„DE EEMLANDER".
Woensdag 29 Maart 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
SOLEDAD.
K
W" Jaargang.
Bericht.
Verspreids Berichten.
HnnMfiHiHt*. F' A- EBBINGE WUBBEN.
Hoofdredactie, j Mf D j yAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoort f I.OO.
Idem franco per post
Per week (met gratis verrekering tegen ongelukken) O. ÏO.
Afzonderlijke nummer» 0.05.
Wekeliikach brjvoezsel „De Hnllandtehe Huisrrouuf' (ond»r
redactie van ThérèR# Hoven) per 8 mnd. ÖO cis.
Wekelijksob bijvoegsel „Poè me mee" per 8 mnd. 40 Ctt*
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf /,50#
Elko regel meer0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbotaliug.
Groote letters naar plaatsruimte.
oor handel en bedrijt bestaan /eer voordooiigo bepalingen
tot het herhaald ad verteoren in dit Blad, bi| abonnoiuunt.
Eene circulairo, bevattonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Zij, die zich met 1 April a.s.
opgeven als abonné op het
Amersfoortsch Dagblad ont
vangen de tot dien datum ver
schijnende nummers GRATIS.
Politiek Overzicht
Stemmen ten gunste van
den vrede.
Een rede van den afgevaardigde Haase,
in de zitting van den Duitschen rijksdag
heeft tot gevolg had, dat de minderheid van
de sociaal-democratische rijksdagfractie zich
heeft afgescheiden en zich als eene zelfstan
dige fractie heeft geconstitueerd. De omstan
digheden, waaronder men thans in Duitsch-
land leeft, hebben daartoe geleid. Het
sterkst komt dat uit in het rumoer, dat ont
stond naar aanleiding van het door den spre
ker gezegde woord, dat diegenen de beste
vaderlanders zijn in alle landen, ook in
Duitschland, die na een twintig maanden
langen bloedigen oorlog er voor opkomen,
dat de volken zich met elkaar verstaan over
een oprechten vrede.
Dat mocht in den Duitschen rijksdag niet
worden gezegd, en het lid, dat zich daartoe
verstoutte, werd deswege van rechts en van
links voor een landsverrader uitgekreten.
Maar hef blijft niettemin waar, en van alles
wat in den tegenwoordigen toestand te be
treuren valt, is dit nog het meest betreurens
waard, dat op een twintigtal lede^j na de
geheele Duitsche rijksdag voor die waarheid
de ooren sluit.
Dat zou misschien anders zijn, als er eenlg
uitzicht bestond, dat eene stem ten gunste
van den vrede bij de tegenpartij een gunsti-
gen weerklank zou vinden. Maar dat schijnt
aan Duitsche zijde als iets ondenkbaars te
worden beschouwd. Daarom werd Haase,
toen hij in den rijksdag een woord ten gun
ste van den vrede liet hooren, gebrandmerkt
als een verrader van zijn vaderland, een
man, die onheil wil brengen over Duitsch
land.
Maar Is dat zoo ondenkbaar als men 't
zich voorstelt? Er is reden om dat in twijfel
te trekken. In het Britsche parlement is de
vraag hoe de oorlogstoestand is te beëindi
gen, reeds meer dan eens ter sprake ge
bracht. Aan de regeering is de vraag ge
steld of zij niet kon kenbaar maken, wat hare
voorwaarden zouden zijn bij eventueele vre
desonderhandelingen. Eerste minister As-
quith heeft daarop zeer hooghartig geant
woord. Hij heeft verwezen naar zijne beken
de verklaring, in de rede opgenomen, die
hij den Qen November 1914 in de Guildhall
heeft gehouden, en heeft gezegd: „Van dat
standpunt is de Britsche regeering geen tit
tel of jota afgeweken." Wat sedert dien da
tum op de verschillende oorlo^stooneelen
is gebeurd, zou anders aan de Entente wel
aanleiding kunnen geven om haar program
ma van eischen voor het herstel van den
vrede te herzien.
Van de Britsche regeering is vooralsnog
geene medewerking te verwachten, om weer
tot den vrede te komen. Dat mag men wel
uit hare in het openbaar afgelegde verkla
ringen afleiden. Maar de propaganda ten
gunste van den vrede in Engeland laat zich
daardoor niet afschrikken. De regeering kan
die propaganda wel belemmeren, maar zij
kan haar niet onderdrukken. Die propaganda
vindt in het parlement voorstanders, zooals
Snowden, Trevelyan, Ponsonby, Outhwaite,
Ramsay Macdonald, B. M. Mason en Sir
W. S. Byles, wier namen telkens in de de
batten terugkeeren. Buiten het parlement
voert de Independent Labour Party de pro
paganda. Dat is eene partij, die streeft naar
verbetering van den toestand die voor den
oorlog bestond, niet naar omwenteling. Se
dert het begin van den oorlog hebben zich
daarbij velen aangesloten, die zich met de
buitenlandsche politiek van de Britsche re
geering niet kunnen vereenigen.. De partij
heeft daardoor veel in aanzien gewonnen.
Ook het orgaan van de partij, de in Man
chester verschijnende Labour Leader, heeft
zijn lezerskring gedurende den oorlog zeer
uitgebreid. Dit blad komt met allen nadruk
op voor eene onbevreesde, goed georgani
seerde vredesbeweging; het schrijft:
„Het volk verlangt naar vrede, zooals het
nooit te voren naar vrede heeft verlangd. Het
ontzettende menschenverlies, de stilstand
aan het westelijke front, de onvermijdelijke
terugslag op de bij het begin van den oorlog
wakker geroepen hartstochten, de toepas
sing van de dienstwet, alles draagt hiertoe
bij. De stemming in het volk is nu eene ge
heel andere dan zij was voor zes, voor vier,
zelfs voor twee maanden. Oppervlakkig be
schouwd, drijft misschien nog de wil boven
om onder alle omstandigheden te volharden
tot aan de eindoverwinning. Maar wie twij
felt er nog aan, dat het volk met duizend
vreugden een voor alle betrokken partijen
eervollen vrede zou begroeten?"
De opvatting is dus niet juist, dat wan
neer in Duitschland stemmen opgaan ten
gunste van den vrede, die aan de andere
rijde zonder weerklank zullen blijven. De
vredespropaganda is in Engeland nog maar
fn haar begin, maar zij bestaat en laat zich
niet ontmoedigen do°r tegenwerking van
hoogerhand. Wanneer het besef daarvan in
Duitschland meer doordringt, dan zou de
aandrang tot herstel van den vrede, waar
voor nu voor het eerst in den Duitschen
rijksdag eene stem is opgegaan, daarin
steun kunnen vinden.
De oorlof?.
Berlijn, 28Maart. (W.-B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten zuiden van Saint-Eloi ontsponnen
zich levendige gevechten in handgemeen
aan de door de Engelschen opgeblazen trech
ters en op de daarbij zich aansluitende li-
Over den toestand in het strijdgebied aan
beide zijden van de Maas is niets nieuws te
berichten.
P a r ij s, 28 Maart. (Hevas). Namiddag
communiqué.
De nacht was rustig ten oosten van de
Maas. Er was eene vrij groote werkzaamheid
van de beide artillerieën bewesten de Maas
in de streek van Malancourt en in de
Woëvre aan den voet van de Maashoogten.
In het bosch van Parroy verrichtten de
Franschen een coup de main tegen een
Duitsch werk, waarvan de bezetting gedood
of gevangen gemaakt werd. De Franschen
lieten het werk springen en trokken zich
daarna terug.
Berlijn, 28 Maart (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op nieuw voerden de Russen versche
massa's aan tegen de Duitsche linie bij
Postawy. In dappere volharding trotseeren
daar de troepen van het korps uit Saar-
brücken de bestorming van den vijand. Voor
de aan hunne zijde strijdende Brandenbur
gers, Hannoveranen en Hallensers brak een
in vele golven aanrollende aanval van twee
Russische divisiën onder zware verliezen van
den tegenstander. Hetzelfde lot hadden ook
de des nachts nog herhaalde pogingen van
de aanvaller om den bij Mokrzycs verloren
grond terug te winnen.
Weenen, 28 Maart. (W.-B.). Offi
cieel bericht van heden middag.
Ten noorden van Bojan trachtten de Rus
sen na eenige opblazingen in onze versper
ringen bij herhaling in de stelling te drin
gen. Alle aanvallen werden onder aanzien
lijke vijandelijke verliezen afgewezen.
Ten noordoosten van de Strypa leed
eene nachtelijke aanvalspoging van eene
Russisohe afdeeling reeds sohipbreuk door
de goede uitwerking van onze voorveldmij-
nen.
Aan het Bessarabische front en bij Olyka
was een levendig vuur van de vijandelijke
artillerie.
Weenen, 28 Maart (W. B.) Of
ficieel bericht van heden middag.
De gevechten aan het brughoofd van
Görz duren voort. Ook in den sector van de
Doberdo-hoogvlakte begon een levendig
vuur van de beide artillerieën.
Van Italiaansche zijde geschiedden aon-
valspogingen aan de noordelijke helling
van den Monte San Michele en bij San
Martino, die met gemak werden afgewezen.
Ten oosten van Selz is het gevecht nog
in gang. Ook in den Ploecken-sector mis
lukten alle vijandelijke aanvallen. Voor het
strijdfront van het dappere Karintische veld-
jngersbataillon no. 8 liggen meer dan 100
doode Italianen.
Aan het Tirolsche front waren de ge-
schutgevechten alleen in Judikaris levendi
ger dan gewoonlijk.
Daar in Venetië een drukker spoorwegver
keer naar het Izonzofront werd vastgesteld,
bewierpen onze vliegers eenige objecten
van de daar aanwezige spoorwegen met
bommen.
Berlijn, 28 M a art. (W.-B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Bij de vervolging van de vijandelijke
luchtaanvallen op onze stellingen aan het
Doiranmeer kwam gisteren een Duitsch
luchteskader in de streek van Saloniki, dat de
nieuwe haven, de petroleumhaven en de
kampementen van de Entente troepen, ten
noorden van de stad overvloedig met bom
men bewierp.
Weenen, 28 Maart. (W.-B.). Offici
eel bericht van heden middag.
Er zijn geëne gebeurtenissen van het Bal
kanfront te berichten.
P a r ij s r 2 8 Maart. (Havas). Men ge
looft, dat van het gezonken stoomschip Min
neapolis 163 personen in Malta aan land
zijn gebracht; elf worden vermist. De Whtte
Star-maatschappij bericht, dat het aantal
slachtoffers van de torpedeering van de
Englishman tien bedraagt, waarvan vier
Amerikanen zijn.
Sofia, 28 Maart. (W. B.) Uit de Bul-
gaarsche pers blijkt, dat sedert de terug
komst van den Rumeenschen gezant Derus-
si naar Sofia eene nieuwe ontspanning in
de Bulgaarsch-Rumeensche betrekkingen is
ingetreden. De onderhandelingen, die De-
russi met de Bulgaarsche regeering heeft
geopend, zijn op eenige punten reeds ge
ëindigd, op andere zijn zij op den goeden
weg.
Volgens de Kambana is, behalve de door
zending van 1500 wagons Bulgaarsche goe
deren, die in Rumenië stil lagen, bereikt,
dat Rumenië den aanvoer toestaat van be
paalde hoeveelheden keukenzout, benzine
en petroleum en in plaats daarvan andere
goederen krijgt, inzonderheid tabak. Einde
lijk is van Rumeensche zijde weer de vraag
te berde gebracht van het bouwen van de
Donaubrug, die het eerst na den vrede van
Bukarest door Bulgarije werd aangeroerd.
Bulgaarsche ingenieurs hebben als plaats,
waar de brug zal komen, Sistow voorgesteld,
terwijl de Rumeensche deskundigen zich
nog niet hebben uitgesproken.
Par ij s, 28 Maart. (R.) De conferentie
van de geallieerden hervatte heden morgen
hare werkzaamheden. De komst van de ge
delegeerden in het departement van buiten
landsche zaken gaf wederom aanleiding tot
geestdriftige toejuichingen van eene talrijke
menigte.
Stockholm, 28 Maart. (Zweedsch
telegraafbureau). De rijksbibliothecaris Dahl-
gren, chef van de rijksbibliotheek, heeft
aan den minister van eeredienst medege
deeld, dat hij voor de rijksbibliotheek boe
ken in Parijs heeft besteld, die ook in Ko
penhagen zijn aangekomen. De Deensche
reederij Forened Dampskibsselkab verlang
de intusschen een waarborg, dat de boeken
niet' zouden worden uitgevoerd naar een te
gen Engeland oorlog voerenden staat. Deze
waarborg werd door de Engelsche autori
teiten geëischt als voorwaarde voor de vrij
lating van de boeken. De rijksbibliothekaris
verklaarde, dat hij zulk eene verzekering
niet kon onderteekenen, zonder daartoe ge
machtigd te zijn. Hij verzocht daarom dca
minister om instructie hoe hij moest harv*
delen.
Brussel, 27 Maart. (W. B.) Uit liet
onderzoek naar de handelingen van Loncin,
den particulieren secretaris van kardinaal
Mercier, is de gegrondheid gebleken van
de tegen hem opgevatte verdenking. Bij dc
huiszoeking bleek, dat Loncin nauw b» trok
ken was bij de organisatie van het zóoge-
naamde „Oeuvre du mot du soldat", waar
door met gebruikmaking van cijfer»dresser
een niet geoorloofde berichtendienst tus-
schen België en het vijandelijke front werd
onderhouden. Loncin is gevangen genomen.
Athene, 26 Maart. (Havas). Uit Kon-
stantinopel zijn betrouwbare berichten ont
vangen, die bevestigen, dat de econc v Ische
toestand van Turkije iederen dag verergert.
In de straten van Konstantinopel dol' n dui
zenden bewoners rond, zoekende nam voed
sel. Velen sterven van uitputting. Men
tracht een deel der bevolking naar de vila-
jets van Klein Azië over te brengen.
Londen, 28 Maart. (R.) In het lager
huis gaf Addison als vertegenwoordiger van
het munitie-ministerie verslag van eeniga
stakingen, die in het Clyde-district in den
laatsten tijd sporadisch zijn voorgekomen. Zij
werden veroorzaakt door een lichaam, dat
zich noemde het Clyde Workers Committee.
Deze stakingen stonden niet in verband met
industrieele kwestiën en werden door de
vakvereenigingen afgekeurd. De munitie
minister had de militaire autoriteit verzocht
zes belhamels te verwijderen. (Toejuichin-
gen)-
Amundsen heeft thans zijn plan, om van
kaap Barrow in het noorden van Alaska af
gaande, zijn schip in het ijs te brengen en
zich dan te laten meedrijven door het Noord-
poolbekken, weer opgevat.
De tweehonderdduizend kronen, die hem
voor deze expeditie in 1914 door de Noor-
sche Storthing waren toegestaan, doch die
waren ingetrokken bij het begin van den
oorlog, kunnen hem dank zij Noorwegens
gunstigen economischen toestand opnieuw
worden ingewilligd. Hij zal intusschen voor
den tocht, die nu, naar het voornemen luidt,
in den zomer van 1917 zal beginnen, niet
van de „Fram" gebruik maken, doch een
kleiner schip voor den ijsdrift laten bouwen
of zich een geschikten reeds bestaande»
poolvaarder daarvoor aanschaffen.
Vanwege den Ned. Anti-Oorlog-Raod
wordt medegedeeld
Het Engelsche tijdschrift „The Nation.*
bestrijdt in een hoofdartikel de politiek vam
hen, die voor den tijd na den oorlog eea
boycot van Duitsche goederen.
„Het zou zijn om te wanhopen aan dn
wereld en haar toekomst, indien wij moeten
aannemen dat daar steeds dezelfde verdee
ling in twee groepen zou bestaan, als vóói
den oorlog, en indien wij Duitschland vcot
Uw kinderen rdoeten zóó worden opge
voed, dat zij in staat zijn met eigen kracht
en op eigen wieken zich door het leven te
slaan.
Roman uit het Spaansch van
A. PALACIO VALDèS.
29
Het was hem echter totdusverre gelukt
rjn voorkomen te bewaren. Voor de buiten
wereld was Velasquez nog altijd de onfeil
bare meester des huizes en zij de trouwe,
onderworpene vrouw, die hem bediende»
Velcsquez wist echter heel goed dat alles
niets was dan komedie, dat zijn macht niets
meer was dan een schaduw en dat Soledad,
hoewel onzichtbaar, hem den voet op den
nek zette. Dit idee joeg hem voort als een
paard, dat de sporen voelt. Tot nu toe was
het hem gelukt het voor de wereld te ver
bergen en hij verbeeldde zich ook het voor
lichzelf te hebben verborgen. De treurige
waarheid, die zich bij hem opdrong, knaag
de echter aan zijn gemoed. Hij leefde ir. een
toestand van opgewondenheid, die hem op
het laatst onmogelijk werd en hij begreep
dat het noodig was er een eind aan te ma
ken, want dat hij anders in een aanval van
.woede nog eens stikken zou. En hij besloot
haar weer op haar plaats te zetten door
een onverwachte energieke maatregel. Hij
wachtte met geduld en was gedurende eeni
ge da^en nog onderworpener dan vroeger.
Eindelijk, toen hem de gelegenheid schoon
leek, stak hij de lont in het kruit, die de
uitbarsting ten gevolge moest hebben,
waarmee hij den vijand schrik meende aan
te zullen jagen en zijn macht te herwinnen.
Het was de dag van een stierengevecht. Hij
had Soledad beloofd haar mee te zullen
nemen, de plaatsen al genomen en ging
voor den tijd nog even een eindje loopen
om haar op het afgesproken uur af te halen.
Ondertusschen kleedde Soledad zich in
haar beste plunje, mooie zwarte japon, zij
den kousen, zwart verlakte schoentjes, zij
den mantonde, manilla en juweelen oorbel
len, Ze friseerde zich en tooide zich met
bloemen in het haar. Klaar zijnde, ging zij
voor in den winkel zitten wachten. Maar
het werd over den tijd en El guapo ver
scheen nog maar niet. Er ging een half uur
om, een uur en niemand verscheen. Einde
lijk vloog ze, buiten zich zelf van woede,
naar boven en smeet haar beste kleeren en
sieraden op den grond.
Velasquez kwam 's avonds thuis en deed
alsof ei*niets was voorgevallen. Alleen zei
hij onverschillig weg
„Neem me niet kwalijk dat ik je niet ben
komen halen, ik «ntmoette een oud vriend
uit Jerez en kon onmogelijk anders doen
dan hem je plast* aanbieden.
Soledad keek h«3m van ter zijde duister
len en bewaorca het stilzwijgen. Na een
>e£enbl& hcufcü: bij
„Je hebt weinig verloren. De stieren waren
vrij goed, maar de toreros verdienden in de
gevangenis te worden gestopt, 't "Was om je
doorl te lachen."
De herbergierster keek dreigend voor zich.
Eindelijk stond Velasquez van zijn stoel op en
naderde haar.
„Wat overkomt je, gitana? Uit je humeur?
Wees toch niet zoo gek, er komen nog zoo
veel stierengevechten waar jc mee heen
kunt...''
En hij wilde haar onder de kin vatten, maar
zij duwde hem van zich af en gilde uil:
„Ga toch heen, egoist! Je moest je de oogen
uit je hoofd schamen en in plaats van dat kom
je met flauwe praatjes. Ik heb genoeg van je,
zoo genoeg van je, dat ik het niet langer bij je
uit kan houden."
El guapo keek haar uit dc hoogte aan en
vroeg:
„Meen je dal werkelijk?"
„Of ik het meen!" riep ze uit, hem veront
waardigd aankijkend.
„Hoor 's. beste meid, eet je dan niet langer
op ^an ergernis. Als je leventje bij mij je niet
bevalt, dan weet jc wat je te doen staal."
Soledad keek hem verbaasd aan. El guapo
doorstond dien blik zonder met de oogen te
knippen. Eindelijk zei ze:
„Best. Als het zoo zijn moet, dan maar hoe
eerder hoe beter."
En met flinken pas ging ze naar boven.
Velasquez bleef onbewegelijk zitten staren
naar dc deur. waar Soledad uit was gegaan.
Na ccr.ige minuten kwam ze weer in den win
kel cn stapte hem voorhij zonder hem aan te
kijken. Maar de majo sneed haar den weg af.
Maar heb je den grap dan werkelijk in
ernst opgenomen?" riep hij met geveinsde
vroolijkheld uit. Weet je dan niet dat we met
een onverbreekbare keten aan elkaar verbon
den zijn.
Laat me toch met rust" riep het meisje uit.
Alles wat ik weet is, dat ik moe word van je
flauwiteiten en dal ik ze niet langer kan uit
slaan."
„Daar hoef je niet om weg te gaan, want ik
beloof je niets meer te zeggen of te doen dat
je belccdigen kan. De beleediging van dezen
middag zal de laatste zijn."
En hij liet haar niet doorgaan.
„Ik zeg je me door te laten, Velasquez" her
nam zij kalm maar beslist. Je wint er toch
niets bij mot me tegen te houden. Eindelijk
ging de majo tot smeekingen over, maar te
vergeefs. Hel jonge meisje luisterde onver
schillig toe en herhaalde beslist:
„Ik ga toch weg. Ik kan 't hier niet langer
uithouden."
Eindelijk vernederde Velasquez zich om
haar bij de kleeren terug te houden, haar te
smeeken en onmogelijke beloften te doen, zoo
dat Soledad aarzelde. Ze zag hem nog even
woedend aan, dreigde hem heusch weg te
gaan bij liet eerste harde woord, maar toen
eindelijk haar drift was bekoeld, besloot ze
dan toch te blijven.
Hoofdstuk XI.
En hij kwam niet weer in opstand. Die man
met zijn hoogmoedig karakter en altijd zoo
hard voor vrouwen die het ongeluk hadden
gehad hem lief te hebben, moest toch einde
lijk bukken onder het juk van een van haar.
Het was een hoog opvlammende hartstocht,
die h°m bijna de bezinning deed verliezen.
Van dien lijd af aan leefde hij in een zoele
maar tegelijk bijna onverdragelijke onrust
alsof hij een looverdrank had ingenomen, dl«
op hem de wraak deed neer komen van dq
godin der liefde, geprikkeld door zijn handel»
wijze tegenover haar. Hij verloor den lust in
drinkgelag cn In lange gesprekken, nam da
gitaar niet meer in handen cn kwam bijna niet
meer op straat. Hij werd zwaarmoedig, stik
zwijgend, ja zelfs indolent in de hoogste mate*
Zijn oogopslag had ook niet meer dat aanman
tigende, waardoor hij zich vroeger onder*
scheidde en over zijn lippen kwamen nid
meer de geestige gezegden, waarmee hij zo»
den slag had de vrouwen aan zich te onder*
werpen.
Tegenover Soledad schaamde hij zich nl<d
meer voor zijn onderwerping uit te komen*
Integendeel, het was een genot voor hem haa»
een of ander bijzonder bewijs van zijn ver*
eering te geven en hij kon naar zijn zin niei
lief genoeg voor haar zijn. Zij nam die lief*
kozïngen eerst aan met dankbaarheid en blijd*
schap, later met een zekere welwillendheid»
Slechts nu mi dan gaf zij ze terug, eindelijk
naarmate h$ er kwistiger mee werd, werd zij
steeds onverschilliger en toonde ronduit dat z#
er genoeg stn had.
Wordt vervolgt