„DE EEMLAN DER". Zaterdag 18 Maart 1916. BINNENLAND. FEUILLETON, SOLEDAD. N* 223 Tweede Blad. 14-" Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co/ Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. FOORISCH DAGBL i. «j J F- A. EBBINGE WUBBEN. ^Hoofdredactie: j M|. VAN SCHAARDENBURO. 'F ABONNEMENTSPRIJS: Ptf 3 maand cd voor Amersfoort f 1JIO® Idem franco por post P.r week (mot gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO. Mzonderlijke nummers 0.05. (Vekelijkeob bijvoegsel Dl Rollaniecht Huisvrouw" (onder redactie van Thérèse Hoven) per mnd. cl». Wekelpksoh bijvoegsel ,Pak me mee" per 8 mnd. 40 ets. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 rogelsf j.(jo. Like regel moor«0.10e Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbotaiing. Grooto lettors naar pluataruimla. Voor handel on bedryt bestuan zeer voordooligo bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnomen t. Eono circulaire, bovattonde do voorwaurdon, wordt on aanvraag toegezonden. De Staatscourant van Vrijdag 17 Maart £evat o. a. de volgende Koninklijke beslui- len benoemd tot ingenieur-verificateur bij het Kadaster te Assen, F. H. A. J. Bingen, thans landmeter bij het kadaster te Amsterdam; op non-activiteit gesteld, ter zake tijdelijke ongesteldheid, de majoors B. M. J. Sark en P. H. J. L. Llenders, van het 22e en van het I7e regiment infanterie; benoemd tot lid van het Hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis, dr. A. Hal- li ertsma, gepensionneerd dirigeerend offi cier van gezondh. Ie kl. bij het Indische le ger, Jhr. Mr. Dr. W. Röell, kamerheer ln bui tengewonen dienst van de Koningin, eerste cecretaris van het Internationale bureau van het Permanente Hof van Arbitrage, J, P. Koolemans Beijnen, gepensionneerd kolonel met den rang van generaal-majoor; bevorderd tot hoofdcommies der telegra fie, G. Blok, L. Vlaanderen, J. Andrlessen, allen thans commies le klasse. De nieuwe etaatsleenlng. Naar wij uit goede bron vernemen ligt het ln de bedoeling de prospectie en inschrij vingsbiljetten voor de nieuwe 4K Staat- leening Ven 125,000,000 met ingang van 21 Maart 1916 voor het publiek verkrijgbaar te stellen, en wel bij het agentschap van het Ministerie van Financiën, bij alle betaal meesterskantoren (behalve dat te Amster dam), bij de kantoren van ontvangers der di recte belastingen op plaatsen waar geen be taalmeester gevestigd is, en eindelijk bij alle postkantoren. Als inschrijvingsdagen werden genoemd 27, 28 en 29 Maart a.s. De inschrijving zal openstaan bij de hierboven genoemde kan toren behalve de postkantoren. Eindelijk vernamen wij, dat de eerste der vier stortingstermijnen zal bepaald worden op 1 tot en met 8 Mei 1916. Kostwinnerschap militai ren. Naar vernomen wordt zal mr. Men- dels de volgende vraag richten tot den mi nister van oorlog; x In de vergadering van de Tujeede Kamer op 4 Februari j.l. heelt de minister medege deeld, ten spoedigste een wetsontwerp te zullen indienen om het maximum der militai re vergoeding ter zake van kostwinnerschap te brengen op twee gulden. Is de minister in staat mede te deelen, te gen wanneer de indiening van een dusdanig wetsontwerp kan worden verwacht? De volgende alphabetische aanbeve lingslijst is opgemaakt voor kantonrechter te Bolsward Mr. Dr. N. Hofstee, A. N. L. Otten, J. A. van Pesch, griffiers aan de kan tongerechten respectievelijk te Leeuwarden, Almelo en Harderwijk. H. H. B e e 1 s. d Te Heemstede is op 88-jarigen leeftijd overleden de heer H. H. Beels, ambachtsheer van Heemstede en commissaris van een aantal ondernemingen. ■ederland en da oorlog, O» Tubantia. Het was, zegt de N. R. Ct., Donderdag in den namiddag in het gebouw van het loodswezen aan den Hoek van Holland een ongewone rumoerigheid. Passa- giess en bemanning krioelden daar rond ln de meest zonderlinge kleedij, ver- frisschten zich, ngebruikten een warme dronk en trachtten weer wat op hun ver haal te komen. De vrouwen met loshan gende haren, met dekens geslagen om hun nachtgewaad, in morgenjapon; mannen in oliejassen, in badjassen, bijna allen zonder hoofddeksel, dikwijls zonder broek, zonder schoenen; meisjes en eenige jonge kinderen, allen nog met den schrik op het gelaat, en daartusschen door de leden van de beman ning, matrozen en stokers, eenige van de officieren, zij gaven daar een welsprekend beeld van de beteekenis van een van die vele zeerampen, aan het lezen waarvan wij jn den laatsten tijd ook alweer zijn ge woon geraakt. Zij allen werden zoo goed mogelijk verzorgd; een gedeelte van hen vond in het hotel America een gastvrij ont haal, en daar scheen het leed alweer bijna vergeten en dachten de schipbreukelingen voor een oogenblik niet aan hetgeen hun was overkomen en aan het verlies van al hun hebben en houden. Wij hebben daar nog een Hollander ge sproken, die op de terugreis was naar zijn vrouw te Buenos-Ayres. Ik stond voor de boot, die'mij tevoren was aangewezen, vertelde de man ons. Een vrouw komt naar mij toe en geeft mij een kind van een jaar of vijf. Zorgt u voor het kind, mijnheer. Een reisdeken had ik mee genomen; het kind had niets anders aan dan een hempje. Ik wikkel het in mijn reisdeken en heb het bij mij gehouden, tot op de Bre da; daar ben ik het kwijt geraakt. Ik ben er gaan zitten in een hoekje. Het was er zoo koud, zoo koud. De heb den kok iets te eten gevraagd en -hij gaf mij een stuk kaas. Ik heb het opgegeten, maar het is er niet inge- bleven. Toen ben ik maar weer gaan zitten en ik heb niets meer gezegd; ik kon niet spreken. En toen wij hier aan wal kwamen, ben ik gaan loopen huilen als een kind; ik kon er niets aan doen. En nu hier aan tafel vind ik ineens weer het kind met de moeder naast me zitten. Ik ga niet meer over zee, zoolang de oorlog duurt. Zooals wij zeiden, het wns helder weer, het schip is langen tijd drijvende gebleven; de booten konden allen worden uitgezet en er kwam al gauw hulp, van de Breda, van de la Campine, van de Gorredijk, van de Krakatau, van de torpedobooten, zoodat, wat de menschenlevens betreft, deze ramp een gunstig verloop kon hebben. Maar wie van nabij hoort en ziet wat het beteekent; een schip getorpedeerd, die beseft maar al te duidelijk de rampzalige gevolgen van de zen meedoogenloozen zeeoorlog en die be grijpt eenigszins het verschrikkelijke van de ze torpedeeringen zonder eenige vooraf gaande waarschuwing, die, dikwijls in den donkeren nacht en bij slecht weer, een aan tal onschuldigen en non-combattanten prijs geven aan de grootste ellende en ontberin gen, veelal aan een wissen, ellendigen dood. De heer Henry Hoedemaker uit Amster dam deed aan het Hbld. nog mededeellng van het volgende incident. Om ongeveer 7 uur kwamen zij en an dere schipbreukelingen bij den Noord-Hin der aan, waar zij met alle zorg behandeld werden. Tegen 10 uur kwamen twea te hulp geroepen Nederlandsche torpedobooten hen van daar afhalen. Hierbij deed zich nog een kort Incident voor. Nauwelijks waren de schepen den Noord-Hinder genaderd, of van de andere zijde naderde een Engelsche torpedoboot, die onze Hollandsche oorlogsbodems voor Duitsche aanzag en „cledar for action" met volle kracht kwam aanvaren. Een kort ge sprek was voldoende om het, misverstand uit den weg te ruimen, waarna de Engelsch- man weder verdween. Een Duitsche voorstelling. 't Correspondentiebureau Norden meldt: Met betrekking tot de ramp van de Tu bantia vernemen wij van welingelichte zijde, dat het reeds bij voorbaat vaststaat, dat géén Duitsche duikboot bij de scheepsramp be trokken is geweest. Gelijk te Berlijn moet worden aangenomen is de Tubantia waar schijnlijk op een Engelsche mijn geloopen. De geheele bemanning gered. Namens de directie van den Koninklijken Hollandschen Lloyd werd meegedeeld, dat van de bemanning niemand vermist is. Som mige leden der bemanning werden zeer lioht gewond. Een der stokers is aan den voet gewond. Wat de passagiers betreft, daarvan kon de directie nog niets met zekerheid mededee- len, daar nog niet alle opgaven der schepen, die passagiers hadden opgenomen, waren binnengekomen. Duikboot opgebracht? Het Nederlandsche stoomschip „Berkel- stroom". Donderdag van Londen te IJmui- den binnengekomen, moet gezien hebben, dat een groote Duitsche duikboot de Theems werd opgebracht Vermoedelijk is het de U 7 geweest. e cacao-industrie. De conferentie tusschen den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de com missie uit de cacaofabrikanten en de uitvoe rende commissie der N. O. T., welke gister te 12 uur aan 's ministers departement werd gehouden en ongeveer 1 uur duurde, heeft, naar uit goede bron vernomen wordt, nog niet tot een definitief resultaat geleid. Naar aanleiding der gevoerde besprekingen zullen de cacaofabrikanten wederom een vergade ring houden, teneinde tot overeenstemming te komen omtrent de verder te volgen ge dragslijn, waarna waarschijnlijk een tweede conferentie met den minister en de uitvoe rende commissie der N. O. T. zal worden gehouden.. Immoreele handel. In de Middelburgsche Courant kwam de zer dagen een artikel voor, waarin onthul lingen werden gedaan omtrent het opkoopen bij een aantal winkeliers in Zeeland van cacao en chocolade, die in kleine hoeveel heden, welke daar in magazijnen werden verzameld, om later als z.g. „N. O. T.-vrij" te worden uitgevoerd. Naar wij vernemen laat de N. O. T. naar aanleiding van deze mede- deelingen een ernstig onderzoek Instellen, waartoe ln het begin dezer week een inspec teur der N. O. T. naar Middelburg is ver trokken, ten einde daar en ln andere plaat sen van Zeeland na te gaan wie zich aan deze misbruiken schuldig maken en welke de omvang is van het gesignaleerde euvel, x Onze graanvoorraad. Het Hbld. schrijft: Onze tarwevoorraad is den laasten tijd ge ducht aan het verminderen. Wel bestaat er voorloopig nog geen kans, dat we voor een tekort zullen staan, maar in bevoegde krin gen wordt toch aan het feit alle aandacht geschonken. De oorzaak ligt voornamelijk In het opont houd, dat onze schepen hebben, ten gevolge van de herhaalde aanhoudingen, waardoor het gebrek aan scheepsruimte in belangrijke mate verergert. De tarwe die nu nog aan komt, wordt van uit Rotterdam rechtstreeks over de fabrieken gedistribueerd. Verschil lende schepen met tarwe zijn thans onder weg en met de lading daarvan hoopt men den reserve-voorraad ln ons land te vergroo- ten. Is eenmaal de schepenwet ln het Staatsblad verschenen, waardoor de Regee- ring bevoegdheid heeft aan het uitvaren be paalde voorwaarden te verbinden, dan zal zelfs de mogelijkheid van een dreigend te kort zijn verdwenen. Distributievarkens. Het Rijks Central Administratiekantoor voor - de distributie van levensmiddelen heeft thans officieel aan de burgemeesters doen weten, dat In de week van 19 tot 25 Maart geen varkens kunnen worden geleverd, met ver melding, dat in de week van 26 Maart tot 1 April de levering wederom zal plaats heb ben. Naar het Hbld. verneemt, is het echter niet zeker dat de aflevering zal plaats heb ben tot het volle aantal der gevraagde hoe veelheden. Aardappelen van hef Steuncomité. Het Koninklijk Nationaal Steuncomité, dat ook zorgt voor de voorziening in de behoef ten van de Nederlanders, die in België en Duitschland verblijf houden, heeft tot dusver 40 wagons aardappelen verzonden. Gisteren heeft het, door bemiddeling van het Rijks centraal administratiekantoor voor de distri butie van levensmiddelen en de aordappel- vereeniging, opnieuw 10 wagons (10.000 K.G.) aardappelen gekocht voor onze land- genooten in Brussel, Antwerpen, Gent en Luik. Het zijn Zeeuwsche industrieaardappe len, die worden geleverd voor 480 per wagon franco Brussel. (Hbld.) Huiden. De beruchte zaak van de 100,000 buldert krijgt, naar uit Rotterdam wordt vernomen/ deze week haar beslag, vermoedelijk in on, gunstigen zin. De duurtetoeslag. Op de laatstgehouden bestuursvergadering der Vereeniging van beambten der departe menten van Algemeen bestuur en hooge col leges van staat werd eenparig het besluit ge nomen, om bij verschillende Kamerleden er op aan te dringen, dat het wetsontwerp |-e.- tvelfende den duurtetoeslag spoedig zal woi- den behandeld en dat bij eventueele ver werping het aangevraagde bedrag voor ver hooging der tractemenlen zal worden aan gewend. Dit laatse verzoek werd gedaan in verba .4 met de verwerping van het ontwei p voor den duurtetoeslag in 1913 door de Eerste Ka mer, die van meening was, dot de regeering haar ambtenaren en beambten dusdanig moest bezoldigen, dat zij zich in alle om standigheden kunnen redden. Oorlogsweezen en Belgische vluchtelingen. Het Office beige verzoekt ons opneming van het volgende; Wij vernemen van een uiterst belangrijke stichting in Nederland door middel van in Engeland samengebrachte, gelden. Het doel er van is de ondersteuning van oorlogswee- zen, thans in Nederland verblijvende. Het comité is voornemens tijdelijke loka len in te richten, waar de kleinen zullen op genomen, verzorgd en onderwezen worden en aan kundige handen toevertrouwd. Personen, die kinderen kennen welke zich' in die omstandigheden bevinden, wordt ver zocht hun adressen in te zenden aan den heer J. De Bueger, 17 Lange Voorhout ta 's-Gravenhage. Deze is met het beheer van dit werk belast, terwijl het bestur in han den komt van mevr. Van de Werve, bijge staan door den heer dr. Dallemagne. Een comité is in Engeland gesticht vooi den her-opbouw en het herstel van België; Dit comité heeft zeer belangrijke geldsom men verzameld en wil van nu af steun ven- leenen aan alle personen, wier huizen ten gevolge van den oorlog vernietigd zijn. Den Belgischen vluchtelingen ln Neder land die zich in bedoelde omstandigheden bevinden, wordt verzocht zich schriftelijk te wenden tot dhr. De Bueger, 17 Lange Vdhr. hout te 's-Gravenhage. Het Engelsche comi té stelt ter beschikking van de belangheb benden uitneembare woonhuisjes, die van nu of in Nederland kunnen opgesteld wor den. De woonhuisjes zouden eigendom wor den van de rechthebbenden, die ze na de vijandelijkheden naar België kunnen doen overbrengen. D e s e r t e u r s. Bij Baarle Nassau (rechtten vier Duitschers over de grens te komen. Eén werd doodgeschoten, twee door den electrischen draad gedood, één heeif Nederland bereikt. Deze deserteur, een Bei er, had zoowel aan het oost- als westfront gestreden, was negen maal gewond en nut T Roman uit het Spaansch van A. PALACIO VALDèS. 21 „Dat zou ik wel laten want ik weef uit Ondervinding dat je tot zulke dingen en nog wel ergere in staat bent." Het gelaat van Velasquez vertrok van woede bij het hooren van deze beleedigen- de woorden. Hij nam zijn stok, en sloeg er haar meeen bij dien eenen slag was het niet gebleven, als de anderen niet tusschen- beide waren gekomen. Allen verweten hem zijn barbaarsche behandeling, maar de Majo luisterde nergens naar. Half gek van woede trachtte hij zich los te rukken en dit niet kunnende \erkrijgen, wreekte hij zich zoo goed mogelijk door haar uit te schelden voor alles wat hem in den mond kwam. „Laat me los, laat me toch los, want ik wil haar vertrappenIk wil dat ze haar heele leven aan mij blijft denkenWat verbeelden jullie je wel dat ik me laat uit schelden door zoo'n nietswaardige, die ik uit medelijden van de straat opgeraapt heb I" „Hoor eens Velasquez zeg niet dingen, die je later berouwen kunnenje bent heelemaal buiten jezelf en weet niet wat je kalmeer toch; zulke gevalletje» hts- schen twee die elkaar lief hebben zijn toch van geen belang", bracht de oude Rafaël in het midden. „Wat? ik deze vrouw liefhebben?... Ik zou zoo blij zijn als een engel als ik haar kwijt waswant ze hangt mij de keel uitEn nu weten jullie alles." Op deze wijze ging hij door verwenschin- gen uit te braken. En Soledad bij het hooren ervan werd doodsbleek en zonder iets te antwoorden ging ze haastig de deur uit. J t» Hoofdstuk VIII, Buiten gekomen rende ze als een beze tene de straten door zonder te weten waar ze heen ging. Haar hart klopte alsof het barsten zou, haar hoofd was gloeiend en een koortsige rilling ging over haar heen die de vlugge beweging niet kon temperen. Na eenige oogenblikken stond ze voor haar huis. Ze bleef een oogenblik onbeweeglijk staan en legde daarna haar hand op 't voor hoofd, alsof ze hiermee haar zoo verwarde gedachten tot orde wilde roepen. Zij-voelde innerlijk iets dat haar vrij wat meer brandde dan de vreeselijke slag en dat waren de af schuwelijke dingen die Velasquez in het bijzijn van anderen gezegd hadze hangt mij de keel uit I ik heb haar van den straat opgeraapt l Ze wilde in dezen staat van opgewonden heid den winkel niet binnengaan, liep om het huis heen en ging op een bank zitten. Tot hiertoe was ze uiterlijk betrekkelijk kalm arebleven, maar pu werd het haar te kras en ze barstte in snikken uit. Eindelijk stond ze op en het scheen alsof ze eene andere vrouw geworden^was. Als in haar eenvoudig gemoed eene gedachte opkwam maakte die zich zoo van haar meester dat er voor andere gedachten geen plaats meer overbleef. Nu was deze gedachteals hij niet van mij houdt waarom zou ik dan van hem houden? En hierop zette zij zich zoo vast dat hare liefde een crisis onderging en haar besluit na eenige oogenblikken on voorwaardelijk was genomen. Ze veegde hare tranen af, wachtte nog even tot het zewindje zooveel mogelijk de sporen van verdriet had doen verdwijnen, en geheel tot kalmte gekomen, ging ze den winkel bin nen. De weinige personen, die zich daar be vonden groetten haar vriendelijk. Joselillo vroeg haar of hij voor eenige boodschappen uit mocht, maar ze gaf geen toestemming, want ze had boven wat te verrichten. In haar kamer gekomen, haalde ze al haar linnen en verder toebehooren uit de kasten en pakte het in den koffer. Ze ging heenze ging onmiddellijk heen. Terwijl ze zorgvul dig pakte, dacht ze na waar ze heen zou gaan. Zonder twijfel was het beste naar hare moeder en opnieuw tfe gaan werken zooals vroeger, maar dien nacht moest ze toch een onderdak hebben. Ze dacht na over Paca, deze kon haar best herbergen. Maar den kende aan wat er tusschen haar beiden was voorgevallen zag ze er van af naar deze te gaan en besloot bij Maria Manuela af te stappen en met den vroegsten trein te ver trekken Velasquez nadat hij aan zijne woede en trots den teugel gevierd had, begon weer te praten en grappen te maken alsof er niets gebeurd was. Maar wel voelde hij innerlijk een vage ongerustheid, iets dat op berouw leek maar dat ook wel vrees kon zijn voor de fatale gevolgen die de wanhoop van zijn lief na zich kon slepen. Eene wanhopende vrouw is tot alles in staat. Hij was bang dat zij zich van den muur zou gaan werpen of luciferskoppen inslikken, en zoo kwam 't dat het niet lang duurde dat hij afscheid nam van het gezelschap en naar huis ging om zich te vergewissen of er wat vreeselijks voorgevallen was, en zoo niet met het hof felijk voornemen vrede te sluiten met zijn meisje als die er tenminste ooren naar had. Bij het binnenkomen vroeg hij met ge veinsde onverschilligheid naar haar en toen men hem zeide dat ze al naar haar kamer gegaan was, was hij gerust. Hij bleef eenige oogenblikken met zijn klanten praten en ging gauw naar boven. Bij het binnenkomen van zijn kamer zag hij Soledad in den gang een japon afborste len. Hij had de grootheid van ziel haar goe den dag te zeggen. Ze keek hem nauwlijks aan en beantwoordde ernstig zijn groet. El guapo was uiterst verbaasd, hij had gedacht haar in tranen te vinden of bevangen door een van die zenuwachtige lachbuien waar ze zoo dikwijls last van had. Deze kalmte en vooral de onverschilligheid van haar blik en manier van groeten hinderden hem. Het deed zijn goed voornemen voor verzoening als sneeuw voor den zon wegsmelten. Hij haalde een paar -koopboeken uit de kast, stak de lamp aan, want het begon al donker te worden, ging zitten en begon de achter^ stallige rekeningen op te tellen. Het duurde echter niet lang of hij kwam tot de overtuig ging dat -hij geen hoofd voor rekenen h&dj Eerst de twist, daarna de ongerustheid had^ den hem te veel opgewonden om nu zijne gedachten te kunnen concentreeren. Ook werd hij afgeleid door een eigenaardig ge*' luid uit de naaste kamer alsof men er mei een koffer sleepte. Nieuwsgierig om hef fijne van de zaak te weten stond hij op, ging naar de slaapkamer en zog Soledad bovetf een koffer gebogen haar goed glad stnj* kende. „Wat doe je?" „Zie je dat niet? ik pak," antwoordde za droogjes zonder het hoofd om te keeren3 El guapo wist niet wat hij hoorde. y „Om heen te gaan?" „Goed geraden." -VA „Doe wat je niet laten kunt," zelde hij zijne hielen lichtende en naar zijn kamet gaande. Hij probeerde weer te werken maaf ziende dat het hem nu geheel onmogelijk was, legde hij zijn pen weg, deed zijn harw den in zijne zakken en bleef onbeweeglijk zitten staren. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1