34ac Jaargang. „DE EEMLAN DER". Vrijdag 24 December 1915. BINNENLAND. FEUILLETON. rr 152 Tweede Blad. EXEGESE Hoofdredacteuri Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOPP ft C O. A BONN EM ENTSPRIJS: Pel 8 maanden foor Amersfoort t Idem franoo per pust Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Afzonderlijke nummers 7°®' Wekelijks bijvoegsel „da Hollandeche Huisvrouw (onder redaotie Tan Thérèae van Hoven) pet 8 rand. 50 ets. Advertentiên gelieve men liefst vóór 11 uur, tamilio* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 65. PR IJ 3 DER ADVERTENTIÊN: Van 1—6 regel* 4. f 0.50. Elke regel mooi0.10. Dienstaanbiedingen 85 OOtits bjj Tooniilbetaling. ©roote tottors naar plaatsruimte, Voor handel en bedryl boataan eoo» voordeoligo bopaltngori tot hot herhaald odvorteoron (u dit Blad, bij abonnement. Eono circulairo, bovattonde do voorwaarden, wordt aanvraag toegozondon. op Slaten-Ueneraal. Staatsbegrooting voor 1916. Oorlog. ;De Commissie van Rapporteurs heeft nog ecni- ge vragen tot den minister van Oorlog gericht met verzoek die schriftelijk te beantwoorden De Commissie verzoekt den minister de in structie van den Opperbevelhebber voor de le den der Kamer, onder geheimhouding ter griffie te deponeeren. Voorts vraagt de Commissie, of er voor de grenswachten, die niet tot het veld leger behooren, een bevredigende aflossingsre geling beslaat. Verder worden gevraagd de mo tieven van het eervol ontslag, verleend aan den commandant der brigade, die betrokken was bij de ongeregeldheden te Apeldoorn. De Commis sie wenscht ook onder geheimhouding verschil lende sterkte-opgaven te ontvangen, voorts de resultaten van het onderzoek naar onregelmatig heden in een kamp in de Betuwe; dan waarom de gep. officieren der marine niet, evenals die van het leger, het volle traktement naast hun pensioen genieten; of de minister de bepaling wil intrekken, dat bij vergaderingen van mobili satieclubs steeds een officier moet worden toe gelaten, en ten slotte of de minister de vragen wil beantwoorden met betrekking tot het voor gevallene met een kornet van het 3e regiment huzaren. Torpedo's en schietkatoen. De minister van Marine deelt in een nota naar aanleiding van het Verslag over de suppletoire begrooting van Marine voor 1914 mede, dat door het Munitiebureau pogingen zijn gedaan om door bemiddeling van het departement van Bui- tenlandsche Zaken torpedo's uit Zweden te be trekken, echter zonder gunstig resultaat, aan gezien men daar te lande voor eigen behoefte te veel te doen had om ook voor Nederland te kunnen aanmaken. Een aanvang is gemaakt met de fabricage van torpedo's in Nederland, waarvoor luchtkamers in Zweden zijn besteld. Pogingen om schietkatoen uit Engeland, Frankrijk, Duitschland of Italië te verkrijgen, heb ben geen resultaat opgeleverd. Met een fabriek in Zweden zijn reeds sedert October 1914 onderhandelingen gaande, doch in het nog niet gelukt een uitvoervergunning uit dat land voor schietkatoen te verkrijgen, zoodat ook nog niet tot het sluiten van een contract overgegaan is. kunnen worden. Dooi de Gezamenlijke Buslcniidipakers van Noord-Holland, Utrecht en Zeeland wordt ge tracht schietkatoen van de vereischte hoedanig heid te maken en doét het zich aanzien dat al dus eerlang de vervaardiging van het benoo- digde voor de springladingen van torpedo's en mijnen hier te lande mogelijk zal zijn. Buitengewoon crediet. Sommige leden spraken bij het afdeelingson- derzoek hun teleurstelling uit, dat voor het loo- pcndekwartaal veeleer stijging dan vermindering van de buitengewone uitgaven te wachten is. An deren wezen er op, dat deze vermoedelijke stij ging in de toelichting behoorlijk schijnt ver klaard: de doorgaande uitbreding der leger* sterkte is hier zeker de belangrijkste factor. Inlichtingen werden gevraagd omtrent de re denen, waarom eerst in November van de admi nistrateurs bij de korpsen voorloopige opgaven konden worden verkregen van de ten laste van den dienst van 1914 bij de staven korpsen en verdere onderdeelen van het leger gedane beta lingen. Voor bouw en inrichting van barakken is vol gens de Memorie van Toelichting 2.500.000 uitgegeven. Zijn thans nergens meer troepen in tenten gelegerd? Gevraagd werd, welk getal ba rakken is gebouwd en wat de gemiddelde kost prijs is geweest. Ook zouden enkele leden gaar ne vernemen, of dc bouw ingevolge openbare dan wel onderhandsche aanbesteding heeft plaats gevonden. Sommige leden drongen er met klem op aan, dat de personen, die als deserteurs uit het leger van een der belligcrenten over de grens zijn ge komen, niet als geinterneerden worden behan deld. Men meende, dal ten aanzien van de posi tie dezer personen en hun toekomstig lot geen onzekerheid mocht bestaan. Art. 10 0 der M i 1 i t i e w c t. De voorgestelde aanvulling van art. '100 der Militiewet vond bij het afdeclingsonderzock al gemeen instemming. Sommige leden drongen ook aan op wijziging van art. 84 der Militiewet in tweeërlei opzicht. In de eerste plaats oordeelden zij verhooging van het daar genoemde maximum bedrog tot f 2 zeer wenschelijk en vervolgens pleitten zij voor een aanvulling van dc bepaling in dezen zin, dat, in geval van demobilisatie, de vergoe ding nog gedurende zes weken na het naar huis zenden van den milicien ka worden uitgekeerd. M. U. L. OP Bij het afdeclingsonderzock van het wetsont werp tot verlenging van den termijn in de On derwijswet van 1910 verklaarden verscheidene leden dat bij hen tegen dit wetsontwerp groot bezwaar bestond. Het voorstel had bij hen groo- tc teleurstelling gewekt. Na hetgeen ten vorigen jare ten aanzien van dc termijnverlenging was voorgevallen, hadden deze leden dit ontwerp niet verwacht. Zij wenschten te weten of de inspecteurs van het lager onderwijs ^daaromtrent zijn gehoord. Zoo niet, dan drong men er op aan daartoe alsnog over te gaan. Bij dit voorstel, zoo betoogde men, wordt de historie van de „bevriezingsbepnling" geheel uit het oog verloren. Deze bepaling werd in 1910 opgenomen wegens een beweerd conflict tus- schen het toen aanhangig wetsontwerp betref fende hot M. U. L. O. en de voorstellen der In eenschakel ings-commissie. Dit motief is intus- schen vervallen. Sommige leden waren van oordeel, dat, mocht de Regeering in haar voornemen volharden, de teimijn in geen geval tot na I Juli 1916 mocht worden verlengd, terwijl bovendien die scholen behoorden te worden geholpen, welke aanne melijk kunnen maken, - dat zij hebben gerekend op het vervallen van de bevriezingsbepaling op 1 Januari a.s. Deze leden vertrouwden dat de Regeering be reid zou worden bevonden het wetsontwerp te rug te nemen. Verscheidene andere leden deelden deze be schouwingen niet. Ook zij waren niet blind voor dc nadeelen, aan een herhaalde termijnverlen ging verbonden, doch beschouwden deze als een noodzakelijkheid. L o g e r O n d e r w ij s w e t M. L. O. e n M. U. L. O. In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp tot wijziging der wet van den 14en Juli 1910 tot wijziging der wet tot regeling van het lager on derwijs, betoogt de minister van binnenlandsche zaken, dat hem in de gegeven omstandigheden geen andere weg open stond dan andermaal een verlenging van den fatalen termijn voor te stel len, hetgeen trouwens in het Voorl. Verslag over Hoofdstuk V zelf was in overweging gegeven. Er bestaat en bestond niet dc minste reden om over dit wetsvoorstel, waaraan elke techni sche beteekenis vreemd is, dc inspecteurs van het lager onderwijs te hooren. Ook dc beschou wingen indertijd door den inspecteur in de eer ste inspectie gehouden, zijn volkomen irrelevant voor de beoordeeling. Het jongste school verslag behelst trouwens niets, dat aan de vroegere rap porten van dien inspecteur nieuwe of andere beteeke.tis zou kunnen geven. Evenmin kan, hetgeen dc heer Tydeman ten vorigen jare sprak, hier -toepasselijk worden ge acht, omdat immers thans, nu de vegeering een definitieve voorziening heeft voorgesteld, aan zijn waarschuwing is tegemoet gekomen. Verkorting van den termijn van een jaar is, zegt de minister, onnoodig en ongewenscht. Indien het noodig blijkt scholen te helpen, die aannemelijk kunnen maken, dat zij hebben ge rekend op het vervallen van de z.g. bevriezings bepaling, zal daaraan, tegemoet gekomen kun nen worden bij het wetsontwerp lot definitieve regeling van deze aangelegenheid. Het denkbeeld om den termijn te verlengen tot 1 Juli 1917 laclü den minister niet toe, om dat er alle uitzicht bestaat dat vóór dien datum dc definitieve voorziening haar beslag zal krij gen. Gebouw Hoofdbestuur P o s t e r ij e n. Bij het afdeelingsondcrzoek van het wetsont werp tot onteigening van terreinen voor den bouw ten behoeve van dc huisvesting van het hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie, werd teleurstelling uitgesproken over dc wijze, waar op door het departement van Waterstaat de stichting van Rijksgebouwen wordt voorbereid en over den toeleg' om die voorbereiding zoo veel mogelijk aan de kennisgeving der Kamer te onttrekken. Men meende gerust te kunnen voorspellen, dat de geheele zaak meer dan een millioen zou kos ten. Bij vele leden rees voorts de vraag of het oor baar is bij den tegenwoordigen toestand van 's lands financiën, tot een zoo kostbaar werk als hierbcdoeld over te gaan. Uitstel zou hier zon der bezwaar kunnen plaatshebben. Eenige leden herinneren de Regeering aan den wensch der hier te'lande arbeidende Neder- landsche sierkunstenaars om aan de inwendige inrichting, de meubileering, de stoffeering en de verdere versiering van zulke Rijksgebouwen te mogen medewerken. Berichten. De Staatscouoranl van Vrijdag 24 De cember bevat o.a. de volgende Kon. beslui- ten: benoemd tot burgemeester van Odoorn A. Vink, secretaris dier gemeente; benoemd tot kantonrechter te Boxmeer mr. H. F. M. Kortmann, griffier van het kan tongerecht te Venlo; op aanvrage wegens lichaamsgebreken eervol ontslagen ui» den militairen dienst de reserve-kapitein F. C. G. A. A. Schwartz, van het 18e bataljon landweer-inlanterie; bij het departemen' van koloniën bevor derd tot administrateur de referendaris mr. dr. H. L. Hensing, tot hoofdcommies de commies G. J. D. C. Stempels, tot commies de adjunct-commies J. N. Rammelzwaar; op verzoek eervol ontslagen C. H. Claas- sen te Boskoop, als rijkstuinbouwleeraar; ingetrokken de bij K. B. van 27 Augustus 1915, no. 26, gedane benoeming tot tijdelijk lector aan de Technische Hoogeschool te Delft van C. van der Worp, dirigeerend offi cier van gezondheid der derde klasse, te Haarlem; aan N. de Boer, op zijn verzoek, met In gang van 1 Februari 1916 eervol ontslag verleend als leeraar non de Rijks Hoogcre Burgerschool tet Steenwijk; is aan J. Kuiler, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Januari 1916, eer vol ontslag verleend als hoofdcommies bij het departement van Binnenlandsche Zaken, onder dankbetuiging voor de door hem be wezen diensten, zijn met ingang van 1 Ja nuari 1916 benoemd tot opzichters bij 's Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening J. J. Verlinde en R. Hoff, beiden te 's Gra- venhage; benoemd met ingang van 29 December 1915, to. burgemeester der gemeente Nieu- werkerk aan den IJssel J. van der Meulen, secretaris dier gemeente; met ingang van 31 December 1915 tot burgemeester der ge meente Bovenkarspel: C. Boon Jczn.; met in gang van 28 December 1915 tot burgemees ter der gemeente 's Heer Arendskerke; jhr. M. F. Lewe van Nijenstein. met ingang van 1 Januari 1916: :o. als ambtsgebied van den Inspecteur van de Volksgezondheid R. M. M. bijkei, nader aan gewezen dc provinciën Noord-Brabant, Gel derland en Limburg, met bepaling dat hij binnen dit ambtsgebied in het bijzonder be last jral zijn met het toezicht op de handha ving van de wettelijke bepalingen betreffen de besmettelijke ziekten en met de zaken rakende de hygiëne van bodem, water en lucht, en 2o. benoemd tot Inspecteur van de Volksgezondheid dr. B. H. Stephan, genees heer-directeur van het Burgerziekenhuis te Amsterdam, met aanwijzing als zijn ambts gebied de provinciën Friesland, Overijssel, Groningen en Drenthe, met bepaling, dat hij binnen dat ambtsgebied in het bijzonder be last zal zijn met het toezicht op de hand. having van de wettelijke bepalingen betref fende besmettelijke ziekten en met de zaken rakende de hygiëne van bodem, water en lucht.; herbenoemd tot kantonrechter-plaatsver- vanger: in het kanton Amsterdam; mrs. D. E. Lioni, B. E. Asscher, G. Hijmans, H. A. E. Modderman, D. K. G. de Jong, J. A. van Hamel, A. E. M. Povel en A. W. Gerritzen; in het kanton Rotterdam: mrs. C. F. A. Hoogeweegen, J. van Raalte, A. C. van Blommestein, H. M. A. Schadee, H. J. F. Heijman, J. Coert, H. C. van Blommestein en Ch. A. van Rentergheni; in het kanton 's Hertogenbosch: mr. J. H. M. van der Grinten; in het kanton Waalwijk J. A. J. van Heijst; in het kanton Haarremmermeer: mr. A. Slob; in het kanton Vianen: H. Baggerman, en benoemd lot kantonrechter-plaatsvervan- ger in het kanton Amsterdam met ingang van 1 Januari 1916, mr. G. Seret, advocaat procureur te Amsterdam. De Koningin te Leiden, Woensdagmiddag heelt, gelijk wij reeds in 't kort meldden, 11. M. de Koningin een nief- oflicieel bezoek gebracht aan de gemeente Leiden. De stad was in feesttooi. Te hall' twee uur kwamen dc koninklijke auto's het Noordeinde binnen. O an i.iellijk werd doorgereden naar de fabriek van sajet- ten en wollen dekens van de firma Gchrs. Van Wijk en Co., aan da Hoogewoerd. De Koningin werd daar in het "versierde kantoor ontvangen door den burgemeester, jhr. mr. dr. De Gijselaar en de firmanten. Allereerst werd een expositie van anti stoffen en gemaakte goederen in een Ier lo kalen bezichtigd en vervolgens dc voor twee jaar nieuw gebouwde fabriek, in volle wer king bezichtigd. Na hier ongeveer een uur te hebben vertoefd werd de fabriek verlaten en een rijtoer door de stad gemaakt, voorname- lij'- door de fabriekswijken, waar mén t!. M. zeer toejuichte. Ten slotte werd halt gehouden op het Raadhuis waar H. M. op uitdrukkelijk ver langen een twaulftal personen in dé kamer van B. en W. ontving en zich over verschil lende toestanden liet inlichten. Doo: den burgemeester werden achtereenvolgens aan H. M. voorgesteld de heeren prol', d. W. Brede Kristenscn, reclor-magn. der Leidsche Hoogeschool; prof. mr. C. van Vollenhoven, secretaris van den Senaat; W. Pero, voorzit ter der Kamer van Koophandel; prof. mr. J. F. lleeres, voorzitter van het Steuncomité; prof. mr. J. H. C. Carpentier Alting, voorzlt- tter van het Belgisch vluchtelingen-comité, en verder dr. H. Zweers, mr. Di iet, dr. J. J. van Eek, P. Heemskerk, mr. Libaarel en S. Thors. Te half vijf verliet de stoet weder dc ge meente. De Koningin was bij haar bezoek vergezeld door de groolmeesteresse baronesse Melvil van Lynden, hofdame jonkvr. Six, adjudant generóal-majoor baron van Tuyll van Se- rooskerken en door den Kamerheer baron Van Geen, particulier secretaris van Hare Majesteit. Ook de Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland; baron Sweerts de Londas Wyborgh, vergezelde H. M. op dezen tocht. Minister Pleyte. De minister van Koloniën mr. Pleyte vertoeft, naar men ons meldt, te St. Moritz in Zwitserland. Volgens de jongste berichten gevoeld de minister zich' wel. Kon. Mil. Academie Op 5 Jan, a.s. komt het 2e studiejaar, dat thans bij den troep gedetacheerd is, op de Kon. Mil. Aca demie terug. De drie studiejaren zijn alsdan voor het onderwijs op dc K. M. A. ver- eenigd. Het aantal cadetten bedraagt dan 288 waarvan 96 tot het le, 100 tot het 2e en 92 lot het 3e studiejaar behooren. Het eerste jaar is verdeeld als volgt; In fanterie hier te lande 22, Infanterie N.-I. 22, Cacalerie h. t. 1. 7, Cavalerie N.-I. 3, Artille- door ANNE SMIT KLEINE—FASTRé. 8 blot. Leen, hoor 's, as ik je nou kwam wijs maken, dat ik, na dien avond, geen borrel meer heb gepakt, dan zou ik smerig liegen, mèar, ik zwèèr je, dat ik niet meer dronken ben geweest. Niet stamelt Leentje met schuw lach je en ver-al blik. Nèè, Moedertje, kan-je me vergeven, dat 'k je zooveel beroerdigheid an-doe Leentje schokt-op tot klaar bewustzijn. „Moedertje" I Moedertje, juist, jawèl, dat is 't, dat is 't en dat óndere, nèè, dat bestaat niet dat ontreddert alléén haar den ken, dat trilt alléén in haar eenzaam in lief de-zwijmend hart. Flauwtjes zegt ze Ga zitten, Jaap, neem je gemak. Kof- IM Wiit graag f iwtjgend vult Leentje de kopjes. Jaap mill z n handen, sjurkt zich in z'n jas. Vinnig weertje I die vervloekte Oos- •n«dnd snijdt je ooren't was van morgen Ijntjes koud op 't koor't wordt tijd, dat ie de kachel zetten in de kerk. Was 't lastig voor je, om te spelen? Ging nog al. Jaap slurpt de heete koffie, Dat valt erin, als God's woord in een ouderling't Is bij jou altijd even gezel lig Wat ben je stil. Je kijkt zoo chegrijnig. Scheelt er wat an? Ben-je niet fiks —Nog een kommetje, Jaap? Blijf je eten? Mag-ik Maar nou as de weerlicht zeg gen, wat er an schort. Toe nou! Jaap strekt ziin rechterhand naar haar uit.. Schichtig trekt ze haar op tafel liggenden arm terug. Hoe heb 'k 't nou met je? Leenzeg me in Godsnaam, wat er an scheelt. Tranen glibberen langs Leentje's beven de mondhoeken. Toe nou! zèg 't nou. Je wèèt hoeveel ik van je hou Leentje's droeve oogen staren in Jaap's verbluft gezicht. Kom nou 1 zeg 't me nou maar, wij hebben alléén mekander in de wereld Dc kan geen tranen van jou zien. Wat is er? Och, niks, niks Onzinda's vrouwenklets, d'r scheelt niks an, en onderlusschen huilen, huilen, tranen met tuiten. Jaap trommelt op tafel. Ik laat me niet voor den gek hóuden- kinderen en wijven kon ik niet zien grie nen dat maakt me beroerd Liefkozend legt Jaap zijn handen op Leentje s rillende schouders. Je mot maar niet meer komme, snikt ze. - —Ben-je dan nóg nijdig op me? Nèè 1 heelemaal niet maar d'r wordt gebabbeld ik verlies m'n klan ten 01 ik snap 't. d'r is weer een ouwe vrijster an 't preeken geweest. Jaap 1 Mag-jij niet in je eigen huis binnen laten, wie je wil 'n Mooie grap 1 't Is goed 1 'k zal geen poot meer over je vloer zetten, as je dat liever hebt. 'k Héb 't niet liever 'k vind 't vreeselijk, als je niet komt. Een gulle lach klatert door 't vertrekje. Jaap proest 't uit. Die is goed I je wijst me de deur, en je vindt 't lam as ik niet kom 1 Dat snap ik niet. Leentje slaat d'r handen voor d'r gezicht. Jammerlijke snikbui. Jaap, als had-ie te doen met een wan hopend bedroefd kind, streelt Leentje's haar. Goeie Leen, lieve meid, ben-je zoo be droefd Hebben de menschen je misselijk behandeld? jou, braai Moedertje 1 hoe is 't Gods-ter-wereld mogelijk Huil maar 's uit! Dat lucht op, daarna vertel je 't me wel. Vandaag mag ik toch blijven Zou-je 't be roerd vinden, as ik niet meer kwam? Toe noul zeg 't is an m'n oor. Dc alleen hoor 't maar.. Geef-je om me? Leentje wil spreken, kèn niet. Met teer gebaar neemt hij haar handen van haar gezicht, dat ze krampachtig be dekt. Hij staart in haar betraande oogen, drukt een kus oi> haar bibberenden mond. Leen, geef-je om me hou-je van me is 't wèèr? vergis-ik me niet? Zeg, Leen heb-je me lief? Leentje verweert zich niet, ontkent niet. Afgetobd, ontbreekt haar de kracht, te veinzen; zij geeft zich gewonnen. Voor Veenders, die nooit aan de moge lijkheid heeft gedacht, dat Leentje hem lief had, is die trouwe, schuchtere liefde, plots een blije openbaring. Wil-je waarachtig m'n vrouw worden Nèèn, nooit is 't in me kop opgekomen, dat mijn brave, schuwe, beste Leen mij kèn lief hebben Ik ben 't niet waard jij bent zóóveel meer en beter dan ik Had ik er maar om gedacht, dan zou ik al lang gesproken hebben al lang, hoor wijfje 1 Veenders heeft zijn stoel vlak naast die van Leentje geschoven. Haar hoold leunt aan zijn schouder. Zijn linker-arm is stevig om haar riilend lijf geslagen; zijn rechter hand wischt haar neerdruppende tranen weg. Telkens, wanneer hij zijn lippen op haar mond prest, doorhuivert haar een ge- luks-siddering.. En nou laten we d'r geen gras over groeien, hoor 1 we zijn ons eigen baas. Van daag 17 November, we trouwen in de Kerst- vacantieWe zullen de blommetjes buiten zetten, Leen 1 we gaan 's fijntjes bruiloft vierenHei I Ciepekop, kom 's hier, ouwe jongen Zet 'n deftig snoet op, hoor I we zijn verloofd 1 en we gaan trouwen, Ciep I Jaap streelt de .kat, keert zich dan weer naar Leentje, zoent haar met ontstuimi- ge, jongensachtige hartelijkheid. Jaap, 'n borrel in 't ordentelijke zal ik je niet onthouden, maar, iederen dag zal ik' den goeien God bidden, dat je niet tot Jaap houdt z'n hand voor d'r mond, kust haar voorhoofd. Doe jij dot maar, doe dut, hoor wijf I Alles, wat jij doet, is goedGod, Leen, ik ben zóó dankbaar I ik bod nooit in betera handen kunnen vallen. Wil-je me een hèèl groot plezier doen, Jaap En M! Je leest zoo.priichtig f 't is rijk, om naar jou te luisteren, as je leest en os je orgel speelt Toe, lees me wat voorl Graag 1 wilt zal 't zijn? Leentje haalt den Bijbel. Jemenie! Bijbel-lezen, Leen? Vandaag twee kerkbeurte'n, en nou nog 's bijbel lezen Alijn, as jij 't wil, wijf, dan gebeurt 't. Wat moet ik lezen? Leentje overhandigt hem het geopende boek. Toe, Jaap, lees jij 's 1 Corinthe XIH. Jaap voldoet aan haar verlangen. Met gevouwen handen en gesloten oogen, luistert Leentje naar Veenders klankrijke stem; haar jubelende ziel deinf op zijn voordracht. De slotwoorden prevelt ze mee„En nu blijftGeloof, Hoop en Liefde, deze drie, doch de meeste van deze is de Liefde „De Liefde" triomfeert ze. Zonder zweeitt van schichtigheid valt ze Jaap om den hals, kust hem, en fluistert: Freule Lonnie heeff 't mis I de Liefdel 't staat er! i staat 'rl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 5