BINNENLAND. 1 Kameroverzicht Tweede Kamer. Bil het begin der vergadering van Vriidag ontbrak aan het vercischle aantal leden cr één. De vergadering wordt daarom weder gesloten, nadat de Voorzitter heeft medege deeld haar 21a 5 minuten weder te zullen openen. Dan komt de heer Spiekman binnen, met gejuich begroet. Nadat de vergadering is heropend, verkrijgt het eerst het woord de heer Duymaer van Twist (A.-R.) Deze gelooft niet, dal het wets ontwerp zal geven, wat men er van verwacht. De agitatie tegen het ontwerp gevoerd, die het voorstelt alsof binnenkort duizenden zul len worden opgeroepen, noemt Spr. dwaas. De Regeering heeft immers zelf verklaard, dat de manschappen geleidelijk zullen worden opgeroepen. Dat door dit ontwerp oorlogsge vaar zou ontstaan, is niet aan te nemen. Van de hoeveelheden wapenen zal het afhangen, hoeveel tijd noodig zajn zal om de lieden op te roepen. Spreker rekent, dat het wel September zal worden, vóór de eerste groep in dienst treedt. ITad de minister dit ontwerp eerder ingediend, dan hadden de manschappen reeds in het voorjaar bijv. kun nen worden opgeroepen en had de Landweer naar huis kunnen gaan. Spr. dringt bij den minister op spoed aan. Naar Spr. oordeel zou het juist den goeden geest bij het veldleger bevorderen, indien de opleiding bij het veld leger plaats vond, in plaats van aan de dé pots. In Duitschland heeft men zelfs met een opleiding eenigen tijd in de loopgraven zeer goede resultaten gehad. Spreker meent, dht de opleiding. mits goed aange pakt, in enkele maanden mogelijk is. Vier maanden acht Spr. daartoe niet eens noodig. Bovendien wordt met een korte opleiding ook nog een groot financieel voordeel behaald. In dien kleeren en wapenen aanwezig zijn, dient z.L een groot contingent te worden opgeroe pen. De heer Brummeilkamp (A.-R.) is ver wonderd, dat er nog lieden zijn, die na een oorlog van II maanden, de bevolking nog slaapliederen durven voorzingen. Een opposi tie te goeder trouw kan men waardeereu, weet echter een oppositie tegen beter weten in, dan wekt zulk een oppositie ergernis. Spr. begrijpt niet, dat verstandige menschen niet inzien, dat een leger met een reserve sterker is dan een zonder reserve. Misleidend noemt Spr. de oppositie der Christen-socialis ten, waarvan vele predikanten de woordvoer ders zijn, ook al is ze te goeder trouw. Zelfs een defensieven oorlog keurt ze af. De Regeering steun voor uitbreiding der weermacht weigeren, noemt de heer Brum- melkamp vervolgens kniidenierspolitiek. En dat in het gedenkjaar van "Waterloo, toen het bloed vloeide van Oranje De heer Scheurer (A. R.) verklaart, dat het hem zeer aangenaam zal zijn. indien dit ontwerp wordt aangenomen. Ook hij betreurt het, dat het ontwerp niet vroeger is ingediend. Nog dringt spreker er op aan, dat lijsten wor den aangelegd van alle personen, die onder het ontwerp vallen, opdat de Regeerin^ in geval van nood over hen zal kunnen beschik ken. Ze moet daarop op een gegeven oogen- blik beslag kunnen leggen. De offers die het ontwerp kosten zal zullen zwaar zijn, doch in hel belang onzer dierbare vorstin moeten ze gebracht worden. Degenen die spreken over economische belangen, zullen daarover spreken als er wellicht heelemaal geen eco nomische belangen meer over zijn. Het is noodzakelijk, dat ons leger zoo sterk moge lijk is. De heer De Sa vornin LohmanC H.) herinnert er aan. dat toen een oorlog was uitgebroken als nooit te voren, het volk ge voelde. dat de grenzen met kracht dienden te worden verdedigd, hoe gehoorzamen en vertrouwen op de leiders noodig is. Er is over al in den lande een beweging ontstaan voor dienstnemen bii den vriiwilligen landstorm. Op de Regeering doet spr. een be roep om spoed te betrachten. De wet legt op de bevolking zware lasten. Het volk be denke echter, dat als wij onze onafhanke lijkheid verliezen, veel zwaardere lasten h b- bcn te dragen en dat hoe zwaar die lasten drukken, ze oneindig lichter ziin dan die de meeste Europeesche volken hebben te dragen. De heer Van Ra al te (U. L.) wijst er op. dat het ontwerp, d.at aanvankelijk alle man nen tot 40 jaar omvatte, in tal van gezinnen schrik wekte. Spr. noemt het eerste ontwerp ondoordacht in verband met de aanwezige hoeveelheid munitie en wapenen. Niet on mogelijk acht spreker het, dat de Minister bij de uilwerking van het ontwerp onder den invloed is gekomen van de beweging door het artikel van den heer Van Aalst gewekt ...Mpe- meene oefenplicht." Goed, algenieene dienst plicht nog beter. Doch daarvoor kunnen we thans de stekken niet steken. We hebben hier slechts te doen met een noodwet. Beoogd wordt de beschikbaarhouding van een re serve. Het ontwerp geeft niet weer de bedoaling en de commissie van rapporteurs heeft een amendement (door ons vroeger reeds ver meld. Red.) voorgesteld, dat de Regeering niet aannemelijk acht Spr. hoopt, dat de Regeering alsnog -eon tegemok-tkomendie hou ding zal aannemen. Meer dan ooit is in dieze buileiugeworta omstandigheden, tegemoet koming noodig. De heer F 0 c k (U. L.) bespreekt het adres der z g twee en twintig. Z. i. hadden die mannen beter gedaan het adres niet in te zenden en vertrouwen te stellen in het be leid der Regeering. Spr. is hel niet eens met den heer De Jong, dat voorrechten moeten worden geschonken aan de vrijwillige land- slormers. Het zijn mannen van groote vader landsliefde, doch het mooie gaat weder weg door belooning. De heer Van Doorn (V.-Lbegrijpt uit het ontwerp, dat de minister de landweer wil aflossen en niet meer landstonmers wil oproepen dan daarvoor noodig zijn. Met die beperking gaat Spr. niet mee. Het „geen man en geen cent'' Nederland niet ver dedigen is een systeem, al is het niet dat van Spr. Eohter vreest hij dat velen, die nu soo spreken, Indien hot ergste ons over komt, diep spijt ziiJien hebben van hun hou- dina. Wordt ons land ingelijfd, dan zullen ook degenen die zoo spraken hebben te dienen, doch onder kepi of pickelhaube. Men dacht aan vredescongressen en alles was interna tionaal, doch daar brak de oorlog uit en overal bleek nog te leven een nationale idee, dio ook sprak uil den leider der socialisten in deze Kamer. Het gaat niet aan de men sehen ongeoefend en ongewapend tegenover een vijand te stellen. Z. i. was de rede van den heer De Geer, die zei dat wij het ware stand punt innemen, dat des vredes, te hoogmoedig. Ook wij kunne» in den oorlog worden be trokken- Nederland heeft in de geschiedenis nooit getracht om grenzen uit te breiden en Spr. kan zich niet voorstellen dat ons land zich naar het Zuiden of Oosten zou willen uitbreiden. De heer Van d e r V 0 0 r t v a n Z ij p (a.-r.) vraagt of van Regceringswege de vrijwillige Landstorm gesteund wordt als deze verdien de. De Kamer heeft recht te vernemen, hoe de Regeering over dien vrijwilligen landstorm staat. Het feit dat de Regeering eerst na zes maanden overging tot benoeming van een in specteur, teekent voldoende den toestand. Niets was voor den vrijwilligen landstorm aanwezig. Spr. betwijfelt of de toestand na de benoeming van den iuspecleur is verbe terd. Wal de heer Nierstrasz voor den vrij willigen landstorm vioeg, acht Spr. te weinig. De minister toone erkentelijkheid door een daad. Zi. gaaL hel niet aan nu dien vrijwil ligen landstorm op te roepen. De heer Tydeman (VL) deelt de vrij algeraeene instemming voor het ontwerp. De kwestie of deze maatregel bedoeld is als een tijdelijke is voor Spr. niet moeilijk te beant woorden. Zeer zeker hecit men te doen met een tijdelijke. De bewering dat dit ontwerp een stap brengt in de richting van algemeene dienstplicht, noemt Spr. onjuist. Men bindt zich tot niets. De heer De Geer legde den nadruk op de vorming van reserve, de heer De Jong op de aflossing. Spr. schaart zich aan de zijde van den eerste. Hij wenscht aan den minister de vraag te stellen hoe groot de opgeroepen groepen zullen zijn en hoe groot schat de minister het aantal van iedere lichting Landweer dat naar huis zal worden gezonden. De heer Ilugcnholtz (S.-D.) is over tuigd dat het ontwerp het oorlogsgevaar ver groot. Met den heer Van Doorn is Spr. het eens, dat wat thans zal worden toegestaan, niet voor tijdelijk wordt genoteerd, doch voor goed. Spr. meent, d2t de aflossingsplicht ook bestaat voor de verplichte reservisten bij de marine. De Minister van Marine heeft daar tegen bezwaar, doch overweegt het naar huis zenden van de oudste lichting der zeemilitie. De heer Marchant (V.-Dsluit zich aan bij het betoog van den heer Van Raalte, In het ontwerp schuilt een technische, fout, die door de Regeering niet wordt begrepen, nl. dal de Landstorm in dienst wordt gehouden en de Landweer als reserve naar huis gaat. Even wel Spr. is bereid over dit bezwaar heen te stappen. De Regeering ga kalm haar weg, zon der zich aan anderen te storen, ook al stond heel Europa op zijn achterste heenen. Doch dan verwijdere men ook schijnbewegingen. Spr. komj op tegen de voorstelling der socia listen, dat zij een monopolie van vredelie vendheid zouden bezitten. De historische be schouwingen van den heer Ter Laan noemt Spr. wilde fantasieën. Hij sprak niet als socia list, doch als nihilist. Spr. geeft de voorkeur aan het oproepen van den Landstorm boven de lichting 1916. Den Landweermannen is de Kamer erken telijkheid verschuldigde Voor de motie Ter Laan gevoelt Spr echter niets. De heer Schaper (S.-D.) wijst er op, dat dit wetsontwerp niet is uitgegaan van de ioc- democraten of van Patrimonium. Uit de krin gen der betrekkelijke arbeiders blijkt dat zij het ontwerp niet wenschen, al zullen zij zich niet verzetten. Spr. gaat na wie het adres der 22 onderleekenden. Dergelijke lieden hebben ook om dit ontwerp gevraagd. Ock is er aan drang geoefend in de Kamer. Niet de Regee ring dacht het eerst aan ccn ontwerp; dan toch zou de Memorie van toelichting er an ders hebben uitgezien. Dat het oorlogsgevaar zou zijn toegenomen, kan niet worden be weerd. Minister Churchill wees er op dat Engeland, dat zich opwierp als kampioen van de kleine naties, ons niet zal aanvallen. De eerste voorwaarden onze neutraliteit te bewaren is ons rustig houden. Door dit ont werp wordt hier te lande de oorlogsstemming aangemoedigd. Men heeft hier gezegd, dat we geen landhonger hebben, doch ook zonder die landhonger zijn er hier te lande voor oorlog, omdat ze van een annexatie van België ook annexatie van ons (land vreezen en in de bui-' tenlandsche bladen gaat men reeds boomen opzetten over onze legeruitbreiding. Met dil ontwerp ruineert men zich, al is de aflossing on zich zelf billijk. Er is geen enkele waarborg dat als de Land storm geoefend is de Landweer naar huis zal gaan. De Minister van Oorlog: Daar ge looft u zelf niets van! De heer Schaper: Wie zegt ons dat men dan niet opnieuw zal redeneeren: de vloed rijst al hooger, dus de dijken moeten ook weer worden verhoogd? Wie weet of de minister dan niet bewerkt is door een oorlogspartij, of door een zenuwachtige partij in het land? In breede lagen des volks, niet alleen onder de socialisten, heerscht afkeer van dit ont werp. De heer Van Doorn zegt: er zijn slechts twee standpnteu: alles of niets Ten onrechte dan zou men alle mannen tot 50 jaar moe ten oproepen. Men ziet nu de kan9 schoon om den algemeenen dienstplicht geleidelijk in te voeren. Men wil uit den oorlogstoestand een slaatje slaan voor het militarisme. Straks zal men wellicht uit afkeer van den oorlog, die al te beestachtig wordt, het mililairismc gaan bestrijden, doch dan hebben wij ons gebonden tot legeruitbreiding. Nadat nog enkele sprekers het woord ge voerd hebben, dank de Minister van Oorlog (de heer Bosboom) degenen, die het ontwerp «teunden en hem de verdediging ge makkelijk maakten. Spr. betreurt zeer de agi tatie tegen dit ontwerp. De vergadering wordt tegen 5 uur ver daagd tot Vrijdagavond 8 uur, wanneer de minister zijn rede zal voortzetten. Avondvergadering. Voortgezet wordt de beraadslaging over het wetsontwerp tot nadere uitbreiding van den landstorm cn over de motie-Ter Laan. De Minister van Oorlog (de heer Bosboom) vervolgt zdjn gisterenmiddag afge broken rede. Hij wetes er op dal het doel van het wetsontwerp is geleidelijke vei sterking van onze weermacht door meer mannen ge schikt te maken voor den militairen dienst. Gevraagd is of dit het ontwerp stempelt tot een aüossings-ontwerp. Dit is niet het doel. liet was den minister een behoefte namens de Regeering waardeering uit te spreken voor de mannen, die zoo lang reeds in dienst van het land stonden. Versterking is noodig om te tooncn. dat Ne derland vredelievend van aard gezind is en dat het ieder, die zou trachten ons land aan te randen, tegen zal staan. De financieele overwegingen moeten daarvoor wijken. Uitvoerig schetste de minister vervolgens de wordingsgeschiedenis van het wetsontwerp ten betooge ,dat dit niet onder den drang van het adres der 22 is ingediend. Over de agitatie diie het ontwerp wekte, wil de Minister niet spreken. Gedeeltelijk is hij daaraan schuldig, omdat hij de toelichting te sober maakte. Die schuld zal de minister dra gen, maar daarbij l>e:reurt hij die agitatde ten zeerste. De minister betoogde voorts, dat het ont werp in geenen deele praejudicecrl voor de toekomst. Iu één opzicht pracjudiceert de wet wellicht. Alleen zou de Regeering willen dat na de demobilisatie de landstorm, die nu ge vormd wordt, landstorm blijft; dat zij niiet opnieuw behoeven te worden geregistreerd, indien hun hulp wellicht weer eens noodig zou zijn. Zij, die nu gtewapenden landstorm worden, zouden in normale gevallen weer on gewapend worden. Dit nu zou de minister betreuren. Eenig ander gevolg zou deze wetswijziging niet kunnen hebben. En dit gevolg is voor de betrokkenen van geen enkel giewicht. Gereed zijn de besluiten voor de keuring van de jaarklasse, die reeds tot den landstorm behoort. Dit is de klasse 1915, die zich spoe dig zal kunnen laten keuren. Over deze lich ting heeft de Regeering reeds de beschikking, als zij dit wil. Zoodra deze wet van kracht is, zal het Koninklijk be sluit verschijnen om de jaarklas se 1914 cn 1913 op te roepen. De oproeping zal twee maanden van te voren geschieden, zoodat zij, die tot die jaarklassen behooren. twee maanden vooruit weten, dat zij zich gereed hebben te houden na twee maanden. Dai wil nog niet eens zeggen dat zij dan dadelijk zullen worden ingelijfd. Zij kunnen dan eohter ieder oogenblik worden ingelijfd. De lichting 1915 zal heel spoedig worden opgeroepen en 4 maanden nadat deze is in gelijfd, zal de eerste landwecrlichling naar huis gaan. De jaarklassen zullen niet Iclkens na vier maanden elkaar opvolgen, maar sneller, wel licht met tusschenpoozen van één maand. Komt half Augustus jaarldasse 1915 op, dan gaat half December de oudste lichting naar huis. De aflossing zal dus veel sneller plaats vinden. Naar aanleiding \an de gedane vraag wat er zal gebeuren met de klassen die overblij ven, wanneer alle landweerplichtigen naar huis ziin. merkte de Minister op, dat het geenszins de bedoeling is lort et travers door te zetten als alle landweerplichtigen naar huis ziin- Alleen wanneer de politieke con stellatie van dien aard is dat uitbreiding nood zakelijk is,.moet de Regeering de beschikking hebben. De beer Marchant (V D.) merkte bii in terruptie op, dat in de M. van A. precies het tegenovergestelde staat, n.l. dat zij niet zul len worden opgeroepen! De M i n i s t e r erkende dat het daar anders staat. Dit moet in de Memorie ziin geslopen. De bedoeling is geweest om over deze marge de beschikking te hebben voor den ongewa- Dtnden landstorm. De Minister zeide vervolgens dal hij piet wil oefenen bii het veldleger. Ten slotte -verklaarde hii de motie-Ter Laan niet te kunnen aanvaarden. Rij de replieken, welke volgden, sprak de Minister van Oorlog nogmaals ziin leedwezen uit over den lapsus in de Memorie van Antwoord. Duidelijk wilde hij nog eens verklaren, dat zoodra de Regeering in de noodzakelijk komt om na aflossing van de landweer-lichtingen, nog meer iaarklassen op te roepen, zii bii een nieuw ontwerp de be voegdheid zal vragen. De heer Van Raalte (U. L.) meende dat een lapsus in een Staatsstuk, geteekend door drie Ministers, niet aanvaard kan worden. De Minister van Binnen 1. Zaken, de heer Cort van der Linden, zeide daarop: Indien een rovale verklaring wordt gegeven, moet u die aanvaarden. De heer Mar ch a n t verwachtte dat thans de Regeering den gewiizicden considerans zal aanvaarden, die dan toch precies zegt wat de Regeering wil Na verdere replieken antwoordde de Min. van Oorlog nog. dat hel met de lichting 1916 zoo zal gaan. dat zii op normalen tiid In dienst znl komen, of iets later in verhand met de Landstorm-klassen die opgeroepen ziin. De motie-Ter Laan wordt verworpen met 60 tegen 13 stemmen. Bij het verder debat verklaarde de Minister aan den heer Ter Laan. niet te kunnen vol doen aan het verzoek van den heer Eland om 10 procent van de oudste lan d weerlicht in g naar huis te sturen. Artikel 1 verd goedgekeurd De artikelen 2 en 3 worden «goedgekeurd- Artikel 4 woTdt na eenige discussie aangeno men met 61 tegen 13 stemmen. Artikel 5 wordt goedgekeurd, nadat is aan genomen met 44 tegen 24 stemmen een amen dement van den heer Sasse van Ysselt CR. K.), bepalende dat zoodTa de tegenwoor dige buitengewone omstandigheden hebben opgehouden te bestaan, een voorstel van wet zal worden ingediend oon deze wet in te trek ken. De bedoeling van den voorstelier is om het karakter van het nood-ontwerp nog dui delijker te doen uitkomen. Daarna was aan de orde de considerans met het hierop ingediende amendement van de Commissie van Rapporteurs om udt uit drukkelijk te bepalen, dat het ontwerp de be doeling heeft de landweermannen met ver lof te kunnen doen gaan. De M i 11 i s t e r van O 0 r 1 o .g, de gevol gen van zijn fout wiillende dragen, neemt het amendement over. Het wetsontwerp werd daarop aansrenomeii met 55 tegen 13 stemmen. Tegen de sociaal-democraten. Hot ontwerp-Fland wordt van de agenda afgevoerd Goedgekeurd werden eenige conclusies en wetson'werpen, o.a. het buitengewoon oor- 10 gs ere cl iel van 90 millioen, nadat de Mi n i s- ter van Oorlog had toegezegd de ge vraagde nota spoedig te zullen overleggen. De Kamer ging hierna tol nadere bijeen roeping uiteen. Uit de Pers. De landstormwet in eée Kamer. (her de dagvergadering leekent de over- rich t-ohrijver der N. R. C onder meer het volgende aan: ,Neen, zoo interessant als menigeen (ver rast door vurig-pntriottische artikelen, of op een dwaalspoor gebracht door opge schroefde oppositie) verwacht zal hebben, ziin de beraadslagingen over den gewapen- den landstorm niet geweest Een krachtige speech van den heer De Savornin Lohman mocht vóór de pauze de belangstelling even verlevendigen; de eindelooze redevoering van den heer Van Raalte (grootendeels -kleurloos résumc van inhoud en strekking der v/et) deed haar weder zakken. En in de middagvergadering beheerschte niet ééne redevoering het gansche debat. Toen ook v/erd het gemis ven den heer Troelstra be seft aan het slot van een langdurig debat placht deze in te grifpen en dan in een zeer subjectief, zeer eenzijdig, maar meesteriijk résirmé den hoofdinhoud der gedachtenwis- seling saam te vatten, stelsels en werschen als in slagorde tegenover elkaar *e plaatsen en met raeesleepeijde redenaarskracht zijn schijnbaar-objectieve conclusie te trekken Iets dergelijks vermocht de heer Scheper, de tegenwoordige leider der soriaal-d' 'oocretf- sche fractie, nietde groote lijn, de mach tige greep on'fcrak. zijn speechte verliep in gephikhear met interumpeerende Kamerle den, was niet veel meer dan een reeks ge vette opmerkingen, waartrsschen er ook verschillende minder gelukkige ingeslopen waren." De rede van minister Bosboom, dóe bijna geheel in de avondvergadering viel, had aldus de overzichtschrijver van het Hbid. aanvankelijk de kalme aandacht van de Ka mer en maakte stellig over het algemeen een gunstigen indruk totdat ze opeens een incident uitlokte, dat ter linkenzijde groote opgewondenheid veroorzaakte en de Kamer gedurende heel de rest van de rede en nog lang daarna in beroering hield. Maar op zeker oogenblik kwam de Mmisïer aan de beantwoording van de o. a. door den heer Tydeman gestelde vraag wat er zal gebeuren met de „marge" (het restant der Iendstormplichtigen na aflossing van de landweer). Die marge, zoo antwoord de de Minister, zal ik eventueel ook nog oproepen, doch alleen als de noodzakelijk heid daartoe drijft. Maar nu sprongen links onmiddellijk een paar leden op (o. a. de heer Marchant) en riepen den Minister toe, hoe deze verklaring te rijmen was met die van blz. 6 der Memo rie van Antwoord, waarop 's middags de heer Van Doorn had gewezen, de verklaring n.l., dat die marge niet zal worden opge roepen. Minister Bosboom, blijkelijk overrompeld, greep naar de Memorie van Antwoord, las den bedoelden passus over, zweeg eenige oogenb!'*kken en zei toen„Ik moet erken nen. dat hier iets ingeslepen is in de Memo rie von Antwoord, dat niet overeen kom: met de bedoeling van de regeering." Deze ronde erkenning wekte links allerlei uitroepen van verbazing, ergernis en ironie. Het zeker nog al wonderlijke en pijnlijke geval werd natuurlijk door de socialisten met schampere opmerkingen geëxploiteerd en aangedikt tot een langdurige sensatie- De rest van 's Ministers rede ging verlo ren in het voortdurende rumoer van opge wonden pratende leden links. <b'e telkens hier en daar de hoofden in druk gesprek bijeen staken, soms met enkele leden van rechts er bij. Doch het meerendeel der rech terzijde bleef rustig. Intusschen had ook de regeering, waarvan, behalve de militaire ministers o. a. ook de heer Cort van der Linden aanwezig was, overleg gepleegd en het resultaat was, dat minister Bosboom, na dat een van de sprekers gerepliceerd had, kwam verklaren, dat de aangewezen passus een lapsus bevatte, maar dat hii er nu een maal stond en dat dus thans de regeering toezegde, de marge niet te zullen gebruiken zonder daarvoor opnieuw met een wetsvoor stel bij de Kamer te komen. Hierdoor wordt het ontwerp dus teruggebracht tot een zui ver aflossingsontwerp en de heer Marchant kon dan ook met eenig recht zeggen„nu moet ook het amende ment der Commissie van Rapporteurs wor den aanvaaid." Maar anderzijds kon men dan ook, althons voor zoover men zich tot de vrienden van de regeering rekende, het geval verder laten rusten. Doch dit ging boven het politiek vermo gen van de heeren Marchant en V a n Raalte. En voornamelijk de laatste on derstreepte nog eens stevig de gemaakte fout, die hij hoog opnam en weigerde te erkennen als een „lapsus", waarop minister Cort van der Linden boos uitriep „Als dat loyaal wordt verklaard, kan men er zich bij neerleggen." En terecht qualHi- ceerde de heer Schaper deze drukte over den lapsus als belachelijk. Het was inderdaad een ongelukkig geval, maar wie een weinig ministerieel voelde, had er, vooral in dezen tijd, niet zoo'n op hef van behoeven te maken." ,Bij de bespreking van den considerans kwam de quaestie van den „lapsus" terug. De heer Van Raalte stelde de Regeering ntt voor de consequentie van het gebeurde en meende, evenals de heer Marchant reeds had gezegd dat ze, nu het amendement een C. v- R. moest overnemen, waarbij het ont werp uitdrukkelijk wordt teruggebracht tot niets dan een aflossingsontwerp. Minister Bosboom erkende dit ook rond uit. door kort te verklaren „de Regeering moet de gevolgen van haar fout dragen, zij neemt het amendement over", en daarmee was het laatste restje heilig vuur. dat er In het reeds zoozeer gedoofde ontwerp was overgebleven, ook nog gedoofd." Dit js ook het oordcel der Nieuwe C t. .,De nevenbedoelingaflossing der land' weermannen, is aldus hoofdzaak geworden, de weermachtversterking bijzaak Zeker, ook zoo verdient het ontwerp in laatstgenoemd opzicht waordeering en zal het, mits uitge voerd in het tempo en met de voortvarend heid welke de minister van Oorlog als mo gelijk in het uitzicht stelde, binnen niet al te langen tijd een legerreserve van eenige beteekenis kunnen opleveren. Maar. het mooie is er of. Met de gezindheid die zich op den l8en Mei in de Kamer openbaarde, heeft het ontwerp niet meer te maken Dc Regeering moet dé gevoV°n van haar fout dragen ze'de minister Bosboom ten slotte moedeloos en nam het amendement der Commissie over. Men heeft zich een- voi'dig verschreven en het bleek wel duide lijk dat niemand in de Kamer er boos opzet echter zocht Maar begrijpeliikerwijs is de Kamer in zulke dingen gevoelig en er valt ook niet veel ter verschooning voor te zeg gen- Na het incident was het beloop dezer laat ste avondvergadering voor het zomerreces woelig en owustig. De sociaal-democraten, die bifzonder veel werk maakten van de lich ting 1916. welke zij onmiddellük ter aflos sing van de landweer opgeroeoen wenscKtcn te zien. namen een triomfeerend air aan, al kregen zij bij de eindstemming ook de kous ot> den kop Aan den heer Ven Sasse v?n Yssélt, die een amendement had voorgesteld, teneinde de in'rekking der wet voor te schrij ven. zoodrn de tegenwoordige bv'*engewone omstandigheden hebben ongehouden te be staan (waardoor het uitzonden0 'skarakter in de wet zelve werd vastgesteld) was d© gewekte ontstemming gunstigz :n voorstel werd zonder verzet van regeer'" <rsr"de. met 44 tegen 21 stemmen aangenomen In verband :no'. den lapsus in de Memorie schrijft Het Vaderland: „X'Zas het gebeurde werke'rl- zoo belang rijk? Het wes niet nu voor het eerst, dat zich tegenstri'digheid tuss<~hen de bedoeling der Regeering en de gemelde clausule open baarde, die strijd is eigenlifk ai gebleken in den tegens'and der Regeering tegen het amendement der Commissie van Rappor- teurs, om ;n den considerans het karakter eener aflossingswet vast te- leggen. Want wat beteekende die tegenstand, in dien de Regeering zich werkeliik geheel hield aan den passus der Memorie van Ant woord, waarin dat aflossingskarakter in alle volkomenheid wordt uiteengezet als een con- cess'e aan de oppositie, die zich in de afdee- lingen der Kamer heeft geopenbaard? Vrees om het kind bij den naam te noe men5 Wij hoorden nu von den Minister van Oorlog, dat er een woord uit de Memorie van Antwoord uitgevallen is. Dot is erg maar kan gebeuren en, gegeven dc houding, welke de Ministers voortdurend hebben aan genomen Hikt het ons inderdaad alleszins aonnemeliik. Maar dat ééne niet crgedruk e woord heeft dan zeer ernstige gevolgen gehad voor de beteekenis der wet. De Regeering heeft het toch loyaal gevonden de Kamer niet tc laten lijden onder verkeerde conclusies die zij uit de omissie in de Memorie van Antwoord heeft kunnen trekken en zij heeft daarom verklaard zich formeel aan het schriftelijk ontwikkelde standpunt te willen houder., zich voorbehoudend om eventueel bii de wet de machtiging 1e vragen om over het pxcedent te beschikken. Het ontwerp is dus inderdaad niets anders meer dan een aflosrir.gswet en de Regeering heeft het hoofd gebukt de gevolgen van haar fout gedragen, zei de min'ster Bos boom en zij heeft het amendement der Commissie von Rapporteurs ovc•-genomen. Men kan dat met den heer Van Doorn die van een enkele aflossingswet niet ge diend is, betreuren, men kan zich daarover verheugen, men kan zich ten slotte ook verwonderen, dot een lapsus, een uitgelaten woordje over de wettelijke regeling van een defensiebelang- in dezen tijd.kan be slissen." Berichten. Bij reewlulttc vcurv den uxirsistefr van Kolo niën, zijn. die dtvmes C. H. Beek te Teterm- gen. J- P. Vïjzefoar, te 's Gravenhag-o, G. van dteT Ley, te Sbeenwijk, J. M. vati Kuijeivn. te Ddtft, \V. van Noort. te Liden, e*i J. vnn Wicheren, te Nijmegen, gesteld ter beschi k- krag van den G**uwmour-Generaal van Ne- dterlQindseh-Indiië. o»u to word-wi benoemd to: onrlerwijzwres d-or derde klass» bij het open baar Eunopoesob lage** onderwijs daar tc landie. Monument Thomson. Bij het Na tionaal Comité lot (huldiging van de nage dachtenis van majoor Thomson, was op 1 Juli met inbegrip der gekweekte rente ingekomen een bedrag groot f 6435 8G. Voor de oprichting van het monument zal minstens een bedrag van f 7000 noodig zijn. Het comité vertrouwt dal het ontbrekende nog spoedig zal bijeenkomen, daar tal van Nederlanders, van wier brinngstelHiw! men zich zeker overtuigd mag houden, nog achter wege of liever nalatig bleven hun bijdragen aan den penningmeester van het comité 7ee- straat 80 te Gravenhage. toe te zenden De beeldhouwer Charles van "Wijk, alhier, houdt z ch bezig met de vervaardiging van een voorloopig ontwerp van het monument. flederland en de oorlog* Engeland en wij. Hbt Haagsche Correspondentiebureaiu meldt ons: Als aanvulling van hetgeen reeds in de Ne* derlandsche pers is vermeld naar aanleiding van het bericht der Kölnische Zeitung van 2i Juli nopens stappen bij de Nederlandscba

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 2