Donderdag 10 Februari 1916. N* 191 BUITENLAND. FEUILLETON. 14d" Jaarpang. DE STERKSTE. ABONNEM ENTSPEIJSi mAanden *00» Amarifoort t J*®®" Idem franco pel post Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken) Jl.iw. Afeonderlgke nummert Wekelijks bijvoegsel „de Bollan/tdu ffwitrjiie" (onder redeetie ▼ao Tbérèse van Hoven) per 8 mod. 80 «*ta. WekeJiihaeb bijvoegsel „Palt eu 11W per mnd. 4® ets. Bureau: U TRECHTSCH EST R AAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A D V ERTENTIËN: Van 1—6 regela f o.SO. Kllre regol muor0.10, Dienstaanbiedingen 2.1 cent* hfy vooruit betaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjt bestaan taei voordeolige bopalm-ou t"l het herhaald advorteoruu 10 dit Blad, bij abonnement. Eono circulaire, hovattonde de voorwaarden, wordt op' aanvraag toegezonden. Ifoofdredacteuri Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. „D E EEMLAN DER Politiek Overzicht Italië en de wereldstrijd. Het is in de laatste dagen stil op alle oor- logstooneelen. Maar nergens is de rust vol- komener dan aan de Oostenrijksch-Italiaan- sche grens. Sedert in December van het vorige jaar aan het Isonzofront en in Trentino het Italiaansche offensief na wekenlangen vruchteloozen strijd is gestaakt, is daar niets van belang meer gebeurd. De Italiaan sche aanvalslust is verlamd. Aan Oostenrijk- sche zijde blijft men in de verdedigende stel ling volharden, hetgeen intusschen niet belet, dat men, ale de gelegenheid daarvoor gun stig is, zich die ten nutte maakt om de stel ling te verbeteren. Dat is onlangs gelukt bij Görz en bij Tolmein, waar de werken tot be veiliging van de brughoofden over de Isonzo zijn uitgebreid. Een onverdacht getuigenis over den toe stand heeft ons de militaire medewerker van de Parijsche République Fran^aise verschaft, die onder het opschrift: „De nederlaag en hopelooze uitputing van het Italiaansche Isonzo-leger" schreef, dat steeds duidelijker de onkwetsbaarheid blijkt van de Oostenrijk- sche verdededigingsfronten, welker flanken niet kunnen worden overgetrokken en welker diepte zoodanig is, dat de aanvaller van hin dernis tot hindernis snel uitgeput neerzinkt. Wonneer zoo de toestond is, don kan het ons niet verwonderen, dat de Italiaansche manschap niet meer door de officieren uit de loopgraven kan worden gebracht tot den aanval. Over den toestand In de Adriatische zee heeft de Italia verkondigd, dat de stelling van Oostenrijk „verschrikkelijk sterk" is en door de geheele Italiaansche vloot, ook mebonder- steunmg van Engelsche en Fransohe tor- pedoboot-eskaders, niet kan worden ge schokt. Zoo sterk is die stelling, dat zij door het verkrijgen van nieuwe steunpunten aan de Albaneesche kust niet belangrijk meer kan worden versterkt. Men ziet, dat men in Italië de oogen niet sluit voor den toestand, zooals hij zich ver toont na bijna negen maanden oorlogvoe- rens, hoewel die weinig verblijdends te zien geeft. Italië, dat in den oorlog is gegaan in de overtuiging van snelle en gemakkelijke overwinningen, bevindt zich thans zeer in de achterhand op het vasteland en op zee, in de Alpen en aan de kust, aan de Oosten- rijksche grens en in den Balkan. Dat is het treurige beeld, dat de werkelijkheid vertoont. De werkelijkheid geeft ook in den binnen- landsohen toestand treurige dingen te zien. Daarover bericht de Romeinsöhe correspon dent van een blad in Italiaansoh Zwitser land, de Corriere del Ticino, aldus: „Ver ontrustend is de toestand van de industrieele klassen door den kolennood en de vracht- bezwaren. Ergernis en opgewondenheid be staan echter slechts in zekere kringen van politiekers, dagbladschrijvers en oorlogsleve ranciers. Dit zijn de kringen, die zich voor den oorlog interesseeren en van den oorlog voordeel trekken. Deze kringen brengen eene atmosfeer teweeg, die aan het ministe rie onaangenaamheden dreigt te berokke nen. Zij hebben eene lange lijst aanklachten tegen het ministerie-Salandra opgesteld, die begint met het verwijt, dat Salandra nog niet aan Duitschland den oorlog heeft verklaard, verder de niet-deelneming aan de Balkan- onderneming, den Dardanellentocht enz. als fouten noemt en eindigt met de klacht, dat het toetreden van Italië tot de Entente tot dusver aan Italië geen van de voordee- len heeft gebraoht, die men er van had ver wacht. Al deze verwijten hebben in den laatsten tijd een voor het ministerie gevaarlijk karakter aangenomen door den zeer iveteligen, de Italiaansche nijver heid ernstig bedreigenden vracht- en kolennood. Het feit, dat het ministerie niet in staat is Engeland tot sneller hulp te bewegen of den tegenzin van Enge land om Italië te helpen als het niet sommige wenschen van Engeland vervult, uit den weg te ruimen, heeft eene ontstemming tegen het kabinet doen ontstaan, die misschien eene gedeeltelijke wijziging in de somenstelling van het kabinet noodig zal maken." Behalve dus, dat de oorlog op krijgskun dig gebied een toestand heeft teweegge bracht, waarin het nadeel geheel is nan de zijde van Italië, heeft hij de Italiaansche in dustrie in een werkelijken noodtoestand ge bracht. Italië heeft de markt voor de bijzon dere voortbrengselen van zijne nijverheid voor een goed deel verloren; steenkolen kan het slechts krijgen tot e?n voorbeeldeloos hoogen prijs, zoodat vele fabrieken niet we ten of zij het bedrijf kunnen voortzetten. De regeering is zich daarvan ten volle be wust, maar hoe daarin verandering is te knjgen, schijnt zij niet te weten. In eene rede, die hij in Genua heeft gehouden, heeft minister-president Salandra gezegd: „Als wij niet van het buitenland door de scheeps- vrachten en de voor onze industrie en de voeding van het land noodige transporten afhankelijk waren, zouden wij veel sterker zijn tegenover de tegenstanders en ook te genover de bo dgenooten. Laat ons hopen, dat, zoo niet wij die misschien vermoeid zijn, dan toch anderen uit deze les nut zullen weten te trekken en datgene zullen doen wat tot dusver niet is geschied." Uit de laat ste woorden is op te maken, dat, wanneer in Italië de wensch zich doet gelden naar ver andering van het ministerie, de ministers wel bereid zullen zijn aan dien wensch te gemoet te komen. Als zij heengaan, dan zullen hun geene tranen worden nageweend. Niets is bereikt, zeer veel verloren. Dat zijn de uitkomsten tot dusver van den te kwader ure door deze regeering begonnen oorlog voor het Italiaansche volk. De oorlog. B er 1 ijn, O Febr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Ten westen van Vlmy bestormden orae troepen de eerste Fransche linie over eene uitgestrektheid van 800 Meter; wij maakten meer dan honderd gevangenen en maakten vijf machinegeweren buit. Ten zuiden van de Somme drongen le Franschen des avonds weer in een klein Duitsch loopgraafstuk. In het Bois le Prêtre werd dooi onze in fanterie een vijandelijk vliegtuig neerj.e* schoten. Het kwam brandende naar bene den. P a r ij s, 9 Febr. (Havas). Namiddag communiqué. In Artois ging de artillerie aan beide zij den voort eene groote werkzaamheid te ton nen op het front van hoogte 140 op den weg Neuville—La Folie. Gisteren op hel einde van den namiddag lieten de Duit* schers twee zwaar geladen mijnen sprint n ten westen van La Folie. Zij wisten dooi la dringen in eenige loopgranfelementen, 'ia door de mijnontploffing ontredderd was u, op sommige punten van onze parallel-loop graaf, waaruit wij hen hebben verdreven door een granaotoanval in den loop van den nacht. Het gevecht duurt voort. Ten zuiden van de Somme was een bom bardement van de loopgraven van den te genstander. In de Vogeezen was een we» derkeerige kanonnade op den Hortmnnns- weilerkopf. De nacht was rustig op de rest- van het front. Avondcommuniqué. Onze zware artillerie In België zette hef bombardement voort van het fort Vauban en de vijandelijke loopgraven in het district van Het Sas. Er was een hevig artilleriebombar dement In Artois. De vijand deed na een mijn in het front van onze loopgraaf ten zuid westen van hoogte 140 tot springen te heb ben gebracht, een Infanterie a an val, die te ruggeslagen werd. Onze bomwerpers dwongen den vijand tof ontruiming van een kleinen post tusscheif Soissons en Reims. Onze batterijen ten zuidoosten van Saint» Mihiel braohten schade toe aan de vijan* delijke verdedigingswerken in het bosch van Apremont. Londen, 9 Febr. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. In den afgeloopen nacht hebben wij ten zuiden van loopgraaf VUI een mijn tot ont ploffing gebracht en den daardoor ontsta» nen trechter bezet. De vijandelijke artillerie was in actie bij Authuille, Loos en len noord-oosten van Yperen. Ons geschut be antwoordde dit vuur krachtig, waardoor aanmerkelijke schade werd aangericht in de loopgraven van den vijand. In verband met het Duitsche officieel® communiqué van den 8en j.l., waarin ge zegd wordt, dat de Duitschers bij Poperinghe de stationsgebouwen en het kamp met een vliegtuigeskader hebben aangevallen, kan gemeld worden, dat een vijandelijke vlieg machine vier bommen liet vallen bij hef station van Poperinghe; er werd geen scha de aangericht De wlnkeUlnltlng. i, Reeds eenige malen is in dit blad de kvfes- tie der winkelsluiting besproken. Bn wij zou den geen aanleiding vinden er ook nog over te gaan schrijven, ware het niet, dat onze me-erang wel eenigszins afwijkt van die van 'den schrijNer der vorige artikelen, terwijl wij daarenboven vinden, dat het vraagstuk door de voorstanders nog onvoldoende belicht is. De drang naar verplichte winkelsluiting is O. i. voortgekomen uit de organisatorische Ontwikkeling van den middenstand. De orga nisatie n.L heeft den middenstand ook dit goede geleerd, dat het nastreven van raate- riëele verbetering alleen, niet als levenseisch kan gelden. Zoodra de nauwere aaneenslui ting voor stoffelijke belangen kwam, werd ook de hang naar geestelijke verheffing ge boren. En met het doorgroeien der organisa tie-idee heeft zich meer en meer de behoefte doen gevoelen naar meer vrijen tijd, niet uit tegenzin tot werken, maar juist uit werklust, welke zich echter strekt naar een hooger plan, dan het dagelijksche sleurleven aohter toonbank of over winkeiboeken. Dat zoo ge- jden het vraagstuk van meer dan winkeliers- belang wordt, is o.i. duidelijk. Het kan dan ook geen verwondering baren, dat in de laatste jaren in tal van middenstands-veree- nlgingen de kwestie der vervroegde winkel sluiting is ter sprake gekomen en dat tal van •cries daarvoor reeds op touw zijn gezet. Gewoonlijk zijn daarbij twee stadia te on derscheiden: het stadium der vrijwillige slui ting, waarbij alles van het particulier initia tief wordt verwacht en dat der wettelijke sluiting. In Amersfoort zijn we reeds in het tweede stadium gekomen, daar ook hier, evenals feitelijk overal elders, gebleken is, dat in deze materie het particulier initiatief te kort schiet. 't Is reeds 10 jaar geleden, dat we hier het eerste stadium doormaakten. Men had toen in Leeuwarden door een prachtige samen werking een algeheele vrijwillige sluiting ver kregen. Eenige leden der vereeniging „Han del en Nijverheid'" die een uitstapje naar Frieslands hoofdstad hadden gemaakt, ont dekten daar, dat de 9 uur-sluiting er een vol dongen feit was, In de eerstvolgende verga dering van H. en N. wierp daarop een der leden de vraag op: Kan ook in Amersfoort worden tot stand gebracht, wat in Leeuwar den is geschied? Na in bestuursvergadering te zijn behan deld werd in de eerstvolgende ledenvergade ring met overgroote meerderheid in principe de vervroegde winkelsluiting aanvaard. Don derdag 24 Aug. 1905 leidde de toenmalige voorzitter van H. en N., de heer S. J. van Duinen, in een openbare vergadering het punt in en verder ging de zaak op rolletjes, «oodat de voorzitter van H. en N. in de ver gadering van 10 Oct. 19D5 reeds kon spre ken van een schitterend resultaat. En 7 Dec. d.a.v. werd de sluiting ingevoerd, nadat het „Skiitings-comité" een beroep op win keliers en publiek had gedaan, om mede te De grootste troost die menigeen in het leven vindt, is de overtuiging dat hij zelf goed en alle anderen slecht zijn. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door B. NORTAKKER. *5 Zou ze eenige welgemeende pogingen doen om de beteekenis van de zaak weg te rede- necren. dat zou hij niet kunnen verdragen, dan zou liii heengaan. Maar Karin Orwell was gewoon het onge luk recht in het gezicht te kiiken, als het haar zelf gold, cn ze deed het ook. toen het hero bel rol. „.Te gelooft het vroeg ze. „Ja, ik *»ek>of het. En jij „Het kan waar zijn," zei ze. „Het is waar, ik voel het. Vader voelt het ook. en dan is het waar. zelfs indien hel tiet waar is." Karin Orwell had een kwast van het tafel kleed in de hand genomen en liet die her haaldelijk door haar vingers glijden. Er lag Iets kalmeerends in deze beweging. Met een blak volgde Birger die beweging en het was hem of die liefkoozinff voor he n bedoeld was. alsof haar hand troostend over willen werken tot het welslagen ervan. Maar al heel spoedig kwam de misère en na be trekkelijk korten rijd was men hier overtuigd ven het fiasco van het particuliere initiatief. De kwestie vrijwillige of wettelijke slui ting bestaat dan ook voor Amersfoort niet meer. Wil men vervroegde winkelsluiting, dan moet de wetgever, hier de gemeente te hulp komen. In den aanhef van dit artikel wezen wij reeds op het maatschappelijk belang van het vraagstuk. Verkorting van een overmatig langen arbeidsduur van een groote categorie van personen, moet noodzakelijk 'n goeden terugslag hebben op het maatschappelijk le ven. Men is het daarover vrijwel eens en de voordeelen der vervroegde winkelsluiting worden dan ook door ieder erkend. Maar de tegenstanders achten de bezwaren zoo groot, dat de voordeelen daartegen niet opwegen. In een tweede artikel zullen we hierop nader ingaan. Thans volstaan we met een alge- meene opmerking. Geen wet of verordening, ingrijpende in het economisch leven, is in ons land tot stand gekomen zonder ernstig verzet. En het resultaat was steeds, dat de voordeelen meer en meer algemeen erkend werden, terwijl de nadeelen ten slotte veel minder bleken, clan ze waren voorgesteld. Zoo zal het o. i. ook met de winkelsluiting gaan. In Duitschland, waar men wettelijke sluiting reeds sedert geruimen tijd heeft, zijn vooraf ook de verschillende bezwaren ge hoord, maar in de praktijk zijn ze op niets uit- geloopen. Een voorname, misschien wel de voor naamste factor bij dit vraagstuk, is het pu bliek. We kunnen ons niet voorstellen, dat een winkelier tegen vervroegde sluiting is, maar hij meent gedwongen te worden door het publiek zijn winkel langer open te hou den. De wettelijke sluiting zal dus in de eer ste plaats noodig zijn om het publiek te dwingen zijn inkoopen te doen vóór een be paald uur. En zou dat nu zoo heel moeilijk zijn? De eerste week is het vreemd en ver geet men het wel eens; de tweede week raakt men er al aan gewend en de derde week weet men niet beter of het hoort zoo. Hier komt juist het groote nadeel der vrijwil lige sluiting uit, men dwingt dan feitelijk den winkelier en niet het publiek. En komt dan e*n klant, och dan weegt de zedelijke ver plichting niet zoo zwaar. Dat is toch heel be grijpelijk. Maar daardoor lijdt dan tevens de sluiting schipbreuk. En het publiek zal zich dien dwang laten welgevallen. Het zit ons Nederlanders wel is waar in het bloed ons tegen maatregelen van dwang te verzetten, maar lang duurt dat verzet niet, vooral niet, als men inziet, dat het een dwang is ten goe de. Laten de wankelmoedige en nadeel vreezende winkeliers toch een beetje vertrou wen hebben op het publiek, dat in meerder heid gaarne mede zal werken een zoo ge- wenschte verbetering te helpen bevorderen. O. K. zijn hoofd wilde glijden. En onwillekeurig boog hii zich dichter naar haar over. Maar toen ze zijn blik ontmoette, liet ze hoar hand rusten. „Jo vader verlies je in elk geval niet," zei ze. „Miin vader." De biltere toon vulden den zin aan. Maar de warmle en troost verdwenen niet uit haar oogen. werden ze integendeel inni ger. ..Zeker", herhaalde ze. „Degeen die een maal in het hart van een ander vastgegroeid is. jaagt niemand en niets daaruit dan hij zelf." „Hoe weet ie dat ik in zijn hart vastge groeid ben." „Dat stel ik me zoo voor Maar ze kwam niet verder. Zijn gezicht zei haar. dat ze een wonde aangeraakt had. Hii boog achterover in zijn stoel, zoodat zijn hoofd het gordiin aanraakte. Het naar boven gewende gezicht tcekende zich scherp af in het afnemende avondlicht. Het scheen haar een innerlijk liiden te openbaren, dat anders verborgen bleef. „Arme vader I" mompelde Birger. „Hii heeft reeds lang vóór vandaag ingezien, dat hii zich in mii vergist heeft. Zulk een be wonderaar van oude geslachten Hij maakt van ziin lang geslachtsregister bijna een adel domhonderden jaren terug kan hij ziin fa milie nagaan. Hij bestudeert die. en zoekt familie-eigenschappen op, phvsische en phv- sieke. van generatie tot generatie. Maar bii mij heeft hii niet één enkelen droppel van ziin bloed ontdekt, en ik heb wel gezien welk een verdriet hii daarvan heeft. Hoe zou net voor zulk een buitenstaander als ik mogcliik ziin in ziin hart te groeien Ofschoon ik tot nu tegenover hem stond als ziin zoon, merkte ik heel goed, dat Kjell Borlin hem veel nader stond dan ik. Dal was de stem van het bloed, en dat is een sterke macht. Die zal zich steeds meer en meer doen gelden, als vader zich in de nieuwe verhoudingen heeft ingedacht. Ili» zal me niet erg missen." „Denk je dan weg te gaan en je plaats aan anderen over te laten Op hetzelfde oogenblik begreep ze. wat hii met ziin leven wilde doen. cn er kwam een beider licht in haar oogen. .'t Is misschien ie geluk." zei ze. „Je bent nu meesier over ie zelf, je kunt gaan waar heen je wilt" ...la, ik ben vrij En ook zijn oogen lichtten. ..Vrii". herhaalde ze. „Welk een heerlijk woord Vrij I" En het woord kreeg een nieuwen klank op haar lippen, liet klonk als een gedempt ge zang. opgeweld uit het diepste der ziel. Hii greep haar pols. „Jij moet ook op reis gaan. Karin. Ga nu. dau treffen we elkaar daar ginds weer." Zij trok zich terug. Een zwakke blos kwam od haar gelaat, maar verdween dadelijk weer en liet haar gezicht bleckcr dan te vo- ïen achter. Als een plotseling Kcht hadden deze woor den over reis en weerzien gewerkt. Te voren hadden ze gesproken over reizen voor elk van hun beiden, maar niet om elkaar te tref fen. Nu was het gezegd. Onoverlegd, als uil de diepte van het hart ontsprongen, waren de gedachten geuit, uitsprekende hun beidei verlangen om elkaar te treffen na de schei ding In Birgcrs ziel wierp dit licht zijn schijn over vage gevoelens en gedachten, waarvan hij to voren liet beslaan nauwelijks vermoed had. Hi; had zich lot haar aangetrokken ge voeld. Zii had hem een wezen geschenen hoog boven de andere verheven. Ziin vriendschap was bijna een soort aanbidding geweest. Maar nu was deze vriendschap overgegaan in een inniger gevoel. Hij dacht aan Blenda. In dien do warme aantrekkingskracht, die zii op hem had uitgeoefend, liefde was. wat was dit dan Hii wist het niet. Maar toen hij in de wonderbare oogen tegenover hem keek. in deze mgc diepten, meende hii e.eo nieu wen hemel en een nieuwe aarde le ontdek ken. Zou die hemel zich voor hem openen Zou die aarde zich voor hem uitbreiden En een stem in hem riep, ..ja ze vertrekt." „Vertrek", zei hi' zacht. ..Zeg ja Wie weet of niet 'slevens heerlijkheid daarbuiten op je wacht, en misschien ook op mii Zo stond haastig op. deed een paar stap pen achteruit, cn steunde tegen de venster- post met het gelaat gewend naar den lichten avondhemel. Waarom zweeg zc Toen hii haar den vo- vigen keer zoo warm gesmeekt had een drei gend noodlot le ontloopen. had ze gezegd, dat ten leven geen waarde had. als Vien slcchls voor zich zelf leeft, en dat men moest blijven op de plaats waar men van eenig nut kon zijn voor een ander. Nu herhaalde ze dit ant woord niet. Was het niet langer geldig Had ze begre pen. dat ze buiten haar land niet alleen voor zich zelf behoefde te leven Ook hii was o^estaan en nader getreden doeb niet vlak bii haar, want er lag iets af wijzends in haar houding. „Zou het niet heerlijk ziin elkaar daar ginds te treffen vroeg hii. Ze wendde haas* lig het gezicht near hem toe. maar blcel zwib gen. Zeg. dat io van hier vertrekt." smeekte hij opnieuw dringend. Ze streek met dc hané over het voorhoofd. „Je weet immers zelf nog niet. of je op reit gaat." zei ze. „Ja zeker." Hii zei het kort cn krachtig, doch het wat alsof ze niet naar hem luisterde, doch plot seling in zich zelf verdient was. zooals zit soms scheen te doen. Een oogenblik daarna leefde zii weer od. ..Ik zal er over denken" zei ze. Ze verliet haar plaats bii het venster, iictf de kamer in cn keerde weer terug. In haar bewegingen en op haar gelaat lag een on bedwingbare o«nrust. „Ik wil nadenken", herhaalde ze. Birgel biina smeekend aankiikend. IJii begreep, dat ze weuschte dat hij zou heengaan, en hii vertrok. Nadat hij haar verlaten had bleef ze stil staan op de plek waar hii afscheid van haar had genomen. Haar wangen gloeiden, haar hart klopte luid. Een bedwelmend gevoel maakte zich van haar meester, zoodat z®. haar hancl moest uitstrekken om zich aan do tafel vast te houden. Wordt vervoty#

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1