Kaai hei laiii van belofte
R".
Vrijdag 1 October 1915.
B UITEN LAN D.^
FEUILLETON.
N° 80
14do Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
pM 8 maanden voor Amersfoort •- f 1*00»
Idem franco por post
Per week (met gratis verzekeriag tegen ongelukken) U.iw.
Afzonderlijke nummers
Wekelijks bijvoegiel Bde Bollandsehs Buispriuur (onder redaotie
Tan Thérèse ran Horen) per 8 mnd. 50 ets.
Adrertentiën gelieve men liefst vó<5r 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te renden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.50.
Elke regol meer 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents b(J vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
"Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordoolige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eone circulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
HINDERWET.
Bwgemeester en Wethouders van Amersfoort;
Gelezen het verzoek d.d. 31 Juli van de fa. H.
Van Kuijk Co. alhier, om vergunning tot het
^Uitbreiden Van eene inrichting voor machinale
houtbewerking, door plaatsing van een Hornsby
Stockport zuiggasmotor-installatie van 12 P.K.
yoor het in beweging brengen van een lintzaag,
twee cirkelzagen, een schaafbank en een frais-
machine, in het perceel alhier gelegen aan de
Muurhuizen no. 91, kadastraal bekend als Sec
tie E no. 4373
BESLUITEN
De beslissing op voormeld verzoek te verda
gen, op grond dat het ingestelde onderzoek nog
niet is volbracht.
Amersfoort, 24 September 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDwIJCK.
Politiek Overzicht
Oe wereldstrijril in net
oosten.
Wij zijn op het oostelijke oorlogstooneel
gewend aan een snel verloop van de krijgs
handelingen. Toch gaat dit verloop, in de
schatting van velen, nog niet snel genoeg.
Na de verrassende snelheid, waarmee de
Russen gedwongen zijn tot de ontruiming
van Galicië en van het voormalige Russische
Polen, verbaast men zich, clat het te
rugdringen van de Russische legers nu
in een langzamer tempo geschiedt. Men
verliest daarbij uit het oog, dat de Rus
sen nu snijden op hun eigen gebied en daar
door uit den aard der zaak iets voor hebben
op de tegenstanders, die een uitgestrekt
hun tot dusver onbekend gebied hebben te
verkennen en in hunnen strijd tegen een vij
and, die hen in terreinkennis de baas is, nog
bovendien de groote moeielijkheden, die de
gesteldheid van het terrein hun biedt, moe
ten te boven komen. Een andere factor, die
in rekening moet worden genomen, is de
veerkracht, die de Russische strijdmacht nog
altijd blijkt te bezitten, ondanks de ontzetten
de slagen, die zij heeft geleden. Het sterkst
sprekende voorbeeld daarvan levert het
krachtige offensief, waartoe de Russen in
Wolhynie en aan de Galicische grens in
staat zijn gebleken: De nadere berichten
daarover hebben ons de oplossing gebracht
van het raadsel van Luzk. De stad is een
korte poos in Russische handen geweest, om
dat het raadzaam werd geacht achter de li
nie van de Styr terug te gaan De vesting
werken zijn echter niet prijsgegeven. Nu is
het Russische offensief gebroken en bevin
den zij zich weder in vollen aftocht. Luzk is
weer vast in handen van de Duitsch-Oosten-
rijksche strijdmacht, die op dit deel van de
uitgestrekte linie opnieuw aan de winnende
hand is.
De toestand op de overige deelen van het
uitgestrekte Russische front wordt in de cor
respondentie Heer und Politik aldus ge
schetst
„De Russische tegenstand tusschen Wilna
en Minsk kon, ondanks het tijdelijke succes
van de Russische wapenen bij Wileika ons
vooruitdringen niet ophouden. Wileika ligt
aan de Wilia, die van deze stad af bevaar
baar wordt, op dezelfde hoogte als Smorgon,
en wel ten oosten daarvan. De Wilia vormt
hier een naar hei zuiden gerichten boog, die
de gevechten op deze plaats beïnvloedt. De
Duitsche troepen hebben op dit gedeelte van
het slagveld de lijn Soly—Qlsjany—Ivoje
Nowo Grodek overschreden. Al deze plaat
sen liggen in de richting van noord naar
zuid bijna rechtlijnig. De Duitsche zege
vierende opmarsch geschiedt hier ondanks
den hardnekkigen tegenstand van de Russen
in de richting SmorgonWisjnewSaberc-
sinaDjeljabitsji, waar de Béresina in de
Njemen valt. Om vergissingen, te vermijden,
zij er op gewezen, dat deze Beresina niet de
groote Beresina is, die uit de- tijd der oor
logen van Napoleon een wereldhistorischen
naam heeft gekregen; men heeft hier te doen
met de kleine Beresina, een rechter zij-
stroom van de Njemen.
De nieuwe linie, die hier door de voor
naamste plaatsen wordt aangeduid, gaat oos
telijk naar den bovengenoemden weg Soly
IwjeNowo Grodek en verder naar Minsk.
De Russische tegenstand op deze piek is
evenals die verder naar het noorden en ook
in het zuiden aan de Sereth en in Wolhynië
in de eerste plaats te verklaren uit de scher
pe bedreiging, die de groote overwinning
van de Duitsche troepen bij Wilna voor hei-
Russische leger schept. Het is niet de hoop
op eene overwinning geweest, die de Rus
sische maatregelen bepaalde, maar slechts
de wensch, zich aan de insluiting te onttrek
ken of haar althans op te houden. In hoever
de Russen dit plan bereikt hebben, zal de
toekomst leeren; in ieder geval blijkt, dat zij
altijd nog over steike krachten beschikken,
om op bedreigde plaatsen met groote mas
sa's te kunnen ingrijpen."
Deze schrijver is van oordeel, dat de te
genstand van de Russen hen niet baten zal.
Zij kunnen de vernietiging van hunne legers
door tijdige tegenstooten ophouden, maar
het eindsucces kunnen zij daardoor niet be
halen; het is, naar zijne meening, verloren
moeite voor de Russen hunne krachten voor
dezen tegenstand te organiseeren, want de
overwinning kunnen zij toch niet behalen.
Die meening blijft natuurlijk voor zijne reke
ning. De verdere loop der gebeurtenissen
zal daarover uitspraak doen. Over den strijd,
dien de legergroep van prins Leopold van
Beieren ten zuiden van het hierboven ge
noemde gebied heeft te voeren, zegt hij:
„De Russen beproefden ten noorden van
Korelitsji hevigen tegenstand te bieden; zij
konden echter niet de bestorming door de
Duitschers beletten van de stad Regnie-
witsji, die ten noorden van Korelitsji ligt.
Daar deze stad tegelijk ten noordoosten van
Nowo Grodek ligt, blijkt daaruit hoe groot
de Duitsche vorderingen ten oosten van No
wo Grodek zijn. Ook verder zuidelijk wer
den groote successen behaald bij het be
langrijke spoorwegkruispunt Baranowici. Hier
ging de Duitsche aanval tegen den westelij
ken oever van de Szczara verder. Ten zui
den van Baranovici werd de stad Lipok be
reikt, die ligt aan de plaats van de Szczara,
waar zij, van hare bron uit van noord naar
zuid vloeiende, zich naar het westen wendt
naar den hierboven vermelden boog. Ook
hier kon de Russische tegenstand het Duit
sche leger niet verhinderen, vooruit te drin
gen."
De oorlog.
B e r 1 ij n, 3 0 Sept. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De vijand zette zijne doorbraakpogingen
slechts in-Champagne voort.
Eene ten zuiden van den weg Meenen
/peren door twee Engelsche compagnieën
bezette stelling is opgeblazen.
Ten noorden van Loos maakte onze tegen
aanval langzaam vorderingen.
Ten zuidoosten van Souchez gelukte het
den Franschen op twee kleinere plaatsen in
onze linie te dringen. Daar wordt nog ge
streden. Een Fransche partieele aanval ten
zuiden van Atrecht werd gemakkelijk afge
wezen.
Tusschen Reims en de Argonne was de
striio verbitterd. Ten zuiden van Sainte Marie
a Py brak eene vijandelijke brigade door onze
voorste loopgraafstelling. Zij stuitte op onze
reserve, die in den tegenaanval den vijand
800 gevangenen ontnam en de rest vernie
tigde.
Alle Fransche aanvallen tusschen den weg
SommepySouain en den spoorweg Challe-
raugeSainte Menehould werden gisteren,
gedeeltijk in een verbitterden bajonetstrijd
onder zware verliezen voor den vijand afge
slagen.
Heden morgen viel een sterke vijandelijke
aanval ineen aan het front ten noordwesten
van Massiges. De aan het flankeerende vij
andelijke vuur sterk blootgestelde hoogte
191 ten noorden van Massiges ging verloren.
Op de overige fronten hadden artillerie-
en mijngevechten plaats van afwisselende
sterkte.
P a r ij s, 3 0 Sept. (Havas). Namiddag
communiqué.
De Duitschers hebben in Artois slechts
gereageerd door een zeer hevig bombarde
ment van de nieuwe Fransche stellingen
ten oosten van Souchez.
In Champagne kregen de Franschen voet
op verscheidene punten in de loopgraven
van de tweede Duitsche verdedigingsstelling
ten westen van den Tahure-heuvel en van
de hofstede Navarin. Op dit laatste punt gin
gen eenige elementen van de Fransche troe
pen de vijandelijke linie over en drongen
verder door; maar deze vooruitgang is niet
gehandhaafd kunnen worden wegens het ar
tillerievuur aan de versperringen en het he
vige flankeeringsvuur.
De Franschen houden stevig vast de ten
zuiden van Ripolt veroverde punten van de
tweede linie. Zij breidden de verovering van
de eerste vijandelijke stelling uit en vol
tooiden die, door aan den vijand het be
langrijke steunpunt, genaamd „week van de
nederlaag' te ontnemen. De nacht was rus
tig op het geheele front.
Ondanks de allerongunstigste atmosferi
sche omstandigheden, bombardeerden giste
ren Fransche vliegtuigeskaders de gemeen-
schapslijnen achter het Duitsche front. Er
werden bommen geworpen op de stations in
het Suippe-dal, Vazaucouri, Warmeriville,
Pont Faverger, Saint-Hilaire le Petit, alsme
de op eene op marsch zijnde colonne bij
Sommepy.
P a r ij s, 3 0 Sept. (R.) Avond-communi
qué.
Onze zware artillerie in België steunde de
Britsche vloot tegen de kustbatterijen.
Er is nu vastgesteld, dat 121 Duitsche zwa
re en veldstukken zijn veroverd alleen in
Champagane.
Sedert den 25en September is er geen
strijd van beteekenis in Artois geweest. Wij
gingen voort veld te winnen in Champagne,
ten noorden van Mesnil, --n verder naar het
oosten tusschen heuvel 199 ten noorden van
Massiges en den weg van Ville sur Tourbe
naar Cernay, waarbij wij nieuwe gevangenen
maakten. De Duitschers kregen door een te
genaanval weer voet in het „werk van de ne
derlaag"; maar een tweede allerhevigste te
genaanval in denzeliden sector werd geheel
teruggeslagen met zwaar verlies.
Een vliegtuigeskader wierp 72 bommen
neer in het station Guignicourt en keerde be
houden terug.
B e r 1 ij n, 3 0 Sept. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Legergroep Hindenburg. Ten zuiden
van Dünaburg is de vijand in de meerengten
ten oosten van Wesselowo teruggedrongen.
Cavallerie-gevechten tusschen het Drys-
wjatymeer en de streek van Postaury waren
voor onze divisiën succesvol.
Ten oosten van Smorgon is de vijandelijke
stelling in storm doorgebroken. Er zijn 1000
gevangenen, waaronder 7 officieren, ge-
maak t 6 kanonnen en 4 machinegeweren
werden buit gemaakt. Ten zuiden van Smor
gon duurt de strijd voort.
Legergroep Leopold van Beieren. Par
tieele aanvallen van den vijand tegen vele
deelen van het front werden bloedig afge
wezen.
Legergroep Mackensen. De toestand is
onveranderd.
Legergroep Linsingen. De Russen zijn
aan de Boven Kormin in Oostelijke richting
terug geworpen. Er zijn omstreeks 800 ge
vangenen gemaakt. Er zijn twee Russische
vliegtuigen neergeschoten.
Weenen, 30 Sept. (W.B.) Officieel
bericht van heden middag:
De toestand in Oost-Galicie, aan de
Ikwa en de Poetilowka is onveranderd.
In het moerasland van de Korminbeek
hebben de verbonden troepen verscheidene
steunpunten in storm genomen, waarbij zij
4 Russische officieren en 1000 man gevan
gen nomen. Er werden twee vijandelijke
vliegtuigen neergeschoten.
De Oostenrijksch-Hongaarsche strijdkrach
ten in Litaucn hebben aanvallen van de
Russen afgeslagen. De gevechten leidden op
verschillende plaatsen tot een strijd van man
tegen man; de vijand leed zware verliezen.
Petersbuarg, 30 Sept. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
raien staf.
Op het front in de streek van Riga waren
eenige onbeduidende Duitsche aanvolspo-
gingen. De Duitschers, die trachtten zich te
versterken aan den oostelijken oever van
een riviertje in de streek van Kemmern,
werden naar den anderen oever terug ge
worpen. De Duitschers vielen eveneens het
kerkhof bij het dorp Veszrose ten noord
westen van Brishollen aan, maar zij weiden
hier ook terug geworpen.
Bij Dwinsk is niets van belang gebeurd.
Het infanterie-offensief van den vijand ten
zuiden van het Dristratymeer werd gestuit
door een charge van onze cavallerie. Op
het front ten zuiden van het Boginskimeer
liepen vele gevechten op ons voordeel, uit.
Op verscheidene plaatsen gingen onze troe*
pen een weinig vooruit naar het westen.
In de streek van het dorp Lioebki ten zui
den van het Narostmeer werd de vijand
door onzen krachtigen stoot terug gewor-
p.en; hij trok zich in wanorde terug.
Een gevecht bij het dorp Danioesjewo
aan de Wilia beneden Smorgon eindigde in
ons voordeel. De vijand trachtte aanvallend
op te treden, maar zonder succes.
Op het front KrevoKrosjin, ten noord
westen van Baranowicz, aan de Boven
Szcazara en het kanaal van Oginski waren
talrijke plaatselijke gevechten, die volstrekt
geen belangrijke wijziging brachten in den
algemeenen toestand.
In de streek van de Midden Styr bij Czar-
torysk en ten oosten van Kolki duren de
gevechten voort. De vijand werd verdreven
uil het dorp Koelekowicz aan de Styr boven
Czartorysk. Ook werd door ons hernomen
het dorp Kochichtsje ten oosten van Kolki,
waar wij 5 officieren en 100 soldaten ge
vangen namen.
Ten oosten van Luzk, dat wij twee dagen
geleden prijs gaven, heeft een buitenge
woon hardnekkig gevecht plaats gehad in de
streek van het dorp Silno. Door een aanval
van den vijand moesten onze troepen zich
uit eenige sectoren terug trekken. Door her
haalde tegenaanvallen tegen het dorp Tzoe-
man, ten zuiden van Silno, gelukte het ons
echter vooruit te komen en den vijand uit
zijne loopgraven te verdrijven. Een tegen
aanval van den vijand in de streek van het
dorp Karpilovka, bij het dorp Tzoeman, werd
terug geslagen.
Geen grooter succes hadden de aanvals-
pogingen van den vijand in de streek van
hel dorp Tzebrowa, ten noordwesten van
Tarnopol en ten zuidoosten van Kozlow.
Onze cavallerie-afdeelingen hadden ver-
scheidené gevechten met de voorhoeden
van den vijand in de streek van de dorpen
Niemand weet hoeveel hij kan, voordat hij
het heeft beproefd.
Roman van
IS. TEIRLINCK.
„O neen, zij nietneen, zij nietf Zij
was eene martelares!Maar de anderen,
al de anderen al de mannen, slechteriken
en schelmenl"
Hij knarsetandde en dreigde met de vuist.
„Wind u zoo niet op, OsmaartZij
trachtte hem te bedaren; maar hij ging wil
der voort:
„Dezen morgen in het Lischboschje heb ik
hem gezienEn hij sprak met uheeft
u iets gevraagd, iets leelijks, niet waar?"
Zij bloosde.
„Ja ja, iets leelijksik heb het niet
gehoordmaar gij hebt hem met ver
achting bezienEn gij hadt gelijk: zulke
schelmen moet men verachten!''
„Hal gij waart daaren gij hebt ge
luisterd?" berispte zij.
„Afgespied? Neen, ik heb gewaakt, Manda.
Nu zijt gij sterk en struisch, struisch en
kloekmaar ik heb u zoc klein gezien.
och zoo kleinMag ik niet waken
Bn daar zij niet antwoordde:
„Ik moet waken, Manda, en ik zal!" be
vestigde hij. „Ik stond op den boomgaard,
bij de mijt, die wij makenIk wist dat gij
in het Lischboschje waart bij uwe vogels
en bij uwe bloemen! Gij hoort ze ge erne
zingen en ziet ze geerne bloeien. Gij hebt
gelijk, kind ik zag hem naar het boschje'
trekken.en ik heb tot mij zeiven gezeid:
Die kerel zou wel slecht willen doenEn
ik heb gewaaktIk had eene vork bij
mijen ik zou ze door zijn leelijk lijf ge
stampt hebben, hadde hij u iets misdaan!"
„Osmaart tochl" paaide zij.
„Door zijn lijf zou ik ze gestampt hebben,
zeker!Hij heeft u niets misdaan, maar
veel miszeid!"
„Gij hebt het dus gehoord?" vroeg zij op
nieuw en zij bloosde weer.
„Gehoord? neen! Maar ik weet het toch!...,.
Al die heeren met geld en goed, al die
markiezen en bankiers, 't zijn al smeerlap
pen I"
„Oontviel het haar berispend.
„Ja, ja, 't zijn al smeerlappen!En als
ge weg waart, is hij blijven staanf hij heeft
iets gemompeldik ben stillekens dichter
gekropenen zijn leste woord heb ik ge
hoord 1"
Zij luisterde aandachtiger.
„Hij zei, met nen vloek ef tusschen, 'die
hooveerdige boerendochter..,, dat zal ze
mij betalen P
„Zei hij datT* vroeg zij nadenkend.
„JaEn dat woont in ons huis, in
mijn huis, zei hij nog, dat zal ze mij be
talen en hij vloekte schrikkelijk
dat zal ze mij betalen I"
„In zijn huissprak Manda den knecht
na en dieper nadenkend keek zij op den stal-
vloer.
„Pas op, pas toch op!" waarschuwde op
nieuw de knecht. „Ik ken al die heeren met
geld en goed, al die markiezen en bankiers
het zijn al vuile gasten I"
Zij schoot uit hare mijmering op, bezag
half lachend den kreupele en zei bedaard:
„Zij maar gerust, Osmaart, ik zal voor mij
wel zorgenl"
„Zult ge?" vroeg hij rap. „Ja, als ge wilt,
kunt ge," voegde hij er bij. ,Gij zijt niet al
leen braaf en goed, maar kloek en sterk.
Met u zal men het zoo gemakkelijk niet
doengij zijt sterk, heel, heel sterk,
Manda!'
„Ja, dat ben ik," stemde zij toe.
„Laat mij zeggen, kindIk spreek niet
altijd zooveelmaar nu wil ik spreken.
Gij moogt niet vallen, Manda, gij moogt niet
ongelukkig zijn!"
„Dat wil ik ook niet, Osmaart," besloot zij.
„Gij zijt kloek en sterkmaar goud is
nog sterker, Manda," zei de dienstbode.
„Goud!" spotte zij.
„Lach er niet mee, kindsterker is het
goud! Zooveel zijn er door gevallen
Meleke I"
„Zwijg over Meleke!" gebood zij. Zij wilde
heengaan. Hij hield haar terug.
vBlijf nog een oogenblik," smeekte hij.
„Meleke kent ei]..;, zij leeft nog! Maar
er zijn er dood, die gij niet gekend hebt,
kindHet goud heeft ze doen vallen
De markies heeft zijne vrouw toch zooveel
verdriet aangedaan want het was ook
zoo'n leelijke kerel!"
„Osmaart, schiet toch zoo niet uit!" zei
ze ruw, terwijl zij uit den stal wilde.
„Blijf, Manda, ik moet u nog iets zeggen..."
Hij scheen te aarzelen, toch voleindde hij:
„Ja, de markies kende ook geen schaamte
noch eer maar hij heeft er voor geboet-
de duivel zal zijne ziel hebben!"
Woest klonken de laatste woorden; on
willekeurig deden zij Manda ijzen. Neen, nog
nooit had zij Osmaart zoo gezien
„Wat wat had hij gedaan?" ontsnapte
het haar.
„Wat hij gedaan had?" Zijne oogen gin
gen wijd open, hij beet op de tanden, dat ze
kraakten. „Hij had een vrouw verleid.geen
jong meisje, een getrouwde vrouw Haar
verleid, door valsche beloften, door zijne
macht, door zijn goud I"
„Welke vrouw?"
Die natuurlijke vraag ontnam hem in eens
de spraak; met open mond gaapte hij haar
aan. Eindelijk antwoordde hij schuchter, met
zachtere stem:
„Zegde ik dèt?Heeft hij een getrouw
de vrouw verleid Welke vrouw?
Neen, zeker, ik weet het niet meer, Manda,
ik weet het niet meer."
Zijn hoofd zonk op zijne borst een en
kel oogenblik. Hij hief den blik opnieuw en
vervolgde immer gejaagd:
„En toch heeft hii er eene verleid eene
getrouwde vrouw!Hij was schuldig
maar zij ookZij ook was schuldigzij
ook heeft geboetGod heeft ze gestraft
alle twee
„Hoe, Osmaart
„Dood, kind, doodAlle twee dood en
alle twee vergeten!" Naar en dof klonk nu
zijne stem en zijne oogen werden vochtig.
Zij zag hem denkend, ondervragend aan. Zij
begreep den armen knecht niet al te goed
gewoonlijk sprakeloos en nu zoo hitsig
en woest uitvallend. Toch gevoelde zij, dat
zijn gemoed diep geschokt was en in zijne
heftige taal hoorde zij een sombere wan
hoop trillen.
Nog eens waarschuwde hij:
„Let op hij zal u kwaad willen
Daarna greep hij den melkaker uit hare
hand en trok hinkend weg. Men hoorde hem
zeggen:
„Ik wil niet, dat zij valle En miskomt
er iets aan, welnu: ik zal hem ne riek dooi?
het hart stooten!... 't Zijn al, 't zijn al
smeerlappen!"
Mijmerend, nieuwsgierig tevens keelt
Manda hem na.
Welk raadsel voor haarl
Daar schudde zij het malsche Haar, nam
eene gaffel en strooide onder de immer kau«
wende koeien een weinig versch stroo, teiw
wijl zij moedig murmelde:
„Ik vallen? Zij gerust, Osmaart: Manda
Penninck zal wel voor haar zelve zorgenl'5
Wordt vcrvolg'dr