Dinsdag 14 Maart 1916. EEMLAN 14-' Jaargang. BUITEN LAN D/ FEUILLETON. SOLEDAD. ABONNEMENTSPRIJS: t»r 8 maanden voor Amersfoort l.OO, Idem franco per post Per week (met gratia verzekering tegon ongelukken) Afienderlljke nuuimers - 0.05. Wekelijksch bijvoesael „Ds HMamlachs Buiavrouuf' (onder redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 cis. Wekelijksch bijvoegsel „Pub me mes" per 8 mnd. 40 ets. Bureau:" UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: 1—D,rcs°'8d.S«. Llko rogel uioor0.14>. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.' Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bestaan zeor vuordoolige bopaiiV.'t* tot hot herhaald advorteeron in dit Blad, b\i abonnement. Eeno circulaire, bovnttondo de voorwaarden, wordt aanvraag toegezoudon. -j F. A. EBBINGE WUBBEN. pe p Moofdreaactiei Mf VAN SCHAARDENBURG. Jf t Politiek Overzicht Portugal en de wereld- strijd. De oorlog, die fs ontstaan tusschen Portu- gal en Duitschland, brengt het aantal vjjan- den van Duitschland op elf. Voor Oostenrijk It het aantal vijanden gelijk gebleven, want «r is geène oorlogsverklaring tusschen Oos tenrijk en Portugal geschied. Mogelijk zal die ook niet geschieden. Er zijn, zooals be kend is, meer voorbeelden van, dat een staat, deel uitmakende van de Quadruple-En tente, met één der centrale mogendheden in oorlog is, maar niet met den ander. Italië voert oorlog tegen Oostenrijk-Hongarije, maar bevindt zich tegenover Duitschland niet in den oorlogstoestand. De aanleiding tot de van Duitschland uit gegane oorlogsverklaring is, zooals blijkt uit de door de Duitsche regeering bekend gemaakte nota, te zoeken in eene reeks schendingen van de onzijdigheid, waarvan de laatste is geweest de inbeslagneming van de Duitsche handelsschepen, die in de Por- lugeesche havens bescherming hadden ge zocht tegen den vijand. Die schepen heeft Portugol zich met geweld toegeëigend en het heeft bovendien van de in beslag geno men schepen een goed deel aan Engeland uitgeleverd. Dat schijnt zelfs het hoofddoel te zijn, waarmee de inbeslagneming is ge schied. Duitschland klaagt dus in tweeërlei op- zitht Portugal aan, eene rechtsschennis te hebben gepleegd. In de eerste plaats heeft Portugal het handelsverdrag geschonden, dat het den 30en November 1908 met Duitschland had gesloten en waarvan art. 2 luidt: „De onderdanen van ieder der con- tracteerende partijen zullen in het gebied van de andere van eiken persoonlijken dienst in het landleger, in de vloot en in de nationale militie, alsmede van alle oorlogs lasten, gedwongen leeningen, militaire re- kwisitiën en contributiën van welken aard oók bevrijd zijn. Eene beslaglegging op hun ne bezittingen óf eene inbeslagneming van hunne schepen, ladingen, goederen of effec ten tot eenig openbaar gebruik zal niet plaats hebben, zonder dat vooraf Is toege kend eene op rechtvaardige en billijke grondslagen tusschén de betrokken partijen vastgestelde schadevergoeding." Ingevolge deze bepaling is de inbeslagne ming van schepen' toegestaan. Die mag ech ter niet eigenmachtig geschieden, maar slechts wanneer vooraf onderhandelingen tusschen beide partijen over de schadeloos stelling voor de in beslag genomen schepen zijn gevoerd, en wanneer deze schadeloos stelling vooraf is toegestaan door den staat, die wil in beslag nemen. 'Portugal is deze voorwaarde niet nagekomen. Het heeft zich oan deze voorschriften niet gehouden. Het heeft de schepen in beslag genomen, zonder Duitschland vooraf daarvan te verwittigen. en is niet vooraf overeengekomen omtrent de schadeloosstelling, veel minder heeft het die uitgekeerd. Zelfs wanneer Portugal de schepen voor zich had opgëischt, zou het dus het Duitsch-Portugeesche handelsver drag geschonden hebben. Maar Portugal heeft de schepen niet voor zich opgéëischt, doch voor een staat, waarmee Duitschland in oorlog verkeert. Ei komt dus rsg eene grove schending van de neutraliteit bij den door Portugal gepleegden contractbreuk. Tot rechtvaardiging van hare handelwijze gebruikt de Portugeesche regeering de uit vlucht, dat art. 2 van het handelsverdrag op de Duitsche schepen niet toepasselijk is, omjlat deze tengevolge van hunne oplegging, in de Portugeesche havens aan de onbe perkte souvereiniteit van Portugal onderwor pen zijn. Maar die uitlegging is in strijd met letter en geest van het verdrag. In het hier boven aangehaalde artikel 2 wordt volstrekt geeil onderscheid gemaakt tusschen de schepen, yan welker inbeslagneming sprake is: de duidelijke bepalingen van het ver drag gelden voor alle schepen zonder onder scheid. Het kan dus niet aan twijfel onderhevig zijn, dat voor de verklaring, die Duitschland heeft laten uitgaan, dat het zich beschouwt als zijnde met Portugal in oorlogstoestand, deugdelijke gronden aanwezig zijn. Intus- sohen wordt daardoor in den feitelijken toe stand op het oorlogsierrein geene of althans slechts eene zeer geringe verandering ge bracht. De verhouding der krachten van de oorlogvoerenden ondergaat daardoor geene verandering van eenige beteekenis. Portu gal is wel een land met eene bevolking van zes millioen zielen, maar het verkeert mili tair, economisch en financieel niet in een toestand, die het als vijand ernstig in aan merking doet komen. Over de sterkte van het Portugeesche leger op oorlogsvoet schrijft de Neue Freie Presse: „In het geval van mobilisatie moeten, wanneer de van het jaar 1911 dateerende organisatie volledig in toepassing is ge bracht, derhalve eerst in 1922, aanwezig zijn: tien lichtingen actieve troepen van 30.000 man ieder, te zamen 300.000 man, die tengevolge van het natuurlijke verloop tot drie vierden verminderen, derhalve 225.000 man. Voorts tien lichtingen reser ve, eveneens op 225.000 man berekend, en acht lichtingen territoriale troepen, sterk 180.000 man. Wanneer het tempo in Portu gal niet is verhaast, dan kunnen thans nog slechts vijf lichtingen, elk van 30.000 man, in 't geheel 150.000 man, geoefend zijn. In 't geheel kan bijmobilisatie op een leger van Jioogstens 100.000 combattanten gere kend worden. Al het verdere staat op het papier. Over de waarde van de Portugeesche troe pen is het moeielijk een oordeel te vellen. Te oordeelen naar de omstandigheden, waar onder de vredesorganisatie is geregeld, is die waarde onmogelijk hoog te schatten." De Köln. Ztg. schrijft: „Wie aan het Por tugeesche leger der eerste linie 100.000 man als voor den huidigen oorlog bruikbare strijdmacht toekent, moet een onverbeter lijke optimist zijn." De osrloq. B e r I li n, 13 Maart. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hooldkwartier van hedc i voormiddag. Bij gunstige omstandigheden voor de waarneming was de werkzaamheid van de wederzijdsche artillerie op een groot deel van het front zeer levendig en behield aan beide zijden van de Maas en tot aan de Moezel toe een grooten graad van hevig heid. Behalve patrouille-gevechten aan de Som- me en het mislukken van een kleinen Fran- schen aanval in het Bois le Prétre, zijn er geene gebeurtenissen te berichten. Na een uitgebreider, verkenningsarbeid vielen onze yliegers mei succes de vijande lijke spoorwegwerken en plaatsen van huis vesting aan, inzonderheid aan den spoor weg ClermontVerdun. Er werden drie vijandelijke vliegtuigen vernietigd, twee in Champagne en een in het Maasgebied. P a r ij s, 13 Maart. (Havas.) Namiddag communiqué. Er had geen enkele infanterieactie plaats in de streek ten noorden van Verdun. Het bombardement duurde voort in den loop van den nacht op Bethincourt en in de streek van Douaumont, alsmede in de Woëvre- vlakten in de sectoren Moulainville en Ron- vaux. De Fransche artillerie toonde zioh zeer actief op het geheele front van het Bois le Prétre. Bij Croix-des-Champs drong eene afdeeling Fransche troepen in een Duitsche loopgraaf op een front van 200 Meters en ruimden de sappen. Na eenige verliezen te hebben berokkend aan de Duitschers, lcfeer- den zij in de Fransche Ilniën terug met een twintigtal gevangenen. P a r Ij s, 13 Maart. (R.) Avondcommt*. niquë. Ten noorden van Verdun nam het bom bardement in hevigheid toe westelijk van de Maas tegen de streek van Mort-Homme en het Bois Bourru. Onze batterijen beschoten troepenverzamelingen tusschen Forges en het Ravenbosch. Er was een middelmatige artillerie-arbeid ten ooslen van de Maas en in de Woëvre-vlakte, maar geene fhfanterie- actie gedurende den dag. De Duitschers vielen de loopgraven aan, die wij onlangs heroverden ten oosten van Seppois (Boven Elzas), maar ons artillerie- en infanterievuur dreef hen snel terug in hunne loopgravert. Onze artillerie schoot ten noorden van de Aisne vijandelijke werken stuk op verschei dene punten van het Vauclerc-plateau. Onze zware kanonnen bombardeerden Duitsche werken in Champagne en in de oostelijke Argonne. Onze vliegeniers waren heden merkwaar dig actief. Zes machines wierpen 130 bom men neer op het strategische station Breui- les, ten noorden van Verdun. Er werden talr rijke gevechten geleverd, waarin wij onbe twistbaar in het voordeel waren. Drie Duit sche vliegtuigen werden naar den grond ge bracht. Anderen zag men vallen, maar hunne vernieling werd niet vastgesteld. Londen, 1 3 H a a r t. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Generaal Hay bericht geslaagde bombar dementen op den spoorweg Rijssel—Armen- tières en te Hooge. De artillerie was zeer werkzaam in den omtrek van Loos. De vlie geniers legden eene groote activiteit oan den dag. Drie Duitsche machines werden naar beneden gebracht. Par ij s, 13 Maart. (Havas). De Temps schrijft, dat men met zekerheid weet, dot de Duitschers bij hun aanval op Verdun gebruik hebben gemaakt van de lichting 1916. Som mige compagnieën waren voor een derde van hun effectief samengesteld uit jonge sol daten, die in de maand Augustus ingelijfd werden en in December aan het front kwa men. Volgens de verklaringen van gevan genen, is het om de gapingen aan te vul len, die ontstaan zijn door de enorme ver liezen bij de aanvallen op 21 en 26 Fe bruari, dat Duitschland zijne jongste sol daten haastig in het vuur moest brengen. Berlijn, 13 Maart. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. De toestand in het oosten is in het alge meen onveranderd. W e e n e n, 1 3 Maart. (W. B.) Olficieel bericht van heden middag. Aan het BesShrabisch front en aan de Dnjestr zijn Russische aanvallen afgewezen. Overigens zijn er geene bijzondere gebeur tenissen voorgekomen. Petersburg, 13 Maart. (Tel.agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Aan het front in de streek van Riga had hét gew.one geweervuur plaats. Onze verken ners ondernamen eenige tochten. Een Duitsche pantserauto, die trachtte op onze loopgraven te vuren, werd door onze artillerie verdreven. Onder het bombardement in de streek van Ikskul namen wij waar, dat onze projec tielen met goed gevolg ontploften in vijan delijke batterijen en in Duitsche afdeelin- gen, die het dorp Borkowitz trachtten te naderen. In den sector Jacobstadt bombardeerden de Duitschers den omtrek van het station van Nieuw Seiburg. In den omtrek van Tennenfeldt en aan het front bij Dwinsk werd hevig artillerie- en geweervuur gewisseld en met bommen ge worpen. In Galicië, in de streek ten Zuid-Oosten van Kolji en aan de midden-Strypa, hadden wij verscheidene gevechten met vijandelijke patrouilles. Bij een van deze gevechten namen wij een geheelen vijandelijken wacht post, ongeveer 30 man, gevangen. Weenen, 13 Maart. (W. B.) Offi cieel bericht van heden middag. De verhoogde werkzaamheid van de Ita- liaonsche artillerie breidde zich uit op 'iel geheele Isonzofront. In den namiddag werd een vijandelijken aanval bij Jelz afgeslagen. Rome, 13 Maart. IR.) Officieel com muniqué. In de Alpenstreek waren raids van onze ski-troepen en artillerie-duels. Aan de Ison- zo werd de artillerie-arbeid belemmerd door het weder. Stoutmoedige infanterie-annval- len werden gericht tegen vijandelijke stellin gen. Ondanks het ongunstige terrein, wer- dert de vijandelijke werken door bommen be schadigd. ^De vijand ontwikkelde ook eene gmotett activiteit op het geheele front. B e r I ij n, 13 Maart. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit hei groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In den Balkan is de toestand over 't alge meen onveranderd. Weenen, 13 Maart. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het zuidoostelijke oórlogstooneel is de toestand onveranderd. Londen, 14 Maart. (R.) De Morningi Post bericht uit Athene, dat de Entente^ mogendheden Griekenland hebbel» verboden de eilanden van den Dodekanesos voortaan van levensmiddelen te voorzien. Dit zal ia het vervolg verricht worden door Italië. Londen, 12 Maar.t (R.) De Daily Moil bericht uit Odessa, dat eene Bulgaar- sche grenswacht bij Rahovo heeft gevuurd op een Rumeensch schip, dat in de Ru- meensche zóne lading innam uit een barge. Een Oostenrijksche kanonneerboot beval het schip zich naar den Bulgaorschen oever te begeven, en beschoot het, t8en dit ge weigerd werd. Rumeensche troepen antwoor den. Er waren verliezen aan beide zijden. Konstantlnopel, 13 Maai.l. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Uit het.Irak- en het Kaukasustront zijn geene berichten van belang ontvangen, fn den sector Felahie is een Engclsch vlieg tuig door ons vuur naar beneden gebracht. De bemanning werd door ontploffing van de aan boord aanwezige bommen gedood. Twee torpedojagers en een monitor wier pen eenige granaten op den omtrek van Jenl Kalo, aan de kust bij Smyrna en Tsjesj- me en trokken zich daarna terug. Petersburg, 13 Maart. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten ge- neralen staf. Aan het front In den Kaukasus hebbes wij de Turken opnieuw in de streek van de Kalopotamosrivier teruggeslagen. In Perzië hebben onze troepen bij da operaties tegen Kermonsjah acht vijande lijke kanonnen buitgemaakt. Konstantinopel, 12 Maart. (W. BJ Communiqué van het hoofdkwartier. Van het Irakfront werd geen bericht va» beteekenis ontvangen. Aan het Kaukasusfront waren in eenig» sectoren schermutselingen tusschen verken- ningsafdeelingen. In 't fijnste laken is 't meeste bedrog. Roman uit het Spaansch van A. PALACIO VALDèS. 17 - Ditavontuur bleef niet onopgemerkt door Soledad. Ofschoon zij in andere dingen niet zoo erg scherpzinnig was, was ze het wel els het er op aan kwam te raden, wat er in het hart van haar geliefde omging. Niets ontsnapte haar, noem een vroolijke, of een treurige gedachte, noch een meer of min onbestemd verlangen. Ze begreep dan ook dadelijk dat hij belang in Paca stelde, en haar het hof maakte. Hier hield haar op merkingsgave echter op, en ze zag niet dat Paca niet van die hofmakerij wilde weten, dat hij zoowel als alle andere mannen haar koud liet. Zij begreep het hooghartige en origineele karakter van haar vriendin niet. Daarom begon ze tegen haar te mokken, antwoordde haar zelfs niet als zij wat vroeg, an begon haar vinnige gezegden toe te du iven. Daar zij niet kon begrijpen dat het mo gelijk was, dat een vrouw de gunstbewijzen ran haar geliefde afwees, was ze ook over tuigd dat P#ca ze aannam. Deze merkte in hat begin niet op, wat er in Soledad om ging. Ze zag dat ze treurig en ernstig was, maar schreef dit toe aan den ongelukkigen toestand, waarin zij zich bevond. Eindelijk bemerkte ze dat Soledad jaloersch op haar was, en nam zich voor hier zoo gauw mo gelijk een eind aan te maken. Eens op een middag kwam zij alleen in den winkel. Soledad ontving haar koeltjes. Men wisselde een paar woordjes, en zooals altijd eindigde Paca met over T\et huwelijk van haar vriendin te spreken, vertelde haar van haar diplomatisch gedoe, en eindigde met haar moed' in te spreken. Soledad luis terde verstrooid toe, en zei eindelijk on geduldig: „Hoor's, Paca, geef je maar geen moeite meer. Ik verlang er niets meer naar om te trouwen. Beter dan ik het nu heb, kan ik het onmogelijk krijgen." „En sinds wanneer is dat zoo? 't Is nog niet lang gele"Hen, dat je er naar hunkerde gearmd met Velasquez naar het stadhuis te gaan", hernam Paca, geprikkeld door den minachtenden toon, waarop Soledad die woorden uitsprak. Deze antwoordde niet. Op haar beurt woedend door het zeggen van haar "Vrien- din, wilde ze opvliegen, maar hield zich in, en vergenoegde zich met een minachtend schouderophalen. Paca het geheel niet be grijpend, vroeg Toen antwoordde Soledad met een ge zicht, verwrongen door woede. „Zeg, vertel op, sinds wanneer dat „Sinds jij en Velasquez zoo op elkaar ge stild bent. Als Pepe 's komt te sterven, wil ill jullie niet in den weg staan. Paca begon te schaterlachen. „Dus Velasquez en ik zijn 't met elkaar eens, hè wat een gemeene streek. Een vriendin bedriegen die vertrouwen in me heeft, me alles zegt en me steeds bij alle gelegenheden om hulp vraagt. Uiterlijk heel lief, vol medelijden en beloften,,en achter den rug niets dan leugen en bedrog! Zeg, ik begrijp haast niet, hoe je je zoo kalm houdt, en me niet naar de andere wereld helpt." En ze wierp zich achterover in haar stoel, begon met haar zwarte krullen te spelen, maar haar hand beefde, niettegenstaande de kalmte, die ze veinsde. Soledad met het gezicht tusschen de handen, bleej wantrou wig voor zich staren. Paca kreeg eindelijk medelijden met haar. „Luister, Soledad je bent een schepsel, dat nog minder van de wereld weet dan een klein kind, je hebt geen ondervinding, en God heeft je ook geen hoofd gegeven om na te denken over wat er in te koop is. Omdat je me altijd vroolijk ziet, omdat ik drink en zing, en de malle praat van de mannen me niet verschrikt, verbeeld je je maar, dat ik klaar sta voor den eersten den besten, die een ha»d naar me uitsteekt. Ge loof dat niet. Ik heb een ziel, waarvan ik rekenschap moet geven aan God, en ik zou voor niets van de wereld ontrouw aan mijn Pepe willen worden. Want al denken jullie dat hij vervelend en suf is, hij is een man, die een drommels goed oordeel heeft. Zoo heb je ook lui, die zich verbeelden dat ze heel slim zijn, maar als het er op aan komt, hebben ze niets te vertellen. En een ding *ioet ie wetenais ik den een of anderen dag nog eens in verzoeking kom er met iemand van door te gaan, dan zal het zeker niet met Velasquez zijn. Want je weet wel dat ik nooit van blufferige mannen heb ge- hou'en. Neem me niet kwalijk, beste, dat :k je dat zoo rondliit zeg, maar je weet wel, smaken verschillen. De jouwe is, vind ik, zoo dat je er niet mee voor den dag kunt komen." Soledad bleef halsstarrig stilzwijgen. „Wat, ben je nog niet overtuigd. Nu, dan weet ik er wel een middeltje op. Je zei im mers dat Velasquez dadelijk weerom komt, is 't niet Vooruit, ga jij nu hier naast, dan kun je zien hoe dol ik op hem benEn kijk vooral goed door het sleutelgat, anders mochten we elkaar nog eens teekens ge ven om jou te bedriegen." De herbergierster stribbelde tegen, maar gaf eindelijk toe op aandringen van haar vriendin, en ook om de jaloerschheid, die haar rust verstoorde, van zich af te kunnen zetten. Even daarna kwam Velasquez thuis, en was in zijn nopjes, Paca alleen te vinden vooral toen hij hoorde dat Soledad naar een vriendin was gegaan en nog wel 'n tijdje uit blijven zou. Het kon niet mooier, vond de onverbeterlijke hofmaker. Hij ging op een stoel zitten, die buiten den toonbank stond, in zijn vuistje lachend, ofschoon hij uiterlijk dè koele en trotsche houding hield, die hem eigen was. Slechts zelden had hij gelegenheid alleen met de vrouw van Pepe te spreken. Nu hij deze had, wilde hij er ook gebruik van maken. „Ik ben zoo moe, padre." „Rust dan uit, m'n jongen." „Veroorlooft zijn heiligheid mij zijn hand te kussen?" „Zijn heiligheid geeft zijn hand niet te kussen aan schelmen." „Dat doet me pleizier. Dan kan uw ge nade hem mij geven, want ik ben een braaf man." „Wat jij je hebt geen greintje schaam tegevoel en hebt het ook nooit gehad." „Gelooft u dat toch niet. Als dat waar was, had ik al lang eenige dingen gezegd die me zwaar op het hart liggen." „Laat ze dan maar gerust, waar ze zijn. Als je ze al zoo lang bewaard hebt, zullen ze wel bedorven zijn." „De prieslers zijn verplicht alle zondaar* den biecht af te nemen. „Maar alleen hen, die berouw hebben. „Dot heb ik, padre Francisco." „Jij leef dan niet langer zoo slecht. Trouw met Soledad." Velasquez barstte in lachen uit. „Eindelijk komt dat weer op de proppen. Ik verwonderde mij al, dat dat zoo lang uit bleef." „Ja, eindelijk hè? En ik zal zoolang mijn best doen, als ik spreken kan." „God bewaar me, dan zal ik wel geduld moeten hebben tot den jongsten dag. Eer* der zei de zee geen water meer hebben, ei* zull«cj er geen stenen aan den hemel schi.U neiv voor dat jij niet meer praten kunt Wordt «ervolyd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1