2. Chrysanthemum Mr. "Walter Henrus don-
Jeer terracotlarood, van den heer D. Bruide
gom te Baarn.
Getuigschrift van verdienste aan:
T. Chrysanthemum Josephine, zwavelgeel,
ran den heer D. Bruidegom te Baarn.
2. Scolopendrium officindeum princeps,
nieuw gewonnen varen van den heer P. J.
von Ommen, te Hees.
3. Troschrysanthemum Cottleyd, van den
heer M. Kloezeman, te Watergraafsmeer.
4. Solohum muricatum, nieuwe donker
gele ei-vormige vrucht, ingezonden door den
heer W. Gerlach Mayer te Loosduinen.
De commissie zal ter plaatse de cultuur
komen bezichtigen.
5. Nieuwe witte Begonia Gloire de Lorai-
ne, witte rosig getinte bloemen en donker
gekleurd blad, van den heer D. Baa: "les Dzn.
te Aalsmeer.
Voor de Plantenbeurs.
Gouden medaille aan:
1. Verzameling afgesneden langsteligë
rozen van de kweek er ij Bentveld te Aarden
hout.
Verguld zilveren medaille aan:
1. Verzameling Hortensias en Begonias,
van den heer Aid. Maarse Czn., te Aalsmeer.
Zilveren medaille aan:
1. Verzameling Pointsettia pulcherrinum.
2. Verzameling Euphorbia Jacquiniacflora,
heide van den heer C. Smitskamp te Zeist.
3. Verzameling bloeiende Azalea's, van de
firma W. D. Keessen Dzn. te Aalsmeer.
Bronzen medaille aan:
1. Eenige vazen Chrysanthen van den
Proeftuin te Aalsmeer, chef de heer C.
Spaargaren Dzn.
Dankbetuiging aan een vaas Troschrysan-
then „Cattlega", van den heer M. Kloeze
man te Watergraafsmeer.
De jury bestond uit de heeren Kors, Van
Rossum en Hiebendaal, Alderden, Bakker,
Lodder, Vrugte, Drost en Bruidegom; Budde,
Van Blankenstein, Lodder van Laren en
Witte.
Het nieuwe Roode Krui s-G e-
b o u w. Omtrent de inrichting van het nieu
we Roode Kruis-gebouw aan de Piinsesse-
gracht wordt ons nader het volgende mede
gedeeld
Op de benedenverdieping komt men uit
Je gang links in de kamer van den voorzitter
1. K. H. den Prins der Nederlanden.
Achter dat vertrek is de vergaderzaal.
Rechts van de gang is de kamer van den
ondervoorzitter: generaal-majoor Quanjer,
Inspecteur van den Geneeskundigen Dienst,
van de Landmacht. Aan den tuinkant is de
secretarie. Op de eerste étage links het bu
reau van de Hoofdcomitéleden jhr. mr. dr.
A. J. Van Citters, penningmeester, tevens
secretaris van de commandery Nederland
der Johanniterorde en jhr. E. H. van Loon.
voorzitter van de financieele commissie; in
deze kamer hangt het portret van Z. K. H.
Prins Hendrik in de uniform der Johanniter
orde; achter dat vertrek het bureau van jhr.
mr. dr. W. Röell, voorzitter van de afdeeling
propaganda en maatschappelijk werk en ge
neraal-majoor Koolemans Beijnen, voorzit
ter van de afdeeling transportwezen en trans
portcolonnes. Rechts aan de straatzijde het
bureau van het Hoofdcomitélid jhr. mr. E.
B. F. F. Wittert van Hoogland, gedelegeerde
van het Nederlandsche Roode Kruis, tevens
kanselier der Souvereine orde van Malta;
in deze kamer hangt het portret van het ka
pittel der Nederlandsche afdeeling van de
Ridders van Malta; daarachter het bureau
van dr. G. W .Boland, voorzitter van de af
deeling nood-ziekeninrichtingen en van den
geneeskundigen adviseur van het Hoofdco
mité, den arts F. Hijmans.
Subsidies aan gemeenten
wegens tijdsomstandigheden.
De gemeenteraad van Vlissingen had be
sloten aan het Rijk een subsidie te vragen
ter tegemoetkoming in den moeilijken finan-
cieelen toestand, waarin de gemeente door
de tijdsomstandigheden verkeert. Ged. Sta
ten van Zeeland hebben den minister van
Binnenlandsche Zaken geadviseerd aan dit
verzoek niet te voldoen. Zij meenen dat te
vroeg aan hun wenk is gehoor gegeven en
om als uiterste middel rijks- en provinciale
subsidie aan te vragen. Zij erkennen, dat
de hoofdoorzaak van den slechten financi-
eelen toestand is, dat de Belgische loodsen,
die anders belangrijk in de H. O. bijdragen,
thans bijna geheel zonder verdiensten zijn.
Zij achten het beter dat de gemeente thans
er tijdelijke geldlecning sluit en dat later
wordt nagegaan in hoeverre het billijk en
noodig is om de gemeente ten opzichte van
aflossing en rentebetaling tegemoet te ko
men. De minister heeft zich met deze opvat
ting vereenigd en heeft hei verzoek gewei
gerd.
Liefde en Va de r I a n d. Een
meisje uit Silvolde (G.) was verleden week te
Bienen (Rheinland) gehuwd met een Duitsch
militair, die daarvoor met verlof van het
front naar zijn geboorteplaats was gekomen.
Het ging hem evenwel aan het hart, zoo
direct het huwelijksgeluk vaarwel te moeten
zeggen. Na eerst van de betrokken autoritei
ten verlof te hebben gekregen om zijne meu
bels naar Nederland over te brengen, heeft
hij thans zelf de wijk naar ons land en zijn
intrek bij zijne schoonouders genomen. Toen
men daarvan in zijn Heimath de lucht kreeg,
werden zijn vader en de pastoor van Bienen
naar Silvolde afgevaardigd om hem te be
wegen het vaderland weer te dienen. Hun
ê^ng .was echter tevergeefs. De liefde voor
zijn vrouwtje ging boven die voor zijn va
derland en hij verkoos daarom maar in ons
land als deserteur te blijven.
Fabrieksbrand. In den afgeloo-
pen nacht te ongeveer half drie is brand uit
gebroken te Koog a. d. Zaan, in de oliefa-
bnek t Pruthuis" op het Westijderveld. De
iabnek behoorde tot voor enkele wel^n aan
de firma P. A. Dekker en werd na verkoop,
gebruikt als traankokerij. Doordat er nog
veel lijnolie van de vorige eigenaar aanwe
zig was greep het vuur zeer snel om zich
heen. Het gebouw brandde geheel af, alleen
een klein pakhuis bleef gespaard. Met één
brandspuit kon men met moeite door het
drassige veld, de plaats van den brand be
reiken, maar de hulp van de brandweer baat
te weinig. De oorzaak van den brand is on
bekend.
Marktberichten.
Eiermarkt te Amsterdam.
Vrijdag 16 Dec. 1015.
Kipeiorcn V. P. N. f 8.C50.50.
Regoering f 7.00—9.75.
Eendeioren V. P. N. f 0.00.
Regeering f 7.55.8.00.
Aanvoer N. P. N. 915.
Regeering 113120.
Midtlenprijs per 100 V. P. N. f 8.09.
Regeering f 8.11.
•Tonge hanen f 0.94—2.25.
Oude kippen f 1.201.30.
Konijnen f 0.851.50.
Hazen f 2.00—0.00.
Vederwild f 0.30—0.00.
43 stuks.
Boekbeoordeeling.
De reis om de wereld in veer
tig d a g e door Jan Feith, uitg. Scheltens
en Giltov, Atnsterdam. De schrijver illustreerde
zijn werk eigenhandig met een aantal leuke
„zwartjes", terwijl Willy Sluiter vier groote pla
ten voor hef boek teekende. Daar èn Jan Feith
als schrijver van jongensboeken genoeg bekend
is en goeden naam heeft èn het de derde druk
reeds is, welke van het voor mij liggend werk
verschijnt, behoef ik dit niet aan te bevelen. De
jongens zullen zelf wel vragen om de lotgeval
len van „den zoon van Phileas Fogg" 1
Maskers, roman uit het tooneelleven door
Joh. W. Broedelet, uitg. als voren. De naam en
dc omslagteekening zijn goed gekozen in ver
band met den inhoud van dit boek, dat in eigen
lijken en figuurlijken zin een kijkje geeft op het
leven achter de schermen.
T i 11 e door Lode Baekelmans, Uitg. Maatsch.
Erven Martin Cohen, Amsterdam. Een bock, dat
door eigenaardigen druk vlug en aangenaam
zich Iaat lezen, al is de inhoud tragisch en het
slot droef-eindend. De auteur weet boeiend te
schrijven.
De Geheimen der Hohenzollerns,
nieuwe opzienbarende geheimen betreffende het
Duitsche Keizerhuis en het Duitsche Spionnen-
stelsel, door Dr. Armgaard Karl Graves, ex-
sp:on der Duitsche Regeering. Een boek, waarin
aangetoond wordt, hoe de oorlog de vrucht is
van diplomatieke knoeierijen, waarvan het volk
niet weet, maar waarvoor het boeten moet. Dit
boek wil het zijne er toe bijdragen om aan dit
alles een eind te maken. Mocht het maar alvast
dit bereiken, dat de oogen der volkeren open
gingen voor al 't geknoei achter de schermen,
hetwelk aan den oorlog vooraf gaat en hem in
't leven roept. Weg met de geheime diploma
tic! En weg met 't gemeene verraad der spion-
nage
Religieuse Poëzie, gekozen en inge
leid door J. Jac Thomson, uitg. J. Ploegsma te
Zwolle. Een keurig uitgevoerde bundel. Na
eenige liederen uit den „diepen donkeren tijd,
waarin de heugenis der zangernomen is onder
gegaan als weggeschoten sterren", komen de
verzen van goede bekenden, wier leven zich in
hun werk weerspiegelt. De reeks begint bij
Spieghel, don volgen Huygens, Bredero, Stal-
pert, Revius, Kamphuyzen, enz. enz. tot Ver-
v/ey, Van Eeden, Boutens en v. d. Waals. Eén
ding trof mij, dat de Genestet er zoo karig af
komt met één vers en dat onze Ten Kote, de
zanger van hel heldendicht „De Nieuwe Kerk"
en „De Schepping", niet genoemd wordtWat
had de verzamelaar hier mee voor? Zoo ergens,
don hebben wij in Ten Kate's d:chtv;erken reli
gieuse poesie. Trouwens, ik mis ook onderen
Komen die in een volgenden bundel?
Met z'n Zessen, Liedjes voor kleine
kleuters, muziek van Albert Sluyter, woorden
van Dora Musboch, illustraties van André Vlaan
deren en uitgegeven bij Scheltens en Giltay,
Amsterdam. Als eigenaardigheid dient vermeld
Hat Sluyter deze liedjes componeerde op 16-
iar-gen leeftijd. Voor onze kleinen een aller
liefst bundeltje, dat even keurig als aantrekke
lijk is uitgevoerd.
Gulden Woorden, bijeenverzameld door
M. W. Scheltema Beduin Hoog, uitg. Hollandia-
Drukkerij Baarn. Een bundeltje poëzie en proza,
van verschillende dichters en schrijvers.
Zur Psychologie der Ameisen,
nach eincm Arabischen Manuscript, übersetzt
von Prof. Batavus Onnoselman Delft, Verlag
von W. L. en J. Brusse, Rotterdam. Al spoedig
ontwaart de lezer, dat dit „Mieren-verhaal" niet
over de kleine verstandige diertjes handelt, maar
over de dwaze mensch-dieren. Dat het in het
Duitsch geschreven werd, heeft natuurlijk zijn
hndoeling. Het worde door velen gelezen en
verstaan
Vr ij m e t s el a r Ij door Mr. Carp. Alting,
uitg. Hollandio-Drukkerij Baarn (Serie „Kerk en
Secte.") Voor zoover de omvang van dit ge
schrift het toelaat, wordt een uiteenzetting ge
geven van de beteekenis der Vrijmetselarij. Al
'ezende hoe de Vrijmetselaar, die de oneindige
waarde van den mensch in het algemeen en van
eiken mensch in het bizonder erkent, door de
idee van broederschap zich gedragen gevoelt
en hoe hem de ware beteekenis duidelijk gewor
den is der echte verdraagzaamheid' vroeg ik
miizelf af wat deed en wat doet de vrijmetse
larij, die een macht kon ziïn, tegen den oorlog?
Omhoog, onafhankelijk godsdienstig tijd
schrift, red. dr. v. Senden en J. Thomson, uitg.
P. Dz. Veen, Amersfoort. De Dec.-afl. bevat
stukken over het Orze Vader, de Krankheid van
onzen tijd, het Wonder, en de gewone rubrieken.
Nieuw Vrouwenleven, red.-uitg. Daisv
Junius Heelsum. De Dec.-afl. bevat art. over
Di'nstboden-school een zeer behartigens
waard stuk en een over de Waardeering der
Vrouw, die slechts goed genoeg gehouden wordt
voor de drie K's, Kirche, Kinder, Kuche, terwijl
O dan verder is „Maul gehalten." Voorts, al bla
derende in dit degelijk geredigeerd tijdschrift,
vind ik een paar regels over Kanonvoer, over
genomen van een Duitschen Professor, aan 't
adres der vrouw, die prachtig aansluiten bij 't
vorig artikel!
De Wachter, red. D. Drijver, uitg. J. Clau
sen, Amsterdam. De Dec.-afl. bevat art. over
Studenten-Statist ek, Kerk en Prediking in Ned.
Oost-Indië en de gewone rubrieken.
Kinderkamer, Kinderwereld, 't
Jonge Volkje, red. S. Abramsz, uitg. P.
v. Belkum, Zutfen. Ook in de Dec.-afleveringen
dezer drie bekende Jeugd-tijdschriften weêr
mooie platen en pakkende verhalen, natuurlijk
ontbreken St. Nikloas-vertellingen niet. Overi
gens is voor afwisseling van inhoud in elk der
drie ook nu weer gezorgd. In voorlaotsten regel
van „Gonzen-aanvoer te Amsterdam", een niet
onaardige drukfout! Ten slotle een compli
mentje voor den fotograaf van het Zweedsche
kiekje wie doet het hem na
De Holl. Lelie, red. Anna Spoor—De
Savornin Lohman, uitg. L. J. Veen, Amsterdam.
De laatstverschenen afl. bevatten art. over
Dienstweigeren, Misdadigen naar de wet, Geloo-
ven en Weten, Rubber, Indische dames uit vroe
ger tijd, Co-educatie, Oorlogswee en de ge
wone rubrieken, waaronder Gedechtenwisseling
een groote plaats inneemt, welke zij verdient,
immers „du choc des opinions jaillit la verité."
Groene en Witte Kruis, red. uitg.
ds. Fleischer, Winterswijk. De Dec.-afl. handelt
over Bestrijding van Kindersterfte, Conflict tus-
schen een Diaconie en Gr. Kruis-vereeniging,
Hygiënische sprokkelingen, enz. enz.
De Oorlog, Geill. Geschiedenis van den
Wereldoorlog door H. P. Geerke en G. A.
Brands, uitg. Meulenhoff Co., Amsterdam.
In de bekende „„Meulenhoff Editie" verscheen
een actueel deeltje, handelend over De terug
tocht der Duitschers in Frankrijk en wat er ver
der op de gevechtsterreinen voorviel, terwijl ook
een hoofdstuk gewijd wordt aan den toestand
in ons land. Het boekje bevat, behalve tal van
illustraties, afdrukken van een Duitsche procla
matie aan de Antwerpenaren en van een paar
kolom advertenties van vluchtelingenvoorts
van een broodkaart, aanplakbiljet „meelgebrek",
en van een brief van 't Belgisch koningspaar,
enz. enz.
Als het eerste deeltje, hetwelk wij niet ontvin
gen, even goed geschreven en verzorgd is als
dit, dan vormen zij samen een kort en zakelijk
overzicht van den oorlog. Maar 't zal don ook
noodig zijn, dat het werk vervolgd wordt.
F. W. DRUVER.
Van den Hak op den Tak,
(Weekpraatje).
Bloed en geld vraagt de Oorlog. Waar-
d e heeft in het oog der geweldenaars een aan
tal menschenlevens ganschelijk niet. Als er nog
mQar mannetjes overblijvenMannetjes en
geld! Want geld vooral ook moet er zijn.
Die oorlog verslindt wat schotten. Weet ge, wat
de prijs is van een menschenleven? Volgens de
berekeningen van een bekend statiticus moet er
een enorm groote som betaald worden om een
soldaat te dooden. In den oorlog van 1870/1871
gaf Frankrijk ruim 2 milliard francs uit, daarbij
1 milliard voor de restauratie der vernielde ge
bouwen, 5 milliard als oorlogsschatting, terwijl
het verlies aan renten op nog 52 millioen is te
schatten. Aan Duitschland kostte die oorlog
28,000 man dooden en zwaargewonden; volgens
deze becijferingen, die, 't zij uitdrukkelijk mee
gedeeld, een Duitsch gekleurd tintje hebben,
zou het leven van elk Duitsch soldaat in dien
oorlog 350 duizend francs gekost hebben. In
den Russisch-Japanschen oorlog kwam het leven
van eiken Japanschen soldaat den Russen op
dezelfde som te staan, terwijl een Rus in den
oorlog tegen Turkije 2G5 duizend francs waard
wis. De moderne oorlogswapenen eischen ech
ter veel grootere uitgaven. Voor den huidlgen
krijg zijn dergelijke berekeningen nog niet op
te maken.
Maar ach, dat geld komt wel terecht, al zal
er ook veel ellende om geleden worden.
Maar overigens 1Wat een nameloos
lijden naar lichaam en ziel geeft het wereldtoo-
neel te aanschouwenEn hoeveel ja, verre
weg het grootste deel blijft voor het men-
schenoog verborgen f
Hoeveel harten zullen er ineenkrimpen straks
op den naderenden Oudejaarsavond?
Zullen er geen duizenden zijn, wien de moed
zal ontzinken om voorwaarts te gaan?
Hoe zal het hun in de ooren klinken de toch
zoo goed gemeende raad in de dichtregelen
Blijf bij alles wat ge doet,
Steeds geduldig en vol moed.
Komt uw taak uw moeUijk voor,
Zet het werk toch altijd door: Vol moed!
Hoe dan ook uw lot hier zij.
Arbeid altoos vroom en blij
En in tijd van rouw en smart
Blijve toch vooral uw hart: Vol moed'-
Vol van moed, 't oog op den Heer
Dan drukt ons de smart niet neer.
Hij, die 't licht ons schijnen doet,
Weet, wat schade ons is en goed,
Daarom vraagt Hij„Blijf vol moed
Wij hopen, dot deze woorden nog weerklank
mogen vinden in menig verslagen hart. Evenals
onderstaand ged'cht van Joh. Demaetg, opge
nomen in „Vrij Belgie", ons in zijn roerenden
eenvoud treft
Sinterklaas, die in den hemel zijt,
Maar vannacht weer langs de daken rijdi
Op Uw oude witte paard!
Durft Gij bij de kindjes dalen?
't Hooi uit hunne mandjes halen?
Zijt Ge, Heilige, niet vervaard?
Groote vlammen slaan van huis tot huis
Schouwen, gevels, torens zijn in gruis
Straten zijn van bloeden rood.
Blijft Gij in de puin niet steken?
Zal Uw paard zijn poot niet breken?
Vele kindjes zijn ook dood
Sinterklaas, o berg toch wel Uw last!
Lucht en gronden loeien: 't poeder basj;
- Vijand loert en huilt en schiet, .3';.
:V Sinterklaas, door vensters, deuren1
Moeder zie ik soms zoo treuren......
En mijn Vader keert er niet!
Sinterklaas, die op de daken rijdt,
Ga toe, ga toe bij Vader, die ten Yser strijdt.
Draag hem al Uw lekkernij
Pakken vol van al wat zoet is!
Doozen vol van al wat goed is!
Zware kisten vol kleedijl
Zoek mijn Vader op in 't moordgeraa^
Draag hem alles, alles, Sinterklaas
Draag het hem vótfr morgenvroeg 1
Leg er al mijn zoentjes tusschen.
Vraag hem dan twee dikke kussen
'k Heb daarmee voor mij genoeg.
We noemden zoo even Oudejaarsavond. Onze
gedachten liepen 0! vooruit naar het nieuwe
jaar. Dat kwam, omdat ons daar juist een
almanak werd thuis bezorgdeen echte
ouderwetsche.
l^Jag ik in d:t „Hakje" nog eens even met U
praten over dit zoo nuttige, in het dagelijksche
leven onmisbaar boekjeP Onmisbaar, ja,
want wat al kennis kunnen we er uit opdoen
Niet alleen den datum leert hij ons, maar ook
op- en ondergang van zon en maandc schijn
gestalten der laatste, de eclipsen cn marktda
gen, de kerkelijke feestdagen, de watergetijden,
enz. Bovendien hoeveel menschen zijn er nog,
die zoo al niet volkomen, toch min of meer
geloof hechten aan de weervoorspellingen van
den kalender.
Omtrent de afleiding van het woord verschil
len de geleerden. Misschien ontleent dit nuttig
huismeubel zijn naam aan het Arabische al mana
dat de maat of de tijd beteekentmisschien ook
aan t Hebreeuwsche manah scheiden, deelen,
rekenen. Houden wij hierbij in 't oog. dat
al onze getalmerken van de Arabieren afkom
stig zijn, dan krijgt deze afleiding een groote
mate van waarschijnlijkheid. De opkomst der
almanakken in ons vaderland dagteekent van
het midden der zestiende eeuwwel vervaardig
den de kloosterlingen reeds vroeger kalenders
of tijdwijzers, doch deze dienden bijna uitslui
tend voor bijzonder gebruikzij wezen de Hei
ligendagen aan, soms ook de diensten, welke
ten behoeve van overledenen of van broeder
schappen In de kerken moesten verricht worden.
Dergelijke kalenders weiden geschreven, met
gouden letters er tusschen, of opgesierd met
Irani gekleurde teekeningen en waren uitsluitend
voor geestelijken bestemd. Immers de priester
kondigde des Zondags de feest- of heiligen
dagen af, op welke in den loop der week niet
gewerkt mocht worden en dewijl met uitzon
dering van de vier groote Christenfeesten in
het bepalen van die dagen geen eenstemmig
heid heerschte, zoo konden dergelijke kalenders
slechts een beperkt nut hebben.
1 oen later de kalenders gedrukt werden, had
men de gewoonte (gelijk nog in sommige alma
nakken) de algemeene Heiligendagen met een
rooien letter aan te geven, van waar het spreek
woord zijn oorsprong heeft„Hij krijgt geen
rooie letter in den almanak", wat van iemand
gezegd wordt, op wiens levenswandel nog al wat
valt aan te merken.
't Is bekend, dat men de kerkelijke feestdagen
in beweegbare en onbeweegbare verdeeltdoor
de laatste verstaat men die dagen welke op een
vastgestelden datum gevierd worden. Zoo valt
Drie Koningen altijd op 6 Januari, Maria Hemel
vaart op 15 Augustus, Allerheiligen op 1 No
vember, Kerstdag op 25 December, enz. Anders
Is het gesteld met de overige algemeene chris
tenfeesten Paschen, Hemelvaart en Pinksteren.
Lr de eerste eeuwen der Christelijke Kerk viel
het Paaschfeest natuurlijk te zanren met het
Pascha der Israëlietenimmers Christus was
gekruisigd daags voor den aanvang van het
Joden Pascha en uit de dooden verrezen den
Zondagmorgen na Paasch-sabbath. Dit samen
treffen schijnt de Christenen verdroten te heb
ben en op het concilie van Nicea (325) werd be
paald, dat het Paaschfeest zal gevierd worden
den Zondag volgende op de eerste volle maan
na de lentenacht-evenmg. Is 't volle maan op
Zondag, dan wordt het feest een week uitge
steld. En daar volgens de kerkelijke bereke
ning de nachtevening den 20en en bij een
schrikkeljaar den 21 en Maart plaats heeft, kan
Paschen op zijn vroegst den 22en Maart invallen.
Daarentegen is 25 April de uiterste grens voor
dit feest, wat zich in 1886 nog voorgedaan heeft.
Hemelvaart wordt gevierd den veertigsten en
Pinksteren den vijftigsten dag na Paschen, in
overeenstemming met het Biibelsch verhaal.
KEUVELAAR.
Allerlei.
Dansende bloemknoppen.
Op 4 Juni van dit jaar on-tvim* de heer M.
Beyle. naar hij in een tijdschrift mededeelt,
van een kennis een aantal bloemknoppen
van haagdoorn, die eigenaardige bewegin
gen uitvoerden. Ofschoon alle knoppen even
groot waren en er even frisch uitzagen, wa
ven er eenige bii. die zich niet bewogen. De
bewegende maakten nu eens met een ruk een
korten draai om de eigen as. dan weer
sprongeties. die. ofschoon slechts weinige
milimeters hoog. wel tot drie c.M. wijd wa
ren. Eenigo knoppen Magen een geruime
poos geheel stil. maar begonnen dan ook de
beschreven bewegingen. Andere echter ble
ven onvermoeid aan het himnelen.
Zulke huppelende en springende bewegin
gen zijn ook waargenomen aan vruchten
van Sebastiana paroniana. de springende
boon uit Mexico, en aan die van Tamaria
gallica. een plant, die in het literaal der Mid-
dellondsche Zee voorkomt Bii eerstgenoem
de wordit het springen veroorzaakt door de
rups van een kleinen vlinder uit de familie
der bladrollers, Carpocapsa saltitans: bii de
laatste door de larve van den kever Nanodes
tamarisci. Nu vermoedde B., dat iets derge
lijks ook bii zijn bloem-knopnon het geval
kon zifrii I-Iii opende daarom een dier knop
pen en vond er inderdaad een keverlarve in
van een geelachtig bruine kleur. Om te we
ten to komen, tot welke keversoort de larve
behoorde, legde hii de knoppen in een ge
sloten, kartonnen doos. De bewegingen wer
den de volgende dagen zwakker en hielden
op 7 Juni geheel op. De knoppen, die door
larven bewoond werden, schrompelden een
weinig in, terwijl de witte kleur plaats maak
te voor de bruine, die verdrogende planten-
deelen aannemen. De niet-bewoonde knop
pen echter veranderden bijna niet. Op 27
Juni kwamen de kevers uit; heit bleken te
zijn appelsnuittorren. Anthonomus pomo-
rum.
Het gebruik van boter.
De boter die in het leven en in de voe
ding van den modernen mensch zulk een
groote rol speelt, vindt haar oorsprong in
den tijd der Skythen toen een Grieksch arts
Hippokrates, een dierlijk vet ontdekte, dat
veel overeenkomst had met onze boter. Dit
vet gebruikten de Grieken niet als voedings
middel; zij hadden er integendeel zulk een
afkeer van, dat zij de Skythen minachtend de
„botereters" noemden. De Grieken !>e«
schouwden de boter als een soort zalf, waar.
mede zij hun lichamen inwreven. Ook ds
Romeinen, die de boter door de Grieker
kenden, gebruikten haar op deze wijze. Bi
de oude Romeinsche geschiedschrijver*
vindt men meermalen boter als olie aange
duid en waarmede de soldaten na lange
marschen hun lichamen inwreven. Nu de ho»
terprijzen zoo gestegen zijn, zul men niet
zonder afgunst de prijs hooien, die len tijde
van Keizer Diokletianus, in het begin van de
vierde eeuw na Christus er voor betanlc
werdtoen kostte een pond boter zeven cr
twintig cent. De boter schijnt in de klooster-
veel eerder bekend te zijn geweest.
Origineels stadsuitbreiding.
De soldatenkoning Friedrich Wilhelm 1,
hield er een eigenaardige manier op na om
de stad Berlijn door het voortdurend aan
bouwen van huizen te vergrooten. Tijdens
zijn regeering, die 30 jaar duurde, zijn er
4900 huizen aangebouwd. De koning liet
door overste von Derschau van tijd tot tijd
lijsten opmaken van de personen, die be
middeld genoeg waren om huizen te bou
wen. Had de vorst zoo'n lijst onderteekend.
dan moesten de menschen bouwen, of ze
wilden of niet. Het was hem hetzelfde, of het
land goed of slecht was. Zoo kreeg eens een
geheimraad von Nüzler bevel, een huis te
bouwen op een grooten vischvijver, waarin
karpers geteeld werden. Alle protest was
vruchteloos; Friedrich Wilhelm liet ant
woorden: „hij had een rijken schoonvader cn
moest op de aangewezen plek een huis bou
wen, anders zou Zijner Majesteits aller
hoogste ongenade hem treffen". Het hui?
werd gebouwd.
Projectiel en verwonding.
In de jongste aflevering von het Medisch
Weekblad schrijft de officier van gezond
heid L. van den Steen van Ommeren.
De granaat, de beruchte soixante-quinze
en de bij de Duitsche artillerie daarme
overeenkomende veldgranaat van 77 m.M,
bestaat uit een holle stalen buis, in den
ogiefvorm gegoten, met een springstof, ge
woonlijk trotyl of lydieth, gevuld en van
een schokbuis voorzien.
Het projectiel, dat bij de ontbranding v;«r.
de lading, die gewoonlijk in een koper
huis is opgesloten, het geschut ongescho
den verlaat, explodeert bij aanslag van
de schokking op een harde onderlaa
verschillende deelen. De kop en de bodem
worden in hun geheel of in enkele ondr -
deelen weggeslingerd, terwijl het midden
stuk in een groot aantal scherven uiteen-
springt.
Het aantal is bij verschillende granatin"
niet gelijk, de Duitsche veldgranaat sprin_
uiteen in ongeveer 150 vrij groote scherven,
de Fransche daarentegen In 2000 uiterst
kleine splinters, die slechts enkele grammen
wegen. De aanvangssnelheid van dergelijke
scherven en splinters bedraagt het enorme
cijfer van 1200 meter in de seconde, doch
de vorm brengt mede, dat die snelheid al
zeer spoedig is uitgeput, dat op 30 metei
van af de explosie de uitwerking van weinig
beteekenis meer is.
De uitwerking op het menschelijk lichaam
Is dan a priori ook een geheel verschillende.
Binnen het vulnereerend rayon is de
scherf van het Duitsche projectiel bijna al
tijd onmiddellijk doodelijk; treft ze een de"
ledematen onder een hoek, dan heeft ei
amputatie plaats, als met een guillotine
alleen zijn de randen als gesneden met een
stomp mes, de amputatie is overigens cir
culair.
De verwondingen van de Fransche gra
naat zijn doorgaans niet doodelijk, de onre
gelmatige, toegespitste splinters veroor
zaken onder de hevigste pijnen gapende
huidverwondingen, als met een bistouri ge^
sneden. De extractie van dergelijke splin
ters is uiterst pijnlijk, hoewel ze niet ver
onder de huid doordringen.
De granaatkartels heeft denzelfden vorm
als de granaat, doch wordt in tegenstelling
van laatstgenoemde, uitsluitend op levend*
doelen gebruikt. De fnhoud bestaat, behalve
uit de springlading, uit 200500 looden ko
gels, iedr 10 tot 12 gram wegende. De kop
van het projectiel is voorzien van een tijd-
buis, die het door instellen, het zoogenaam
de tempeeren, mogelijk maakt, het projec
tiel op een willekeurig punt van de baan te
doen springen. Het projectiel spat daarbij
in eenige grootere scherven uiteen, soms
ook vliegt alleen de kop weg, terwijl de
vrij geworden looden kogels zich met een
snelheid van 800 meter in de seconde
trechtervormig verspreiden en als een ha
gelbui op de strijdende neerkomen. De
snelheid is wel vrij spoedig, doch niet zo(J
spoedig uitgeput als die bij granaatscher
ven. Op 300 meter van af het punt van ex
plosie dringen de shrapnelkogels nog doof
1 centimeter vurenhout, terwijl een geweeri,
kogel op 1500 meter nog gemakkelijk dooi
6 c.M. heendringt; men ziet dan ook we
de soldaten, met het hoofd dekking zoekeni
on der den ransel van den voorganger, zicf
als schildpadden voortbewegen. De verwon
dingen met dergelijke shrapnelkogels doer
denken aan de verwondingen uit het oud<
Chassepot- of Ztindnadeïgeweer in 70; d<
kogels deformeeren reeds door onderlingt
wrijving en verliezen bij den minsten weei;
stand de geheele energie, vandaar het grooti
aantal niet doordringende wonden me
groote Jngangsopenlng. De looden shrapnel
kogel bereikt een temperatuur, die nie
hooger dan 65 gr. stijgt; van een sterilisath
is dus geen sprake, terwijl niet alleen dt
grootere ingangsopening, doch nog meer he
feit, dat deelen van de kleeding met he'
projectiel de wond binnendringen, deze wonl
den, wat infectiegevaar betreft, een slecht®
prognose doen geven, terwijl wel ais hef
meest karakteristieke verschil met den mo^
dernen kogel, wat verwonding betreft, dar
verbloeding genoemd moet worden.