen bate heeft verkocht bij-
verschillende firma's te Den Haag.
Bekl. bekende en voerde ter zijner veront-
icbuldiging aan, dat verschillende kaarten
onder stof voor „oud vuil" op den grond la
gen. Hij (meende, dat zo vrijwel waardeloos
wbren en nie)t meer gebruikt werden en om
de bureaux wat op te ruimen, besloot hij ze
maar weg te doen. Toen hij er mede kwam bij
het antiequariaat van de firma van S. werd
hem medegedeeld dat ze eenige waarde had
den en verkocht hij er daar eenigen te zamcü
voor f 65. Vervolgens verkocht hij er nog bij
de firma "W. N.
Als getuigen werden gehoorP, de admlni
itrateur van het Kroondomein Jhr. O. J. A.
Repelaar van Dricl. de referendaris bij het
Kroondomein de heer .T J. de Jong en de
heer Merling, procuratiehouder bij de fa van
S. De eerste deelde mede», dat de kaarten niet
als waardeloos vuil waren te beschouwen en
bekl. niet het recht had ze ten eigen bate te
verkoopen. Y.-n wege het Departement van
Fln'anclën was gel. gewaarschuwd, dat
kaarten tuii het Kroondomein verkocht wa
ren. Get. riep daarop de politie te hulp, die
spoedig de zaak tol -klaarheid bracht.
Dc officier van justitie mr. Brantjes achtte
de sdhuld van bekl. afeui diefstal bewezen en
vorderde bekl.'s veroordeeling lot 8 maan
den gevangenisstraf.
Mr. Weyl pleitte clementie op grond van
's mans gunstig verleden en vroeg in ieder
geval oplegging van een veel lichtere straf;
bovendien verzocht pl. onmiddellijk ontslag
uit de preventieve hechtenis. Dit laatste werd
door de rechtbank geweigerd en de uitspraak
bepaald op 24 Juni a.s.
Marktberichten.
Eiermark? te OEst.
Aanvoer 400C0 stuks.
Hoogste priis f 7.60. Laagste prijs f 6.75
Gemiddeld f 7.25.
Stemming
Eiermarkt te Wijhe.
Aanvoer 40000 stuks.
Hoogste priis f 7.50. Laagste prijs f7.—
Gemiddeld f 7.25.
Stemming vlug.
School- en Kerknieuws.
Zoraerconferentie voor Zen
dingsstudie 1915. De Zendingsstudie
raad heeft besloten dit jaar een conferentie
voor te bere den en wel van 2631 Juli te Doe-
tinchem, n bel velen bekende .Ruimzicht", dat
daartoe mei de meeste bereidwilligheid werd
afgestaan. De Z. S. R. zal de conferentie ech
ter alleen door laten gaan indien de tijdsom
standigheden hei toelaten en de deelname vol
doende kan worden geacht.
Dc hoofdlijnen van het programma zullen zijn
als volgt
lederen dag wordt aangevangen met een een
voudige Bijbelbespreking.
Daarna wordt een der volgende onderwerpen
behandeld
„Mededeelingen over gehouden Zendingsstu
diekringen." „Het Zendingsonderwijs op Zon
dagsscholen met betrekking tot den onderwijzer
en ten opzichte van hei kind." „De plaatselijke
organisatie der Zendingsstudie." „Sectiever
gaderingen." „Lectuurverspreiding."
Voorts zullen 's morgens zoo .mogelijk weer
studiegroepen gevormd worden, die elk onder
een bevoegd leider, eenige hoofdstukken zullen
bestudeeren, uit een der Handboeken voor Zen
dingsstudie, naar keuzealdus kan men leeren
hoe een zendingsstudiekring ingericht en geleid
wordt. Deze studie-groepen zullen dagelijks
vergaderen, niet langer dan één uur, terwijl het
voorafgaande uur vrij gehouden wordt voor de
eigen voorbereiding-
In de avondvergaderingen worden vooreerst
eenige voordrachten gehouden over het thema
,De Wereldoorlog en de Zending", met deze
titelsJDe invloed van den oorlog op de Wereld-
Zending." De invloed van den oorlog op de
Nederlandsche Zending." „De Wereldoorlog
een vermaning tot zelfonderzoek voor de ge
meente." De Wereldoorlog een roepstem tot
nieuwen zendingsijver."
Daarnaast rullen nog eenige andere onder
werpen behandeld worden„Reisindrukken uit
Suriname, met lichtbeelden." „Een en ander
over de Indische Kerk." „Geestelijke stroomin
gen onder inlanders." .JDe beteekenis van den
tealarbeid voor de Zending." ,JDe Christelijke-
Philar.tropische Inrichtingen te Doetinchem."
„Heiliging." „Verootmoediging." „Zijne getui
gen zijn." „Gebed en Zending." Elke dag
wordt besloten met een stillen bidstond na het
avondeten.
De middagen blijven geheel vrij voor eigen
ontspanning en voor onderlinge kennismaking,
zoowel als met de sprekers en de broeders en
zusters-zendebngen, die als gast op de Confe
rentie aanwezig zullen zijn.
Het uitvoerig' prospectus is op aanvrage gra
tis verkrijgbaar bij den waamemenden secretaris
der Conferentie, A. J. C. van Seters, Javastraat
78, Den Haag, alwaar men zich ook voor deze
Conferentie opgeven kan
28ste Zendingsconferentie.
In de Doopsgezinde Kerk aan den Singel te
Amsterdam werd Woensdag de 28ste algemeene
Nederlandsche Zendingsconferentie gehouden.
Aan de conferentie ging een wijdings-samen-
komst vooraf, waarin ds. P -E. Barbas, pred. te
Haarlem, voorging.
Ds. J. R. Callenbach, pred. te Rotterdam, gaf
hierna een overzicht van de zending in onze
koloniën.
Uit hel overzicht bleek, dat op de verschillende
zendingsposten veel werk wordt gemaakt van
het onderwijs en de behoefte aan medearbeiders,
zendelingen en artsen zeer groot is.
Ds. M. Lindenborn (Rotterdam) refereerde
vervolgens over ,De Jong-Turksche beweging
en de heilige oorlog", aan de hand van de vol
gende stellingen
De heilige oorlog is een wezenlijk bestand
deel en het zendingsmiddel van den Islam
het pan-islamisme, dat den Islarr tot wereld
raad' wil maken, kan dit middel niet missen;
de Jong-Turken wenschen de oeur epen te
werpen voor de Wef -sche beschaving en tevens
den Islam vast te houden
hr uitroepen van den heiligen oorlog bedoelt
het '>en van de poging „das erhabene Licht
des L.am auszulöschen" te verhinderen.
Prof. dr. M Th. Obbink. van Utrecht, sprak
in de middagvergadering over: „het Christen
dom en andere religies-"
Onderstelling van den zendingsarbeid is, al
dus Spr., de meerwaardigheid van het Christen
dom tegenover andere religies.
Die meerwaardigheid schijnt relatief te wor
den bij de erkenning, dat ook andere religies
„religies" zijn.
Toch moet de erkenn'ng gehandhaafd blijven,
vermits alle religies uiting geven aan de men-
schelijke verlossingsbehoefte.
Spr. deed daarvan aanwijzing bij de voor
naamste godsdienstgroepen.
Het speciefieke verschil tusschen Christendom
en andere religies is niet, dat het Christendom
verlossing predikt, maar de wijze waarop die
verlossing wordt verstaan.
Daardoor, besloot Spr., staat het Christendom
niet alleen zelfstandig naast, maar tegenover
alle andere religies.
's Avonds had in de „Nieuwe Kerk" een dienst
plaats, waar a^s sprekers optraden ds. J. van
der Linden, uit "s-Grovenhege «n dr. J. Lam-
meris van Bueren wit Zetten.
Kunst en Wetenschap.
Van de Sa 11 de Bakhuyzen S0
jaren. De bekende landschapsschilder de
heer J J. van de Sande Bakhuyzen mocht
gisteren tc s-Gravenhagc in goede gezondheid
en onder groote'en veelzijdige bewijzen van
hartelijke belangstelling zijn 80en verjaaVdag
vieren.
Namens H. M. de Kóningin ontving hij een
schrijven, waarin nevens Hr. Ms. oprechte ge
luk wenschem tevens Hr. Ms. groote waar
deering werd lc kennen gegeven van alles wrat
door den heer Van de Sande Bakhuyzen werd
ueclaan voor dc commissie der Koninklijke
subsidies aan jeugdige kunstschilders.
Namens deze commissie kwamen haar
voorzitter, jhr. S. M. S. de Ranilz, en liaar pen
nlngmeester, de kunstschilder Klinkenberg,
door persoonlijk bezoek blijk geven van de
groote waardeering dezer commissie jegens
-dien jubilaris voor hetgeen hij in het belang
der jeugdige kunstenaars heeft verricht en
van de sympathie jegens zijn persoon. Jhr. De
Ranilz bracht in zijne hoedanigheid van
grootmeester van Hr. Ms. Huis, dienstdoende
bij H. M. de Koningin-Moed.er, aan den heer
Van de Sande Bakhuyzen levens de geluk-
wenschen van de Koningin-Moeder over.
In den voormiddag kwamen deputation van
het Schilderkundig Genootschap „Pulchri
Studio" en van de Hollandsche Teekenmaat
schappij hunne opwachting maken en boden
bii monde van de resp. voorzitters dier in
richtingen, de heeren Willy Mariens en Ha
verman, bloemkransen aan. terwijl genoemde
heeren in van groote waardeering getuigende
toespraken in herinnering brachten des hee
ren Van de Sande Bakhuyzen's vele verdien
sten voor de schilderkunst.
Met den heer Martens waren namens „Pul
chri nog verschenen de heeren Wolbers en
Jansen en met den heer Haverman kwam na
mens de Holl. Teeken-Mij. de heer A. Roelofs.
Voorts kwamen den jubilaris nog compli
menteeren bestuursleden van de Academie
van Beeldende Kunsten, alsmede vele kunst
schilders en kunstkenners, o.a. de oud-voor
zitter van „Pulchri", de heer Termeulen, en
de heer Nakken, die reeds eenigen tijd gele
den zijn SOsten verjaardag heeft gevierd.
Van verschillende gonootschuppen o.a.
van ..Arti et Amicitia" te Amsterdam en
van vele particulieren ontving de heer v. d.
Sande Bakhuyzen telegrafische gelukwen-
schen en een schat van bloemen, hem door tal
van vereerders toegezonden, versierden zijne
woning.
Mr. J. N. van Hall c n „De G i d s."
Mr. J. N. van Hall, redacteur-secretaris van
„Ds Gids", zal met het einde van dit jaar uit
de redactie treden van dat tijdschrift.
De heer Van Hall is van 1 Jan. 18S0 af secre
taris der redactie van „De Gids" geweest; hij
heeft dus den belangrijksten (om zoo te zeg
gen) „officiëelen" post fn de Nederlandsche
letteren ruim 35 jaar bekleed. Sedert hij in
het laatst van 1906 zijn wethouderschap der
gemeente Amsterdam nederlegde, wijdde hij
zich uitsluitend aan zijn tijdschrift en het is
zonder twijfel in de eerste plaats le danken
zegt het N. v. d. D. aan de leiding van
mr. van Ilall, die als redacteur de bakens wist
te verzetten met bet getij, dat „De Gids*, met
zijn wisselenden staf van redacteuren, In al
die jaren naar degelijkheid en verscheiden
heid van inhoud het voornaamste maand
schrift van het Nederlandsche taalgebied is
gebleven.
Aan dit bericht kan de N. R. Cl. toevoegen,
dat Dr. H. T. Colenbrander op de uilnoodi-
ging zijner mede-redacteuren, zich bereid heeft
verklaard het secretariaat on zicli te nemen.
Oranjebond van Orde.
In het Gebouw voor Kunsten en Welen-
schappen te Utrecht hield gisteren middag
bovengenoemde Bond zijn algemeene verga
dering.
Na opening door den vice-voorzilter, de heer
H. J. Wichcrs, burgemeester van Dordrecht,
werden de notulen der vorige vergadering
gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelde mede, dat van ver
killende leden bericht van verhindering was
ingekomen.
Vervolgens werden goedgekeurd het verslag
en de rekening over 1914, waaraan wij ;Y£l
volgende ontleenen:
De Bond werd in menig opzicht wat ster
ker, zijne kas wat gevulder (ce n'est pas jurer
gros!), zijn arbeidsveld wat breeder, ook ziine
schuld wat grooier. Dit laatste kan geen
kwaad. Die z'n schulden betalen wil en betalen
kan, is waard, dat hij ze heeft. Des te meer
kan hij uitspoken. De Bond had in het eerste
vele steunpilaren voor het groote sociaal-eco
nomische landsgebouw" dienst zullen doen en
hemzelf uilen worden lol bronnen van wel
vaart, waaruit hij, na jaar en dag, staal- en
zilver- en goudboudend water ten behoeve
van zwakke instellingen van maatstehappelijk
nut zal kunnen putten.
Laat ons mogen hopen, dal men ook aan
ons de middelen niet onthouden zal, die
behoeven om ons doelwit na te jagen. V
zullen er met geduld eindelijk toah wel komc
komt zelfs niet de slak waar'zij wezen wil.
doch zou men liet tempo van onzen marsch
wal willen doen versnellen, het lieve vader
land zou er, dunkt ons. wel dankbaar voor
rijn. E11 wij met hem.
Legaten mochten den hond in 1911 niet bi
reiken. Laat ons mogen hopen, dat deze. iaar-
iiiksche medcdecling nog eens iets van haar
allengs stereoliep wordend karakter zal kun
nen verliezen.
Aan giften kwam echter een aardig som
metje in.
Al deze voordeeltjes werden echter weder
in dc schaduw gesteld door hetgeen de Kwart
gulden-'Vereeniging in hare weldoende zorg
den Bond in 1914 aan leeftocht toebracht. Aan
haar gezegende hulp dankte hij eene inkomst
van p G003.69. Zoo blijft en gelukkig!
hel Kwartje de kurk, waarop de Bond drijft
waaraan hij niet slechts voor het heden een
goed deel van zijn vermogen om te arbeiden
ontleent, doch dit ook nu voor en straks
in de toekomst zal doen.
Aan aankoop van veel gronden heeft dc
Rond zich in het jaar 1914 niet bezondigd.
Alleen bii Park '13 kocht lil] een paar per
ceeltjes aan, om toch iets te kunnen stellen
tegenover het verlies van het drie hcctaren-
bcsclije, dat zich zoo aardig tegen den Le-
melerbcrg afteekende, doch, nog vóór het op
gemeten was en dus goed en wel verzekerd
had kunnen worden, door de schuld van een
hoogst onvoorziebtigen hei-brandenden ar
beider aan het vuur ten offer vicL
De Bond betaalde de rente van zijne schul
den en loste van de hypotheek op het Wester-
zanJ af. wat hij moest.
En wat hij toen nog overhield, spendeerde
hij aan de cultuur zijner gronden, ln totaal
f 11.009.—
Nieuwe banen werden In het afgeloopen
laar niet door den Bond bewandeld. De tijds
omstandigheden waren er niet naar aan iets
anders le denken, dan aan het behouden en be
schermen van hetgeen des Bonds was. Dit zoo
goed mogelijk te doen, was hem al zorgs ge
noeg.
De geheel in cultuur gebrachte grond nam
in 1914 toe met 41.61.50 II.A. Deze toename
moge betrekkelijk klein wezen, hiertegenover
staat de „bewerking" van groote stukken, die
in het volgend jaar in eene belangrijke aan
winst van geheel ontgonnen grond zullen
worden teruggevonden.
Alvorens van de Bondsontginningen afscheid
te nemen, bieden wrij aan de Nederlandsche
Heidemaatschappij onzen dank voor alle
goede zorg. door haar ook weder in 1914 voor
Bonds bosschen, haar pleegkinderen, ge
dragen.
Bii de daarna aan de orde zijnde periodieke
verkiezing van leden van het algemeen be
stuur. werden zonder stemming herbenoemd
heeren K. H. H. -van Bcnnekom te "s Gra
in de Berglandschappen der onder-afdeeiinc
Paloe zijn aan 177 rrteisjes de tanden uitgesist
gen.
venhagc, ihr. J. Hora Sircama van de Hark
stede te Hilversum. W. F. Prins te 's Graven-
hage en IL L. van Tets tc Amsterdam.
Niets meer aan de orde ziinde, werd de
verf?'Win* feHnten.
Naar wij vernemen zal aan de algemeene
vergadering van aandeelhouders der Neder
landsche Centraal Spoorweg Maatschappij
worden voorgesteld over 1914 uit te keeren
een dividend van f 2 per aandeel
Van den Hak op den Tak.
(Weekpraatje).
Wat wordt er tegenwoordig al niet nagemaakt,
tot lïchaamsdeelen van een mensch toe. Kunst
armen en kunstbeenen zijn al oud, ook kunst-
oogen zijn „in gebruik", maar iets nieuws zijn
deimitatie-oogen.
Een beteren naam dan imitatie-oogen weten
wij niet voor het kunstproduct, dat onlangs door
een oogheelkundige op de markt werd gebracht.
Hel ort-kel doet thons, nu ta'rijke jonge mannen
op het slagveld het gezicht verloren, opgeld.
Er mee zien kon men natuurlijk niet. Het imita
tie-oog wil echter niet meer dan den eigenaar
behoeden voor een mismak'ng van zijn uiterlijk
schoon. Voor den oningewirde is het gemis der
2iende oogen bijna niet te bespeuren.
Het kunst oog is niet van glas, zooals men
voorheen wel vervaerd'gde doch van been. De
beenaersubstantie van het bovendiibeen van het
rund wordt door verVtling van alle organische
stoffen bevrijd, in belvorm gedraaid, en daarna
beschilderd. Onder de bindhuid naait men het
oog vast.
Een dergelijke namaak heeft zijn nut. An-
semesler van 1914 het gevoel, dat hij eindelijk
een kerel begon te worden. Toen kwam die j ders is het met het namaken of bever verval-
akelige oorlog roei in z'n eten doen. Moest schen van voedingsmiddelen voor mensch en
hij zich hierdoor laten decontenanceeren!
Neeu en nogmaals neen! Hij heeft den voet in
den stijgbeugel, meer nog, hij zil te paard.
Zoolang dit niet bezwijkt, hoopt hij in het zadel
le blijven, en zijn klepper zal niet bezwijken,
zoolang 's Bonds vrienden het blijven voederen
en drenken. Ons dunkt, dat zij alle reden heb
ben om dit te doen. De Bond bouwt zich
gaandeweg op tot een kracht. Let maar eens
op z'n ontwikkeling. Kan hij, in 1895 voor het
eerst het ontginningspad opgegaan, nu reeds
60 a 70 H A. per jaar aan geheel gecultiveer-
den grond opleveren, daar schijnt hel wel niet
al te vermetel en niet al te parmantig de ver
wachting te koesteren, dat het hem mogelijk
zal wezen binnen afzienbaren tijd, stel binnen
een decennium, een honderdtal hectaren
vruchtdragenden grond per jaar aan ontgon
nen Nederland toe te voegen. Onderweg nam
hij tot dusver de ontginning van zeven klei
nere of groolere complexen, van welke de
Ericastichting, het Westerzand en de Vossen-
berg reeds geheel en het Van der Huchtbosoh
biina geheel in cultuur ziin gebracht en geeft
dit hem het recht zich zonder verhitte verbeel
ding den toestand in te denken, waarin hij,
wind en weder dienende, op een dozijn plekjes
voorheen woesten grond den scepter zal
zwaaien, daar schijnt dc kans niet uitgesloten,
dat het mettertijd zelfs niet bij 100 H.A. aan
was van cultuurgrond per jaar daar zijn toe
doen zal behoeven le blijven en dat hij een
maal naar alle windstreken heen werk en
brood uit de mouw zal kunnen schudden, op
al die schudplaatsen dan broedplaatsen vor-
d er. Daarmee is het tegenwoordig ol treurig
gesteld. Men meene echter riet. dat men vroe
ger die „kunst" niet verstond. Ook vroeger, in
den „goeden, ouden tijd" had men dergelijke
geweten'ooze bedriegers. en men trad lang niet
malsch tegen die lieden op.
In de 16e eeuw werd in Engeland een bakker,
die met het brood geknoeid had .aan den
schandpaal geboden en tentoongesteld. In zulke
gevallen Neef het echter niet bij het rustige
tentoonstellenmeestal was het publiek ge
oorloofd zijn moedwil op den gevonniste bot
te vieren.
In enkele steden werd een vervalscher op een
vuilniskar rondgereden.
Te Parijs werd in 1525 een bakker veroordeeld
om met geen andere kleed'ng dan het onmis
baarste kleedingsluk de stad rond te wandelen,
met een snoer van zijn broodjes om den hals.
Een wijnhuishouder, die, geholpen door zijn
vrouw, zuren wijn had trachten zoet te maken
met gestoofde peren, werd met zijn medeplich
tige ega in een der wijnvaten gestopt en zoo
tentoongesteld-
Of dergelijke straffen gesteld dat ze nog
werden toegepast het kwaad zouden keeren,
valt te betwijfelen. Dat ze werden toegepast,
heeft althans niet verhinderd, dat het kwaad
bleef bestaan
Ook in dit opricht zijn dus de menschen beter
noch slechter dan vroeger. Wat rare praktijken,
onzinnige gebruiken zijn er overigens ook nu
nog waar te nemen, hier en elders, in de „be
schaafde" zoowel als in de onbeschaafde samen
leving. Van een oud gebruik verhaalt het Janu-
ari-verslag van de residentie Menado, dat in het
Dit oude gebruik was op aandrang van tarf
bestuur in de laatste 7 jaren niet meer in toé*
passing gebracht.
Bij onderzoek bleek, dat het voornaamste oiW
derhoofd, de z.g. „galaran", een oude man, vah
het onvervuld zijn van de betrekking van in-
lansdch assistent te Lemo en van de afwezigheid
van den Magaoe had gebruik gemaakt, om. na
ruggespraak met verschillende andere hoofden,
in zijn kampong met goedvinden der beirokke
nen de meisjes van 6 tot 15 Jaren de tanden te
laten uitslaan, welk voorbeeld weldra elders gd"
volgd werd.
De „galaran" werd gestraft met ontslag uit
rijn waardigheid en 4 jaar dwangarbeid. Dc
kamponghoofden, die hebben medegewerkt, zoo
mede de personen die de tanden hebben uitge
slagen (de baliens), werden gestraft van 11 da
gen tot 3 maanden ten arbeid stelling.
Iets uit vroeger tijd overgebleven, maar val
onschuldiger aard, is ook de eigenaardige maal-
tijd. bij de haremfeesten in Egypte voorgediend
Bij de groote haremfeesten in Egypte konv
steeds een gebraden lam, in zijn geheel, op tafel
Naar de wijze van de Chineesche doozen, dia
steeds kleiner worden en in elkander passen,
zoo is ook dit lam gevuld met een kalkoen, deze
weer met een kip, deze met een duif, deze met
een kwartel en deze weer met een ander klein
vogeltje- Het lam wordt op een zacht vuur ge
braden, tot het bijna in stukken uit elkaar valt,
In dezen tijd moet men zich in de meeste
huizen met een eenvoudigen maaltijd vergenoe
gen en ontbreekt de vleeschschotel geheel. In
Berlijn betaalt men reeds f 1.20 voor een pondje
rundvleesch, zoodat de kleine man en ook menig
burgermensch er zich wel aan zal spenen.
Ook in ons landje wordt alles duur, het vleesch
zoowel als het brood. Toch mogen we ons ge
lukkig rekenen, dat het oorlogswee ons ver
schoont
Wie voert in dezen duren tijd
Niet dagelijks een zwaren strijd?
't Is duurder brood en duurder spek
Aan kolen is reeds groot gebrek.
De huisvrouw is ten einde raad.
Wanneer het zoo nog langer gaat!
Tóch mogen we ons gelukkig achten
Als ons geen erger dingen wachten,
Dan zuinig zijn en veel betalen.
Zoolang wij 't nood'ge kunnen halen 1
Wij blijven van der volk'renstrijd
ATs door een wonder nog bevrijdt
Kom, laten wij geduldig wezen
En niet direct het ergste vreezen!
Niet altiM klaar staan om te 'aken,
Waardoor wij 't anderen moeilijk maken,
't Is niet gemakk'lijk te regeeren.
Wik ge soms ruilen mei die heeren?
Laat hen gerust het land besturen
De oorlog zal niet eeuwig duren 1
En is d't helcche vuur gebluscht,
Dan keert weer overal de rust
Dón is er werkdan is er brood
Dan zi»n we al'en uit den nood!
Bepalen wii ons tot he-i nood'ge
En schraDpen wij het overbodige,
Dan zullen wij ten minste leeren
Wanner het moa! ontberen
mend voor eicen cedecen kraebt die als even- Bat Nb), vermeld wordt
Veel wordt er in dezen-tijd voor de noodlij
denden gedaan de e!fervaard;gheid is groot, al
zijn er ook nu no^ wier harten en beurzen niet
licht open komen. Mcar ook nu nog rijn er men
schen, die^'leen bereid zijn te offeren als zij
eenige vergoeding daarvoor ontvangen in den
vorm van een concert, of ander amusement. Dat
is het rechte nietde ermenvraag Is een hei
lige vraag.
Wij lezen in Nieuw Leven
De beroemde Itn.üoansche tooneelspeel9ter,
Eleconora Duse heeft onomwonden de verwer
pelijke gewoonte, om schitterende feesten op
touw te zetten teneinde de armen 1e helpen ej-
gekeurd. Zij heeft n l. een uitnoodiging, om op
een weldad'gheidsconceri te Rome ten gunste
van de slachtoffers van de aardbeving mede te
werken, afgeste^e*1 net de moedige woorden 1
,Het is nergens arders om te doen dan om een
aantal voorname dames gedegenheid te geven,
zich in een schitterende zaal in de nieuwste
mode-toiletten te laten bewonderen en met haar
onbedu'dende namen de kolommen von vleiende
kranten te.vullen. Daartoe leen ik mij niet; lk
wil eenvoudig n;et. Ik zol ol'es,' wat in mijn
macht staat doen persoonlük hulp te bieden,
maar ik loat mii niet te klik zetten, om menschen
een beetje geld uit den zakte kloppen, die het
over zich kunnen verkruien <en i-oordeele van
de groote ramp bals le reven- Wie geld heeft,
doet beter het door het hufnromitl aan de on
gelukken te geven dat zou ernstiger en men-
scheb'ker zün voor beide partijen." Dat zijn
'oorden van levend'V medegevoel voor de
armen.
Het zal in dezen zorgvollen tüd ongetwijfeld
aan men;gen huisvader een pijnigend hoofdbre
ken kosten hoe zün r^rin te onderhouden. Maar
de taak van de hu'^moeders is niet minder zwaar.
De huisvrouw of huismoeder wordt in haar ar*
beid en zorg vaak te weinig geacht.
De „Limb. Koerier" gaf onlangs de volgende
omschriiving van een taak der huisvrouw
„Een huisvrouw heet een huisjessloof, men
praat over haar boenen en plassen, haar naaien
en de wasch doen met de verachting, waarmede
vrije vrouwen spreken over den arbeid der
slaven.
Welnu, ik ben een man, en een wien het werk
een lust ?s.
Een, die weinig vrije uren kent en er weinig
vrije uren van neemt. Maar ik verklaar hier
eerlijk, dat ik het werk. dat mijn vrouw doet in
mijn gezin, minstens even hoog aansla als het
mijne.
Beiden hebben wij een levenstaak, maar Ik
kan de mijne met verrichten, zonder dat ds
vrouw de hare ten volle uitdient. Daar gaan
twee volle levens mee heen-
Wat de vrouw doet, is niet zoo maar esn
arbe;d van geen beteekenis, zonder zorg m
hoofdbreken. Zij gaat er geheel ln op en h««
daarvoor heel wal krachten van lichaam «o
geest noodig. Minstens evenveel als ik.
En ik zou mijn taak niet kunnen vervuBafc
als zij de hare verwaarloosde. Ik kan geen
van haar werk doen en rij geen stukje van hm
mijne.
Mijn werk vraagt den geheelen
werk evengoed. Ik verdien het brood
gezin, dat wordt opgebouwd door haa».
staan de zaken en niet anders.
Zouden wij daarin verandering willen breO*
gen, dan moesten wij de rollen omkeeren, moest
ik in de huishouding en zij den kost winneiv
Maar een stuk van Moeders taak overnemen kun»
rven wij niet, omdat beider taak er «ene is, die
ons geheel opeischt."
KEUVELAAR.