t
„DE EEM LAN DER".
Maandag 21 Februari 1916.
BUITENLAND.-
FEUILLETON.
DE STERKSTE.
N° 200
14** Jaargang.
JUHERSFOORTSCH
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pec 8 maanden voot Amersfoort f 1*00»
Mem franco pel post - 1-50.
Pel week (met gratia Teraekenng tegea ongelukken)
Ahonderloke nummero
Wekelijks bijvoegsel .it Hollmitcht Buhtrtmuf' (onder redaotie
van Tbérèse van Boven) per 3 mad. 50 eta.
Weke)dksob bijvoegsel mPak m# mti' per 8 mnA 40 Oil.
Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Vsn 1—6 regels f 0.50.
Elke regel lueoro io,
Dienstaanbiedingen 25 cents b(J vooruitbetaling.
Groote letters nfuu plaatsruimte
Voor handel on bedr\jf bestaan eeei voordoehgo bepalinceq
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij ubonnemout.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort;
Gelet op art. 37 der Drankwet i
Brengen ter openbare kennis:
lo. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift
een verlof tot verkoop van alcoholhoudenden
enderen dan sterken drank, voor gebruik ter
plaatse van verkoop door Harm Slig.t en-
koest, bierhandelaar, wonende alhier, in de
qroor-localiteit van het perceel Nieuwstraat no.
F te Amersfoort;
2o. dat binnen twee weken na deze bekend
making een ieder tegen het verleenen van het
Verlof schriftelijke bezwaren bij Ons College
kan, inbrengen.
Amersfoort, 17 Februari 1916.
Burgemeester en 'Wethouders voornoemd.
De Secretoris, De Burgemeester,
A H. VEENSTRA. v. RANDWIJCK.
Nog eens gewaagd.
Toen, omstreeks half Juni van het vorige
Jaar, de rechtsche hoogstaangeslagenen in
den Senaat in 'n balsturige bui het door de
Tweede Kamer reeds aangenomen eedswetje
verwierpen daad van polittiek machtsmis
bruik, ook door oprechte coalitie-organen
els de Nederl. ondubbelzinnig afgekeurd
deden zij willens en wetens in* onze recht
spraak 'n anarchistischen toestand voortbe
staan.
Volgens de interpretatie van ons
hoogste rechtscollege mogen onder de vi-
geerende wetten getuigen, die niet van eenig
kerkgenootschap lid zijn) noch tot den eed
gedwongen noch tot de belofte toegelaten
worden, zoodat zij geen rechts-geldig ge
tuigenis kunnen afleggen.
Daar ook in ons land het aantal bij geen
kerkgenootschap aangeslotenen zeer sterk
toeneemt, zou de rechtspraak weldra geheel
ontwricht, zoo niet onmogelijk gemaakt
worden.
Minister Ort heeft thans nog cijfers ge
noemd, welke de dringende noodzakelijk
heid van ingrijpen ten duidelijkste aantoo-
nen.
De regeering heeft gezien dat de door dr.
Kuyper's roekeloosheid geschapen onduld
bare toestand niet mocht voortduren en zij
is met 'n nieuw voorstel gekomen, waarbij
zij zoo ver tegemoet kwam aan de tegenstan
ders, dat afstemming en bestendiging van de
anarchie voor dezen onmogelijk zou zijn.
Niet alleen nam zij wat als de grootste
hinderpaal door de rechterzijde aangevoerd
was, het toetsingsrecht van den rechter te
genover voorgevende gemoedsbezwaren, ge
heel weg, maar zij kende haar voorstel ook
fi tijdelijk karakter toe. Dit laatste om het
toch maar aannemelijk te maken voor de
rechterzijde en deze 'n kansje te geven, als
zij in 1917 weer eens aan het bewind mocht
komen, deze eedsquaestie naar haar in
zicht te regelen.
En toch, en toch is daar weer verzet van
die zijde gekomen .Dagen lang is nu re^ds
de kostbare tijd besneed voor dit wetje, dat
maar 2 jaar gelden zal en de ^rechterzijde
bekijkt het en bevingert het als ware het 'n
artikel dat men voor z'n heele leven aan
schafte. En nog valt het te bezien of zij
len slotte ook deze regeling weer niet zal
tegenhouden, hetzij in de Tweede, hetzij in
de Eerste Kamer.
Het ontgaat ons wat dit tijdroovend en
rechtspraak-verlammend verzet rechtvaardi
gen kan.
Het tijdelijk wetje toch Is zoo onschuldig
en ratiorueel mogelijk. De eeds-verplichting
blijft op den voorgrond gesteld maar tevens
wordt gehandhaafd het beginsel der cons-
cientiëvrijheid. En dat niet alleen om te
eerbiedigen de gewetensbezwaren, welke
voortvloeien uit godsdienstige of ongods
dienstige overtuigingen maar ook omdat
de eed in gevallen waarin rij den waarheids-
waarborg niet geven kan, juridisch z'n be-
teekenis verliest en dus in het belang van de
rechtspraak door 'n beteren waarborg^ver-
vangen moet worden.
Van welken kant men de zaak bekijkt, van
den kant van het staatsbelang, van den kant
van den ongeloovige, of van den kant van
den geloovige, die toch niet dulden mag dat
het aanroepen van God's naam ontaarde in
'n zinlooze formaliteit of comedie het
standpunt der regeering i| en blijft het eenig
juiste. En het getorn varjvele rechtsche le
den beteekent slechts vermorsen van den tijd
en vertragen van de wetgeving. Want dat zij
op hun qui-vivt zouden moeten zijn opdat
niet de geloovige, die den eed moet afleggen,
als minder geloofwaardig bestempeld worde
dan de ongeloovige, die reeds op belofte ge
loofd wordt, is natuurlijk 'n politiek praatje,
dat zelfs ongepast is tegenover zoo eerlijke
en hoogstaande mannen als deze ministers
steeds toonen te zijn.
Politiek Overzicht
De financieele druk van den
wereldstrijd.
Onder de vraagstukken zonder tal, die de
wereldstrijd in het leven heeft geroepen, is
'er geen, dat zoo aanhoudend onze aflhdaoht
vraagt en in steeds klimmende mate zich
aan ons opdringt als het financieele vraag-*
stuk. In de eerste vergadering, die het Brit-
sche parlement in zijne nieuwe zitting hield,
is het hoofd der regeering dadelijk geko
men met de mededeeling, die trouwens werd
verwacht, dat een nieuw oorlogscrediet ge
vraagd zou moeten worden. Als die aanvra
ge inkwam, zou het tijd zijn den financieelen
toestand onder de oogen te zien-Maar voor-
loopig kon reeds dit worden gezegd: Wan
neer de oorlog op den len Januari van dit
jaar geëindigd was, zouden de verplichtin
gen, die nog moeten worden voldaan, op
een cijfer staan, dat in de financieele ge
schiedenis van Groot-Brittannië en van de
overige betrokken landen zonder voorbeeld
is, en een 'bedrag vertegenwoordigen zóó
reusachtig, dat bij de vereffening van deze
verplichtingen de hulpbronnen tot het uiter
ste zullen moeten worden aangesproken. De
in November gedane voorspelling, dat de
dagelijksche uitgaven 5 millioen zouden
bedragen, is uitgekomen. Dit bedrag is na
genoeg bereikt, en als men dit bedrag met
365 vermenigvuldigd, dan komt men tot een
getal, waarvoor de verbeeldingskracht halt
maakt.
Van de in steeds stijgende mate zich uit
zettende oorlogskosten getuigen ook de me-
dedeelingen, die Havas in de vorige week
heeft gedaan over de nieuwe vermeerdering
van de uitgaven in Frankrijk. De verhooging
tegenover het eerste kwartaal van 1915 be
draagt 450 millioen frs. alleen voor de ar
tillerie, verder 63 millioen voor het materieel
van den luchtoorlog enz. bf totaal bedragen
de credietaanvragen van het tijdperk van 1
Augustus 1914, tot 30 Juni 1916, met inbe
grip van de vóór de uitbarsting van den oor
log toegestane credieten voor de laatste vijf
maanden van 1914, 46 milliarden francs.
Dergelijke cijfers zouden ook van de an
dere in den oorlog betrokken staten zijn te
geven. Het is reeds eenige maanden gele
den, dat de schatbewaarder van het Duitsche
rijk, staatssecretaris Helfferich, de dagelijk
sche uitgaven van alle oorlogvoerenden ge
zamenlijk raamde op 320 330 millioen
mark per dag Als hij de gegevens voor zijne
raming nog eens weer nagaat, dan zal hij
thans zeker niet tot>een lager cijfer komen,
eerder tot een hooger.
Geen wonder, dat de Britsche premier op
zijne mededeelingen, die wij hierboven ver
melden, liet volgen, dat zich daarin een ern
stige toestand openbaart, dien men onder de
oogen moet zien. Maar men kan zich helaas
vooralsnog niet er mee vleien, dot men
daarvan resultaten zal zien. Wie onbevan
gen staat tegenover den toestand, riet
slechts één uitweg en bejammert, dat het
zoo lang duurt voordat het inzicht zich baan-
breekt, dat die uitweg liever vandaag dan
morgen moet woraen aangegrepen. Maar
hoe zou men kunnen verwachten, dat die
weg zal worden Ingeslagen, als men in een
gezaghebbend orgaan van de Entente, zoo
als de Temps is, leest: „Het gezond ver
stand eischt van ons te volharden in onze
houding, totdat wij alles gereed hebben om
de omkeering te bewerken!" De omkeering
namelijk, die aan de Entente de overwinning
zal verschaffen.'
Men blijft nog altijd zich vastklemmen
aan de hoop, dat het zal gelukken zich van
de eindoverwinning te verzekeren. Die hoop
houdt de leden vdn de Entente bij elkaar.
Maar nog andere motieven doen zich daarbij
gelden. In de verklaringen, die de Russi
sche minister Sazonow onlangs heeft afge
legd aarw de vertegenwoordigers van de Pe-
tersburgsche pers, komt een zeer opmerke
lijke zinsnede voor tot toelichting waarom
Rusland vasthoudt aan de bekende overeen
komst van September 1914, die de geallieer
den verplicht niet anders dan gezamenlijk
vrede te sluiten. Hij verklaarde namelijk,
dat het sluiten van een afzonderlijken vrede
met de centrale mogendheden voor Rusland
ook hierom niet mogelijk was, omdat het
sluiten van zulk een vrede het staatsbankroét
zou teweegbrengen, en daarvoor kon geen
staatsman de verantwoordelijkheid op zich
nemen.
Die woorden komen niet voor in het uit
Petersburg naar het buitenland gezonden
uittreksel van dit interview van den Russl-
schen minister van buitenlandsche zaken.
Volgens de Neue Freie Presse zijn zij wel
uitgesproken, maar uit het verslag ge
schrapt. Aan de Neue Freie Presse blijve
daarvoor de verantwoordelijkheid. Wij kun
nen ons geen partij stellen of de Russische
bewindsman deze woorden werkelijk heeft
gesproken, of dot zij hem in den mond zijn
gelegd. Maar al staat de authenticiteit van
deze woorden nieKvast, de gedachte, dig zij
bevatten, vindt men hier niet voor het eerst
uitgedrukt. Zij is ook niet op Rusland alleen
van toepassing. Men vindt Kaar, zij 't ook
in eenigszins anderen vorm, terug in een
artikel van André Chéradame in de Victoire,
waarin wordt gezegd: ..De gebiedende nood
zakelijkheid om de financieele instorting te
ontgaan, dwingt de bondgenooten tot eene
volkomen overwinning. Inderdaad zal slechts
eene volkomen overwinning het mogelijk
maken, den ondergang voor de geallieerden
en voor hunne burgers te vermijden. De dui
zelingwekkende omvang van de taak, die de
loopende oorlog eischt, is oorzaak, dat deze
oorlog door een afgrond van alle voorafge
gane oorlogen gescheiden is. Na 1870 kon
onze staat zich betrekkelijk snel weder op
richten. Zijne burgers konden van den dag
van den vrede af hunne zaken weder laten
opbloeien ondanks al het onheil, dat over
Frankrijk was gekomen. Maar als wij door
den tegenwoordigen oorlog de volkomen
overwinning niet bevechten, dan zullen de
verbonden staten zoowel als hunne burgers
ieder voor zich in haast niet te ontwarren
financieele moeielijkheden zich verstrikt
zien."
Ook hier treft ons de angst voor een
financieele débêcle, die het gemoed vervult
en waartegen men geen ander redmiddel
weet aan te geven dan te volharden in den
strijd, omdat slechts de overwinning het ge
vaar, waarvoor men vreest, kan afwenden.
Maar naast de hoop op de overwinning
staat de kans op de nederlaag en de zeker
heid, dat dan de débócle niet zal zijn af te
wenden en nog oneindig zwaarder zal druk
ken.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 19 F e b r. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ook gisteren brachten onze troepen een
door hevig vuur voorbereiden aanval der En-
gelschen ten Zuidoosten van Yperen tot mis
lukking.
In de sectoren ten Noorden en Noordoos
ten van Atrecht hadden mijn- en gTanaat-
gevechten plaats. Wij bezetten den trechter
van een door ons opgeblazen mijn. Aan het
front tussohen de Aisne en Maas was het ar
tillerie- en mijnvuur van den vijand hier en
daar hevig. Door een groote mijn te laten
springen, vernielden wij een gedeelte van
de Fransche stelling op de hoogte van cojtk
bres. Ten Noordoosten van Largitzen (bij
de Fransche grens, ten Zuidwesten van Alt#
kirch) drongen Duitsche afdeelingen in du
vijandelijke steHing; zij vernielden de ver
dedigingswerken en versperringen van d r>
vijand en keerden met eenige gevangenen cn
twee buitgemaakte mijnwerpers terug.
Onze vliegers deden met succes een noiw
val op de vliegplaats van Abeele (ZAV. vmt
Poperinghe) en op de vijandelijke spoorweg-
werken.
P a r ij s, 19 F e b r. (Havas). Neiniddag-
communiqué.
In Artois,'ten noorden van Blongy, tracht
ten de Duitschers gisteren, bij het vollen
van den avond, kleine aanvallen te onder
nemen, die dadelijk werden afgeslagen Op
het overige front verliep de nacht kalm.
Avond-communiqué.
In Artois bliezen wij ten noordwesten
van hoogte 140 een mijn op onder een
Duitsche vooruitspringende steHing, die ont
redderd werd. Onze artillerie beschoot eene
vijandelijke infanteric-colonne ten noorden
van de Aisne; zij bombardeerde vijandelijke
werken in Lotharingen, waardoor brand ont
stond in Duitsche loopgraven in Boven-
Elzas.
Londen, 19 Febr. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
De Duitschers deden een inval in onze
loopgraven bij Commecourt en maakten
daarbij eenige gevangenen. Wij verloren
zeven man aan dooden en gewonden. In den
afgeloopen nacht was de artillerie aan bei
de zijden werkzaam in de buurt van IIoo^c.
Heden bombardeerden wij eene vijandelijke
versterking bij Le Fouquet.
B er 1 ij n, 2 0 Pebr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan den Yser,-ten noorden van Yperen,
werd eene Engelsche stelling over ongeveer
350 meter frontbreedte in storm genomen.
Alle pogingen van den vijand, om in nach
telijke aanvallen met handgranaten zijne
loopgraven te heroveren, mislukten Wij
maakten 30 gevangenen.
Ten zuiden van Loos ontwikkelden zich'
levendige gevechten; de vijand drong tot
den rand van den door onze mijnen gesla
gen trechters door. Ten zuiden van Hebu-
terne (ten noorden van Albert) hebben wij
bij een voor ons succesvol klein nachtelijk
gevecht eenige Engelschen gevangenge
nomen.
Op het overige gedeelte van het fronf
hebben geene gebeurtenissen van belang
plaats gehad.
In een luchtgevecht ten oosten van Pe-
ronne is een met twee machinegeweren be
wapende Engelsche tweedekker neerge
schoten; de inzittenden werden gedood.
Onze vliegers hebben bommen geworpen
op talrijke punten achter het noordelijk ge
deelte van het vijandelijk front en op Lune-
ville.
P a r ij s, 2 0 Febr. (Havas). Namiddag
communiqué.
Bij iemand die met zijn godsvrucht praalt,
moet men nooit waren christelijken zin
zoeken.
ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
B. NORTAKKER.
Die was er zeker erg aan toe. die arme
voet, geen overschoen geschermde de laars
die doorweekt en modderig wasdie arme
.voet moest wel heel koud en nat ziin.
En Dlotscling moest hii eraan denken, dof
het nog niet laag geleden was. dat hii dit
kleine, in elkaar gekropen schepseltje lief
had gehad. Indien het een paar maanden
geleden geweest was. zou hii niet geaarzeld
hebben, of hij haar daar in haar verlatenheid
cn ellende zou laten liggen. Toen zou hii zich
naast haar neer geworpen hebben en de
koude wang-en hebben gekust. Maar nu
Nee. nu was dat voorbii.
Maar die kleine, natte voet deed h< i piin.
hii kon een hevig verianeen om dien in ziin
handen te nemen en te verwarmen, niet be
dwingen.
Ze had niet veel aan zich zelf gedacht toen
»e van huis ging. Ze had vergeten zich te
beschermen tegen koude en regen, slechts
toegegeven aan haar gevoelens, en nu dit ver
zuim zich wreekte, verdroeg ze liever hei
ongemak en de koude, dan terua te keere»
naar het haar wachtend thuis.
Misschien waren haar gevoelens voor hem
toch siterker dan hij gedacht had. hii dachi
aan den berberistak. die od ziin schrijftafel
stond, die verloochend was. maar toch be
waard.
Misschien bewaarde zii meer herinnerin
gen dan hii ooit gedacht had.
En als hii nu de schuld was. dat zii hier
koud en verlaten was. een ongelukkige, kleine
stakker I
De kleine voet lokte hem stekker, zijn han
den bewogen zich om dien te grijpen. Maar
hii aarzelde, alsof daarin een gevaar schuil
de
Hii dacht aan ziin reis aan Karin, en
'l was hem of zijn weg niet langer in hel
Westen lag en Karin van hem week.
Hii moest oppassen. Het was of dit in el
kaar gedoken meisje op de bank. dit onbe
rekenbare en onvolkomen schepseltje, iuist
door haar onbewustheid en verlatenheid
meer «invloed op hem had dan de liefliil^
hoon op een toekomst van persoonlijke ont
wikkeling en vrijheid, aan de ziide van een
vrouw, die hii hooger stelde dan alle andere
vrouwen. Hii moest oppassen, dat voelde hij
want als hii zich boog en den natten, be-
sliikten laars, die onder de iapon te voor
schijn kwam. aanraakte, zou hem dat mis
schien de kracht ontnemen tot de. handeling,
die hem tot een vrii man zou maken. Hii was
bang voor haar en voor rich zelf.
Hii durfde niet eens spreken, ook dat was
gevaarlijk, maar haar verlaten kon hij ook
CjBt.
En terwijl hii daar zoo besluiteloos stond,
bedacht hii een plan. Hij zou achter de strui
ken wegsluipen naar de naaste boerderij, en
dan menschen meenemen om haar te zoeken,
en haar in hun gezelschap vinden. Dan was
het gevaar niet, zoo groot Maar hij moest
zich haasten, een geritsel in de takken kon
haar doen opkijken, en dan was het te laat.
Hii haastte zich echter niet. hij vergat ziin
plan od hetzelfde oonenblik dat hii het be
dacht Ze had een zekere toovermacht over
hem. die kleine, ineengedoken gestalte met
haar koud gezicht, vochtig van den regen.
En toen kwam het geritsel van de berke-
takken.
Zii veranderde van houding en sloeg de
oogen op ze sperde ze wiid open door den
schrik van de overrompeling. Ze werden rond
van verbazing en plotseling begonnen ze te
stralen Hoe zou hii haar gevonden hebben,
hoe zou hii hier kunnen ziin. als hii haar
niet liefhad Dat was haai* eenige. onlogi
sche gedachte.
..Birger."
Verrukking en geluk trilden in haar stem.
Maar hii bleef stiif staan en doofde haar
vreugde. Zii liet de voelen van de bar1, zak
ken. en ging rechtop zitten met de schouders
tegen de leuning.
..Zoo." zei ^e stroef. ..hebben zo Je gezon
den om mii te zoeken
„Ja. In zekeren zin-"
„Volkomen onnoodig."
Ze wierp het hoofd achterover met een
afwerend gebaar. „Je kunt hun zeggen, dal
ze geen zorg voor mii behoeven te hebben.'
vervolgde ze. ..Ik heb hier vrienden in de
buurt, die ik zal opzoeken, zoodra ze Üiuis
zijn; ze ziin op 't oogenblik uiL"
Hii stond nog steeds even stijf.
„Meen ie werkelijk, dat je niet mee naar
huis gaat
„Ja. dat meen ik. je denkt er toch zeker
niet aan mii te dragen" 'zei. ze met een
kort hard lachie. dat een wonderlijken bij
klank had.
Hii ging naast haar od de bank zitten.
„Ik wacht dan om met ie mee naar if
vrienden te gajn IJt wil zien. wie dat ziin."
Maar toen steeg toorn in haar op. wild en
onberedeneerd.
„Wat heb iii met mij te maken?" barstte
ze uit. „Mama is de eenige. die wal om mii
geeft, en Haar zal ik telefonecixm. zoodra ik
weet of ik hier kan bliiven."
„Blenda. denk toch eens na," zei hii kal
meerend. en zich naar haar over buigend
.Je wilt toch geen schandaal veroorzaken
alleen omdat ie wat onaangenaamheden hcbl
te doorstaan
Ze lachie weer haar hard bitter lachie mei
dien wonderlijken biiklank.
..Denk ie dat men niets kan worden, ah
men het admissie-examen voor de universi
leit niet doet Ik kan winkeljuffrouw wor
den. of zoo veel anders, wees maar niet ban*
voor mii."
Maar on hetzelfde oogenblik wenddo zi
zich van hem af. hernam haar vioc^er* hou
ding met het gfzicht tegen den arm. die n
legen de leuning van de bank had gelegd
en barstte in schreien uiL
De blanke hals kwam onder den mantel
kraag te voorschijn, cn hii zag hoe d:t
schokte van het schreien
Over die in elkaar gedoken, tengere ge
stalte lag iels zoo troosteloos cn verlate"*
dat het ziin hart pijn deed. Ze leek hem ceo
I
onbeschermd kind. overgegeven aan wind cn
weer. Ze was eigenzinnig cn onverstandig.
Wat zou er van haar worden, als ril voor
zich zelf moest zorgen
Slap Jhinc haar eene hand langs haar kniel
hii greep ze c-n warmde ze lusschen ziin beid*
handen.
En terwiil -liii daar zoo zat. viogen zijn uc-
dachten naar Karin.
Ze was nog verder van hein geweken, llii
wist nu. dat zc niet vertrekken wilde. /mii
thuis bliiven en spoedig haar vroeger leven
van. zorg en angst weer beginnen. En hii kon
haar niet heiueu. en dat wcnschtc hii ooit
niet langer. Hii wilde haar niet van haar vleu
gels berooven. Ze moest die behoudeu. opdat
hii haar zou kunnen aanbiddeu. En hii zei
tegen zich zelf. dat aanbidden iets anders
is dan liefhebben, men aanbidt on een af
stand. en heeft lief van nabii.
Ilii dacht ook aan de daad. die !v» jaren
lang verlangd had te doen. en die hem tol
een man zou maken.
Of die le groot voor hein was. wist hii niet.
Maar groot of niet groot, hij begreep dal h:J
die nooit zou doen. Een paar uur geleden
had hii geloofd, dat hij voor ziin vader kon
slaan om hem te zeggen, dat hii hem verla
ten wilde, juist nu llii een blik in ziin vader s
hart had geslagen, en gezien hoe vol liefda
'dit voor hem was. Maar nu voelde hii. dat
hii dat nooit zou kunnen. Nu hii eenmaal go-
bonden was. voelde hii zich niet sterk ge
noeg om ziin banden le verbreken. En hJ
legde ziin arm om het afgewende meisie. **a
trok haar tot zich. Ilii kuste haar vochtig#
oogleden, cn hii kustte haar mor.d. die lacht#»
iervvlil noiz trilde van hel schreien.
EINDB.