t „DE EEM LAN DER". Maandag 21 Februari 1916. BUITENLAND.- FEUILLETON. DE STERKSTE. N° 200 14** Jaargang. JUHERSFOORTSCH Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. ABONNEMENTSPRIJS: Pec 8 maanden voot Amersfoort f 1*00» Mem franco pel post - 1-50. Pel week (met gratia Teraekenng tegea ongelukken) Ahonderloke nummero Wekelijks bijvoegsel .it Hollmitcht Buhtrtmuf' (onder redaotie van Tbérèse van Boven) per 3 mad. 50 eta. Weke)dksob bijvoegsel mPak m# mti' per 8 mnA 40 Oil. Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Vsn 1—6 regels f 0.50. Elke regel lueoro io, Dienstaanbiedingen 25 cents b(J vooruitbetaling. Groote letters nfuu plaatsruimte Voor handel on bedr\jf bestaan eeei voordoehgo bepalinceq tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij ubonnemout. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amers foort; Gelet op art. 37 der Drankwet i Brengen ter openbare kennis: lo. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift een verlof tot verkoop van alcoholhoudenden enderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop door Harm Slig.t en- koest, bierhandelaar, wonende alhier, in de qroor-localiteit van het perceel Nieuwstraat no. F te Amersfoort; 2o. dat binnen twee weken na deze bekend making een ieder tegen het verleenen van het Verlof schriftelijke bezwaren bij Ons College kan, inbrengen. Amersfoort, 17 Februari 1916. Burgemeester en 'Wethouders voornoemd. De Secretoris, De Burgemeester, A H. VEENSTRA. v. RANDWIJCK. Nog eens gewaagd. Toen, omstreeks half Juni van het vorige Jaar, de rechtsche hoogstaangeslagenen in den Senaat in 'n balsturige bui het door de Tweede Kamer reeds aangenomen eedswetje verwierpen daad van polittiek machtsmis bruik, ook door oprechte coalitie-organen els de Nederl. ondubbelzinnig afgekeurd deden zij willens en wetens in* onze recht spraak 'n anarchistischen toestand voortbe staan. Volgens de interpretatie van ons hoogste rechtscollege mogen onder de vi- geerende wetten getuigen, die niet van eenig kerkgenootschap lid zijn) noch tot den eed gedwongen noch tot de belofte toegelaten worden, zoodat zij geen rechts-geldig ge tuigenis kunnen afleggen. Daar ook in ons land het aantal bij geen kerkgenootschap aangeslotenen zeer sterk toeneemt, zou de rechtspraak weldra geheel ontwricht, zoo niet onmogelijk gemaakt worden. Minister Ort heeft thans nog cijfers ge noemd, welke de dringende noodzakelijk heid van ingrijpen ten duidelijkste aantoo- nen. De regeering heeft gezien dat de door dr. Kuyper's roekeloosheid geschapen onduld bare toestand niet mocht voortduren en zij is met 'n nieuw voorstel gekomen, waarbij zij zoo ver tegemoet kwam aan de tegenstan ders, dat afstemming en bestendiging van de anarchie voor dezen onmogelijk zou zijn. Niet alleen nam zij wat als de grootste hinderpaal door de rechterzijde aangevoerd was, het toetsingsrecht van den rechter te genover voorgevende gemoedsbezwaren, ge heel weg, maar zij kende haar voorstel ook fi tijdelijk karakter toe. Dit laatste om het toch maar aannemelijk te maken voor de rechterzijde en deze 'n kansje te geven, als zij in 1917 weer eens aan het bewind mocht komen, deze eedsquaestie naar haar in zicht te regelen. En toch, en toch is daar weer verzet van die zijde gekomen .Dagen lang is nu re^ds de kostbare tijd besneed voor dit wetje, dat maar 2 jaar gelden zal en de ^rechterzijde bekijkt het en bevingert het als ware het 'n artikel dat men voor z'n heele leven aan schafte. En nog valt het te bezien of zij len slotte ook deze regeling weer niet zal tegenhouden, hetzij in de Tweede, hetzij in de Eerste Kamer. Het ontgaat ons wat dit tijdroovend en rechtspraak-verlammend verzet rechtvaardi gen kan. Het tijdelijk wetje toch Is zoo onschuldig en ratiorueel mogelijk. De eeds-verplichting blijft op den voorgrond gesteld maar tevens wordt gehandhaafd het beginsel der cons- cientiëvrijheid. En dat niet alleen om te eerbiedigen de gewetensbezwaren, welke voortvloeien uit godsdienstige of ongods dienstige overtuigingen maar ook omdat de eed in gevallen waarin rij den waarheids- waarborg niet geven kan, juridisch z'n be- teekenis verliest en dus in het belang van de rechtspraak door 'n beteren waarborg^ver- vangen moet worden. Van welken kant men de zaak bekijkt, van den kant van het staatsbelang, van den kant van den ongeloovige, of van den kant van den geloovige, die toch niet dulden mag dat het aanroepen van God's naam ontaarde in 'n zinlooze formaliteit of comedie het standpunt der regeering i| en blijft het eenig juiste. En het getorn varjvele rechtsche le den beteekent slechts vermorsen van den tijd en vertragen van de wetgeving. Want dat zij op hun qui-vivt zouden moeten zijn opdat niet de geloovige, die den eed moet afleggen, als minder geloofwaardig bestempeld worde dan de ongeloovige, die reeds op belofte ge loofd wordt, is natuurlijk 'n politiek praatje, dat zelfs ongepast is tegenover zoo eerlijke en hoogstaande mannen als deze ministers steeds toonen te zijn. Politiek Overzicht De financieele druk van den wereldstrijd. Onder de vraagstukken zonder tal, die de wereldstrijd in het leven heeft geroepen, is 'er geen, dat zoo aanhoudend onze aflhdaoht vraagt en in steeds klimmende mate zich aan ons opdringt als het financieele vraag-* stuk. In de eerste vergadering, die het Brit- sche parlement in zijne nieuwe zitting hield, is het hoofd der regeering dadelijk geko men met de mededeeling, die trouwens werd verwacht, dat een nieuw oorlogscrediet ge vraagd zou moeten worden. Als die aanvra ge inkwam, zou het tijd zijn den financieelen toestand onder de oogen te zien-Maar voor- loopig kon reeds dit worden gezegd: Wan neer de oorlog op den len Januari van dit jaar geëindigd was, zouden de verplichtin gen, die nog moeten worden voldaan, op een cijfer staan, dat in de financieele ge schiedenis van Groot-Brittannië en van de overige betrokken landen zonder voorbeeld is, en een 'bedrag vertegenwoordigen zóó reusachtig, dat bij de vereffening van deze verplichtingen de hulpbronnen tot het uiter ste zullen moeten worden aangesproken. De in November gedane voorspelling, dat de dagelijksche uitgaven 5 millioen zouden bedragen, is uitgekomen. Dit bedrag is na genoeg bereikt, en als men dit bedrag met 365 vermenigvuldigd, dan komt men tot een getal, waarvoor de verbeeldingskracht halt maakt. Van de in steeds stijgende mate zich uit zettende oorlogskosten getuigen ook de me- dedeelingen, die Havas in de vorige week heeft gedaan over de nieuwe vermeerdering van de uitgaven in Frankrijk. De verhooging tegenover het eerste kwartaal van 1915 be draagt 450 millioen frs. alleen voor de ar tillerie, verder 63 millioen voor het materieel van den luchtoorlog enz. bf totaal bedragen de credietaanvragen van het tijdperk van 1 Augustus 1914, tot 30 Juni 1916, met inbe grip van de vóór de uitbarsting van den oor log toegestane credieten voor de laatste vijf maanden van 1914, 46 milliarden francs. Dergelijke cijfers zouden ook van de an dere in den oorlog betrokken staten zijn te geven. Het is reeds eenige maanden gele den, dat de schatbewaarder van het Duitsche rijk, staatssecretaris Helfferich, de dagelijk sche uitgaven van alle oorlogvoerenden ge zamenlijk raamde op 320 330 millioen mark per dag Als hij de gegevens voor zijne raming nog eens weer nagaat, dan zal hij thans zeker niet tot>een lager cijfer komen, eerder tot een hooger. Geen wonder, dat de Britsche premier op zijne mededeelingen, die wij hierboven ver melden, liet volgen, dat zich daarin een ern stige toestand openbaart, dien men onder de oogen moet zien. Maar men kan zich helaas vooralsnog niet er mee vleien, dot men daarvan resultaten zal zien. Wie onbevan gen staat tegenover den toestand, riet slechts één uitweg en bejammert, dat het zoo lang duurt voordat het inzicht zich baan- breekt, dat die uitweg liever vandaag dan morgen moet woraen aangegrepen. Maar hoe zou men kunnen verwachten, dat die weg zal worden Ingeslagen, als men in een gezaghebbend orgaan van de Entente, zoo als de Temps is, leest: „Het gezond ver stand eischt van ons te volharden in onze houding, totdat wij alles gereed hebben om de omkeering te bewerken!" De omkeering namelijk, die aan de Entente de overwinning zal verschaffen.' Men blijft nog altijd zich vastklemmen aan de hoop, dat het zal gelukken zich van de eindoverwinning te verzekeren. Die hoop houdt de leden vdn de Entente bij elkaar. Maar nog andere motieven doen zich daarbij gelden. In de verklaringen, die de Russi sche minister Sazonow onlangs heeft afge legd aarw de vertegenwoordigers van de Pe- tersburgsche pers, komt een zeer opmerke lijke zinsnede voor tot toelichting waarom Rusland vasthoudt aan de bekende overeen komst van September 1914, die de geallieer den verplicht niet anders dan gezamenlijk vrede te sluiten. Hij verklaarde namelijk, dat het sluiten van een afzonderlijken vrede met de centrale mogendheden voor Rusland ook hierom niet mogelijk was, omdat het sluiten van zulk een vrede het staatsbankroét zou teweegbrengen, en daarvoor kon geen staatsman de verantwoordelijkheid op zich nemen. Die woorden komen niet voor in het uit Petersburg naar het buitenland gezonden uittreksel van dit interview van den Russl- schen minister van buitenlandsche zaken. Volgens de Neue Freie Presse zijn zij wel uitgesproken, maar uit het verslag ge schrapt. Aan de Neue Freie Presse blijve daarvoor de verantwoordelijkheid. Wij kun nen ons geen partij stellen of de Russische bewindsman deze woorden werkelijk heeft gesproken, of dot zij hem in den mond zijn gelegd. Maar al staat de authenticiteit van deze woorden nieKvast, de gedachte, dig zij bevatten, vindt men hier niet voor het eerst uitgedrukt. Zij is ook niet op Rusland alleen van toepassing. Men vindt Kaar, zij 't ook in eenigszins anderen vorm, terug in een artikel van André Chéradame in de Victoire, waarin wordt gezegd: ..De gebiedende nood zakelijkheid om de financieele instorting te ontgaan, dwingt de bondgenooten tot eene volkomen overwinning. Inderdaad zal slechts eene volkomen overwinning het mogelijk maken, den ondergang voor de geallieerden en voor hunne burgers te vermijden. De dui zelingwekkende omvang van de taak, die de loopende oorlog eischt, is oorzaak, dat deze oorlog door een afgrond van alle voorafge gane oorlogen gescheiden is. Na 1870 kon onze staat zich betrekkelijk snel weder op richten. Zijne burgers konden van den dag van den vrede af hunne zaken weder laten opbloeien ondanks al het onheil, dat over Frankrijk was gekomen. Maar als wij door den tegenwoordigen oorlog de volkomen overwinning niet bevechten, dan zullen de verbonden staten zoowel als hunne burgers ieder voor zich in haast niet te ontwarren financieele moeielijkheden zich verstrikt zien." Ook hier treft ons de angst voor een financieele débêcle, die het gemoed vervult en waartegen men geen ander redmiddel weet aan te geven dan te volharden in den strijd, omdat slechts de overwinning het ge vaar, waarvoor men vreest, kan afwenden. Maar naast de hoop op de overwinning staat de kans op de nederlaag en de zeker heid, dat dan de débócle niet zal zijn af te wenden en nog oneindig zwaarder zal druk ken. De oorlog. B e r 1 ij n, 19 F e b r. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Ook gisteren brachten onze troepen een door hevig vuur voorbereiden aanval der En- gelschen ten Zuidoosten van Yperen tot mis lukking. In de sectoren ten Noorden en Noordoos ten van Atrecht hadden mijn- en gTanaat- gevechten plaats. Wij bezetten den trechter van een door ons opgeblazen mijn. Aan het front tussohen de Aisne en Maas was het ar tillerie- en mijnvuur van den vijand hier en daar hevig. Door een groote mijn te laten springen, vernielden wij een gedeelte van de Fransche stelling op de hoogte van cojtk bres. Ten Noordoosten van Largitzen (bij de Fransche grens, ten Zuidwesten van Alt# kirch) drongen Duitsche afdeelingen in du vijandelijke steHing; zij vernielden de ver dedigingswerken en versperringen van d r> vijand en keerden met eenige gevangenen cn twee buitgemaakte mijnwerpers terug. Onze vliegers deden met succes een noiw val op de vliegplaats van Abeele (ZAV. vmt Poperinghe) en op de vijandelijke spoorweg- werken. P a r ij s, 19 F e b r. (Havas). Neiniddag- communiqué. In Artois,'ten noorden van Blongy, tracht ten de Duitschers gisteren, bij het vollen van den avond, kleine aanvallen te onder nemen, die dadelijk werden afgeslagen Op het overige front verliep de nacht kalm. Avond-communiqué. In Artois bliezen wij ten noordwesten van hoogte 140 een mijn op onder een Duitsche vooruitspringende steHing, die ont redderd werd. Onze artillerie beschoot eene vijandelijke infanteric-colonne ten noorden van de Aisne; zij bombardeerde vijandelijke werken in Lotharingen, waardoor brand ont stond in Duitsche loopgraven in Boven- Elzas. Londen, 19 Febr. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. De Duitschers deden een inval in onze loopgraven bij Commecourt en maakten daarbij eenige gevangenen. Wij verloren zeven man aan dooden en gewonden. In den afgeloopen nacht was de artillerie aan bei de zijden werkzaam in de buurt van IIoo^c. Heden bombardeerden wij eene vijandelijke versterking bij Le Fouquet. B er 1 ij n, 2 0 Pebr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan den Yser,-ten noorden van Yperen, werd eene Engelsche stelling over ongeveer 350 meter frontbreedte in storm genomen. Alle pogingen van den vijand, om in nach telijke aanvallen met handgranaten zijne loopgraven te heroveren, mislukten Wij maakten 30 gevangenen. Ten zuiden van Loos ontwikkelden zich' levendige gevechten; de vijand drong tot den rand van den door onze mijnen gesla gen trechters door. Ten zuiden van Hebu- terne (ten noorden van Albert) hebben wij bij een voor ons succesvol klein nachtelijk gevecht eenige Engelschen gevangenge nomen. Op het overige gedeelte van het fronf hebben geene gebeurtenissen van belang plaats gehad. In een luchtgevecht ten oosten van Pe- ronne is een met twee machinegeweren be wapende Engelsche tweedekker neerge schoten; de inzittenden werden gedood. Onze vliegers hebben bommen geworpen op talrijke punten achter het noordelijk ge deelte van het vijandelijk front en op Lune- ville. P a r ij s, 2 0 Febr. (Havas). Namiddag communiqué. Bij iemand die met zijn godsvrucht praalt, moet men nooit waren christelijken zin zoeken. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door B. NORTAKKER. Die was er zeker erg aan toe. die arme voet, geen overschoen geschermde de laars die doorweekt en modderig wasdie arme .voet moest wel heel koud en nat ziin. En Dlotscling moest hii eraan denken, dof het nog niet laag geleden was. dat hii dit kleine, in elkaar gekropen schepseltje lief had gehad. Indien het een paar maanden geleden geweest was. zou hii niet geaarzeld hebben, of hij haar daar in haar verlatenheid cn ellende zou laten liggen. Toen zou hii zich naast haar neer geworpen hebben en de koude wang-en hebben gekust. Maar nu Nee. nu was dat voorbii. Maar die kleine, natte voet deed h< i piin. hii kon een hevig verianeen om dien in ziin handen te nemen en te verwarmen, niet be dwingen. Ze had niet veel aan zich zelf gedacht toen »e van huis ging. Ze had vergeten zich te beschermen tegen koude en regen, slechts toegegeven aan haar gevoelens, en nu dit ver zuim zich wreekte, verdroeg ze liever hei ongemak en de koude, dan terua te keere» naar het haar wachtend thuis. Misschien waren haar gevoelens voor hem toch siterker dan hij gedacht had. hii dachi aan den berberistak. die od ziin schrijftafel stond, die verloochend was. maar toch be waard. Misschien bewaarde zii meer herinnerin gen dan hii ooit gedacht had. En als hii nu de schuld was. dat zii hier koud en verlaten was. een ongelukkige, kleine stakker I De kleine voet lokte hem stekker, zijn han den bewogen zich om dien te grijpen. Maar hii aarzelde, alsof daarin een gevaar schuil de Hii dacht aan ziin reis aan Karin, en 'l was hem of zijn weg niet langer in hel Westen lag en Karin van hem week. Hii moest oppassen. Het was of dit in el kaar gedoken meisje op de bank. dit onbe rekenbare en onvolkomen schepseltje, iuist door haar onbewustheid en verlatenheid meer «invloed op hem had dan de liefliil^ hoon op een toekomst van persoonlijke ont wikkeling en vrijheid, aan de ziide van een vrouw, die hii hooger stelde dan alle andere vrouwen. Hii moest oppassen, dat voelde hij want als hii zich boog en den natten, be- sliikten laars, die onder de iapon te voor schijn kwam. aanraakte, zou hem dat mis schien de kracht ontnemen tot de. handeling, die hem tot een vrii man zou maken. Hii was bang voor haar en voor rich zelf. Hii durfde niet eens spreken, ook dat was gevaarlijk, maar haar verlaten kon hij ook CjBt. En terwijl hii daar zoo besluiteloos stond, bedacht hii een plan. Hij zou achter de strui ken wegsluipen naar de naaste boerderij, en dan menschen meenemen om haar te zoeken, en haar in hun gezelschap vinden. Dan was het gevaar niet, zoo groot Maar hij moest zich haasten, een geritsel in de takken kon haar doen opkijken, en dan was het te laat. Hii haastte zich echter niet. hij vergat ziin plan od hetzelfde oonenblik dat hii het be dacht Ze had een zekere toovermacht over hem. die kleine, ineengedoken gestalte met haar koud gezicht, vochtig van den regen. En toen kwam het geritsel van de berke- takken. Zii veranderde van houding en sloeg de oogen op ze sperde ze wiid open door den schrik van de overrompeling. Ze werden rond van verbazing en plotseling begonnen ze te stralen Hoe zou hii haar gevonden hebben, hoe zou hii hier kunnen ziin. als hii haar niet liefhad Dat was haai* eenige. onlogi sche gedachte. ..Birger." Verrukking en geluk trilden in haar stem. Maar hii bleef stiif staan en doofde haar vreugde. Zii liet de voelen van de bar1, zak ken. en ging rechtop zitten met de schouders tegen de leuning. ..Zoo." zei ^e stroef. ..hebben zo Je gezon den om mii te zoeken „Ja. In zekeren zin-" „Volkomen onnoodig." Ze wierp het hoofd achterover met een afwerend gebaar. „Je kunt hun zeggen, dal ze geen zorg voor mii behoeven te hebben.' vervolgde ze. ..Ik heb hier vrienden in de buurt, die ik zal opzoeken, zoodra ze Üiuis zijn; ze ziin op 't oogenblik uiL" Hii stond nog steeds even stijf. „Meen ie werkelijk, dat je niet mee naar huis gaat „Ja. dat meen ik. je denkt er toch zeker niet aan mii te dragen" 'zei. ze met een kort hard lachie. dat een wonderlijken bij klank had. Hii ging naast haar od de bank zitten. „Ik wacht dan om met ie mee naar if vrienden te gajn IJt wil zien. wie dat ziin." Maar toen steeg toorn in haar op. wild en onberedeneerd. „Wat heb iii met mij te maken?" barstte ze uit. „Mama is de eenige. die wal om mii geeft, en Haar zal ik telefonecixm. zoodra ik weet of ik hier kan bliiven." „Blenda. denk toch eens na," zei hii kal meerend. en zich naar haar over buigend .Je wilt toch geen schandaal veroorzaken alleen omdat ie wat onaangenaamheden hcbl te doorstaan Ze lachie weer haar hard bitter lachie mei dien wonderlijken biiklank. ..Denk ie dat men niets kan worden, ah men het admissie-examen voor de universi leit niet doet Ik kan winkeljuffrouw wor den. of zoo veel anders, wees maar niet ban* voor mii." Maar on hetzelfde oogenblik wenddo zi zich van hem af. hernam haar vioc^er* hou ding met het gfzicht tegen den arm. die n legen de leuning van de bank had gelegd en barstte in schreien uiL De blanke hals kwam onder den mantel kraag te voorschijn, cn hii zag hoe d:t schokte van het schreien Over die in elkaar gedoken, tengere ge stalte lag iels zoo troosteloos cn verlate"* dat het ziin hart pijn deed. Ze leek hem ceo I onbeschermd kind. overgegeven aan wind cn weer. Ze was eigenzinnig cn onverstandig. Wat zou er van haar worden, als ril voor zich zelf moest zorgen Slap Jhinc haar eene hand langs haar kniel hii greep ze c-n warmde ze lusschen ziin beid* handen. En terwiil -liii daar zoo zat. viogen zijn uc- dachten naar Karin. Ze was nog verder van hein geweken, llii wist nu. dat zc niet vertrekken wilde. /mii thuis bliiven en spoedig haar vroeger leven van. zorg en angst weer beginnen. En hii kon haar niet heiueu. en dat wcnschtc hii ooit niet langer. Hii wilde haar niet van haar vleu gels berooven. Ze moest die behoudeu. opdat hii haar zou kunnen aanbiddeu. En hii zei tegen zich zelf. dat aanbidden iets anders is dan liefhebben, men aanbidt on een af stand. en heeft lief van nabii. Ilii dacht ook aan de daad. die !v» jaren lang verlangd had te doen. en die hem tol een man zou maken. Of die le groot voor hein was. wist hii niet. Maar groot of niet groot, hij begreep dal h:J die nooit zou doen. Een paar uur geleden had hii geloofd, dat hij voor ziin vader kon slaan om hem te zeggen, dat hii hem verla ten wilde, juist nu llii een blik in ziin vader s hart had geslagen, en gezien hoe vol liefda 'dit voor hem was. Maar nu voelde hii. dat hii dat nooit zou kunnen. Nu hii eenmaal go- bonden was. voelde hii zich niet sterk ge noeg om ziin banden le verbreken. En hJ legde ziin arm om het afgewende meisie. **a trok haar tot zich. Ilii kuste haar vochtig# oogleden, cn hii kustte haar mor.d. die lacht#» iervvlil noiz trilde van hel schreien. EINDB.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1