„DE E EM LAN DER". Maandag 17 April 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. SOLFDAD. Bureau: U TREC H T SCH EST RAAT Politiek Overzicht Het duel Asquith Bethmann Hollweg. 14"" Jaargang F- A. EBBINOE WUBBEN. Hoofdredactie» j^r D j VAN sCHAARDENBURO Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: far 8 mundao »oor Amersfoort t J Idem frsooo por post -• P»I week (met gratis veraeksriag tagso ongelukkon) O. I O. Afsondsrl (jks nummers Wskslljksok bijrosgssl .D, Bolland tché BuUo.ou* (ondsr rsdactis ran ThérAss Ho.sn) per 8 mnd. 50 cis. Wskoljjkssh büro.gs.l ./W> sw par 8 mnd. et». Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—ft repelsf é.80. Elke regel nicerO. lO. Dienstaanbiedingen 25 cents hij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodryt bestaan zeor vooidoolige bepalingen tot het herhaald ad verteeren in dit Blad, bij abonnomont. Eene circulaire, bevattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. In den ïtrijd, dien de hoogste bewindslie den ven hef Duitsche rijk en van het ver- •enlgdfi koninkrijk van Groot-Brittannle met elkaar voeren, hebben wij, niet tonder leed wezen, eene aanwijzing gemist, waaraan zich Bet vestknoopen, zoo al niet de verwachting dat de strijdende partijen geneigd waren tot elkaar te komen, dan toch een indruk, dat zij minder scherp dan vroeger tegenover elkaar stonden. Wij konden in de rede van Asquith niet ontdekken, dat zich aan de eijde van de Entente eenige neiging begon te rertoonen om zich op een ander stand punt te plaatsen dan dat, wat is uitgedrukt in het wachtwoord der vernietiging van Duitschlands macht. In die opvatting staan •rij niet alleen. Ais voorbeeld kan worden ge wezen op het oordeel van de dagbladpers te Weenen, die, althans wat de meerderheid betreft, de meening uitdrukt, dat de rede ran Asquith met hare herhaling van het oude oorlogsdoel geene neiging toont om het voor de centrale mogendheden gun- 8tige verloop van den oorlog te erkennen en tot het einde van den oorlog den weg te helpen bereiden. 'viaar er Is ook eene andere opvatting, die vredestonen hoort klinken in de rede van Asquith. Die opvatting wordrtuitgedrukt ii organen, die in wijden kring verspreid zooals de Neue Freie Presse en de - erzeitung. Het eerstgenoemde orgaan t, dat de rede ais geheel moet worden -f .lomen. De heftige woorden in de rede ro .eten ons niet van de wijs brengen. De aanvallen op Pruisen heeft Asquith noodig "t.or het publiek, dat nog heel andere woor- fi.i over het Duitsche volk heeft gehoord. P..iisen is de helft van Duitschland; dat w it Asquith heel goed. Het scheidende in de beide redevoeringen te ontdekken, is niet moeielijk; maar van meer gewicht is hc-t zoeken naar 't geen zij beiden gemeen hebben. Dat is wel te vinden. „De woorden schat van de Ertgelsche oorlogspolitiek ont breekt in de rede, de uitputting, de eind overwinning, het aanmatigende honen en spotten. Door den wensch om de verant woordelijkheid voor het rekken van den oor log op den vijand te schuiven, is j(ie nood zakelijkheid ontstaan in de vredesvoorwaar den de bijzondere gevoeligheden te ont zien en zich een voorstander te toonen van eene politiek van matiging. De rijkskanse lier duidt aan, dat niet Frankrijk, maar Rus land de politieke kosten van den oorlog zal moeten dragen. Asquith verklaart, dït Enge land geen beletsel zal zijn voor het vreed zame streven van Duitschland. Dat is eene gedochtenwisseling voor het publiek, ge kleed in een strijd, waarin de een tot den ander spreekt en de lijnen van de vredes voorwaarden zichtbaar worden." Het is, zoo betoogt de Neue Freie Presse, geen toeval, dat de rijkskanselier Frankrijk in zijne vredesvoorwaarden niet heeft ge noemd en de Engelsche premier over Rus land zwijgt. Wanneer een Engelsche eerste minister voor Fransche parlementsleden in een toast op den president der republiek zegt, dat hij Duitschland nooit heeft willen verminken, dan sohrapt hij Metz en Straats burg uit zijne vredesvoorwaarden. Asquith zwijgt over Rusland; hij zwijgt over de ver klaring van von Bethmann Hollweg, dat de Polen, de Balten, de Litauers en de Letten niet aan het Russische despotisme mogen worden prijsgegeven. De onschendbaarheid van Rusland en de vereeniging van Elzas en Lotharingen met Frankrijk worden in zijne vredesvoorwaarden niet opgeteld. Hij ver zoent zich met de noodzakelijkheid, dat ook het Duitsche volk als nationale eenheids staat zijne plaats vervult en niet wordt ver snipperd. Op deze wijze zet de Neue Frete Presse hare meening uiteen, dat door de redevoe ringen van Bethmann Holiweg en As quith eene verbinding is verkregen. Hij zegt„De politiek begint zich aan de militaire successen van de centrale mo gendheden aan te passenen in den oorlog! is de overwinning de hoogste waarheid. Asquith is „ein Schlauer" (een slimmerik) en tastend wil hij haar aan het volk van de bondgenooten meedeelen." Den zeilden gedachtengang geeft de Arbelterzei- tung weer. In Budapest vestigt de Magyar Hirlap, het orgaan van den gezeghebbenden Hongaarschen staatsman graaf Andrassy, er de aandacht op, dat de stem van den Brit- sohen eersten minister ditmaal veel gematig der is dan vroeger, en trekt daaruit de con clusie, dat er met hem valt te onder handelen. Ook in het neutrale Denemar ken toont de Politiken zioh van deze opvat ting niet afkeerig; dit blad schrijft „In den vorm van een dialoog potemfsee- ren de beide staatslieden tegen elkaar, ieder van zijn standpunt uit. Beiden houden zich aan hunne vroegere verklaringen, maar de toon is niet meer zoo oorlogszuchtig, of schoon zij beiden zeker zijn van de over winning. Bethmann Hollweg drukt zich voor zichtig over het oorlogsdoel in het westen uit; Asquith zet op gedempten toon zijne op vatting uiteen van het Pruisische militarisme. Van directe vredespogingen kan men niets vernemen; daarentegen zijn er stroomingen achter de regeeringsbureaux merkbaar, die misschien het einde van den oorlog sneller zullen teweeg brengen dan men meent." Dit is de andere opvatting van het duel AsquithBethmann Holiweg. Zij is tegen overgesteld aan die, welke aanvankelijk vrij algemeen werd aangenomen. Maar zij ver dient naast deze gekend te worden. En als zij ten slotte mocht blijken de juiste opvat ting te zijn, dan zal ieder zioh van harte daarover verheugen. D« oorlog. B e r I ij n, 1 6 A p r 11. (W. B.) Bericht van het opperst» legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan beide zijden van het kanaal van La Bassée is de artilleriewerkzaamheid in ver band met de levendige mijngevechten toe genomen. In de streek van Vermelles Is de Engelsche stelling over een lengte van on geveer 60 meter door de mijnen, die wij hebben laten springen, vernield. Ten oosten van de Maas ontwikkelden zich des avonds hevige gevechten aan het front voor het fort Douaumont tot aan de kloof van Vaux. De vijand, die na een krachtige artillerie voorbereiding met een aanzienlijke strijd macht tot den aanval overging, werd onder zware verliezen voor hem afgeslagen. Ongeveer 200 ongewonde gevangenen vielen in onze handen. P a r ij s, 16 April. (Havas). Namiddag- communiqué. Op den linkeroever van de Maas duurde het bombardement voort in de sectoren van Avocourt en-het Bois des Caurettes. Op den rechteroever deden de Pranschen gisteren laat op den avond een krachtigen aanval op de stellingen der Dultschers ten Zuiden van Douaumont. Deze poging, die volkomen gelukte, stelde de Pranschen in staat, zekere gedeelten van de Duitsche loopgraven te bezetten. Er werden 200 ge vangenen gemaakt, onder wie twee officie ren. In de Woëvre werden de eerste liniën van de Pranschen met tusschenpoozen gebom- babardeerd. Avondcommuniqué. Op den linkeroever van de Maas bom bardeerde de vijand hevig onze stellingen in het bosch van Avocourt en hoogte 304. Op den rechter Maasoever was de weder- zijdsche artillerie werkzaam In de streek van Douaumont en in de Woëvre in de sectoren Moulainville, Haudionrvont en Les Eparges. De dag was betrekkelijk rustig aan de rest van het front. Londen, 16 April. (R.) Communiqué van het hoofdkwartier. Gisterenavond deden wij, na twee mijnen te hebben laten springen, een kleinen inval in de vijandelijke loopgraven van den weg Bethune—La Bassée met bevredigende uit komsten. Heden was de artillerie werkzaam in de buurt van Atrecht, Neuville St.-Veart, Grenay en Loos. Weenen, 15 April. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Aan den Mrzli sloegen onze troepen nieu we vijandelijke aanvallen af. Op de verover de vóórstelling in den sector van Ploecken waren de mijnwerpers hedennnacht Ijverig aan het werk. De top van den Col di Lana werd door de Italianen voortdurend hevig beschoten. Vijandelijke pogingen, om In den Sugana-sector vooruit te komen, werden verijdeld. Weenen, 16 April. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. In de kuststreek kwamen over het alge. meen slechts matige artillerie-gevechten voor. Op de hoogvlakte van Doberdo was de gevechtsarbeid iets levendiger. Ten Oos ten van Selz zijn weer kleine gevechten aan den gang. In den Pioecken-sector heeft ons geschut de vijandelijke stellingen krachtig onder vuur genomen. Aan het Tirolsche front heeft de vijand eenige punten in de Dolomieten en onze stellingen op de hoogvlakten van Lafroun en Vielgereuth beschoten. Rome, 16 April. (Stefani). Officieel communiqué. Er waren artillerie-actie en troepenbewe gingen van den vijand in de streek tusschen de Lagarina- en Suganadalen. Kleine aan vallen tegen onze stellingen bij Soglio d'As- pio en Milegrobe (Boven Astico) werden te ruggeslagen. In het Suganadal noodzaakten wij den vijand eene stelling op den Monte Carbonele, ten zuidoosten van Levi co te ontruimen; wij houden die stelling onder ons spervuur. In Karintle waren artillerieduels op een groot deel van het front. Op de Karst brach ten stoutmoedige invallen van onze Infan terie ten oosten van Seiz en bij Monfalcone ons in het bezit van vooruitgelegen stellin gen. Een twintigtal gevangenen en munitie- kisten en bommen werden den vijand ont nomen. Petersburg, 15 Apr'I. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten ge- neralen staf. In de streek ten Noorden van Smorgon hernamen de Dultschers den 15en bij het aanbreken van den dag het offensief. Hunne pogingen om voorwaarts te rukken, werden door ons met geconcentreerd vuur ontvan gen en bleven zonder succes. Tijdens de ar tillerie-voorbereiding van den aanval schoot de vijand met stikbommen. Ten Zuiden, van het station Olyk zijn we op verscheidene plaatsen vooruit gekomen. Berlijn, 16 April. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op het Russische front is niets van be lang gebeurd. Weenen, 16 April. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het Russische front is, behalve de dagelijksche artilleriegevechten, niets ge beurd. BerllJn,16AprII. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan het Balkanfront is nietB bijzonders gebeurd. Weenen, 16 April. (W. B.) Officieel bericht. Op het zuidoostelijke oorlogstooneel is het onveranderd rustig. Salonikt, 16 April. (R.) Er wordt bericht, dat een geschil over het bezit van het telegraafkantoor in een dorp ten westen van het meer van Ochrida geleid heeft tot een gevecht tusschen Bulgaren en Duit- schers, in den loop waarvan vier personen gedood en verscheidenen gewond werden aan beide zijden. Athene, 16 April, (k.) Uit goed® bron werd bericht, dat oorlogsschepen van de Entente het anker geworpen hebb.-n in de Sudabaai. Er zijn echter geene troepe aan land gebracht. Konstantinopel, 16 April. (W.-B.). Communiqué van het hoofdkwar tier Van de verschillende fronten is geen ge beurtenis van belang te melden. Een vijandelijke torpedoboot, die Sedd-ui- Bahr beproefde te naderen, en eenige vijan delijke oorlogsschepen, die met twee vlieg, tuigen in de omgeving van het eiland Keus» ten, in de wateren van Smyrna verschenen, werden door ons vuur verdreven. Londen, 16 April. (R.) De admirali teit bericht, dat in den «vond von den 14en j.l. een lucht-aanvnl op Konslnntinopcl plnats had, die door drie mnrine-vliegluigcn werd uitgevoerd. Bommen werden geworpen op de kruitfabriek van Zeilunlik en op vlieg tuig-loodsen. Een ander marine-vliegtuig deed een aan val op Adrianopel en wierp bommen op liet spoorwegstation. Alle keerden behouden terug. Door de vliegers, die Konstantinopel bezochten, werd in totaal een afstand van 300 mijlen afgelegd. Het weer was eerst goed; later had men te kampen met wind, regen en onweer. Petersburg, 15 April. (Tel.-agenv •chap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Van het Kaukozische front wordt bericht, dat onze troepen in de streek van Bitlis in den loop van een strijd van vele degen een kort geleden uit Konstantinopel in Armenië aangekomen Turksche divisie hebben over wonnen. Zij vervolgden krachtig die divisie op haren terugtocht; maakten 13 olhcierei' en 350 Askari's gevangen en namen mitrail leurs. 16 April. In het kustgebied en meer naar het zuiden hebben onze troepen na een hevig zeer verwoed gevecht, waarbij zij door de artillerie op het land en van de schepen gesteund werden, de Turken verdreven uit hunne sterke stellingen op den linkeroever van de Karadere, 25 werst ten Oosten van Trebizonde; wij vervolgen den vijand mei kracht. Herhaalde aanvallen van den vijand in d» richting van Bagburt werden alle onder zwa re verliezen voor hem afgeslagen. Londen, 1 6 A p r 11. (R). Een officieel telegram uit Mesopotamië meldt, dat er ge durende den geheelen dag van 14 April een zware storm woedde. Gedurende den 15eo maakten de Engelsohen langzaam, maar on ophoudelijk vorderingen op den rechteroe ver, waar de vooruitgelegen linies van den vijand werden gezuiverd en bezet. De vijand liet vele dooden en een aan zienlijk aantal gevangenen In de loopgraven aohter. Op 15 April was het weder mooi, maa» eenigszins heiig. Het zijn niet allen uw vrienden, die u toelachen. Roman uit het Spaansch van A. PALACIO VALDèS. 46 De ander werd nog bleeker dan hij was. Tien antwoorden dwarrelde door zijn hoofd, maar de oogen van den majo waren met zulk een besliste en woedende uitdrukking op hem gevestigd, dat hij maar twee uitwegen zag: of hij moest den sleutel overgeven of hij kon zijn testament wel maken. Hij koos het eerste. Een buitengewone poging doende om te lachen riep hij uit: r Dat is me ook een tegenvaller! Ik dacht dat fe niets meer om haar gaf... Als ik het tegen- ©vergestelde geweten had, was ik haar niet genaderd... Want waar jij je voor de vrouwen Interesseert, daar ben ik te veel. Had maar eerder gesproken, dan had ik je 't veld wel vrij gelaten. Maar je bent nu eenmaal zooals God je geschapen heeft, altijd vol grappen en men zou zeggen, dat je me nog niet genoeg kent om me te zeggen: Zeg, je staat me in den toch heen... Hier heb je den sleutel." Velasquez nam hem aan en sfak hem in den tak. De andere, ziende dat de mrïo niet iir Wilde stemmen met zijn goede luim en angstig bij 't zien van zijn somber gezicht, haastte zich afscheid te nemen. Nu, hoor, goede nacht en lk hoop, dat je in 't vervolg wat meer vertrouwen in je vrienden hebben zult. „Adios" zei Velasquez droogjes weg. Hij bleef onbeweeglijk staan, totdat Antonio den hoek van de straat omgeslagen was, en daarna ging hij naar 't huis van Pepe de Chiclana. Hij luisterde een oogenblikje, stak daarna de bin nenplaats over, waar verscheidene deuren op uit kwamen. Naar een van de deuren in een hoek richtte hij zijn schreden, want daar hij 't huis op een duim kende, wist hij ook, dat daar het logeerkamertje was. Paca had dit haar vriendin afgestaan omdat het het eenige was. dat netjes gemeubeld was. Hij legde zijn oor aan 't sleutelgat en bleef lang in deze houding staan. Daarna haalde hij den sleutel te voorschijn en opende de deur, zijn best doende zoo weinig mogelijk leven te maken. Al tastende ging hij door een gangetje en zocht een andere deur, die hij gauw vond. Zachtjes klopte hij aan. Geen antwoord. Hij klopte nog eens harder. „Wie is daar?" vroeg een welbekende stem. „Velasquez zette de lippen op het sleutelgat en fluisterde. „Doe open." „Wie is daar?" vroeg Soledad.- „Anlonio." „Wacht een oogenblikje." Met kloppend hart hoorde hij haar In de kamer heen en weer loopen. Eindelijk ging de deur open. „Kom binnen," zei Soledad zachtjes. Velasquez gehoorzaamde. „Wat ben je lang weggebleven," zei ze slecht gehumeurd, terwijl ze de deur sloot. „Ik dacht al dat je niet meer kwam, en toen ben ik maar naar bed gegaan. Wacht, ik zal wat licht maken." „Neen!" fluisterde Velasquez. „Waarom niet?" En zonder op antwoord te wachten, nam ze een lucifersdoosje van de tafel en stak een lucifer aan. Maar omziende slaakte ze een gil en liet van schrik den lucifer uit de hand val len. jij. Jij/' herhaalde ze met afschuw. „Ja, ik ben het, Solea! Vergeef me dat lk dezen stap gedaan heb... Mijn liefde voor jou heeft me gek gemaakt" En hij wilde het meisje naderen, maar ze wist een lucifer te bemach tigen en stak een kaars aan. Daarna ging ze vlak voor hem staan, hoog opgericht, trotsch, doodsbleek, haar oogen met Yl&mmenden blik op hem vestigende. Een oogcnblik van stilzwijgen volgde; de woede kneep haar de keel toe en maakte dat ze niets kon uiten. Eindelijk gilde ze met heesche stem, naar de deur wijzende: „Oogenblikkelijk er uit, kanalje!"- Den majo ging een rilling over de leden en werd ook doodsbleek. „Pij God, Soledad, her haal dat woord niet, want dan loopt het slecht met ons af!" „Ja, ja! Kanalje! Je bent nog minder dan de laagste schurk!" riep ze uit, van doodsbleek zoo rood als een pioen wordend. „Welke andere naam wou je dan dat lk je gaf, vlegel! Niemand dan jij is in staat tot zulk een lage handeling. Ja, kanalje! Diea naam verdien je door en door." Velasquez wierp zich op haar, pakte haar beet en schudde haar door elkaar, terwijl bet meisje gek van woede hem meer ia 't gezicht spoog dan zeide; 1 „Ja, ja, en duizendmaal ja, kanalje. Sla me nu maar dood, lafaard. Dood een vrouw maar, dat is net iets voor Jou, schobbejak." Velasquez bleef onbewegelijk staan, zijn oogen waren met eigenaardige strakheid op de hare gericht maar ze sloeg ze niet voor de zijne neer. Zich buitengewoon bedwingende liet hij haar los, trad wat achteruit en kwam plotseling tot kalmte. Ze keken elkander door dringend aan. „Genoegt" had hij eindelijk de kracht met schorre stem en hijgende te zeggen. „Met dat scherpe wapentje, dat je in je mond hcbl, is het je gelukt door te dringen tot de plaats waar ik je als een kleinood bewaarde. Ik hield meer van je als ik ooit van mijn m'oeder ge houden heb... Ik had meer eerbied voor je dan voor de Heilige Maagd... Dat is nu uit. Je hebt het vuur van mijn liefde zoo radicaal uitge- bluscht, dat er zelfs geen vonkje van over schiet. Ik ben er blij om en dank er je voor. Hoor eens meisje, dat ik je niet gedood heb, heb Je te danken aan de innige liefde, die ik voor je gevoeld heb. Dus, dat God je beware en als ik je daar even nog wat schuldig was, wees daar dan van overtuigd dat het nu tus schen ons In 't reine is." Hij keerde zich om en ging de kamer uit. Op straat gekomen haalde hij een sigaar uit zijn zak, slak haar aan en wandelde kalm naar huis als iemand, die even een luchtje was gaan scheppen, 't Was de kalmte van Iemand die men geopereerd heeft en die zich eensklaps zonder krachten maar ook zonder pijn bevindt in een gelukkige onverschilligheid. Hij door liep verschillende straten, genietende van deze rust. Zijn gedachten en zijn gevoelens werkten niet op dat oogenblik. Een dieoe stilte heerschte in de «tad. MAe* één voorbijganger zag men, en men hoorde niets dan de stappen van den majo en van tijd tot tijd het scherpe fluiten van den se re na, Daar hij ronddwaalde zonder eigenlijk te weten waar, bevond hij zich eensklaps in La» Barquillas de Lopez. Dit bemerkende dwaal den zijn gedachten af naar Mercedes. „Da< meisje is toch verduiveld bij de pinken ca pittig het leek wei of Ik van haar ging hou den. Maar 't schijnt dat het geschreven staat dat alles slecht voor mij af zal loopen. Paca heeft gelijk... 't Zal wel zijn omdat ik oud word." Opnieuw begon hij rond te loopen, terwijl hij zijn hoofd door den koelen nachtwind licï verfrisschen. Het was lang geleden dat hij zich zoo rustig en meester van zich zelf voelde. Voor het naar huis gaan wilde hij nog evcd voorbij de herberg de Crysanlo. Dichtbij ge« komen hoorde men stemmen en een ge schreeuw, of men aan 't vechten was. Toen hij nog meer naderde, kon hij het schorre geluid van den schoonvader van Frasquito onder' scheiden. „Ben ik dronken? Sla lk dronkemanstaal ultf Heb ik iemand kwaad gedaan?" De screno arresteerden ze, omdat ze zulk eed schandaal maakten. De timmerman verweer-* de zich als een razende, waarmee hij de zaaV nog erger maakte. Velasquez nam een anderen! weg, uit vrees dat men hem ook ln het geval letje mengen zou en daar had hij hoegenaamd geen lust i* f ^Torii vtrvnUjdw\

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1