2. Chrysanthemum Mr. "Walter Henrus don- Jeer terracotlarood, van den heer D. Bruide gom te Baarn. Getuigschrift van verdienste aan: T. Chrysanthemum Josephine, zwavelgeel, ran den heer D. Bruidegom te Baarn. 2. Scolopendrium officindeum princeps, nieuw gewonnen varen van den heer P. J. von Ommen, te Hees. 3. Troschrysanthemum Cottleyd, van den heer M. Kloezeman, te Watergraafsmeer. 4. Solohum muricatum, nieuwe donker gele ei-vormige vrucht, ingezonden door den heer W. Gerlach Mayer te Loosduinen. De commissie zal ter plaatse de cultuur komen bezichtigen. 5. Nieuwe witte Begonia Gloire de Lorai- ne, witte rosig getinte bloemen en donker gekleurd blad, van den heer D. Baa: "les Dzn. te Aalsmeer. Voor de Plantenbeurs. Gouden medaille aan: 1. Verzameling afgesneden langsteligë rozen van de kweek er ij Bentveld te Aarden hout. Verguld zilveren medaille aan: 1. Verzameling Hortensias en Begonias, van den heer Aid. Maarse Czn., te Aalsmeer. Zilveren medaille aan: 1. Verzameling Pointsettia pulcherrinum. 2. Verzameling Euphorbia Jacquiniacflora, heide van den heer C. Smitskamp te Zeist. 3. Verzameling bloeiende Azalea's, van de firma W. D. Keessen Dzn. te Aalsmeer. Bronzen medaille aan: 1. Eenige vazen Chrysanthen van den Proeftuin te Aalsmeer, chef de heer C. Spaargaren Dzn. Dankbetuiging aan een vaas Troschrysan- then „Cattlega", van den heer M. Kloeze man te Watergraafsmeer. De jury bestond uit de heeren Kors, Van Rossum en Hiebendaal, Alderden, Bakker, Lodder, Vrugte, Drost en Bruidegom; Budde, Van Blankenstein, Lodder van Laren en Witte. Het nieuwe Roode Krui s-G e- b o u w. Omtrent de inrichting van het nieu we Roode Kruis-gebouw aan de Piinsesse- gracht wordt ons nader het volgende mede gedeeld Op de benedenverdieping komt men uit Je gang links in de kamer van den voorzitter 1. K. H. den Prins der Nederlanden. Achter dat vertrek is de vergaderzaal. Rechts van de gang is de kamer van den ondervoorzitter: generaal-majoor Quanjer, Inspecteur van den Geneeskundigen Dienst, van de Landmacht. Aan den tuinkant is de secretarie. Op de eerste étage links het bu reau van de Hoofdcomitéleden jhr. mr. dr. A. J. Van Citters, penningmeester, tevens secretaris van de commandery Nederland der Johanniterorde en jhr. E. H. van Loon. voorzitter van de financieele commissie; in deze kamer hangt het portret van Z. K. H. Prins Hendrik in de uniform der Johanniter orde; achter dat vertrek het bureau van jhr. mr. dr. W. Röell, voorzitter van de afdeeling propaganda en maatschappelijk werk en ge neraal-majoor Koolemans Beijnen, voorzit ter van de afdeeling transportwezen en trans portcolonnes. Rechts aan de straatzijde het bureau van het Hoofdcomitélid jhr. mr. E. B. F. F. Wittert van Hoogland, gedelegeerde van het Nederlandsche Roode Kruis, tevens kanselier der Souvereine orde van Malta; in deze kamer hangt het portret van het ka pittel der Nederlandsche afdeeling van de Ridders van Malta; daarachter het bureau van dr. G. W .Boland, voorzitter van de af deeling nood-ziekeninrichtingen en van den geneeskundigen adviseur van het Hoofdco mité, den arts F. Hijmans. Subsidies aan gemeenten wegens tijdsomstandigheden. De gemeenteraad van Vlissingen had be sloten aan het Rijk een subsidie te vragen ter tegemoetkoming in den moeilijken finan- cieelen toestand, waarin de gemeente door de tijdsomstandigheden verkeert. Ged. Sta ten van Zeeland hebben den minister van Binnenlandsche Zaken geadviseerd aan dit verzoek niet te voldoen. Zij meenen dat te vroeg aan hun wenk is gehoor gegeven en om als uiterste middel rijks- en provinciale subsidie aan te vragen. Zij erkennen, dat de hoofdoorzaak van den slechten financi- eelen toestand is, dat de Belgische loodsen, die anders belangrijk in de H. O. bijdragen, thans bijna geheel zonder verdiensten zijn. Zij achten het beter dat de gemeente thans er tijdelijke geldlecning sluit en dat later wordt nagegaan in hoeverre het billijk en noodig is om de gemeente ten opzichte van aflossing en rentebetaling tegemoet te ko men. De minister heeft zich met deze opvat ting vereenigd en heeft hei verzoek gewei gerd. Liefde en Va de r I a n d. Een meisje uit Silvolde (G.) was verleden week te Bienen (Rheinland) gehuwd met een Duitsch militair, die daarvoor met verlof van het front naar zijn geboorteplaats was gekomen. Het ging hem evenwel aan het hart, zoo direct het huwelijksgeluk vaarwel te moeten zeggen. Na eerst van de betrokken autoritei ten verlof te hebben gekregen om zijne meu bels naar Nederland over te brengen, heeft hij thans zelf de wijk naar ons land en zijn intrek bij zijne schoonouders genomen. Toen men daarvan in zijn Heimath de lucht kreeg, werden zijn vader en de pastoor van Bienen naar Silvolde afgevaardigd om hem te be wegen het vaderland weer te dienen. Hun ê^ng .was echter tevergeefs. De liefde voor zijn vrouwtje ging boven die voor zijn va derland en hij verkoos daarom maar in ons land als deserteur te blijven. Fabrieksbrand. In den afgeloo- pen nacht te ongeveer half drie is brand uit gebroken te Koog a. d. Zaan, in de oliefa- bnek t Pruthuis" op het Westijderveld. De iabnek behoorde tot voor enkele wel^n aan de firma P. A. Dekker en werd na verkoop, gebruikt als traankokerij. Doordat er nog veel lijnolie van de vorige eigenaar aanwe zig was greep het vuur zeer snel om zich heen. Het gebouw brandde geheel af, alleen een klein pakhuis bleef gespaard. Met één brandspuit kon men met moeite door het drassige veld, de plaats van den brand be reiken, maar de hulp van de brandweer baat te weinig. De oorzaak van den brand is on bekend. Marktberichten. Eiermarkt te Amsterdam. Vrijdag 16 Dec. 1015. Kipeiorcn V. P. N. f 8.C50.50. Regoering f 7.00—9.75. Eendeioren V. P. N. f 0.00. Regeering f 7.55.8.00. Aanvoer N. P. N. 915. Regeering 113120. Midtlenprijs per 100 V. P. N. f 8.09. Regeering f 8.11. •Tonge hanen f 0.94—2.25. Oude kippen f 1.201.30. Konijnen f 0.851.50. Hazen f 2.00—0.00. Vederwild f 0.30—0.00. 43 stuks. Boekbeoordeeling. De reis om de wereld in veer tig d a g e door Jan Feith, uitg. Scheltens en Giltov, Atnsterdam. De schrijver illustreerde zijn werk eigenhandig met een aantal leuke „zwartjes", terwijl Willy Sluiter vier groote pla ten voor hef boek teekende. Daar èn Jan Feith als schrijver van jongensboeken genoeg bekend is en goeden naam heeft èn het de derde druk reeds is, welke van het voor mij liggend werk verschijnt, behoef ik dit niet aan te bevelen. De jongens zullen zelf wel vragen om de lotgeval len van „den zoon van Phileas Fogg" 1 Maskers, roman uit het tooneelleven door Joh. W. Broedelet, uitg. als voren. De naam en dc omslagteekening zijn goed gekozen in ver band met den inhoud van dit boek, dat in eigen lijken en figuurlijken zin een kijkje geeft op het leven achter de schermen. T i 11 e door Lode Baekelmans, Uitg. Maatsch. Erven Martin Cohen, Amsterdam. Een bock, dat door eigenaardigen druk vlug en aangenaam zich Iaat lezen, al is de inhoud tragisch en het slot droef-eindend. De auteur weet boeiend te schrijven. De Geheimen der Hohenzollerns, nieuwe opzienbarende geheimen betreffende het Duitsche Keizerhuis en het Duitsche Spionnen- stelsel, door Dr. Armgaard Karl Graves, ex- sp:on der Duitsche Regeering. Een boek, waarin aangetoond wordt, hoe de oorlog de vrucht is van diplomatieke knoeierijen, waarvan het volk niet weet, maar waarvoor het boeten moet. Dit boek wil het zijne er toe bijdragen om aan dit alles een eind te maken. Mocht het maar alvast dit bereiken, dat de oogen der volkeren open gingen voor al 't geknoei achter de schermen, hetwelk aan den oorlog vooraf gaat en hem in 't leven roept. Weg met de geheime diploma tic! En weg met 't gemeene verraad der spion- nage Religieuse Poëzie, gekozen en inge leid door J. Jac Thomson, uitg. J. Ploegsma te Zwolle. Een keurig uitgevoerde bundel. Na eenige liederen uit den „diepen donkeren tijd, waarin de heugenis der zangernomen is onder gegaan als weggeschoten sterren", komen de verzen van goede bekenden, wier leven zich in hun werk weerspiegelt. De reeks begint bij Spieghel, don volgen Huygens, Bredero, Stal- pert, Revius, Kamphuyzen, enz. enz. tot Ver- v/ey, Van Eeden, Boutens en v. d. Waals. Eén ding trof mij, dat de Genestet er zoo karig af komt met één vers en dat onze Ten Kote, de zanger van hel heldendicht „De Nieuwe Kerk" en „De Schepping", niet genoemd wordtWat had de verzamelaar hier mee voor? Zoo ergens, don hebben wij in Ten Kate's d:chtv;erken reli gieuse poesie. Trouwens, ik mis ook onderen Komen die in een volgenden bundel? Met z'n Zessen, Liedjes voor kleine kleuters, muziek van Albert Sluyter, woorden van Dora Musboch, illustraties van André Vlaan deren en uitgegeven bij Scheltens en Giltay, Amsterdam. Als eigenaardigheid dient vermeld Hat Sluyter deze liedjes componeerde op 16- iar-gen leeftijd. Voor onze kleinen een aller liefst bundeltje, dat even keurig als aantrekke lijk is uitgevoerd. Gulden Woorden, bijeenverzameld door M. W. Scheltema Beduin Hoog, uitg. Hollandia- Drukkerij Baarn. Een bundeltje poëzie en proza, van verschillende dichters en schrijvers. Zur Psychologie der Ameisen, nach eincm Arabischen Manuscript, übersetzt von Prof. Batavus Onnoselman Delft, Verlag von W. L. en J. Brusse, Rotterdam. Al spoedig ontwaart de lezer, dat dit „Mieren-verhaal" niet over de kleine verstandige diertjes handelt, maar over de dwaze mensch-dieren. Dat het in het Duitsch geschreven werd, heeft natuurlijk zijn hndoeling. Het worde door velen gelezen en verstaan Vr ij m e t s el a r Ij door Mr. Carp. Alting, uitg. Hollandio-Drukkerij Baarn (Serie „Kerk en Secte.") Voor zoover de omvang van dit ge schrift het toelaat, wordt een uiteenzetting ge geven van de beteekenis der Vrijmetselarij. Al 'ezende hoe de Vrijmetselaar, die de oneindige waarde van den mensch in het algemeen en van eiken mensch in het bizonder erkent, door de idee van broederschap zich gedragen gevoelt en hoe hem de ware beteekenis duidelijk gewor den is der echte verdraagzaamheid' vroeg ik miizelf af wat deed en wat doet de vrijmetse larij, die een macht kon ziïn, tegen den oorlog? Omhoog, onafhankelijk godsdienstig tijd schrift, red. dr. v. Senden en J. Thomson, uitg. P. Dz. Veen, Amersfoort. De Dec.-afl. bevat stukken over het Orze Vader, de Krankheid van onzen tijd, het Wonder, en de gewone rubrieken. Nieuw Vrouwenleven, red.-uitg. Daisv Junius Heelsum. De Dec.-afl. bevat art. over Di'nstboden-school een zeer behartigens waard stuk en een over de Waardeering der Vrouw, die slechts goed genoeg gehouden wordt voor de drie K's, Kirche, Kinder, Kuche, terwijl O dan verder is „Maul gehalten." Voorts, al bla derende in dit degelijk geredigeerd tijdschrift, vind ik een paar regels over Kanonvoer, over genomen van een Duitschen Professor, aan 't adres der vrouw, die prachtig aansluiten bij 't vorig artikel! De Wachter, red. D. Drijver, uitg. J. Clau sen, Amsterdam. De Dec.-afl. bevat art. over Studenten-Statist ek, Kerk en Prediking in Ned. Oost-Indië en de gewone rubrieken. Kinderkamer, Kinderwereld, 't Jonge Volkje, red. S. Abramsz, uitg. P. v. Belkum, Zutfen. Ook in de Dec.-afleveringen dezer drie bekende Jeugd-tijdschriften weêr mooie platen en pakkende verhalen, natuurlijk ontbreken St. Nikloas-vertellingen niet. Overi gens is voor afwisseling van inhoud in elk der drie ook nu weer gezorgd. In voorlaotsten regel van „Gonzen-aanvoer te Amsterdam", een niet onaardige drukfout! Ten slotle een compli mentje voor den fotograaf van het Zweedsche kiekje wie doet het hem na De Holl. Lelie, red. Anna Spoor—De Savornin Lohman, uitg. L. J. Veen, Amsterdam. De laatstverschenen afl. bevatten art. over Dienstweigeren, Misdadigen naar de wet, Geloo- ven en Weten, Rubber, Indische dames uit vroe ger tijd, Co-educatie, Oorlogswee en de ge wone rubrieken, waaronder Gedechtenwisseling een groote plaats inneemt, welke zij verdient, immers „du choc des opinions jaillit la verité." Groene en Witte Kruis, red. uitg. ds. Fleischer, Winterswijk. De Dec.-afl. handelt over Bestrijding van Kindersterfte, Conflict tus- schen een Diaconie en Gr. Kruis-vereeniging, Hygiënische sprokkelingen, enz. enz. De Oorlog, Geill. Geschiedenis van den Wereldoorlog door H. P. Geerke en G. A. Brands, uitg. Meulenhoff Co., Amsterdam. In de bekende „„Meulenhoff Editie" verscheen een actueel deeltje, handelend over De terug tocht der Duitschers in Frankrijk en wat er ver der op de gevechtsterreinen voorviel, terwijl ook een hoofdstuk gewijd wordt aan den toestand in ons land. Het boekje bevat, behalve tal van illustraties, afdrukken van een Duitsche procla matie aan de Antwerpenaren en van een paar kolom advertenties van vluchtelingenvoorts van een broodkaart, aanplakbiljet „meelgebrek", en van een brief van 't Belgisch koningspaar, enz. enz. Als het eerste deeltje, hetwelk wij niet ontvin gen, even goed geschreven en verzorgd is als dit, dan vormen zij samen een kort en zakelijk overzicht van den oorlog. Maar 't zal don ook noodig zijn, dat het werk vervolgd wordt. F. W. DRUVER. Van den Hak op den Tak, (Weekpraatje). Bloed en geld vraagt de Oorlog. Waar- d e heeft in het oog der geweldenaars een aan tal menschenlevens ganschelijk niet. Als er nog mQar mannetjes overblijvenMannetjes en geld! Want geld vooral ook moet er zijn. Die oorlog verslindt wat schotten. Weet ge, wat de prijs is van een menschenleven? Volgens de berekeningen van een bekend statiticus moet er een enorm groote som betaald worden om een soldaat te dooden. In den oorlog van 1870/1871 gaf Frankrijk ruim 2 milliard francs uit, daarbij 1 milliard voor de restauratie der vernielde ge bouwen, 5 milliard als oorlogsschatting, terwijl het verlies aan renten op nog 52 millioen is te schatten. Aan Duitschland kostte die oorlog 28,000 man dooden en zwaargewonden; volgens deze becijferingen, die, 't zij uitdrukkelijk mee gedeeld, een Duitsch gekleurd tintje hebben, zou het leven van elk Duitsch soldaat in dien oorlog 350 duizend francs gekost hebben. In den Russisch-Japanschen oorlog kwam het leven van eiken Japanschen soldaat den Russen op dezelfde som te staan, terwijl een Rus in den oorlog tegen Turkije 2G5 duizend francs waard wis. De moderne oorlogswapenen eischen ech ter veel grootere uitgaven. Voor den huidlgen krijg zijn dergelijke berekeningen nog niet op te maken. Maar ach, dat geld komt wel terecht, al zal er ook veel ellende om geleden worden. Maar overigens 1Wat een nameloos lijden naar lichaam en ziel geeft het wereldtoo- neel te aanschouwenEn hoeveel ja, verre weg het grootste deel blijft voor het men- schenoog verborgen f Hoeveel harten zullen er ineenkrimpen straks op den naderenden Oudejaarsavond? Zullen er geen duizenden zijn, wien de moed zal ontzinken om voorwaarts te gaan? Hoe zal het hun in de ooren klinken de toch zoo goed gemeende raad in de dichtregelen Blijf bij alles wat ge doet, Steeds geduldig en vol moed. Komt uw taak uw moeUijk voor, Zet het werk toch altijd door: Vol moed! Hoe dan ook uw lot hier zij. Arbeid altoos vroom en blij En in tijd van rouw en smart Blijve toch vooral uw hart: Vol moed'- Vol van moed, 't oog op den Heer Dan drukt ons de smart niet neer. Hij, die 't licht ons schijnen doet, Weet, wat schade ons is en goed, Daarom vraagt Hij„Blijf vol moed Wij hopen, dot deze woorden nog weerklank mogen vinden in menig verslagen hart. Evenals onderstaand ged'cht van Joh. Demaetg, opge nomen in „Vrij Belgie", ons in zijn roerenden eenvoud treft Sinterklaas, die in den hemel zijt, Maar vannacht weer langs de daken rijdi Op Uw oude witte paard! Durft Gij bij de kindjes dalen? 't Hooi uit hunne mandjes halen? Zijt Ge, Heilige, niet vervaard? Groote vlammen slaan van huis tot huis Schouwen, gevels, torens zijn in gruis Straten zijn van bloeden rood. Blijft Gij in de puin niet steken? Zal Uw paard zijn poot niet breken? Vele kindjes zijn ook dood Sinterklaas, o berg toch wel Uw last! Lucht en gronden loeien: 't poeder basj; - Vijand loert en huilt en schiet, .3';. :V Sinterklaas, door vensters, deuren1 Moeder zie ik soms zoo treuren...... En mijn Vader keert er niet! Sinterklaas, die op de daken rijdt, Ga toe, ga toe bij Vader, die ten Yser strijdt. Draag hem al Uw lekkernij Pakken vol van al wat zoet is! Doozen vol van al wat goed is! Zware kisten vol kleedijl Zoek mijn Vader op in 't moordgeraa^ Draag hem alles, alles, Sinterklaas Draag het hem vótfr morgenvroeg 1 Leg er al mijn zoentjes tusschen. Vraag hem dan twee dikke kussen 'k Heb daarmee voor mij genoeg. We noemden zoo even Oudejaarsavond. Onze gedachten liepen 0! vooruit naar het nieuwe jaar. Dat kwam, omdat ons daar juist een almanak werd thuis bezorgdeen echte ouderwetsche. l^Jag ik in d:t „Hakje" nog eens even met U praten over dit zoo nuttige, in het dagelijksche leven onmisbaar boekjeP Onmisbaar, ja, want wat al kennis kunnen we er uit opdoen Niet alleen den datum leert hij ons, maar ook op- en ondergang van zon en maandc schijn gestalten der laatste, de eclipsen cn marktda gen, de kerkelijke feestdagen, de watergetijden, enz. Bovendien hoeveel menschen zijn er nog, die zoo al niet volkomen, toch min of meer geloof hechten aan de weervoorspellingen van den kalender. Omtrent de afleiding van het woord verschil len de geleerden. Misschien ontleent dit nuttig huismeubel zijn naam aan het Arabische al mana dat de maat of de tijd beteekentmisschien ook aan t Hebreeuwsche manah scheiden, deelen, rekenen. Houden wij hierbij in 't oog. dat al onze getalmerken van de Arabieren afkom stig zijn, dan krijgt deze afleiding een groote mate van waarschijnlijkheid. De opkomst der almanakken in ons vaderland dagteekent van het midden der zestiende eeuwwel vervaardig den de kloosterlingen reeds vroeger kalenders of tijdwijzers, doch deze dienden bijna uitslui tend voor bijzonder gebruikzij wezen de Hei ligendagen aan, soms ook de diensten, welke ten behoeve van overledenen of van broeder schappen In de kerken moesten verricht worden. Dergelijke kalenders weiden geschreven, met gouden letters er tusschen, of opgesierd met Irani gekleurde teekeningen en waren uitsluitend voor geestelijken bestemd. Immers de priester kondigde des Zondags de feest- of heiligen dagen af, op welke in den loop der week niet gewerkt mocht worden en dewijl met uitzon dering van de vier groote Christenfeesten in het bepalen van die dagen geen eenstemmig heid heerschte, zoo konden dergelijke kalenders slechts een beperkt nut hebben. 1 oen later de kalenders gedrukt werden, had men de gewoonte (gelijk nog in sommige alma nakken) de algemeene Heiligendagen met een rooien letter aan te geven, van waar het spreek woord zijn oorsprong heeft„Hij krijgt geen rooie letter in den almanak", wat van iemand gezegd wordt, op wiens levenswandel nog al wat valt aan te merken. 't Is bekend, dat men de kerkelijke feestdagen in beweegbare en onbeweegbare verdeeltdoor de laatste verstaat men die dagen welke op een vastgestelden datum gevierd worden. Zoo valt Drie Koningen altijd op 6 Januari, Maria Hemel vaart op 15 Augustus, Allerheiligen op 1 No vember, Kerstdag op 25 December, enz. Anders Is het gesteld met de overige algemeene chris tenfeesten Paschen, Hemelvaart en Pinksteren. Lr de eerste eeuwen der Christelijke Kerk viel het Paaschfeest natuurlijk te zanren met het Pascha der Israëlietenimmers Christus was gekruisigd daags voor den aanvang van het Joden Pascha en uit de dooden verrezen den Zondagmorgen na Paasch-sabbath. Dit samen treffen schijnt de Christenen verdroten te heb ben en op het concilie van Nicea (325) werd be paald, dat het Paaschfeest zal gevierd worden den Zondag volgende op de eerste volle maan na de lentenacht-evenmg. Is 't volle maan op Zondag, dan wordt het feest een week uitge steld. En daar volgens de kerkelijke bereke ning de nachtevening den 20en en bij een schrikkeljaar den 21 en Maart plaats heeft, kan Paschen op zijn vroegst den 22en Maart invallen. Daarentegen is 25 April de uiterste grens voor dit feest, wat zich in 1886 nog voorgedaan heeft. Hemelvaart wordt gevierd den veertigsten en Pinksteren den vijftigsten dag na Paschen, in overeenstemming met het Biibelsch verhaal. KEUVELAAR. Allerlei. Dansende bloemknoppen. Op 4 Juni van dit jaar on-tvim* de heer M. Beyle. naar hij in een tijdschrift mededeelt, van een kennis een aantal bloemknoppen van haagdoorn, die eigenaardige bewegin gen uitvoerden. Ofschoon alle knoppen even groot waren en er even frisch uitzagen, wa ven er eenige bii. die zich niet bewogen. De bewegende maakten nu eens met een ruk een korten draai om de eigen as. dan weer sprongeties. die. ofschoon slechts weinige milimeters hoog. wel tot drie c.M. wijd wa ren. Eenigo knoppen Magen een geruime poos geheel stil. maar begonnen dan ook de beschreven bewegingen. Andere echter ble ven onvermoeid aan het himnelen. Zulke huppelende en springende bewegin gen zijn ook waargenomen aan vruchten van Sebastiana paroniana. de springende boon uit Mexico, en aan die van Tamaria gallica. een plant, die in het literaal der Mid- dellondsche Zee voorkomt Bii eerstgenoem de wordit het springen veroorzaakt door de rups van een kleinen vlinder uit de familie der bladrollers, Carpocapsa saltitans: bii de laatste door de larve van den kever Nanodes tamarisci. Nu vermoedde B., dat iets derge lijks ook bii zijn bloem-knopnon het geval kon zifrii I-Iii opende daarom een dier knop pen en vond er inderdaad een keverlarve in van een geelachtig bruine kleur. Om te we ten to komen, tot welke keversoort de larve behoorde, legde hii de knoppen in een ge sloten, kartonnen doos. De bewegingen wer den de volgende dagen zwakker en hielden op 7 Juni geheel op. De knoppen, die door larven bewoond werden, schrompelden een weinig in, terwijl de witte kleur plaats maak te voor de bruine, die verdrogende planten- deelen aannemen. De niet-bewoonde knop pen echter veranderden bijna niet. Op 27 Juni kwamen de kevers uit; heit bleken te zijn appelsnuittorren. Anthonomus pomo- rum. Het gebruik van boter. De boter die in het leven en in de voe ding van den modernen mensch zulk een groote rol speelt, vindt haar oorsprong in den tijd der Skythen toen een Grieksch arts Hippokrates, een dierlijk vet ontdekte, dat veel overeenkomst had met onze boter. Dit vet gebruikten de Grieken niet als voedings middel; zij hadden er integendeel zulk een afkeer van, dat zij de Skythen minachtend de „botereters" noemden. De Grieken !>e« schouwden de boter als een soort zalf, waar. mede zij hun lichamen inwreven. Ook ds Romeinen, die de boter door de Grieker kenden, gebruikten haar op deze wijze. Bi de oude Romeinsche geschiedschrijver* vindt men meermalen boter als olie aange duid en waarmede de soldaten na lange marschen hun lichamen inwreven. Nu de ho» terprijzen zoo gestegen zijn, zul men niet zonder afgunst de prijs hooien, die len tijde van Keizer Diokletianus, in het begin van de vierde eeuw na Christus er voor betanlc werdtoen kostte een pond boter zeven cr twintig cent. De boter schijnt in de klooster- veel eerder bekend te zijn geweest. Origineels stadsuitbreiding. De soldatenkoning Friedrich Wilhelm 1, hield er een eigenaardige manier op na om de stad Berlijn door het voortdurend aan bouwen van huizen te vergrooten. Tijdens zijn regeering, die 30 jaar duurde, zijn er 4900 huizen aangebouwd. De koning liet door overste von Derschau van tijd tot tijd lijsten opmaken van de personen, die be middeld genoeg waren om huizen te bou wen. Had de vorst zoo'n lijst onderteekend. dan moesten de menschen bouwen, of ze wilden of niet. Het was hem hetzelfde, of het land goed of slecht was. Zoo kreeg eens een geheimraad von Nüzler bevel, een huis te bouwen op een grooten vischvijver, waarin karpers geteeld werden. Alle protest was vruchteloos; Friedrich Wilhelm liet ant woorden: „hij had een rijken schoonvader cn moest op de aangewezen plek een huis bou wen, anders zou Zijner Majesteits aller hoogste ongenade hem treffen". Het hui? werd gebouwd. Projectiel en verwonding. In de jongste aflevering von het Medisch Weekblad schrijft de officier van gezond heid L. van den Steen van Ommeren. De granaat, de beruchte soixante-quinze en de bij de Duitsche artillerie daarme overeenkomende veldgranaat van 77 m.M, bestaat uit een holle stalen buis, in den ogiefvorm gegoten, met een springstof, ge woonlijk trotyl of lydieth, gevuld en van een schokbuis voorzien. Het projectiel, dat bij de ontbranding v;«r. de lading, die gewoonlijk in een koper huis is opgesloten, het geschut ongescho den verlaat, explodeert bij aanslag van de schokking op een harde onderlaa verschillende deelen. De kop en de bodem worden in hun geheel of in enkele ondr - deelen weggeslingerd, terwijl het midden stuk in een groot aantal scherven uiteen- springt. Het aantal is bij verschillende granatin" niet gelijk, de Duitsche veldgranaat sprin_ uiteen in ongeveer 150 vrij groote scherven, de Fransche daarentegen In 2000 uiterst kleine splinters, die slechts enkele grammen wegen. De aanvangssnelheid van dergelijke scherven en splinters bedraagt het enorme cijfer van 1200 meter in de seconde, doch de vorm brengt mede, dat die snelheid al zeer spoedig is uitgeput, dat op 30 metei van af de explosie de uitwerking van weinig beteekenis meer is. De uitwerking op het menschelijk lichaam Is dan a priori ook een geheel verschillende. Binnen het vulnereerend rayon is de scherf van het Duitsche projectiel bijna al tijd onmiddellijk doodelijk; treft ze een de" ledematen onder een hoek, dan heeft ei amputatie plaats, als met een guillotine alleen zijn de randen als gesneden met een stomp mes, de amputatie is overigens cir culair. De verwondingen van de Fransche gra naat zijn doorgaans niet doodelijk, de onre gelmatige, toegespitste splinters veroor zaken onder de hevigste pijnen gapende huidverwondingen, als met een bistouri ge^ sneden. De extractie van dergelijke splin ters is uiterst pijnlijk, hoewel ze niet ver onder de huid doordringen. De granaatkartels heeft denzelfden vorm als de granaat, doch wordt in tegenstelling van laatstgenoemde, uitsluitend op levend* doelen gebruikt. De fnhoud bestaat, behalve uit de springlading, uit 200500 looden ko gels, iedr 10 tot 12 gram wegende. De kop van het projectiel is voorzien van een tijd- buis, die het door instellen, het zoogenaam de tempeeren, mogelijk maakt, het projec tiel op een willekeurig punt van de baan te doen springen. Het projectiel spat daarbij in eenige grootere scherven uiteen, soms ook vliegt alleen de kop weg, terwijl de vrij geworden looden kogels zich met een snelheid van 800 meter in de seconde trechtervormig verspreiden en als een ha gelbui op de strijdende neerkomen. De snelheid is wel vrij spoedig, doch niet zo(J spoedig uitgeput als die bij granaatscher ven. Op 300 meter van af het punt van ex plosie dringen de shrapnelkogels nog doof 1 centimeter vurenhout, terwijl een geweeri, kogel op 1500 meter nog gemakkelijk dooi 6 c.M. heendringt; men ziet dan ook we de soldaten, met het hoofd dekking zoekeni on der den ransel van den voorganger, zicf als schildpadden voortbewegen. De verwon dingen met dergelijke shrapnelkogels doer denken aan de verwondingen uit het oud< Chassepot- of Ztindnadeïgeweer in 70; d< kogels deformeeren reeds door onderlingt wrijving en verliezen bij den minsten weei; stand de geheele energie, vandaar het grooti aantal niet doordringende wonden me groote Jngangsopenlng. De looden shrapnel kogel bereikt een temperatuur, die nie hooger dan 65 gr. stijgt; van een sterilisath is dus geen sprake, terwijl niet alleen dt grootere ingangsopening, doch nog meer he feit, dat deelen van de kleeding met he' projectiel de wond binnendringen, deze wonl den, wat infectiegevaar betreft, een slecht® prognose doen geven, terwijl wel ais hef meest karakteristieke verschil met den mo^ dernen kogel, wat verwonding betreft, dar verbloeding genoemd moet worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 6