Maandag 13 September 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GOUD EN EER
N° 64
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Politiek Overzicht
De oorlog in de lucht.
tig-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels.» f 0.50.
Elke regel moor0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende* de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG. E. E iVL LAN DE R
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort 1.00.
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
"Wekelijks bijvoegsel nde Hollandsche Htiisvrouuf1 (onder redactie
Van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Gelijk de eetlust komt met het eten, zoo
neemt de belustheid om in het nieuwste
strijdgebied, het luchtruim, de krach
ten te beproeven, toe, naarmate de
oorlog langer duurt. Schoorvoetend
is men begonnen de vliegtuigen
en luchtschepen te gebruiken als wapenen
in den strijd, maar hoe langer zoo meer
neemt dit gebruik toe. In den verkennings-
dienst bewijzen de vliegtuigen groote, haast
onschatbare diensten. Maar vooral voor
den vernielingsoorlog worden zij met voor
liefde en in steeds ruimer mate aangewend.
Men kan met dit nieuwe wapen de ver
schrikkingen van den oorlog uitbreiden over
een schier onbegrensd gebied; men kan
daarmee den vijand treffen, althans hem
afbreuk doen op plaatsen ver buiten den
kring, dien men vroeger onder het bereik
had. Dat kan men doen bijna zonder gevaar
voor zich zelf. Het is uitzondering, dat de
bedrijvers van het kwaad, dat men uit de
lucht op den vijand laat neerkomen, daar
van zelf het slachtoffer worden; in den re
gel komen zij behouden terug op het punt,
.waarvan zij zijn uitgegaan.
Zoo ziet men het arbeidsveld van den
luchtoorlog aanhoudend zich uitbreiden.
Eerst waren het slechts enkele vliegtuigen,
die zich waagden aan invallen in het lucht
ruim boven het vijandelijk gebied. Nu zijn
het geheele eskadrons van 40 tot 60 een
heden, die gezamenlijk uitgaan tot uitvoe
ring van 't geen men gewoon is te noemen
vergeldingsmaatregelen, en ook de be
stuurbare luchtschepen, die in de lucht
vloot zijn wat de dreadnoughts zijn in de
zeevloot, doen dikwijls samen hunne toch
ten. Een bewijs van den steeds
grooteren omvang, dien de luchtdienst
krijgt in verband met de stijgende beteeke-
nis van de taak, die hij heeft te vervullen,
levert het besluit, dat de Britsche admirali
teit een paar dagen geleden heeft geno
men tot reorganisatie van dezen tak van
dienst. Aan het hoofd daarvan is nu ge
plaatst een vlagofficier met den titel van
directeur van den luchtdienst en tot dit
ambt is benoemd rear-admiral (schout bij
nacht) C. L. Vaughan Lee.
Het is ongelukkig, maar helaas waar, dat
men steeds meer smaak begint te krijgen
in de aanwending van de luchtvloot niet
alleen als strijdmiddel, maar vooral als
vernielingsmiddel. Er is reden om zich daar
over te verbazen. Voor hen, die buiten den
strijd staan, is er iets stuitends in, dat een
strijdmiddel wordt aangewend, niet om te
strijden, maar enkel en alleen om te vernie
len. Zelfs met den besten wil is daarin niets
verheffends te ontdekken. In de vorige
week zijn twee malen onmiddellijk na
elkaar Duitsche luchtschepen over de Noord
zee gevlogen voor een inval in de zuidoos
telijke graafschappen van Engeland, Londen
daaronder begrepen. Onder bescherming
van de nachtelijke duisternis hebben zij de
bommen, die zij meevoerden, naar beneden
geworpen. Waar die neerkwamen, was hun
onverschillig, als zij maar schade aanricht
ten. Dat doel is volkomen bereikt; men ziet
dat uit een van Duitsche zijde uitgegeven
communiqué, waarin te lezen staat: „Gedu
rende den nacht werden de dokken en de
andere haveninrichtingen van Londen en
omstreken gebombardeerd met ontploffings-
en brandbommen. De uitwerking was zeer
bevredigend." Als maatstaf voor de te
vredenheid geldt de hoegrootheid van de
aangerichte verwoesting. 0
Ook menschenoffers vorderen deze Zep
pelin-raids. Niet omdat het doel is men-
schen te dooden, maar omdat het blinde lot
menschen brengt onder het bereik van de
uit de Zeppelings geworpen bommen. Ook
daarin is een climax te bespeuren. Van
19 Januari af, toen de eerste Zeppelin-raid
plaats had, tot 12 September zijn er 21 in
vallen geweest. Bij den eersten inval werden
4 personen gedood. In Februari heeft één
inval plaats gehad, waarbij geene persoon
lijke ongelukken voorkwamen. Datzelfde is
ook in Juli het geval geweest. In April wa
ren vier invallen; bij één werd een persoon
gewond. In Mei waren vier raids met 10
dooden en 8 gewonden, in Juni drie raids
met 45 dooden en 120 gewonden, in Augus
tus drie raids met 30 dooden en 73 gewon
den. In de vorige week zijn er twee raids
gèweest; die in den nacht van 7 op 8 Sep
tember leverde 17 dooden en 39 gewonden,
die van 9 op 10 September 20 dooden en
86 gewonden. In den nacht van 11 op 12
September is er nog een derde bijgekomen,
die, volgens het Engelsche persbureau, ge
heel onschadelijk is verloopen. Wat het aan
tal slachtoffers betreft, spant de raid van 9
op 10 September de kroon met 106; daar
na komt de raid van 4 Juni, waarbij 64 per
sonen getroffen werden: 20 gedood en. 40
gewond.
Eene uitzondering is het, als onder de
slachtoffers een soldaat voorkomt. In de
beide raids van de vorige week is één sol
daat gedood en zijn vier gewond. Die cijfers
zijn kenschetsend voor het effect van de
Zeppelin-raids uit een militair oogpunt. Dat
effect is gelijk nul. Toch zou het eene illusie
zijn te meenen, dat die ondervinding een
reden zou kunnen zijn om deze invallen
voortaan na te laten. Integendeel er is niet
de minste reden, die aanleiding zou kunnen
geven tot twijfel of zij zullen voortduren.
Maar een der donkerste schandvlekken op
het beeld van dezen oorlog zijn zij en blij
ven zij.
Oe oorEog.
Berlijn, 12 Sept. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
•hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het grootste gedeelte van het front
vond een levendig artilleriegevecht plaats.
Succesvolle mijnontplof fingen in Cham
pagne en de Argonne veroorzaakten groote
schade aan de Fransche loopgraven.
Vijandelijke vliegeniers wierpen gisteren
in de vroegte bommen op Ostende. Er werd
geen schade aangericht en niemand werd
gewond.
P a r ij s, 12 Sept. (Havas). Namiddag
communiqué.
De aanhoudende strijd met bommen en
granaten ten Noorden van Atrecht en in
den sector van Neuville, gaat vergezeld van
een wederzijdsche kanonnade. De beschie
ting is het hevigst in de streek van Roye,
ten Noorden van de Aisne en tusschen
Faisy en Craonelle-
Een nieuwe poging van de Duitschers te
gen den vooruitgeschoven post bij Sapigneul
is evenals de vorige ijdel geweest.
Ten Zuiden van Léintry heeft met goed
gevolg een beschieting door de Fransche
artillerie plaats gehad van de stellingen, de
werken en bivakken der Duitschers. Een
Duitsche aanvalspoging werd onmiddellijk
tot staan gebracht door het Fransche vuur.
Duitsche vliegeniers hebben gisteren eeni-
ge granaten geworpen op Compiègne. Fran
sche vliegtuigen hebben met goed gevolg
de Duitsche vliegtuigloodsen te Brayelle
met zware granaten gebombardeerd.
B e r 1 ij n, 12 Sept. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Legergroep Hindenburg. Aan het front
tusschen de Dwina en Merecz (aan de Nje-
men) hebben de gevechten op enkele plaat
sen een grooten omvang aangenomen. Er
werden opnieuw 1800 gevangenen gemaakt
en vijf machinegeweren buit gemaakt.
Tusschen Jeziory en Njemen duurden de
hardnekkige gevechten den geheelen nacht
door. Eerst heden morgen gaf de vijand
den verderen tegenstand op; hij wordt ver
volgd.
Aaan de Zehviankê zijn de vijandelijke li
nies op verscheidene plaatsen doorbroken.
Er werden 17 officieren en 1946 man ge
vangen genomen en zeven machinegeweren
buit gemaakt.
Het Russische communiqué van 10 Sept.
spreekt van gevechten van de Russische
garde ten Noorden van Abeli en 42 K.M.
ten westen van Dwinsk (Dünaburg). Duit
sche troepen hebben hieraan geen deelge
nomen. Daarentegen werd de Russische
garde gisteren ten Noordwesten van Wilna
aangevallen en teruggeslagen.
Over de in hetzelfde communiqué ver
melde overwinning van twee Russische sol
daten op zes Duitsche aan de Zelwianka,
heeft het Duitsche legercommando geen be
richt ontvangen.
Legergroep Leopold van Beieren. In
nauwe samenwerking met den rechtervleu
gel van de legergroep Hindenburg werden
de vijandelijke stellingen ten Oosten van
Zelwa genomen. Ook bij Kozele werd de
Zelwianka overschreden. Aan heide zieden
van den weg Bereza-Kartuska-Kossow-Sio-
nim werd de vijand teruggeworpen. Deze
legoiafdeeling nam 2759 man gevangen en
maakle 11 machinegeweren buit.
Legergroep von Mackensen. Onze troe
pen tieden aanvallend op aan beide zijden
ven den spoorweg naar Pinsk. Hedennacht
werden eenige vooruitgeschoven stellingen
hij verrassing genomen.
Zuidoostelijk oorlogstooneel. De Duitsche
legerafdeelingen sloegen verdere aanvallen
van den vijand onder zware verliezen af.
Be r 1 ij n, 12 Sept. (W. B.) Officieel be
richt.
Heden voormiddag vielen verscheidene
Russische watervliegtuigen een Duitschen
kleinen kruiser voor Windau aan met acht
bommen, die allen hun doel misten.
Een vijandelijk vliegtuig werd neergescho
ten en in Windau binnengebracht De uit
twee Russische officieren bestaande beman
ning werd gevangen gemaakt.
Weenen, 12 Sept. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Onze in Wolhynië strijdende troepen trok
ken gisteren bij Derazno de Goryn over
en bij Dubno de Ikwa.
De Russische aanvallen bij Tarnopol na
men in hevigheid toe. Ten Noord-Westen
van de stad gelukte het den vijand in onze
loopgraven te dringen en het dorp Dolzanka
te veroveren. De uit de naburige sectoren
toesnellende Duitsche en Ilonved-bataljons
vielen den vijand in de beide flanken aan,
heroverden het genoemde dorp en wierpen
de Russen weer terug naar hun stellingen
bij het brughoofd. De verliezen van den
vijand zijn groot. Ook de aanvallen van den
vijand ten Zuid-Westen van Tarnopol wer
den afgeslagen.
Aan ons front aan den Oostelijken oever
van de Strypa, aan de beneden-Sereth en
aan de Russische grens verliep de dag rus-
In Litauen veroverden de keizerlijk-konink
lijke troepen bij Kosowo het zwaar versterk
te dorp Szkuraty op den vijand.
B e r 1 ij n, 11 Sept. (W. B.) De keizer
heeft, den chef van den grooten generalen
staf von Falkenhaya door een kabinets
order zijne hooge tevredenheid uitgedrukt
voor de leiding van de groote operatiën op
de oorlogstooneelen in het oosten en voor
de zegevierende uitvoering van datgene wat
het veldheerstalent had uitgedacht.
Berlijn, 12 Sept. (W. B.) De Nordd.
Allg. Ztg. schrijft onder het opschrift: „Fran
sche leugens": De Matin heeft een bericht
gebracht, dat kardinaal Piffl, de aartsbis
schop van Weenen, een onderzoek heeft in
gesteld over gewelddadigheden door de
Duitschers gepleegd tegen Duitsche pries
ters, en dat uit dit onderzoek, op grond van
authentieke stukken, is gebleken, dat vijftig
priesters gedood en meer dan 200 mishan
deld zijn. In ieder geval, op zich zelf be
schouwd, was de behandeling geheel on
waardig geweest.
Nu dit bericht ook in de neutrale pers
is overgegaan, is het noodig hiermee vast
te stellen, dat op eene vraag ter be voeg der
plaatse in Weenen verklaard werd, dat kar
dinaal Piffl zulk een onderzoek niet heeft
ingesteld en dat dus het bericht geheel ver
zonnen is.
Weenen, 12 Sept. (W. BOfficieel
bericht van heden middag.
Zooals verwacht werd, kwam het gisteren
aan het front in het kustland, inzonderheid
in den Noordelijken sector, tot een reeks
gevechten van vrij grooten omvang, die ai-
len in het nadeel van de aanvallende Italia
nen afliepen.
In het Flitscher-bekken kwam de weder
opgevatte vijandelijke infanterie-aanval in
't geheel niet vooruit.
Tegenover Jablonica dwong ons vuur den
vluchtenden vijand terug te gaan. Ook
werd een aanvalspoging van Italiaansche
afdeelingen, die zich meer naar het Zuiden
hadden genesteld, afgeslagen.
In het Wrsio-gebied woedde de strijd den
geheelen dag heviger dan ooit. Hier sloeg
de St. Pöltener-landweer met groote dapper
heid den vijandelijken aanval af; weder
om bleven al onze stellingen in ons bezit en
het veld voor onze stellingen is met doode
Italianen overdekt.
Het Zuidelijk deel van het brughoofd van
Tolmino stond weer aan sterker artillerie
vuur bloot. Aan de sinds 9 September
door den vijand gedane aanvallen namen
deel de zevende infanterie-dvisie, een afdee-
ling Alpenjagers en twee bataljons beisa-
glieri. Het 25e Italiaansche infanterieregi-
ment vlrloor daarbij alleen 1000 man.
In den Doberdo-sector werden verschei
dene aanvallen van den vijand op het voor
uitspringende gedeelte van de hoogvlakte,
zooals steeds, afgeslagen.
Aan het Tirolsche front hadden de aan
valler) der Italianen gisteren namiddag en
heden in ue streek ten Westen van de Mon
te Piano, met troepen van bataljonssterkte,
tegen onze stellingen in het Popena-rial en
het Cristallo-gebied geen resultaat.
Rome, 12 Sept. (R.). Officieel com
muniqué.
De artillerie-actiën, door den mist belem
merd, duren voort in Tirol, Trenlino en
Carnia.
De Oostenrijkers vielen het Slatinedal in
het Plezzobekken aan. De Italianen vielen
hen met de bajonet aan en dwongen hen
te vluchten.
Sterke Oostenrijksche krachten hoopen
zich op in den Tolmino-sector. De vijand
bouwt daar haast permanente versterkin
gen. Hij trekt troepen samen in de Beneden-
Isonzo.
De vijand heeft wederom Monfalcone be
schoten en daar aan eenige stoomschepen
schade toegebracht.
Petersburg, 12 Sept. (Tel. Agent
schap.) Communiqué van den generalen
staf van het leger in den Kaukasus van
den lOen.
Het beste middel om eigen smart te ver
geten, is die van anderen te lenigen.
:-: door
OTTO M MOELLER.
Uit het Dcenscb..
84
„Het opium kan ons ten minste er voor
bewaren van dorst te versmachten en de
cacao zal ons op de been houden wat onze
krachten betreft. Gewoonlijk lost men een
deel opium op in tien deelen alcohol of wijn
en neemt dan telkens van vijf tot tien drup
pels; in ons geval slel ik voor telkens tien
druppels te nemen, behalve degene die
stuurt en die om de beurt moet worden af
gewisseld. Zoo zullen we behouden ergens
aan land komen."
Allen stemden in met dit plan, velen had
den reeds op hun reizen de werking van
opium leeren kennen of gadegeslagen.
Erik gaf nu ieder wat salep en cacao en
toen zich weinig tijd later dorst deed ge
voelen, werden de eerste opiumdruppels ge-
nomen; bijna dadelijk verdween het onaan
gename gevoel. Enkelen vielen in een lich- j
ten slaap en Erik nam zich voor hun *oor-'
taan 'n kleinere dosis te geven. Na de eerste
gift was de stemming aan boord dadelijk
veel vroolijker, men bezag de zaken nu
weder van den lilchten kant. Sommigen
zellfs begonnen giappen te verkoopen.
„Cacao, salep en opium zijn ieder afzon
derlijk al erg genoeg," dacht Sjemsky, die
bediende was geweest in de apotheek van
het gesticht, „en alle drie tegelijk, bril zoo
dra wij aan land komen zal er een duchtig
zuiveringsmiddel noodig zijn!"
XXXI.
„Hoeral Daar zijn de Faröer-eilandenl"
Meer dan vier dagen had de reis geduurd
door tegenwind, err de bemanning van den
kotter was uitgeput door koorts.
Vier dagen zonder een teug water neemt
meer af dan men denken zoul
„Die eenzame, steile klip daar is Sunnbö
Steinur, algemeen bekend onder den naam
van „de monnik", ligt ongeveer op een mijl
afslands van Sunnbövur en Syderö. Spoe
dig zullen wij dus water hebben!" zeide de
kapitein.
Hooge rotsen verheffen zich bijna lood
recht uit de zee; de wind dóet de zeilen bol
staan, iedere minuut schijnt een eeuwig
heid.
Ze zagen met vorscheride blikken om
zich heen, of ze ergens een landingsplaats
konden ontdekken.
De bergen die zich als een muur om het
eiland sloten waren ontoegankelijk; duizen
den vogels vlogen met wild gekras over
steile afgronden en hooge toppen.
Eensklaps dee_d zich een geschikt punt om
te ankeren op. Sunnbövur, het doel hunner
ieis, enkele onaanzienlijke hutten met daken
van graszoden, lag voor hen. De schaaps
kudden die weidden op de hellingen konden
ze duidelijk onderscheiden. Aan het strand
lagen enkele booten; met behulp van rots
blokken scheen men een kleine haven te
hebben gemaakt.
Dfe kotter liep op den oever en allen
sprongen ean land. Welk een gevoel van
vreugde bezielde hen toen ze weder vasten
grond onder de voeten voelden.
Een oude man :n wol en schapenvel ge
huld kwam langzaam naar hen toe.
„Water, hebt ge water /oor ons!riepen
ze hem reeds van verre toe.
„Ja" antwoorrdde de oude in een taal die
was samengesteld uit Deensch en Fa-
röersch „wij hebben water voor u. Komt ge
van ver?"
„Noordpoolreizigers die schipbreuk heb
ben geleden," verklaarde Erik, „geef ons
echter voor alles water, oude; want we heb
ben in vier dagen geen druppel geproefd.
„Noordpoolreizigers," herhaalde de eilan
der langzaam; „ja water kan ik u geven als
ge mij maar volgen wilt naar mijn woning.
Daarginds ligt zij, waar dat schaap op het
aak weidt."
De dorstigen konden echter de langzame
stappen van den oude niet afwachten, daar
om hieven Sjemsky en Calandro hem op
hunne schouders en gevolgd van het ge
heele gezelschap ging het zoo in gezwinden
pas naar de lage woning.
„Nu zal ik u water geven, zooveel gij
maar wenscht" zeide de grijsaard toen zii
hem voor zijn deur op den grond zetten
„maar tijd moet ge mij laten."
Na korten tijd, die hen echter een eeuwig
heid toescheen, verscheen hij met een vuile
kruik vol troebel water.
„Wie zal het eerst drinken?"
„De dame," riepen allen.
„Niemand mag meer dan twee teugen,
nemen," waarschuv.de Erik.
Mevrouw Poulsen zette de kruik aan haar
mond; mei moeite liet zij het bij de twee
veroorloofde teugen.
„Nu de reeder!"
„Neen, eerst gijlieden, want allen hebt ge
door mij geleden, de oudste begint, dus
O Kelly."
„Het zou jammer zijn den kostbaren tijd
met complimenten maken te laten vergaan",
zeide deze. „Ik had nooit gedacht dat water
zoo heerlijk smaakte," voegde hij er bij, de
kruik aan zijn buurman reikend.
Nu echter begon de honger zich te laten
gevoelen.
„Als ge ons nu wat eten kondt geven,
zouden we er niets op tegen hebben," zeide
O'Kelly.
„Als gij mij maar tijd laat, zult ge vleesch
en zwart brood hebben, het beste wat ik in
huis heb," antwoordde de oude.
Het beste bleek te zijn, kwalijkriekend,
halfvergaan vleesch vol maden.
„God sta mij bij!" riep O' Kelly „ik heb
altijd gegeten wat mij werd voorgezet, maar
dit is mij te machtig. Hebt ge geen vleesch
dat wat minder stinkt?
„Ja, een beetje versrh vleesch?" vroeg
mevrouw Poulsen.
Verbaasd keek de oude hen aan.
„Versch vleesch!" riep hij met afgrijzen
„ik heb u het besle gegeven wat ik in huis
heb, maar als ge liever pas geslacht v°e
hebt, mij goedl Gisteren heb ik een paar
schapen gedood."
Inmiddels vielen cie reizigers op hel zwar
te halfgare brood aan, een heerlijx gerecht
voor uitgehongerde menschen! Toen dc
oude man eindelijk met het versche vleeschf
verscheen (hij had er zelfs geen oogenblik
aan gedacht het te braden) ontstond er eea
algemeen gejuich. Ze verslonden groc.le,
hoeveelheden zonder zich om den smaak en
von te bekommeren, waarna ze zich allen
languit in het gras legden om te slapen.
berst tegen den avond ontwaakten zij*
geduldig hadden enkele naderbij gekomen
vissche's dit oogenblik afgewacht. Het wa
ren nu heel andere menschen, die de oude
voer zich zag, uitgerust van de vermoeienis»
sen en bereid op alle vragen te antwoorden.
Erik vertelde een lange geschiedenis waa»
geen woord va a waar was: dat de letter een
reddingsboot was van een groot schip dal
door een ijsberg in den grond geboord was.
Wind en getij waren hun gunstig geweestv
want ze hadden van het zinkende schip geenr
instrumenten mede kunnen nemen, omt
hun koers te bepalen. En nu waren ze o$
de zuidelijke Faroereilanden inplaats van
zooals ze moeaden, op de noordelijke be*
land.
Wordt vervolgd*