N* 55
„DE E EM LAN DER".
14de Jaargang.
Donderdag 2 September 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GOUD EN EER
Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort t 1.00.
Idem franco per poBt - 1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) o.io.
Afzonderlijke nummers 0.05.
"Wekelijks bijvoegsel „da JEfollandacbe Muiscrotitd' (onder redactie
Iran Thérès'e van Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
AdvertentiSn gelievo men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.50.
Elke regel meer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bi) vooruitbotaling.
Groote letters naar plaatsruimto.
Voor liandol en bedrijf bestaan zeor voordoolige bepaliugon
tot liet herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bev&ttendo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
r
Politiek Overzicht
De Baikanssaten en de
wereldstrijd.
IV. (Slot).
Bulgarije ondervindt in de diplomatieke
onderhandelingen, die de entente-mogend-
heden hebben aangeknoopt met de Balkan
staten over de herziening van het vredes
verdrag van Bukarest, eene behandeling,
waarvan een tweede voorbeeld moeielijk zal
zijn te vinden. Men ziet het naar de oogen
om zijne wenschen ai te lezen.
Reëele gebiedsaanwinsten worden het
aangeboden, en om die aanbiedingen ge
stand te kunnen doen, moeten de drie an
dere Balkanstaten ieder voor zich afstand
doen van een deel der voordeelen, waarvan
zij zich ten nadeele van Bulgarije hebben
verzekerd. Alleen de nieuwe grenslijn.in het
zuidoosten van zijn gebied, de lijn Enos
Midia, zal Bulgarije zelf zich moeten ver
overen in den nieuwen oorlog, dien men
wil dat het Turkije zal aandoen.
Zeer opmerkelijk is de houding van Bul
garije tegenover deze verleidelijke aanbie
ding. Het neemt haar niet met beide han
den aan; het zegt niet ja en amen op de
voorstellen, die het zijn gedaan. hiaar naast
de onderhandelingen, die het met de enten-
te-mogendheaen had te voeren, heeft het
zelf, uit eigen beweging, onderhandelingen
aangeknoopt met de andere partij. Het heeft
zich vergewist wat het Turkije waard zou
zijn, als Bulgarije bleef volharden in zijne tot
dusver in acht genomen neutraliteit. Die on
derhandelingen zijn niet zonder vrucht ge
bleven; zij hebben, volgens de berichten, ge
leid tot overeenstemming tusschen de par-
t\en, die is neergelegd in eene overeen
komst, die rijp is voor onderteekening. Door
deze overeenkomst heeft Bulgarije de vervul
ling gekregen van zijn wensch naar eene
geheel over Bulgaarsch gebied loopende
spoorwegverbinding met Dedeagats^n, de
haven aan de Egeische zee, die hem bij den
vrede van Bukarest is toegekend.
Over den loop van deze onderhandelingen
wordt bericht, dat zij zijn begonnen met den
eisch van de Bulgaren, dat hun het op
Turksch gebied loopende gedeelte van den
spoorweg van Adrianopel naar Dedeagalsch
zou worden afgestaan. Met het vrije bezit
van dezen spoorweg krijgt deze haven voor
Bulgarije hare ware beteekenis en de mo
gelijkheid om zich te ontwikkelen. Tur
kije was in beginsel bereid den Bulgaar-
schen eisch toe te staan. De spoorweg loopt
langs den westelijken oever van de Maritza.
Turkije wilde er genoegen mee nemen, dat
de Maritza de nieuwe grens met Bulgarije
zou vormen, maar met ééne uitzondering:
Kara-Agatsch, de op den westelijken oever
van de Maritza liggende voorstad van Adria
nopel, waarin het spoorwegstation van Adri
anopel gelegen is, moest Turksch blijven. Er
werd daarom voorgesteld, dat Bulgarije eene
verbindingslijn om Kara-Agatsch heen zou
bouwen, die de zelfstandige spoorwegverbin
ding zonder dat Turksch gebied werd aange
roerd, mogelijk zou maken. Maar de Bulgaren
bleven aandringen op het bezit van Kara-
Agatsch. Deze voorstad ligt binnen den kring
van de vestingwerken om Adrianopel. Met
hare afscheiding wordt die kring verbroken
en wordt Adrianopel als vesting waardeloos.
Nog een andere eisch werd door Bulgarije
gesteld. De spoorweg loopt een goed eind
dicht langs de rivier. Hier verlangden de Bul
garen ook een gebiedsstrook op den ooste
lijken oever van de Maritza ten behoeve der
strategische beveiliging van den spoorweg.
De tekst van deze overeenkomst is niet be
kend gemaakt, en men weet dus nog niet
met zekerheid op welke van de twee oplos
singen de overeenstemming tot stand is ge-
kommen. In iedc; geval is de spoorwegver
binding op eigen giond met de Egeische
zee aan Bulgarije verzekerd. Wanneer het
juist is, dat Kara-Agatsch is afgestaan, dan
is nu de Maritza de giens en heeft Bulgarije
zelfs een gedeelte van den oostelijker! oever
verkregen. Dat zijn concession van Turksche
zijde, die slechts zijn te verklaren door de
iekerheid, die in ruil daarvoor verkregen is,
dat Bulgarije aan de onzijdigheid, die het tot
dusver in dezen oorlog heeft in acht geno
men, trouw zal blijven en Turkije niet op de
in den Balkanoorlog beroemd geworden
Tsjataldja-linie zal aanvallen.
Wanneer die zekerheid door Turkije is
verkregen, dan moet daaruit met logische
consequentie volgen, dat de entente-mo-
gendheden teleurgesteld zijn in hunne ver-
wachting om de Balkanstaten aan hunne zij
de te brengen en in den wereldstrijd te be
trekken. Maar voorshands bestaat die zeker
heid nog niet, want de Turksch-Bulgaarsche
overeenkomst is nog niet onderteekend. Er
was reeds aangekondigd, dat dit in het laatst
van de vorige week zou geschieden; maar de
onderteekening laat zich nog wachten.
De in Budapest verschijnende Az Est heeft
uit Sofia vernomen, dat het verdrag wel tot
stand is gekomen, maar de formeele onder
teekening eerst later zal geschieden. Tot
verklaring wordt gezegd, dat de entente-mo-
gendheden tot dusver nog geen antwoord
hebben gekregen en ook de onderhandelin
gen met Servië nog niet geëindigd zijn. Het
wordt een beleefdheidsplicht genoemd,
voor dat die onderhandelingen ten einde zijn
gebracht, dit verdrag niet te onderteekenen
en de gemaakte schikkingen niet te publicee-
ren. Hoe dit zij, van zekerheid kan men eerst
spreken, wanneer de handteekeningen van
de wederzijdsche gevolmachtigden onder de j
overeenkomst zijn gezet, en dat is nog niet j
geschied.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 1 Sept. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het westelijke oorlogstooneel is de toe
stand onveranderd. Ten noordwesten van
Bapaume is een Engelsch vliegtuig door een
van onze vliegers neergeschoten.
Parijs, 1 Sept. (Havas). Namiddagcom-
muniqué.
In den loop van den nachl werden slechts
eenige artillericactién gemeld rondom Neu-
vill-e St.-Vaast, In de streek van Roye, in de
streek van Auberiye sur Suippes en in de
Argonme
Gisteren over dag was er eene levendige
kanonnade ten noorden van Fontaine
HouyetLc en Haute Chevauchée. De nacht
was rus li*.
In de Vogeezen deden de Duilsohers na
een bombardement met slikhommen in den
avond van den 31 en Augustus legen de Fran-
scihe loopgraven op den Lingolcopf en
Sohratz manuele een hevigen aanval. De
Franschcn behielden -hunne stellingen. Mid
den in den nacht werd een nieuwe Duitsehe
aanval gedaan, die eveneens teruggeslagen
werd.
P a r ij s 1 Sept. (R.) Avond-communi
qué.
Er waren artillerie-actiën op verschillende
punten van het front.
In den nacht van den 28en wierpen Fran-
sche vliegeniers bommen op Ostende, het
kantonnement te Middelkerke en het station
te Thorout. Een Duitsche vliegenier heeft
Luneville met bommen beworpen, waardoor,
naar gemeld wordt, slachtoffers zijn gemaakt
onder de burgers.
B e r 1 ij n, 1 Sept. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het grooie
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Legergroep Hindenburg. Ten oosten
van de Njemen gaan de gevechten voort.
Op het westelijke front van Grodno staan
onze troepen voor de uiterste voorlinie.
Tusschen Odelsk (oostelijk van Sokolka) en
het Bialowieckawoud werd de vervolging
voortgezet.
Legergroep Leopold van Beieren. De
bovenloop van de Na.ew is overschreden.
Ten noorden van Pruzana is de vijand over
het moerasgebied terug gedrongen.
Legegroep Mackensen. De vervolging
bleef in gang. Overal, waar de vijand stand
hield, werd hij terug geworpen.
Zuidoostelijk oorlogstooneel. De troepen
van generaal Bothmer bestormden tegen het
hardnekkige vijandelijke verzet de hoogten
aan den oostelijken oever van de Strypa bij
en ten noorden van Zborow. Het voorbij
gaande oponthoud door Russische tegenstoo-
len werd na het afweren van dezen overwon
nen.
Het getal van de in Augustus door de Duit
sche troepen op het oostelijke en zuidooste
lijke oorlogstooneel gemaakte gevangenen
en buitgemaakte oorlogsmaterieel bedraagt
meer dan 2000 officieren, 269.839 man
krijgsgevangenen, meer dan 2200 kanonnen,
ver over de 560 machinegeweren
Hiervan komen op Kowno rond 20,000
gevangenen en o27 kanonnen, op Nowo Ge-
orgiewsk rond 90,000 gevangenen (waar
onder 15 generanis en meer dan 1000 an
dere officieren), 1200 kanonnen en 150 ma
chinegeweren.
De telling van de kanonnen en machine
geweren in Nowo Georgiewsk is nog niet ten
einde gebracht, die van de machinegeweren
in Kowno nog niet begonnen. De totaalcij
fers zullen dus nog aanzienlijk hooger woi-
den. De voorraden aan munitie en levens
middelen van de beide vestingen is voorloo-
pig nog niet te overzien.
Het aantal gevangenen door de Duitsche
en OostenrijKsche troepen sedert 2 Mei, het
begin van den voorjaarsveldtocht in Galicië,
gemaakt, is nu gestegen tot veel meer dan
een millioen.
Weenen, 1 Sept. (W. B.) De vesting
Luck is in onze handen. Het 39e infante-
rieregiment wierp de Russen met de bajonet
uil het station en drong tegellijk met den
vijand in de stad, die in den avond van den
dag geziuverd was. Bij Bialykamien in noord
oostelijk Galicië brak het leger van Boehm
Ermolli over eene uitgestrektheid van 20
K.M. door de vijandelijke linie. Deze dub-
belee nederlaag dwong de ten westen van
de Styr strijdende Russen tot den terug
tocht achter de rivier.
Zborow is gisteren door het leger van
Bothmer genomen. Aan de Strypa wordt nog
gestreden. Ten noorden van Buczacz is een
tegenaanval afgewezen.
Een van de Russische tegenaanvallen had
gisteren in de streek van Kozowa een Duit
sche en een Oostenrijksche brigade eenige
Kilometers teruggedi ongen. De door onze'
hoepen tot verdrijving van den vijand be
gonnen flankaanval bewoog de Russen, nog
voordat de uitwerking er van zich deed voe
len, tot een zeer haastigen terugtocht op
den oostelijken oever van de Strypa. Ook
ten noorden van Buczacz werden verschei
dene vijandelijke aanvallen afgewezen, waar
bij de tegenstander zware verliezen leed.
Het aantal der in de laatste dagen in Oost-
j Galicië en ten oosten van Wladimir Wo-
lynsky ingeleverde gevangenen steeg tot 36
officieren en 15.250 man. In 't geheel wer-
den in de maand Augustus door de onder
Oostenrijksch opperbevel strijdende verbon
den troepen 190 officieren en 53.350 man
I gevangen gemaakt; voorts 34 kanonnen en
120 machinegeweren. Het totale aantal door
deze strijdkrachten sedert het begin van Mei
ingeleverde gevangenen bedraagt 2100 of
ficieren en 642.500 man. Het aantal bij deze
operatiën buit gemaakte kanonnen bedraagt
594, dat der machinegeweren 1275.
Petersburg, 1 Sept. (Tel.-agent
schap). Op liet front RigaDwinsk was de
werkzaamheid, van den vijand in den loop
van den 3Qeh en 31en slechts merklbaar in
(ie slreèk van FriedriuhsLadt, waar de toe
stand zonder wezenlijke verandering is.
Aan den reobteroever van de Wilia ble
ven wij met succes vooruitgaan. In den loop
van 30 Augustus ontnamen wij aan de Duit-
scliers vier kanonnen en mitrailleuses.
Tusschen de Wilia en dc Njemen bezette
de vijand, 'het offensief ontwikkelende, den
burg Orany aan den rechteroever van de
Meretsjank-u. De gevechten behouden het
zelfde verwoede karakter. Een van onze
regimenleu, dat door oen vijan omsingeld
was. maakte zich vrij; hel vernietigde daar
bij een Duitsch balaillon en maakten 70 ge
vangenen met een officier.
In de streek ten westen van Grodno solc-
gen wij den 31eu eene reeks kracthlige en
herhaalde Duitsche aanvallen terug.
Op de rest van het front van onze opstel
ling tot de Pripjct is geeue wezenlijke ver
andering
In de streek van Luzk en in Galicië houden
wij den vijand legen; wij trekken ons op een
meer beperkt front terug en brengen door
tegenaanvallen grooie verliezen loc aan de
vijandelijke troepen. Hel totaal der gevan
gen gemaakte Duilscli-Ooslenrijke s gaal 100
officieren en 7000 soldaten te 'boven, daarvan
is een derde gedeelte Duit sellers met eenige
tientallen hoogere en lagere officieren.
De vijand verrichtte in den loop van 30
en 31 Augustus allenhardnokkigslc aanvallen
in de streek van Radzelchow, Zololsjow, Zbo
row, Burkanow, aam de Strypa en bij buc
zacz. Overal werd de vijand teruggeslagen
onder zware verliezen. In dc streok van
Zborow deed dc vijand eene reeks van tel
kens herhaalde aanvall-cn, die lot den laat-*
ste werden teruggeslagen. Onze troepen on
derscheidden zich in den tegenaanval even
eens door dc uiterste hardnekkigheid. Wij
drongen den vijand door ons vuur en met de
bajonet terug. Op sommige plaatsen was dc
vijand niet in staal een langdurig handge
meen vol te houden; hij weck terug in zijne
loopgraven en liet ons gevangen u achter.
We on on. 1 Sept. fW.-B.V Officieel bc<
richt van heden middag:
Op hül Italiaansche oorlogstooiieel is do
toestand onveranderd.
Rome. 1 Sept. (R.). Officieel commu*
niqué van den Cenoralou staf.
De Italianen verdreven dc Oostenrijkers
door artillerievuur uit dc versterkte plaatsen
van het uiteinde van hot Slrino-dail
De Oosloniriikers bombardeerden Borgo.
daL niet bezet is. en Caprilc. waar het hos
pitaal werd beschadigd.
Ook beschoten zij dc Italiaamsobo stellin
gen bij Rombon en deden lw.ee aanvallen in
het Karsrtöühred. die af gestagen werden. Men
gelooft, dat de werkzaamheid van Ooslen-
rijiksdhc artillerie geen doel heeft troepenbe
wegingen te verbergen.
Petersburg. 1 Sept. (Tel-agentschap).
Gommurtiqué van den genera Ion sLaf van het
leger in den Kaukasus van 30 Augustus.
Op liet geheeTe froii'l vond, behalve eenige
patrouille-seveahlciL niets vasx beteekenis
plaats.
Konslantinopel, I Sept. (W. B
Officieel beriahl.
Van dc verschillelnde fronten zijn gcene
gewichtige gebeurtenissen Ic melden
Londen, 1 Sept. (R.) Officieel be
richt.
De Engelschen namen eene gewichtige
stelling in Gallipoli en brachten daarbij
zware verliezen toe aan de Turken.
Tweede telegram. Generaal Sir Jan
Hamilton bericht van de Dardanellen, dat in
den voortgezetten strijd op 27 en 28 Aug.
door de Australiërs en Nieuw-Zeelanders
een gewichtig punt is veroverd, dat het Buy-
sek Anaforta-dai beheerscht naar het oosten
en het noorden; daarbij is ook aanmerke-
Als men u alleen weet te weerleggen met
het argument dat gij overdrijft, dan kunt gij
overtuigd zijn, dat gij gelijk hebt.
door
O T T O M M 0 E L L E R.
Uit het Deensch.
2ö
„Dat gaat uitstekend," zeide O'Kelly ver
genoegd, „zoo zullen we spoedig in open
water komen. Het is hier veel kouder dan
aan de Pool, vindt gij niet Peter?"
De aangesprokene krabde zich achter de
ooren, voor zoover zijn dikke handschoenen
en bonten muts dit toelieten.
„Al denk ik daar nu over na tot aan mijn
dood, dan begrijp ik het nog niet; ik heb
altlijd gehoord dat het aan de Pool het
koudst was."
„Ja, er is zooveel onbegrijpelijks," ant
woordde Calandro, „ik had ook nooit ge
dacht, dat aan de Zuidpool een zacht kli
maat heerschte en dat men er zulk een plan
tengroei zou vinden. Ik heb 't nu echter zelf
gezien en moet het dus wel gelooven."
„Wat voor ons een waar geluk was," riep
Luigi, „anders waren onze kolen al lang op
geweest."
„Toch kan ik 't niet begrijpen," hield Pe
ter vol.
„De reeder heeft het ons toch verklaard,"
sprak de Duitscher Muller geleerd; „als wa
ter bevriest, ontstaat er warmte, die zich aan
de omgeving mededeelt. Als de zee dus toe-
vriest, verzamelt zich al de warmte aan de
Pool, en vandaar verwijdert die zich slechts
langzaam, daar het ijs een slechte warmte
geleider is."
„En dan de vulkaanl Als men zulk een
verwarming onder de voeten heeft
„Zelfs de lucht," doceerde Muller rustig
verder, „geleidt aan de Pool de warmte min
der dan in andere streken en dat komt door
de electrische verschijnselen die het noor
der- en zuiderlicht veroorzaken. Ik heb eens
met een Duitsch professor gevaren en die
heeft ons dat alles verklaard, gedurende de
reis. Warmte en electriciteit zijn niet anders
dan golvende bewegingen der lucht."
„Onzin!" Verachtelijk spuwde O'Kelly op
het dek.
„Vraag het maar aan den reeder, die weet
evenveel als een professor," zeide Muller.
„En nog heel wat meer."
„Met onze vragen zouden we hem toch
niet kunnen lastig vallen," zeide "Hervé, „hij
heeft wel wat anders te doen."
„Daarf We zitten weer vast!" riep O'Kelly,
tegelijk zijn bootmansfluitje aan den mond
brengend.
Met ijzeren staven en potten met gloeien
de kolen gewapend, verdeelde het scheeps
volk zich snel in een lange lijn over het ijs;
in korten tijd hadden ze weer gaatjes ge
boord en die gevuld met ontplofbare stoffen.
Erik stond met zijn mouw op de brug; hun
blikken waren naar het zuiden gewend. Met
ieder gaatje dat geboord werd, verwijderden
ze zich verder van het stille, onbekende
land, waar zij een jaar van hun leven had
den doorgebracht. De zon die zij drie weken
geleden hadden zien opgaan, goot haar stra
len over de eindelooze ijsvlakte, die zich
achter hen gesloten had en voor hen den
weg versperde.
De kalme Poolzee hadden ze verlaten om
de wereld vol onrust weder op te zoeken,
die hen met magnetische kracht nog altijd
aantrok.
„Hoe of het er nu wel zal uitzien?" vroeg
Erik peinzend. „Met ieder uur voel ik mij
beklemder, hoe meer wij de oude wereld
naderen, hoe onrustiger ik word. Zou alles
naar wensch zijn afgeloopen? Wie weet of
Sjemsky ongedeerd de plaats zijner bestem
ming heeft bereikt? Indien 't hem gelukt is,
dan zou de wereld nu reeds in kennis- ge
steld zijn met mijn geheim. Ik zal niet tot
rust komen, eer ik daar met zekerheid iets
van weet."
„Als ik denk dat we hetzelfde rustelooze
leven weer zullen moeten leiden van voor
heen, dan wijkt mij de slaap uit de oogen,
antwoordde mevrouw Poulsen. „Wat zijn we
dit jaar gelukkig geweest, Erik. Het was zoo
rustig en zoo vredig op die stille Poolzee-
eilanden met hun reine, klare lucht. W elk
een kalmte lag er over het dwergboom-
woud als het zuiderlicht aan den hemel
vlamde en de spiegelgladde zee bescheen.
Geen geluid stoorde de stilte, zelfs geen vo
gel die zong; de stomme robben en wonder
lijke Poolvisschen waren de eenige levende
schepselen om ons heen. In zulke uren
wordt men zoo ernstig en vredig gestemd,
voelt men zich zoo ver van allen wereld-
schen strijd en zorgen, dat men vergeet dat
er zulk een wereld bestaat en men er zelf
deel van uitmaakt. Ik zal mij altijd weer te-
rugwenschen naar deze stille poolstreken,
met heimwee, zooals men in den vreemde
verlangt naar zijn vaderland. Er zal geen
dag in ons leven voorbijgaan, Erik, waarop
we ons dit land niet zullen herinneren, waar
wij misschien voor altijd hadden moeten
blijven."
„Dat zullen wij zeker, maar daar staat
tegenover dat we deze streek moesten ver
laten. Men kan zijn natuur niet zoo verloo
chenen, de beschaafde mensch is nu een
maal niet meer voor zulk een kluizenaars
bestaan geschikt, zeker niet wanneer hij nog
een roeping heeft te vervullen, zooals wij.
Vergeet -niet dat we terugkeeren met een
tweede groote ontdekking: het bestaan der
onbekende Pooleilanden, die vóór ons nog
dooi geen menschenvoet betreden zijn. On
willekeurig vraag ik mij soms af, waarvoor ik
toch wel bestemd kan zijn; reeds twee groote
ontdekkingen heeft het lot mij nu in den
schoot geworpen. Ik moet inderdaad beken
nen, dat ik behoor tot de uitverkorenen
onder de menschenkinderen. Kom, hef het
hoofd op, lieve vrouw, al is het langs om
wegen dat we ons doel trachten te bereiken.
we moeten voort, menschen als wij mogen
nooit den moed laten zakken."
„Gijzelf zegt dat je onrustig bent, niet
waar? Duid mij dus mijn-angst niet ten
kwade. Ik moet altijd aan de sage denken
dat de Goden den menschen alles schenken
om ze ongelukkig te maken. Je kent toch
Schiller's Ring des Polykrates: „Die Götter
wollen dein Verderben."
„Ik heb nooit tijd of lust gehad gedichten
te lezen en aan booze, plagende goden ge
loof ik niet. Ik geloof aan de menschheid en
haar veredeling op ieder gebied. Ik heb vroe
ger den moed laten zakken, dat weet je zoo
goed als ik, nu is dat echter voorbij, we zul
len dapper aanvaarden wat voor ons is weg
gelegd."
„Klaar!" riep O'Kellly; de matrozen haast
ten zich terug naar het jacht.
„Zijn allen aan boord?"
„Ja!"
Erik drukte op het knopje, de stoffen ont
ploften. De Chemeia werd opgelicht en
kwam met een sprong in het open water te
recht.
„Een sterk schip dat zoo iets op den duur
uithoudt," zeide Mendez.
„Dat zegt ge wel," bevestigde O'Kellly.
Wordt vtrvolg'A*.