Kaar list land van bèfte! Vrijdag 17 September 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. N° 68 Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Kennisgeving. Politiek Overzicht Het Britsche parten.ent en de oorlog. ABONNEMENTSPRIJS: jper 8 maanden Yoor Amersfoort f 1«00. Idem franco per post 1«50» I Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelijks bijvoegsel HoUandsche Huisvrouw(onder redaotie jan Thér&se van Hoven) per 8 mnd. 50 ets. ï<ivertenttén gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VEKTENTIËN: V*n 1—B regels.. f 0.50. Elke regel meer0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoet voordoolige bepalïngon tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnouient. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. burgemeester en Wethouders van Amers- Jifcrt; 'Gelet op ortikel 37 der Drankwet; Érengen ter openbare kennis io. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift verlof totverkoop van alcoholhoudenden, ènderen dan sterken drank, voor gebruik ter Êtse van verkoop, door Gerrit Bunte, visch- ielaar, wonende alhier in de beneden -voor- er achter den winkel van het perceel Lange- Straat no. 14 te Amersfoort 2o. dat binnen twee weken na deze bekendma king een ieder tegen het verleunen van het ver- lt>l schriftelijke bezwaren bij ons college kon in brengen. Amersfoort, lo September 1915. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A R. VEBNSTRA. v. RAND WIJ CK. Het Britsche parlement heeft, toen het ver leden Dinsdag na eene korte vacantie zijne zittingen hervatte, als welkomstgroet van de regeering ontvangen eene nieuwe oorlogs- credietaanvrage Dat was natuurlijk niet an ders te verwachten. Geld is de zenuw van den oorlog. Die oude waarheid geldt heden -evenzeer als vroeger, zelfs nog in "sterker mate, want voor ooriog voeren is thans on eindig meer geld noodig dan in den ouden tijd. De nieuwe aanvrage, die is gedaan, be treft een bedrag van 250 millioen p. st. en brengt het totale bedrag, dat is gevoteerd, op 5262 millioen. Er is reeds aangekondigd, "dat de nieuwe 250 millioen, die aan den oorlogsgod worden geofferd, spoedig zullen zijn verbruikt. Met dit geld kan men den oorlog voeren tot in de derde week van No vember. Over eenige weken is dus wederom eene credietaanvrage te verwachten. Men doet thans alle dingen in het groot: oorlog voeren en geld daarvoor uitgeven. Eigenaardig wordt dit geillustreerd door het bericht, dat aan den Juliusturm in Spandau eene andere bestemming zal worden gege ven. Die toren heeft, totdat deze oorlog uit brak, als bewaarplaats gediend voor de 120 millioen mark, die in 1371 zijn afgezonderd .van de vijf milliard oorlogsschadevergoeding die aan Frankrijk werd opgelegd, om ge reed geld in voorraad te hebben, wanneer Diiitschland een nieuwen oorlog had te voe ren. Nu heeft echter de Engelsche regeerjng eergisteren in het lagerhuis de dagelijksche ooilogsuitgaven, voor Engeland alleen, op gegeven als 5'A millioen p. st. Dat is in Duiisch geld 70 millioen mark. De Duitsche ooilogsuitgaven zijn zeker niet geringer dan de Engelsche. De Kriegsschatz", die in 1871 was ter zijde gelegd, is dus voor het voeren van dezen oorlog een peulschil geweest, een boon in den brouwketel. Deze heeie schat is in een paar dagen verbruikt.-Men kan dus begrijpen, dat dit middel niet meer zal wor den toegepast om zich voor oorlogvoeren geld te verschaffen. Ook dat zal voortaan in het groot geschie den. Wanneer de berichten juist zijn over de overleggingen, die thans gaande zijn tus- schen Engelsch-Fransche gedelegeerden en Amerikaanscne financiers, dan wordt er te genwoordig onderhandeld over het tot stand brengen van eene billioen-leening. Men is het stadium der milliarden-leeningen dus voorbij. De Duitsche staatssecretaris van fi nanciën heeft de oorlogsuitgaven van alle oorlogvoerenden gezamenlijk in één jaar tijds berekend op honderd milliard mark. Voor de Amerikaansche leening, die in de maak is, wordt genoemd een bedrag van duizend milliard, niet in marken maar in dol lars. Dat is, in marken uitgedrukt, vierdui zend milliarden. Maar van het geld, dat door leening wordt verkregen om oorlog te kunnen voeren, moet rente en aflossing betaald worden. Men is aan het -sluiten van de billioen-leening nog niet toe, maar de tot dusver aangegane ver bintenissen maken reeds eene buitengewone verzwaring van den belastingdruk noodig. Nooit heeft de kanselier der Britsche schat kist eene zwaardere en omvangrijker taak te vervullen gehad. „Wij mogen het als uitge maakt beschouwen", schrijft de Daily News, „dat hij den moed zal hebben nieuwe belas ting op te leggen evenredig aan de enorme eischen, die worden gesteld op een tijd, waarop onze uitgaven voor den oorlog alleen zijn naar den maatstaf van vier millioen per dag, en dat die belasting meer directe dan indirecte vormen zal krijgen niet alleen om dat deze rechtvaardiger zijn in hunne verdee ling, maar ook omdat zij politiek en econo misch gezonder zijn". Niet alleen in geld wordt verzwaring van lasten geëischt. Ook het vraagstuk van den gedwongen krijgsdienst moet onder de oogen gezien worden. Dat is velen niet naar den zin. De Daily News is van meening, dat dit vraagstuk niet te berde had moeten wor den gebracht, en zegt, dat eene zware ver antwoordelijkheid drukt op hen, die op dit punt den godsvrede hebben verbroken, die door het landsbelang wordt opgelegd. Maar de zaak i s op het tapijt en er zal eene op lossing voor gevonden moeten worden. Het kabinet zelf is over de kwestie verdeeld; de meerderheid is tegen de invoering van den verplichten diensi bij het leger, maar eene minderheid is er voor. De verhouding is 12 tegen 9; intusschen zijn onder de 9 voor standers drie, die de zaak niet op haren en snaren willen zetten en niet wenschen, dat de strijd hierover zal leiden tot eene scheu ring in de regeering en in het land. Zoo drukt de oorlog zijn stempel op den arbeid, dien het Britsche pailement in deze zitting heeft te verrichten. De alles beheer- schende gedachte heeft de eerste minister neergelegd in het slotwoord 'tot verdediging van het nieuwe oorlogscrediet, waarin hij zegt: „Dit is een oorlog van werktuigkunde, organisatie en volhardingsvermogen. De overwinning schijnt te zullen overhellen naar die zijde, welke zich het best bewapent en 't het langst kan uithouden. Daarvoor zullen wij ons best doen." De oorlog. B e r 1 ij n, 16 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op het westelijke oorlogstooneel zijn geene gebeurtenissen van belang voorgeko men. Pa r ij s, 16 Sept. (Havas). Namiddag communiqué. Er waren granaatgevechten in Téte de Sapt en in den sector Neuville. Een bombardement van de voorsteden van Atrecht veroorzaakte een krachtig antwoord van de Fransche artillerie op de vijandelijke batterijen en loopgraven. Er was een mijnenstrijd in de streek .van Fise (Somme) en eene kanonnade gedu rende den geheelen nacht rondom Roye en Lassigny, waar de Fransche bommen bran den veroorzaakten. In de streek van Berry-au-Bac in Cham- 1 pagne, bij Saint-Hilaire au Berne in de noor delijke Woëvre en in de Vogeezen bij Ban de Sapt werd de nacht eveneens gekenmerkt door vrij hevige artillerie-actiën. P a r ij s, 16 Sept. (R.) Avond-commu niqué. Op het geheele front waren zware kanon- nades. In de Argonne bom-, loopgraaf- en mortierstrijd. B e r 1 ij n15 Sept. (K. N.) De Russi sche pers heeft van de ontheffing van groot vorst Nicolai van zijn ambt als opperbevel hebber van leger en vloot, en de overne ming van dit ambt door den Czaar, zonder eenig commentaar melding gemaakt. De Bi schewija Wjedomosti tracht thans het be leid van den grootvorst te rechtvaardigen. Het blad legt er den nadruk op, dat zijn schitterende straieg iseae -kunst -schipbreuk geleden heeft tengevolge van drie groote gebreken, die aan het Russische leger kleef den, waarvoor hij niet verantwoordelijk is. In de eerste plaats had hij niet de beschik king over voldoende spoorwagens, in de tweede plaats was het spoorwegmaterieel onvoldoende om troepenverplaatsingen .snel te kunnen uitvoeren en in de derde plaats was er voortdurend gebrek aan munitie en OGrlogsmaterieel. B e r 1 ij n, T 6 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Legergroep Hindenburg. Op den linker Duna-oever drongen onze troepen verder vooruit onder gunstig verloopende gevech ten in de richting van Jacobstadt. Bij Liwen- hof werden de Russen op den oostelijken oever teruggeworpen. Ten noorden en noord westen van Wilna is onze aanval vooruit gaande. De vijand biedt nog hardnekkigen tegenstand aan ons voorwaarts dringen ten noordoosten van Grodno. Legergroep Leopold van Beieren. De toe stand is onveranderd. Legergroep Mackensen. Halverwege Ja- novo en Pinsk trachtten de Russen wederom dichter bij de drie maaiers, strooien de werklieden, zooals gezegd werd, het versch geschoren gras woelend en wild dooreen. De zon klimt hooger aan den hemel, de lucht wordt glanzend en warmer. En overal, ver en bij, in het lange, smalle dal van de kronkelende Keibeek, bemerkt men zwaaiende maaiers, zwoegende hooiers, rijvende vrouwen, zwelende kinderen; overal hoort men gebrabbel en geroep, gesnater en gejuich. En hier en daar, in de boomen en struiken nevens de beek, of boven de hooger gelegen korenvelden, nog liefelijk groen, klinkt een vogelzang, blij en schetterend, gewoonlijk kort gerekt het babbelend ge kweel der grasmusch, het gekwetter van het zwartkopje, het schokkende geknor van den winterkoning, het schorre gekrijsch van ek ster of meerkol, het langer durende gekwin keleer van den stijgenden leeuwerik. En soms zweeft, boven die weiden, der werke- ren lied, slepend al? eene oude, schier uit gestorven melodij, bij uitzondering vroolijk ..en lustig als een dansdeuntje. Juist nu recht zich de sterkste dei- maaiers, een ferme jongen van in de twintig. Het blauwe hemd, het eenige kleedingstuk, dat zijn bovenlijf bedekt, is los aan de mou- rhen en tot boven de ellebogen opgesloofd; van voren staat het wijd open, zoodat de ge spierde hals gansch bloot blijft en men de breede, zweetende borst langs de spleet ont waart. Met den rug zijner ruwe hand veegt hij de dikke zweetdruppelen weg, welke van onder den vuilen, strooien, breed geboor- den hoed over zijn voorhoofd en zijne wan gen rollen. Daar zet hij schuins den steel onze vervolging tot staan te brengen. De vijandelijke stelling werd doorgebroken. 6 officieren en 746 man werden gevangen ge nomen, drie machinegeweren buit gemaakt. Het gebied tusschen de Pripjet en de Jasiol- da en de stad Pinsk zijn in Duitsch bezit. Zuidoostelijk oorlogstooneel. Evenals op de voorafgaande dogen mislukten de Russi sche aanvallen voor de Duitsche liniën. Weenen, 16 Sept. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Alle pogingen van de Russen om ons front in Oost-Galicië aan het wankelen te brengen, blijven zonder resultaat. Gister richtte de vijand onder een groot verbruik van artillerie-munitie, xijne hoofdaanvallen tegen ons front aan de Midden Strypa. Hij werd overal teruggeworpen, waarbij onze troepen door flankeeringsaanvallen uit het brughoofd van Buczacz en de streek ten zui den van Zalocze meewerkten. Bij de bestor ming van het 20 K.M. ten zuiden van Za locze liggende dopr Zebrow werden den vijand elf officieren en 1900 man gevan genen ontnomen en drie machinegeweren buit gemaakt. Ook in Wolhynië sloegen onze strijd krachten talrijke aanvallen af. Bij Nowo Aleksiniec werden de Russen in een verbit terd handgemeen uit de loopgraven van het infar\terie-regiment no. 85 verdreven. Bij Nowo Porjajew gelukte het den vijand eer gister op Sommige punten op den westelij ken Ikwa-oever te komen. Gister werd hij overal op den oostelijken oever terug ge worpen, waarbij hij onder het flankeerende vuur van onze artillerie groote verliezen leed. Petersburg, 16 Sept. (Tel.-agent- schap).a Communiqué van den grooten ge- neralenstaf. In ue streek ten zuidoosten van Dwinsk sloegen wij aan onze draadversperringen herhaalde Duitsche aanvallen tusschën den straatweg naar Dwinsk en het Samavameer terug. Kleine detachementen Duitsche ca- vallerie verschenen in de buurt vdh den spoorweg Molodetsjno—Polotzk. Noordoos telijk van Wilna gelukte het den vijand over te gaan op den linkeroever van de Wilia. Ten zuidoosten van Orany doen de Duit- schers pogingen om de Versovka over te trekken bij de samenvloeiing met de Tsjan- ka. Bij het dorp Eismonty dreven onze troe pen den vijand in de rivier. In de richting van Pinsk gaan onze troepen terug onder den druk van de vijandelijke aanvallen. In de streek van Nishni Stochod sloegen wij een aanval van den vijand tegen Ougrini Sahi terug. De vijand zet zijne tegenaanvallen voort in de streek van Derajno en op verschillen de deelen van ons Galicisch front. Hij tracht door deze tegenaanvallen zijne geschokte stelling te bevestigen; maar deze pogingen van den vijand zijn zelfs in de gunstigste gevallen slechts door kleine plaatselijke suc cessen gevolgd en Qnze troepen gaan voort met succes huhne taak te vervullen. In een gerecht ten westen van het dorp zijner zeis in den grond, neemt den ruigen, langen zandsteen en wrijft dapper heen en weer, onder en boven langs het bot gewor den lemmer: kretsend gerucht dreunt over de weide, over de boomen en over de nabij gelegen korenvelden, ja, tot aan de kleine dorpsplaats van Warmaarde, dat, ginder, rechts, op een heuvel, zijne blanke geveltjes, zijne roode pannen- en zwartgroene stroo- daken toont, nevens het kerkje, welks scha- liëndak het licht der zon weerkaatst en zil verachtig glinstert. En de twee andere maaiers,' ouder, meer gebogen door het harde werk van iederen dag, beiden met rimpelig vel over handen en wezen, laten ook het maaien en drogen hun zweet af, nemen insgelijks hunnen wet steen en beginnen te wetten, te wetten met luider krassend gerucht. Eenige minuten meer zweeft dit boven vogelen lied en hooiersgewoel: daar bukken zij, alle drie, op nieuw den romp en zijn zij onverpoosd aan het maaien. „Hoort ze schreeuwen!" roept Koben, de jongste, terwijl hij naar den beekkant ziet; „hoort zé maar schreeuwen!" „Wie?" vraagt een der oudsten. „Vader en moeder!" luidt het antwoord. „Wie, Koben?" vraagt weder dezelfde werkman, die niet te begrijpen schijnt. „Wel, die twee vogels, ginder op dien haveresch!" legt Koben uit. Inderdaad, op een Hjsterbesselaar, nevens de Keibeek, hoort men voortdurend de angstkreten van twee graspiepertjes, die onrustig van den eenen tak op den anderen YÜegen. Pendyke, in de streek van Derajno, maak ten wij 410 gevangenen en namen 4 mi<. trailleuses. Bij het vermeesteren van eene distilileerderij en van het kerkhof te Deraj no maakten wij meer don 7^)0 gevangenen en namen vier mitrailleuses; wij sloegen de verwoede tegenaanvallen van den vijand af. Bij een dorp aan de grens in de buurt van Nowo Alexinetz, het dorp Vishniwetz en aan de Strypa ten westen van de linie Tarnopol Trembovla leverden wij op verschillende pladtsen verwoede gevechten aan den vij and, die zich aan de rivierovergangen vost« klemt. N.B. Het officieele communiqué uit ^ee nen van den 12en houdt in, dat wij werden teruggedreven naar het brughoofd van Tar nopol en bij die stad buitensporige verlie zen leden. De vijand heeft echter geene ge gevens tot beoordeeling van deze verliezen om deze reden, dat wij in de gevechten van 10 en 11 September alles behielden. In de volgende dagen werd de vijand, ondanks de versterkingen, die hem bereikten, nog ver der ten westen van Tarnopol teruggeslagen naar de dorpen Gliadki en Zebrow en ten deele zelfs over de linie van de Strypa- rivier. Petersburg, 16 Sept. (Tel.-agent- schap). De olgemeene toestand op het oor- logstooneel neemt een steeds gunstiger keer. De Duitsche pogingen om Dsvinsk en Wilna te naderen, blijven onvruchtbaar. Hefl vijandelijke offensief in Polessija is gestuit. Op het zuidwestelijke front zetten de Rus sen het offensief voort en brengen den vijand verliezen toe, die zoo snel aan groeien, dat zij zijne hoofdmacht met eene nederlaag bedreigen. Op talrijke punten van den westelijken sector ontsnapt het initiatief, naar de meening van de vijandelijke krin gen, aan den vijand en ook het leggen van verband tusschen de operatiën op het <c- heele front en in de afzonderlijke deelen, waarmee vergezeld gaan geslaagde actiën van onze troepen in de flank en tegenspoe den van den vijand. Te oordeelen naar wat de gevechten ople veren, komt het kritieke oogenblik in de oorlogsbeweging steeds dichter bij. Een bij zonder lastbaren uitslag leverden de gevech ten in Galicië, waar de gevangenneming van 40.000 man in minder dan veertien dagen den rechtervleugel van den vijand zoozeer, verlamde, dat de vijand genoodzaakt was re serves te ontleenen aan het noordelijke front, hetgeen natuurlijk eene verzwakking teweegbracht op het Duitsche hoofdfront. Het officieele bericht van de vernieling van eej\ Tuiksch-Duitsch schip in de Zwarte zee bewijst, dat het verschijnen van Duit sche duikbooten in de Zwarte zee geene wij ziging heeft gebracht in den toestand. De taak van de vijandelijke duikbooten was on getwijfeld onze torpedobooten en lichte krui sers bezig te houden en hunne aandacht van de Anotoliscne kust en van den Bosporus af te trekken. Maar het toezicht van onze op den uitkijk zijnde schepen op de bewegingen van de Turksche stoom- en zeilschepen, die „We zullen zeker hun nest uitmaaien,* oordeelt de derde. Ze maaien voort. Het angstgepiep neemt toe. In eens roept Vien, de tweede: „Hier heb ik het nestje!" Hij legt de zeis neder, buigt zich, neemt het fijne nest, dat van halmen, paardenhaar en wollevlokjes op de twee grove, bijeengevoegde handen. Er liggen vier jongskens in, wier naakt, rozig lijf reeds de spruitende veeren als blauwe stekjes vertoont. Misschien denken de vo geltjes, dat hunne ouders daar met voedsel zijn, want zij steken het kale kopje vooruit en doen tsjirpend den bek wijd open. Angstiger vliegen de twee graslerken van den haveresch naar de maaiers en van deze naar den haveresch. Koben en de derde staken hun werk. „Och, arme!" zegt de eerste, terwijl hij zacht het nestje neemt. „Doe ze geen zeer geef ze hier, Vien!tsiep, tsiep, tsiep! paait hij, met den mond snuitvormig naar de diertjes gestoken. Hij grijpt, op eenen gras halm, een groene rups en geeft ze aan een der gretige gapers, hetgene het getsjirp der drie overige vermeerdert. „Zie hem slokken, den kleinen gulzig aard," lacht Koben; „zie hem maar slok ken wacht, gij krijgt ook iets!" En voor de anderen zoekt hij een rups of een made, die hij in den open bek duwl^ Zij zwelgen het aas binnen en bekijtteij daarna, gerust en zwijgend, den jongen maaier. Wordt vervolgd De zonde welke het minst vergeven wordt, is het krenken van de ijdelheid des naasten. Menigeen begaat een verkeerde daad, al leen om er bij z'n vrienden op te kunnen pochen. Romanjan IS. TEIRLINCK. I. H O o i t ij d. Het gras is rijp, en de weiden schijnen geel en rozig. Aan de goudkleurige bloem- Lafjes der halmen hebben nacht en morgen duizenden dauwdroppels gehangen. Klaar en "helder is de zomerlucht, en aan het blauwe uitspansel glinstert, hemel en aarde toe lachend, de morgenzon, welke in de paar- ie^ schittert en ze alle, een voor een, lang zaam in de lucht, van waar zij kwamen, wederlokt. Het is de geurige hooitijd! Van den schemerenden ochtend zijn de maaiers van ^oer Penninck in den Bies- meersch, waar het nu, in den zonnigen voor middag, levendig en druk toegaat, want "hooier en hooisters zijn met vork en rijf gekomen, en helpen de moedige .qiaaieis. Op de eene zijde van den malschen beemd ontwaart men deze laatsten: drie forsche kerels, die met machtigen, regel- matigen, langen zwaai het gras afsnijden en het in kromme, evenwijdige lagen in den vuurgloed laten drogen. Zij kennen hunnen stiel: men ziet het aan de snelheid en den volgehouden rhythmus hunner bewegingen en aan het meesterlijk uitgevoerde werk; waar knarsend het lemmer gleed, ligt de meersch kaal en effen, als eene groote, groene biljardtafel. Meer dan de helft der uitgebreide weide werd de vorige dagen reeds afgemaaid en het gevelde gras is half of heel verdord. Meisjes en moeders, knopen en knechten werken dapper in het hooi, gooien het be hendig omhoog, vangen het weder op, schud- '.ïen het uiteen, wentelen en 'rijven het rond. I leder halmpje en blad, iedere aar en pluim moeten de blakende hitte der Junizon onder staan, opdat alle vocht en sap verdampen. Poêrdroog moet het hooi in de mijt of op de schelf; anders zou het schimmelen en rot ten, heet worden en gloeien, rooken en in brand schieten. Naar den bovensten en droogsten kant van den meersch staan de hooistapels, hooge roken en oppers als zooveel afgeronde, geelgroene kegels, over de scherpe *stop- pels gespreid. Deze vormen een echten vloer, waar men slechts met groote moeite nog een hooipijltje ontdekken kan, zoo zui ver werd alles bij middel van raak en hark samengezweefd en op de stapels gesmeten. Lager ligt het gemaaide in kleinere hoo- pen. de zoogenaamde ^heukelingen". ent

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1