„DE EEMLAN DER". Zaterdag 3 Juli 1915. BINNENLAND. FEUILLETON. N° 3 Tweede Blad. 14de Jaargang. EL! Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOPF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort 1 l.CO. Iclem franco per post 1»50« Por week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05» Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familio* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER Van 1—5 regels AD VERTEN Tl EN: f 0.50. Elke regel moor0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote loltors naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepalingen tot het herhaald ndvorteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene oirculaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Verspreide Berichten. D u i't s c h c .vrouwe n. De onltzaiglijke laak, die de Duitsche vrou- iweu in dezen oorlog vervullen, ndet alleen door du spaarzame leiding van het huishou den. maar ook door het vcrschaiffen van uit rusting en munitie voor liet leger, wordt door eea „Neutralen waarnemer'' in een arlikcl in de Times besolirevon. De vrouwen zijn thans, zoo zegt hij, een der hoofdbronnen van Dmiitschlands kracht. Bij hel uitbreken Aan den oorlog waren zij nog niet gewend aan hel vervullen van natio nale plichten. In een land, waar de organi satie en de behoeften van den Slaat in theorie alle individueele belangen te boven gaan, wa ren de vrouwen voor liet meerendeei aan hangsters gebleven van -den bekenden stel regel: „Küche, Kinder, Kirche''. Toen de oorlog uitgebroken was, nam do rog curing de jioodigc maatregelen om aan de vrouwen haar nieuwe plichlen te leer en, niet als individuen, maar als leden van den Staal Hel onderricht 'begon in de keuken, liet be waren van vruchten en groenten, de weten schappelijke bereiding van spijzen, waardoor de grootste voedingswaarde verkregen wordt, en dergelijke zaken werden terzelfder lijd in honderdvijflig steden van het Rijk onderwe zen. In verschillende plaatsen werden daar voor gemeentelijke keukens geopend, en de vrouwen wisten zich spoedig in de nieuwe omstandigheden te schikken. Overal namen zij haar laak mei geestdrift ter harte en hel is geen overdrijving, dal de tegenwoordige betrekkelijke overvloed van voedsel in Duitscliland voor een groot deel aan haar werkzaamheid moet worden toegeschreven. Thans nemen de Duilschc vrouwen ten volle deel aan den oorlog, met slechts als moeders, zusters of echtgenooten van de man nen, die voor haar veiligheid en eer strijden, maar veeleer als een politieke organisatie, die haar bijzondere plichten en verantwoorde lijkheid heeft. Dc wijze, waarop zij gezorgd hebben voor de gewonden, allerlei benoodigcl- heden voor de troepen verschaften, en de lei ding van. verschillende zaken op zich hebben genomen, welke tot dusverre uitsluitend iu handen van mannen was. is inderdaad be wonderenswaardig. Bijna alle mannen, die in de termen vallen, rijn in militairen dienst. Do*auloiileilen heb ben paarden, koeien, auto's cii alle mogelijke artikelen voor het leger opgeeischt. De laak. die aan de vrouwen opgelegd werd. is ontzet tend. maar wordt niettemin "door haar met kalme vastberadenheid vervuld. Overal be- kleeden zii ppsities, waaraan een groote ver antwoordelijkheid v erbonden is. Dc correspon dent vernam b.vdat een groote kopergiele- rij voor de vervaardiging van munitie werd ingelicht en dat de leiding van de geheele zaak thans aan een vrouw is opgedragen. In alle doelen van het land wordt door dc vrou wen veldarbeid verricht. In een kleine stad bij Berlijn zag dc correspondent vrouwen, die met graafwerk bezig waren. Geen boerenvrou wen, maar meisjes, netjes geldecd in wille hel dere blouses, die zich hadden aangemeld om het werk te doen. daar er geen mannen be schikbaar waren. In verscheiden Duitsche ste den zijn thans vrouwelijke tramconducteurs, Jie haar laak uitmuntend vervullen. Er is bijna geen bedrijf, waarin de Duit sche vrouwen niet met succes werkzaam zijn. Doch hot meest belangwekkend is liet directe aandeel, dal zij hebben in dc uitrusting vam de strijdkrachten te velde. Veertig percent van de arbeiders, die werkzaam zijn in dc fabricage van springstoffengranaten en hel verpakken van patronen zijn vrouwen. Zij vormen 15 percent van de weak lieden, die bezig zijn mot licl maken van paardentuig, zadels, teugels en andere voorwerpen van led ca-, die voor militaire doeleinden gebruikt worden; 50 percent van de makers van ten ten, ransels en andere uitrusting; 33 percent van de arbeiders in de artsenij-industrie; 15 percent van de vervaardigers van cliirur-" gischc instrumenten en 20 percent van de makers van veldkijkers. Vijf-en-zeventig pro cent van alle employés in dc fabrieken van vleesch in blik en conserven voor hel leger zijn vrouwen. Eon geHjk aantal is werkzaam in de fabrieken, waar de kleercn voor de sol len gemaakt worden. De Duitsche soldaat trekt len strijde, uil- gerust door de Duitsche vrouw, die daaraan al hare krachten heefl besteed. Zijn voedsel is door haar bereid. Zij heeft geholpen bij de vervaardiging dor granaten, die dc Duit sche wapenen de •overwinning schenken, en mocht hij gewond worden, dan zijn de ver band- on ontsmettingsmiddelen door hare humden gegaan. O'Donovan. f lil het SU. Vincents Hospital op Stateneiland (groolcr Nevv-York) is na een langdurige ziekte Jeremiah O'Dono van beter bekend als „O'Donovan Rossa'' overleden, die als Icrsch. revolutionair en pu blicist een groote rol heeft gespeeld. Ilij was in 1830 te Skibbcreen (graafschap Cork) in Ierland geboren. Tus&chen 1850 en 1S70 nam hij krachtig deel aan de beweging voor dc rechten der landbouwpachters in Ier land. Herhaaldelijk bezocht hij, ter slijving van dc oorlogskas der Iersche pachters Ame rika. Nadat hij. in verband met dc Icrscke bewe ging, gevangenisstraf lia-d gekregen, werd hem, toen hij eenigen lijd had gezeten, dc vrijheid hergeven op voorwaarde, dat hij liet land zou verlaten. Hij vestigde zich Loen in de Ver- ecriigde S(aten, waar hij na 1880 de „United Irishman" slichtte en voor de Ierschc bewe ging bleef ijveren. Staten-üeneraal. 1 \VEEDE KAilEH. Vlooiaan'couw. Voorloopig verslag. Ii e t l ij d s t i p der indiening. Verscheidene leden achtten het tijdstip van indiehiing dezer wetsvoorstellen slecht geko zen. Mocht onverhoopt onze vloot in den thans woedenden oorlog tol optreden geroe pen worden, dan zal wegens den vrij langen duur van den bouw der schepen van dc ver sterking Van onze marine, vveike de rcgecririg beoogt, naar alle waarschijnlijkheid geen par tij kunnen worden getrokken; in dit opzicht komen dc voorst-ellen te laat. Zij komen tc vroeg, voor zoover de regeer in g niet haar nul hceli kunnen doen met de ervaring in dezen oorlog te verkrijgen. Ook in ander opzicht critisccrdc men hel tijdstip der indiening. Rusiige overweging en het inwinnen van deskundige voorlichting waren daardoor vrijwel uiilgesloten, de ge legenheid om kennis te nemen van critiek, in deskundige kringen en tijdschriften ie ver wachten, werd afgesneden. Zonder voorlichting ook van deskundigen buiten het departement van marine zal de Kaïneur zich moeilijk een oordeel kunnen vor men over de vraag of bijv dc 18 millioen voor den bouw vain twee kruisers in dit sta dium van afwachting niet op nuttige wijze ten haile van de vloot zijn te besteden. Verscheidene andore leden stelden in het Licht dat op uitbreiding van dc viool zoo wel in als J)uiten de Kamer ook in don laat- sleii tijd met klem is aangedrongen. Dat de regdering eerst thans voorSHolkm van die strekking indient, betreurden zij. Ilet is ech ter te prijzen, dal dc regeering zich tot de indiening dezer voorstellen niet eerder ge reed achteiutev niet gewacht hoeft lal de in diening van de begrooting voor 1910. Voor een uitstel der behandeling zouden deze leden niel de verantwoording willen dragen. Tegenover de opvatting. dt*t het goen aau- beveling verdient thans op de Ncderlandsehe werven beslag te leggen voor den aanbouw van marine-materieel, werd opgemerkt, dat in do beschikbaarheid van deze werven wel degelijk een motief voor spoedige behande ling dezer aangelegenheid is gelegen. Na den oorlog zullen ook de werven in het buiten' land met werk zijn overladen. Bovendien ver schaft dc bouw van de voorgestelde kruisers, welke een snelheid zullen hebben te ontwik kelen als nog niet werd bereikt, aan onze werven ccn uitmuntende gelegenheid om le toonen waartoe zij in staal zijn en wordt door den bouw een ervaring verkregen, welke de zen tak van nijverheid zeer ten goede zal ko men. Klein materieel. Vrij algemeen werd hel streven der regee ring -om onze vloot tc vors leuken met instem ming begroet. Enkole leden achtten aanbouw van kloüi materiaal, zooals nu beoogd, niet goed gemolbveord. liuns inziens volgde deze bouw niel logisch uil hetgeen dc toelichting betoogt. -Daarin tocli wordt de ongunstige toe stand van hel bestaande materieel van pant- sarsoliöpcn en kruisers in hel licht gesteld, hetgeen een voorstel lot vervanging van deze bodeuns en niet een voorstel tol aanschaffing van klein materieel met een vrijwel nieuwe beklemming zou doen verwachten. Do mce- ning dezer leden werd echter over het alge meen niet godeeld. Ondcrzecboolcn. Zij, die versterking van de vloot goedkeur den, konden zich met den aanbouw van on- derzecboolen alleszins ver eenigen. De erva ring heeft bewezen, dat deze booten een ge ducht verdedigingswapen kunnen zijn. Zij pas sen in eik vloolslelsel. Hel is slechts dt vraag of het voorgestelde type aan dc verwachtin gen zal beantwoorden. Op dit punt was men niel gerust, terwijl dit onderdeel van het voor stel onvoldoende toegelicht werd geacht. Dat tc" dier zake in Ned.-Indic nog geen ervaring is opgedaan, noemde men ccn niet geringe moeilijkheid. Eenmaal tot den bouw van ondorzeebooten overgaande, zal men liet beslc moeien kiezen, d-cor de ervaring uitgewezen, en nu had het dc aandacht getrokken dal andere landen reeds onderzeebooton hebben gebouwd, welke in vvalorverplaa-tsii*g de door de regeering be oogde 800 ton ver te boven gaan. l>c lang zame voortgang mei «en bouw hier le lande doel vreezen, dat de schepen verouderd zullen zijn reeds vóór de indicnsts-lelling. Tot de „gfioote" onderzeebooten, als hoedanig de re geering de voorgestelde betitelt, kunnen deze schepen van 800 'ton vvalerverplaatsdng in on- dcrgedompclden toestand reeds niet meer worden gerekend. In „The Naval Annual 1914", bladz. 104 en 106, werd gewezen op den aanstaanden bouw van ondcrzeeboolen van ten minste 1700 (1800) ton. Het is bekend, dat de Duitsche marine reeds thans booten van 1000—12U0 ton in ge bruik heeft. Juist voor Indiê schijnt het grootste type van belang, zulks met hel oo-g op dc groote werkingssfeer en dc bijzondere eischen van bewoonbaarheid. Enkele andere leden waren van gevocien, dat. naast ander klein materieel als torpedo- booten, jagers, lor.pedo kruisers, door dc Staatscommissies van 1912 aanbevolen, ondcr zeeboolen van ongeveer 300 ton voor on?e behoeften*hol meest aangewezen wapen zijn. Deze hebben, naar de regeerin-g opmerkt, op groote bootten voor, dat de geringere water- verplaatsing aan de „manoeuvreervaardig- heid" ten goede komt. Voorts drong men er op aan, hel vraag stuk der bemanninjg tijdig ouder de oogen te zien. Opleiding van inlandsck personeel zal vvenscheflijk zijn. Zorgvuldig uitgekozen en goed betaald, zal het waarschijnlijk beter voor de Indische wateren geschikt zijn dan Euro- peeseli personeel. Gaarne vernam men, wat de regeering ter oplossing van dit vraagstuk denkt te doen. Aanbouw op de Marinewerf. De Memorie van Toelichting deelt mede, dat de onderzceiboolen allle op Nederland sclie werven kunnen gebouwd worden. Men vroeg of de regcering er zich van verzekerd heeft, dal dit inderdaad zal geschieden. En kele leden drongen er op aan, te onderzoeken of de Marinewerf le Amsterdam niet alsnog voor den bouw van deze booten moöt worden bestemd. Reeds bij dc schriftelijke behande ling der loopende begrooling is omtrent den bouw van klein materieel op dre werf van ge- daohilen gewisseld. De bezwaren, door den minister van marine toen geopperd, werden dioor deze leden niet gedeeld. And'ere leden vvenschten op dc opheffing \m de werf te Amsterdam niet terug te konica. Dc twee kruisers. Vond het voorstel tdt den bouw van ondcr zeeboolen in |het algemeen instemming, mei het plan om twee kruioers aan de vloot toe le voegen, konden velen zich niet vereenigen. Weliswaar zijn in de Memorie van Toelich ting meer bijzonderheden vermeld omtrent de kruisers dan omlroril de ondcrzecboolcn; over de bestemming van eerstbedoelde sche pen verkeerde men echter in hel onzekere. Dalt deze in elk vioolplan onmisbare besiand- dcclen zullen vormen, werd betwijfeld. De be wering dal kruisers van heit voorgestelde type noodzakelijk zijn voor het inleiden en onder steunen van de actie der ondcrzeeboolen vcr- cisohle nadere toelichting, vooral omdat men van zoodanigen steun Lij hetgeen de laatste maanden met name dooi' Duitsche ondcrzec boolcn was verricht, niel Hiad vernomen. Micn wenschte le weten of bij de Regeering het voornemen beslaat meer kruisers van dit type aan te vragen. Vele ledeir waren van gevoelen, dat men zich thans lol den bouw van onderzeeërs moest beperken. IIcl nut vun kruisers is miiisf genomen twijfelachtig cn dc besteding van 18 millioen aan deze schop cn verhindert een krachtige uitbreiding van dc onderzeebooten. In overweging werd gegeven den post voor kruisers uil hol ontwerp ite lichten. Nader in beschouwing tredende van de mo lloven, welke de Regeering lol dit onderdeel van haar voorstelt?*, hebben geleid, vreesden sommige Leden dat do vvcnsdh om aan hoofd officieren de gelegenheid lo geven als com mandant op tc treden, aan hot voorstel niet vreemd is ge woest. In die zo gedachte waren zij versterkt door de mecueueclijig, dat'de on gunstige toestand van de vloot „tot ontwrich ting van haar organisatie leidt", lerwajl ook helt beloog, dajt bel blijven voorldienen op ver ouderde schepen zonder liet vooruitzicht dat de vloot zal worden versterkt, demoraliseert en het verloop van heit personeel „zoowel in de hoogiere als in idc lagere rangen" in de tiand werkt, dien indruk bevestigt. Had zoo danig molicf inderdaad lot |het doen vau het voorstel bijigddlragcn, dan kwam men d'aarlc gen op. liet verloop van hel personeel. In dat verband vróog nucn ook hot oordeel der Regcering omitronit hel verloop van het personeel. Gaarne vernam men, welke dc uit werking is geweest van de resolutie van 20 April 1914, betreffende de nieuwe dienstre geling aan boord) van oorlogsschepen cn of de minister van marine bereid is de rapporten dei- commandanten, vveLkc over dc werking dier nieuwe dienstregeling mochten ziju in gekomen, aan de Kanver over te leggen. Bouw op Nederlandse he werven. Mot voldoening haddon verscheidene leden vernomen, dat vier maatschappijen bereid zijn bevonden den bouw van Ide kruisers op zich te nemen. Omtrent don te verwachten tijdduur word men gaarne ingelicht. Zullen de maat schappijen 'het benoodigdo materiaal, dat bij na gelveel door hel buitenland moet worden geleverd, tijdig kunuen verkrijgen? Uit ver trouwbare inlichtingen was gebleken, dal men nu iteeds groote moeiite 'hoeft zich van de noo- dig'c materialen voor scheepsbouw ie voor zien. Aanzienlijke vertraging kan hieruit voortvloeien. Bij hel sluiten der contracten zal hiermede, evenals mot de stijging der prijzen, rekening zijn te houiclctn. Mon vroeg of het in deze omstandigheden niet de voorkeur ver diende den bouw van tk kruisers niet ami te besbeden, maar den bouw voor rekening van don Staat op eon of meer der genoemde werven tc doen geschieden. "Watervliegtuigen. De veihooging van art. 107 van het Vide hoofdstuk der Staatsbegrooling vootr 1915 strekt onder meer tot aanschaffing van een 6-tal watervliegtuigen. Vele leden waren on aangenaam getroffen door dc me deducting in de Memorie van Toelichting, dat deze door een builenlandsohe fabriek zullen worden ge leverd. Gevraagd werd of dozc niet hier te lande kunnen worden vervaardigd. De le/lcn, die op hel behoud van de Rijks werf le Amsterdam hadden aangedrongen, merkten op, dat deze ook zeer geschikt zou ijn voor stalionneeriug der watervliegtuigen, waarvoor geschikt oefenterrein ii>. de onmid dellijke nabijheid is gelegen. Roman uit het Noorscli van HU LD A GARBORG door A. M. VAN DER LINDEN-VAN LDEN. 20 ,,Ncen zij maakte een beweging mei haar smalle hand ,,het is noch Fransch, doch Nooiscïi, nocli Itollandsch, 't is een voudig menschdijk. "Wij beminnen den man telven ïniie-t, maar wij hebben ons eigen ideaal tooals wij hem ons voorstellen, lief. Ei is eigenlijk zooveel ijdelhc-id in wat wij tiefde noemen, zooveel égoïsme, alleen egoïsme." Zij zweeg even, liet het liooid op haar hand leunen èn staarde voor zioh uil. „Èsrimaal heb ik ilels gevoeld voor een man; ik geloof de, dal ik hem beminde, maar mijn verstand bleef klaar wakker." „Eenmaal! je bent nog zoo jong!" „Ach neen, als ik toen getrouwd wa6, had ik nu misschien al een grooten jongen geha<l én zie, van hot kind spijl het mij. Naar een kind kun ik verlangen,.maar niet naar den man. Ik ben onafhankelijk; ik kan reizen en gaan waarheen en hoe ik wil. maar toch gevoel ik somtijds een gemis Weer zweeg zij een poos cn keek voor zich uit over de zee. Ik d^pkt aan mijn eigen kind. IIcl was zoo stil om ons heen dat zij onwillekeurig zachter sprak, toen zij zei: Mijn ouders waren art is ten. Mijn vader was een muzikaal tafent en mijn moeder schilderde zeer verdienstelijk. Maar ik heb van mijn ouders wel de onrust, maar niet hunne Lallenlen geërfd. Ik heb hooit een vriendelijk loliuis met broers en zusters of kindervreugde gekend zooals anderen. Wij reisden veel, ik ben bijna geboren in dc coupé van een spoortrein, tusschcn Parijs en Rome. Ik herinner mij veel dat mooi, maar ook veel dat droevig was. Vader cn inoc-der wa ren beiden ontevreden en verncus. Wij leef den van de handelszaak die mijn vader geërfd had. hoewel hij een afkeer liad van dcu handel.' „IL had gedaohl, dal je zelve eenmaal een artiste zou worden! „Och neen. wel ben ik geboren met een drang naar schoonheid in mij. die door iemand eens ziekelijk werd genoemd. Ik ben niet in staal om zelf iels tc voorschijn te bren gen ik kan zelfs geen boom, schilderen, maar mijn verlangen naar mooie kleuren en vor men laat mij nooit met rust." „Misschien sluimert er dan nog ccn talent iu ie, dal roept om verlossing verlang je daar naar?" „Neen. neen, ik weet liccl zeker wat ik ver lang. Ik verlang naar liet bezit van een kind; maar liet zou mooi moeten zijn cn op hem gelijken!" Zij glimlachte. „Op hem?" „Ja, op het ideaal." Zij lachte en vertoonde een rei brecdc, wille tanden. In dit oogenblik was zij prachtig; ik genoot van haar als van een kunstwerk; liet is alsof zij builen het werkelijke leven staal. En zij ging voort, terwijl miin hart binnen' in mij samenkromp: „liet kind is dc hoofdzaak de voortzetting, ik zou ook gaarne de voort zetting van nnjzehc zien. liet krenkt mijn ijdclhcid del ik geen kind heb maar er is meer. Alle gaven, die iu mij zijn en er zijn gaven in mij zij schreien om mijne voort zetting. Ik weel. dal mijn kind heerlijk zou zijn. Ik ben gezond en sterk en de adel van het genie dat in mijn cudevs woonde, zou in het kind weer te voorschijn komen, verfijnd, dieper, gelouterd door het vuur." Zij glim lachte weer cn knikte: „Door mij dus. Ik heb soms een gevoel alsof ik een kostbare vonk oezil, die in mijn kind in heerlijke vlammen zou uitlaaien. Ja dit denk ik en peins er dik wijls over." En weer glimlachte zij, als om zich tc verontschuldigen. Dal een eenzame vrouw zoo over eeii kind kan denken! Ik heb medelijden niet haar, maar ik zei slechts: „Het is mooi gedacht maar toch ik begrijp jc niet geheel. Geloof je, dat het kind alleen je gelukkig zou maken?' „Ja. dal geloof ik. Geloof jij dat niel?" „Ik weel het niel ikik heb zeli ccb kind!" Zij viel mij in dc rede „Jii gelukkige!" maar haastig voegde zij er aan loc: „Dan heb je ook een man." „Neen, niel meer." Ik wendde mij af. „Tienvoudig gelukkige!" riep zii uil. Maar opeens kwam er een droomendc uit drukking op haar gelaat en. terwijl zij haar hoofd ophief cn langzaam de blauwe rook wolkjes voor zich uitblies, zei ze „.Ofschoon - toen zweeg zij weer cn reikte mij over lafeJ haar witte hand. „Vergeef mij ik denk slechts aan uiijzelvc." En zii keek mij met ccn ernstigen. goedbarligen blik aan, alsof zii zeggen wilde: „Ik zie dat hel je zeer doet." Ik stond op. „Het is zeker al laat." „Ja ,hel is laat geworden." En zii stond ook op en keek naar builen. „W al is het donker." ,,Ja, wij hebben hier geen Noorschc zomer nachten)." „Neen. en ook geen nachten zooals in Fin- üiarkcn; daar iuoet je eens heengaan." Jlaar oogen kregen opnieuw die droomendc, vvee- aioedige uitdrukking. „Ben ie daar geweest?" „Ja, eens. maar nu is er niemand meer; miin moeder is niet gezond, zij komt er nooit meer." „Is je moeder ziekelijk?" „Neen. liaar geest is ziek en zoo „Je bent wel eenzaam, Marie." „Ja, wel eenzaam." Wij bleven een oogenblik zwijgend naar buiten in de duisternis staren. „Ja. nu begrijp ik beter je verlangen naar een kind" Zii glimlachte on zei: ,,'t Is maar zoo lastig dat men het met iemand moet deelen." „Lu je hebt nog niemand gevonden- die je daartoe waardig keurt?" Zonder van houding ie veranderen zei zi> dof: „Ik weet het niet recht." „Zal ik niet meer vragen?" ..Neen." Zij keerde zich lot mij: „En nu, goeden nachU lk ben blij. dat ik je ontmoet heli; 'l is of ik niet meer geheel alleen op de wercid ben. Wij vertrouwen een weinig op elkander, niel waar. Eli?" „Ja, laat ons dat doen." Toen ging zij heen in den donkeren nacht. Ik bleef nog een oogenblik staan en tuurde naar de zee. Ik hoorde het geluid der zee en zag de witte kopjes der branding legen het strand slaan. Vandaag kwam. Marie weer en in onze bad- rcStuums zalen wij aan het strand en lieten de golven over onze voelen loopen. Zij slrekic zich uil op liet door de zon heel gestoofde zand en zette het gesprek van den voriger naehL voort. „lk verzocht jc gisteren om niet meer le vragen, Eli. maar ik wil hel ie toch zeggen voordat ik heenga." „Ga ie heen?" „.Ta. en ik geloof dat ik heni gevonden heb.*' „O, dat is heerlijkl" lk ben verheugd, maar ook bevreesd, want ik kan mii in ccn geregeld huwelijksleven niet indenken. Denk nu niet, dat ik lichtzinnig beu, ach neen. helaas had ik bijna gezegd maar ik=kan er niel aan denken oud te wor den zonder moeder geweestte zijn." „En je denkt nu in ernst tc beminnen?" .Beminnen! Dal is zoon groot woord. Ik heb den man gezien die ja. zooals hij moet wezen om de vader van miin kind te rijn. mooi, ongemeen, boven allen uitstekend. L> één woord ,een niau „Hm. en hij?" „lk weet het niet. Ilij schenkt mij den voor-* keur boven anderen. Hij brengt mij bloemen en behandelt mij met een eerbied, die mij aan trekt. Van morgen bracikt hij mij een Tiffani- glas van zeldzame schoonheid; het staat nu op mijn tafel en, wanneer de zon cr op schiint doen de kleuren denkeu aan de zee langs de Ilollandscke kust. Vooral avonds wanneer de bruingele zandbodem er doorheen schijni en het goud vau den hemel er zich in weer spiegelt. Dat is praolilig. Het is dan of hel straalt van een inwendig lioht." Wtrdt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 5