Haar hat lanit van belofte! Vrijdag 24 September 1915. „DE EEMLAN DER". BUITENLAND. FEUILLETON. 14" Jaargang. N" 74 ABONNEMENTSPRIJS: Pel 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post 1«50. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0,10. Afzonderlijke nummers 0.05# "Wekelijks by voegsel „dt Hoïlandsehe Huisvrouw" (onder redactie van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: U TREC H TSCH EST RAAT Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A DVERTENT1ËN: Van 1—5 regels.. f 0.50. Dike regel meer 0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijf bestaan zoor voortloolige bepalingen tot het herhaald advertoeron m dit Blad, bi| abonnement. Eone circulairo, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: De Nieuwe Spelling. ii. "Wij leven thans op de gTens van twee spellingen. Gelijk de oude genoemd wordt naar de professoren de Vries en te Winkel onza liger nagedachtenis uit onze schooljaren mag de vereenvoudigde spelling den naam dragen van dr. Kollewijn. Deze was het die in 1891, na 'n artikel „de lastige spelling" in „Vragen van den Dag" den stoot gaf aan de oprichting van de „Ver- eeniging tot Vereenvoudiging van onze schrijftaal". Alras werd de eerste propaganda met suc ces bekroond. Reeds in 1892 verklaarde de Bond van Nederlandsche Onderwijzers zich voor de nieuwe spelling. En in 1903 volgde het Nederl. Onderwijzersgenootschap. Het is veelzeggend en misschien wel het krachtigste argument voor de Kollewijnsche spelling, dat juist de onderwijzers, die de jeugd dag in dag uit op het glibberige pad den weg wijzen, het nieuwe stelsel boven aat van De Vries en te Winkel verkiezen. Ook vele auteurs hebben hun werken en tijdschrift-artikelen in vereenvoudigde spel ling doen verschijnen. Het groote publiek echter, zij die er juist de meeste baat bij hebben wil er nog niet van weten. Dat is niet moeielijk te verklaren. In de eerste plaats worden de voorstanders daar waar zij de meest daadwerkelijke pro paganda zouden kunnen voeren, op de school, belemmerd in het onderwijzen der nieuwe spelling. Opdat er geen anarchie ontstaJawel, maar juist nu wordt de grootste anarchie ge boren. Want de overgroote meerderheid der leerlingen heeft veel minder tijd noodig om na het verlaten der school de verworven spelkennis weer te vergeten dan zij besteed den om in hun hersens te pompen. Werd de nieuwe spelling, en geen andere, op school onderwezen, de leerlingen zouden heel wat tijd aan nuttiger zaken kunnen be steden en 90 der Nederlanders zou in de toekomst correct schrijven, terwijl dat nu van ternauwernood 10 gezegd kan worden (de algemeen getolereerde „fouten." dan nog buiten rekening gelaten); de rest volgt de keukenmeiden-spelling in al haar manieerin- gen. De tweede voornaamste oorzaak van de geringe populariteit der vereenvoudiging is te wijten aan de dagbladen, die de Kolle wijnsche spelling niet dulden in het redactio neel gedeelte, soms zelfs niet in Ingezonden Stukken. Wilden maar eenige groote dagbla den het voorbeeld geven, het zou spoedig gedaan zijn met de heerschappij van de Vries en te Winkel. Thans laat de een het ter wille van den ander. Natuurlijk zal ook de nieuwe spelling niet feilloos zijn. Er zullen moeielijkheaen over blijven, twijfel zal ook hier kunnen bestaan, zij het ook veel zeldzamer. De regels zijn slechts weinig in aantal en eenvoudiger dan die van de Vries en te Winkel, om welke te kunnen begrijpen men filoloog moest zijn. Twee regels gelden als grondwet 1. Duid bij het schrijven van een woord de letterklanken die in een zuivere en be schaafde uitspraak worden gehoord door de daarvoor vastgestelde lettertekens aan. 2. Schrijf een zelfde woord, zoveel de uit spraak en de verbuiging of vervoeging het toelaten, steeds met de zelfde letters (bijv.: hoofddoel, en niet hoofdoel; voorop en niet vorop). Gelijkvormigheid dus. Met de twee eerste artikelen tot grondwet, hebben de voorstellen van Kollewijn zich beperkt tot datgene wat het meest noodza kelijk was, de meeste moeielijkheden ver oorzaakte, de meeste kennis vereischte. 1. Met betrekking tot de e en o geldt het volgende de e en o worden op het eind van een lettergreep evenmin als de a en u ver dubbeld dus delen, preken, kopen, stro men, zo. Op het eind van een woord moet echter de dubbele ee geschreven wordentwee, mee, zee. In afleiding en buigingsvorm blijft de dubbele eetweede, zeëen, zeeschip. De dubbele oo blijft slechts in goochelen (gochelen kan niet naast rochelen), looche nen en goochem); ook in strootje, hooien enz. waar de o niet geacht wordt op het eind van een lettergreep te staan. Ziedaar de eenvoudige regel voor deze let ters. En denk daarnaast nu eens de uitge breide regeling van de Vries en te Winkel en welke ons toch nog ieder oogenblik in dubio laat. 2. De ie-kwestie is aldus opgelost: In Nederlandsche en daarmee gelijkge stelde woorden wordt de ie-klank door ie en niet door i aangeduid (kieviet, biezonder, afgodies. In open lettergrepen van vreemde en bastaardwoorden blijft de iindividu, solide, alibi, naiveteit. Op het eind van bastaardwoorden schrijft men ietraditie, genie, Februarie, natie. De eenige moeiiijkheid is hier dus het on derkennen van Nederlandsche en vreemde bastaardwoorden. Wie bijv. familie als 'n bastaardwoord beschouwt, zal het zoo moe ten schrijven; vindt men het 'n Neder- landsch woord dan moet het famielie zijn.' 3. Den uitgang -lijk kent de nieuwe spel ling niet. De toonlooze klinker wordt in de uitgangen -lik en -liks gewoonlik (evenals monnik) dageliks. 4. Sch wordt alleen dan geschreven, wanneer men na de s de ch uitspreekt schip, schoon. Anders eenvoudig s mens, vis, hollandse. In schrijven, schrikken, wordt de ch soms wel in de uitspraak weggemoffeld, maar hij behoort er toch in en blijft dus ook in de spelling. Ook eenige andere medeklinkers, die niet uitgesproken worden, moet men schrappen: tans voor thans, ert voor erwt. 5. De n en s worden niet als „tussenlet ters" geschreven, wanneer ze in de be schaafde uitspraak niet worden gehoord hondehok, zedeleer, oorlogschip; natuurlijk wèl: toetssteen en tegennatuurlijk waar de n of s geen tusschenietter is. 6. In bastaardwoorden schrijve men k in plaats van de k-klank aanduidende c lokomotief, direkteur f in plaats van ph: fotograaf, fantasie. r in plaats van rhrododendron, retorika. e in plaats van ae: ether, pedagoog. Aan vreemde woorden wordt niet geraakt. Het gaat er dus ook hier slechts om, de vreemde en bastaardwoorden van elkaar te onderkennen. Wat gemeenlijk niet moeielijk is. Ten overvloede is een lijstje opgesteld van vreemdelingen die als burger zijn er kend. 7. Wat de verbuiging betreft, ook hier richt men zich geheel naar de beschaafde uitspraak. Men schrijve dus de, hem, hij, zijn wanneer men de, hem, hij, zijn zegt: zet de stoel in de hoek; de kachel is uit, maak hem ('m) aan. Deze regel zal wel cle allerminste moeie lijkheden ondervinden - nu reeds wordt er met de geslachten allerzonderlingst omge sprongen; van heel wat „vrouwelijke" din gen wordt „hij" en „zijn" geschreven, gelijk het ook gezegd wordt; en de n van den man- nelijken verbuigingsuitgang, welke ongeveer nooit uitgesproken wordt, pleegt de zuiverste de Vries-en te Winkel-aar met 'n zeer du bieus haaltje aan te duiden, dat voor n kan doorgaan of niet, 'n goedaardige, onderlinge fopperij. De nieuwe spelling zegt onzijdig zijn de woorden, die het tot lid woord hebben, mannelijk zijn de woorden, die in het enkelvoud door hij kunnen wor den aangeduid (man, hond, kat, tafel, stoel), vrouwelijk zijn de namen van vrouwelijke personen (meid, gravin, werkster). Ziedaar, zoo kort mogelijk, de regels der nieuwe spelling. Wij gaven ze ter kennisne ming, ter overdenking enter toepassing. De oorlog. B e r 1 ij n, 2 2 Sept. (Korr. Norden.) Uit Brussel wordt aan de Hamburger Nachrich- ten geseind, dat de berichten uit Havre, Pa rijs en Londen de mededeelingen in ver schillende brieven van soldaten van het front aan de Yser bevestigen, dat de Gealli eerden van af 1 October tot nader order geen gebruik meer zullen maken van daad werkelijke medewerking van het Belgische leger. De Geallieerden zijn van meening dat de Belgen in de dertien maanden, die de oorlog duurt, zich genoeg opofferingen ge troost hebben voor de gemeenschappelijke zaak en nu geruimen tijd rust verdienen. De Belgische troepen zullen naar alle waarschijnlijkheid van het front worden te ruggetrokken en hoofdzakelijk door Engel- schen en hun hulptroepen worden ver vangen. B e r 1 ij n, 2 3 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Begunstigd door het heldere weder, heerschte op het geheele front eene zeer krachtige werkzaamheid van wederzijdsche artillerie en vliegtuigen. Een aanval, die scheen gemunt te zijn op de stelling aan het kerkhof van Souchez, kwam in ons vuur niet tot uitvoering. Een vijandelijk vliegtuig stortte brandende neer in ons vuur ten noorden van Saint-Me- nehould.'Een ander vliegtuig moest na een strijd in de lucht ten zuidoosten van Vou- ziers landen. De bemanning werd gevangen genomen. Boven Pont-a-Mousson schoot een Duitsche vlieger in den strijd met 2 Fran- schen het eene vliegtuig neer, dat brandend neerkwam tusschen de Duitsche en de Fran- sche linie. Parijs; 23 Sept. (Havas.) Narmddag- communiqué. De vijandelijke artillerie bombardeerde de Fransche stellingen in de streek van Roclin- court en Fransche loopgraven -ten zuiden van La Scarpe. De Fransche artillerie ant woordde krachtig. Eenige gevechten van loopgraaf tot loopgraaf werden gevoerd in de streek van Neuville. De Franshe artillerie richtte een krachtig en werkzaam vuur op het front ten noorden en ten zuiden van de Aire en ook tegen Beuvraignes. In Champagne ontplofte een Duitsche mijn ten noordwesten van Perthes, zonder belang rijke schade te veroorzaken. Het vuur van de Fransche batterijen deed verscheidene mu nitiebergplaatsen springen. In de Argonne bombardeerden de Fran- schen herhaalde malen gedeelten van de vij andelijke liniën, waar werken werden uitge voerd. De Duitsche artillerie antwoordde zwak. Er was artillerie-aactie over en weer op de Maashoogte en tusschen Maas en Moe zel, vergezeld van gevechten met bommen, torpedo's en granaten te Vauquois en Epar- ges. P a r ij s, 2 3 Sept. (R.) Namiddagcom muniqué. Het artillerieduel was zeer hevig op het geheele front en was vermengd met mijnont- ploffingen en bommenstrijd. Er werd veel schade aangericht aan de Duitsche verster kingen. Fransche luchtschepen en vliegtuigen bombardeerden effectief een aantal stations en kampementen. De Duitschers wierpen brandbommen in Atrecht en omstreken en veroorzaakten verscheidene branden, die snel gebluscht werden. B e r 1 ij n, 2 3 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Legergroep Hindenburg. Ten zuidwesten van Lennewaden is de strijd nog niet ten einde gebracht. Bij onzen tegenaanval wer den gisteren 150 gevangenen gemaakt. Ook ten westen van Dünaburg gelukte het in eene Russische vóórstelling te dringen. 17 officieren, 2105 manschappen en vier ma chinegeweren vielen in onze handen. Te- gen-aanvallen tegen de door ons ten^zuid- oosten van Dünaburg genomen liniën weer den afgewezen. Het verzet der Russen ten noorden van Osjmjana tot ten oosten van Subotniki aan de Gawia is gebroken. Onze troepen ver volgen den terugwijkenden tegenstander, die meer dan 1000 gevangenen achterliett, De rechtervleugel strijdt nog ten noorden van Nowo Grodek. Legergroep Leopold van Beieren. Ten westen van Walowka is eene Russische stel ling genomen. Daarbij zijn drie officieren en 380 man gevangen genomen en twee machinegeweren buit gemaakt. Verder naar het zuiden is de toestand onveranderd. Legergroep Mackensen. Ten noordoos ten en ten oosten van Logisjin wordt ver der gestreden. Zuidoostelijk oorlogstooneel. De toestand is onveranderd. Weenen, 23 Sept. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het front van Oost-Galicië is de dag over 't algemeen rustig verloopen; er had den slechts gevechten plaats van vooruitge- brachte afdeelingen. Aan de Ikwa en aan de Styr kwam het op verscheidene plaatsen tot vrij hevige ge vechten. Zoo werden ten zuidoosten van Nowo Poczajew twee Russische aanvallen bloedig afgeslagen. Een vijandelijk infante- ri&-regiment, dat des nachts in de nabijheid van den Ikwa-mond over de Styr vooruitge drongen was, moest na een door onze troe pen uitgevoerden tegenaanval onder groote verliezen op den oostelijken oever terug gaan. Onze afdeelingen, die zich tot dusver ten oosten van Luzk bevonden, werden terugge nomen in stellingen aan den westelijken oever van de Styr. Weenen, 23 Sept. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het zuidoostelijk oorlogstooneel zijn geene gebeurtenissen van belang voorgeko men. Weenen, 2 3 S e p t (\\7. B.) Officieel bericht van heden middag. In het Tirolsche grensgebied warejn ver scheidene gevechten. Aanvallen van zwak kere Italiaansche afdeelingen in het Tonale- gebied en ten noorden en oosten van Con- dino werden afgewezen. De hoogvlakten vair Vielgereuth en Lafraun staan weer onder het vuur van de vijandelijke zware artillerie. Onze bezetting van- de Monte Coston, die dezen ver over onze liniën gelegen grensberg maandenlang tegen een in gestalsterkte be langrijk overmachtigen tegenstander hand haafde, ontruimde heden in de vroegte hare nu door eene meer dan tienvoudige overmacht aangevallen en haast omsingelde stelling. De artilleriegevechten in het Dolomieten- gebied duren met gToote hevigheid voort. Aan het Karintische front beproefde eer gisterenavond eene afdeeling Alpini aan den Monte Peralba door te breken; zij werd met verliezen teruggeworpen». Aan het kustlandsche front bepaalde de De ondervinding laat een pijnlijk litteeken achter. Rpman van IS. TEIRLINCK. En andere nog kwamen bij, immer bij, al tijd meer, onverpoosd. De twee katers op den stoel bleven roerloos en sliepen! Geen enkel plekje, geen duim op den vloer bleef vrij. Men hoorde ze krijzelen en wroetelen, kruipen en krinkelen, onder het bed, onder de kasten, onder den koffer, onder de stoe len. Eenige klommen langs den muur, langs sporten en pikkels, langs venster en deuren.. Daar gleden zij over de twee katers, die im mer roerloos bleven en sliepen! Ginder hup pelden zij over het kofferdeksel, daar kna- gelden zij boven en in de kasten, hier klau terden zij langs de bedstijlen en wipten zij over de dekens! Door uiterste vrees aangejaagd, greep de y.rouw haren man vast, die, met openge- sparde oogen, het verschrikkelijk schouw spel gadesloeg, en ze riep: „Ze zullen ons opeten, man ach I ze lullen ons opeten I" Hij veeg en blikte strak naar eene rat, 'die recht naar hem toeschoof. Met eenen handslag wilde hij ze van het bed doen tui melen: wonderlijk! hij sloeg enkel de lucht! Het beest was van vleesch nocTi been! Tien, twintig ratten kropen reeds over het deksel. Daar vouwde de vrouw hare handen samen en huilde: „Jeezes-Maria! staat ons bij!" En ze maakte een kruis en begon luid op te bidden. De macht van het kruis was groot: plots, met ijselijk gepiep en geknars vlogen al de ratten weg. Des anderen daags trokken man en vrouw naar de pastorij. De herder vergezelde hen naar de hoeve. Hij belas de slaapkamer, de keuken, den zolder, den kelder, de stallen, de kotten. Sedert dien spookte het niet meer Wel ontmoette men later, in schuur en koekrib, eenige ratten nog, maar het waren duivels noch tooveressen enkel hongerige waterdieren, die, der Keibeek ontvlucht, naar een hapje voedsel zochten. De hoeve toch behield den naam van Rattenhof. Zoo heeft menige plaats in Vlaanderen zijne wonderbare geschiedenis bij ons volk. In den morgen van dienzelfden hooidag werd op het Rattenhof gekernd. De kern van stevig, wit geschuurd essenhout stond in het schotelhuis, te gen den muur, nevens den blauwen goot steen, en buiten, in den tuin, onder een af dak draaide een groot wiel, dat den staf dei- kern, bij middel van een tandraderwerk, ge stadig om en weer in de melk rutselde. Dit wiel, zoo hoog als de muur van het schotelhuis, had een eigenaardigen vorm: het was veeleer eene schijf, met breeden boord en zonder SDaken. Het gingr rond, rond, traag en regelmatig, doch immer rond. Turk, de groote huisdog, stapte, gelaten en geduldig, zonder knorren of bassen, in het tree wiel en deed het ronddraaien. Tot dit werk had men hem afgericht, en hij waagde niet de minste poging om de hem opgelegde taak te ontvluchten. Het geluid eener draaiende kern is ken schetsend: het is eene gerytmeerde menge ling van verschillende geruchten, voortge bracht door het wentelen en krijschen van staf en radertanden, door het kringelen en schuiven van as en wiel, door het gebots en geklots van de stremmende melk. Van verre hoort de dorpeling, dat men op eene hoeve kernt en er de boter maakt. Bij cle boeren is het kernen ook een zeer gewetensvolle arbeid, het werk van iederen werkdag, dat immer onder de aandachtige leiding van eene vrouw van den huize ver richt wordt. Want veel hangt van die bewer king af: de waarde der boter is de maatstaf, waarmede men buiten de pachters meet. Eene hoeve, waar men geene goede boter maakt, en welke de hoogste prijzen der markt niet wegneemt, wordt weinig geschat. Op zulke hoeve ontbreken orde en goede schik king. Als men zegt: „Op dat hof maakt men malsche boter," zoo geeft men den groot sten lof, welken men toezwaaien kan. Dat het niemand verwondereZonder goede melk geene fijne boter; zonder goecle stallen geene goede melk; zonclsr goed bebouwde akkers en goed verzorgde weiden, geene goede koeibeesten; zonder wijs be heer niets van dit alles! Het eene zonder het andere kan niet bestaan l En welke behoedzaamheid en voorzorgen vóór, gedurende en na het kernen! De zui verheid gaat hier boven alles: zuiverheid in het melken, in het zijgen netheid voor al het gerief, dat men gebruikt, voor zijgdoek en -kom, voor zaanteil en -vat, voor kern en kuip, voor schotels en akers netheid voor armen en handen, die de boter bewer ken! En terwijl de staf de melk schudt en slaat, dient er vooral opgepast: warm water moet in de kern gegoten, genoeg, maar niet te veel; op behoorlijken tijd dient er gezien te worden, of de boter zich scheidt en klon tert, of de stremming geëindigd isJa, ja, het boteren is een zeer gewetensvol werk, dat eene zorgende boerin aan de meid niet toevertrouwen mag: het .oog, de hand. de gedurige aandacht van de meesteres alleen kunnen dat voorname werk der Vloancler- sche hoeve doen gelukken. Hier, op het Rattenhof, werd alles verricht door Manda, de eenige dochter van boer Penninck, die ook eenen zoon heeft, Remi, welke, op dezen Donderdag, ter weekmarkt van Oudenaarde gegaan was. Wellicht was cle boter, op dit oogenblik, gansch gescheiden; want de meid Bello liet Turk uit het treewiel, terwijl Manda het dek sel en den staf van de kern wegnam. Zie eens, welke prachtige deerne die Manda is, nu dat ze de mouwen om de malsche armen opslooft, zich over cle kern buigt, met de lin kerhand op den boord van het vat leunt en met de andere de zwemmende boter verza melt tot klompjes, welke zij in den houten schotel nevens haar kletst. Bij den eersten oogslag stelt gij vast. dat hare gestalte boven die der gewone meisjes reikt en al hare lichaamsdeelen goed geëveniedigd zijn. Ja, het is eene uitnemend schoone meid, sterk gebouwd, met spieren in armen en kuiten, met bloed in de wangen, met vooruitsprin gende heupen en borsten. Bruin, doordrin gend zijn hare oogen, lang hare wimpers, dicht en lief gebogen hare wenkbrauwen, pikzwart glimmend hare haren, welke, boven het breede voorhoofd in twee blessen plat gedrukt, naar achter en boven in zware vlechten op elkander liggen. Eenvoudig is hare kleeding: een net gestreken katoenen bloemig jakje, een gestreepte groene rok, een geruite voorschoot, bruinzwarte kousen in de lage blinkende holleblokken. Zeker, de twintig-jarige Manda Penninck is een ferm buitenkind, met voorliefde gevormd door lucht en licht en zonne! Een kenner alleen zou misschien een enkele vlek kunnen aan wijzen: haar gelaat is niet ovaal genoeg, een weinig te rond en te bolwangig. De boter ligt in gouden ballen in den scho tel op den gootsteen. En nu neemt Manda een groote houten spadel en begint met dezo te duwen en te slaan, te kneden en te druk ken, ten einde de boterdeeltjes vaster ter vereenigen en alle melkdropjes en lucht- blaasjes te verwijderen. Heviger wordt da blos van des meisjes wangen en eenige hel dere zweetpaarlen glinsteren op haar voor hoofd; want hier zelfs, in dit vochtig schotel huis, waar nooit de zon in kijkt, is de lucht^ op dezen voormiddag, loom en heet. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1