H' 255 „DE EEMLANDER". Donderdag 27 April 1916. y BUITENLAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS I4d* «jaargang. tJ j 1 F- A. EBBINOE WUBBEN. Hoofdredactie! j Mf D j VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post Per week (met gratia verzekering togen ongelukken) Afzonderlijke nummer» Wekelijkscb bft voegsel nD» Hollo*ui$ch* Huiivrouxo redactie van Thérèae Hoven) per 3 mud. 50 cis. Wekelijksob ba»»»*»' .Pk* km mtt" p.r 8 mnd. 40 CO l.oo. I.SO. O.IO. 0.05. (onder Bureau: U TRECHTSCH EST R AAT Intercomm. Telefoonnummer 66. t <.50. - 0.10. PRIJS DER ADVERTENTliiN: Van 1—-5 regels.. Elke regel meer Dionstannbiedingon 345 Cents bü vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. oor handel on bedryf^ bestaan zoor voordooligo bop.ilingon tot het herhaald adrurluoron in dit Blad, bij ubonuumont. Eono circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Oe wereldstrijd in Mesopotamië. In <le laatste dagen zijn weer nieuwe pogin gen aangewend om aan de In Koet-el-Amara, aan de Tigris, ingesloten Britsche strijd macht ontzet te brengen; maar die pogingen rijn mislukt, evenals do vorigen. Naarmate liet ontzet zich langer laat wachten, wordt de vraag steeds dringender of het mogelijk zal fijn de Turksche troepenmacht, die het ont- «et tegenhoudt, nog bijtijds te overwinnen, want als dat nog langer moet duren, dan nadert het tijdstip, waarop generaal Towns hend, die nu reeds maanden lang is Ingesloten, zich niet meer zal kunnen staan de houden. Met de leiding van dezen veldtocht vlecht liet Britsche legerbestuur zich geene lauwe ren. De eerste reden voor de teleurstellin gen, die zijn ondervonden, is hierin te zoe ken, dat de onderneming om Turkije in Me sopotamië te bestoken, met onvoldoende krachten is begonnen. Met slechts twee di- visiën konden de Turken, die in de streek, waarvan Bagdad het middelpunt is, 100,000 man bijeengetrokken hadden, niet met kans op succes bestreden worden. Verder ontbrak het aan schepen, waarop de Britsche troepen In het gebied van de Tigris konden steunen, en vooral ook aan zware artillerie. Ook de verzorging met oorlogsmaterieel was gebrek kig georganiseerd. Als een sprekend voorbeeld daarvan wordt aangehaald, dat de ©nderdeelen van een seinstation op niet minder dan elf verschillende schepen wer den aangevoerd. Haast nog erger was het met de inrichting van den sanltairen dienst, foodet het b.v. bij den slag van Ktesiphon niet mogelijk was voor 500 gewonden te «orgen, ofschoon het aantal gewonden in de zen veldslag negen maal grooter was. Over het lot, dat de In Koet el Amara Ingeslotenen te wachten staat, schrijft Lucio Polo in de Idea Nazionale, dat de Engelsche regeering wel indertijd heeft verklaard, dat generaal Townshend voortdurend van le vensmiddelen en munitie voorzien wordt en dus* in staat zal zijn ook verder tegenstand te bieden. Maar men mag niet vergeten, dat de generaal reeds meer dan vier maanden het hoofd biedt aan den vijand en dat het uitzicht op zijne bevrijding nog in de wijde verte is. Deze schrijver troost zich er mee, dat voor Engeland het ontzet van deze troe pen eene eerezaak is. Zeker zou de val van Koet el Amara voor dit onderdeel van den wereldstrijd niet beslissend zijn; maar dat feif zou voor de Turken toch een groot mo reel succes beteekenen en zij zouden niet in ge'.reke blijven, daaruit munt te slaan. Kenschetsend voor den toestand is een ar tikel in de Daily Telegraph, waaruit blijkt, dat men in Engeland, met de mogelijkheid rekent, dat de troepen van generaal Town shend niet meer te redden zullen zijn. Het blad schrijft: „De toestand van de ingeslotenen, slechts ongeveer twaalf mijlen verwijderd van het leger, dat hen moet ontzetten, wordt met den dag wanhopiger. Sedert 130 dagen zijn zij geheel afgesneden van alle hulp en aan voer van levensmiddelen. Feitelijk is er sints dien tijd niets meer over hun toestand bekend geworden; maar juist deze omstan digheid op zich zelf dringt ons er toe, de ernstigste en meest tragische mogelijkheden aan te nemen. Daarom wordt het leger van generaal Lake, dat hen moet ontzetten, ook aangespoord tot bovenmenschelijke inspan ning, om de vroeger begane fouten weer goed te maken. Het is het vurigste gebed van de geheele natie, dat het doel van deze zoo groote en verschrikkelijke inspanning zal worden bereikt. De belegering van Koet el Amara bewijst echter hoe onmogelijk het is, in den oorlog andere dan zuiver militaire motieven te laten gelden. In eene koele be rekening van de militaire waarde der bele gerde troepen zou voor de poging om ze aan hun lot over te laten, alles te zéggen zijn. Van het standpunt der menschelijkheid echter is zulk een besluit eene onmogelijk heid. Hoe en zwaar de poging om de troepen te ontzetten, ook moge zijn, en ofschoon het gevaar van mislukking be staat, wegens de moreele noodzakelijkheid moet zij beproefd worden. Aanzien en roem van den Britsehen naam in geheel westelijk Azië hangen de-:t f oging af." Derhalve: geene inspanning mag worden nagelaten om te beproeven de ingeslotenen in Koet el Amara te ontzetten, en als dat gelukt, dan za' -'at een g'oote triomf zijn voor den roem en het aanzien van hét Britsche rijk in West-Azië. Maar als het mislukt, dan kan men zich er mee troosten, dat het ver lies van de troepenmacht van generaal Townshend eene zaak vart bijkomstig belang is, die zonder invloed zal blijven op de eind overwinning. Wat er dus ook moge gebeu ren, altoos blijft de Daily Telegraph in staat om de Britsche natie een hart onder den riem te steken. De oorlog. B e r 1 ij n, 2 6 A p r i 1. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Ten zuiden van het La Baséekanaal werd een aanval van sterke Engelsche afdeelingen tegen een door ons bezetten mijntrechter na een hevigen bajonetstrijd afgeslagen. De mijnstrijd werd van beide kanten met leven digheid voortgezet. Ten westen van Givenchy bezetten wij de trechters van twee gelijktijdig opgeblazen Duitsche en Engelsche mijngangen; wij maakten eenige gevangenen en een ma chinegeweer buit. Geslaagde patrouille-ondernemingen on zerzijds hadden plaats tusschen Vailly en Craonne. Een verwachte Fransche partieele aanval tegen het bosch ten zuidwesten van Ville- aux-bois werd afgeslagen; 60 Franschen werden gevangen genomen en een machine geweer buit gemaakt. Op de hoogte van Vauquors, ten noord oosten von Avocourt en ten oosten van den Mort-homme zijn gevechten met handgra naten aan den gang. Aanvalsplannen van den vijand tegen onze loopgraven tusschen den Mort-homme en het Caurettes-bosch werden ontdekt en door ons vuut tegen de voor den aanval opgestelde tToepen ver ijdeld. Ten oosten van de Maas ontwikkelden de wederzijdsche artillerieën eene zeer leven dige werkzaamheid. Ten noordoosten van Belles (Vogeezen) bracht een zorgvuldig voorbereiden aanval ons ln het bezit van de eerste en tweede Fransche linie op het front van hoogte 542. Kleine afdeelingen, die tot In de derde loop graaf waren vooruitgedrongen, vernielden daar talrijke onderstanden. 84 ongeworide gevangenen en twee machinegeweren wer den meegenomen. P a r ij s 2 6 April. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Aisne maakten wij gisteren in den loop van den aanval, waar in het boschje ten zuiden van het Bois des Buttes door ons genomen werd, 72 niet ge wonde gevangenen, waaronder een officier en zeven onderofficieren. Verscheidene Duitsche verkenningstroe- pen, die in $en loop van den nacht de Fransche loopgraven trachtten te naderen, werden verstrooid door het Fransche vuur in de sectoren Paissy en Troyon. Ten westen van de Maas was een intens bombardement op de Fransche stellingen in het bosch van Avocourt en de eerste Fran sche liniën ten noorden van hoogte 304. Ten oosten van de Maas was eene middel matige artillerie-werkzaamheid. In de Woëvrè verrichtten de Franschen een bom bardement met stukken van groot kalibef op H&udromont en Rorivaux. De Fransche artillerie antwoordde krachtig. Er was geen enkele infanterie-actie in den loop ven den nacht. In Lotharingen beproefden de Duilschets een coup de main op een kleinen Franschen post ten noorden van Embermesnil. Zij wer den teruggeslagen met verliezen. In de Vo geezen werden Duitsche verkenningstroepen verstrooid in de streek ten zuiden van Cel les sur Plaine. Volgens de verklaring van gevangenen kostte de vruchtelooze aanval, dien de Duit- schers gisteren deden op de Fransche stel lingen te Chapelette, hun zeer zware ver liezen. Avondcommuniqué. De Fransche artillerie was zeer actief tegen vijandelijke werken in Champagne en Argonne. Er was een hevig bombardement op Avocourt, hoogte 304, Esnes en Montzé- ville ten westen van de Maas en middelma tig artilleriewerk oostelijk van de Maas. Een Duitsche aanval ten noorden van Senones (Lotharingen) werd gestuit door onze ar tillerie. De Duitsche verliezen op het uitste kende punt bij Chapelette waren 1000 man. B e r 1 ij n, 2 6 A p r i 1. (W. B.) Bericht van den admiraolstaf der marine. Den 24en, met het aanbreken van den dag, hebben onze strijdkrachten voor de volle zee de versterkingswerken van militaire inrich tingen van Great Yarmouth* en Lowestoft met goede uitwerking beschoten. Daarna hebben zij een groep vijandelijke vliegers, kleine kruisers en torpedojagers onder vuur genomen. Op een kruiser is een zware brand waargenomen. Een torpedojager en twee vij andelijke voorpostschepen werden in den grond geboord. Een van de laatsten was het Engelsche visschersstoomschip King Stephen, die indertijd heeft geweigerd het Duitsche luchtschip L 19, dat zich in zee- nood bevond, te redden. De bemanning van het visschersstoomschip Is gevangen geno men. De overige vijandelijke zeestrijdkrach ten trokken zich terug. Aan onze zijde zijn geene verliezen. Alle schepen zijn behou den teruggekeerd. Gelijktijdig met den aanval van onze zee- slrijdkrachten, viel in den nacht van 24 op 25 25 April een eskader marineluchtschepen de oostelijke graafschappen van Engeland aan. Er werden Industrie-inrichtingen in Cambridge en Norwich, spoorwegwerken bij Lincoln, batterijen bij Winterton, Ipskich, Norwich en Harwich en vijandelijke voor postschepen aan de Engelsche kust met goed succes, met bommen beworpen. On danks eene allerhevigste beschieting land den alle luchtschepen ongedeerd in hunne havens van uitgang. De vliegtuigen van onze afdeeling marine- vliegers in Vlaanderij hebben den 25en vroeg in den morgen de havenwerken, de versterkingen en het vliegterrein van Duin kerken met veel effect met bommen bewor pen; zij zijn allen behouden teruggekeerd. De reeds gemelde voorpostgevechten voor de Vlaamsche kust van den 24en wer den den 25en voortgezet. Daarbij werden door onze zeestrijdkrachten een Engelsche torpedojager zwaar beschadigd en een hulp stoomschip in den grond geboord; de be manning van laatstgenoemd schip werd ge vangen naar Zeebrugge gebracht. Onze strijdkrachten zijn ook van deze onderne mingen behouden teruggekeerd. De vijand trok zich weder terug uit het gebied van de Vlaamsche kust. Londen, 26 April. (R.) Een nadere mededeeling van het departement van Oor log over het bombardement van Lowestoft en Yarmouth meldt: Het bombardement van Lowestoft en Yar mouth begon gisteren morgen om 4 uur 10 en duurde ongeveer een half uur. Ondanks de zware kanonnen, door de vijandelijke schepen gebruikt, was de schade betrekke lijk gering. Een huis voor herstellenden, een zwembad, de pier en 40 woonhuizen wer den zwaar beschadigd en ongeveer 200 woonhuizen licht beschadigd. Twee mannen, een vrouw en een kind werden gedood, drie personen ernstig gewond en negen licht ge wond. Tegelijkertijd werd het vuur op Yarmouth geopend. De schade was daar: een groot gebouw ernstig door het vuur beschadig en een ander gebouw licht beschadigd. B e r 1 ij n, 2 6 A p r i 1. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groots hoofdkwartier van heden voormiddag. Afgezien van andere vliegersondernentin gen, bewierp een van onze vliegtuig c ska» ders ten oosten van Clermont de Fransche vlieghaven Brocourt en de plaats Jubccourt met een groot aantal bommen. Twee vijan delijke vliegtuigen bij Flcury (ten zuiden van Douaumont) en ten westen daarvan wer den in een luchtstrijd neergeschoten Duitsche luchtschepen vielen des nachts Engelsche versterkings- en havenwerken aan in Londen, Colchester, Blnckwater en Ramsgate, alsmede een Fransche haven un het groote Engelsche opleidingskamp te Etaples. Parijs, 2 6 April. (Havas). Nami Uag- oommupiqué. Heden morgen om drie uur viel een strijd- vliegtuig een Zeppelin aan ter hoogte van Zeebrugge op 4000 Meters hoogte. 19 brandbommen werden naar den Zeppelin geworpen, die schijnt te zijn getroffen. Op hetzelfde uur schoot ter hoogte van Ostende een ander Fransch strijdvliegtuig ver: hei- dene projectielen of op Duitsche tor pedobooten, die getroffen werden. Een Fransche bestuurder versloeg in een lucht gevecht heden morgen een Fokker, die in de Fransche liniën viel in de buurt van Hoe- ville (ten noorden van Luneville). De ge wonde Duitsche vlieger werd krijgsgevangen gemaakt. P a r ij s, 2 6 April. (R.) Avondcommiv niqué. Een Duitsch vliegtuig werd naar den grond gebracht in de Fransche liniën in de Oise-streek; de beide vliegers werden ge» vangen genomen. Een Engelsch vliegtuig werd beschoten en kwam brandend neer. In de Argonne waren de Pransche luchteska ders zeer werkzaam. Dinsdagnacht wierpen zij Jn de streken van Verdun en Roye 131 bommen neer op vijandelijke parken, bivaks, spoorwegstations en muniliebergplaatsen. Een Duitsch luchtschip wierp een dozijn bommen neer in de streek van Etonles, waardoor twee Engelsche soldaten licht ge wond werden. Londen, 26 April. (R Bericht van het War Office. Vijandelijke luchtschepen deden gisteren nacht een inval in de graafschappen Essex en Kent. Hun aantal is onbekënd maar het kan niet meer dan vier bedragen. Zij wer den door een levendig vuur van de afweer- kanonnen ontvangen en trokken zich terug na weinig of niets te hebben uitgericht. Londen, 26 April. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. De vijandelijke vliegers waren gisteren minder actief. Een vijandelijk vliegtuig kwam heden na een gevecht In onze liniën neer; de bestuurder en de waarnemer werden ge dood. Een vijandelijk luchtschip wierp om 12.30 in den voormiddag bommen neer bij de kust achter onze liniën, zonder schade door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 4 „Hoe, is dat versje ook weer, dat Je van den lomer maakte? Dat vind ik eigenlijk mooier «dan dat van de sneeuw", zeg ik, mijn neefje over zijn zachte "bolletje aaiend, wat hij zich als een poesje laat welgevallen. „Wacht 's even! O ja, nou weet ik 't weer" fcn Joosje declameert: „De zon schijnt op het groene gras En 't gras dat slaat vol bloemen. De vogels zingen overal En de bijtjes zijn aan 't zoemen. Een bijtje zei maar: zoem, zoem, zoem En kroop toen weg in een witte bloem." „Ja", zucht Pepi, „de zomer is eigenlijk véél prettiger nog dan de winter. Ik ben blij, dat we weer gauw alle dagen in de tuin kunnen Bpelcn. „En in de zandhoop met de emmertjes," Jui.-ht Sijsje. En met de kruiwagen en in onze eigen tuintjes." .-Ik heb er zoo'n groote zonnebloem in ge had. Zóó n hooge," en Pcpi, om de juiste maat te bepalen, klautert boy z op een stoel en strekt zijn handje zoo hoog mogelijk de lucht in „En aan mijn rozeboompje zijn vijf rooie roosjes gekomen en nou zijn d'r al crocusjes bij ons in de tuin en bij de buren zijn er hóópen sneeuwklokjes," zegt Joosje. „Kijk, daar in moes d'r vaasje staan d'r ook. Die heeft moes gisteren van mevrouw hier naast gekregen." „Sijs krijgt van 't jaar ook een eigen tuintje heeft vader beloofd. Daar gaan we korenbloe men in zaaien, omdat ons huis „De Koren bloem" heet. Leuk hè?" vraagt Pepi. „En we krijgen duiven en Sijs misschien een konijn; 'n "wit met rooie oogies." „Ja, als ik vier ben, maar dat duurt nog een heeleboel daagjes, hè moes? informeert Sijsje. Ada blijft hierop 't antwoord schuldig, want er klinken voetstappen door de gang en even later komen Paul en Vic gearmd binnen „Middag samen! Hè, wat is 't hier allemen- schelijk donker. "Wie zitten daar allemaal? O, Ien, ben jij er", en Vic laat onzen zwager, die onmiddellijk door zijn kroost bestormd wordt, los en komt op ons af, terwijl Paul met Sijsje op zijn rug, zijn compliment maakt. „Vic, kind, wat zie je rood," roep Ada, die intusschen de lamp heeft aangestoken. ,,'k Heb 't ook s t i k k e n s gekregen van die mondelinge repetitie Duitsch 't laatste uur. 'k Zat zóó in angst, want als ik 'n slechte 't Komt ci* dus niks op aan, dat ik er nu wat piocnig uitziet. Pepi, rakker, zal je dat laten 1 beurt maakte, had ik voor de tweede maal on voldoende gehad!*' „En?" vragen Ada en ik tegelijk. „Jullie moogt me fëliriteeren. 'k Heb razend geboft: een dood-makkelijkc beurt en t hoog ste cijfer, zónder d*t ik werd voorgezegd! Geef hierl" en Vic grist Pepi 't haarlintje af, dat hij zooals gewoonlijk wanneer hij dit te pakken kan krijgen van haar lange, blonde vlecht aftrekt. Maar Pepi lacht. Vic ziet er dan ook in 't ge heel niet boos uit. Integendeel, haar opgewekt, frisch gezichtje straalt nog van 't onverwachte „succes", terwijl ze 't lintje weer stevig vast bindt. Ze verdoet gewoonlijk meer tijd met lezen en pianospelen dan met lessen leeren en beleeft daardoor .vooral in de repetilie-weken, soms zeer benauwde oogenblikken, waar ze zich echter met buiten-eewone tegenwoordig heid van geest en dank zij 't souffleurstalent van twee knappe, haar toegewijde vriendin nen, doorheen weet tc slaan. Dat ze 't op deze wijze tot in de derde klasse der meisjes-H. B. S. gebracht heeft, zonder ooit te zijn blijven zit ten, is dan ook een feit, waar we ons tegelij kertijd ln verheugen en over verwonderen. Paul, intusschen door mij van een kop thee voorzien, wordt door Ada en Ien .geprest zijn meening te zeggen over de bewuste gordijn- stalen, maar de kinderen laten hem niet met rust. „Ik kan een kunst' Een echte kunst!" juicht Sijsje. „Vader, sta stil, dan doe ik 'm. Hè, toe nou," en onder bijvalsbetuigingen van de broer tjes en ingehouden angstkreten van moes en de tantes, klautert Sijsje van vader's rug op vader's schouders, plant daartoe eerst op elk daarvan een stevig bloot knietje, gaat overeind slaan en wordt eindelijk, terwijl ze beide armpjes om Paul's hoofd slaat, in triomf door de kamer gedragen. „Bravo, Sijs, bravo," gillen de jongens boven alles uit en dan glijdt ze ineens lenig als'een katje naar beneden „We zullen je bij Carré verhuren. Kijk tante Willy heeft een koekje voor je," roept Ina. „As Joos en Peep er ook een krijgen," be dingt Sijsje goedhartig. „Hè d'r zijn nou zooveel menschen hier Laten we allemaal samen een spelletje doen," roept Joosje met zijn koekje In de hand door de kamer springend. „Goed, hè ja Wacht, even m'n thee uit drinken, dan zal lk de kopjes wegzetten voor ze breken", en Vic begint ijverig alles ln el kaar te zetten. „Gauw dan de tafel op zij I Dan kan lk net nog een kwartiertje meedoen voor Harmsen komt," en Paul, geholpen door Ada, die niets geeft om een rommelige huiskamer als het om een spelletje te doen is waar ze in haar hart evenveel van houdt als de kinderen schuift de tafel op zij, terwijl Ien en ik de stoelen wegzetten. „Tusschen Keulen en Parijsgilt Joosje. „Hè nee l In Holland staat een huis 1" stelt Pepi voor. „Nee, hè vader Ik mag kiezen, ik heb 't verzonnen om nou een spelletje te doen", roept Joosje zeer verongelijkt. „Stil, stil, geen gekibbel t EerstTusschen Keulen en Parijs" en dan „In Holland staat een huis" beslist Paul, de twee kemphaantjes scheidend. „Lekker!" Joosje steekt nog even zijn tong naar Pepi uit, maar dan beginnen de groote menschen in eens luidkeels te zingen en de beide jongens vergeten hun veete geheel, als tante Vic bij 't „Zóó zijn onze manieren" het verblufte tweetal op het haardkleed neer duwt dit bij een punt met jongens en al door de kamer sleept. Een oogenblik later hippen we allen als kikker» achter elkaar door de kamer en grijpt Pnul met een on verhoert sclie beweging de tafelschel van de dressoir, waar mede hij luiden gaat of er brand is, lol groulo pret van de jongen* die de leuze „hoe meer lawaai, hoe meer vreugde" zijn toegedaan en oorverdoovende bijvalsbetuigingen slakt-n 'en juist zijn we in een zeer geanimeerd „In Holland staat een huis" verdiept en bezig Vic, die 't huis voorstelt, in brand te steken, als 't hoofd van Nelia om den deurhoek ver schijnt„Mcheer, daar is meheer Harm- sen 1" „Hè, nog even, toe 't gaat net zóó fijn," smeekten de kinderen, maar daar komt niet» van. Harmsen is een arme burgerjongen, dien mijn zwager belangeloos voor 't staatsexamen opleidt en uit principe laat Paul hem nooit Machten. Harmsen mag niet kunnen denken dat 't er voor hem niet zoo precies op aan komt. „Pepi, loslaten Gauw hoor," zegt Pnul dan oo k gebiedend tot rijn jongsten zoon, die met bei zijn armpjes zijn vaders linkerbeen om knelt, doch gauw loslaat, blij dat we toch na vaders haastig afscheid nog even blijven door spelen. Maar als de Fricsche klok kwart over vijf aanwijst, geef ik 't sein tot opbreken. Ina, Vic en ik helpen nog even mee om de Jan Stcensche hulskamer weer wat op orda te brengen en gaan ons dan aankleeden na een wilde jacht op Ina's bont, waar Pepi stil« letjes mee van door is gegaan, terwijl Ina ar* geloos voor den spiegel haar hoed opzette* Zoo maar blootshoofds rent hij er de dcu*i mee uit en de straat op, achtervolgd door Vl%j die hem 't eerst snapte. it yemlgdsX

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1