Verspreide Berichten. BINNENLAND. fvuur en handgranaten ontvangenzij bleven echter deze stellingen tot den middag be- *e**en. In den nacht van den 8en op den 9en lieten wij wederom onze verkenningsofdee- iingen vooruitgaan tegen de vijandelijke loopgraven. Om 3 uur in den morgen was .het begin van de vijandelijke terugtochtsbe- A-eging in het centTum voelbaar geworden. Wij lieten daarom ons geheele front opruk ken. Een deel der teruggaande vijandelijke troepen vluchtte onder bescherming van de Stevig vurende vijandelijke schepen naar de landingsplaatsen. Een ander deel liet talrij ke zelfwerkende mijnen springen en trachtte 200 onzen opmarsch stap voor stap tegen te houden. Op dit oogenblik openden onze vèr dragende kanonnen een hevig vuur tegen 5de landingsplaatsen, terwijl on?e landbatte- rijen de achterhoede van den vijand sterk beschoten en hem talrijke verliezen bij brachten. Onze bergkanonnen gingen met de infanterie vooruit en verontrustten den vijand van dichtbij. Onze troepen trotseer den dopper het vuur van de vijandelijke schepen en de zelfwerkende mijnen. De hen omringende gevaren niet tellende, maakten zij de vijandelijke soldaten af, die het werkzame vuur van onze artillerie niet meer konden ontvluchten en een wanhopi- gen tegenstand boden. Bij 't aanbreken van den dag bevonden on ze troepen zich op 't slagveld te midden van talrijke vijandelijke lijken. Wij constateer den reeds, dat onze artillerie zeer effectieve treffers verkreeg en dat de vijand, dien wij op hét geheele front met alle tot onze be schikking staande middelen bestookten, bij de aanvallen van onze sterke afdeelingen niet meer in staat was zelfs onUer bescher ming van zijne vele scheepskanonnen den tegenstand voort te zetten. Zoo eindigde het laatste bedrijf van den strijd, die zich sedert echt maanden op het schiereiland heeft af gespeeld, met de nederlaag en den terug tocht van den vijand. De telling van den grooten buit is nog niet ten einde gebracht; bestaat in kanonnen, wapenen, munitie, paarden, muilezels, wagens en een groot •antol andere voorwerpen. Den lOen beschoten verscheidene vijan delijke kruisers en torpedobooten tijdelijk Sedd ul Bahr, den omtrek van Tekke Burun en de Anatolische batterijen, zonder schade ■an te richten. Een kruiser, die uit de richting van Kavalla kwam, wilde tegen onzen sector ten noorden van de baai van Saros het vuur openen, maar werd door het tegenvuur van onze in den omtrek op gestelde batterijen verjaagd. Onze door de luitenants Boedicke en Chonos bestuurde vliegtuigen schoten den vierden een vijandelijken vlieger neer, die In de volle zee bij Sedd ul Bahr neerkwam. Athene, 12Jan. (R.) De gezanten van He geallieerde staten hebben een nota aan geboden, waarin wordt gezegd, dat de geal lieerden 't als een plicht van menschelijk- heid beschouwen het Servische leger zoo •poedig mogelijk uit Albanië weg te voeren, om het te behoeden voor hongersnood en vernietiging. Alleen Korfu verschaft de noo- dige faciliteiten voor het vervoer en het ver schaffen van voeding en verzorging. De En- lente meent, dat Griekenland zich niet zal verzetten tegen de overbrenging ven zf'ne Servische bondgenooten, die slechts kort op het eiland zullen verblijven. Er is geen spra ke van eene bezetting. De daarvoor gegeven waarborgen zijn even goed van toepassing op Korfu als op de andere deelen van Grie kenland, die tijdelijk door de geallieerden gebruikt worden. B e r 1 ij n, 13 Jan. (K. N.) Uit Lugano wordt aan de Rundschau geseind, dat de komst van den koning te Rome nn zijn lang durige conferentiën met alle ministers ln verband schijnen te staan met den wensch ran de koningin om den troon van haar rader te redden, wellicht zelfs om een af tonderlijken vrede voor Montenegro voor te bereiden. De bevestiging van dit bericht «voet worden afgewacht. Petersburg, 13 Jan. (Tel.-agent- ichap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. In het Arkhave-dal verstrooide on9 vuur een Turksch detachement, dat bezig was zijne stellingen te versterken. In de streek van Ardjisone,bij het dorp Kharsionnek, hadden wij ontmoetingen met aanzienlijke Koerdische strijdkrachten. Konstantinopel, 13 Jan. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Kaukasusfront viel de vijand den ''-o tweemaal krachtig onze stellingen bij Narman aan. Hij werd teruggeslagen en liet n"0 dooden op het slagveld. Delhi, 13Jan. (R.) Blijkens een mede- deeling is een strijdmacht onder generaal Aylmers bijeengetrokken bij Sjeik Said en trekken de Turken zich naar het noorden terug langs de Tigris. Het weder is koud en vochtig. Konstantinopel, 13 Jan. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Iiakfront is geene verandering. Petersburg, 14 Jan. (Tel.-agent- schap). De volgende keizerlijke order aan leger en vloot is bekend gemaakt: Het jaar 1915 is verloopen vol daden van zelfverloochening van mijne roemrijke troe pen. In een harden strijd met een vijand, sterk in aantal en rijk in alle hulpmiddelen, bestookten zij hem en brachten Ten vijande lijken inval tot staan. Zij stelden hunne borst ■is onneembaar schild tot bescherming fan het vaderland. Op den drempel van het nieuwe jaar 1916 «end ik u, mijne dappere krijgers, mijne groeten. Mijn hart is met u, strijdende in de ■oopgraven, en smeekt de hulp van der- Al lerhoogste af op uwen arbeid en uwe dapper heid. Onthoud dit goed. Ons geliefd Rus land kan zich zijne onafhankelijkheid en tune rechten niet meer verzekeren, zijn ar beid niet doen gelden, zijne rijkdommen niet ontwikkelen, zonder eene beslissende over winning op den vijand te hebben behaald. Doordringt u daarom van het bewustzijn: Geen vrede zonder overwinning! Welke moeiten en offers het ons ook moge kosten, wij moeten de overwinning aan het vader land verschaffen. Onlangs heb ik de ge legenheid gehad sommige regimenten te be groeten op de slagvelden, die door den in September gevoerden strijd beroemd zijn: Ik heb in mijn hart gevoeld het warme élan, den vasten wil van allen om den heiligen pficht der verdediging van het vaderland te vervullen. Ik treed het nieuwe jaar in, vast geloovende in de genade van God, in de zedelijke macht, de onwankelbare beslist heid en de algeheele trouw van de Russi sche natie, in de krijgshaftige dapperheid van mijne legers en vloten. (Get.) NICOLAAS. Berlijn, 13 Jan. (W. B.) In de groo- te commissie van den rijksdag werd bij ge legenheid van eene vertrouwelijke bespre king van het Baralong-geval van alle kan ten, ook door de sprekers van de sociaal democratische fractie aan de commandanten en de manschapen van de U-booten de grootste lof gebracht Uit verwijt van door hen gepleegde onmenschelijke handelingen werd als geheel ongegrond afgewezen. De sociaal-democratische fractie van den rijksdag heeft in eene gisteravond gehouden vergadering eene verklaring aangenomen, dat de afgevaardigde Liebknecht wegens zijne voortdurende vergrijpen tegen zijne plichten als lid van de fractie de rechten ver beurd heeft, die aan het lidmaatschap ver bonden zijn. B e r 1 ij n, 1 3 J a n. (W. B.) De zitting van den landdag van het koninkrijk Pruisen is he den door den minister-president von Beth- monn-Hollweg namens den keizer en koning geopend. In de troonrede wordt gezegd, dat de oorlog versterking van de inkomsten noo- dig maakt om de gezonde kracht van de Pruisische financiën in stand te houden. Een wetsontwerp wordt aangekondigd tot verhoo ging van den bijslag op de inkomens en tot heffing van eene aanvuiiingsbeiasting. Voor de wederoprichting van Oost-Pruisen zullen nieuwe staatsgeldmiddelen aange wend worden. Dank wordt gebracht voor de particuliere hulp, die voor dit doel ruim schoots is verleend; men verwacht dit ge west in niet te langen tijd weer tot den ouden bloei te brengen. Voor de verdere uitbreiding van het spoorwegnet en de aan schaffing van rollend materieel worden nieu we aanzienlijke middelen aangevraagd. Aan het slot van de troonrede wordt gezegd: Z. M. de keizer en koning weet, dat uw werken en streven, gelijk tot dusver, ook in het nieuwe tijdperk van parlementairen ar beid door een geest van offervaardigheid en vastberadenheid gedragen zal zijn, door den dapperen geest, die alleen ons volk de kracht geeft den geweldigen oorlog zegevie rend door te staan. In het ontzettend bele ven van den oorlog wordt een nieuw ge slacht groot. De geheele weerbare man schap, gedragen door kameraadschappelijke trouw tot in den dood, beschermt staat en volk. De geest van wederzijdsch verstaan en vertrouwen zal ook in den vrede voortwer- ken in den gemeenschappelijken arbeid van het gansche volk aan den staat. Hij zal onze openbare instellingen doordringen en een levende uitdrukking vinden in or.s bestuur en onze wetgeving en in de vorming van de grondslagen voor de vertegenwoordiging van het volk in de wetgevende lichamen. De geslagen wonden te heelen en nieuw leven te iaten opgroeien uit de machtige dad ju en offers van ons volk zal ons alier grootste taak zijn, zoodra de overwinning zegevierend is bevochten. In stormen is de Pruisische staat groot geworden. In den storm staat Kj ook heden onwrikbaar. W de vijand als dwang voorstelt, is vrijheid op orde ge bouwd. Den band, die de Pruisen aan hun koning bindt, hebben deze tijden van strijd en overwinning, zoo mogelijk, nog vaster ge smeed. God bescherme Pniisen ook in de toekomst en beware het als den sterken dra ger van het rijk. Daarop vertrouwen wij en voeren onzen goeden strijd tot een goed einde. B e r I ij n, 13 Jan. (W. B.) De voorzitter van het huis van afgevaardigden, graaf Schwerin-Löwitz, opende de eerste vergade ring van de nieuwe zitting met eene rede, waarin hij uitsprak, dat het vertrouwen en de zekerheid, dat de overwinning zal worden behaald, in reusachtige mate is gestegen. Hij drukte de hoop uit, dot de beraadslagingen, onder uitsluiting van persoonlijke en partij politieke meeningsverschillen, zullen worden gedragen door de gedachte, dat zeer spoe dig een van de overwinning verzekerde vre de zal worden bereikt. De minister van financiën Lentze hield als toelichting van de ingediende begrooting eene rede, waarin hij eenige mededeelingen deed over de in de troonrede aangekondig de belastingverhoogingen. Hij zeide daarvan: De begrooting van 1914 sluit met een te kort van 116,000,000 mark. Ook voor 1915 moet met een tekort rekening worden ge houden. Door directe belastingen (oor logsbelasting) worden de inkomsten met 100,000,000 verhoogd. De nieuwe belastingwet ls alleen van kracht voor den duur van den oorlog en ver hoogt slechts den toeslag. Bij een inkomen van minder dan 2400 M. blijft de vermeerdering van de novelle van 1909 gehandhaafd, dan volgt een progres sie-e stijging, die bij personen met een in komen van meer dan 2400 M. 8 pet. en bij een inkomen van 100,000 M. en meer 100 pet. van den oorspronkelijken aanslag be draagt. De vermeerdering van belasting voor naamlooze vennootschappen is eveneens verhoogd. Bii de aanvuiiings beiasting geldt een dubbele vermeerdering van de verhoo gd- Er wordt verzocht om machtiging tot de uitgifte van schatkistbiljetten tot 3 milliard. Voor Oos-Pruisen zijn meer dan 350 milli- oen besteed. De ingevolge den Russischen inval gevluchte Oost-Pruisen zijn voor Jiet grootste deel teruggekeerd. Er zijn voorloo- pige schadeloosstellingen uitbetaald. De we deropbouw van de gebouwen in de gansche provincie is aangevangen. De minister besloot zijne rede aldus Wij koeren terug tot de oude Pruisische spaarzaamheid. Dat moet ons niet alschrik- ken. De hoofdzaak is, dat onze financiën ge zond blijven en wij den oorlog winnen. Onze troepen stellen elk uur van den dag hun ge zondheid en hun leven bloot aan het ge vaar. Zouden wij dan niet in staat zijn, zon der morren en klagen, onze leefwijze te ver anderen en het een en ander te ontberen? (luide instemming.) Eerst komt het vader land, dan de enkeling. Zoo handelen onze soldaten, zoo handelen ook wij. Wanneer de vijandelijke regeeringen het trachten voor te stellen, alsof wij ongezind zijn verder te strij den, dan is dat slechts leugen en laster. Wij zijn zekerder van de overwinning dan ooit, vastbesloten alles te verdragen, tot de vijand bereid is, een vrede-te sluiten, die ons duur zaam beveiligt tegen een nieuwe aanran ding. Ons oude Prinsen heeft vaak bitterdroeve tijden doorgemaakt. Het moest strijden om 7'jn leven, maar won ten slotte toch. Zou het dan hu anders zijn, nu Duitschland om leven en bestaan vecht? Laat ons getrouw onzen plicht doen in vertrouwen op God. Dan zal ook een wereld van vijanden ons niet ten onder brengen! (Stormachtig applaus van al le zijden.) Het Huis verdaagde zich tot 17 Januari. Londen, 13 Jan. (R.) In de vergade ring van den mijnwerkersbond in Londen werd eenstemmig besloten oppositie te voe ren tegen het wetsontwerp op den militairen dienstplicht. Echter zal er niets gedaan wor den, zoolang niet het wetsontwerp wet is ge worden. B e r 1 ij n, 13 Jan. (K. N.) De Wiener Zeitung am Abend publiceert een bericht uit Genève, volgens hetwelk de verliezen van het Italiaansche leger aan het Oosten- rijksche front tot 1 December bedragen hebben 600.000 man aan dooden, gewon den en vermisten, derhalve een derde van het effectief. De Zwitsersche bladen pubiiceeren een be richt uit Parijs, dat de verliezen van het Pransche leger in Gallipoli aan de Kamer werden opgegeven als bedragende drie vijf den van de ontscheepte troepen. Londen, 13 Jan. (R.) In het Hooger- huis vestigde lord Sydenham de aandacht op de groote toename van den cacao-uitvoer naar neutrale landen. Verder toonde hij door cijfers aan, hoe de export verminderde, sinds deze niet meer mocht uitgevoerd wor den, anders dai» met consent. Hiermede was echter niet alles gedaan. Er kon weinig twij fel over bestaan, dat een aanmerkelijke hoe veelheid cacao voortdurend naar den vijand werd gevoerd. Op deze zaak wordt door de departementen van Oorlog en Handel een voortdurende aandacht geschonken. De re geering ts van meening, dat de tegenwoor dige maatregelen nog verscherpt konden worden. Luxemburg. Luxemburg, 13 Jin. (WB.) Het ministerie Loutsch is afgetreden. China. Hongkong, 13 Jan. (R.) De regee ring van Canton bericht de nederlaag van de rebellen, die met zwaar verlies geheel uiteengejaagd zijn. Zij worden vervolgd. Mexico. Washington, 12 Jan. (R.) Staatsse cretaris Lansing heeft aan Carranza geseind, dat eene prompte bestraffing wordt verlangd van de roovers, die verleden Maandag 17 Amerikaansche burgers hebben vermoord bij Chihuahua. Men verheelt in de regee- ringskringen niet de bezorgdheid over den toestand, die zal kunnen leiden tot nieuwe aanvallen van het congres tegen de buiten- landsche politiek van de regeering. Tokio, 13Jan. (R.) Een persoon wierp twee bommen tegen de automobiel van graaf Okuma, den minister-president. Graaf Okuma bleef ongedeerd. Weenen, 13 Jan. (W. B.) Gisteren avond kwam ln een storm als een orkaan op het station Fischau van de Schneeberg- 1-ahn een personentrein in botsing met een op het spoor staanden lokomotief. 31 per. sonen, waaronder vijf van het treinpersoneel, werden gewond. Een van hen is zwaar ge wond. Weenen, 13Jan. (W. B.) Volgens een beiicht in de c';;^!aden is gisteren op het baanvak tusschen Oderberg en Freistadt een wagon van een lokaaltrein van den spocwegdam gevallen. Veertig personen zijn gedood, acht daarvan zwaar. Uit de Per*. Na eer en Staat. L Prof. dr. H. V1 s s c h e r heeft naar aan leiding van de brochure „Leider en Leiding in de Anti-Revolutionaire partij" bij den Maassluisschen Boekhandel en Drukkerij een geschrift uitgegeven, getiteld „Na Eer en Staat". In het eerste hoofdstuk roept de schrijver de herinnering levendig aan Cae- sar's einde in het jaar 44 voor Christus. Wat een Caesar was voor Rome schrijft dr. Visscher is dr. Kuvoer voor de Antirevolu tionaire partij. Ongetwijfeld was Kuyper nog meer voor de Antirevolutionairen dan Caesar voor Rome. Hij maakte haar groot, terwijl Rome reeds groot was. Dr. Kuyper bracht de kleine partij tot machtigen invlped. Hij zelf stond in het zenuith van glorie, was omringd door velen, die hem vleiden. Hoe is dat alles anders geworden! De tijd schijnt gekomen, dot de conspiratie tegen hem uitgaat. De schrijver wil niet beweren, dat ten opzichte dezer verandering der dingen, aan dr. Kuy per geen schuld kleeft; de moeilijkheden, waarin èn dr. Kuyper èn de partij gewikkeld zijn, zijn, naar prof. Visscher's overtuiging, wel niet geheel door dr. Kuyper veroor zaakt, maar dan toch voor een aanmerkelijk deel. Toch gelooft de schrijver niet, dat de heeren, die „Leider en Leiding in de Anti- rev. partij" schrijven, goed deden met te schrijven hetgeen zij over dr. Kuyper's wij zen van doen in het licht gaven. Het be zwaar, dat prof. Visscher tegen dit geschrift heeft, is: dat zij, die daarin aan dr. Kuyper ten laste leggen, dat hij tegenover broeders uit eigen kring niet steeds deed zooals de broederlijke liefde eischt, dat nu op deze wijze aan hem en aan de wereld voorleggen. Dit acht de schrijver een vergrijp tegen de broederlijke liefde. Het komt hem voor, dat het roeping geweest was te rechter tijd, al leen of gemeenschappelijk, oprecht en eer lijk en ronduit met dr. Kuyper te gaan spre ken. „Zijn wij vraagt prof. Visscher alleen steeds genoegzaam waar en oprecht geweest tegenover dr. Kuyper? Rust ook op ons geen schuld? „Indien dan in het partijleven en de partij leiding zooveel hinderde en zooveel is dat niet naar eisch van de broederlijke liefde kan zijn, was het dan geene roeping geweest om nog wat anders te doen dan medewer ken aan de apotheose van den leider op den partijdog? Was het dan geen roeping ge weest om aan dr. Kuyper de waarheid en de gerechtigheid voor te houden? Het was niet hun plicht om als „door eene toevallige omstandigheid" samengekomen Amsterdamsch gezelschapje noodeloos den smaad over dr. Kuyper's hoofd te vermeer deren door publiciteit te geven aan wat allereerst een zaak van intern partijbelang is. Eerst wanneer te vergeefs bij dr. Kuyper was aangedrongen op betering en verande ring van hetgeen betering en verandering behoefde, eerst wanneer te vergeefs op de Partij zelve een beroep was gedaan, eerst dan zou de weg der publicatie hebben open gestaan. Maar die weg zou zeker niet ge volgd hebben kunnen worden zonder dat ook de heeren zeiven hun „peccavi" hadden moeten uitspreken." Het tweede hoofdartikel draagt tot op schrift „Het ministerie Heemskerk". De schrijver gaat er de wordingsgeschiedenis van na, beginnend bij den val van het mi nisterie Kuyper. Politiek onvoorzichtig noemt prof. Visscher het van dr. Kuyper, dat deze op reis is gegaan de reis om de oude wereldzee zonder op zekere par tijzaken orde te stellen; gedurende talrijke maanden waren de antirevolutionaire hee ren in de Tweede Kamer op zichzelven aan gewezen: gevolg daarvan was niet slechts een grootere zelfstandigheid in hun politiek handelen, maar ook allerlei critiek op Kuy per's leiding en taktiek van verleden dagen. Vervolgens behandelt de schrijver het inci dent op 21 Dec. 1907, de verwerping der oorlogsbegrooting van minister Rappard. In den strijd omtrent deze quaestie, ontbrand tusschen minister Heemskerk en Kuyper, schaart prof. Visscher zich aan de zijde van den laatste: met dr. Kuyper is "in al die be drijven niet d i voeling gehouden, die voor den welstand der ontirev. partij gewenscht was. Wat het beleid van het ministerie Heemskerk betreft, vraagt prof. Visscher: „Kan de heer Heemskerk voor God en zijn geweten verklaren, dat met die groote meer derheid (60 tegen 40) voor de toepassing der antirevolutionaire beginselen bereikt is geworden, wat men er redelijkerwijze van mocht verwachten? Het vonnis, dat prof. Visscher dan over het ministerie Heemskerk velt, is vernietigend. „Behalve de verzekeringswetten is er van grootte legislatieve vruchten weinig sprake en in hoeverre die nog principieel Anti revolutionair zijn, zal ik hier buiten be schouwing laten, zoo ook de vraag, of het olie sappige vruchten zijn. Zonder de betrekkelijke waarde dezer wet ten te onderschatten, meen ik toch al te zeer te dwalen, als ik de bewering uit, dat een verstandig liberaal minister, geen doc trinair, maar een man als b.v. Cort van der I Ho meesten dezer ontwerpen even goed had kunnen indienen. In de meesten i. ..i-r o.uwerpen treedt het specifiek Anti revolutionair beginsel weinig of niet op den voorgrond. Onder een liberaal ministe rie zijn ook wel subsidies verleend aan het Christelijk onderwijs. Maar wat heeft het Kabinet Heemskerk gedaan in het belang der verwezenlijking van specifiek Antirevolutionaire idealen? In zijn politiek beleid was weinig, zeer weinig te speuren van drang naar de realiseering van lang gekoesterde idealen der Antirevo lutionaire Partij." Prof. Visscher moet tót rijn leedwezen zeggen, dat er geen rechtsch ministerie is opgetreden, dat minder principieels heeft tot stand gebracht. „Was er bijv. geen schreien de behoefte aan eene Zondagswet voor ons volk in het algemeen en voor het Christelijk deel in het bijzonder?" Het was maar zel den te speuren, dat er vrij en frank een be ginsel in het oog werd gevat, dat de Partij als geheel raakte. En als er zulk een begin sel was, waarmede enkelen geen haast had den, dan had de heer Heemskerk ook geen haast, althans geen tijd er zich tijdig mede bezig te houden. Als treffend voorbeeld daarvan haalt prof. Visscher aan het lot, dat het bekende artikel der H.-O. wet trof, waar bij een nieuwe regeling van het vraagstuk der Theologische Faculteit werd in het voor uitzicht gesteld. „Stel u voor: de Antirevolutionaire mr. Heemskerk, de volgeling van Groen, die ever 60 stemmen beschikte, aan wien de wet had opgedragen het probleem der TheoL Faculteit te regelen en die het nalaat, dia de roeping van zich werpt, die hem als van Godswege voor den voet is gelegd en die het Nederlandsche volk laat zitten met dit nog altijd voortkankerend zeer, dat alle politieke actie reeds sinds vele tientallen van jaren heeft vergiftigdf" Het schijnt schrijft prof. Visscher ver der bij den heer Heemskerk niet te zijn opgekomen, dat er na hem ook nog een pe riode zou aanbreken. Menigeen kreeg clen indruk, alsof hij zijn best deed om te ma ken, dot er geen antirevolutionair ministerie meer volgen moest. „Ik zeg niet te veel, als ik beweer, dat de oude spreuk nog opgeld doet „Wie de go den willen verderven, die verdwazen zij." Ook in Heemskerks ministe rie is zij vervuld." Prof. Visscher denkt aan de houding te genover het tarief aangenomen. Persoonlijk' is de schrijver overtuigd, dat „vrijhandel meer in overeenstemming is met de levens wet der volkeren dan bescherming", en dat bescherming geen zaak van „heilige orde",, integendeel „zeer weinig principieel en uiterst prectisch van aard is". En de schrij ver heeft geen vrede met de wijze, waarop het ministerie Heemskerk deze zaak behan deld heeft. „Het is de waarheid aldus besluit prof. Visscher dit hoofdstuk dat de malaise, de onverschilligheid veel dieper heeft inge vreten dan de heeren beseffen. En dat zij dit niet beseffen, zooals uit hunne brochure blijkt, toont, dat tot op dit oogenblik nog het oog omneveld is, dat het nog altijd „toevalligheden" zijn, waaruit en waarbij zij politiek leven. Maar wie leider wil wezen op politiek gebied en de verantwoordelijkheid wil dragen, die kan zonder politiek inzicht, zonder politieke berekening niet Wie zon der compos in zee gaat die brengt ernstige schade toe aan de Partij, die hij beweert te dienen. Daarom, wat mij in de brochure der hee ren het pijnlijkst heeft getroffen, dat is het ontbreken van alle spoor, dat wijst op eenig schuldbesef, op eenig bewustzijn van toch niet beantwoord te hebben aan de verwach tingen, die de Antirevolutionaire Partij met recht heeft mogen koesteren. Het is al maar de zonde van Kuyper, maar die van Heemskerk is er blijkbaar nietf En toch geloof ik, dat het voor den heer Heems kerk beter geweest was, als hij wat meer voeling met den leider had gehouden, al was het alleen daarom, dat Kuyper te goed Cal vinist is om op toevalligheden politiek te drijven. Hij had van „den ouden man" zeker kunnen leeren, hoe men het niet moet doen." Berichten. De Staatscourant van Vrijdag 14 Ja nuari bevat o.a. de volgende Koninklijke be sluiten: op verzoek eervol ontslagen uit "s rijks dienst de belasting-ontvanger W. G. S. L, de Vletter, te Bergum; benoemd bij den waarborg en de belas, ting der gouden en zilveren werken tot com- mies in Amsterdam J. Geerkens, thans com mies te Leeuwarden; tot aide-essayeur te Leeuwarden D. J. Hulsbergen, thans tijdelijk te Schoonhoven; benoemd tot adjudant in buitengewonen dienst der Koningin de gepensionneerd ge- neraal-majoor A. L. Klerk de Reus, van de infanterie; op verzoek eervol ontslagen als territo riaal bevelhebber ln Gelderland, ten zuiden van den Nederrijn, Limburg en Noord-Bra bant, voor zooveel betreft het gebied niet behoorende tot de Nieuwe Hollandsche Wa terlinie of de stelling Hollandsch Diep en Volkerak de gepensionneerd kolonel der in fanterie F. H. W. H. Spieringhs; benoemd tot rijkstuinboc wieeraar C. Ph. Moerlands, te Naaldwijk, met eervol ontslag als leeraar aan de Rijkstuinbouwwlnterschool te Naaldwijk. Minister Pleyte. De minister van Koloniën, mr. Pleyte, wordt ai. Zater dagavond te 's-Gravenhage terugverwacht van zijn verblijf om gezondheidsredenen in Zwitserland. Kamerverkiezing West- stellingwerf. Bij de TweedeKamer- verkiezing te Weststellingwerf is bij enkele candidaatstelling herkozen de heer Hugen- holtz. Adjudant van den Gourer- n e ur-GeneruL Naar de Leeuw. Ct. verneemt, <s de te Leeuwarden gedetacheerde kapitein van het Indische leger R. M. C. d'Engetbronner, com mandant van de aldaar in garnizoen zijnde troepen, ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal van Ned.-lndië, mr. J. P. graaf van Limburg Stirum, om dezen als adjudant te vergezellen op zijn reis naar Indië en bii aankomst aldaar ln die functie te worden benoemd. De „Hertog Hendrik". Blijken* een aan het departement van marine ont vangen draadloos bericht, is Hr. Ms. pant, serschip „Hertog Hendrik" in den namiddag heden ten anker gekomen bij het lichtschip Sunk (Theemsmonding' om beter weer af te wachten. Toeslag personeel zee macht. In verband met den langen duur van de mobilisatie, is bij Koninklijk beslui! aan het personeel der zeemacht, voor zoo ver het niet in opleiding is of bij eene op» leiding dienst doet, een tweede toeslag toe» gekend van gelijk bedrag als die, welke bij den aanvang der mobilisatie toegekend werd. Naar „de Zeeuw" meldt, zal de heer Wf J. C. van Santen einde Maart zijne betrek» king als hoofdredacteur der -Goésche Co\e» rant" neerleggen-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2