"binnen land.
Tweede telegram. Officieel bericht.
Jfet hospitaalschip Anglia is heden in het
Konaal op een mijn gestooten en gezonken.
Er waren 385 personen aan boord, van wie
600 gered zijn door een patrouille-vaartuig.
tEen ander schip, dat te hulp kwam, is ook
lop een mijn gestooten en gezonken.
L o n d e n, 1 8 N o v. (R.) Toen de Anglia
'door een mijn getroffen was, liet het kolen-
schip Lusitania, dat in de buurt was, onmid
dellijk hare booten neer. Terwijl de booten
naar de Anglia roeiden, zagen zij, dat hun
eigen schip opgeblazen werd. Zij waren in
staat het overschot van de bemanning van
de Lusitania, die in 't geheel 25 man sterk
was, te redden. Torpedobooten pikten de
overlevenden van de Anglia op.
Londen, 17 Nov. (R.) De Engelsche
Stoomschepen Treneglos en Lusitania zijn in
'den grond geboord. De bemanning van de
Lusitania is aan land gebracht.
Londen, 1 7 N o v. (R.) Het Poreign Of
fice bericht, dat de eerste minister, de staats
secretaris van buitenlandsche zaken, de
eerste lord van de admiraliteit en de munitie-
minister, vergezeld van raadslieden van de
vloot en de diplomatie, in Parijs zijn aange
komen om te raadplegen met de Pransche re
geering.
P a r ij s, 17 Nov. (R.) Asquith, Grey,
Lloyd George en Balfour confereerden
heden morgen met Briand. Joffre was hier
bij tegenwoordig. Zij zullen in den namid
dag Poincaré bezoeken en op het Elysée
dinceren.
Tweede telegram. De conferentie
van de Engelsche ministers met de Pran
sche ministers en met generaal Joffre aan
het departement van buitenlandsche zaken
eindigde om een uur in den namiddag. Een
tweede conferentie werd des namiddags in
het Elysée gehouden, die om zeven uur af-
geloopen was. De ministers keerden des
avonds naar Londen terug.
Washington, 18 Nov. (R.) In de
aanstaande zitting zal aan het congres wor
den voorgesteld de neutraliteitswetten te
hereien en aan het departement van justitie
grootere macht te geven om op te treden
tegen handelingen, die de Vereenigde Staten
tchaden, voortvloeiende uit den oorlog.
Havre, 1 7 N o v. (Havas). De paus heeft
aan den koning der Belgen, bij gelegenheid
v«.n zijn feest, een minzaam telegram gezon
den, waarin de wensch wordt uitgedrukt, dat
weldra betere dagen zullen aanbreken voor
zijn edel maar ongelukkig land.
Londen, 17 Nov. (R.) De Times be
richt uit Toronto van den 16en: De werving
is, sedert het begin van den oorlog, nog
nooit zoo actief geweest als thans. Er is geen
twijfel aan of er zal zonder moeite een leger
van 250,000 man op de been gebracht wor
den. De groote meerderheid van de nieuwe
recruten zijn in het land geboren.
Londen, 17 Nov. (R.) Uit de kolonie
Victoria is weer 6000 gezonden voor het
Belgische en 500 voor het Servische on
dersteuningsfonds.
P o r ij s, 1 7 N o v. (R.) De legercommissie
van den Senaat heeft met algemeene stem
men een besluit genomen, waarin wordt aan
gedrongen op een onbeperkt gebruik van
verstikkende gassen.
Londen, 17 Nov. (R.) De Daily Mail
bericht uit New-York, dat het postbestuur be
richt, dat de postpnkketdienst tusschen de
Vereenigde Staten en Duitschland is ge
staakt, omdat de scheepvaartmaatschappijen
weigeren die pakketten te vervoeren. Daar
mee is een stokje gestoken voor de Duitsch-
Ameriknansche pogingen om den toestand
van Duitschland, wat de voeding betreft, te
verbeteren door het zenden van twee ponds
pakketten voedsel met de pakketpost
R e r 1 ij n, 17 Nov. (W. B.) De Nordd.
Allg. Zeitung schrijft: Verleden Donderdag
verklaarde Sir Edward Grey in het Engel
sche lagerhuis, dat de mededeeling van den
Russischen gezant aan de Perzische regee
ring, dat de Engelsch-Russische overeen
komst over de handhaving van de Russi
sche onschendbaarheid en onafhankelijkheid
buiten werking zou treden, wonneer Perzië
eene bijzondere overeenkomst met Duitsch
land en Turkije sloot, in overleg met d- En
gelsche rerreering is geschied en dat het dui
delijk is. dat de Perzische regeering geene
overeenkomsten kan sluiten met vijanden
van Fngeland, die moordaanslagen op En
gelsche consuls en hunne onderhoorigen
in Perzië beraamden, zonder daarmee den
toestand van Perzië in gevaar te brengen.
Wij vermoeden, dat het ineenvallen van de
E^gelsch-Russische overeenkomst over Per
zië in het jaar 1907 aan de Perzische re
geering nu juist geen bijzonderen schrik zal
inboezemen. De poging om de overeen
komst, die Perzië weerloos overleverde aan
de Russisch-Engelsche vero veringszitcht,
voor te stellen sis een waarborg voor de
Onschendbaarheid en onafhankelijkheid van
Perzië, zal door de gansche wereld met de
daarvoor passende vrooliikheid begroet wor
den. Wanneer een Engelsche ambtenaar in
Perzië aan de volkswoede ten offer is geval
len. dan behoeft men zich daarover niet te
verwonderen bij het optTeden von Engeland
en Rusland in dit land.
Washington, 17 Nov. (R.) Het
Engelsche gezantschap heeft de aandacht
van het ministerie van buitenlandsche zaken
gevestigd op een particulier station voor
drandlooze telegrafie bij Portland (Maine),
dat mededeelingen doet aan schepen op zee.
Men vermoedt hier te doen te hebben met
een poging, om een Trans-Atlantische ver
binding tot stand te brengen.
Zuid-Afrika.
Kaapstad, 17Nov. (ROllicieel be-
Ticht; Eer> telegram uit Kimberley meldt, dat
de i >eersmijnen den len Januari den ar-
beid on beperkte schaal lullen hervatten. De
Premier Jagerfonteinmijnen zijn tot hetzelfde
besluit gekomen.
Verspreide Berichten.
De buit in Servië. De ge
zamenlijke buit in Servië behaald, wordt, op
bevel van generaal von Mackensen, aan de
Bulgaren overgelaten. Zulks heeft te Sofia,
volgens de Neue Frcie Presse, een uitne-
menden indruk gewekt.
Zwaar geschut aan de
Dardanelles De „Daily Express"
verneemt uit Rome, dat de eerste bezending
Duitsch zwaar geschut, voor de Dardanellen
bestemd, te Konstantinopel is aangekomen.
Venizelos. Een deputatie van
Atheensche kooplieden is Maandag bij Ve
nizelos verschenen en heeft hem dringend
verzocht, zich niet te onthouden bij de ver
kiezingscampagne. Venizelos sprak zijn dank
uit voor de goede bedoeling, maar zeide, dat
hij in dezen nog geen beslissing had geno
men.
De neutraliteit van Roemenië.
De correspondent van de „Corriere della
Sera" te Boecharest deelt, naar Rr ter uit
Rome aan enkele bladen seint, mede: „De
Staatscourant bevatte een besluit, waarbij de
minister van Oorlog wordt gemachtigd alle
voorwerpen en materialen, die noodig zijn
voor de nationale verdediging, te requiree-
ren als: kleeding, geneesmiddelen, machines
voor militaire fabrieken, booten voor rivier
verkeer, spoorwegmaterieel en brandstoffen.
De kooplieden zijn verplicht op te geven
hoeveel van de genoemde zaken en van an
dere, die beslist noodig zijn, zij hebben.
Men beschouwt dit besluit als een aandui
ding, dat Roemenië inziet, dat het de neu
traliteit onmogelijk langer kan handhaven."
N e w-Y o r k 17 Nov. (R.) Fr /*Jn drie
verschillende branden uitgebroken in viacht-
wogens op het spoorwegterrein te We^haw-
hen, op honderd voet afstand van eene be
waarplaats van 50O paarden, bestem^ voor
de geallieerden. Men gelooft, dat dit het
werk is van Duitsche spionnen.
Kameroverzicht
Tweede Kamer
De Voorzitter ving de zitting van Woens
dag aan met enkele woorden te wijden aan
de voortdurende afwezigheid van Kamerle
den, waardoor het vereischte quotum vaak
niet bereikt en behoorlijke en regelmatige
afdoening van zaken onmogelijk wordt.
Daarna werd voortgezet de behandeling
van de Indische Begrooting.
De heer F o c k (U.-L.) acht het gelukkig,
dat op den Buitenzorgschen troon iemand
zal komen, op de hoogte van het internatio
naal recht en de internationale verhoudin
gen, maar hoopt, dat de nieuwe gouverneur-
generaal zich vooral, zoo niet uitsluitend,
bezig zal houden met de bevordering van
bloei en welvaart der Indische bevolking. De
financieele toestand behoeft z.i. tot geen on
gunstige conclusies te leiden, de opbrengst
van de belasting zal echter niet toereikend
zijn in alle behoeften der inlandsche bevol
king te voorzien.
Hij dringt aan op krachtiger opium-bestrij-
ding en op verlaging van het tarief van den
pandhuisdienst. Spr. vraagt op welke wijze
de Minister denkt de middelen tot dekking
van het aandeel van Indië in de kosten van
het vlootplan te vinden. Het 14.000 tons-
dok te Soerabaja heeft men gewoon laten
wegroesten. Zijn de ambtenaren, schuldig
aan deze ergerlijke verwaarloozing, behoor
lijk gestraft? vroeg spr., die nog aandringt
op ruimer uitvoering van de decentralisatie-
wet.
De heer de Stuers (R.-K.) dringt er op
aan de bestuursposten in Atjeh door militai
ren ingenomen, te doen bezetten door civie
le ambtenaren. Hij wil meer geduld bij de
toepassing van maatregelen in de buitenbe
zittingen, waar onrust heerscht.
Besloten wordt Maandagmiddag aan te
vangen met de interpellatie-Sannes in zake
de melkprijzen.
De heer M e n d e 1 s (S.-D.) betoogt uit
voerig het onvoldoende van de economische
en hygiënische maatregelen en wijst op de
groote zuigelingensterfte, op de slechte wo
ningtoestanden in de kampongs en op de
rechteloosheid der inlanders.
Uitvoerig betoorrt spr., dat de justitie an
ders optreedt naarmate tot rassenhaat op
hitsende artikelen door inlanders dan wel
door Europeanen zijn geschreven.
De heer de Meester (U.-L.) bespreekt
verlaging van het pandhuistarief, de stijging
van den pensioenlast, lotsverbetering van
ambtenaren, facultatiefstelling van het gods
dienstonderwijs aan gesubsidieerde scholen
en de algemeene mijnpolitiek.
De heer Rutgers (A.-R.) vroeg non den
minister eenige inlichtingen omtrent de ge
zindheid van den nieuwen gouv.-gen. van
Ned.-Tndië en besprak vervolgens de sub
sidiering van het onderwijs in Indië.
Siaoïsb»-»rooming I31S.
Hoofdstuk V (Binnen 1. Zaken).
Voorloopig verslag.
In dit verslag worden tol van aangelegenheden
ter sprake gebrecht, waurvan wij hieronder de
voornaamste noemen. Gevraagd werd o.a. of de
regeering met spoed de financieele verhouding
tusschen rijk en gemeenten voorbereidt; betreurd
werd dot sommige gemeentebest "^en ge
noemd werden die van Amsterdam en van
s Gravenhagc bezwaren moken, wanneer het
personeel in gemeentedienst aan 's lands defensie
wenscht deel te nemen, waartegenover andere
leden van oordeel wuren, dat deze houding
geenszins vtrU af te keuren.
Voorts werd gewezen op de gevolgen van de
mededeeling door dc ministers van Oorlog en
van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebe
sturen, dat naar hun opvatting de h-eped' "gen
von de wet op den staat van oorlog cn beleg
dc bevoegdheid om politieverordeningen vAst te
stellen of te wijzigen in de in staat van oorlog
of beleg verklaarde gemeenten overgaat op de
bevoegde militaire overheid, zoodat de gemeente
raden zich verder hiervan hebben te onthouden.
Daardoor wordt in tal van gemeenten dc vast
stelling van nieuwe en de wijziging van be-
stuunde politieverordeningen nagelaten, door den
raad, omdat deze zich onbevoegd acht, door de
militaire autoriteiten, omdat deze niet op dc
hoogte zijn van wat ten deze noodig of gewenscht
is. Men hoopte, dat de Regeering bij de ten deze
noodigc wetswijziging spoed zou betrachten.
Sommige leden sproken hun verwondering uit
over een besluit, in den loop van het jaar door
de Gedeputeerde Staten van Overijsel genomen,
houdende dat onderwijzers, tot lid der Provin
ciale Staten verkozen, als zoodanig niet zitting
kunnen nemen. Gaarne zou men vernemen,
waarin dit besluit steun vindt en of het naar
's ministers oordeel is te rijmen met art. 38 van
di wet tot regeling van het lager onderwijs.
Eenige leden drongen op bespoediging aan
van de behandeling van dit wetsontwerp, waar
omtrent het Voorloopig verslag op 26 Januari
1914 is verschenen.
Sommige leden wezen op de kindersterfte,
welke in ons land vrij groot is, terwijl tot be
strijding daarvan zeer veel kon worden gedaan.
Zoo zouden zuigelirgenklinieken, die op plaat
sen, waa»- zij zijn geopend, zulke goede resul
taten opleveren, nog veel beter kunnen werken,
indien zij niet met geldgebrek hadden te kam
pen.
Opnieuw werd /an verschillende zijden aan
gedrongen op een wettelijke regeling betreffen
de keuring van levensmiddelen. De toenemende
vervalschingcn op dit gebied, zich uitbreidend
in tijden van duurte, als wij thans beleven, ma
ken de regeling zooveel urgenter.
Sommige leden achtten het den plicht van
den minister van Binnenlandsche Zaken, die met
de uitvoering van dc begrafeniswet is belast, om
deze overtreding daarvan, gelegen in de lijk
verbranding, te beletten en zij waren van ge
voelen, dat de minister door de omstandigheid,
dat niemand voor die overtreding strafrechtelijk
aansprakelijk kan worden gesteld, van die ver
plichting niet is ontheven.
Met volle waardeering van de plaats, die onze
universiteiten op het gebied der weten
schap innemen, wensenten sommige leden we
derom de aandacht te vestigen op de steeds toe
nemende eischen welke dc voortdurende uitbrei
ding der wetenschappelijke instellingen aan
's Rijks schatkist stelt. Dc gang van het weten
schappelijk onderzoek zal in de toekomst hierin
wel geen verandering brengen. Daarom zal te
zekerder de tijd komen, dat het vraagstuk van
dc inrichting von het universitair onderwijs op
nieuw onder de oogen moet worden gezien. Is
de regeering niet van mecning, zoo werd ge
vraagd, dot de hooge geldelijke lasten, welke in
de eerstvolgende jaren op de burgers zullen
worden gelegd, haar thans reeds er op bedacht
moeten doen zijn om zonder schade voor de
wetenschap een zuiniger weg in te slaan.
Hierbij rees andermaal de vraag of het noo
dig is, dat, gelijk thans geschiedt, elke der Rijks
universiteiten er naar streeft zich zoo goed en
volledig mogelijk uit te rusten.
De leden, die een cn ander ter sprake brach
ten, herinnerden aan de meermalen gevoerde ge-
dachtenwisseling omtrent centralisatie van be
paalde vakken aan de verschillende universitei
ten.
Eenige leden knoopten hieraan de vroag vast
of, nu in de tegenwoordige tijdsomstandigheden
zooveel van 's Rijks financiën wordt gevorderd,
er geen nonleiding is, het algemeen geldend be
drag der bijdragen voor het volgen der lessen
aan de hoogescholen te herzien en voor meer
veimogenden een bedrag te heffen, dat den kos-
tenden prijs van het onderwijs naderbij komt.
Anderzijds vond dit denkbeeld bestrijding.
Sommige leden oefenden op de van verschil
lende zijden reeds vroeger aangevoerde gronden
critiek op de bepaling van art. 133 der wet tot
regeling van het Hooger Onderwijs, welke tot
het afleggen der examens aan de universiteiten
slechts toelaat hen, die het eindexamen van het
gymnasium of het daarmede overeenkomende
staatsexamen met gunstig gevolg hebben afge
legd. In het bijzonder wees men er op, dat met
de ontwikkeling, welke door het onderwijs aan
de hoogere burgerschool mot vijfjarigen cursus
wordt verkregen, in het geheel geen rekening
wordt gehouden.
Men drong onn op een zoodanige herziening
van art. T33, dat ook het eindexamen der hoo
gere burgerschool met vijfjarigen cursus toe
gang zou geven tot de examens in alle fncultei-
tïj, zij het met de bepaling, dat hij die voor zijn
verdere studie kennis van Latijn of Grieksch
noodig heeft, bij zijn eerste academisch examen
blijk moet geven, dat hij ven die vrkken de voor
de verdere studie benoodigde kennis bezit.
Sommige leden waren van gevoelen, dat de
wijze waarop het Romeinsche recht aan onze
universiteiten wordt geleerd, voor de daaropvol
gende rechtsstudie niet de vruchten afwerpt,
welke daarvan zouden kunnen worden verwacht.
Naar hun oordeel behoort het Romeinsche recht
in een meer algemeen verband, als onderdeel
van een uitgebreider historisch onderwijs te
worden gedoceerd, waarbij dan aan het Ger-
maartschc en het canonieke recht de vereischte
aandacht wordt besteed en de wederzijdsche in
vloeden van deze rechtssystemen op elkander
worden nagegaan.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat
aan de universiteiten niet die aandacht wordt
geschonken aan het onderwijs in de kinderge
neeskunde, welke in het belang der volksgezond
heid noodig is.
Opnieuw drongen verscheidene leden aan op
wetswijziging, opdat ann den onhoudbnren toe
stand, waarin vele gemeenten ten aanzien van
het hoogerc-burgerschoolonderwijs geraken, een
eind kome. Tal von gemeenten gaan gebukt on
der de zwnre lasten, veroorzaakt door het groote
getal leerlingen uit den omtrek dat haar scholen
bezoekt, waardoor uitbreiding van de inrichting,
toevoeging van parallelklassen en aonstelling van
meer leerkrachten onvermijdelijk worden.
Het lager onderwijs wordt, naar verscheidene
leden opmerkten, op vele plaatsen nog steeds ge
schaad door de gevolgen der mobdjsatie, die
vele onderwijzers onder de wapenen riep en
schoollokalen voor inkwartiering deed bestem
men. Pogingen om door tijdelijke werkkrachten
in de open plaatsen te voorzien werden niet
overal even ernstig aangewend en leverdon niet
steeds het gewenschte resultaat op. Vrijstelling
van dienst ten behoeve van hoofden van scholen
is in sommige gemeenten dringend noodzakelijK.
Ook in ander opzicht wordt, naar de meenmg
van eenige leden, aan de ontwikkeling van het
onderwijs niet die zorg besteed, welke van dc
Overheid mocht worden verwacht. Met het uit
gebreid, meer uitgebreid en herhalin, sonderwijs
is het in vele g^meent^n nn^ treurig
Verscheidene leden dror - ^n onder her
innering aan de vóór twee jaren in detc Kamer
gehouden gedachtenwisseling op aan, dat dc
regeering onverwijld maatregelen zeu nemen
om verbetering te brengen in de door de vele
gemeenten te karig berekende onderwijzersjaar-
wedden.
Sommige leden wezen op de groote noodzake
lijkheid om met groot» re voortvarendheid van
staatswege de lichamelijke opvoeding te hulp te
komen.
Naar aanleiding van de bezuinigingen ten
vorigen jare aangebracht op de nfdeeling kun
sten en wetenschappen, werd er op aangedron
gen niet den arbeid te doen stilstaan, welke dient
om lang verwaarloosde monumenten van den on
dergang te redden.
Het rapport betreffende rone centrale drink
watervoorziening in Zuid-Holland, Noord-Hol
land en Utrecht, opgemaakt door bet Rijksbu
reau voor drinkwatervoorziening, gaf eenigen
leden aanleiding hun leedwezen uit te spreken
over den grooten opzet van het plan.
Deze leden spraken de wenschelijkheid uit om
de drinkwatervoorziening in de Alblasserwaerd
cn Vijfheerenlanden, de Krimpenerwaard en an
dere streken, welke daaraan dringend behoefte
hebben, los te maken van dc verwezenlijking
van het groote plan, hierboven bedoeld.
Eenige andere leden wens.chten naar aanlei
ding van dit betoog np te merken, dat uit prac-
tisch oogpunt tc kleine complexen voor aanleg
van drinkwaterleiding, geen aanbeveling verdie
nen.
Sommige leden wezen er op, dat de tubercu
lose in aanleg zeer dikwijls een kinderziekte is,
de besmetting heeft ook dikwijls op zeer jeug
digen leeftijd plaats. Hiermede behoort bij de
bestrijding van de ziekte aandachtig rekening
te werden gehouden. De vereenigingen, welke
bestrijding van tuberculose ten doel hebben,
zien dit nog te weinig in. De Regeering steune,
bij het belangrijke subsidie dat van Rijkswege
wordt verleend, de bestrijding in deze richting
op krachtiger wijze dan tot dusver geschiedde.
UH de Per»
Petu!-cn ter terechtzitting.
Het Weekblad van het Recht
schrijft:
„Voor het Gerechtshof te 's Gravenhage
werd dezer dogen behandeld eene, noar de
advocaat-generaal mr. Mazel terecht op
merkte, zoowel psychologisch qIs rechtskun
dig belangwekkende strafzaak, waarbij de te-
lostelegging ging op poging tot moord. Als
getuige verscheen de man van de vrouw,
tegen wie het misdrijf zou zijn gepleegd.
Volgens het verslag in de bladen hield de
president tot dezen getuige een toespraak,
waarin hij hem verweet op schandelijke
wijze de huwelijkstrouw te hebben gebro
ken, en verder verklaarde dat hij, d. w. z.
die getuige, de oorzaak was van al bet ge
beurde. Vervolgens verzekerde de president
dat het wel eens goed was, indien het hier
aanwezige publiek eens hoorde, welke ge-
meene lieden hier rondloopen. „Jij bent in
staat iedereen te gronde te richten", zoo
werd den getuige toegevoegd, en iets later
werd dit versterkt door de opmerking: „Zie
je wel, wat voor een schurk je bent." De
advocaat-generaal sprak van dezen aldus
gequolificeerden persoon als van „het min
derwaardig individu in de getuigenbank" cn
de verdediger voegde daar van zijn kant nog
het nocdige ann toe.
Hot kan noodzakelijk zijn zegt het
Weekblad voor O. M. en raadsman, dat
zij, ten einde de behandelde zaak feitelijk
en psychologisch in het juiste licht te bren
gen, over een getuige al datgene mededee-
len wat over diens karakter en handelwijze
bekend is geworden.
„Scherpe quolificaties zijn dan niet altijd
te vermijden. Ook hierbij is voorzichtigheid
en gematigdheid eerste plicht, voor het
O. M. en voor den rpadsman, voor den laat
ste niet het minst. Wie tot verdediging ge
roepen is, moet niet snel zijn in het beschul
digen. Bovendien moet er altijd aan worden
gedacht, dat de persoon, die in de getuigen
bank gezeten, aanklacht op aanklacht tegen
zich hoort voorbrengen, niet in staat is den
aanval af te weren. Tegen iemand, die zich
niet mag verdedigen, is gematigdheid dub
bele plicht. Hoever O. M. en raadsman in
deze mogen gaan, blijve steeds een ernstige
gewetensvraag. Anders staat echter o. i. de
queestie voor den president, den leider der
zitting. Wij kunnen niet inzien, waaraan hij
de bevoegdheid zou ontleenen om een ge
tuige toe te spreken als hier is geschied.
Wie voor den rechter geroepen wordt als
getuige, komt om op hem te stellen vragen
te antwoorden, niet om vermaningen aan
te hooren, nog veel minder om op de grie-
vendste wijze te worden beleedigd. Naar
onze oprechte overtuiging heeft de presi
dent von de strafkamer van het Haagsche
Gerechtshof hij moge in hetgeen hij op
merkte in elk opzicht gelijk gehad h-bben
een niet gepast gebruik gemaakt van
de machtspositie, die de wet hem geeft.
Wat zou het antwoord van den president
hebben kunnen zijn, wanneer de getuige hem
had toegevoegd: Ik sta hier om te getogen,
niet om door u te worden beleedigd! Een
getuige, die aldus zou spreken, zou het vol
ste recht oan zijn zijde hebben."
Berichten.
De Staatscourant van Donderdag 18
November bevat o.a. de volgende Konink
lijke besluiten
benoemd tot burgemeester van Merkel
beek C. F. J. Pijls; van Wildervank Dj. P.
Teenstra met eervol ontslag als burge
meester van Aduard; van Steenwijk mr. A.
H. Goeman Borgesius
aangewezen als lid van den Raad van De
fensie de gepensionneerde vice-admiraal
G. F. Tydeman
op verzoek eervol ontslagen G. A. de Ko
ning, hoofdcommies aan het departement
van koloniën.
De nieuwbenoemde gouver-
n e u r-g e n e r a a 1 van Ned.-Indië, mr. J.
P. graaf van Limburg Stirum, wordt in de
eerste dagen van December te Den Haag
verwacht, om hier te lande te blijven tot aan
zijn vertrek naar Indië in de tweede helft van
Januari.
Diplomatie. In verband met de be
stemming van jhr. Melvill van Carnbee, ge-
zanfschaosraad te Parijs, tot minister-resi
dent, tijdelijk zaakgelastigde te Sofia, is jhr.
mr. H. de Beaufort, gezantschapssecrcij*
ris te Washington, wiens aankomst te Den
Hang dezer dagen werd gemeld, tijdelijk ge
detacheerd bij het Nederlandsche gezant
schap te Parijs.
De volgende alphabetische aanbeve
lingslijst is opgemaakt voor kantonrechter
te Boxmeer: mrs. J. H. Bevers, substituut-
griffier bij de rechtbank te Amsterdam; IT.
F. M. Kortman, griffier bij het kantonge
recht te Venlo, H. P. F. M. Manders, sub
stituut-griffier bij de rechtbank te 's-Herto-
genbosch.
Journalistiek. De heer C. L. F.
Sarlet heeft gisteren den dag gevierd, dat hij
25 jaar is werkzaam geweest aan de redactie
der Oprechte Haarlemsche Courant. Com
missarissen hebben hem op hun bureau ont
vanger en hij is daar toegesproken door den
president-commissaris, mr. Ch. Enschedé,
die hem dank bracht voor al wat hij voor de
courant was geweest en hem een geschenk
aanbood. Verder ontving hij geschenken
van de redactie en van de administratie bij
monde van den directeur jhr. van Riemsdijk;
een commissie uit de burgerij zou gistermid
dag een geschenk aanbieden.
Overste Wenniger. f Een, voor
al in de officierskringen der residentie be
kende persoonlijkheid, r ^^nsionneerde ko
lonel L. M. J. Wenniger, is daar ter stede
in den ouderdom vair 70 jaren overleden.
In 1867 werd de thans ontslapene be
noemd tot tweede-luitenant; in 1871 werd hij
bevorderd tot eerste luitenant, in 1886 werd
hij kapitein; tien jaren later volgde zijne be
noeming tot majoor, in 1900, werd hij lui
tenant-kolonel en in 1904 werd aan overste
Wenniger bij het verlaten van den militairen
dienst de titulaire rang van kolonel verleend.
Vele jaren maakte hij deel uit van het of
ficiers-korps van het toenmalige regiment
Grenadiers en Jagers, bij welk regiment hij
de laatste jaren van zijne militaire loopbaan
bet bevel voerde over het eerste bataljon
Grenadiers.
Overste A. S. H. Booms, f De
te 's Gravenhage plotseling overleden gep.
luit.-kolonel der infanterie van het Indische
leger A. S. H. Booms, was gedurende een
groot deel van zijn Indische militaire loop
baan gedetacheerd bij het wapen der Genie.
Reeds als le luitenant nam hij deel aan
verschillende krijgsverrichtingen gedurende
de 2e expeditie tegen Atjeh in de jaren 1873
en 1874 en onderscheidde zich toen der
mate dat hij benoemd werd tot ridder in de
millitaire Willemsorde 4e kl. Zoo nam hij
in April 1873 deel aan de operatiën tegen
Atjeh's groote Missigit en was daarbij met
een detachement mineurs ingedeeld bij de
kolonne van den majoor F. P. Cavaljé. Den
6en Januari 1874 met een detachement mi
neurs ingedeeld bij de troepen van den
kolonel De Roy van Zuijdewijn, nam de
thans overledene deel aan de bestorming van
de groote Messieit (Mesdrid Raja) op Atjeh,
bij welke gelegenheid het onzen troepen ein
delijk gelukte dit Atjehsche heiligdom voor
goed te veroveren.
Tijdens deze expeditie werd luitenant
Booms gewond. Hij kreeg nJ. een schot door
den rechtervoet bij een aanval op het bivak
in den bovengenoemden Missigit.
De heer Booms, die als sergeant in Indië
kwam, begon in 1862 de officiersloopbaan
als 2e luit., werd le luit. in '68, kapitein In
'75, majoor in '33 en overste in 1888.
Hij was drager van het eereteeken voor
belangrijke krijgsverrichtingen met de gesp
Atjeh 1873-'74 en van de Atjeh-medaille.
In 1888 werd overste Booms plaatselijk
commandant te Podang; twee jaar later werd
hij gepensionneerd.
Ook als schrijver was de heer Booms geen
onbekende; zoo verscheen van zijn hand het
werk: „Neerlands Krijgsroem in Insulinde".
Nederland en de oorlog*
Staat van beleg.
Met ingang van 18 November is de staat
van beleg verklaard in het gebied als volgt
begrensd: Van het punt gelegen op 53°, 32
min. N.B. en 1° 16 min. O.L. van Amster
dam langs genoemden parallel tot het snij
punt met de Westkust van Rottumeroog; ver
volgens langs de Zuidkust van dit eiland
naar het snijpunt van de Oostkust van ge
noemd eiland met den evenvermelden pa
rallel; langs den parallel tot den meridiaan
van 1° 44 min. O.L. van Amsterdam; langs
den meridiaan tot de kust van Groningen;
vervolgens langs deze kust en die van Fries
land tot den voormaligen verbindingsdam
met Ameland; langs de lijn gevormd door de
overblijfselen van den verbindingsdam tus
schen den Nieuwen Zeedijk bij Holwerd en
de Zuidkust van Ameland, ten Z.O. van Bu
ren; de Zuidkust van Ameland tot 1° 2 min.
O.L. van Ameland langs dezen meridiaan tot
53° 26 min. N.B. langs den parallel tot 1° 16
min. O.L. van Amsterdam, dezen meridiaan
volgend tot de kust van Schiermonnikoog;
langs de Zuid-, Oost- en Noordkust van
Schiermonnikoog tot de laatstgenoemde me
ridiaan weder bereikt Is; langs dezen me
ridiaan tot 53° 32 min. N.B.
Landweerl:chtingen met verlof.
Nader vernemen wij, dat met Ingang van
25 November a.s. ook aan de leden van het
kader der landweerlichting 1908 een voor
loopig (klein) verlof zal worden verleend, al*
thans voor zooveel zij dit zelf wenschen.
Tegelijkertijd zal aan het nog in werkelij-
ken dienst zijnde dienstplichtig kader der
landweer lichting 1907 en aan het eventueel
nog in die omstandigheden verkeerendg
landstormkader zulk een verlof worden veiw
leend.
Aan eiken landweerverlofganger wordf
toegestaan, nadat hij met verlof i9 vertrok
ken, desgewenscht weder onder de wapenen
terug te keeren. Hij, die terugkeert, maf