Haar liet land van belofte I
Maandag 11 October 1915.
N° 88 14"' Jaar^ng.
„DE EEMLAN DER".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
jper 8 maanden voor Amersfoort t
Idem franco per post J-JO.
r Per week (met gratis verzekering togen ongelukken) O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijks bijvoegsel „dó Hollandsche Huisvrouw" (onder redactie
Van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
jLdvertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in to zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels.. f 0.50.
Elke regel meer0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote Iettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordoeligo bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnomont.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
V
Politiek Overzicht
De aanval op Servië.
Terwijl aan de ééne zijde van den Balkan
de geallieerden nog bezig zijn hunne troe
pen te Saloniki te landen, zijn aan den an
dere zijde de Duitschers en Oostenrijkers
reeds de Servische grensrivieren Save, Dri-
na en Donau overgetrokken en hebben ze op
Servischen bodem vasten voet gekregen.
Vervolgens is Belgrado in hunne handen ge
vallen Het lang verwachte Duitsch-Oosten-
rijksche offensief tegen Servië, ^dat den 19en
September j.l. is ingezet met het bombarde
ment van Semendria, verkrijgt Berst hierme
de den omvang, die het stempelt tot het be
ginstadium van het Balkandrama, dat zich
thans voor onze oogen zal gaan voltrekken.
Tot dusver schijnt door de Serven tegen
den Duitsch-Oostenrijkschen inval geen ver
zet van beteekenis te zijn geboden, als reden
waarvan we in een EngelscK blad genoemd
vinden, dat Servië's verdedigingsstelling zich
nimmer placht te bevinden aan den Donau,
maai* in de bergen daarachter, zoodat daar
dan wellicht de groote strijd zich zal ontke
tenen, die over het lot van het Servische
volk zal beslissen. In den tijd die verloopen
is tusschen de laatste nederlaag der Oosten
rijkers tegenover de Serven in December ten
vorigen jare, hebben wij zoowel omtrent den
binnenlandschen toestand van Servië als
omtrent den toestand waarin het leger ver
keerde, weinig vernomen. Alleen is bekend
geworden, dat leger zoowel als bevolking,
twee begrippen die, wat het mannelijke deel
betreft, elkaar vrijwel dekken, zwaar heb
ben geleden door vlek-typhus en andere epi-
demiën, zoodat het weerstandsvermogen van
het volk er niet grooter op zal geworden zijn.
Wij hebben ook vernomen dat uit Frankrijk
en Engeland hulp is gezonden om het deer
lijk verzwakte organisme des lands weer zoo
veel mogelijk op te knappen en men mag
veronderstellen dat de pogingen die daartoe
aangewend zijn, niet zonder succes zijn ge
bleven. Ook het leger moet inmiddels, mede
met den steun der twee bovengenoemden
der gealliëerde mogendheden, weer flink zijn
toegerust.
Is dit zoo, dan biedt, gelet op de mili
taire eigenschappen der Serven, die zelfs
door den tegenstander worden geroemd,
eene expeditie tegen dit land aan het be
gin van den winter voor den aanvaller juist
niet het aangenaamste vooruitzicht. Deze
onderneming is zelfs zoo weinig uitlok
kend^ dat ze misschien niet zou begonnen
zijn, indien voor de centrale mogendheden
zich niet hoe langer hoe meer de noodza
kelijkheid had doen gevoelen om met den
Turkschen bondgenoot een rechtstreeksche
verbinding te krijgen en indien men niet de
goede verwachting had bij dezen inval door
de Bulgaren van hun kant te worden gehol
pen. Tegen dit laatste en misschien ook
wel tegen het eerste, strekken de bekende
maatregelen der geallieerden, die te Salo-
De vrouw heeft slechts één steun noodig;
zoodra zij er twee neemt, valt zij.
Roman van
IS. TEIRLINCK.
19
Tegen zulke herbergen wordt wel eens ge
preekt als de handel, welke er gedreven
wordt, over zijn hout gaat. Het gebeurt voor
namelijk, als een der zonen van de deftigen
er te lang en te veel zit, aan de rokken van
een der meisjes hangt en er, uur en tijd
vergeet. Vader of moeder loopt bij den pa
stoor klagen en dan is het er op: dan don
dert de waarschuwende stem van den her
der tegen genotzucht en beestelijke lieder
lijkheid, die zoovele jonge zielen naar den
poel der hel medeslepen. Met bedekte woor
den, onrechtstreeks, doch klaar genoeg,
wordt alsdan, op de kroeg van Satan, op het
huis van verderf gewezen; al die er nog den
voet durft zetten, wordt gedoemd en geban
nen. Gedurende een veertiental dagen blijft
het konkelfoeshuis ledig; alleen de vaste
klanten, die met hel en pastoor lachen, ko
men er nog. Twee, drie weken, hoogstens
ééne maand denkt men aan de boorden
niki een landingscorps aan land zetten tot
hulpverleening, waarvan het alleen maar de
vraag is of het in voldoende sterkte-verhou
ding zal staan tot de macht, welke de we
derpartij zal ontwikkelen, om deze laatste
in vereeniging met de Serven het hoofd te
bieden.
Uit het feit dat Duitschland twee zijner
beste generaals, Von Mackensen en Von
Gallwitz, met het bevel over de beide nieuw
geformeerde legers belast heeft, die Servië
zijn binnengevallen, mag worden afgeleid,
dat het de centrale mogendheden met deze
actie de hoogste ernst is. De Duitsche en
Ostenrijksche vlaggen waaien thans op het
Koningspaleis te Belgrado, en .naar het zich
laat aanzien, -zullen de Serven er ditmaal
niet zoo spoedig in slagen den vijand uit
hunne hoofdstad te verjagen, als in Decem
ber van het vorige jaar, toen diens heer
schappij er slechts twaalf dagen duurde. De
Serven zullen nu een harderen dobber heb
ben.
Zoo wordt nu de broeiplaats van het
groote onheil dat Europa getroffen heeft,
opnieuw het tooneel van een der bedrijven
der wereld-worsteling. Zal, nu de oorlog
weer teruggekeerd is tot zijn beginpunt, dit
bedrijf ook het slotbedrijf worden? Het uit
zicht is er niet op. De Daily News wijdde
dezer dagen aan de nieuwe en ernstige
phase op den Balkan een artikel, waarin dit
blad blijk gaf de gevaren, die ze voor de
geallieerden in zich bergt, niet over het
hoofd te zien. Doch, liet het Engelsche or
gaan er op volgen: „Een ramp voor ons in
den Balkan zou ernstig zijn, doch niet fa-
teel voor de geallieerden. Voor Duitschland
echter zal een mislukking feitelijk den oor
log beslissen."
De oorlog.
Londen 9 Oct. -(K.) Het rapport van
maarschalk French meldt:
Sedert 4 October heeft de vijand voort
durend granaten geworpen op onze nieuwe
loopgraven ten Zuiden van het kanaal van
La Bassée en herhaalde bomaanvallen ge
daan op de Zuidzijde van de redoute „Ho-
henzollern", die door ons bezet gehouden
wordt. Ze werden alle afgeslagen.
Ondanks het vijandelijke artillerievuur
■gingen wij ten Noordoosten van Loos ge
stadig voorwaarts. Tusschen de hoogte no.
70 en Hulluch wonnen wij terrein, in diepte
varieerende tusschen de 500 en 1000
yards.
Gisternamiddag bombardeerde de vijand
het geheele gebied, dat wij onlangs
genomen hadden, gevolgd door. succes
sieve aanvallen van massa's infanterie op
het geheele front van het Zuiden van Loos
tot aan de Hohenzollern-redoute toe. De
aanvallen werden overal met zware verlie
zen voor den vijand afgeslagen. Door een
tegenaanval kwam wij in het bezit van een
500 yards lange loopgraaf der Duitschers.
Een groot aantal lijken van den vijand lig
gen binnen conze linies. Onze verliezen zijn
naar verhouding gering.
van den herder langer niet. De stoutsten
sluipen eerst binnen, de anderen volgen en
men keert tot de oude gewoonte terug: het
konkelfoeshuis is opnieuw in vollen zwaai
en zwier, men zuipt en zwelgt en barst er
tot een nieuw schandaal zich voordoet en
een ander bulderend sermoen schrik en
schaamte stort in het hart van al die ver
dwaalde en onboetvaardige schapen!
Zuik huis was de herberg het Fluwijntje,
gehouden door den kloefkapper Sieske
Rullaert.
De man had drie dochters: Livena, Mence
en Bertine.
De oudste, Vina, spande de kroon. Haar
aangezicht, buitengewoon regelmatig van
vorm, scheen veeleer bleekrozig dan rood
blozend, en van onder twee dichte wenk
brauwen, welke, boven den rechten neus,
elkander schier raakten, lonkten twee schoo-
ne blauwe kijkers, echte lodderoogjes. Haar
blond, glanzend haar kroezelde boven haar
effen voorhoofd en liet twee half doorschij
nende ooren zien, allerfijnst van vorm. Rond
den kleinen mond zwollen lichtjes de rozen
lippen, en ze had een liefelijk putje in de kin,
eene poezelige keel en malsche boezems
onder het opgeblazen keurslijf. Recht ging
ze als eene prinses, en ze zou volmaakt
schoon geweest zijn, vond men niet, in den
buitensten wenkbrauwenhoek, een paar be
ginnende rimpels, zeer duidelijk zichtbaar,
toén zij lachte, en hadde zij niet een trage,
lamijnachtige stem, die onaangenaam op de
zenuwen werkte.
De tweede, Mence, was een echt tegen-
Berlijn, 10 Oct. (W. B.) Het groote
hoofdkwartier meldt:
Bij de hoogte ten Westen van Souchez
verloren de Franschen eenige loopgraven en
lieten een machinegeweer achter.
Bij Tahure in Champagne wonnen de
Duitschers van den verloren grond door een
tegenaanval over een frontbreedte van on
geveer 4 KM. verscheidene honderden me
ters terug.
Par ij s, 10 Oct. (R.) Avond-communi
qué.
Wij maakten opnieuw voortgang in Cham
pagne ten Noordoosten van Tahure, terwijl
een schitterende aanval ons in het bezit
bracht van een nieuwe Duitsche loopgraaf
ten Zuiden van Tahure.
Artillerie-gevechten hadden plaats in Bel
gië, Artois, de Argonne en tusschen Maas
en Moezel.
Levendige gevechten met loopgraafver
kenningen hadden plaats in den sector
Lihons en op den Hartmannsweilerkopf en
de Vogeezen.
B e r 1 ij n, 10 Oct. (W. B.) Het groote
hoofdkwartier meldt:
Legergroep Von Hindenburg. De Rus
sen poogden de hun bij Garboenovka (V' es-
telijk van Dunaburg) ontnomen stelling te
rug te winnen. Het kwam tot heftige gevech
ten van man tegen man, eindigend met het
terugwerpen der Russen.
Ten Noorden van de spoorlijn Dunaburg
Poniewiecz, ten Westen van Illoekst, wer
den de Russische stellingen over een breed
te van ongeveer 8 K.M. veroverd; 6 officie
ren en 750 man gevangenen Helen in Duit
sche handen, benevens 5 machinegeweren.
Legergroep Leopold van Beieren. Niets
nieuws.
Legergroep Von Linsingen. Ten Zuid
westen van Pinsk is het dorp Sinezzyczy bij
bestorming genomen. De cavaleriegevechten
bij KuchokaWola en in de omgeving van
Jesiervy duren voort. Op het front tusschen
Rafalofka en den spoorweg KowelRowno
werden herhaalde aanvallen der Russen af
geslagen en 388 gevangenen binnenge
bracht.
Het leger van graaf Bothmer sloeg hevige
hevige aanvallen ten Noordwesten van Tar-
nopol terug.
Weenen, 10 Oct. Officieel. Ook gis
teren hebben de Russen hun steeds vruch-
telooze aanvallen niet gestaakt.
Ino Oost-Galicië, waar eenige Russische
troepen-deelen bij de aanvallen der laatste
dagen soms de helft van hun mannen ver
loren, werd het Strypa-front aangevallen.
De teruggeslagen Russen verlieten het slag
veld op sommige plaatsen in een ordelooze
vlucht.
In Wolhynië telde een divisie, na afgesla
gen aanvallen, 500 Russische dooden voor
hun versperringen.
Het gisteren gemelde aantal gevangenen
steeg wederom met 1000 man.
Een poging der Russen om ten Noorden
van Tsjartorystk opnieuw voet te krijgen aan
beeld van Vina. Kloeker van gestel, strui-
scher van borst en heupen, met bruisender
bloed en krachtiger spieren, met fijnaderige,
opgezette wangenhuid, met donkere oogen
en pikzwart haar. Wie, voor de eerste maal,
Vina en Mence nevens elkander zag, zou
niet denken, dat het gezusters waren.
Bertine, de derde, kennen wij reeds. Ze
bleef zelden thuis, werkte bij de boeren,
meest altijd op het Rattenhof, waar zij nu
aan het hooien was. Wat vorm en kracht van
lichaam betreft, moest zij tusschen de twee
eerste gesteld worden: zij had een weinig
van de fijnere schoonheid van Vina en het
vurige bloed van Mence.
Vina, die zes-en-twintig telde, kende
eenen stiel: het was eene naaister. Veel
werk had zij niet; slechts eenige geburinnen
lieten hare kleeding bij haar maken, omdat
zij goedkoop "arbeidde. Zij vond dus al den
tijd om de drinkebroers te dienen en het
huisje zuiver en net te houden. De herberg-
zaal.was het ook altijd, uitgenomen op den
woeligen Zondagavond. Op den vloer im
mer wit kiezelzand, waarin Vina met den
borstel regelmatige kronkelstrepen trok; op
den toog de pintglazen fi|n gespoeld en,
niet den bodem naar boven, op elkander ge
kaatst; aan den hang blinkende liters en
stoopen; op de richel der twee vensters
eenige wel onderhouden fuchsias en pel
argoniums; boven de ronde tafel, in het mid
den der gelagkamer een moederke-van-
duist, dat, allerlieflijkst, hare kindertjes in
de lucht hangen en tieren liet; de stoelen
immer in orde, rond de tafel* of nevens
den westijken oever van de Styr, werd.door
ons vuur verijdeld.
Petersburg, 10 Oct. (P. T. A.) Com
muniqué van den grooten generalen staf.
Op het front in de streek van Riga deed
de vijand niet de minste activiteit merken.
Een Duitsch vlieger wierp eenige bom
men op het spoorwegstation van Nitzghal
ten noorden van Dwinsk. In een gevecht na
bij het'dorp Pochilina maakten wij meer dan
150 Duitschers krijgsgevangen en vermees
terden wij mitrailleurs. Een bijzonder hard
nekkig gevecht duurde gisteren den gehee-
len dag voort in de streek der dorpen Pochi
lina en Garboenovka. Tegen den avond
verminderde de hevigheid er van. Het dorp
Garboenocka werd verscheidene malen ver
overd en door ons heroverd, totdat het vuur
des vijands ons noodzaakte het te verlaten.
Gedurende een' dezer aanvallen op dit dorp
maakten wij 250 man krijgsgevangen en
veroverden wij 7 mitrailleuses.
Bij hunne aanvallen in de omgeving van
Pochilina hadden de Duitschers aanvankelijk
succes, doch tegen den avond werd de ont
wikkeling van hun offensief gestuit ten oos
ten van dit dorp. Ten zuid-westen van
Dwinsk schoot onze artillerie een Duitsch
vliegtuig omlaag, dat binnen de liniën des
vijands neefviel. Op het front dat zich uit
strekt van de streek van Dwinsk tot aan de
Pripjet gebeurde niets belangrijks. In de
streek ten noorden van Likhovitchi volvoer
de onze verkennings-infanterie een nachte
lijke verkenning, waarbij ze er in slaagde de
vijandelijke loopgraven binnen te dringen en
meer dan 200 man aan de bajonet te rij
gen, en 3 officieren en 453 man krijgsge
vangen te maken, terwijl zij ze'f slechts on
geveer 50 man verloren.
Ten zuiden van de Pripjet bezetten vijan
delijke detachementen de dorpen Berejnaya
en Wolia in de streek van het dorp Pojow.
Nabij Novoselka aan de Styr boven Tschar-
torysk slaagde de vijand er in op den rech
teroever van de Styr te komen. In de streek
van het gehucht Milacheff ten zuidioosten
van Kolka duurt het gevecht voort. Een te
genaanval des vijands in de streek van het
dorp Garaimovka ten zuidoosten van het ge
hucht Milaechef werd teruggeslagen. In de
Boekowina ten oosten van Boetchatch werd
de aanvallende vijand op zijn beurt aan
gevallen door onze artillerie. Deze, zich als
een lawine op den vijand stortende, dwong
hem op de vlucht. Daarbij werden ongeveer
150 gevangenen gemaakt.
Weenen, 9 Oct. (W. B.) Officieel be
richt: De Oostenrijksch-Hongaarsche troe
pen van het leger van den generaal der in
fanterie von Kövess zijn gisteren het noor
delijk deel van Belgrado binnengedrongen;
zij bestormden de verschansingen der stad
en van de citadel. Hedenmorgen in de
vroegte hebben Duitsche troepen zich van
het westen een weg gebaand naar den ko-
nak. Op het paleis der Servische koningen
wapperen nu de vlaggen van Oostenrijk-
Hongarije en Duitschland. Ook langs den
Donau, stroomop- en stroomafwaarts van
den muur geschikt; onder de schouw, waar
des zomers geene stoof brandde eene
zitbank tegen den wand; bij het eerste ven
ster, in den hoek de naaimachien en er
nevens de gemaakte of te maken kleeren.
Ja, waarlijk het was er immer zindelijk: niets
reed of sleurde op stoel of over vloer; geene
glazen met bierrestjes ontsierden tafels of
toog; geen water- noch drankpias bevuilde
de roode vloertichels.
Mence twee jaar jonger was keuken
en stalmeid: Rullaert hield eene koe en een
varken. En terwijl Vina op lief gebloemde
pantoffeltjes liep en zelden buiten ging,
drentelde Menc_ op holleblokken, pletsend
en holderend, van huis naar stal, van stal
naar zwijnekot, van hier naar het ovenbuur
of naar den groenseltuin, of verder naar
aardappel- of klaverveld, overal in en rond.
Vina had immer een fijn kleurig schortje,
een bleek, versch gestreken jakje, een net
katoenen of wollen kleed aan, terwijl Mence
toch ook niet vuil noch slordig aange
kleed met een armer bovenlijf en den ge-
meenen borstdoek, met den blauwen of grau
wen voorschoot en den min kostbaren rok
om en weer hobbelde.
Hunnen vader Sieske, eenen weduwnaar
van rondom de zestig, een klein ventje, zag
men zelden in huis, en hij droeg zich weinig
aan hoe zijne dochters leefden en hun brood
verdienden. Hij sleet schier den ganschen
dag in zijnen werkwinkel, waar men hem
hoorde kloppen en kappen, zagen en boren.
Doch zaten er drinkebroers in huis, zoo
kwam Sieske, stil rondloerend, eens binnen,
Belgrado, kon de vijand, die den oever be
waakte, nergens standhouden tegenover de
troepen der bondgenooten. In Servisch Po-
savina, in Maeva, werd hij teruggeslagen
door de Oostenrijk-Hongaarsche strijd
krachten.
Berlijn, 10 Oct. (W. B.) Het groote
hoofdkwartier meldt:
De stad Belgrado en de voor de stad ge
legen hoogten in het Z.-W. en Z.-O. zijn na
strijd in bezit der Duitschers gekomen. Ook
verder Oostelijk werden de Serviërs, waar
zij stand hielden, verslagen. De Duitsche
troepen rukken verder voorwaarts.
Weenen, lOOct. (W. B.) Officieel.
De troepen der monarchie rukken in
Macva en ten N. van Obrenovac met succes
voorwaarts.
De Duitsche regimenten, die Belgrado zijn
binnengerukt, hebben de stad na verbitterde
straatgevechten van Serviërs gezuiverd. Zij
zijn bezig met een aanval op de hoogten ten
Z.O. en Z.W. der stad.
Verder stroomopwaarts hebben onze
bondgenooten reeds met sterke strijdkrach
ten den zuidelijken Donau-oever geforceerd
en de Serviërs uit verscheidene stellingen
geworpen.
Met warme erkentelijkheid gedenken de
aanvoerders en de troepen, na de forceer
ring der groote rivierlinie, in hun rapporten
de onvermoeide, heldhaftige werkzaamheid
der dappere pioniers en de opofferend;
medewerking van het Donau-smaldeel.
Weenen, 9 Oct. (W. B.) De generale
staf meldt officieel:
Gistermorgen hebben de Italianen nog
tweemaal met versche troepen den aanval
herhaald op onze stellingen op de hoogvlak
te van Vielgereuth. Toen de stormaanvallen
onder zware verliezen dood waren geloopen,
gelukte het den vijand niet meer, sterker
troepen naar voren te brengen. De enkele
compagnieën, die nog oprukten, werden ge
makkelijk teruggedreven.
Op de hoogvlakte van Lafraun stond de
sector van Vazzeno 's middags bloot aan
heftig artillerievuur. Ook in de streek van
Feltsch begint de vijandelijke artillerie zich
weer te roeren.
In den sector van Doberdo zijn tusschen
San Martino en Polazzo de pogingen tot na
dering van Italiaansche handgranaatwerpers
zonder moeite verijdeld.
Rome, 9 Oct. (R.) Officieel bericht.
Eenige vijandelijke patrouilles in de dalen
van Carnia en Fella werd door ons terug ge
slagen of gevangen genomen.
De vijand bombardeerde het Camiafronf
hevig, doch een infanterie-aanval werd door
ons vuur gestuit, met verliezen voor den
vijand.
Onze vliegtuig-eskaders wierpen bommen
op de vijandelijke kampen en het spoorweg
station te Nabrisina.
Weenen, lOOct. (W. B.) Officieel.
De toestand is op het geheele fronf on
veranderd. Tegen de hoogvlakte von Viel
gereuth maakten de Italianen zich niet tof
leunde met den elleboog op den kant van
den toog en zijn pinkelend oog scheen ver
wonderd te vragen: „Wel nu! ge trakteert mij
niet?" Zijn zwijgende vraag werd gewoonlijk
goed onthaald. En nadat Sieske, altijd zonder
spreken, rap den gekregen drank had bin-
nengegoten, trok hij terug naar zijne kloef-
kapperij. Wat verder ook in huis gebeuren
mocht, liet hem onverschillig.
Toch, ééne zaak was zeker: Sieske Rul
laert werd in het Fluwijntje niet geteld; Vina
en Mence vooral de eerste voerden
hier den schepter der heerschappij!
1
Sedert zijne terugkomst op Walmaarde,
zat Henri Van Wallegem gansche dagen en
heele nachten in het Fluwijntje. Vina trok
hem als een zeilsteen aan. Zij was toch ook'
een echt heerenpopje!
Hier braste hij, zooals hij elders geduren
de meer dan tien jaar gedaan had. Hij had
gebrast in Gent, waar hij ter universiteit ge
studeerd, beter buis op buis gekregen had.
Om zijn drie-en-twintigste jaar zegde hij
vaarwel aan het ijdele studentenleven eri
landde hij te Brussel aan, waar hij te paard
reed, te water roeide, op renloopen wedde,
naar duiven schoot, theaters en cirken afliep.
Wurdt crvolg'd.