„DE EEMLANDER". Maandag 31 )anuari 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE STERKSTE. N 182 14-* Jaargang. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgever*: VALKHOPF Co. Kennisgeving. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. BooMredacteori Mr. D.J. VAN SCHAARDEN BURQ. ABONNEMENTSPRIJS: £se toaauden voor Amersfoort t J*®®* SjiQ franco pot post Pot wcvek {met gratis verzekering togen ongelukken) O. I O. ^ftondorlöke nummer* 0.05. Wekolbks bgvoogsol ^fo Eoilandech* BuiwwuT (ondex redsotie van Tbérèao von Hovon) WokeltfkMb bijvoegsel per 3 mad. 50 eta. wfbJb mo m»V por S mnd. 40 clli PRLJ8 DER ADVERTENTIËN: Van t-ö regelt O.50. Elke regel meerO.IO, Dienstaanbiedingen 25 cents bty vooruitbotnlin^ Groote letters naar plaatsruimte» Voor handel en bedrit bestaan ceer voordeeli^e bepalingen tot het herhaald advertoereo in dit Blad, bij abonnement. Eene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. G. Fontein ingediend verzoek, met bij- legen, om vergunning tot het oprichten van •ene machinale liistcnfabriek, waarin geplaatst fel worden een electro-motor van 4 P. K. voor het drijven van een lintzaag, een fraisbank en een draaibank, in het perceel alhier gelegen aan de Langestraat No. 28, bij het Kadaster bekend onder Sectie E, No. 2565, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 10. Februari aanstaande, des voormiddags ie hall elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeente bestuur of van één of meer zijner leden, bezwa ren tegen het oprichten van de inrichting in te 'brengen. Tot het beroep, bedoeld fn art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de beslaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente bestuur of één of meer zijner leden zijn ver schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 27. Januari 1916. Burgemeester en Wethóuderi- voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA VAN RANDWIJCK. Politiek Overzicht De oplossing van het raadsel van Montenegro. De ontwapening van Montenegro nadert het einde. Dit werd ons reeds een paar da gen geleden uit Weenen bericht. En naar mate deie ontwapening vordert, komt ook 'de oplossing van het Montenegrijnsche raad sel naderbij. Eigenlijk bestaat nu reeds dat raadsel niet meer.' Het gedeelte van de re geering van Montenegro, dat in het land Is gebleven, heeft zijne taak anders opgevat dan men van de zijde der Entente heeft la ten verluiden. Het zou zich er aan gelegen laten zijn, het leger opnieuw te organisee- ren voor den laatsten, be9lissenden strijd. Van zijne werkzaamheid in die richting is echter niets gebleken. Wel is er vernomen van onderhandelingen, die het heeft ge voerd met het Oostenrijksche legerbestuur. Die onderhandelingen hebben geleid tot het tot stand komen van eene overeenkomst, die bepaalt hoe de Inlevering van de wapenen moet geschieden. Het Oostenrijksche Iegerbevel heeft deze Overeenkomst, die den 25en Januari om 6 uur des avonds door de wederzijdsche ge volmachtigden is onderteekend, in extenso medegedeeld. Men ziet daaruit, dat alle in het land aanwezige oorlogswapenen en toe- behooren moeten worden ingeleverd; de Montenegrijnsche regeering draagt de ver antwoordelijkheid, dat niemand zich daaraan Onttrekt. Officieren mogen hunne zijgeweren behouden. Met schietwapenen kunnen uit gerust worden de noodige politie- en gen darmerie-organen van alle districten en de grenswacht tegen Albanië; verder wordt toe gestaan, dat in het grensgebied, palende aan Albanië en gedeeltelijk aan het Sandjak, vertrouwensmannen van de overheid revol vers dragen. Het slotartikel luidt; „De Mon tenegrijnsche gemachtigden verzoeken de vredesonderhandelingen zoo spoedig moge lijk te beginnen, omdat hierdoor op de be volking kalmeerend zal worden ingewerkt." In plaats dus van een nieuwen strijd te organiseer.en, hebben de leden van de Mon tenegrijnsche regeering, op wie de bestuurs zorg feitelijk rust, hun best gedaan, den toe stand te doen intreden, die „naar het ver langen van het Oostenrijksche legerbestuur, aanwezig moet zijn vóórdat met de vredes onderhandelingen kan worden begonnen. Volgens een bericht van de zijde der Enten te is de andere helft van de regeering, die met den koning en zijn gezin, in Lyort eene schuilplaats heeft gezocht, 't er niet mee eens, dat wordt voldaan aan het door Oos tenrijk geuite verlangen, dat waarborgen zullen gegeven worden tegen een guerilla- oorlog in het oosten van Montenegro. Er wordt aangekondigd, dat koning Nikolaas een manifest daartegen zal uitvaardigen. Dat mani'ist zal zeker naar genoegen zijn van de Entente-mogendheden, want er wordt vooraf goedkeuring op gevraagd in Parijs, Londen, Rome en Petersburg. Maar zal het iets uitwerken bij de bevolking xan Monte negro? Op die vraag kan men gerust ontkennend antwoorden op grond van wat men weet over de daar heerschende stemming. Overal in Montenegro heerscht rust. De bevolking ge draagt zich niet vijandig tegen de overwin naars; hare houding tegenover dezen is veel eer tegemoetkomend. Blijkbaar wordt het einde van den strijd als eene verlossing be groet; en al verhindert het feit, dat de ko ning en de minister-president ln een der landen van de Entente eene toevlucht heb ben gevonden, het aanknoopen van for- meele vredesonderhandelingen, met den oorlogstoestand Is het toch in Montenegro gedaan. Voor zooveel Montenegro betreft, is de strijd uit. Wat van het Montenegrijnsche gebied nog niet in handen van de Oostenrijkers Is, kan niet veel meer beteekenen. In de hierboven vermelde overeenkomst ls te lezen, dat de O.-H. troepen „reeds bijna het geheele Montenegrijnsche gebied bezet hebben." Op de bezetting van de hoofdstad Cettinje is snel gevolgd de inbezitneming van het be langrijkste gedeelte van het land met de meest bevolkte en voor de gemeenschap tusschen de verschillende deelen gewichtig ste plaatsen: Niksic, Danilovgrad en Pod- goritza. Ook de beide Montenegrijnsche ha venplaatsen Antivari en Dulcigno zijn bezet. Op zich zelf zijn dit plaatsen van geringe beteekenis; maar het zijn de eenige havens van Montenegro aan de Adriatische zee, dat inzonderheid over Antivari en den klei nen kustspoorweg alles placht te betrekken wat het over zee behoefde. Uit een militair oogpunt heeft Oostenrijk alles bereikt wat het wenschte in Montene gro: het einde van den strijd en de vrijheid van de wegen. Het heeft daarvan aanstonds partij getrokken om Noord-AIbanië in zijne macht te brengen. Gusinje is bezet met het omringende gebied. Te voren was reeds Skutari, de aanzienlijkste stad in Albanië, in Oostenrijksch bezit overgegaan met de Ta- rabosch, die ten westen daarvan als een reusachtig suikerbrood oprijst. De Tara- bosch is op zich zelf eene vesting en be- teekent voor Skutari wat de Lovcen is voor Cattaro. „Eenige duizenden" Servi sche soldaten, die in Skutari in bezetting lagen, hebben zich, zonder een schot te doen, teruggetrokken, toen de Oostenrijksche troe pen naderden, hetgeen op het tegendeel van strijdlust wijst Met de inbezitneming van Skutari heeft Oostenrijk het geheele stroomgebied van de Drinibarz in bezit gekregen, waarmee ge heel Noord-Albanië onder zijne invloeds feer is gebracht. Skutari is echter geen ha venstad, want de Bojana, die het Skutari- meer met de zee verbindt, kan slechts door kleine stoomschepen met moeite bevaren worden en is bovendien door de aan haren mond gelegen baar slechts toegankelijk als de zee gunstig staat. De havenstad van Sku tari is daarom San Giovanni di Me- dua, dat ook reeds in Oostenrijksch bezit is. Verder naar het zuiden heeft Italië zich gevestigd in de haven van Vaiona en op den uitersten zuidelijken punt van Alba nië heeft Frankrijk Santi Quaranta, het uit gangspunt van den weg naar Monastir, be zet. Van Skutari naar Vaiona is de weg lang en bezwaarlijk. Het moerasterrein, waardoor de weg van Skutari naar Durazo leidt, levert een ernstig beletsel tegen den Oostenrijk- schen opmarsch. Korter is de weg, die uit den zuidwestelijker boek van Macedonië van Monastir naar Albanië voert. Met het oog daarop is een bericht van beteekenis, dat Berat, ten zuiden van Elbassan, door de Bulgaren bezet moet zijn. Van het gewicht, dat de Italianen aan Va iona hechten, getuigt het bericht uit Rome, dat als uitkomst van een tweedaagschen ka binetsraad het besluit vermeldt om Vaiona tot het uiterste te verdedigen, en daaraan toevoegt, dat de daartoe noodige stappen zijn genomen. De Temps verlangt echter meer van Italië. Zij komt nogmaals terug op den vroeger reeds uitgedrukten wensch, dat Italië met de anderen zal samenwerken in den Macedonischen veldtocht en schrijft: „Italië zal zich Vaiona niet laten ontnemen, dat staat vast: maar om die reede te verde digen, behoeft het niet alle strijdkrachten er heen te zenden, die het voor den Bal kan zal bestemmen. Dat zou niet meer zijn handelen in volledige solidariteit en innige samenwerking met zijne bondgenooten, en de overeenstemming kan niet verkregen worden op een programma van inertie: ver dediging van Vaiona eenerzijds, van Salo- niki anderszijds. De gemeenschappelijke ac- tie moet offensief zijn en zij kan slechts Sa- loniki tot grondslag heben." De oorlog. Berlijn, 3 0 Jan. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Bij en ten zuiden van den straatweg Vimy- Neuville duurden de gevechten om het bezit van door ons veroverde stellingen voort. De Fransche aanval werd afgeslagen. De ten zuiden van de Somme veroverde stelling strekt zich uit over drie-duizend-vijfhonderd meter, bij een diepte van 1000 M. Er zijn daar ter plaatse in het geheel zeventien offi cieren en twaalf-honderd soldaten in onze handen gevallen. De Franschen deden slechts een zwakken tegenaanval, die ge makkelijk werd afgeslagen. In Champagne werden met tusschenpoozen levendige artilleriegevechten geleverd. Aan het overige front werd de activiteit van het vuur door den mist belemmerd. Tegen den avond openden de Franschen, bij helder weer, een levendig vuur op ons front ten oosten van Pontë-Mousson. Het op rukken van vijandelijke infanterie-afdeelin- gen werd verijdeld. Parijs, 30 Jan. (Havas). Namiddag communiqué. Ten zuiden van de Somme hebben de Duitschers gisteravond een aanval gedaan op eene Fransche stelling voor Dompierre. Meer dan twee malen werd de Duitsche in fanterie door het Fransche artillerie- en ge weervuur naar hare loopgraven teruggedre ven. Parijs, 3 0 Jan. (Havas). Een Zeppelin heeft gisteravond bommen op Parijs gewor pen, waardoor een veertigtal vrouwen, grijs aards en kinderen getroffen werden. Op dit militaire succes kunnen de Duitschers trotsch zijn I Tweede telegram. De Zeppelin, die gisterenavond over Parijs vloog, wierp dertien bommen neer. Negen huizen stortten In; zeven menschen werden gedood, 22 ge wond. Parijs, 30 Jan. (R.) Toen de Zeppelin boven Parijs verscheen, rende, ondanks de officieele voorschriften, een groote menigte naar de boulevards om het schouwspel gade te slaan. De massa werd tegen elf uur nog grooter, toen de schouwburgen enz. uitgin gen jnergens werd de voorstelling onder broken, ondanks het hevig alarm. De Parij- zenaars waren niet in het minst opgewonden noch bevreesd; maar legden alleen nieuws gierigheid aan den dag. Op één punt waren 15 slachtoffers, op een ander werden een man, drie vrouwen en twee kinderen gedood; verscheidene anderen wer den gedood of gewond door het ineenstor ten van een huis, waarop een bom viel. Ge durende den tocht van de Zeppelin hing er hoog boven de stad een dichte mist, waar door de zoeklichten niet voldoende konden heendringen en de afweerkanonnen in hun werk belemmerd werden. Verscheidene vlieg tuigen zetten de Zeppelin na en vuurden er op. Volgens de dagbladen wei den er 16 men- achen gedood en 32 gewond. Parijs, 31 Jan. Eene gisteren in den laten avond uitgegeven nota van Havas houdt in, dat een bestuurbaar luchtschip, dal zich op weg begeven had naar Parijs, daar aankwam kort na tien uur. Het luchtschip werd door de daarvoor aangewezen specials batterijen gekanonneerd en door vliegtuigen aangevallen; het wierp een aantal bommen neer, die volgens de tot dusver ontvangen berichten geen schade aanrichtten. Tweede telegram. Om 9.50 des avonds werd in Parijs alarm tegen de Zep pelins geblazen. Alle voorzorgsmnatvegel.m werden genomen. Het waarschuwingssein gaf aan, dal de Zeppelin uit het noorden kwam,, nten wist niet precies in welke richting het luchtschip, zich bewoog. De voorgeschreven maatrege len werden onmiddellijk uitgevoerd. Om kwart over elven werd bet alarmsein ingetrokken en de verlichting hersteld. Berlijn, 30 Jan. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In het oosten hadden geene gebeurtenis sen van bijzondere beteekenis plaats. Ween en, 29 Jan. (WB.) Officieel bericht van heden middag: Bij het brughoofd ten noord-oosten van Uscieszko, aan de Dnjestr, werden wij in do vroegte hevig anngevallen, maar de dappere bezetting sloeg den aanval af; het voortel- rein is met Russische lijken bezaaid. Boven het Strypa-front verscheen een vij andelijk eskader van elf Russische vlieglul- gen. Twee er van werden door onze artille rie vernietigd; drie anderen werden tot lan den gedwongen achter de vijandelijke iiniën. Bij Berestiany, aan de Styr, sloegen onze veldposten aanvallen van sterke afdeelingen Russische verkenners af. Rome 29 Jan. (R.) Officieel commu niqué. In het Guidicariadal verstrooide ons nauw- keurig artillerievuur vijandelijke cóIonne% die van het fort Por naar beneden gt'ngeiw In kleine infanteriegevechten werd de vijan* overal teruggeslagen, in Cornia werd aan 4# «telling van Palgrande een vijandelijk offen sief met machinegeweren gestuit door onza artillerie. Op de hoogten ten westen va* Görx was het betrekkelijk rustig. Onze artlU Urie bombardeerde het station San Petr^ waar treinbewegingen werden gerappon teerd. Weena n, 2 9 J a n. (W. B.) Officieel ba» richt van heden middag. Aan het zuid-oostelijke front hebben ons# troepen Alessio en San Giovanni-dI-Medu% beide havens aan de Adriatische zee, bezet, Een groote voorraad goederen werd dool ons buit gemaakt. In Montenegro is 'de toestand onveren» derd rustig. Uit verscheidene plaatsen va* het land wordt gemeld, dat de bevolking aan onze troepen bij aankomst eene feeste lijke ontvangst bereidde. Het aantal wapens, dat bij onze hoofdve* zamelplaatsen werd ingeleverd, bedraag) Wet gij alleen kunt doen, roep daar geen ander bü ROMAN VAN ANNA WAHLBNBERG. Geautoriseerde vertaling door B. NORTAKKER. 26 Afaar plotseling nam hel ;efin zachte uit drukking aan als ze soms om iels verzocht an ze door een stemming meegevoerd werd, sooals gisteren, t^en ze bij hem gekomenjwas. Deze zachtheid had toen geen sterken inaruk gemaakt, maar die had zich toch in zijn her innering vflcirtpzet^ en nu achteraf zag hij deze Bi al haar lieflijkheid- Ziin verlangen en zelfverwijt groeiden ter- JWijl de gronden voor venbreking van hun igoed© verstandhouding Ineen krompen. Giste ren had ze de eerste stappen tot verzoening iWillen doen. vandaag was het zijn beurt die le doen. En hii liep de eetkamer in met het yoornemen haar op te zoeken. Dan? binnen was ze echter niet. Maar uit bibliotheek klonken stemmenen daar iDntdckle hii haar ook. in gezelschap van haar Bloeder, den rector en Kiell Borlln. Hij kwam midden, in een kleine, Arooliike fcb'eenkomst. Borhn vertelde een geschiedenis pp ziiu drastische wijze en de anderen lachten. Blcn- da amuseerde zich zoo goed. dat ze Birger slechts met een haastig knikje kon begroe ten, en een door lachen half onderdrukt ..goeden avond1'. En toen hii naast haar ging zitten, keerde zii zich niet naar hem om. Al haar aandacht was bij den yeTtellcr. Maar zoo langzamerhand kwam men op schoolkwesties, en het gesprek werd een dia loog tusschen den rector en Borlin, want Bingers inmenging werd spoedig overstemd. Sedert Kiell Borlln aan de school verbonden was, behandelde zijn vader de zaken bij voorkeur met hem. Naar hem luisterde hij met rcsnekl en niet zelden volgde hii zijn raad. Het scheen bijna alsof hij besloten was Borlin in plaats van zijn eigen zoon tot op volger te bestemmen. Birger ha<l eens het ter rein verkend, en half in scherts, half in ernst gevraagd of zijn vader niet vond. dat Kiell een aangeboren talent tot leiden bezat, dat hem meer geschikt maakte tot opvolger dan wie ook, indien zijn vader eens zoo iemand noodig mocht hebben. Maar het antwoord dat ziin vader hem gegeven had. was kort en af wijzend geweest, en aan dit antwoord dacht" hii. toen hii nu achterover geleund in ziin stoel zat zonder de discussie langer te vol gen. „Degeen. dien ik tot nu toe als het meest geschikt voor mijn opvolger heb beschouwd, beschouw ik nog als het meest geschikt, had hii geantwoord. En de scherpe oogen hadden hem door boord. alsof ze alle resties van het onafhan kelijkheids «cvoei dat onlangs in hem getrild had. wilden opzoeken en vernietigen. De Zuid-Amerikaansche expeditie had hem klaarblijkelijk voor de oogen gezweefd. Maar waarom hield hij zoo streng vast aan den overgang van het bewind der school in de rvnastic in recht neerdalende lijn Hoe was het moggliik, dat hij dat boven het be lang van de school kon stellen? Een m^cheliike zwakheid ziin werk te zien vervolgen door zijn eigen bloed, en daardoor als zelf voort te leven. Maar zwaar was liet voor dengeen, die de verantwoordelijkheid moest overnemen, zon der de volle zekerheid die te kunnen dragen. „Indien ik zijn zoon niet was", dacht Birger. ..dan zou hii mij niet geschikt vinden. Een groote waardeering voor mijn bekwaamheid heeft hij niet, alles berust op den band van het bloed." En bitterheid en vernedering golfden ln hooge golven in hem op. Op dit oogenblik haatte hii de geheele school. Hu nam een boek en trachtte te lezen om zich te ver strooien. Maar de samenhang werd telkens verbroken door zijn gedachten en hij legde het boek weer weg. En nu beschouwde hii Blcnda. merkwaardig hoe zij belartg scheen te stellen in het gesprek over de school. Men zou anders denken dat het vervelend moest zijn met al die droge berekeningen, maar ze scheen het discours te volgens met de meest gespannen aandacht. Birger boog zich naar haar over. Hij hield cr niet van om haar zoo ijverig te zien luis teren naar die stemmen. „Hoe gaat het met jc berberistakjes vroeg hij. Ze had hem verteld, dat het bouquet uit de Diergaarde lang in uatcr had gestaan en dat op een 2oeden dag blaadjes aan de takjes wajen ontsproten, en dat niet alleen, tusschen de bladeren waren lichtgroene bloescmtros- sen opgeschoten. En de knoppen waren ont plooid tot mooie, gele bloemen, slechts een beetje blecker dan aan de moederstruik bi den zomer. „0". zei ze nonchalant „dlo zijn verdord, en al lang weggeworpen.'* En alsof hii haar gestoord had. ging ze gemakkelijk in haar stoel zitten, en wüdde opnieuw al haar aan dacht aan het gesprek over de schoolaangele- gertheden. Dat was een duidelijk en treffend antwoord. Hii had lust om zich zelf uit te lachen, om dat hij nog zoo even geroerd het korte man teltje en den hoed met witten veer in dc ves tibule bekeken liad. Hij had gedacht dat die daar slechts hingen om op hem te wachten. Maar zijn inbeelding was wel gestraft Ze had hem met duidelijke woorden laten voelen, dat zij daar niet zat terwille van hem, en dat cr geen band tusschen hen bestond. Was dat haar wraak over de beleedigiog. die hij haar gisteren toegevoegd had Of was het een afdoend antwoord, en een definitief teeken, dat ze haar gedachten een andere richting had gegeven IE' zweeg en sprak haar nlöt meer aan. Dadelijk na het avondeten nam Blenda af scheid Birger stond op om haar naar huls te brengen. Maar Kjell strekte den arm uit en wenkte afwerend. „Dat is niet noodig". zei hij, z© heeft ge zelschap aan mij." „Maar jouw weg loopt immers niet in de richting van Blcnda's pension", merkte Bir ger op. ...Ta zelfs tot de deur.'* „Zo—o." „En zelfs verder 1" Mevrouw Ahrling en de beide Seercn feldt keken hen verwonderd aan. Blend* glimlachte. „En zelfs verder," herhaalde mevrou^ Ahrling. „Maar woont toch niet in hetzelfd* huis Borlln keek Blcnda aan. en glimlachte eveftji als hij. j „Ja," zei hij „dat La de zaak. Het hotelf leven werd op den duur wat vervelend. E# toen ik aanbevelingen kreeg voor «en «o©4 pension, heb ik toegeslagen. Blcnda en ik zltq dus pensionkameradan." Een algemeen© stilte volgde ou deze keW nixgeving. Men wist klaarblijkelijk niet W men er van denken moest „Ik ben in een oogenblik klaar", vervolgd* Borlin terwijl hij opstond, «Ik SyjI alleen i een sigaar aansteken." En hii liep terug naar do bibliotheek. t« wijl Blenda haar mantel aandeed- Birgn hielp haar daarmee; hij wilde d© gelege held gebruiken om een verklaring aan ha» te vragen. „JU hebt dus het pension aanbevolen l hii'. Zi| zag er volkomen onschuldig uit „Ja. het ia immers een goed pension/1 En j© denkt er te blijven wonen?" „Natuurlijk." zei ze met een luW JyhJe, Is werkelijk een goed pension/1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1