N' 199 Ec;s'a Blad. 14"e Jaargang.
Zaterdag 19 Februari 1916.
~BÜÏf ËNLAND.
FEUILLETON.
DE STERKSTE.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Kennisgeving.
Geschiedenis van de week.
Hoofdredacteur» Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. jjD E E EM LAN DER". Uitgevers» VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
fuj 9 maanden vooi Amersfoort t 1*90«
Idem franco pel post 1*50»
Per week (met gratis verzekering tegen ongolukken) O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05«
Wekelijks bijvoegsel nds Hollandschê Buisvrouw" (onder redactie
van Tbérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
Wekelykeob bjJvoeg6el „FaAs rnttT per 8 mnd. 40 Cf9»
PRIJS DER ADVEBTENTIËN:
Vao 1—5 regel.0.50.
Elke regel moer0.10,
Dienstaanbiedingen 25 co 11 te bU vooruitbetaling,
Groote letters naar plaatsruimt.
Voor liandol en bedrit bestaan reei roordoelige bep.lingon
tol het herhaald adverteeren in dit Blad. hi| abonnement.
Eone ciroulaire, bevattend, de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
D* B urgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Ctmeente, dat het door den Directeur van
*9 Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe-
Cüloir verklaard suppletoir kohier der Grond
belasting over het dienstjaar 1916 aan den Ont
vanger van 's Rijks directe belastingen alhier is
ter hand gesteld, nan wicn ieder verplicht is zij
nen aanslog op den bij de wet bepaalden voet te
Voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den löden
Februari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Zondag 13 Februari.
Het Engelsche stoomschip Springwell zon
de. waarschuwing getorpedeerd, de bemanning
gc red.
Briand aan het Itoliaansche front aangekomen
«n het noenmaal gebruikt bij den koning.
Het oorlogsschip Suffren, dat volgens Doit-
•che berichten den 12den door een duikboot
getorpedeerd zou zijn, ligt thans te Toulon.
Reeks aanvollen door de Duitschers in Artois,
gevolgd door tegenaanvallen die hen zware ver-
Bezen kostte.
Maandag 14 Februari.
Aankomst van 23000 man Duitschc troepen te
Roestjoek (Bulgarije).
Bezetting van Fiéri, 25 K.M. ten N. van Wal-
loiia door de Bulgaren.
Bezetting van Elbassan door de Bulgaren.
De Duitsche kanonneerboot Hedwig von Wiss-
tnan op het Tanganjikameer (Afrika) bij Al-
bertviüe in den grond geboord.
Indiening van een wetsontwerp door de Turk
se'ie Regeering om den dienstplicht uit te brei
den tot het 50e levensjaar en de mogelijkheid
van loskooping te beperken.
Bij een ongeluk met een vliegtoestel te Wel
tevreden is luitenant-generaal Michielsen ge
dood en luitenant Ter Poorten ernstig gewond.
De kruiser Arethusa op de Oostkust van En
geland op een mijn geloopen.
Bevestiging ontvangen van het verlies van den
fcuiser Amiral Charner.
Vliegeraanval op Milaan, waarbij 8 menschen
gedood en 90 gewond.
Onder de wapenenroeping in Engeland van
alle ongehuwden.
Dinsdag 15 Februari.
De nieuwe zitting van het Britsche parlement
is gisteren geopend. De troonrede kondigt aan,
dat geene andere maatregelen op wetgevend
gebied aan de beoordeeling van het parlement
zullen worden onderworpen dan dezulken „die
strekken om ons gemeenschappelijk doel te he
reiken", m. a .w. die met den oorlog in ver
band staan.
Groote bedrijvigheid der Duitschers in Ar
tois en Champagne.
De Russen maken zich meester van nog zeven
forten der vesting Erzeroem.
Het stoomschip Bandoeng van de Rott, Lloyd
ir.et een kostbare lading, o m. voor ongeveer
een millioen gulden Delitabak aan boord, in de
nabijheid van de Theemsmonding op een mijn
geloopen.
Woensdag 16 Februari,
De vesting Erzeroem door de Russen geno
men.
Da stoomschepen Bolton Castle en Pacific,
be'noorende tot de Castle lijn, een twintigtal
kleine stoomschepen en ongeveer 900 voet van
den havendam te.Brooklyn door brand vernield.
Fransche vliegers bombardeeren Stroemitza.
Jan Ligthart overleden.
Donderdag 17 Februari.
Bedrijvigheid op het O. front.
Mr. I. Levy herdenkt onder veel belang'
stelling zijn 80s ten geboortedag.
De Tweede Kamer neemt art. 1 van het
gewijzigde Eedswetje onder hoofdelijke stem
ming aan.
Jkvr. JcMjc de Bosch Kemper overleden.
Vrijdag 18 Februari.
De laatste Duitsche formule voor de regeling
van het Lusitanie-geschil is, blijkens de door
staatssecretaris Lansing aan graaf Bernstorlf
gedane mededeling, aannemelijk voor zoover
dit bijzondere geval betreft.
Nieuwe doorbraken in Noord-Holland, Pup*
merend en Monnikendam onder wat»r.
Politiek Overzicht
De wereldstrijd in het
westen.
Sedert geruimen tijd reeds wisselen op
het oorlogstooneel in het westen beweging
en stilstand elkaar af. Op heeten strijd van
soms dagen achtereen volgt stilstand. Thans
verkeeren wij weder in eene periode van
stilstand, die is gevolgd op een strijd, waar
in ditmaal de Duitschers offensief waren op
getreden. Het Fransche hoofdkwartier heeft
als uitkomst van dezen strijd laten verkondi
gen, dat de Duitsche aanval „op niets is uit-
geloopen."
Dat klinkt zeer geruststellend. De berich
ten, die van dag tot dag over dezen strijd
waren verschenen, waren anders wei ge
schikt geweest om ongerustheid te verwek
ken. Den een en dag werd vernomen, dat in
de streek ten westen van Vimy, aan den
straatweg van Atrecht naar Rijssel, de Duit
schers in storm 800 meters van de voorste
Fransche linie hadden genomen. Een vol
genden keer las men, dat het bij Frise gelukt
was een Kilometer diep op 3500 Meters
breedte in de Fransche stellingen te drin
gen. Zulke mededeelingen zijn bij herhaling
voorgekomen en hebben blijkbaar een depri-
meerenden indruk gemaakt. Dat was te mér
ken uit de toelichtende opmerkingen, waar
van de pers ze vergezeld liet gaan met de
bedoeling haren lezers een hart onder den
riem te steken. Zoo verzekerde de Temps,
dat de Duitsche aanvallen met betrekkelijk
geringe troepenmassa's werden uitgevoerd
en dat hun doel in hoofdzaak was den tegen
stander over de werkelijke bedoelingen van
het Duitsche legerbestuur te misleiden. De
Echo de Paris gaf den raad de inspanning,
die de vijand zich getroost op de verschil
lende deelen van het front, met de grootste
kalmte te volgen, en zeide: „Wanneer het
hem hier en daar, tengevolge van een bij
zonder hevigen aanval, gelukt in eèn van
onze vooruitgebrachte stellingen voet te
vatten, dan moeten wij elke ontmoediging
ver van ons afzetten, cl-? grootste koelbloe
digheid en een onwrikbaar vertrouwen in
het stevige verband van onze liniën 'bewa
ren."
Het 'departement van oorlog zelf heeft
zich moeite gegeven om de ongerustheid,
die begon op te komen, te doen bedaren.
Dit streven straalt door in een communi
qué, dat 't „tot opheldering" door Havas on
der het publiek heeft laten brengen. Het is
onder de telegrammen reeds kort vermeld,
maar mag wel in zijn geheel onder de aan
dacht gebracht worden. Het luidt aldus:
„De Duitschers geven zich tegenwoordig
alle moeite om de schijnbare militaire suc
cessen behoorlijk uit te meten; die hunne
met belangrijke 'middelen tot den prijs van
buitengewoon zware verliezen uitgevoerde
plaatselijke aanvallen hebben opgeleverd.
Zoo beweren zij in Artois, in de streek Vi
my—Neuville St.-Vaast, merkbare voordee-
len te-hebben verkregen. In werkelijkheid is
hun vooruitgang tot eene nietigheid terug
te brengen.
Het staat vast, dat de laatste Duitsche po
gingen op het front in Artois lang van te
voren voorbereid waren met het zorgvuldige
streven niets te verzuimen om hun succes
te verzekeren. Deze aanvallen werden in ver
scheidene ofdeelingèn ingedeeld; zij werden
ondernomen op een front, dat in de Duitsche
liniën vooruitspringt, en waar dus het sla
gen gemakkelijker scheen. Het is zeer moeie-
lijk de zeer dicht bij de vijandelijke linie lig
gende vooruitspringende gedeelten met
volledige uitwerking te verdedigen. Men
loopt daarbij gevaar, door spervuur de eigen
troepen te treffen, want -het veld, dat hen
van den tegenstander scheidt, heeft dikwijls
slechts eene uitgestrektheid van weinige
Meters. Aan den anderen kant heeft onder
zulke omstandigheden de tegenstander het
voordeel, zijne infante^o-aanvallen tegelijk
op het front en op de flanken van het ge
deelte, dat hij voornemens is te nemen, te
kunnen uitvoeren.
Aan alle Duitsche aanvallen in Artois, die
In den laatsten tijd voorkwamen, gingen ver
schrikkelijke mijnontploffingen vooraf. Men
rekent, dat de vijand niet minder dan 25 mij-
nen heeft doen springen, die de reusachtige
lading van 5 h 6000 K.G. ontplofbare stof
fen bevatten. Om deze mijnkamers aan te
leggen, moesten gangen gegraven worden,
welker lengte tusschen 30 en 40 Meters be
draagt, en alleen de toebereidselen namen
minstens drie maanden tijd in beslag. On
danks de talrijke tegelijkertijd geschiede
mijnontploffingen, die het terrein verwoest
ten, en ondanks de aanhoudende beschie
ting, hebben de Duitschers geen ernstig
voordeel verkregen. Hunne pogingen werden
gebroken, voordat zij zich op nuttige wijze
hadden kunnen ontwikkelen. Het gelukte hun
slechts in vier vooruitspringende gedeelten
van de Fransche linie en tijdelijk in eenige
door hunne ontploffingen veroorzaakte
trechters voet te vatten. Op verscheidene
plaatsen werden zij echter door den hand-
granaatstrijd, die op eene voor ons voordee-
lige wijze voortduurt, weder verdreven.
Bij de episodes von den mijnstrijd in Ar
tois is geen ernstig succes van de Duitschers
te vermelden. De bezetting van een onbe
duidend platgeschoten stuk loopgraaf ver
schaft hun noch een waarnemings-, noch een
steunpunt. Hunne verliezen, die op grond
van nauwkeurig onderzoek op minstens
de helft van hunne in het vuur ge
brachte, zeer aanzienlijke- effectiefs mo
gen worden geschat, staan volstrekt niet
in verhouding tot de verkregen resultaten;
zij rechtvaardigen zich slechts door het
streven uit de geringste aanwijzingen van
een succes zooveel mogelijk munt te slaan.
Hetzelfde streven en dezelfde negatieve
uitkomst zijn waar te nemen bij de pogingen
van de Duitschers ten zuiden van Sainte
Marie Py en ten oosten van den straatweg
TahureSommé Py. Zeker zouden ook de
Fransohen, om kunstmatige voordeelen te
behalen, zich op dergelijke operation kunnen
toeleggen; maar nog,daargelaten dat de op
zulke wijze verkregen resultaten belachelijk
gering zijn en in geene verhouding staan tot
de geëischte offers, ondergaat ook de strijd-
waarde en de strijdlust van de in deze actiën
gebruikte troepen eene aanzienlijke vermin
dering."
Zoo heeft de Fransche regeering het tot
hare beschikking staande nieuwsagentschap
aangewend als middel om geruststellend op
de bevolking in te werken. Hare pogingen in
die richting hebben wel eenig succes gehad.
Intusschen heeft daartoe zeker nog het meest
bijgedragen het feit, dat de Duitschers hunne
hevige aanvallen in het westen hebben ge
staakt, waarmee opnieuw de oude ondervin
ding is bevestigd, dat een succes in de eerste
linie der verdedigingswerken niet voldoende
is om door de liniën heen te komen. Het
doorbreken van de vijandelijke stellingen in
het westen kan slechts gelukken, wanneer de
doorbraak zonder onderbreking over de
voorste liniën heen verder kon worden voort
gezet. Wordt de aanval gestuit voor de twee
de of de derde stelling, dan is zijn lot beze
geld. Dat hebben vroeger de Franschen en
nu de Duitschers ondervonden.
De oorlog.
Berlijn, 18 Febr. (W.-B.). Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De Engelschen trachtten nogmaals hunne
stellingen ten zuidwesten van Yperen terug
te winnen; zij werden bloedig afgewezen.
Ten noordwesten van Lens en ten noorden
van Atrecht hebben onze troepen "met suc
ces mijnen opgeblazen. Eene kleine Duit
sche afdeeling bfaCht van eene nachtelijke
onderneming tegen eene Engelsche stelling
te Fonquevillers'(ten noorden van Albert)
eenige gevangenen en een machinegeweer
thuis.
Ten zuiden van de Somme viel een aan
val van versch aangekomen Fransche
troepen in ons vuur ineen.
Op het overige front waren gedeeltelijk
levendiger artilleriegevechten, maar geene
bijzondere gebeurenissen.
Nachtelijke vijandelijke vliegeraanvallen
in Vlaanderen werden door onze vliegers
dadelijk met het neerwerpen van bommen
op Poperinghe beantwoord.
P a r ij s 18 Febr. (Havos). Namiddag
communiqué.
De nacht was rustig op het geheele front.
Londen, 18 Febr. (R.) Communiqué
ven het Britsche hoofdkwartier.
Onze artillerie bombardeerde de stelling
van den vijand ten noorden van het kanaal
'/perenComines. De wederzijdsche artille
rie was werkzaam op het front van Yperenl
B e r 1 ij n 18 Febr. (W.-B.j. Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijke oorlogstooneel is de toe»
stond onveranderd.
Weenen, 18 Febr. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Behrlve de gewone artiUeriegevechten is
er op het Russische oorlogstooneel niets ge
beurd.
Petersburg, 18 Febr. (Tel.-agent*
schap.) Communiqué van den grooten gene*
ralen staf.
Aan de Dwina, tusschen Jakobstodt en
Dwinsk, bombardeerde de vijand hevig de
stations Nitzholl, Lavrenskaja en Tsargrad.
In den sector Dwinsk hervatte de vijand den
aanval op Gorboenovka; hij werd terug ge
slagen. Onze vliegeniers wierpen eenige
tientallen bommen op een vijandelijk kamp
in den sector Dwinsk.
In Golicië sloegen wij aan de Dnjestr bij
het dorp Michaltsje, ten noorden van Oes-
setsjko, eene poging van den vijand terug
om onze loopgraven aan te vollen.
Weenen, 18 Febr. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De artillerie-arbeid was gisteren over het
algemeen zwakker dan in de laatste dagen.
Malborgeth stond weder onder vijandelijk
vuur. De zuivering van het voorveld in het
Ro»nbongebied bracht 37 gevangenen en
een machinegeweer binnen. Een aanval van
verscheidene Italiaansche compagnieën werd
afgewezen.
Bij Oslavija werden sedert de laatste ge
vechten zeven machinegeweren, twee mijn-
werpers en 1200 geweren ingeleverd.
Rome, 18 Febr. (R.) Er was het ge
bruikelijke artilleriewerk op verschillende
deelen van het front. Infonterie-gevechten
kwamen voor in het Sugana-del, waarin de
Italianen succes hadden. Op het Karst-pla-
teau bestormden de Italianen een vijande
lijke loopgraaf.
Berlijn, 18 Febr. (W.-B.). Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Vijandelijke vliegtuigen vielen het stotion
Hudova aan in het Vardordal ten zuidwesten
van Sroemitza.
Weenen, 18Pebr. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Een onder onze aanvoering staanden troep
Albaneezen, door O.-H. troepen versterkt,
Haat wordt door wederhaat steeds meer
aangewakkerd en slechts door liefde uitge-
bluscht
ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
B. NORTAKKER.
43
,.'t Is beter dat ik ga.H
..Ja," zei ze dadelijk, alsof ze dit aanbod
verwacht had „dat is beier, veel beter."
Een bleek, smartelijk lachje kwam rondom
haar mond. Dat maakte haar ouder, als ver
welkt. maar gaf haar een nieuwe, andere
schoonheid.
Toen hij ziin jas aangetrokken had. wacht
te hij nog even. Al hetgeen niet gezegd was.
•weefde tusschen hen beiden en hield hem
tegen. Hij was bang dat het verstikt zou wor
den. indien het nu niet gezegd werd.
Terzelfder tijd was er iets in hem dat hem
zwijgen oplegde zonder dat hij wist of
hot uit ziin eigen innerlijk sproot of uit Ka-
tin's kalmen, weemoedigen blik.
Hii drukte haar hand stevig en ging heen
twt een kort afscheidswoord.
Maar terwijl hij de trap afliep en op de
«raat ging. zag hij haar nog zooals ze in
deuropening had gestaan. Ze was niet
■•er de zwakke vrouw van zoo even. De
glans van moed. opoffering en heerschappij
over zich zelf en over anderen lag weer op
haar voorhoofd.
Ze was weer d.a vrouw die hij aanbad.
XXVIII.
Het spoor dat hii gevonden had. was wel
zwak. maar daar het 't eenige was. volgde
hii het toch.
Hij nam de tram naar de tol, liep vandaar
naar de slalmeestershof, nam de stoomsloep.
die het verkeer langs de bochten van het
Brunswikërstrand onderhoudt, en was na
een tocht van twintig minuten bji de brug.
De smalle weg naar het dorp leidde langs
ontluikende struiken, waarachter de tuinen
lagen en de velden met pas omgeploegde
aarde. Verderop, waar de smalle weg zich
vereenigde met een oude, breede. eerbied
waardige lindenlaan, lag een kleine herberg.
En daar ging hij binnen om naar den dag-
looner en ziin vrouw te vragen, want hii her
innerde zich gelukkig hun naam.
Men kon hem de gewenschte inlichtingen
geven, de weg werd hem gewezen over bosch-
oaadjes en zijwegen, maar als hii verdwaal
de. zou er altijd wel iemand ziin om hem
terecht te wijzen.
De inlichtingen waren echter voldoende,
en het duurde niet lang of hii stond voor
de deur van het huisje en klopte aan.
Het antwoord liet echter op zich wach
ten. Niemand bewoog zich in de kleine wo
ning. Hij klopte nog eens aan. maar-met even
weinig resultaat. Zou er niemand thuis ziin?
Een iongen, die juiste voorbij ging met ziin
menenden kruiwagen, beye»tigde dit vermoe'
i den.
Beiden, de man zoowel als do vrouw werk
ten overdag op hel veld in dezen tijd van
liet iaar. en kwamen niet vóór den avond
(huis, verklaarde hii.
Birger keerde om. en eerst een tijd laler
kwam het hem in de gedachte dat hii aan
den iongen had moeten vragen op welke
boerderii de man en vrouw werkten. Maar
toen hij om zich hegn zag. was de iongen
verdwenen, en het was niet de moeite waard
le trachten hem te vinden. Bovendien vyos
het zeer onwaarschijnlijk dat Blenda. in ge
val ze werkelijk hier geweest was om de
arbeidersvrouw op le zoeken, naar de plaats
waar 2ii werkte gegaan zou ziin. Zoo veel
energie zou ze zeker niet gehad hebben in
de gemoedsstemming waarin zii zich bevond.
Veel waarschijnlijker was het dat -de teleur
stelling haar allen moed om verder le loopm
ontnomen had. En nu was ze zeker veilig
en wel thuis.
Zijn heele expeditie leek hem nu dwaas en
doelloos. Uii kon zich niet voorstellen dat
Blenda een natuur had om een tragisch be
sluit te nemen. Ze kon misschien overijld
handelen, maar de sterke gevoelens, die
iemand tot zelfvernietiging aandrijven, bezat
ze zeker niet.
Zoo haastig mogelijk begaf hii zich naai
de brug. om de volgende boot niet te verzui
men. Maar toen hii de kleine herberg oo-
nieuw in het gezicht kreeg, viel het hem in
daar verdere navorschingen te doen
Als Blenda tegen ziin verwachting nog in
de buurt was. en on de thuiskomst der vrouw
wachtte, dan moest ze natuurlijk getracht
hebben iets te eten te krijgen. Ze was imincis
vanmorgen vroeg Yan huis gegaan. En hier
was de eenige plaats waar ze uaar binnen
kon ziin gegaan.
Hii trad binnen, deed zijn vraag en gaf een
beschrijving. Maar de buffetjuffrouw 'schudde
het hoofd.
Zulk een jonge dame was hier niet ge
weest. ook had ze haar niet yan dc boot zien
komen. Manr gedjenstig riep ze haar kame
raad en herhaalde de vraag
Het geroepen meisje bleef staan met een
blad in de handen, en -dacht na.
Ja. re meende wel een ionge dame met
zulk een veer op den hoed gezien te hebben
en met een korten mantel nan. Ofschoon er
natuurlijk zoo veel waren die een witten
veer en een korten mantel droegen. En ze
wist trouwens niet goed meer of de veer geel
was of wit. En het was vele uren geleden,
sedert ze vóorbii gegaan was.
„En ze was niet teruggegaan paar de boot?"
„Neen" antwoordde het meisje, „niet dal
ik het heb gezien."
Toen JJirgcr weer buiten stond, wist hij niet
wat tc doen. Een gele veer in plaats van een
witte, zoo nauwkeurig had het meisje haar
dus niet opgenomen, maar verscheidene uren
geleden kwam uit. Zou het mogelijk ziiu. dat
ze al dien liid hier hongerig en moe rond
liep En met zulk weer het was koud
cn donker, ccn fijne motregen viel al gerui
men tiid. ook begon het reeds te schemeren
.Neen. dat was niet mogelijk.
Hii zag de stoomsloep van verre aanko
men. Hij moest zich naar dc brug haasten
om die te bereiken. Maar hii aarzelde en be
dacht zich. lot het te laat was. Toen liep hii
terug naar de woning van den arbeider. Hii
besloot de thuiskomst van de menschen af
te wachten, want als Blenda daar ook op
wachtte, moest hii hanr zeker treffen.
Bij het liuisie gekomen zag hij op zijn hor
loge het was nog geen acht uur. dus wal
hij te vroeg.
Uii sloeg een mooicn weg in. die langs het
strand liep. Ilicr cn daar strekte zich een
oude wilgenboom over het water uit. anders
was het uitzicht over de baai vrii. Maar aan
hel eind verhieven zich statige berken in ecu
groepje en alleen. En onder ccn van deze
laatste, die ziin fiine ontluikende lakken over
den weg spreidde, stond ccn bank. die ech
ter tot zijn ergernis in bes' genomen was.
Ziin ergernis verdween echter in hetzelfde
oogenblik. dat ze in hein opsteeg, want hii
had ontdekt dat de rustende een vrouw was.
ccn vrouw, die -mogelijk Blenda kon zijn.
Zii bewoog zich niet. cn had hem blijkbaar,
niet gezien. En de weg was zoo week en mod
derig van den regen, dat ze ziin schreden
niet kon lioorcn. Ilii naderde cn herkende
nu haar kleercn cn ook haar zelf.
Zc had de voeten opgetrokken op dr. bank,
waarschijnlijk om zc le verwarmen, cn bad
haar arm op dc leuning van de bank gelegd
om haar hoofd daarop te laten rusten. En
nog steeds bleef ze doodstil zitten. Hii kwam
vlak bij haar zonder dat zij het merkte. Hil
bleef staan, en beschouwde het gezicht dat
blauw was van de koude met gesloten ooccn
en waarop de regen ongehinderd viel tus*
when de naakte takken van den berk door,
Hii keek naar het korte manteltje, dat al ta
dun moest zijn om te beschuiten bij zulk kuei
cn vochtig weer. en hij keek naar den klei*
ncn, smallen voe*. die onder de iaponzoom t#
voorschijn kwam.
I o t voUf