„DE EEMLAN DER".
Zaterdag 3 Juli 1915.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
N° 3 Tweede Blad.
14de Jaargang.
EL!
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOPF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort 1 l.CO.
Iclem franco per post 1»50«
Por week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05»
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familio*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER
Van 1—5 regels
AD VERTEN Tl EN:
f 0.50.
Elke regel moor0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote loltors naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepalingen
tot het herhaald ndvorteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene oirculaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Verspreide Berichten.
D u i't s c h c .vrouwe n.
De onltzaiglijke laak, die de Duitsche vrou-
iweu in dezen oorlog vervullen, ndet alleen
door du spaarzame leiding van het huishou
den. maar ook door het vcrschaiffen van uit
rusting en munitie voor liet leger, wordt door
eea „Neutralen waarnemer'' in een arlikcl in
de Times besolirevon.
De vrouwen zijn thans, zoo zegt hij, een
der hoofdbronnen van Dmiitschlands kracht.
Bij hel uitbreken Aan den oorlog waren zij
nog niet gewend aan hel vervullen van natio
nale plichten. In een land, waar de organi
satie en de behoeften van den Slaat in theorie
alle individueele belangen te boven gaan, wa
ren de vrouwen voor liet meerendeei aan
hangsters gebleven van -den bekenden stel
regel: „Küche, Kinder, Kirche''.
Toen de oorlog uitgebroken was, nam do
rog curing de jioodigc maatregelen om aan de
vrouwen haar nieuwe plichlen te leer en, niet
als individuen, maar als leden van den Staal
Hel onderricht 'begon in de keuken, liet be
waren van vruchten en groenten, de weten
schappelijke bereiding van spijzen, waardoor
de grootste voedingswaarde verkregen wordt,
en dergelijke zaken werden terzelfder lijd in
honderdvijflig steden van het Rijk onderwe
zen. In verschillende plaatsen werden daar
voor gemeentelijke keukens geopend, en de
vrouwen wisten zich spoedig in de nieuwe
omstandigheden te schikken. Overal namen
zij haar laak mei geestdrift ter harte en hel
is geen overdrijving, dal de tegenwoordige
betrekkelijke overvloed van voedsel in
Duitscliland voor een groot deel aan haar
werkzaamheid moet worden toegeschreven.
Thans nemen de Duilschc vrouwen ten
volle deel aan den oorlog, met slechts als
moeders, zusters of echtgenooten van de man
nen, die voor haar veiligheid en eer strijden,
maar veeleer als een politieke organisatie,
die haar bijzondere plichten en verantwoorde
lijkheid heeft. Dc wijze, waarop zij gezorgd
hebben voor de gewonden, allerlei benoodigcl-
heden voor de troepen verschaften, en de lei
ding van. verschillende zaken op zich hebben
genomen, welke tot dusverre uitsluitend iu
handen van mannen was. is inderdaad be
wonderenswaardig.
Bijna alle mannen, die in de termen vallen,
rijn in militairen dienst. Do*auloiileilen heb
ben paarden, koeien, auto's cii alle mogelijke
artikelen voor het leger opgeeischt. De laak.
die aan de vrouwen opgelegd werd. is ontzet
tend. maar wordt niettemin "door haar met
kalme vastberadenheid vervuld. Overal be-
kleeden zii ppsities, waaraan een groote ver
antwoordelijkheid v erbonden is. Dc correspon
dent vernam b.vdat een groote kopergiele-
rij voor de vervaardiging van munitie werd
ingelicht en dat de leiding van de geheele
zaak thans aan een vrouw is opgedragen. In
alle doelen van het land wordt door dc vrou
wen veldarbeid verricht. In een kleine stad
bij Berlijn zag dc correspondent vrouwen, die
met graafwerk bezig waren. Geen boerenvrou
wen, maar meisjes, netjes geldecd in wille hel
dere blouses, die zich hadden aangemeld om
het werk te doen. daar er geen mannen be
schikbaar waren. In verscheiden Duitsche ste
den zijn thans vrouwelijke tramconducteurs,
Jie haar laak uitmuntend vervullen.
Er is bijna geen bedrijf, waarin de Duit
sche vrouwen niet met succes werkzaam zijn.
Doch hot meest belangwekkend is liet directe
aandeel, dal zij hebben in dc uitrusting vam
de strijdkrachten te velde. Veertig percent
van de arbeiders, die werkzaam zijn in dc
fabricage van springstoffengranaten en hel
verpakken van patronen zijn vrouwen. Zij
vormen 15 percent van de weak lieden, die
bezig zijn mot licl maken van paardentuig,
zadels, teugels en andere voorwerpen van
led ca-, die voor militaire doeleinden gebruikt
worden; 50 percent van de makers van ten
ten, ransels en andere uitrusting; 33 percent
van de arbeiders in de artsenij-industrie; 15
percent van de vervaardigers van cliirur-"
gischc instrumenten en 20 percent van de
makers van veldkijkers. Vijf-en-zeventig pro
cent van alle employés in dc fabrieken van
vleesch in blik en conserven voor hel leger
zijn vrouwen. Eon geHjk aantal is werkzaam
in de fabrieken, waar de kleercn voor de sol
len gemaakt worden.
De Duitsche soldaat trekt len strijde, uil-
gerust door de Duitsche vrouw, die daaraan
al hare krachten heefl besteed. Zijn voedsel
is door haar bereid. Zij heeft geholpen bij
de vervaardiging dor granaten, die dc Duit
sche wapenen de •overwinning schenken, en
mocht hij gewond worden, dan zijn de ver
band- on ontsmettingsmiddelen door hare
humden gegaan.
O'Donovan. f lil het SU. Vincents
Hospital op Stateneiland (groolcr Nevv-York)
is na een langdurige ziekte Jeremiah O'Dono
van beter bekend als „O'Donovan Rossa''
overleden, die als Icrsch. revolutionair en pu
blicist een groote rol heeft gespeeld.
Ilij was in 1830 te Skibbcreen (graafschap
Cork) in Ierland geboren. Tus&chen 1850 en
1S70 nam hij krachtig deel aan de beweging
voor dc rechten der landbouwpachters in Ier
land. Herhaaldelijk bezocht hij, ter slijving
van dc oorlogskas der Iersche pachters Ame
rika.
Nadat hij. in verband met dc Icrscke bewe
ging, gevangenisstraf lia-d gekregen, werd hem,
toen hij eenigen lijd had gezeten, dc vrijheid
hergeven op voorwaarde, dat hij liet land zou
verlaten. Hij vestigde zich Loen in de Ver-
ecriigde S(aten, waar hij na 1880 de „United
Irishman" slichtte en voor de Ierschc bewe
ging bleef ijveren.
Staten-üeneraal.
1 \VEEDE KAilEH.
Vlooiaan'couw.
Voorloopig verslag.
Ii e t l ij d s t i p der indiening.
Verscheidene leden achtten het tijdstip van
indiehiing dezer wetsvoorstellen slecht geko
zen. Mocht onverhoopt onze vloot in den
thans woedenden oorlog tol optreden geroe
pen worden, dan zal wegens den vrij langen
duur van den bouw der schepen van dc ver
sterking Van onze marine, vveike de rcgecririg
beoogt, naar alle waarschijnlijkheid geen par
tij kunnen worden getrokken; in dit opzicht
komen dc voorst-ellen te laat. Zij komen tc
vroeg, voor zoover de regeer in g niet haar nul
hceli kunnen doen met de ervaring in dezen
oorlog te verkrijgen.
Ook in ander opzicht critisccrdc men hel
tijdstip der indiening. Rusiige overweging
en het inwinnen van deskundige voorlichting
waren daardoor vrijwel uiilgesloten, de ge
legenheid om kennis te nemen van critiek,
in deskundige kringen en tijdschriften ie ver
wachten, werd afgesneden.
Zonder voorlichting ook van deskundigen
buiten het departement van marine zal de
Kaïneur zich moeilijk een oordeel kunnen vor
men over de vraag of bijv dc 18 millioen
voor den bouw vain twee kruisers in dit sta
dium van afwachting niet op nuttige wijze
ten haile van de vloot zijn te besteden.
Verscheidene andore leden stelden in het
Licht dat op uitbreiding van dc viool zoo
wel in als J)uiten de Kamer ook in don laat-
sleii tijd met klem is aangedrongen. Dat de
regdering eerst thans voorSHolkm van die
strekking indient, betreurden zij. Ilet is ech
ter te prijzen, dal dc regeering zich tot de
indiening dezer voorstellen niet eerder ge
reed achteiutev niet gewacht hoeft lal de in
diening van de begrooting voor 1910. Voor een
uitstel der behandeling zouden deze leden
niel de verantwoording willen dragen.
Tegenover de opvatting. dt*t het goen aau-
beveling verdient thans op de Ncderlandsehe
werven beslag te leggen voor den aanbouw
van marine-materieel, werd opgemerkt, dat
in do beschikbaarheid van deze werven wel
degelijk een motief voor spoedige behande
ling dezer aangelegenheid is gelegen. Na den
oorlog zullen ook de werven in het buiten'
land met werk zijn overladen. Bovendien ver
schaft dc bouw van de voorgestelde kruisers,
welke een snelheid zullen hebben te ontwik
kelen als nog niet werd bereikt, aan onze
werven ccn uitmuntende gelegenheid om le
toonen waartoe zij in staal zijn en wordt door
den bouw een ervaring verkregen, welke de
zen tak van nijverheid zeer ten goede zal ko
men.
Klein materieel.
Vrij algemeen werd hel streven der regee
ring -om onze vloot tc vors leuken met instem
ming begroet. Enkole leden achtten aanbouw
van kloüi materiaal, zooals nu beoogd, niet
goed gemolbveord. liuns inziens volgde deze
bouw niel logisch uil hetgeen dc toelichting
betoogt. -Daarin tocli wordt de ongunstige toe
stand van hel bestaande materieel van pant-
sarsoliöpcn en kruisers in hel licht gesteld,
hetgeen een voorstel lot vervanging van deze
bodeuns en niet een voorstel tol aanschaffing
van klein materieel met een vrijwel nieuwe
beklemming zou doen verwachten. Do mce-
ning dezer leden werd echter over het alge
meen niet godeeld.
Ondcrzecboolcn.
Zij, die versterking van de vloot goedkeur
den, konden zich met den aanbouw van on-
derzecboolen alleszins ver eenigen. De erva
ring heeft bewezen, dat deze booten een ge
ducht verdedigingswapen kunnen zijn. Zij pas
sen in eik vloolslelsel. Hel is slechts dt vraag
of het voorgestelde type aan dc verwachtin
gen zal beantwoorden. Op dit punt was men
niel gerust, terwijl dit onderdeel van het voor
stel onvoldoende toegelicht werd geacht. Dat
tc" dier zake in Ned.-Indic nog geen ervaring
is opgedaan, noemde men ccn niet geringe
moeilijkheid.
Eenmaal tot den bouw van ondorzeebooten
overgaande, zal men liet beslc moeien kiezen,
d-cor de ervaring uitgewezen, en nu had het
dc aandacht getrokken dal andere landen
reeds onderzeebooton hebben gebouwd, welke
in vvalorverplaa-tsii*g de door de regeering be
oogde 800 ton ver te boven gaan. l>c lang
zame voortgang mei «en bouw hier le lande
doel vreezen, dat de schepen verouderd zullen
zijn reeds vóór de indicnsts-lelling. Tot de
„gfioote" onderzeebooten, als hoedanig de re
geering de voorgestelde betitelt, kunnen deze
schepen van 800 'ton vvalerverplaatsdng in on-
dcrgedompclden toestand reeds niet meer
worden gerekend.
In „The Naval Annual 1914", bladz. 104 en
106, werd gewezen op den aanstaanden bouw
van ondcrzeeboolen van ten minste 1700 (1800)
ton. Het is bekend, dat de Duitsche marine
reeds thans booten van 1000—12U0 ton in ge
bruik heeft. Juist voor Indiê schijnt het
grootste type van belang, zulks met hel oo-g
op dc groote werkingssfeer en dc bijzondere
eischen van bewoonbaarheid.
Enkele andere leden waren van gevocien,
dat. naast ander klein materieel als torpedo-
booten, jagers, lor.pedo kruisers, door dc
Staatscommissies van 1912 aanbevolen, ondcr
zeeboolen van ongeveer 300 ton voor on?e
behoeften*hol meest aangewezen wapen zijn.
Deze hebben, naar de regeerin-g opmerkt, op
groote bootten voor, dat de geringere water-
verplaatsing aan de „manoeuvreervaardig-
heid" ten goede komt.
Voorts drong men er op aan, hel vraag
stuk der bemanninjg tijdig ouder de oogen
te zien. Opleiding van inlandsck personeel zal
vvenscheflijk zijn. Zorgvuldig uitgekozen en
goed betaald, zal het waarschijnlijk beter voor
de Indische wateren geschikt zijn dan Euro-
peeseli personeel. Gaarne vernam men, wat
de regeering ter oplossing van dit vraagstuk
denkt te doen.
Aanbouw op de Marinewerf.
De Memorie van Toelichting deelt mede,
dat de onderzceiboolen allle op Nederland
sclie werven kunnen gebouwd worden. Men
vroeg of de regcering er zich van verzekerd
heeft, dal dit inderdaad zal geschieden. En
kele leden drongen er op aan, te onderzoeken
of de Marinewerf le Amsterdam niet alsnog
voor den bouw van deze booten moöt worden
bestemd. Reeds bij dc schriftelijke behande
ling der loopende begrooling is omtrent den
bouw van klein materieel op dre werf van ge-
daohilen gewisseld. De bezwaren, door den
minister van marine toen geopperd, werden
dioor deze leden niet gedeeld. And'ere leden
vvenschten op dc opheffing \m de werf te
Amsterdam niet terug te konica.
Dc twee kruisers.
Vond het voorstel tdt den bouw van ondcr
zeeboolen in |het algemeen instemming, mei
het plan om twee kruioers aan de vloot toe
le voegen, konden velen zich niet vereenigen.
Weliswaar zijn in de Memorie van Toelich
ting meer bijzonderheden vermeld omtrent
de kruisers dan omlroril de ondcrzecboolcn;
over de bestemming van eerstbedoelde sche
pen verkeerde men echter in hel onzekere.
Dalt deze in elk vioolplan onmisbare besiand-
dcclen zullen vormen, werd betwijfeld. De be
wering dal kruisers van heit voorgestelde type
noodzakelijk zijn voor het inleiden en onder
steunen van de actie der ondcrzeeboolen vcr-
cisohle nadere toelichting, vooral omdat men
van zoodanigen steun Lij hetgeen de laatste
maanden met name dooi' Duitsche ondcrzec
boolcn was verricht, niel Hiad vernomen.
Micn wenschte le weten of bij de Regeering
het voornemen beslaat meer kruisers van dit
type aan te vragen.
Vele ledeir waren van gevoelen, dat men
zich thans lol den bouw van onderzeeërs
moest beperken. IIcl nut vun kruisers is miiisf
genomen twijfelachtig cn dc besteding van
18 millioen aan deze schop cn verhindert een
krachtige uitbreiding van dc onderzeebooten.
In overweging werd gegeven den post voor
kruisers uil hol ontwerp ite lichten.
Nader in beschouwing tredende van de mo
lloven, welke de Regeering lol dit onderdeel
van haar voorstelt?*, hebben geleid, vreesden
sommige Leden dat do vvcnsdh om aan hoofd
officieren de gelegenheid lo geven als com
mandant op tc treden, aan hot voorstel niet
vreemd is ge woest. In die zo gedachte waren
zij versterkt door de mecueueclijig, dat'de on
gunstige toestand van de vloot „tot ontwrich
ting van haar organisatie leidt", lerwajl ook
helt beloog, dajt bel blijven voorldienen op ver
ouderde schepen zonder liet vooruitzicht dat
de vloot zal worden versterkt, demoraliseert
en het verloop van heit personeel „zoowel in
de hoogiere als in idc lagere rangen" in de
tiand werkt, dien indruk bevestigt. Had zoo
danig molicf inderdaad lot |het doen vau het
voorstel bijigddlragcn, dan kwam men d'aarlc
gen op.
liet verloop van hel personeel.
In dat verband vróog nucn ook hot oordeel
der Regcering omitronit hel verloop van het
personeel. Gaarne vernam men, welke dc uit
werking is geweest van de resolutie van 20
April 1914, betreffende de nieuwe dienstre
geling aan boord) van oorlogsschepen cn of de
minister van marine bereid is de rapporten
dei- commandanten, vveLkc over dc werking
dier nieuwe dienstregeling mochten ziju in
gekomen, aan de Kanver over te leggen.
Bouw op Nederlandse he werven.
Mot voldoening haddon verscheidene leden
vernomen, dat vier maatschappijen bereid zijn
bevonden den bouw van Ide kruisers op zich
te nemen. Omtrent don te verwachten tijdduur
word men gaarne ingelicht. Zullen de maat
schappijen 'het benoodigdo materiaal, dat bij
na gelveel door hel buitenland moet worden
geleverd, tijdig kunuen verkrijgen? Uit ver
trouwbare inlichtingen was gebleken, dal men
nu iteeds groote moeiite 'hoeft zich van de noo-
dig'c materialen voor scheepsbouw ie voor
zien. Aanzienlijke vertraging kan hieruit
voortvloeien. Bij hel sluiten der contracten zal
hiermede, evenals mot de stijging der prijzen,
rekening zijn te houiclctn. Mon vroeg of het in
deze omstandigheden niet de voorkeur ver
diende den bouw van tk kruisers niet ami
te besbeden, maar den bouw voor rekening
van don Staat op eon of meer der genoemde
werven tc doen geschieden.
"Watervliegtuigen.
De veihooging van art. 107 van het Vide
hoofdstuk der Staatsbegrooling vootr 1915
strekt onder meer tot aanschaffing van een
6-tal watervliegtuigen. Vele leden waren on
aangenaam getroffen door dc me deducting in
de Memorie van Toelichting, dat deze door
een builenlandsohe fabriek zullen worden ge
leverd. Gevraagd werd of dozc niet hier te
lande kunnen worden vervaardigd.
De le/lcn, die op hel behoud van de Rijks
werf le Amsterdam hadden aangedrongen,
merkten op, dat deze ook zeer geschikt zou
ijn voor stalionneeriug der watervliegtuigen,
waarvoor geschikt oefenterrein ii>. de onmid
dellijke nabijheid is gelegen.
Roman uit het Noorscli van
HU LD A GARBORG
door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN LDEN.
20
,,Ncen zij maakte een beweging mei
haar smalle hand ,,het is noch Fransch,
doch Nooiscïi, nocli Itollandsch, 't is een
voudig menschdijk. "Wij beminnen den man
telven ïniie-t, maar wij hebben ons eigen ideaal
tooals wij hem ons voorstellen, lief.
Ei is eigenlijk zooveel ijdelhc-id in wat wij
tiefde noemen, zooveel égoïsme, alleen
egoïsme."
Zij zweeg even, liet het liooid op haar hand
leunen èn staarde voor zioh uil. „Èsrimaal
heb ik ilels gevoeld voor een man; ik geloof
de, dal ik hem beminde, maar mijn verstand
bleef klaar wakker."
„Eenmaal! je bent nog zoo jong!"
„Ach neen, als ik toen getrouwd wa6, had
ik nu misschien al een grooten jongen geha<l
én zie, van hot kind spijl het mij. Naar een
kind kun ik verlangen,.maar niet naar den
man. Ik ben onafhankelijk; ik kan reizen en
gaan waarheen en hoe ik wil. maar toch
gevoel ik somtijds een gemis
Weer zweeg zij een poos cn keek voor zich
uit over de zee.
Ik d^pkt aan mijn eigen kind. IIcl was zoo
stil om ons heen dat zij onwillekeurig zachter
sprak, toen zij zei:
Mijn ouders waren art is ten. Mijn vader
was een muzikaal tafent en mijn moeder
schilderde zeer verdienstelijk. Maar ik heb
van mijn ouders wel de onrust, maar niet
hunne Lallenlen geërfd. Ik heb hooit een
vriendelijk loliuis met broers en zusters of
kindervreugde gekend zooals anderen. Wij
reisden veel, ik ben bijna geboren in dc coupé
van een spoortrein, tusschcn Parijs en Rome.
Ik herinner mij veel dat mooi, maar ook
veel dat droevig was. Vader cn inoc-der wa
ren beiden ontevreden en verncus. Wij leef
den van de handelszaak die mijn vader
geërfd had. hoewel hij een afkeer liad van
dcu handel.'
„IL had gedaohl, dal je zelve eenmaal een
artiste zou worden!
„Och neen. wel ben ik geboren met een
drang naar schoonheid in mij. die door
iemand eens ziekelijk werd genoemd. Ik ben
niet in staal om zelf iels tc voorschijn te bren
gen ik kan zelfs geen boom, schilderen, maar
mijn verlangen naar mooie kleuren en vor
men laat mij nooit met rust."
„Misschien sluimert er dan nog ccn talent
iu ie, dal roept om verlossing verlang je daar
naar?"
„Neen. neen, ik weet liccl zeker wat ik ver
lang. Ik verlang naar liet bezit van een kind;
maar liet zou mooi moeten zijn cn op hem
gelijken!" Zij glimlachte.
„Op hem?"
„Ja, op het ideaal."
Zij lachte en vertoonde een rei brecdc, wille
tanden. In dit oogenblik was zij prachtig; ik
genoot van haar als van een kunstwerk; liet
is alsof zij builen het werkelijke leven staal.
En zij ging voort, terwijl miin hart binnen'
in mij samenkromp: „liet kind is dc hoofdzaak
de voortzetting, ik zou ook gaarne de voort
zetting van nnjzehc zien. liet krenkt mijn
ijdclhcid del ik geen kind heb maar er is
meer. Alle gaven, die iu mij zijn en er zijn
gaven in mij zij schreien om mijne voort
zetting. Ik weel. dal mijn kind heerlijk zou
zijn. Ik ben gezond en sterk en de adel van
het genie dat in mijn cudevs woonde, zou in
het kind weer te voorschijn komen, verfijnd,
dieper, gelouterd door het vuur." Zij glim
lachte weer cn knikte: „Door mij dus. Ik heb
soms een gevoel alsof ik een kostbare vonk
oezil, die in mijn kind in heerlijke vlammen
zou uitlaaien. Ja dit denk ik en peins er dik
wijls over." En weer glimlachte zij, als om
zich tc verontschuldigen.
Dal een eenzame vrouw zoo over eeii kind
kan denken! Ik heb medelijden niet haar, maar
ik zei slechts: „Het is mooi gedacht maar toch
ik begrijp jc niet geheel. Geloof je, dat het
kind alleen je gelukkig zou maken?'
„Ja. dal geloof ik. Geloof jij dat niel?"
„Ik weel het niel ikik heb zeli ccb
kind!"
Zij viel mij in dc rede „Jii gelukkige!" maar
haastig voegde zij er aan loc: „Dan heb je
ook een man."
„Neen, niel meer." Ik wendde mij af.
„Tienvoudig gelukkige!" riep zii uil.
Maar opeens kwam er een droomendc uit
drukking op haar gelaat en. terwijl zij haar
hoofd ophief cn langzaam de blauwe rook
wolkjes voor zich uitblies, zei ze „.Ofschoon -
toen zweeg zij weer cn reikte mij over lafeJ
haar witte hand. „Vergeef mij ik denk
slechts aan uiijzelvc." En zii keek mij met
ccn ernstigen. goedbarligen blik aan, alsof zii
zeggen wilde: „Ik zie dat hel je zeer doet."
Ik stond op. „Het is zeker al laat."
„Ja ,hel is laat geworden." En zii stond ook
op en keek naar builen.
„W al is het donker."
,,Ja, wij hebben hier geen Noorschc zomer
nachten)."
„Neen. en ook geen nachten zooals in Fin-
üiarkcn; daar iuoet je eens heengaan." Jlaar
oogen kregen opnieuw die droomendc, vvee-
aioedige uitdrukking.
„Ben ie daar geweest?"
„Ja, eens. maar nu is er niemand meer; miin
moeder is niet gezond, zij komt er nooit meer."
„Is je moeder ziekelijk?"
„Neen. liaar geest is ziek en zoo
„Je bent wel eenzaam, Marie."
„Ja, wel eenzaam."
Wij bleven een oogenblik zwijgend naar
buiten in de duisternis staren. „Ja. nu begrijp
ik beter je verlangen naar een kind"
Zii glimlachte on zei:
,,'t Is maar zoo lastig dat men het met
iemand moet deelen."
„Lu je hebt nog niemand gevonden- die je
daartoe waardig keurt?"
Zonder van houding ie veranderen zei zi>
dof: „Ik weet het niet recht."
„Zal ik niet meer vragen?"
..Neen."
Zij keerde zich lot mij: „En nu, goeden
nachU lk ben blij. dat ik je ontmoet heli; 'l is
of ik niet meer geheel alleen op de wercid
ben. Wij vertrouwen een weinig op elkander,
niel waar. Eli?"
„Ja, laat ons dat doen."
Toen ging zij heen in den donkeren nacht.
Ik bleef nog een oogenblik staan en tuurde
naar de zee. Ik hoorde het geluid der zee en
zag de witte kopjes der branding legen het
strand slaan.
Vandaag kwam. Marie weer en in onze bad-
rcStuums zalen wij aan het strand en lieten
de golven over onze voelen loopen. Zij slrekic
zich uil op liet door de zon heel gestoofde
zand en zette het gesprek van den voriger
naehL voort.
„lk verzocht jc gisteren om niet meer le
vragen, Eli. maar ik wil hel ie toch zeggen
voordat ik heenga."
„Ga ie heen?"
„.Ta. en ik geloof dat ik heni gevonden heb.*'
„O, dat is heerlijkl"
lk ben verheugd, maar ook bevreesd, want
ik kan mii in ccn geregeld huwelijksleven
niet indenken. Denk nu niet, dat ik lichtzinnig
beu, ach neen. helaas had ik bijna gezegd
maar ik=kan er niel aan denken oud te wor
den zonder moeder geweestte zijn."
„En je denkt nu in ernst tc beminnen?"
.Beminnen! Dal is zoon groot woord. Ik
heb den man gezien die ja. zooals hij moet
wezen om de vader van miin kind te rijn.
mooi, ongemeen, boven allen uitstekend. L>
één woord ,een niau
„Hm. en hij?"
„lk weet het niet. Ilij schenkt mij den voor-*
keur boven anderen. Hij brengt mij bloemen
en behandelt mij met een eerbied, die mij aan
trekt. Van morgen bracikt hij mij een Tiffani-
glas van zeldzame schoonheid; het staat nu
op mijn tafel en, wanneer de zon cr op schiint
doen de kleuren denkeu aan de zee langs de
Ilollandscke kust. Vooral avonds wanneer
de bruingele zandbodem er doorheen schijni
en het goud vau den hemel er zich in weer
spiegelt. Dat is praolilig. Het is dan of hel
straalt van een inwendig lioht."
Wtrdt vervolgd.