Issr list y san belofte! 14d* Jsiarpang. N° 125 Dinsdag 23 November 1915. BUITENLAND^ FEUILLETON. Bureaus UTRECHTSCHESTRAAT I. Politiek Overzicht De wereldstrijd in den Balkan. Hoofdredacteur! Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. }>DE EEMLANDE R". ABONNEMENTSPRIJS: Fct 8 maanden voor Amersfoort f Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) U-l Afzonderlijke nummers - Wekelijks bijvoegsel „de Hollondeche Huisvrouw (onder redaotie ran Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 cis» Advertent iën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJ3 DER ADVERTENTIËN: Vao 1—6 regel*. f O.ftO* tlko regel meer0.10, Dienstaanbiedingen 25 entte b() vooruitbetaling, Groote letters naar plaatsruimte. Voor hando) en bodrijl boe taan ceot voordeeligu bepalingen tot het herhaald udverteoren in dit Blad, bij ubonuoiuent. Eene circulaire», bevettoude de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De groote strijd in het Balkangebied gaat onverbiddelijk verder en het einde komt meer en meer in het gezicht. De zegetocht van de verbonden legers in het Servische gebied neemt gelijkmatig zijn loop en vor dert betrekkelijk snel, zoo snel als de el lendige toestand van de wegen, die zich in het bane jaargetijde dubbel doet voelen, toe laat. Het bericht van eergisteren, dat de Ser vische hoofdmacht door de wapenen van de drie verbonden legers verdreven is van het laatste stuk oud-Servischen grond, d. i. Servië zooals het was vóór den Balkan-oor log is in zijne beknoptheid veelzeggend. Men ziet er uit hoe ver de veldtocht in Ser vië reeds gevorderd is in zijn ontwikkelings gang, die doelt op de splitsing van het eigen lijke oorlogstooneel in twee deelen. Wanneer men op de kaart nagaat, waar de uit het noorden en het oosten opdringende Duitsch-Oostenrijksche en Bulgaarsche le gere zich thans bevinden, dan ziet men, dat jke he'r van het strijdtooneel ue verbonden legers het kleine westelijke deel van Servië insluiten, dat geleden is om Mitrowitza en Pristina. De van drie zijden, uit het noorden, oosten en zuiden, het over- f hot van het Servische leger opdringende 1 drijft het geslagen leger in de rich- naar Montenegro, dus in eene rich- die het verwijdert van zijne natuurlijke linie van terugtocht, die zou gaan naar het zuiden, waar het leger van de entente-mo- gendheden in wording is. De Servische -ofdmacht is dus afgesneden van den weg, /aar dé redding uit den nood zou moe- .i komen; zij is geheel aangewezen op are eigen krachten, voor zoover die nog reiken, want het aantal gevangenen, die tot dusver aan de zegevierende aanvallers in hep.'-n zijn gevallen,-wordt opgegeven als 70,000, en het aantal dooden, gewonden en zieken zal wel niet kleiner zijn. De pun ten, waar de druk den aanval zich in zonderheid doet "<t in het noorden uit van PribojUchitze en in het zuiden van Gilon—Katsjanik. Er zijn twee weder om concentrisch optrc 'e aanvalsgroepen te onderscheiden, waarvan de eene, uit het noorden komende, reeds zóó ver gevorderd is, dat Novibazar is bezet, terwijl de andere uit het oosten en zuiden tegen Pristina voor uit dringt. In 't zuidelijke strijdtooneel worden aan de Wardar in de streek van Negotin en Stroe- mitza de Engelsch-Fransche hulptroepen in bedwang gehouden, terwijl een krachtige aanval van de Bulgaren het Servische zuider- leger naar het zuidwesten heeft teruggesla gen. Daardoor is ook in het zuiden een wig gedreven tusschen de daar aanwezige Ser vische troepen en het Entente-leger, zoodat ook hier de Serven geheel aan zich zelf zijn overgelaten. In de streek tusschen Prisren en Dibra is het Bulgaarsche front voor een deel vooruitgebracht op Albaneesch gebied. Dat is nu reeds van gewicht voor de beheer- sching van de door Albanië gaande verkeers wegen van de zee naar het binnenland; het wijst verder de richting aan, waarin mogelijk het Bulgaarsche leger zich verder zal be wegen. Wat de kaart niet te zien kan geven, maar toch eigenlijk als het voornaamste is aan te merken, is dat zoowel op het noordelijke als op het zuidelijke strijdtooneel de Serven geslagen zijn, zoo nadrukkelijk, dat het haast niet mogelijk schijnt, dat zij uit zich zelf er bover* op zullen komen. En wat is er te ver wachten varv de pogingen, die worden aan gewend om hun van buiten af hulp te bren gen? De militaire medewerker van de Noor- we egsche Morgenbladet heeft zich daarover aldus uitgesproken „In Saloniki worden, zooals wordt bericht, dagelijks 5000 man met trein en volledige uitrusting uitgeladen, en de aan land ge brachte troepen worden zoo snel mogelijk door het Wardardal over de Servische grens gebracht, meestal per spoor maar, omdat deze spoorweg éénsporig is en slecht van wisselplaatsen is voorzien en bovendien geen voldoend rollend materieel heelt, ook over den gewonen weg door het dul. Men moet aannemen, dat generaal Sarrail 't niet zal aandurven hier te ver vooruit te gaan, of in het moeielijke terrein zich te ver in den strijd zal laten betrekken, voordat hij eene macht heeft bijeengebracht, die hij be schouwt als sterk genoeg om de moeielijk- heden te ovenvinnen, die hij te boven moet komen. Dat is ook volkomen verklaarbaar. Maar het heeft twee gewichtige nadeelen. Vooreerst dat, „terwijl het gras groeit de koe sterft." Als hij al te lang wacht, dan kan het gebeuren, dat hij niemand meer vindt, wien hij ontzet zou kunnen brengen. En in de tweede plaats is het niet onwaar schijnlijk, dat maarschalk von Mackensen, als hij vindt, dat het daar in het zuiden er dreigend begint uit te zien, een aanzienlijk deel van zijn leger afzondert en daarheen zendt. Hij beschikt over meer troepen dan hij eigenlijk noodig heeft om de Serven er onder te krijgen, en zal zeer spoedig een onafgebroken spoorwegverbinding naar het zuiden hebben. Er is dus veel wat er voor spreekt, dat het zwaartepunt in den Balkan oorlog binnen kort naar het zuiden van Servië zal worden verlegd." Oe oorlog. B e r 1 ij n, 2 2 Nov. W. B.) Bericht van hr opperste legerh 'uur uit het groote hooft "°r .an heden voormiddag. Op het westelijke oorlogstooneel zijn gee- ne gebeurtenissen v \elang voorgekomen. Da vijan -- eene leven dige werkzaamheid in Champagne, tusschen de Maas en de M" ten oosten van Luneville. P a r ij s, 2 2 Nov. (Havas). Namiddag- communiqué. Er worden eenige granaatgevechten in Artois en patrouilegevechten in Lotharingen bericht. I Pa r ij s, 2 2 N o v. (R.) Avoruicommuniqué. De artillerie was werkzaam in Artois, Cham- pagine en Elzas. In de Argonne was mijnen- strijd. Londen, 22 Nov. (R.) Veldmaarschalk French bericht Onze artillerie heeft in de laatste vier da gen een effectief bombardement van talrij ke declcn van de vijandelijke liniën uitge voerd. De vijandelijke artillerie is werkzaam geweest ten noorden van Loos, ten oosten van Armentières en ten oosten van 7peren. Een Düitsch vliegtuig is den 19en Novem ber binnen onze liniën gedaald. De bestuur der en de waarnemer zijn gevangengenomen De machine is niet beschadigd. B e r 1 ij n, 2 2 Nov. W. B.) Bericht van het opperste legert», -.tuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Een ïlclce Russische aanval tegen het kerkhof te Iilukst (ten noordwesten van Du- naburg) werd afgewezen. Overigens is de toestand önvererderd. W e e n c n, 2 2 N o v. (W. B.) Officic-el be richt van heden middag. Op het Russische oorlogstooneel is niets nieuws voorgevallen. Petersburg, 22 Nov. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den .groot en ger.e- ralen staf. In de streek van het dorp Poulkarn, ten zuidoosten van Riga, dreven wij den vijand eenigszins terug en vernielden een gedeelte van zijne schuilplaatsen en loopgraven. Op de rest van het front, van de golf van Riga tot de Pripjet, is geene verandering. Aan den linkeroever van de Styr, voor de overgan gen in den sector Rafolowka en Czartorysk kwamen eenige actiën voor, die geene ver andering brachten in den algemeenen toe stand. In Galicië hadden aan den oostelijken oever van de Strypa ook eenige ontmoetin gen plaats met vijandelijke voorposten, die over de rivier gingen. Vijandelijke elemen ten, die van Beniavy uit, aan het zuidelijk uiteinde van het Isjkowmeer, aanvallend op traden, werden met een krachtig vuur ont vangen en terug geslagen. Ten westen van het dorp Khmielevka duurt het gevecht voort. Ten noordoosten van Boetsjasj ver dreven wij den vijand uit het dorp Petriko- witze. Verder naar het zuiden bezette de vijand het dorp Janowka. In de Ocslzee hooiden onze torpedoboo ten den 20en na een kort gevecht bij Win- dau een Duitsch waakschip in den grond. Een officier en 19 soldaten zijn krijgsgevan gen gemaakt. Wij hadden volstrekt geene verliezen. W e e n e n. 2 2 No v. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. De Italianen zetten den aanval op het ge- heele brughoofd van Göiz met de oude hard nekkigheid, maar steeds zonder succes voort. Vooral de strijd in den sector Oslavïja was zeer verbitterd. Daar won de beproefde Dal- matiscne landweer, door het dappere infante- rieregiment no. 17 uit Krain ondersteund, het eergisteren nog in handen van den vijand gebleven gedeelte van onze stelling geheel terug. Het zuidelijk gedeelte van Pod- gora werd vijf molen aangevallen. De met den moed der wanhoop ondernomen aanval len van de Italianen vielen ineen gedeelte lijk in ons vuur, gedeeltelijk in gevechten met handgranaten. In den sector van het Doberdo-plateau waren de pogingen van den vijand voornamelijk gericht tegen de streek van San Martino. Na een sterke artillerie- voorbereiding konden de Italianen hier in ons strijdfront dringen. Een nachtelijke te genaanval bracht echter het verlorene, op een klein vooruitspringend loopgraafstuk na, weer in ons bezit. Ten noorden von het brughoofd van Görz gingen tamelijk zwakke vijandelijke krachten ten zuiden van Zagora Over de Isonzo Des avonds was echter dc linker rivieroever weer gezuiverd van deze Italianen. Aan het Tirolsche front had de tegenstan der het in den laalsten tijd vooral gemunt op den Col di Lono, zeker om in het reine te komen met zijne talrijke berichten over in dit gebied behaalde voordeelen. Het Italiaan- sche geschutvuur was hier gisteren heviger don ooit. Drie aanvallen op den bergtop werden afgewezen. Genève, 21 Nov. (Havas.) De dag bladen brengen telegrammen, volgens welke dc interventie van Italië voor de deur zou staan. Dit bericht wordt zeer gunstig opge nomen door de dagbladen, die wijzen op de voordeelen, welke de Servische troepen daaruit zullen trekken bij hun terugtocht naar de Adriatische zee. B e r 1 ij n, 2 2 Nov. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Bij" Socanica in het ïbardal werden de Ser vische achterhoeden teruggeworpen. De toe gang naar het Labdal werd aan beide zijden van de Podujevo afgedwongen. Gisteren wer den meer dan 2600 gevangenen, 6 kanon nen, 4 machinegeweren en een groote oor- logsvoorraad buit gemaakt. In het arsenaal te Novibazar vielen 50 groote mortieren en 8 kanonnen van ouder maaksel in onze han den. W e e n e n, 2 2 Nov. (W.B.) Officieel be richt van heden middag. De in het gebied van Cajnica strijdende keizerlijke en koninklijke troepen wierpen de Montenegrijnen uit zijne stellingen aan den Golesberg. Ook ten oosten van Gorazde zijn gevechten gaande. Een Oostenrijksch- Hongaarsche troep uit Nova Varos nadert Prijepolje. In Novibazar maakte het leger van gene raal von Koevess 50 mortieren, 8 veld kanonnen, 4 milÜoen geweer gepatronen en veel oorlogsinaterieel buit. De nog ten oos ten van de stad gebleven vijand werd door de Duitsche troepen verdreven, in wier handen hij 300 gevangenen achterliet. Eene in het ïbardal vooruitdringende Oostenrijksch-Hogaarsche colonne bestorm de gister over dag 20 K.M. ten noorden von Mitrowitza drie achter eikoor liggende Ser vische stellingen. In de duisternis maakte zij zich door een overval nog van eene vierde stelling meester waarbij 200 g angenen wer den ingeleverd. Zes kanonnen, vier machine geweren, een munitiecolonne en talrijke paarden werden buit gemaakt. Het leger van generaal von Galwitz nam in met succes bekroonde gevechten ten zuiden van den Prepolackam 1800 Serven gevan gen. Ten oosten en zuidoosten van Pristina wint de aanval van het eerste Bulgaarsche leger, ondanks den hardnekkigsten tegen- stad van de Serven, aanhoudend veld. Sofia, 22 Nov. (W.B.) Een officieel bericht van den 18en meldt: De opera- tiën ontwikkelen zich gunstig voor ons op het geheele front. Wij hebben weer 1200 man gevangen genomen. Officieel bericht van heden. Het offensief gaat krachtig voorwaarts. Na verschillende gevechten zijn onze legers van het noorden en het oosten uit tot bij Pristina gekomen. Wij namen weer 1800 man gevangen, en verder nog een ^alf escodron covollerie. Athene, 22 Nov. (R.) De Serven brachten eene ernstige nederlaag aan de Bulgaren toe in de Nish-Leskovatzlijn. De strijd duurde drie dogen. De terugtocht van de Bulgaren was op het kontje van ongere-. geld af. Zij moesten groote hoeveelheden materieel prijs geven. De Serven bezetten daarop stellingen op de hoogten ten noorden en zuiden van Lemban, waar zij het Bulgaar sche offensief kunnen bedreigen, dat in da laatste dagen zwakker schijnt te worden. P a r ij s, 2 2 N o v. (R.) De Franschen sloe gen den 19en de Bulgaren terug aan de Cerno. Den 20en werd de strijd hervat. B er 1 ijn, 2 2 Nov. (Kor. Norden.) Aan ren Lokal Anzeiger wordt uit Bukorest ge meld, dat volgens telegrammen uit Peters- burg, na de terugkomst van den Czaar van het front, er een kroonraad plaats had, waarbij Sassonow en Charitonow het zen den van 400.000 man troepen aar Bulga rije verlangden. De kroonraad besliste, dat zulk een tocht niet kon worden ondernomen zoolag de landweg niet verzekerd was. P a r ij s, 2 2 Nov. (Havas). Volgens de verklaring van een onzijdigen reiziger is dö expeditie naar Servië minder ondernomen om hulp te brengen aan Turkije dan om Oostenrijk van levensmiddelen te voorzien. De duurte in Weenen had een zoo ernstigen toestand doen ontstaan, dat men tot eiken prijs een uitweg naar de Balkanlandei? moest vinden. Londen, 22 Nov. (R.) De Times be richt uit Athene, dat de vloot van de geal lieerden een streng onderzoek instelt op alle stoomschepen in de Egeische en Middel- landsche zeeën, die varen onder Grieksche vlag. Na zijne gesprekken met den koning en met minister-president Skoeloedis, had maarschalk Kitchener een long gesprek met generaal Doesmanis, den chef van den Het is vaak lastig de goede uitdrukking te vinden voor wat men verzwijgen moet doch niet verzwijgen kan. Roman van IS. TE1RLINCK. 50 Boer Kazakke bereikte den tweelingbeuk. Hij e,!r.g achter den dubbelen tronk staan en ke door de spleet. Ja, van hier ontwaarde men zeer goed dat deel der dreef, waar de bankier gevallen was. z.ou de kerel waarlijk van hier op zijnen vader geloerd, op hem geschoten hebben?... Nu ging Penninck achter de sleestruiken waar Osmaart verklaarde gelegen te heb ben, op den dag, dat het schelmstuk ge pleegd werd. Hij moest het bekennen: van deze plaats kon men goed den tweelingbeuk en bijge volg den moordenaar zien, zonder gezien te worden. En nu werd in zijnen geest de overtui ging sterker: „Osmaart heeft zich niet oteen;. hij heeft Henri zien schietende zien wegloopenhem over de Keibeek zien springenl" En het viel hem juist in, hoe de schurk tegen den muur deinsde en beefde als een riet, toen hij, Penninck, hem in zijne op borrelde gramschap de woorden naar het hoofd wierp: De Penninck's vermoorden niet! En Emiel Moereels, een onschuldige, boette voor hem! Neen, dat mocht niet blijven duren. Pen ninck zou spreken! Boer Kazakke springt over de Keibeek, neemt, dwars door het bosch, den naasten weg naar het Rattenhoi. Neen, er valt niet meer ie deinzen! Henri zal de pacht niet vernieuwen, zal hen van het Ratten hof jagen. Te bloedig heeft de boer den jonker gehoond. Deze 'zal zich wreken. En aan de Penninck's blijft maar een enkel iets over: naar hel verre land te trekken, naar Amerika, naar Argentina, naar het land van belofte Op eene andere hoeve gaan boerenf Neen, neenl dat zou de man over zijn hart niet krijgen! De dorpelingen, de geburen zouden te veel met de gevallen Penninck's spotten! Dat niet, dat niet! Liever verre, verre weg, voor altijd! Dat zal wel het beste zijn! Maar zal zijne vrouw willen? Hij schudt bedenkelijk het hoofd. Zijne vrouw was immer zwak van. lie!.aam en geest, ja is sedert eenige weken ziek, ernstig ziek. Ofschoon hij zijne vrouw krachtiger, moediger verlangde te zien, haar dikwijls een ruw woord toezond toch is hij haar, in den grond, diep genegenl Denk eens: omtrent dertig jaar hadden zij samen ge leefd het eerde eener eeuw! Zou zij willen? Maar heeft zij niet altijd gedaan, wat hij gewild heeft zij, de goedige, de zwakke, de gehoorzame? Zij zal nog willen hij zal ze wel over tuigen! Overigens er blijft geene uitkomst het moet! En Manda, de fiere, de wakkere, zal zij toestemmen? Ware zij alleen zonder twijfel! De va der kent zijn kind. Maar Emiel? Zal zij den armen jongeling hier alleen laten alleen, in droefheid en zielsellende, met de teedere Melanie? Er blijft tijd genoeg! Zij vertrekken im mers maar in Mei van het toekomende jaar! Dan zal Emiel reeds lang vrij zijn! Heeft de boer geen vast besluit genomen het gerecht te melden, wat Osmaart hem heeft toevertrouwd? Met Manda zal het zich wel schikken zeker! Zal Remi willen hij, de stille, de so bere, de bedaarde aardend naar vader en moeder: als deze goed en zachtaardig, als gene gedachtenrijk en fier? Remi zal gehoorzamen dat weet boer Kazakke; Remi zal zijnen vader vergezellen! En hun huwelijk? Ja, ja, er zullen hinderpalen genoeg zijnf... Maar in zijnen geest staat het vast: er kome, wat er wil toch zal zijn besluit uitgevoerd worden! Naar Amerika zulleo de Penninck's .varen! Het moet, het moetl Gejaagd, met verontrust gemoed komt boer Kazakke op het Raltenhof en hij gaat, zonder als naar gewoonte rond te blikken, in het woonhuis. Middag is reeds voorbij. Zoolang heeft zijn onderhoud met Henri, zijn drentelen langs dreef en Roschbosch, zijn denken en overwegen geduurd. In de groote keuken vindt hij zijne vrouw, die de noenkoffie opgiet. Op de buis der stool staat, nevens zijn gewaard mid dagmaal, de aarden koffiekan, en van tijd tot tijd schenkt de vrouw er het heete water van den moor in. Als een schuimend vuur- bergje klimmen koffie en suikerei tot aan den koperen boord van den zak, dalen om daarna weder te zwellen, telkens moeder Penninck water naar beneden giet. Eentonig loopt en zijpelt de drank door den koffiezak en zijn aangename geur vervult de keuken. De vrouw ziet er waarlijk bleekjes uit en herhaalde malen hoort men haar hoesten. Zij blikt op naai den binnentredende en zegt: „Welnu, Lowie, ge zijt zoolang weg ge weest? En niemand wist waar en hoe!... De Sampetter is om u gekomen, zeggen ze?" „Ja, ik ben lang weg geweest," antwoordt hij beraden, „en nu kan het niet meer an ders het moet!" „Wat, Lowie?" Zij bemerkt wel, dat iets zeer belangrijks met hem gebeurd is aan zijnen blik, die norscher is dan gewoonlijk, aan zijn woord, dat ruwer klinkt, aan ziine hand, die koort- siger in zijne kazaktasch wroetelt. „We moeten weg!" zegt hij, terwijl hij; vóór het venster gaat staan, en naar het voorhof staart. „Weg! Hoe weg?" „Ja, weg van het RottenhofIk kom van. het kasteelHij deed mij roepen!Hij- hij vroeg opslag!" Met de diepste verachting spreekt hij hef woordje h ij uit. „Och-God, och-God-toch!" jammert zij ew weenend valt zij op eenen stoel nevens de stoof. „Ja, zoo is het," bevestigt hij bitter. „Op slag!En we moeten van nu al schuld!..^ Alle dagen gaat het hier slechterDe1 Bruine dood onze oogst verhageldf Ja ja, hij is ferm de boerenstiel!" Hij stapt naar de boerin toe. „Vrouw!" zegt hij plechtig. Zij blikt door hare tranen op. „Wij moeten weg!Mijn besluit is ge« nomen: we vertrekken naar Argentina.s« Het zal!" „Och-God, och-God-toch I" En lukletf weent zij, terwijl zij de voorschoot vóór haaf gelaat houdt. Dat geween stemt her* slechter. Wordt vervolgd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1