Verspreide Berichten.
"BiNNËNLAND.
T
*en oever van de rivier voet trachtten te
^nijgen. Overigens verliep de dag van gis
teren in het noordoosten rustig. De toestand
Is geheel onveranderd,
t iWeenen, 21 Sept. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Onze artillerie stoorde den Servischen
iVersterkingsarbeid aan de Beneden Drina.
Verder is niets nieuws.
Weenen, 21 Sept. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
In Zuid-Tirol openden onze zwaarste ka
nonnen he]t vuur tegen de door den vijand
bezette plaatsen en tegen zijne stellingen
en batterijen in het gebied van Seravalle,
ten noorden van Ala.
Voor onze grensstelling op den Monte
Coston (de hoogvlakte van Gereuth) werden
"de Italianen, zooals altijd, afgewezen.
Een vijandelijke tweedekker wierp aller-
Onnoozelste vlugschriften neer uit de pen
van luitenant d'Annunzio.
Aan het Karintische front is niets van
belang gebeurd. In de streek van Flitsch
Bchijnt na de geheel mislukte ltaliaansche
aanvallen van de vorige week weer rust te
heerschen. Alleen de vijandelijke artillerie
gaat voort met vuren.
In de andere deelen van het kustland-
$che front bepaalde de gevechtsarbeid zich
lot geschutvuur en kleine ondernemingen
van den loopgraafoorlog.
Petersburg, 21 Sept. (Tel.-agent-
ichap.) Communiqué van den generalen staf
Van het Kaukazische leger van den 19en:
In de kuststreek geweer- en kanonvuur.
In het gebied van Meliazghert schermutse
lingen tusschen de wederzijdsche verken
ners bij de dorpen Machaoli en Ekrecht. Op
'de rest van het front geene verandering.
Konstantinopel, 21 Sept. (WB.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het Dardanellenfront gebeurde bij
Anaforta niets. Bij Ariburun richtten wij
'den 19en ons vuur op twee vijandelijke ka
nonnen, die ten oosten van dit punt waren
opgesteld; wij verkregen volle treffers en
brachten aan de vluchtende vijandelijke ar
tilleristen zware verliezen toe.
Denzelfden dag beschoten wij een bij Ari
burun vertoevend schip, waarop wij brand
deden ontstaan. Ook beschoten wij de sleep
boot en eene reeks transportschepen, die bij
Kabatere hunne ladingen losten; ook deze
oot werd getroffen. De beide schepen trok
ken zich terug naar het eiland Imbros.
In den sector van Sedd ul Bahr is niets
anderd.
3en 20en beschoten onze Anatolische
j cterijen met goede uitwerking Morteliman,
verder vijandelijke troepen bij Sedd ul Bahr
en vijandelijke artilleristen bij Kissarlik. De
vijand gebruikte voor zijne zware kanonnen
projectielen, die bedwelmende gassen ver
spreiden.
Den 19en des namiddags landden twee
vijandelijke schepen, die een zeilschip ge
leidden, 50 soldaten bij Bozburnu ten zuid
westen van Memoris. In het daaruit ont
staande gevecht vluchtte de vijand op de
schepen terug en verloor drie dooden. Wij
verloren ook drie dooden. De vijandelijke
schepen namen bij hunne vlucht dingen mee
uit de aan de kust gelegen huizen.
Konstantinopel. 21 Sept. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het front van Irak deden wij den
19en en 20en een vuuroverval op een aan
beide zijden van de rivier gelegen vijande
lijk kamp en op motorbooten van den vijand.
Een motorboot werd in den grond gescho
ten.
Konstantinopel, 21 "Sept. (W. B.)
Een gedeelte van de Turksche zeemacht
torpedeerde het geladen Engelsche stoom
schip Patogos en bracht het tot zinken juist
voor de haven van Odessa.
P a r ij s, 2 1 Sept. (R.) Een telegram uit
Odessa bericht, dat Russische schepen de
Turksch-Duitsche torpedoboot in den grond
geboord hebben, die onlangs in de Zwarte
Zee verscheen en was begonnen te operee-
ren in de wateren van die zee.
Londen, 21 Sept. (R.) Het stoomschip
Linkmoor is in den grond geboord. De be
manning is gered.
B e r 1 ij n, 2 1 Sept. (WB.) Het Bulgaar-
sche gezantschap te Berlijn brengt ter ken
nis van alle in het Duitsche rijk vertoevende
onderdanen, dat de Bulgaarsche regeering
op heden 21 September, eene algeheele mo
bilisatie heeft gelast.
Dientengevolge worden alle dienstplichti
ge Bulgaarsche onderdanen, die in Duitsch-
land vertoeven, uitgenoodigd, zich onver
wijld over Weenen en Rumenië naar hun va
derland te begeven.
Sofia, 21 Sept. (Corr.-bureau). Met
vertraging aangekomen. In eene vergadering
van leden der regeeringspartij in de So-
branje verklaarde minister-president Rados-
lawow: Bulgarije kan met het oog op de snel
voortgaande gebeurtenissen niet werkeloos
blijven; het moet gewapend zijn voor alle
mogelijkheden. De mobilisatie zal binnen
kort geschieden, omdat de belangen van
Bulgarije de aanneming van eene gewapen
de onzijdigheid noodig maken.
N e w-Y o r k, 21 Sept. (R.) De Engelsch-
Fransche financieele commissie heeft met
munitiefabrikanten toekomstige leverings
contracten besproken. Men bericht, dat de
commissie de fabrikanten, die tot dusver in
goud worden betaald, verzocht althans een
gedeelte van den kooppnjs aan te nemen in
papier met verschillenden vervaltijd. 'tDoel
van deze regeling is de Engelsche en Fran-
sche goudvoorraden te behouden.
N e w-Y ork, 21 Sept. (R.) Men ver
klaart in bankierskringen, dat de onderhan
delingen over het sluiten der Fransch-En-
gelsche leening het einde naderen.
Het communiqué dat de mededeeling
brengt van hek slagen ofcferhandejingen
zal binnen 48, mogelijk reeds binnen 24 uur
gepubliceerd worden.
Duit9chland.
B e r 1 ij n, 2 0 Sept. (Korr. Norden). De
Kroonprinses herdenkt héden haar 29e le
vensjaar. Voor deze gelegenheid heeft de
stad Potsdam, welke rijk met vlaggen is ge
tooid, een schrijven met gelukwensch tot
haar gericht.
Heden is ook de door de Kroonprinses in
het leven geroepen oorlogskinderen-uitkee-
ring in werking getreden en wekt reeds le
vendige belangstelling bij vrouwen uit alle
kringen, tot wie de oproep werd gericht.
B e r 1 ij n, 21 Sept. (W. B.) Prins Joa
chim Albrecht van Pruisen, die ongeveer
vier weken geleden zich naar het oorlogs-
tooneel heeft begeven, is volgens verschei
dene morgenbladen, blijkens een op zijn
landgoed in Strobl, bij Ischl, ontvangen be
richt, het slachtoffer geworden van een
automobielongeluk. De prins en zijne mede
reizigers zijn uit de automobiel geslingerd,
waarbij de prins eenige lichte verwondingen
opdeed. De andere passagiers werden zwaar
der gewond, de auto werd vernield.
Nominatie Voorzitter. I Deze afloop is bctrekkeHik niet ongunstig. Het
Eerste candidaat wordt bij eerste stem- tekortcijfer van den gewonen dienst bit den
ming mr. H. Goeman Bcrgesius met 64 1 aan-vano^ van het dienstjaar geraamd op
van de 84 stemmen, terwijl 17 stemmen in1-' 21,795,000 daalde tot bijna 10.000.000,
blanco waren uitgebracht en de heeren Bos,z,jnfe °^eveer wat er T?T4 yoor Ouderdoms- UC1
Rink en Ruijs de Beerenbrouck ieder 1 stem |cn,en r e ee !e 'I ,in ™acht, 1.151.792 voor personeel der zeemacht
5.34T.0I8 voor rekening van nieuwen aan
bouw, waarvoor 6.825 *18 is uitgetrokken. te-
gen 1.484.400 ten vorigen jure. Overigens ia
1 meer benoodigd voor kosten van beheer en ad-
i ministratie J 43.558 voor materieel der zee-
bekwamen. Op de tweede plaats komt even- 1-géven. - J 010.04^ voor pensioenen 50.<
I ju cu I tijdelijke dekkingsmiddelen door s Mm. de mei-militaire uitgaven 65198
eens b,j eerste stemming lie heer Schaper j ambtsvoorganger voorgesteld zijn mitsdien juist j Hei Hoogere rij,'er van hoofdstak VII A ad
met 45 van de 83 stemmen. 1/ leden stem- voldoende gebleken tot dekking van het tekort 4.I07.Ö77.25 is voor een bediao van
den blanco. De heer van Nispen tot Seve- I op den gewonen dienst, voor zoover dit niet het1 3 881.227 veroorzaakt door stijging van de
naer (Nijmegen) verkreeg II stemmen, de gevolg is van de Invaliditeitswet. j rente, zijnde er meer gcrcamd voor rente van
heer Bos 7, terwijl I stem werd uitgebracht i Gelijk gebruikelijk is, volgt wederom een. ge- vlottende schuld J 4.150.000 en verder voor
op de heeren Duijs, Ruijs de Beerenbrouck I deekelijk samengevat, overzicht van de laatste I rente en leeningen (herinnerd zij, dat de rente
en van Doom. I I en aflossing der 5 leening 1914 ten laste van
Voor de derde plaats worden bij eerste L. .emdc'j(«* worden voor het geheele twin-, het leeninglonds 1914 komen) 268.773. Te-
I LlCTiariITP 1 lirlnPrL-vnnrrt I ri"o ctllHo iraumnon ..aa IT J
J 318.642, voor pensioenen 50.960 en voor
Julius D e I b e k e. f
Dr. Julius Delbeke, het lid van de Belgi
sche Kamer en verdediger van de Vlaam-
sche beweging, is te Rousselaere overleden,
in de ouderdom van acht en vijftig jaren.
Naar het Belgisch Dagblad meldt, heeft dr.
Delbeke bij de aankomst der Duitsche troe
pen te Rousselaere een been gebroken. Hij
heeft zich, aldus het blad, nooit van dien on
gel ukkigen val hersteld. „Het ongelukkig lot
van zijn stad en van België en de folteringen
van zijn collega, burgemeester Mahieu, heb
ben bijgedragen om zijn gezondheid nog
meer te knakken".
Kameroverzicht.
Eerste Kamer
Vergadering van 21 September.
Geopend te 3 uur 45 minuten.
Voorzitter: Baron van Voorst tot Voorst.
De Voorzitter opent de bijeenkomst
met een toespraak, waarin hij (nadat de
griffier heeft voorgelezen het Koninklijk be
sluit betreffende de herbenoeming van baron
van Voorst tot Voorst tot voorzitter dezer
Kamer) er aan herinnert, dat het H. M.
heeft behaagd hem weder te benoemen en
zijn eerbiedigen dank uitspreekt voor het in
hem gestelde vertrouwen. „Ik wend mij da
delijk", zei Spr., tot u mijne heeren, om u
uw onmisbaren steun te vragen. De buiten
gewone omstandigheden van verleden jaar
zijn nog niet gewijzigd, al bleven wij ook
voor oorlogsellende gespaard. Toch eischt
de toestand voortdurende zorg, waakzaam
heid en onafgebroken arbeid, inzonderheid
van H. M. onze geëerbiedigde Koningin en
Haar regeering. Vele der in het afgeloopen
jaar aangenomen wetsontwerpen dragen den
stempel der tijdsomstandigheden. Over de
gemobiliseerde strijdkrachten moet la mi
nute kunnen worden beschikt. Persoonlijke
en geldelijke offers moeten gebracht wor
den en eventueele wetsontwerpen daarmede
verband houdende zullen u ter overweging
v/orden aangeboden.
De Voorzitter sprak daarna de verwach
ting uit, dat deze parlementaire periode rij
pe vruchten moge dragen en aanvaardt het
voorzitterschap van deze Kamer, met den
wensch dat ons vaderland ook dit jaar voor
de verschrikkingen van den oorlog moge
gespaard blijven.
Applaus volgde op deze rede.
De Voorzitter deelde mede, dat door
hem zijn benoemd tot leden in de Commis
sie tot behandeling der verzoekschriften de
heeren Staal, Smits, Cremer, de Gijselaar
en van Swaaij.
De Voorzitter deelt mede, dat in een vol
gende vergadering zullen moeten worden
benoemd 2 leden in de huishoudelijke com
missie en 3 in de gemengde commissie voor
de stenografie. Spr. stelt voor de Troonrede
met een Adres van Antwoord te beantwoor
den.
Aldus besloten.
De vergadering wordt daarna verdaagd tot
morgen 2 uw.
Tweed© Kamer.
Vergadering van Dinsdag 21 September.
Geopend ten 3 uur 10 minuten.
Voorzitter de heer Lieftinck.
De Voorzitter opent de vergadering
met een rede, waarin hij herinnert aan de
soberheid der sluitingsrede, welke "hem zal
aansporen eveneens zoo sober mogelijk te
zijn. Vroeger was het een zekere wellust
I den ministers een lange lijst van wetsont-
werpen te noemen, te vervaardigen soms.
Toch steekt er groote emst in die sober-
heid. Er was geen tijd om veel te doen. De
j tijdsomstandigheden waren te buitengewoon
en zij zijn nog niet gewijzigd. Het buitenge-
i wone wordt langzamerhand chronisch. Laat
ons hopen dat wanneer het volgend jaar de
werkzaamheden worden aangevangen, over
een gunsligen tijd zal kunnen worden ge
sproken. Spr. sluit zich aan bij de woorden
der Koningin, toen zij vertrouwde op de
geestkracht van haar volk en hoopt dat de
volksvertegenwoordiging daarvan de trouwe
afspiegeling moge zijn.
Aanbieding der Staat s-
begrooting.
Voorlezing wordt gedaan van het Konink
lijk besluit, waarbij de Minister van Finan
ciën werd gemachtigd de Staalsbegrooting
aan te bieden.
Minister Treub biedt de Staatsbegroo-
ting aan, welke vergezeld is van een nota,,
betreffende den toestand van 's lands finan-
cie%
stemming uitgebracht 83 stemmen, waarvan
tigjarige tijdperk: voordeelige saldo gewonen genover het grooter bedrag aan rente van vlot-
- r\ nnnonlirr cdI/ia KiTiVr.n.. A 11 .1 l
t f.T. dienst J 24,009,611. '23; nadeelig saldo buiten- tende schuld staat echter een hoog'ere raming
worden uitgebracht op den heer van Nispen gewonen dienst 81,214,812.29, bliift een na-
tot Sevenoer (Nijmegen) 35 stemmen, op j deelig saldo geheelen dienst 57,205,201.0034,
den heer "Ruijs de Beerenbrouck 32 stem
men, terwijl de heeren Duymaer van Twist,
Nolens, Kleerekoper, Beckers en Loeff resp.
2, 1, 1, 1 en'l stem bekomen en 10 leden
blanco stemmen.
Bij tweede vrije stemming wordt gekozen
de heer Ruijs de Beerenbrouck met 38 stem
men van de 82 stemmen (waarvan 12 blan
co). De heer Van Nispen tot Sevenaer (Nij
megen) verkrijgt 28 stemmen, terwijl op den
heer Duymaer van Twist 2 stemmen worden
uitgebracht en 1 stem op de heeren Loeff en
Nolens.
De nominatie zal aan H. M. de Koningin
worden aangeboden door een commissie,
bestaande uit den voorzitter en de heeren
Roodhuijzen, Knobel, Bongaerts en van
Twist.
De vergadering wordt te kwart over 4 ver
daagd tot morgenmiddag 3 uur.
Staatsbegrootsng voor
19 f 6.
Financieele nata.
Ter begeleiding van de stukken betreffende
welke eindcijfers ook nog een te gunstig beeld
geven, omdat daarbij de ontvangsten uit spoor-
weghuur als gewoon zijn beschouwd en daaren
boven in die cijfers niet begrepen is het in 1905
aan Indië verstrekte bedrag, waarvoor een lee
ning werd gesloten, welke op 1 September 1915
per saldo 37,092,900 bedroeg.
Wat het loopende dienstjaar T9T5 be
treft, wordt aangeteekend, dat de oorspronke
lijke begrooting een eindcijfer gaf van
van J 2.600.000 wegens rente door Indië te be
talen voor voorschotten uit 's Rijks schatkist.
Voor amortisatie is 238.700 meer geraamd.
Dat hoofdstuk VB B T.220.569.57 hocger
is, is voornamelijk het gevolg van de stijging
van de afd. Pensioenraad en pensioenen met
f 4 TT.654 (waarvan 200.000 in'verband met
de Pensioenwet voor de gemeenteambtenaren)
van de stijging der uitkeeringen aan gemeenten
met 275.000 van die der ouderdomspensioe
nen met 90.000 en van uitbreiding van het
personeel der directe belastingen wegens de In-
Een gunstigen invloed daarop zal hebben, dat
aan dat dienstjaar gedeelte ten goede komt
van hetgeen de inkomstenbelasting te zamen met
de verlaagde vermogensbelasting meer zal op
brengen dan de afgeschafte bedrijfsbelasting en
de oude vermogensbelasting (hiervoor kan
5,400,000 worden gesteld). Daarentegen
wordt het dienstjaar belast met een ab
normaal hoog suppletoir krediet van
6,000,000 voor onderzeebooten en kruisers,
waarvan evenwel de helft onder de middelen te
rugkomt. Daar van de raming van de middelen
overigens geen overschrijding te verwachten is,
zal het werkelijke tekort op den gewonen dienst
mitsdien niet meer dan omstreeks 2 millioen
lager zijn dan het hier bovengenoemde bedrag
van 18.5 millioen.
Overgegaan kan thans worden tot eene uiteen
zetting van de cijfers van het dienstjaar 1916.
De uitgaven worden in totaal geraamd op
269,461,866.64 waarvan buitengewoon
26,036,737, blijft 243,425,129.64^.
aan buitengewone uitgaven en 30,204,000
aan crisisuitgaven, welïce laatste echter te ver
minderen zijn met 3,429,016, zijnde het be
drag, waarmede hoofdstuk VIII der begrooting
werd verminderd op grond van de crisis. De ge
wone uitgaven, afgezien van de crisis, waren
mitsdien in de aanvankelijke begrooting
226,442,261.98ategen 205,968,565 aan
geraamde ontvangsten, latende na aftrek der ge
raamde „besparing" een tekort op den gewonen
dienst van 18,573,696.98 lA.
Na de vaststelling der begrooting zijn alsnog
op verschillende hoofdstukken genoteerd
169,606,320, waarvan 149,628,000 aan
crisisuitgaven en 9,550,000 aan buitengewo
ne uitgaven, terwijl alsnog aanhangig zijn sup-
pletoire aanvragen tot een bedrag van
de Staatsbegrooting heeft de Minister van Fi- 18,940,500, waaronder 18,507,000 aan cri-
nanciën wederom de gebruikelijke Nota betref- j susuitgaven.
fende den toestand van 's lands financiën over- j Omtrent de vermoedelijke uitkomsten van het
gelegd, de opmerkingen behelzende, waartoe die dienstjaar 1915 kan nog weinig gezegd worden,
toestand hem, afgezien van de tegenwoordige
crisis, in verband met de ramingen voor het
dienstjaar 1916 aanleiding geeft.
Als gebruikelijk wordt de aandacht in de eer
ste plaats gevraagd voor den afloop der vorige
2 dienstjaren, alsmede voor de vermoedelijke
resultaten van het loopende dienstjaar, gelijk die
zich laten aanzien.
Voor het dienstjaar 1913 bedroegen de uitga
ven in totaal 258.726.865.56uitsluitend
gewone dienst 219.345.192.80>2, de inkom
sten respectievelijk 227.422.665.23
223.507.379.52 '/j zijnde een nadeelig saldo op
den geheelen dienst van 11.304.200.33 en
een voordeelig saldo op den gewonen dienst
van 4.162.186.72 hetgeen gunstiger is dan
ten vorigen jare werd verwacht, in totaal
1.128.561.24, uitsluitend gewone dienst
1.079.337.29. Dit gunstige verschil is een ge
volg van het medevallen der uitgaven (gewonen
dienst) met f 907.788.15 en van de inkomsten
met 171.549.14.
Wat de uitgaven aangaat is het verschil ook
ditmaal wederom grootendeels (voor 1.000.000)
toe te schrijven aan het vervallen van minder
termijnen van bij particulieren gebouwde sche
pen dan verwacht werd. Voorts is ook voor
artillerie-materiaal onder Oorlog in 1913 ten
slotte minder besteed dan zich ten vorigen jare
liet aanzien (ongeveer 380.000). Hiertegen
over staat dat voor sociale verzekering in 1913
ongeveer 820.000 meer werd uitgegeven dan
zich bij het opmaken der voorloopige cijfers
liet voorzien.
Wat de ontvangsten aangaat, is het gunstige
verschil in hoofdzaak het gevolg van het mee
vallen van het bedrag van bedrijfsbelasting dat
aan het dienstjaar 1913 ten goede kwam.
Dienst 1914.
Overeenkomstig het voornemen te kennen ge
geven in de Nota betreffende de leening van
275.000.000 zullen voor de diensten 1914,
1915, 1916 en 1917 de uitgaven (en eventueel
de ontvangsten) worden gesplitst in gewone,
buitengewone en crisis uitgaven en de gewone
ontvangsten worden aangevuld met zoodanig
bedrag als vermoedelijk zoude zijn ontvangen,
indien er geen crisis ware geweest.
Deze splitsing toepassende op de ontvangsten
en uitgaven volgens de voorloopige gegevens
vindt men uitgaven totaal 366.589.375.46}-£,
buitengewoon 25.179.302.92, crisis
99.619.700, gewone dienst 241.790.372.54
ontvangsten respectievelijk 245.465.522.31,
20.638.624.66, 7.300.000, ƒ232.126.897.65
Hierbij zij het volgende aangeteekend. De
crisis-uitgaven onder de hoofdstukken V, VII B
en IX staan voldoende vast (zie bijlage C); die
van de hoofdstukken VII A (rente welke het ge
volg is van het opnemen van gelden in verband
met de crisis) en van de hoofdstukken VI en
VIII kunnen slechts benaderd worden. Voor zoo
veel de hoofdstukken VI en VUI betreft, is zulks
op de volgende wijze geschied. Er is gezocht
naar hetgeen op die hoofdstukken vermoedelijk
zoude zijn uitgegeven, ware er geen 'crisis ge
weest, terwijl de overige uitgaven als crisis-
uitgaven zijn beschouwd. Om de vermoedelijke
uitgaven, ware er geen crisis geweest, te vinden
is de volgende methode toegepast. Nagegaan
is, hoeveel er op de hoofdstukken VI en VIII
onder normale omstandigheden in de laatste
jaren gemiddeld minder is uitgegeven dan de
aanvankelijk door de wetgever vastgestelde be
grooting. Dit gemiddelde voor Hoofdstuk VI
op 870.364 en voor Hoofdstuk VDI op
282.179 gesteld werd voor elk der beide
hoofdstukken afgetrokken van het aanvankelijk
eindcijfer der betrokken begrooting om het ver
moedelijk eindcijfer der uitgaven op die hoofd
stukken, ware er geen crisis geweest, te vinden.
Wat de ontvangsten betreft is voor de mid
delen A—L uitgerekend, hoeveel de vermoede
lijke opbrengst ware geweest, indien het accres
dat er in de eerste zeven maanden van T9T4
is geweest (afgezien van een zeer buitenge
wone ontvangst uit de successiebelasting) t.w.
ongeveer 1.8 het geheele jaar aangehouden
had. Gevonden werd, dat in dat geval de op
brengst ruim 7.300.000 meer zoude hebben
bedragen dan in werkelijkheid het geval was.
Uit de bovenstaande cijfers blijkt, dat de ont
vangsten van het dienstjaar 1914 106,919.700
zal zijn toe te voegen uit de opbrengst van de
leening 1914 (t. w. 99.619.700 wegens crisis
uitgaven en 7.500.000 wegens geringere op
brengst der middelen door de crisis) om den
dienst van dat jaar in de positie te brengen, in
welke hij zoude hebben verkeerd zonder de
crisis. Dat jaar zoude dan hebben gesloten met
een te kort op den gewonen dienst ven
9.603^74,9,0,
280,473,836.98>a, waaronder 27,256,591 komstenbelasting met 147.000. Voorts van
de lotsverbetering der Rijksklerken tot een be
drag van 41.831 (de helft van het ten vorigen
jaren geraamde), van de stijging van grond- en
waterschapslasten van domeinen met 48.000
en van de stijging der kosten van het departe
ment met 14.658.
Op hoofdstuk VÏÏI ad 1.541.704 wordt o.a.
meer geraamd voor bezoldiging van personeel
290.879; voor kleeding en uitrusting 83.169
voor huisvesting, stalling, nachtligging en reini
ging 225.000 voor uitbreiding van de lucht-
vaartafd. 127.800; voor een nieuw gebouw
voor de topografische inrichting 40.000; voor
hernieuwingen en herstellingen van- kampmate»
reel 68.300; voor gebouwen en werken en de
aanschaffing van oefenterreinen 950.950, ter
wijl voor kosten van voeding van onderofficie
ren en soldaten 172.265 en voor aanschaffing
van fourage 178.787 minder wordt aange
vraagd, en 145.000 voor verplegingsvoer-
tuigen.
De stijging der gewone uitgaven van Hooid-
stuk IX met 669.642.75^, welke, indien men
de daling der geheel terug te ontvangen uitgaven
voor de Rijkspostspaarbank ad 132.629 bui
ten rekening laat, 802.271.75 M bedraagt,
komt voor 505.021 op de afd. Waterstaat
(waarvan echter f 157.150 opgewogen wordt
door meer bijdragen van andere lichamen), voor
286.800 op de afd. Spoorwegen en voor
ongeveer 5000 op elke der afd. kosten van
het Departement en Pensioenen.
Het hoogere eindcijfer van Hoofdstuk X ad
1.784.988, wordt voor een som van
1.700.999 veroorzaakt door de hoogere ra
ming van de exploitatiekosten van de staatsmij
nen en mitsdien ruimschoots opgewogen door de
daarmede verband houdende hoogere raming
der inkomsten. De verdere stijging van het
hoofdstuk bedraagt slechts 83.989, waarbij
echter in aanmerking is te nemen dat ongeveer
100.000 vrijwel aan subsidiën voor tentoon
stellingen. Afgezien van die subsidiën en van
Met betrekking tot de crisis-uitgaven zij hier j de Staatsmijnen zijn hooger: de afdeeling Land-
.1. J 1 Jnl ..LA. A A A1. A WA AAA AAA I l. AA A RA A T CR /A .A A A AIA f T 7 A 07 ..AAA i 1TA
aangeteekend, dat die slechts voorkomen op
Hoofdstuk VII B, vermits hetgeen daarvoor op
andere hoofdstukken noodig zal zijn, suppletoir
zal worden aangevraagd. De cijfers van het
VlTTe Hoofdstuk zijn zelfs ten gevolge van de
crisis lager. Immers daarop kunnen bedragen
worden gemist voor uitgaven, welke in gewone
jaren daarop voorkomen, doch thans ten gevol
ge van de crisis niet behoeven te geschieden.
Het komt redelijk voor, om de gewone uitgaven
te nemen, als waren die uitgaven ook dit jaar
noodig (gelijk hierboven ook voor 1915 ge
schiedde). Intusschen is het moeielijk van die
uitgaven eene raming te maken. Voor 1915 was
zulks geschied vóór de crisis. Voor 1916 schijnt
de beste oplossing als vermindering der begroo
ting tengevolge van de crisis aan te nemen het
zelfde bedrag dat daarvoor voor het jaar 1915
is gesteld, dus 3,429,016.
Op dezen grondslag vindt men dat de begroo
ting ten gevolge van de crisis (afgezien van het
geen daarvoor suppletoir zal worden aange
vraagd), hooger is op hoofdstuk VII B met
2,214,000 en lager op hoofdstuk VTIT met
3,429,016; in totaal dus lager 1,215,016,
welk bedrag dus is toe te voegen aan de ge
wone uitgaven ad 243.-425,129.64waar
door deze worden 244,640,145.64, tegen voor
1915 (mede onder toevoeging van hetgeen de
aanvankelijke begrooting lager was door de cri
sis) 226,442,261.93$$, dus- meer voor 1916
18,197,883.66.
Met betrekking tot de stijging van de gewone
uitgaven op de verschillende hoofdstukken zij
het volgende aangeteekend:
De verhooging van hoofdstuk II met
10,912 is in hoofdzaak het gevolg van trak-
tementsverhoogingen en grootere behoefte voor
pensioenen.
De stijging van hoofdstuk III met 38.497
is voor de helft toe te schrijven aan de instelling
van een tijdelijk gezantschap bij den Paus. Ove
rigens zijn periodieke traktementsverhoogingen
en enkele niet-periodieke oorzaak van het hoo
gere eindcijfer.
Dat hoofdstuk IV 332.377 hooger is, is voor
105.075 het gevolg van het voor de helft uit
trekken van de bedragen ten vorige jare voor
lotsverbetering voor lagere beambten aange
vraagd doch wegens de crisis teruggenomen en
tot een bedrag van 209.600 het gevolg van
periodieke traktementsverhoogingen van de le
den van de rechterlijke macht en van de bedien
den en schrijvers bij de gerechten. De uitbreiding
van den arbeid In de gevangenissen en rijkswerk
inrichtingen en de stijging van de prijzen der
grondstoffen daarvoor, alsmede van de prijzen
der voor het onderhoud der gevangenen ver-
eischte artikelen deden de begrooting met
140.000 stijgen, waar echter tegenover staat,
dat voor gebouwen 141.375 minder noodig is.
De stijging van hoofdstuk V met 1.689.464
komt voor 1.250.000 ten laste van wettelijke
regelingen (o.a. 667.000 voor subsidiën lager
onderwijs en 314.604, als gevolg van de pen
sioenwetten, 166.000 voor kosten van armen
verzorging en 58.293 voor bijdragen aan het
Bouwfonds). Voorts wordt o.a. meer gevraagd
voor subsidiën voor vakonderwijs en speciale
inrichtingen voor onderwijs 152.881, voor
drinkwatervoorziening 33.000, voor bijdragen
woningwet f 25.000, voor bestrijding der tuber
culose 20.000, voor bestrijding der kanker
11.000 en voor buitengewone subsidiën aan
gemeenten krachtens artikel 53 der Lager on
derwijswet 100.000.
bouw 56.435 (waarvan 13.487 voor On
derwijs, 12.700 voor Akkerbouw en Tuinbouw,
33.848 voor Veeartsenijkundigen dienst.
17.550 voor Boschbouw en Domeinen, terwijl
35.075 minder noodig is voor Zuivelbereiding
en Laboratoria), de afdeeling Nijverheid ƒ53.170
de afdeeling Arbeid 31.347 en de afdeeling
Handel 46.520.
De lagere raming van Hoofdstuk XI met
f 169,016.312 is het gevolg van lv:t vervallen
van een buitengeworen post op de vórige be
grooting ad f 201 297 voor uitgaven over het
jaar 1912, welke niet tijdig vereffend konden
worden. Afgezien hiervan is het hoofdstuk
f 32,281 hooger, waarvan f 86,649 voor de
kosten der kolonie Suriname, bij een daling der
uitgaven voor de kolonie Curasao met f 60 545.
De Middelen en Inkomsten ter bestrijding der
uitgaven zijn geraamd op f 224,703 460: waarin
blijkens de hierna volgende specificatie begre
pen aan buitengewone ontvangsten f 4,190,745)
blijft voor gewone f 220.512,715zijnde
f 14,544,150 meer dan aanvankelijk voor 1915
werd geraamd.
Hierbij zij aangeteekend, dat de verschillende
middelen (dir- belastingen, loodsgelden enz.)
zijn geraamd, als waren er geen buitengewone
omstandigheden, welke op de opbrengst der
middelen een or.gunstigen invloed oefenen. Ga-
lijk boven reeds werd herinnerd, ligt het toch n
de bedoeling oom hetgeen de middelen geacht
kunnen worden ten gevolge van de crisis minder
op te brengen dan anders het geval zoude zijn
geweest, aan te vullen uit de opbrengst van de
Staatsleening 1914. Kon het vermoedelijk onder
gewone omstap.digheden in 1916 te ontvangen
bedrag voor een aantal middelen worden ge*
ranmd door de gewone methode van berekening
te volgen, voor andere middelen werd dat cijfer
benaderd door bij de raming voor 1915 2 te
voegen (zijnde een accres, dat in de laatste ja
ren onder gewone omstandigheden op die mkl-
rfeien dooreengenomen ten minste werd ver
kregen).
Van de hoogere raming der gewone ontvang
sten komt op de hierbedoelde middelen
f 9,617,000, en op de overige middelen
f 4,927,150.
Hooger zijn geraamd van de eers.e groep de
grondbelasting f 250 000de personeele belas*
rfng f 435.000: de zout-, bier- en azijn-, ge
slacht- en wiinaccijns te zamen f 223,000 I de
zegel-, registratie- en hypotheekrechten te zot»
men f 312,000: de successierechten f 484,000;
de invoerrechten 350,000; de waarborg
f 10,000 de opbrengst der domeinen f 144,000
de loodsgelden f 76,000de inkomstenbelasting
plus de gewijzigde vermogensbelasting in vefJ
gelijking met de vroegere bedrijfsbelasting en
vermogensbelasting in hoofdsom f 8,894,0001
de gedistilleerde accijns (ten gevolge van de
opheffing der bijdrage aan het auikerionds)
f 3,700,000.
Lager is van deze groep slechts geraamd de
suikeraccijns phis bijdrage uit het Leeningsfonde
(m vergelijking met den vroegeren suikeraccijns)
f 3,075,000, terwijl er f 2,180,000 minder was te
ramen aan opcenten op de bedrijfs- en vermd-
gensbela sting en
De hoogere raming van de andere groep
(middelen K—A A) komt onder anderen vodr
f 280,000 op het aandeel fat de winst van de
Nederlandsche Bank. voor f >M09-3Q4
ten van kasvoorschotten wn Oost- en
oy 1
Het hooger eindcijfer van hoofdstuk VI ad ten Woningwet, N. O. Locaalspoorv^grnaaP
6t9^Q68 kgmt^ tftt een bediö^L vqn jchpppij, issmm