Maandag 20 Maart 1916.
„DE EEMLANDER'.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
SOLEDAD.
«jaargang.
Bericht.
ABONNEMENTSPRIJS:
far 8 maanden voor Amersfoort f 1*00.
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers - O.Oö.
W«k«lijksoh bijvoonaal „Da Hollandacha Buiavrouw" (ond«r
redacti» v*n Thérè*. Hovon) per 8 mnd. 50 cis.
W.kelykeob bijvoegsel „Pak ma met" per 8 mnd, 40 ct».
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTI ËN:
Van 1—5 rogols
Elke rogol moor 0.10*
Dionstaanbiedingon 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lot tors naar plaatsruimte.
Voor hnndol en bodrijt bestaan zcor voordeolige bopalini
tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, bij nboimoir ut.
Lcno circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt 011
aanvraag toegezonden.
MM '9A A N F- A- EBBINGE WUBBEN.
Hoofdredactie i Mf Q j VAN SCHAARDENBURG.
Zi), die zich met 1 April a s.
opgeven als ahonnó op het
Amersfoortsch Dagblad ont
vangen de tot dien datum ver
schijnende nummers GRATIS.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort:
Gezien de circidaire van den Commissaris oer
Kom ngin in deze provincie, d.d. 11 Maart 1916,
No. 1013, betreffende melk voorziening, waarbij
ln vooruitzicht wordt gesteld, dat dagelijks aan
eiken melkveehouder door zijne tusschenkomst
1 cent per Liter in.de gemeente Amersfoort ver
bruikte consumpliemelk wordt uitbetaald, bo
ven den prijs, welke wordt betaald door den
slijter (8£ cent) of door den consument (11
cent);
Noodigt alle melkveehouders, zoowel in als
builen de gemeente Amersfoort, uit, aan den
Directeur van het Levensmiddelenbureau, Ap
pelmarkt 11, alhier, opgave te doen van de
hoeveelheid melk, welke door hen in de%naan-
den April tot en met October 1915 voor gebruik
in de gemeente Amersfoort werden geleverd
aan slijters, aan directe verbruikers of aan
•enige melkinrichting.
De Directeur van gemeld Levensmiddelenbu
reau is voor deze aangelegenheid op Maandag
20 en Dinsdag 21 Maart a.s. telkens van 912
v.m. of 23 uur n.m. voor melkveehouders to
spreken.
Amersfoort, 18 Maart 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
De financieele nasleep van
den wereldsirljd.
De Duitsche rijksdag heeft in de zitting,
waarvoor hij verleden Woensdag i$ bijeen
gekomen, zijne zorgen te wijden aan de'
financieele huishouding van het rijk. De
begrooting voor het dienstjaar 1916/17 moet
worden vastgesteld en in verband daarmee
moeten nieuwe belastingen worden gevo
teerd voor een bedrag van 480 millioen
mark. Dat is het bedrag, dat moet worden
geput uit de nieuwe bronnen van inkomst,
die men zich vóorstelt te openen, om het
hoofd te kunnen bieden aan de ontzettende
vermeerdering der uitgaven, die uit het voe
ren van den oorlog reeds is voortgevloeid.
Het einde van die vermeerdering is natuur
lijk nog op verre na niet te zien, en het
zijn dan ook slechts voorloopige maatrege
len, die worden voorgesteld om in den nood
van het oogenblik tijdelijk te voorzien. Voor
het maken v an definitieve regelingen is de
tfjd nog niet gekomen; daarvoor zal men
moeten wachten totdat het weer vrede is
geworden.
De begTOOting voor het nieuwe dienstjaar
van de Duitsche rijkshuishouding, dat met
1 April begint, vertoont deze eigenaardig
heid, dat de uitgaven, die voor het voeren
van den oorlog gevorderd worden, er niet
in zijn opgenomen. Het oorlogscrediet, dat
de rijksdag in December van het vorige jaar
heeft toegestaan, zal nog voor eenigen tijd
reiken. Als het verbruikt is, zullen nieuwe
gelden worden aangevraagd naar mate van
de behoefte. Zoolang de oorlog duurt, wor
den ook de blijvende uitgaven voor het be
stuur van leger en-vloot uit de oorlogscre-
dieten bestreden. Voor het loopende dienst
jaar had men nog de helft van het bedrag,
dat de dienst van leger ep vloot in vredes
tijd vordert, in de begrooting opgenomen.
Ditmaal heeft men dat achterwege gelaten,
zoodat In de nieuwe begrooting geen pen
ning voor rechtstreeksche oorlogskosten
voorkomt. Indirect zijn die kosten natuurlijk
wel merkbaar. Men vindt ze terug in de cij
fers van den dienst der rijkschuld. Rente en
aflossing van schuld komen ditmaal in de
begrooting voor met 2303 millioen mark,
tegenover 1268 millioen in het vorige jaar
en 270 millioen in het laatste vredesjaar.
Eene stijging dus van bijna twee milliard
mark! Inderdaad er is reden voor staats
secretaris Helfferich om bij de mededee-
ling van deze cijfers te zeggen: „Hier kon
digt zich midden in den oorlog een van de
grootste staatseconomische vraagstukken
aan, die wij in den vrede zullen hebben op
te losjes», een vraagstuk, waaraan wij niet
genoeg onze aandacht en zorg kunnen wij
den.''
Voorshands moet dit vraagstuk echter nog
op den achtergrond blijven; het moet wijken
voor wat voor het oogenblik allereerst dringt;
de vraag om te voorzien in de uitgaven, die
de oorlogvoering eischt. Over den omvang
van deze uitgaven bevat de rede van staats
secretaris Helfferich een overzicht, dat te
meer waard is om te worden gekend, omdat
het gelegenheid geelt om de uitgaven van
eenigen der oorlogvoerenden met elkaar te
vergelijken. Het is vervat in het gedeelte
van de rede, dat wij hier laten volgen:
„Onze maandelijke oovlogsultgaven wa
ren in de laatste maanden van 1915 boven
het bedrag van twee milliard gestegen. Ik
kan thans de verblijdende mededeeling
doen, dat de uitgaven voor Januari en
Februari beneden het bedrag van twee mil-
liarden zijn gebleven en dat wij ook in Maart
deze twee milliarden niet zullen bereiken of
althans niet zullen overschrijden. Dat betee-
kent, dat onze oorlogsuitgaven niet noe
menswaard hooger zijn dan voor een jaar.
Dat is bereikt ondanks eene aanzienlijke
vermeerdering van onze effectieve sterkte,
ondanks de verhooging der reusachtige in
spanning, die wij ons op het gebied van de
munitiebereiding getroosten. De dagelijk-
sche uitgaven van Engeland zullen inmid
dels 100 millioen bereikt hebben. Enge-
lands oorlogskosten zijn thans absoluut ge
nomen 50 pet. hooger dan de onzen. Per
hoofd van de bevolking bedragen zij om
streeks twee mark tegen een mark bij ons.
In Frankrijk hebben de oorlogskosten tot
dusver 18 milliarden francs bereikt. De laat
ste opgaven uit Rusland noemen 31 milliard
roebels. Onze oorlogskosten waren in dc
maanden Augustus tot December 1914 een
derde hooger dan in Engeland. Heden heeft
Engeland 50 meer dan wij; Frankrijk en
Rusland hebben ons bereikt. De dageliik-
sche oorlogskosten van onze tegenstanders
bedragen 240 millioen, de dagelijksche oor
logskosten van ons en onze bondgenooten
110 millioen mark. Ik kan heden zeggen, dal
onae dagelijksche oorlogskosten en die van
onze bondgenooten niet onbelangrijk bene
den de helft van die van onze tegenstanders
blijven. Het totale bedrag bereken ik bij ons
en onze bondgenooten op 50 is 55 milliar
den, bij de Entente met haren aanhang op
100 105 milliarden. De verhouding is on
geveer 1 tot 2."
Men ziet uit dit overzicht, dat de kosten
raming van den Duitschen staatssecretaris
sedert het vorig jaar niet onbelangrijk ge
stegen. Toen noemde hij voor alle oorlog
voerenden te zomen een bedrag van 520 a
530 millioen mark per dag; nu is zijné ra
ming 350 millioen. Het Is voor de Duitschers
eene kleine voldoening te weten, dat de
oorlog aan hunne tegenstandeis nog heel
wat meer kost dan aan hen zelf. Maar zij
kunnen toch slechts eene zeer betrekkelijke
blijdschap daarover voelen, wanneer zij
zien, dal als eerste nasleep van de enorme
kosten, die het voeren van den oorlog met
zich brengt, voor het dienstjaar 1916 17
voor nagenoeg een half milliard nieuwe be
lastingen noodig zijn, en daarbij de zeker
heid hebbn, dal dit nog maar een bschei-
den begin is.
De oorlog.
Berlijn, 19 Maart. (W. B.j Bericht
van het opeiste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten Noordoosten van Vermelles (ten Zui
den van het kanaal va;, La Bassée) ontna
men wij den Engelschen na een krachtige
voorbereiding door de artillerie en door het
op succesvolle wijze laten springen van vijf
mijnen de voordeelen, welke zij den 2en
Maart in. mijngevechten behaald hadden.
Van de bezetting, die grootendeels onder de
ingestorte aarde bedolven was, werden 30
overlevenden gevangen genomen. Tegen
aanvallen liepen op een mislukkig uit. De
stad Lens werd weder hevig door de En-
gelsche artillerie beschoten.
Terwijl ook de dag van gisteren op den
linker-Maasoever verliep, zonder dot zich
belangrijke gebeurtenissen voordeden, wer
den hedenmorgen vroeg aanvallen der
Franschen tegen den Mort Homme en ten
Oosten daarvan reeds in den panvang ver
ijdeld.
Op den rechter-Maasoever steeg de ac
tiviteit der artilelrie van tijd tot tijd zeer
aanzienlijk. Tegelijkertijd' ontwikkelden zich
op verscheidene punten ten Zuiden van het
fort Douaumont en ten Westen van het
dorp Vaux gevechten van man tegen man
om het bezit van enke'.e verdedigingswer
ken, welke gevechten nog niet geëindigd
zijn.
De Franschen werden gisteren uit de stel
ling hij de houtvesterswoning van Thiavilie
(ten Noordoosten van Badonviller), die den
4en Maart nan hen overgeluten was, door
een Duits;he ofdeeling verdreven.
Na de vernieling van de vijandelijke
schuilplaatsen en met medeneming van 41
gevangenen, keerden onze manschappen
weet naar hun loopgraven terug.
Wederzijds legden de vliegers eene leven
dige werkzaamheid aan den dagverken
ningstochten zoowel als aanvallen werden
ondernomen. Onze vliegtuigen vielen de
spoorwegwet ken in het traject Clermont
Verdun en Epinnl—LuieVesoul, alsmede
die ten Zuiden van Dijon aan. Door vijan
delijke bommen, op Metz geworpen, werden
drie burgers gekwetst. Van een Fransch
eskader, dat Mülhnusen en Habsheim aan
viel, werden vier vliegtuigen in de onmid
dellijke nabijheid van Mülhausen in een ge
vecht in de lucht neergeschoten. De inzit
tenden werden gedood.
In Mülhausen vielen tengevolge van den
aanval onder de bevolking zeven dooden en
dertien gewonden. In Habsheim werd een
soldaat gedood.
P a r ij s, 1 9 M a a r t. (Hot as.) Namiddag-
communiqué.
Ten oosten van de Maas ondernamen de
Duitschers na een hevig-bombardement een
vrij ievendigen aanval tegen Vaux en Dam-
ioup. De aanval der Duitschers werd door
het versperringsvuur der Franschen volko
men verijdeld. In den loop van den nacht
trad de infanterie niet actief op.
De actie der artillerie duurde met tus-
schenpoozen in de streek van Verdun voort.
In de streek van Verdun schoten Fronsche
vliegtuigen een Duilsch vliegtoestel neer,
dat brandend bij Montzevillc binnen de
Fransche linies viel.
Vijf Fransche vliegtuigen bombardeerden
het station van' Metz—Sablon» en een
Duilsch munitie-depot bij Chateau Salins en
het vliegkamp van Dieuze. Dertig bommen
van groot kaliber werden tijdens den tocht
geworpen, waarvan twintig op het sjation
van Metz.
Een Fransch eskader, bestaande uit 23
vliegtuigen, wierp 72 projectielen op het
vliegveld van Habsheim en het goederensta
tion van Mülhnusen. De Duitsche vliegma
chines bonden met de onzen den strijd aan.
Een Fransch en een Duitsch vliegtuig wer
den door mitrailleursvuur gedwongen te da
len, twee andere Duitsche vliegmachines
vielen in brandenden toestand neer. Drie
Fransche vliegtuigen daalden binnen de
Duitsche linies.
A v o n d c o m m u n i q u
Wij vernielden vijandelijke loopgraven ten
noorden van Reims.
Het bombardement verslapte merkbaar
ten noorden van Verdun. De vijand deed
heden geen aanval. De Fransche zware ar
tillerie bombardeerde dépots van den vijand
ten noordoosten van Saint-Mihiel.
B e r 1 ij n, 19 Maart. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De verwachte aanvallen der Russen zijn
aan het front van hot Dryswjaty-mecr tot aan
l'oslany en aan weerszijden var het Narocz-
nteer met groote hevigheid begonnen. Op
alle punten zijn de aanvallen van den vijand
onder buitengewoon zware verliezen volko.
men afgeslagen. Voor onze stellingen aan
weerszijden van het Narocz-moer worden
alleen 9270 gesneuvelde Russen geteld.
Onze eigen verliezen zijn zeer gering.
Ten Zuiden van het Wiszmef-meer namen
de artillerie-gevechten slechts in hevigheid
toe.
W e e n e n, 1 9 M a a r t. (W. B.) Of, iccl
communiqué van heden middag.
Aan de Dnjestr en aan het front in Bes-
sarabië heerschtc levendige bedrijvigheid
der vijandelijke artillerie. Op het bruggen
hoofd bij Uscieczko werd 's nachts ee lie
vig vuur van mijnenwerpers gericht. 1! 'en-
ochtend liet de vijand na eenige voorb i-
ding door de artillerie een mijn ontpi n,
waarop een aanval met handgranaten >!g-
de. Door de ontplolfing moest het cei rum
van de verdedigingslinie "eenipszins achter-
uitgebracht worden. Alle andere aanvallen
werden afgeslagen, waarbij eenige Rm son
werden gevangen genomen.
Petersburg, 19 Maart. (Tel. ent
schap). Communiqué van den grooten ne-
ralen stal.
In den sector Riga was een levendig vijan
delijk vuur op het brughoofd te Ikskul en
vei der zuidelijk. In den sector Jacobstadt was
een artillerieduel In het noordelijk gedeelte.
In de streek van Vidza kanonneerde onze
artillerie da Duitsche loopgraven.
Bij het dorp Medziony, ten zuiden van
Tverekz, trachtte de vijand een aanval te
beginnen; hij werd teruggeslagen. De vijan
delijke artillerie vuurde in de streek van het
gehucht Smorgon.
In de streek van de Boven-Slrypo maak
ten onze verkenners zich meester van een
vijandelijke loopgraaf bij het dorp Joeze-
forker.
Ro m e, 18 Maart. (R.) Officieel com
muniqué.
In de bergstreek was eene intense artil
lerie-actie. Wij hervatten de beschieting van
het station Toblach, waar zij zichtbare
schade en eenigen brand veroorzaakten.
Langs het geheele front duurde gisteren
de actie van onze afdeelingen, door infan
terie gesteund, voort.
We enen, 19 Maart. (W. B.) Officieel
communiqué van heden middag.
Aan de Beneden-Isonzo blijft het naar ver
houding rustig. Onze watervliegtuigen wier
pen herhaaldelijk bommen op de Italiaan-
sche batterijen bij den mond van de Sdobba.
De stad Görz werd door het vijandelijk zwaar
geschut opnieuw beschoten.
Aan het brughoofd van Tolmino zeiten
onze troepen hun aanvallen met succes
voort. Zij drongen vooruit over de straat van
Selo Ciginy en Westelijk voorbij de S. V,
Maria en sloegen verschillende tegenaanval
len op de veroverde stellingen af.
Ook ten Zuiden van Mrzli Vrh werd de
Ons hart eischt veel meer dan de we-
leld kan geven.
Roman uit het Spaansch van
A. PALACIO VALDèS.
22
Het leven dat er in den winkel gemaakt
werd drong niet tot hem door maar des te
beter hoorde hij Soledad heen en weer loo-
pen om alles wat haar toebehoorde te zoe
ken. Na eenige tijd vroeg ze om den hoek
(van de deur
f,Wilt U mijn koffer eens komen zien
T,W aarom
r,Om te zien- of ik wat meeneem wat U
toebehoort."
„Neen beste meid, ik weet wel dat *je
niets meeneemten is er iets dat in je
•maak valt, het is alles tot je beschikking."
„Dank U. Adiqs," was haar antwoord rich
Dmkeerende.
Toen ze de deur uit wilde gaan riep Ve
lasquez haar weerom„Wacht even."
Wat is er van uwen dienst?" vroeg te
•onder zich om te keeren.
„Kom wat dichter bij, ik kan je haast niet
beroepen."
v. Soledad kwam met tegenzin wat naderbij
„Waar wringt jou de schoen vandaag?"
vroeg hij lachend.
Soledad haalde met minachting de schou
ders op en zei rustig„Wees zoo goed me
te zeggen waar het op staat want ik heb
haast."
„Niets anders dan dat je stapelgek bent
en dat je daarom verdiende dat ik boos werd
en je een draai om je ooren gaf," antwoord
de Velasquez aldoor glimlachende.
„'t Is wel, Adios".
En ze lichte de hielen om weg te gaan,
maar Velasquez greep haar hand.
„Hoor eens begin geen grappen uit te ha
len, laten we het gevalletje toch niet erger
maken dan het is. Jij hebt me eenige grof
heden naar 't hoofd geworpen en ik jou als
antwoord geslagen. Dat is alleswe
moesten er nu maor niet meer over spréken.
Is de bui nu over
Het meisje rukte zich los en herhaalde
nogmaals
„'t Is wel. Adios I"
De oogen van „El guapo" flikkerden. Hij
stond op en haar vast aanziende, zeide hij
langzaam dreigend
„Hoor's meisje, pas op dat je niet te ver
gaat, want als ik eens te ver ga, en buiten
me zeiven raak, zul je er de gevolgen van
ondervinden."
„Maar dan ook zeker voor het laatst, dat
zweer ik je. Sla me, maak me dood als je
wilt piofiteer nu, want als ik op straat
ben, is alles tusschen ons uit."
De guapo keek haar nadenkend aan
Eindelijk barstte hij in lachen uit.
„Zes. wat scheelt je toch vandaag." i
„Niets, maar dat wil ik je wel zeggen, dat
we vandaag voor 't laatst met elkaar spre
ken."
„Genoeg," zei hij eindelijk ernstig wor
dend, „heb maar niet zoo'n praats, en ver
beeld je maar niet, dat ik onmogelijk buiten
je kan. Ruk maar zoo gauw mogelijk uit."
„Adios l"
„Adios f Zeg luister nog even. Ofschoon
je kunt doen wat je wilt, vind ik het erg
mal dat je nu weggaat, 't Is al avond en als
men je om dezen tijd uit mijn huis zag ko
men zou men gaan veronderstellen dat ik je
er uit had gegooid."
„Wees daar maar niet bang voor. Ik zal
er wel voor zorgen «an iedereen te vertel
len, dat ik zelf weggeloopen ben."
„In ieder geval zul je, door nu weg te
gaan, onnoodige praatjes in het leven roe
pen. Je moet nu een huis zoeken om te
overnachten en daar is de tijd nu juist niit
erg geschikt voor. Blijf hier slapen en ben
je morgen nog zoo koppig, dan kun je gaan
waar het je het best lijkt."
,/t Kan niet," hernam ze standvastig.
„Hoor's Soledad, wees niet kinderachtig.
Er is toch heelemaal geen reden voor deze
koppigheid Dat wat gebeurde is al zoo dik
wijls voorgevallen. Dat jij wat brutaal bent
geweesten ik wat onbeschoft. Dat is
toch heusch geen reden om van elkaar te
scheiden. Onze vriendschap is niet van
gister. Ik ken je van je geboorte af aan, en
was altijd je vader's beste vrind. Ik kan je
daarom onmogelijk midden op straat laten
staan. Jij bent voor <mij niet een wiiiekeu-
'rig iets, zooals een jachthond, die ie koopt
en verkoopt. Ik heb je. altijd met andere
oogen aangezien dan andere menschen, en
dat ik je soms wel eens sloeg, kwam omdat
ik je van kind afaan kende en ook door dat
onhebbelijk opvliegend humeur dat God me
gegeven heeft. Maar ik waardeer je, omdat
je een fatsoenlijk en eerlijk meisje bent en
na langen tijd begint men zich aan stoelen
te hechten, hoeveel te meer dan niet aan
menschen. Om je de waarheid te zeggen,
zoo lief als ik jou gehad heb, heb ik nog
nooit een vrouw lief gehad."
Soledad zag hem verbaasd aan. De rnojo
had de laatste woorden met ontroering'ge-
zegd.
„Dat kan alles wel waar zijn, maar ik ben
overtuigd, dat we elkaar onmogelijk geluk
kig kunnen maken," antwoordde het meisje
op zacht overtuigenden toon.
„Dat zeg je nu maar, omdat jij je niet
over je booze bui heen zetten kunt. Kom
hier, grappenmaakster, kom maar eens bij
me, dan zal ik je straffen voor de harde
woorden, die je me naar het hoofd hebt ge
gooid. Je verdient eigentlijk niet dat ik je
aankijk."
Tegelijkertijd nam hij haar hand in de
zijne, haar metden anderen hand om <$en
middel vattend, om hem op zijn knieën te
trekken, maar het meisje scheurde zich
ruw los.
„Laat me toch," zei ze, „ik heb gezegd
dat ik wegging, en kom niet op mijn woor
den terug."
Ei guapo was nu builen zichzelf van
woede en alle galanterie vergetend begon
hij haar op de grofste manier uit te schel
den.
„Maar mensch wat verbeeld jij je wel,
denk je dat ik er zoo op gesteld ben je in
huis te hebben, 't Is me nog al een ju
weeltje dat me ontsnapt. Ik heb al zoo lang
genoeg van je, maar heb altijd medelijden
met je gehad."
Soledad hoorde kalm dezen stroom van
beleedigingen aan. Toen hij even zijn mond
hield, ging ze, zonder een woord te zeggen,
de kamer uit, en liet Velasquez doorgaan
met razen. De vreeselijkste dingen riep hij
haar nog na, maar eindelijk kon hij niet
meer. Hij bleef daarna versuft, met open
oogen naar de zoldering zitten staren. Het
rumoer ln de herberg stoorde hem in zijn
overpeinzingen. Hij stond op, stak zijn
sigaret aan en ging zijn capa zoeken om
uit te gaan. Het eerste wat hij zag, was de
koffer van Soledad, die in het midden van
de slaapkamer stond. Hij liet de lamp, dio
hij in de hand had, op tafel staan en begon
zenuwachtig in de kamer heen en weer ie
loopen. De eene sigaret na de andere rook
te hij, al maar op en neer drentelende, tot
hij er duizelig van werd. Eindelijk, onte
vreden over zichzelf, haalde hij met een
minachtende beweging de schouders op,
gooide zijn eindje sigaret weg en deed zijn
capa om. Echter beneden de stemmen van
Senor Rafaël en Pepe de Chlclana hooren*
de, besloot hij naar den winkel te gaan en
eer praatje met hen te maken.
"Vnrdtr vtrvulgd*