N* 138 14-* Jaaroang. 1 II f I „DE EEM LAN DER". Woensdag 8 December 1915. BUITENLAND.. FEUILLETON. Uur let laid van lilefte! ffft te i j£jj li h Hooldredacteuri Mr, O.J, VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOPP ft Co, ABONNEMENTSPRIJS: fto 8 maanden Toor Amersfoortt J*®®. Mem franoo per post Ver week (met gratis verzekering tegon ongolukkon) O.Iw, Aftonderiyke nummers Wekelijks bgvoegsel ,dt Hollonilich» Bmiwtuur (ondor redaotio Tliéièse van Hoven) per 8 mnd. 50 cts. Advertentien gelieve men liefst vóór tl uur, familie- a'ivert&nties en berichten vóór 2 uur in to zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A D VERTENTIËN: Van t—6 O.Bffc Elite regel meer 0,10< Diouslaanbiodiogen 25 cents bQ vooruitbetaling. Groote loiters naar plaatsruimte. Voor handel en boarfjf bestaan tooi voordeeligo bepafingeu tot het horhaald advertuorea 10 dit ülad, by *bunuouu»ut Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Oe wensch naar vrede. n. Ei wordt thans niet over den vrede on derhandeld en er wordt ook niet getracht daarover te onderhandelen, schreven wij gis> teren. Wel wordt de wensch vernomen, om ile eventueele vredesvoorwaarden te bespre ken. In Londen waarschuwt de Morning Post, dat Engeland er verschrikkelijk onder heeft geleden, dat zijne regeering niet in vredestijd voorzorgen voor den oorlog heeft genomen, en jiog erger zal hebben te lijden, wanneer het in oorlogstijd zich niet op den vrede voorbereidt. De natie moet er eene bepaalde voorstelling van hebben waarvoor zij strijdt en wat het uiterste minimum is van datgene, wat voor haar aannemelijk zou zijn. Er moet over de vredesvoorwaarden van gedachten gewisseld worden niet de bond- genooten en de Britsche regeering moet zich oo'v daarover verslaan niet de Dominions. Dr regeering krijgt een woord van afkeuring te hcoren over de wijze, waarop de oorlog dear haar is gevoerd. Sir Edward Grey moet van ganscher harte voor de overwinning strijden en geene concessiën doen aan den vijand of voor een ander plaats maken. Dezelfde gedachte zit ook voor bij het lid van het Britsche lagerhuis Tennant, die plet voor het herstel in het lagerhuis in den toestand, dat men heeft eene officieele oppositie onder verantwoordelijke leiding. Die zal de regeering moeten aansporen tot eene krachtige voortzetting van den oorlog. Do vrede moet vroeg cf laat komen. Het par lement zou onder de tegenwoordige omstan digheden genoodzaakt zijn alle vredesvoor waarden, die de regeering mocht voorstel len, aan te nemen. Het is daarom van ge wicht eene officieele oppositie te hebbep om er op toe te zien, dat een werkelijke vrede tot stand komt en geen aan pro-Duitsche in vloeden te danken compromis. Wat hier verlangd wordt, is dus niet, dat met de centrale mogendheden over vredes voorwaarden zal worden onderhandeld, maar dat de Entente-niogendheden onderling zul len overleggen v. ellée voorwaarden zij even tueel zullen stellen voor den vrede. De be ek \g is blijkbaar, die voorwaarden aan de tegenpartij op tc leggen. Die zal dus eerst overwonnen moeten zijn, want, zoo schrijft de Morning Post, vredesonderhandelingen zijn niet denkbaar zoolang de vijand in Bel gië, Rusland of Servië blijft. Hoe men zich in Engeland den vrede voorstelt, kan men zien uit eene vergadering van de „Union of Democratie Control" te Manchester, waarin eene voordracht gehou den is over de grondslagen van een moge lijken vrede. Dit is eene vereenlgin'g, die is opgericht sedert de oorlog begon en die er naar streeft tegenover de ophitsingen van de Jingo's eene meer objectieve beschou wing van de zaken te plaatsen. Zij heeft onder hare leden een aantal marinen, die voor den oorlog de Entente-politiek van As- quith, Grey en Churchill bestreden, omdat zij vreesden, dat die tot den oorlog zou lei den. Nu is het opmerkelijk, dat in dien kring van bezadigde en in den grond vredelie vende mannen een spreker het volgende pro gramma van vredesvoorwaarden verdedigde, wel is waar onder opmerking, dat hij slechts sprak voor zijn persoon en met het doel stof te geven voor discussie: 1. Duitschland ontruimt geheel België, Frankrijk, Polen en de Oostzee-provinciën; Duitschland en Oos tenrijk ontruimen Servië. 2. Geen oorlogs schadevergoeding van Engeland aan Duitschland, maar eene vergoeding van de door Duitschland in België aangerichte scha de. 3. Over een aantal bijzondere eischen die door Frankrijk tegen Duitschland, door Ita lië en Servië tegen Oostenrijk-Hongarije, door Rusland tegen Turkije kunnen worden gesteld, zal overleg met Engeland gepleegd worden, en Engeland moet er voor zorgen dat de bevrediging van deze eischen ge schiedt in overeenstemming met het natio naliteitsbeginsel. 4. Het recht van Duitsch land om een koloniaal rijk te bezitten zal erkend worden, al kan de omvang van dit lijk ook niet gelijk zijn aan den toestand van vóór den oorlog. Wanneer dergelijke meeningen verkondigd worden in een kring van bezadigde en den vrede goed gezinde mannen, dan begrijpt me hoe over de vredesvoorwaarden gedacht wordt in Jingo-kringen. De moeielijkheid zit echter hierin, dat als men tot den vrede wil. komen, er moet gezocht worden naai een grondslag voor de besprekingen die ook door de andere partij als bruikbaar wordt erkend. Daarvoor schijnt de tijd nog niet rijp te zijn. Een lid van de Engelsche regeering, de on derstaatssecretaris van binnenlandsche za ken Brace, heeft dit kort en krachtig uitge drukt, door te zeggen: „Wat voor nut heeft het over vrede te praten voordat de Duit- sche militaire macht gebroken is!" Wanneer men de oogen wendt naar Frankrijk, dan ziet men daar evenmin ge neigdheid om ernstige vredesbesprekingen te beginnen. De oud-minister Hanotaux, die vroeger aan het hoofd heeft gestaan van het departement van buitenlandsche zaken, heeft onlangs in de Figaro gezegd: „Wij zul len de wapenen niet neerleggen voordat wij de bevrijding en de onafhankelijkheid van all volken en bovenal van de beide ons ont rukte provinciën bereikt hebben. Dat is de wil van Frankrijk en daarvoor heeft het den oorlog ondernomen". Dezelfde gedachte vindt men in een meer uitgewerkten vorm terug in de rede, die verleden Zondag tot herdenking van een wapenfeit uit den oor log van 1871 gehouden is door den onder staatssecretaris van oorlog Albert Thomas; daarin werd gezegd: „Ons wachtwoord is Geen vrede voordat ons Elzas en Lotharin gen voorgoed zijn teruggekeerd in de Fran- sche eenheid; geen vrede voordat onze on gelukkige Belgische en Servische broeders verzekerd zijn hunne haardsteden in fiere onafhankelijkheid terug te vinden; geen vre de voordat het Duitsche imperialisme en het Pruisische militarisme niet meer in staat zijn nadeel te doen; geen vrede voordat de heer schappij van het recht, gegrondvest op de zegevierende eendracht van de bondgenoo- ten en versterkt door de vrije instemming van de onzijdigen, voor altijd het oorlogsge weld heeft afgeschaft. Hoe ook onze smar ten, onze offers, onze vermoeienissen zijn, de Franschen van alle partijen zullen gaan tot aan het einde van dien plicht". Zoo is cle in Engeland en Frankrijk nu nog overheerschende stemming. Men ziet daaruit is weinig troost te putten voor hen, die wenschen naar den vrede. De oor&og. B e r 1 ij n, 7 Dec. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Bij Berry-au-Bac is eene tamelijk groote opblazing gelukt. Een Fransche loopgraaf is met hare bezetting ingestort; een bijna vol tooide vijandelijke mijnaanleg is vernield Ten oosten van Auberive, in Champagne, zijn omstreeks 250 meters van de voorste Fransche loopgraaf genomen; ruim 60 man zijn gevangen genomen. Parijs, 7 Dec. (Havas). Namiddag-com muniqué. In den loop van den nacht werd een tame lijk hevige kanonnade gemeld in een ge vecht, dat gelocaliseerd was om een Fran schen vooruitgeschoven voorpost. P a r ij s, 7 Dec. (R.) Avond-commu niqué. De Fransch-Belgische artillerie vernielde een vijandelijk werk bij het Sas. De kanon nade was in Artois allerhevigst en ging op sommige punten vergezeld van een strijd met zware bommen. In Champagne werd do strijd voortgezet om het bezit van een vooruilliggende loop graaf ten zuiden van Saint-Couplet. Onze tegenaanvallen hebben reeds het grootste gedeelte van de verloren loopgraaf terug gewonnen. B e r 1 ij n, 7 Dec. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Op het oostelijke oorlogstooneel is de toestand over 't algemeen onveranderd. Weenen, 7 Dec. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Op het Russische oorlogstooneel zijn geene bijzondere gebeurtenissen voorgeko men. Petersburg, 7 Dec. (Tel.-agentschap). Communiqué van den grooten generalen staf. In de buurt van Krevo, ten zuiden van de Wilia, brachten wij door ons vuur een vlieg tuig van den vijand naar den grond en maakten de vliegeniers gevangen. Bij het dorp Janowska, ten noordoosten an Boetsjatsje, trachtte clen vijand onder bescherming van een hevig artillerievuur naai- het oosten vooruit te komen; hij werd naar het dorp Pelava teruggeslagen. Even eens waren zonder succes de pogingen van den vijand om onze troepen aan te vallen bij de dorpen Jazlonetz en Prpjkowtze in de streek van Boetsjatsje. Ten westen van het Sventenmeer en ook ten zuiden van de Wilia en in de buurt van het dorp Tsebrow, ten noordoosten van Tar- nopol, verrichtten onze verkenners geslaag de verkenningen. Van de andere fronten is niets te berich ten. Weenen, 7 Dec. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Op het Italiaansche oorlogstooneel is de toestand onveranderd. Er hadden geeife grootere gevechten plaats. Rome, 7D e c. (R.) Officieel commu niqué. Er was artillerie-actie in de dalen van Giudicaria en Conci en in Carnia. In de Car- so vermeesterden wij oorlogsmaterieel. Ber 1 ijn, 7 Dec. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Ipek is bereikt. Omstreeks 1250 gevange nen en zes kanonnen zijn ingeleverd. De Franschen moesten voor het dreigend gevaar eener omsingeling hunne stellingen in den Cerna (Kornsu)—Vardorboog prijsge ven. Weenen. 7 Dec. (W. B.) Officieel be licht van heden middag. Ten zuiden van Plevlje sloegen wij Mon- tenegrijnsche aanvallen af. In de grensstreek ten noorden van Berane vallen onze troe pen de Montenegrijnsche hoofdstellingen aan. Zij bestormden gisterenmiddag de ver schansingen bij Suhodol. Ten zuiden van Novibazar maakte wij wederom 1300 gevan genen. De streek ten oosten van Ipek was gisteren wederom het tooneel van hevige go- vechten. De vijand werd overal teruggewor pen; zij verloor zes kanonnen. Heden mor gen drongen wij Ipek binnen. Djakova is door cle Bulgaren bezet. Londen, 7 Dec. (R.) Het Atheensche dagblad Patris heeft uit Saloniki vernomen, dat de Bulgaren eene sterke macht bijeen- trekken in Stroemitza. Twee Duitsche divi- siën werken samen met de Bulgaren. N e w-Y o r k, 7 Dec. (R.) De correspon dent van de Associated Press bericht over eon gesprek, dat hij met koning Konstan- tijn heeft gehad, dat de koning persoonlijk zijn woord had gegeven aan de Entente, dat de Grieksche troepen geene Entente-troe pen zouden aanvallen, wanneer de Entente de verzekering wilde geven, dat, als zij op Grieksch gebied teruggedreven werd, zij zich weer zou inschepen en den Balkanveld tocht als geëindigd zou beschouwen. Hij wilde aan de Entente de bescherming van zijn geheele leger waarborgen tegen een Duitschen aanval, terwijl zij zich inscheep ten. Meer zou hij niet doen dan dat; hij zou niet zijne troepen terugtrekken uit Saloniki en van de grenzen. Hij zou niet toelaten, dat Griekenland door dwang of overreding de onzijdigheid prijs gaf. Bukarcst, 6 Dec. (Havas). Men be. richt, dat vier Oostenrijksche monitors zich* gereed mankten Roestsjoek te vei laten, om te trachten Reni te bombardeeren, waar een Russisch leger bijeengetrokken wordt. De Rumeensche regeering heeft echter besloten elke vreemde scheepvaart op de Don&u te gen te houden in de streek, wanr de riviet stroomt langs, het Rumeensche gebied. Konstantinopel, 7 Dcc. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Op het front aan de Dordancllen heeft onze artillerie bij Anafarta vijandelijke troe pen, die verschansingen opwierpen en batte rijen van groot en klein kaliber opstelden, krachtig onder vuur genomen. Bij Ari Burun beschoot een vijandelijke kruiser den 5en December gedurende eenige oogenblikken zonder resultaat onze stellin gen. Onze artillerie dwong een anderen krui ser, die Kobatepe beproefde te naderen, weg te stoomen. Bij Sedd-ul-Bahr vernielde onze artillerie verscheidene tot bomaanvallen bestemde stellingen van den vijand, die daardoor in het bijzonder verhinderd werd het op onzen linkervleugel gerichte hevige bombardement met luchttorpedo's voort te zetten. Petersburg, 7 Dec. (Tel.-agentschap). Communiqué van den grooten generalen staf. Op het Kaukazische front van de Zwarte zee tot den zuidelijken oever van het Van- meer waren geslaagde verkenningen van onze verkenners. In de streek ten zuiden van Khorassan, aan de Arax, heeft de sneeuw in eenige bergachtige sectoren, na cle sneeuwstormen die er hebben gewoed, eene diepte van acht archinen (1 archine 71 centimeters). Konstantinopel, 7 Dec. (V. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Op het front in den Kaukosus sloegen wij een door den vijand in den nacht van 4 op 5 December tegen onze voorposten op den sector van Kalebogoz ondernomen aanval af en maakten wij eenige gevangenen. Op de overige sectoren is, afgezien van schermutselingen tusschen patrtwilles, niets nieuws voorgevallen. Konstantinopel, 7 Dcc. (\V. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Op het Irakfront naderden onze troepen den 4en December Kut-el-Amara. Zij onder-, namen in den nacht van den 4en op den 5en met sterke ofdeelingen een verken* ningstocht op den rechteroeve.' van de Tigris en deden a een verrassend vuur een aanval op de vijandelijke stellingen. Den 5en December beschoot onze artille rie de stellingen van den vijand, alsmede de omgeving van Kut-el-Amnra. Onze colonnes, die ten Oosten van Kut-el-Aniara afzonder lijk oprukten en him vuur op drie transport schepen en twee monitors van den vijand richtten, staken een monitor in brand en ver overden twee schepen. Bovendien maakten: onze troepen in de «treek van Kut-el-Amnra twee vrachtbooten buit. Op «en van deze Roman van IS. TEIRL1NCK. 62 „Hier blijven?'t Zal niet nieer noodig eijn," antwoorddde zij en ze begon te wee- Hen. Hij greep geschokt hare hand. „Toch welWeen niet.Ge weet het: |k heb het niet geerne«Tranen maken mij kort van stof!" Met het slaaplaken wischte zij hare wan gen clroog. „Ge moet genezen," sprak hij opnieuw. „En ben ik wat barsch geweest, wat scherp in mijn woorden ge moet het mij verge ven Het is mijn natuurIk zie u toch geerne, Koba ja ja, zekerheel geernef 'Aiijn woorct was dikwijls ruw, maar mijn hart Hooit Gij zult nog genezenf" Zii schudde —*er het hoofd: rir wist het beter De geneesheer van Brakel bracht juist zijn bezoek aan de kranke. Koel, koorts onder- krz.j h-Mi Penninck in het uitgaan? 1 HelaasI de doktoor antwoordde e; kei: -i Vv-l erminck?" „Is het zoo ver, mijnheer de doktoor?" „Ja zoo vernog eenige dagen dat is all" Zoo verzoo veri Boer Kazakke trok ten koeienstal, ter schurë, ten paardenstal, op al de plaatsen, waar hij gewoonlijk ging hij zag noch hoorde iets: immer ontviel het hem „Zoo ver zoo ver l" Des anderen daags werd vrouw Penninck berecht, en vóór het jaar voleind was, droeg men haar, nevens moeder Moereels op het kerkhof waar zij wilde begraven liggen. De dood der moeder zoo gedwee en zoo verduldig hier op de wereld was niet alleen een gevoelige slag voor Remi en Mcnda, maar ook voor den boer. Men bemerkte oneindig wee in zijne oogen, in zijn wezen, in zijnen gang, terwijl hij langzaam met gebogen en blooten hoof de, achter het lijk stapte. Hij weende niet hij kon niet! Hij was een van die méneren, welke uitwendig niet toonen, wat in hun binnenste voorvalt. Hij bezat sterkte en moed, en nu zelfs, bij die zware ramp, zou hij zijne krachtdadigheid niet verliezen. Na de begrafenis vroeg hem Remi in het naar huis gaan: „Vader, blijft ge bij uw gedachte?" Hij schoot uit zijnen naren droom en be zag zijnen zoon: „Wat?' „Te vertrekken?" „Jai" zei hij kortaf. „Zouden wij hier altemaal niet kunnen bnjven waagde het Remi. „Hoe?... Waar..." vroeg hij stuursch. „Hier op het Hof-ten-BergeEniiel zegt Penninck viel hem in cle rede en ant woordde ras „Nooit Ik bedel niet „Maar, vader „Ik leef niet van een andersmans goed.... Geene aalmoes, neen, neen, geene aal moes! Gij en Manda kunt trouwen met de Moereels? gij kunt hier blijvenik vertrek al ware het alleen!" En bjtter voer hij voort „Alles is mij hier mislukt alles!Van hetgene wij bezaten, schiet er niet veel meer over Ongeluk op ongeluk overviel mij hier: in de stal, op het veld, in mijn huis, overal!Te veel!En nu is zij zij ook weg!Ik blijf hier niet!" Hij stapte dapperder door en, als wilde hij het noodlot tarten, hij rechtte den rug en hief den kop. Remi zei toch „uij zult niet alleen gaan, vader." Er was dus niets aan te veranderen l Het bleef besloten: Allen zouden het land verlaten de Pen- ninck's en de Moereels' allen zouden naar Argentina gaan. Paarden en koeien, wagens en karren, eg gen en ploegen, al de „beestiolen en het landbouwalm" van het Hof-ten-Berge en het Rat'enhof, alles werd te koop gelegd. De oude, kreupele Osmaart wilde, kost wat kost, naar het vreemde land medegaan. Boer Kazakke kon het over zijn hart niet krijgen dit den trouwen knecht te weigeren. Ook Bertine, ten hoogste gebelgd .over de zwakheid haars vaders en de losbandigheid liarer twee zusters, en Koben, haar geliefde, wilden hunnen meester vergezellen. Pen ninck wees ze niet af: jonge, kloeke armen zouden ginder nut en dienst bewijzen. Zelfs het kleine Wardje mocht insgelijks mede. Naar het oordeel en de toestemming zijner moeder moest niet gewacht worden: de ellendige vrouw was dieper en dieper ge zonken, en zou nimmer uit den schandepoel, waarin ze lag te spartelen, kunnen opstaan. Vincke had evenwel naar het gemeentebe stuur der hoofdstad geschreven en de slechtste inlichtingen waren hem over Thilde toegekomen. De verre reis hield het kleine kind bezig en, daar het geene afstanden kende, stelde het Manda de zonderlingste vragen. „Amerika is dat ver, Manda?" „O, zoo ver, Wardje!" „Hoe ver wel?" „Uren en uren, dagen en dagen, kindl" „Is het wel zoo ver als van hier tot Ouden aarde, Manda?" „Veel, veel verderf' „Tot Brussel?" „Nog veel verder!" „Tot aan de wolken „Verder, jongen over de zêel" „De zee wat is dat?" „Water veel, veel water!" „Hebt gij de zee olgezien, Manda?" ,..-.een, Wardje maar ze is wiid wijd en breed... En het water gaat altijd op en af „En we varen op een schip?" „Op een heel groot, kind." „O, dat zal plezant zijn!" juichte eindelijk de jongen. „Misschien!" zuchtte het meisje. De winter toog voorbij met zijn geraas eni geloei. Na regen en storm scheen «opnieuw! helderblauw de hemel. April kwam. Het Lischboschje, vóór eenige weken nog zoo droef en duister getint, schoot uit den langen winterslaap, en het wemelt en glanst,, het leeft en zingt, het groeit en bloeit e* alles. Met geweld drijft het sap naar de twij«, gen en doet er olies barsten en springen. De fijn gespitste beukeknop geeft het voor* beeld, laat zijn schutkleed, de bruine schub* betjes, nederdwarrelen en ontvouwt zijn mal* sche bladeren. Op hazelaar en els wiegelen de talrijke katjes; op de ranke, geelroodof rijzen der wijmen glinsteren, goud- en zilvefJ kleurig, de eivormige Woemhoopjes. Kijk! daar nevens het vijvertje, een weinig hooger, staat een bloeiende sleepruimelaar. Wat is de struik schoon in zijn sneeuwblank lentehemd l En ginder bloeien de Maartviooltjes, eni de gele sleutelbloementros prijkt op hel slanke steeltje, en het senegroen steekt fiefl de blauwe aar omhoog, te midden van d® ^roen witrozige anemonen. Wordt vervolgd»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1