„DE E EM LAN DER".
Maandag 7 Februari 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N° 188
14a* Jaargang,
DE STERKSTE.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFP Co.
ii t 1,00,
- 1.50.
ABONNEMENTSPRIJS:
fer 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijks bijvoegsel „ds HoltondscJic Huisoröuuf* (onder redaotie
van Thérèse van Hovgd) per 3 mnd. 50 ets.
Wekeljjksoh bijvoegsel nPah mmetT per 8 mnd. 40 ets.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 0.5(>-
Elke regel meorm 0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents b# vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handol en bodrj|t boalaan roei eoordoohge bepahVrn
tot hot herhaald advortooren in dit Blad. hij abonnement.
Eono circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt
aanvmag toegezonden.
op
Politiek Overzicht
Oe duur van den wereldstrijd.
Over de vraag hoe lang de oorlog nog
ral duren, het vraagstuk dat thans meer dan
©enig ander de belangstelling wekt, bestaan
teer uiteenloopende opvattingen. Van den
Russischen minister Sazonow hebben wij
jnog onlangs vernomen, dat de oorlog niet
lang meer zal duren. Die verwachting steun-
Öe niet op overwegingen van krijgskundigen
pard, maar grondde zioh op de hoop, dat het
©ogenblik van de financieels en economi
sche uitputting der centrale mogendheden
f\iet ver af meer kan zijn. Men vindt in Rus
land ook eene opvatting, die nog om andere
redenen een spoedig einde van den oorlog
yerwacht. In de Nowoje Wremja verklaart
Mensohikow, dat naar de meening van de
Russische militaire autoriteiten de wereld-
ptrijd zonder twijfel in den zomer van dit jaar
gijn einde zal vinden.
In tegenstelling hiermee heeft Lloyd
George, de Engelsche munitie-minister, ver
kondigd, dat de oorlog voor Engeland eigen
lijk nog pas begint. De Britsche staatsman
Wil daarmee den tegenstander schrik aanja
gen, maar vooral de eigen bondgenooten een
hart onder den riem steken. Hij zegt tot de
zen: „Nu de dienstplicht is ingevoerd, hopen
wij over een of twee jaren een leger in het
veld te kunnen brengen, dat, als wij allen
't tot zoo lang kunnen uithouden, ons de
Overwinning verzekeren zal."
Op denzelfden toon is ook gestemd eene
beschouwing, die de militaire medewerker
van de Daily News wijdt aan den laatsten
grooten strijd, die in het westen is gevoerd,
het Duitsohe offensief dat den 24en Januari
begon en nagenoeg tot aan het einde van
die maand heeft geduurd. Het verloop ven
idien strijd geeft hem aanleiding tot deze op
merkingen:
„Wij zien meer en meer, welk een enor-
men voorsprong de verdedigingsoorlog heeft
gekregen over het offensief en van hoe wei
nig nut het is infanterie te laten stormloopen
legen veldverschansingen, beschermd door
draadversperringen en machinegeweren. D:
Duitsohers trachtten zich er door te hakken
bij Yperen en wij. bij Neuve Chapelle en
Loos, maar wij zijn beiden in de poging niet
geslaagd. Op het westelijke front minder dan
op eenig ander, omdat daar meer tijd is ge
weest om zich in te graven. De versterkin
gen aan beide kanten zijn zoo uitgewerkt, dat
zij feitelijk onneembaar zijn voor een infan-
terieaanval, totdat zij in zoo ontredderden
toestand zijn gebracht, dat zij voor de ver
dediging onbruikbaar zijn geworden. Dit kan
slechts geschieden door een overweldigend
aantal kanonnen bijeen te brengen, voorzien
van een onbeperkten voorraad munitie. Op
dit oogenblik zijn wij nog niet zoo ver, dat
wij den vijand overvleugeld hebben op het
gebied van de artillerie. Wanneer wij dat
hebben bereikt, kunnen wij hopen de suc
cesvolle beslissing, die wij behoeven, te ver
krijgen. De manschappen zullen 't niet win
nen, maar de kanonnen zullen het doen, zoo
dra wij daarvan genoeg hebben.
„Hierin ligt de beteekenis van de ope-
ratiën op de andere fronten. Er zijn men-
schen, die niet verder kunnen zien dan het
westelijke front, en die de operatiën elders
slechts als van bijkomstigen aard beschou
wen; maar wanneer men dat bijvoegelijk
naamwoord in den gewonen zin gebruikt,
dan begrijpt men de omstandigheden, waar-
onder deze volkerenstrijd wordt gevoerd, ver
keerd. In werkelijkheid is er geene bijkom
stige operatie; alle operatiën zijn van geliike
beteekenis en allen hangen met elkaar sa
men. Het is nutteloos op één front eene bui
tensporige macht* op te hoopen en den vij
and elders de handen vrij te laten, zooals wij
jammer genoeg hebben gedaan, toen hij
door cle afsluitingslinie in Servië heenbrak
met al de noodlottige gevolgen, die daaruit
zijn voortgekomen. Wij moeten hem met ge
lijke volharding weerstaan op alle fronten,
hem dwingen zijne krachten te versnipperen
om aan onze aanvallen het hoofd te bieden
en, zoo doende, een toestand in't leven roe
pen van eene steeds voortgaande verzwak
king van ziine krachten langs het geblok
keerde front, totdat het gunstige tijdstip komt
om op een punt, waar wij bijzonder in het
voordeel zijn, door te breken. De geallieer
den hebben eene groote overmacht van
manschappen beschikbaar voor dit doel, en
alles wat noodïg is voor het succes, is eene
even groote overmacht van kanonnen."
Als men deze lange beschouwing kort sa
menvat, dan komt zij neer op den raad om
af te wachten totdat de geallieerden in het
bezit zijn van de overmacht, die noodig 19
om den strijd tot een voor hen gunstig einde
te brengen, en inmiddels den strijd gaande
te houden. Deze schrijver verwacht alles van
de overmacht in kanonnen en munitie. Die
zijn natuhrlijk oök een belangrijke factor
voor minister Lloyd George, het hoofd van
het departement, dat tol taak heeft aan
Groot-Brittannië en zijne bondgenooten te
verschaffen wat aan doode weermiddelen
ontbreekt. Het meest echter verwacht deze
bewindsman toch van de versterking der le
vende strijdlftchten, dfe Engeland in het
veld zal brengen ais het daarvoor den noo-
digen^tijd heeft. Maar tijd is een element,
waaraan gebrek begint te komen. Het oogen
blik komt steeds nader, waarop middelen, die
tijd noodig hebben om te kunnen werken,
ondeugdelijke middelen zullen worden om
dat voor hunne aanwending geen tijd meer
De oorlog.
Parijs5Febr. (R.) Avondcommuniqué.
De Fransche artillerie beschoot met goe
de uitwerking vijandelijke werken tusschen
Soissons en Reims, in Champagne en in
Lotharingen.
De sergeant Guynemen, bestuurder van
een vliegtuig, heeft in het district Frise een
Duitsch vliegtuig aangevallen en brandend
op den grond gebracht Dit is de vijfde ma
chine, die door Guynemen is neergeveld.
Londen, 5 Febr. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
De vijandelijke artillerie was heden werk
zaam ten noorden en ten zuiden van het ka
naal van La Bassée. Onze artillerie beschoot
de vijandelijke loopgraven tusschen de rivie
ren Encre en Somne. Vijandelijke vliegtui
gen waren werkzaam in den omtrek van Ype
ren. Elverdinghe is wee- met granaten be
schoten.
Berlijn, 6 Febr. (W.-B.). Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag
Kleine Engelsche troepenafdeelingen, die
ten Zuidwesten van Me?sines en ten Zuiden
van het kanaal van La Bassée een aanval
tradhtten te ondernemen, werden teruggesla
gen. De Franschen hebben in Berry-au-Bac,
de Combres-hoogte en het Bois-le-Prêtre
mijnen opgeblazen, zorfder iets te bereiken.
Bij Bapaume werd een Engelsche tweedekker
gedwongen te landen; de inzittenden zijn ge
vangengenomen.
P a r ij s, 6 F e b r. (Havas). Namiddagcom
muniqué.
Op het westelijke front was in den loop
van den nacht eene zwakke artillerie-actie.
In Champagne hebben wij, op het einde van
den dag, een vernielingsvuur gericht teg^n
de vijandelijke loopgraven in de streek van
Maisons de Champagne.
In den loop van den dag heeft gisteren
een van onze kanon-vliegmachines, ten zui
den van Peronne, een vijandelijke „Draken"
aangevallen, die brandend neerviel.
Avondcommuniqué.
De Engelsch-Frarische artillerie vernielde
Duitsche loopgraven in Boesinghe. Het bom
bardement van gisteren in Champagne was
zeer effectief; loopgraven werden ontred
derd of genomen, verscheidene munitie-berg
plaatsen opgeblazen, stikgashouders ver
nield.
Londen, 6Febr. (R.) Communiqué van
het Britsohe hoofdkwartier.
Gisterennacht bezetten wij den westelij
ken hoek van drie mijntreohters in de buurt
van den weg VermellesLa Bassée. In den
vroegen morgen bliezen de Duitschers een
mijn op ten noorden van Loos. Er waren
geene verliezen. Er was artillerieactie aan
beide zijden in Frise, ten noorden van La
Bassée en aan het kanaal WytschaeteYpe
ren.
Gisteren kwamen 28 luchtgevechten voor.
Zes Duitsche vliegtuigen moesten neerkomen
in de Duitsche liniën.
Keulen, 6 F e b r. (W. B.) De Köln. Ztg.
bericht, dat bij den laatsten luchtaanval op
Engeland de kleine kruiser Caroline in de
Humber door bommen getroffen en gezon
ken is, waarbij een groot verlies aan men-
schen is geleden.
Weenen,5Fehr. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Er zijn geene bijzondere gebeurtenissen
te vermelden.
6 F e b r. Er is niets bijzonders gebeurd.
P e t e r s bu r g, 5 Febr. (Tel.-agent-
schap.) Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Eene Duitsche afdeeling, die trachtte onze
liniën te naderen op het eiland Glandar be
neden Dwinsk, werd door ons geweervuur
teruggeslagen. Een groot aantal Duitsche
vliegtuigen vloog over de stelling Dwinsk;
ook Zeppelins vertoonden zich daar.
Bij de troepen van generaal Iwanow ken
merkte dezen dag zich door een reeks ge
slaagde ondernemingen van onze verken
ners. Zoo kwamen in de buurt van Gontow,
ten zuidep van Nowo Alexinetz, onze verken
ners tot aan de draadversperringen van den
vijand; door het vuur van onze zware artil
lerie werd eene opening verkregen tusschen
de eerste en de tweede linie der versperrin
gen. Onze verkenners drongen daarin door;
zij vielen eene sterke vijandelijke afdeeling
aan en vernietigden die.
In de streek van de Midden Strypa en ten
noordoosten van Zalescziki werden verschei
dene veldposten van den vijand verstrooid
en vernietigd.
Berlijn, 6 Febr. (W.-B.). Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijke oorlogstooneel zijn
geene gebeurtenissen van beteekenis voor
gekomen.
Petersburg, 6 Febr. (Tel.-agent-
schap.) Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
In de streek van Riga en ten zuiden van
Ixkull komen steeds Duitsche vliegtochten
voor. Onze vliegers wierpen bommen op het
station Mitau en een spoorbrug over de Aa.
In een der sectoren van het front van ge
neraal Iwanow ontdekte onze verkenners een
floddermijnensysteem van den vijand; zij leg
den een geleiddraad tusschen deze flodder
mijnen en hunne eigen versterkingen en
bliezen een veertigtal van deze mijnen op.
Op den weg naar Brzezanye hebbij door
ons vuur de pogingen van den vijand, om
tot onze versterkingen door te dringen, ver
ijdeld.
In de streek van Bojana deed de vijand
vruchtelooze pogingen om zich door middel
van bomwerpers en handgranaten meester te
maken van den mijntrechter, dien wij hun in
den nacht van den derden Februari hadden
ontnomen.
Weenen, 5 F e b r. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Aan het Italiaansche front is niets bijzon
ders voorgekomen.
6 Febr. Belangrijke gebeurtenissen zijn
niet voorgekomen.
Rome, 5 Febr. (R.) Officieel communi
qué.
In het gebied van Tolmein deed de vijand
den 4en Februari bij het aanbreken van den
dag een aanval op de stellingen bij Santa
Maria. De dikke mist belemmerde den snel
len aanvoer van versterkingen. Wij dreven
den vijand met aanzienlijke verliezen terug.
De vijand deed den 4en Februari ook twee
nachtelijke aanvallen op de Podgoro-hoogle,
ten Westen van Görz, maar wérd*op de
vlucht gedreven. Wij maakten een anufo! ge
vangenen.
5 a 1 on i k i, 4 Febr. (Havas.) 1 let heeft
onder de bevolking van Saloniki groote
vreugde verwekt, dat een Duitsch vliegtuig
is vermeesterd. Het luchtgevecht wus /eer
spannend; de strijd duurde langer dan een
half uur. De veroverde vliegmachine op
een plein te Saloniki publiek ton toon ge
steld voor de bouwvtrien -vnn liet gebouw
der Bank van Saloniki. Het toestel is van eer
nieuw type en geheel gepantserd.
Er is eene wapenschouwing gehouden
/oor het in beslag genomen toestel. Gene
raal Sarrail reikte in tegenwoordigheid van
de troepen der geallieerden het oorlogskruis
uit aan de Fransche vliegeniers, die deze
mooie daad hebben verricht.
Weenen, 5 F e b r. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Er is niets van belang mede tc deelen.
6 F e b r. Er zijn geene bijzondere gebeur
tenissen.
Parijs, 5 Febr. (R.) De Temps ver
neemt uit Athene, dat de Fransche vlieg
machines twintig minuten lang boven Pe-
trioh vlogen en tweehonderd bommen wier
pen. Een Bulgaorsch communiqué meldt, dat
er in het Bulgaarsohe kamp 470 man gedood
zijn en dat de totale verliezen ongeveer 1000
bedragen.
Berlijn, 6 Febr. (W.-B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In den Balkan is niets van belang* gebeurd.
Petersburg, 5 Febr. (Tel.-agent-
schap). Men bericht uit bevoegde bron, dot
twee van onze torpedobooten, die toezicht
houden op de zuidkust aan de Zwarte zee, bij
Sunguldak het vuur moesten doorstaan van
de kustbatterijen van den vijand en tegelijk
werden aangevallen door duikbooten. Donk'
zij hun handig maneuvreeren, sloegen do
torpedobooten de aanvallen af en kwamen
geheel ongedeerd uit de sfeer van het vuur
der batterijen.
Konstantlnopel, 6 Febr. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier van 5
Februari:
Op den 3en j.l. wierpen een kruiser en een
torpedoboot aan den breeden ingang van do
Dardanellen eenige bommen tegen Tekke
Burun en Sedd-ul-Bahr, waarna zij zich terug
trokken.
Van de overige fronten valt niets bijzon
ders te melden.
Petersburg, 5 Febr. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Sedert verscheidene weken heerscht een
hevige sneeuwstorm met meer dan 20 gra
den Réaumur vorst. De troepen bewegen
zich voorwaarts in de diepe sneeuw.
In Perzië is de vijand in de streek van
Hamadan terug geworpen naar Nokhovend,
Menschen die in gezelschap zwijgen, zijn
gevaarlijk, want hun zwijgen verleidt ons tot
meer praten dan goed is.
ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
B. NORTAKKEP.
32
„Ze weten wat gebeuren kan. en toch wa
gen ze liet hem los te laten", barstte hij los.
„Het is onverantwoordelijk, gewetenloos."
Ze schudde het hoofd. „Hoe kunnen ze an
ders handelen Men kan geen gezond, on
schuldig mensch in gevangenschap houden."
Nee. dat Vnn men niet. Natuurlijk zou dat
Onbarmhartig wezen. Maar door dezen min
derwaardigen man vrij te laten, gaf men ande
ren, die meer recht hadden on den naam
van mensch. prijs aan een dagelijkschen
doodsangst, misschien aan den dood. Birger
dacht na. Er moest een middel bestaan om
•haar te redden vam dit vreeselijke leven,
"waarin ze opnieuw geworpen zou worden
dubbel vreeselijk nu ze wist wat het betce-*
kende.
..Ga op reis," zei hij na een oogenblik*
Een verwonderd lachje was zijn antwoord,
«e dacht dat bij niet in ernst sprak.
Maar hij greep heflig haar beide hi Kien.
en drukte ze steeds harder, terwiil. hij haar
het plan voor een reis uitlegde, dat in het
zelfde oogenblik in zijn hoofd opgekomen
was. Ze moest naar het buitenland vertrek
ken, ze kende immers vreemde talen, en haar
bekwaamheid in teekenen en etsen zou haar
brood verschaffen. Een nieuwe wereld zou
voor haar openstaan, een nieuw leven lag
voor haar. Waarom zou ze hier blijven en
zich opofferen, misschien geheel nutteloos
Ze lachte niet meer.
„En miin arme schoonmoeder dan zei
ze. „Zii heeft mij noodig. Moet ik haar alleen
met hem achterlaten
..Zii kan een verpleegster nemen, een sterke,
flinke vrouw, die desnoods een revolver kan
hanteeren."
Karin Orwell had haar handen uit de zijne
getrokken, en speelde met een paar uit de
polten genomen plantjes.
Overwoog ze zijn voorstel Het bleeke ge
zicht met de neergeslagen oogen had een na
denkende uitdrukking, alsof ze geheel in haar
gedachten verdiept was.
„Je moet vertrekken," zei hij. „Er is geen
andere oplossing. En je moet direkt gaan.
in een van de volgende dagen, vóór hij thuis
komt. zeg dat ie het doen zult."
Ze sloeg haar oogen op en lachte weer.
Het was een zeldzame en stille lach, weemoe
dig maar toch vol stille vreugde. Het gaf
een slralenden glans aan het witte gezicht,
en deed den adel van haar trekken duidelijk
uitkomen, plotseling haar innerlijk wezen ont
sluierend. alsof een masker weggevallen was.
„Ik heb gisteren met hem gesproken." zei
ze. „Hij is joo gelukkig weer bij mij thuis te
komen."
Daaraan had ze staan denkeu. terwiil hij1
meende, dat ze zijn voorstel overwoog.
Hij trachtte haar niet meer te overreden, hij
begreep dat zii haar keuze gedaan had en dat
deze niet op het vertrek gevallen was.
„Welke waarde heeft een leven, als men
alleen voor zich zelf leeft vroeg ze. „Men
moet blijven op de plaats, waar men van nut
kan zijn voor anderen."
Ze spraken verder. Maar Birger herinnerde
er zich niets meer van, toen hij een uur later
naar huis liep. Alles werd teruggedrongen
door het antwoord dal ze hem had gegeven.
..Hij is zoo gelukkig, dat hij bij me thuis
komt", en het lachje waarmee ze deze woor
den had begeleid.
Hij had con bevoel alsof hii gestaan had te
genover iets. dat niet behoorde tot de grauwe
werkelijkheid, iets dat de ziel opheft van de
aarde. En hij werd door een gevoel van ver
rukking en dankbaarheid aangegrepen, om
dat liii dit gezien had. Want dat aanschouwd
te hebben, maakt hel leven lichter.
XXI.
Uit de vestibule klonken stemmen, en Bir
ger herkende die vóór hij de trap bereikt had.
De eene was die van het kamermeisje, die
klonk afwijzend en kortaf, de andere was
van Johan Anderson, en die was overredend
en luid.
Geleund tegen den muur bleef Birger een
oogenblik staan. Het was verleidelijk om te
kee-ren. zoo onaangenaam was hem de ont
moeting met zijn pleegvader. Maar hij be
dwong zich en ging de trap af.
Zoodra Anderson hem zag. begon hij zich
te beklagen. H" moest den rector noodzake
lijk spreken. Maar de juffrouw wilde hem
niet binnenlaten, ze zei dat de rector bezoek
had. Maar Johan Anderson begeerde immers
niet direkt bii den rector toegelaten te wor
den. hij wilde slechts in de vestibule zitten,
tot de rector hem ontvangen kon.
„Dat kon nog lang duren", zei het meisje
onwillig en ging naar de keuken, klaarblij
kelijk in de overtuiging, dat zc niet langer
noodig was als deurwachter, want ze kwam
niet meer terug.
Nu was het Birger, die de deur van de
vestibule vasthield, want ook hij was niet ge
negen den bezoeker toe te laten. Hij nam zijn
portefeuille en zocht naar een banknoot. En
Johan Anderson nam die aan. doch aarzelend.
„Dank", zei hii nonchalant, „het was niet
juist daarom
Langzap~ en zorgvuldig stopte hij het ont
vangen geld in zijn vuile beurs, maar toen
die weer in zijn broekzak verdwenen was,
maakte hii nog geen aanstalten om heen le
gaan. Bir^rs poging om hem af te koopen
was dus mislukt.
„Ik geloof dat ik in elk geval maar op den
rector wacht." verklaarde Johan Anderson,
„want ik heb hem iets gewichtigs mee te dee
len. En ik ben deze week drie malen geweest
zonder hem le kunnen spreken. Dan was de
rector niet thuis, dan sliep hii en nu weer
heeft hii bezoek. Maar de tijd verstrijkt, en
men weet nooit hoe lang mem leeft Ik geloof
dat ik wacht tot het bezoek van den rector
weg is. Ik kan immers zoo lang op de trap
zitten." Maar deze schikking beviel Birger
niet.
„Ben ie dan ziek. Anderson. dat je zegt.
dat men nooit weet hoe lang mem leeft
vroeg hii-
De meubelmaker wendde zich naar hem
o ra.
„O nee, niet lichamelijk", antwoordde hii.
„En op dit (oogenblik ook niet naar de /iel.
Want ik moet u vertellen, dal Ik een nieuw
en zondenvrii mcusch hen geworden, precies
acht dagen geleden in het lokaal van bet
heilsleger.
Maar men kan nooit weten hoe lang die ge
zondheid van ziel duurt, men kan zoo weer
terug vallen in de zonde, on dan is de ziel
weer dood. Dat is mij nu vijf. zes maal over
komen. Zie. er staat geschreven„de recht
vaardige valt zeven kecren en staat weer op."
En eiken keer dat ik een nieuw en zonden
vrii mensch werd heb ik er aan gedacht hier
te komen om dat te zeggen waarvoor ik heden
hier ben. Maar de moed liet ine in den steek,
en zoo heeft het lot deze week geduurd. En
nu het niet meer mijn schuld is. ligt de schuld
aan den anderen kant. Ik verlaaig niets beter
dan weer weg le gaan, maar de nieuwe, zou-
denvrije mensch in mij zegt ..neen, dal zult
ge niet doen". Daarom wacht Ik hier op do
trap."
Het vooruitzicht om voor ombepaalden lijd
Johan Andersom als versiering op de trap te
hebben zitten, bekoorde Birger niet. Hii over*
woog in zich zeil of hij geen nieuwe opoffe
ring zou doen en besloot ten slotte <laarto<fc
„Kan ie niet met mij lm plaats van met vis
der spreken vroeg hij.
Johan Anderson knipte met zijn kleini,
roodomrande oogen. Het voorstel kwam
klaarblijkelijk onverwacht Hii moest hej
eerst overwegen, toen knikte hij. het werd
aangenomen.
„Goed", zei hl|. „Dat komt o© hetzelfdt
neer. HÜ krijgt het toch wel te hooren.
Woréi pprtolgd»