H' 255
„DE EEMLANDER".
Donderdag 27 April 1916.
y BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
I4d* «jaargang.
tJ j 1 F- A. EBBINOE WUBBEN.
Hoofdredactie! j Mf D j VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Per week (met gratia verzekering togen ongelukken)
Afzonderlijke nummer»
Wekelijkscb bft voegsel nD» Hollo*ui$ch* Huiivrouxo
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mud. 50 cis.
Wekelijksob ba»»»*»' .Pk* km mtt" p.r 8 mnd. 40 CO
l.oo.
I.SO.
O.IO.
0.05.
(onder
Bureau: U TRECHTSCH EST R AAT
Intercomm. Telefoonnummer 66.
t <.50.
- 0.10.
PRIJS DER ADVERTENTliiN:
Van 1—-5 regels..
Elke regel meer
Dionstannbiedingon 345 Cents bü vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
oor handel on bedryf^ bestaan zoor voordooligo bop.ilingon
tot het herhaald adrurluoron in dit Blad, bij ubonuumont.
Eono circulaire, bovattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
Oe wereldstrijd in
Mesopotamië.
In <le laatste dagen zijn weer nieuwe pogin
gen aangewend om aan de In Koet-el-Amara,
aan de Tigris, ingesloten Britsche strijd
macht ontzet te brengen; maar die pogingen
rijn mislukt, evenals do vorigen. Naarmate
liet ontzet zich langer laat wachten, wordt de
vraag steeds dringender of het mogelijk zal
fijn de Turksche troepenmacht, die het ont-
«et tegenhoudt, nog bijtijds te overwinnen,
want als dat nog langer moet duren, dan
nadert het tijdstip, waarop generaal Towns
hend, die nu reeds maanden lang is
Ingesloten, zich niet meer zal kunnen staan
de houden.
Met de leiding van dezen veldtocht vlecht
liet Britsche legerbestuur zich geene lauwe
ren. De eerste reden voor de teleurstellin
gen, die zijn ondervonden, is hierin te zoe
ken, dat de onderneming om Turkije in Me
sopotamië te bestoken, met onvoldoende
krachten is begonnen. Met slechts twee di-
visiën konden de Turken, die in de streek,
waarvan Bagdad het middelpunt is, 100,000
man bijeengetrokken hadden, niet met kans
op succes bestreden worden. Verder ontbrak
het aan schepen, waarop de Britsche troepen
In het gebied van de Tigris konden steunen,
en vooral ook aan zware artillerie. Ook de
verzorging met oorlogsmaterieel was gebrek
kig georganiseerd. Als een sprekend
voorbeeld daarvan wordt aangehaald, dat de
©nderdeelen van een seinstation op niet
minder dan elf verschillende schepen wer
den aangevoerd. Haast nog erger was het
met de inrichting van den sanltairen dienst,
foodet het b.v. bij den slag van Ktesiphon
niet mogelijk was voor 500 gewonden te
«orgen, ofschoon het aantal gewonden in de
zen veldslag negen maal grooter was.
Over het lot, dat de In Koet el Amara
Ingeslotenen te wachten staat, schrijft Lucio
Polo in de Idea Nazionale, dat de Engelsche
regeering wel indertijd heeft verklaard, dat
generaal Townshend voortdurend van le
vensmiddelen en munitie voorzien wordt en
dus* in staat zal zijn ook verder tegenstand
te bieden. Maar men mag niet vergeten, dat
de generaal reeds meer dan vier maanden
het hoofd biedt aan den vijand en dat het
uitzicht op zijne bevrijding nog in de wijde
verte is. Deze schrijver troost zich er mee,
dat voor Engeland het ontzet van deze troe
pen eene eerezaak is. Zeker zou de val van
Koet el Amara voor dit onderdeel van den
wereldstrijd niet beslissend zijn; maar dat
feif zou voor de Turken toch een groot mo
reel succes beteekenen en zij zouden niet in
ge'.reke blijven, daaruit munt te slaan.
Kenschetsend voor den toestand is een ar
tikel in de Daily Telegraph, waaruit blijkt,
dat men in Engeland, met de mogelijkheid
rekent, dat de troepen van generaal Town
shend niet meer te redden zullen zijn. Het
blad schrijft:
„De toestand van de ingeslotenen, slechts
ongeveer twaalf mijlen verwijderd van het
leger, dat hen moet ontzetten, wordt met
den dag wanhopiger. Sedert 130 dagen zijn
zij geheel afgesneden van alle hulp en aan
voer van levensmiddelen. Feitelijk is er
sints dien tijd niets meer over hun toestand
bekend geworden; maar juist deze omstan
digheid op zich zelf dringt ons er toe, de
ernstigste en meest tragische mogelijkheden
aan te nemen. Daarom wordt het leger van
generaal Lake, dat hen moet ontzetten, ook
aangespoord tot bovenmenschelijke inspan
ning, om de vroeger begane fouten weer
goed te maken. Het is het vurigste gebed
van de geheele natie, dat het doel van deze
zoo groote en verschrikkelijke inspanning
zal worden bereikt. De belegering van Koet
el Amara bewijst echter hoe onmogelijk het
is, in den oorlog andere dan zuiver militaire
motieven te laten gelden. In eene koele be
rekening van de militaire waarde der bele
gerde troepen zou voor de poging om ze
aan hun lot over te laten, alles te zéggen
zijn. Van het standpunt der menschelijkheid
echter is zulk een besluit eene onmogelijk
heid. Hoe en zwaar de poging
om de troepen te ontzetten, ook moge zijn,
en ofschoon het gevaar van mislukking be
staat, wegens de moreele noodzakelijkheid
moet zij beproefd worden. Aanzien en roem
van den Britsehen naam in geheel westelijk
Azië hangen de-:t f oging af."
Derhalve: geene inspanning mag worden
nagelaten om te beproeven de ingeslotenen
in Koet el Amara te ontzetten, en als dat
gelukt, dan za' -'at een g'oote triomf zijn voor
den roem en het aanzien van hét Britsche
rijk in West-Azië. Maar als het mislukt, dan
kan men zich er mee troosten, dat het ver
lies van de troepenmacht van generaal
Townshend eene zaak vart bijkomstig belang
is, die zonder invloed zal blijven op de eind
overwinning. Wat er dus ook moge gebeu
ren, altoos blijft de Daily Telegraph in staat
om de Britsche natie een hart onder den
riem te steken.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 2 6 A p r i 1. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten zuiden van het La Baséekanaal werd
een aanval van sterke Engelsche afdeelingen
tegen een door ons bezetten mijntrechter na
een hevigen bajonetstrijd afgeslagen. De
mijnstrijd werd van beide kanten met leven
digheid voortgezet.
Ten westen van Givenchy bezetten wij de
trechters van twee gelijktijdig opgeblazen
Duitsche en Engelsche mijngangen; wij
maakten eenige gevangenen en een ma
chinegeweer buit.
Geslaagde patrouille-ondernemingen on
zerzijds hadden plaats tusschen Vailly en
Craonne.
Een verwachte Fransche partieele aanval
tegen het bosch ten zuidwesten van Ville-
aux-bois werd afgeslagen; 60 Franschen
werden gevangen genomen en een machine
geweer buit gemaakt.
Op de hoogte van Vauquors, ten noord
oosten von Avocourt en ten oosten van den
Mort-homme zijn gevechten met handgra
naten aan den gang. Aanvalsplannen van
den vijand tegen onze loopgraven tusschen
den Mort-homme en het Caurettes-bosch
werden ontdekt en door ons vuut tegen de
voor den aanval opgestelde tToepen ver
ijdeld.
Ten oosten van de Maas ontwikkelden de
wederzijdsche artillerieën eene zeer leven
dige werkzaamheid.
Ten noordoosten van Belles (Vogeezen)
bracht een zorgvuldig voorbereiden aanval
ons ln het bezit van de eerste en tweede
Fransche linie op het front van hoogte 542.
Kleine afdeelingen, die tot In de derde loop
graaf waren vooruitgedrongen, vernielden
daar talrijke onderstanden. 84 ongeworide
gevangenen en twee machinegeweren wer
den meegenomen.
P a r ij s 2 6 April. (Havas). Namiddag
communiqué.
Ten noorden van de Aisne maakten wij
gisteren in den loop van den aanval, waar
in het boschje ten zuiden van het Bois des
Buttes door ons genomen werd, 72 niet ge
wonde gevangenen, waaronder een officier
en zeven onderofficieren.
Verscheidene Duitsche verkenningstroe-
pen, die in $en loop van den nacht de
Fransche loopgraven trachtten te naderen,
werden verstrooid door het Fransche vuur
in de sectoren Paissy en Troyon.
Ten westen van de Maas was een intens
bombardement op de Fransche stellingen in
het bosch van Avocourt en de eerste Fran
sche liniën ten noorden van hoogte 304.
Ten oosten van de Maas was eene middel
matige artillerie-werkzaamheid. In de
Woëvrè verrichtten de Franschen een bom
bardement met stukken van groot kalibef
op H&udromont en Rorivaux. De Fransche
artillerie antwoordde krachtig. Er was geen
enkele infanterie-actie in den loop ven den
nacht.
In Lotharingen beproefden de Duilschets
een coup de main op een kleinen Franschen
post ten noorden van Embermesnil. Zij wer
den teruggeslagen met verliezen. In de Vo
geezen werden Duitsche verkenningstroepen
verstrooid in de streek ten zuiden van Cel
les sur Plaine.
Volgens de verklaring van gevangenen
kostte de vruchtelooze aanval, dien de Duit-
schers gisteren deden op de Fransche stel
lingen te Chapelette, hun zeer zware ver
liezen.
Avondcommuniqué.
De Fransche artillerie was zeer actief
tegen vijandelijke werken in Champagne en
Argonne. Er was een hevig bombardement
op Avocourt, hoogte 304, Esnes en Montzé-
ville ten westen van de Maas en middelma
tig artilleriewerk oostelijk van de Maas. Een
Duitsche aanval ten noorden van Senones
(Lotharingen) werd gestuit door onze ar
tillerie. De Duitsche verliezen op het uitste
kende punt bij Chapelette waren 1000 man.
B e r 1 ij n, 2 6 A p r i 1. (W. B.) Bericht van
den admiraolstaf der marine.
Den 24en, met het aanbreken van den dag,
hebben onze strijdkrachten voor de volle zee
de versterkingswerken van militaire inrich
tingen van Great Yarmouth* en Lowestoft
met goede uitwerking beschoten. Daarna
hebben zij een groep vijandelijke vliegers,
kleine kruisers en torpedojagers onder vuur
genomen. Op een kruiser is een zware brand
waargenomen. Een torpedojager en twee vij
andelijke voorpostschepen werden in den
grond geboord. Een van de laatsten was
het Engelsche visschersstoomschip King
Stephen, die indertijd heeft geweigerd het
Duitsche luchtschip L 19, dat zich in zee-
nood bevond, te redden. De bemanning van
het visschersstoomschip Is gevangen geno
men. De overige vijandelijke zeestrijdkrach
ten trokken zich terug. Aan onze zijde zijn
geene verliezen. Alle schepen zijn behou
den teruggekeerd.
Gelijktijdig met den aanval van onze zee-
slrijdkrachten, viel in den nacht van 24 op
25 25 April een eskader marineluchtschepen
de oostelijke graafschappen van Engeland
aan. Er werden Industrie-inrichtingen in
Cambridge en Norwich, spoorwegwerken bij
Lincoln, batterijen bij Winterton, Ipskich,
Norwich en Harwich en vijandelijke voor
postschepen aan de Engelsche kust met
goed succes, met bommen beworpen. On
danks eene allerhevigste beschieting land
den alle luchtschepen ongedeerd in hunne
havens van uitgang.
De vliegtuigen van onze afdeeling marine-
vliegers in Vlaanderij hebben den 25en
vroeg in den morgen de havenwerken, de
versterkingen en het vliegterrein van Duin
kerken met veel effect met bommen bewor
pen; zij zijn allen behouden teruggekeerd.
De reeds gemelde voorpostgevechten
voor de Vlaamsche kust van den 24en wer
den den 25en voortgezet. Daarbij werden
door onze zeestrijdkrachten een Engelsche
torpedojager zwaar beschadigd en een hulp
stoomschip in den grond geboord; de be
manning van laatstgenoemd schip werd ge
vangen naar Zeebrugge gebracht. Onze
strijdkrachten zijn ook van deze onderne
mingen behouden teruggekeerd. De vijand
trok zich weder terug uit het gebied van de
Vlaamsche kust.
Londen, 26 April. (R.) Een nadere
mededeeling van het departement van Oor
log over het bombardement van Lowestoft
en Yarmouth meldt:
Het bombardement van Lowestoft en Yar
mouth begon gisteren morgen om 4 uur 10
en duurde ongeveer een half uur. Ondanks
de zware kanonnen, door de vijandelijke
schepen gebruikt, was de schade betrekke
lijk gering. Een huis voor herstellenden, een
zwembad, de pier en 40 woonhuizen wer
den zwaar beschadigd en ongeveer 200
woonhuizen licht beschadigd. Twee mannen,
een vrouw en een kind werden gedood, drie
personen ernstig gewond en negen licht ge
wond.
Tegelijkertijd werd het vuur op Yarmouth
geopend. De schade was daar: een groot
gebouw ernstig door het vuur beschadig
en een ander gebouw licht beschadigd.
B e r 1 ij n, 2 6 A p r i 1. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groots
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Afgezien van andere vliegersondernentin
gen, bewierp een van onze vliegtuig c ska»
ders ten oosten van Clermont de Fransche
vlieghaven Brocourt en de plaats Jubccourt
met een groot aantal bommen. Twee vijan
delijke vliegtuigen bij Flcury (ten zuiden
van Douaumont) en ten westen daarvan wer
den in een luchtstrijd neergeschoten
Duitsche luchtschepen vielen des nachts
Engelsche versterkings- en havenwerken
aan in Londen, Colchester, Blnckwater en
Ramsgate, alsmede een Fransche haven un
het groote Engelsche opleidingskamp te
Etaples.
Parijs, 2 6 April. (Havas). Nami Uag-
oommupiqué.
Heden morgen om drie uur viel een strijd-
vliegtuig een Zeppelin aan ter hoogte van
Zeebrugge op 4000 Meters hoogte. 19
brandbommen werden naar den Zeppelin
geworpen, die schijnt te zijn getroffen. Op
hetzelfde uur schoot ter hoogte van Ostende
een ander Fransch strijdvliegtuig ver: hei-
dene projectielen of op Duitsche tor
pedobooten, die getroffen werden. Een
Fransche bestuurder versloeg in een lucht
gevecht heden morgen een Fokker, die in
de Fransche liniën viel in de buurt van Hoe-
ville (ten noorden van Luneville). De ge
wonde Duitsche vlieger werd krijgsgevangen
gemaakt.
P a r ij s, 2 6 April. (R.) Avondcommiv
niqué.
Een Duitsch vliegtuig werd naar den
grond gebracht in de Fransche liniën in de
Oise-streek; de beide vliegers werden ge»
vangen genomen. Een Engelsch vliegtuig
werd beschoten en kwam brandend neer. In
de Argonne waren de Pransche luchteska
ders zeer werkzaam. Dinsdagnacht wierpen
zij Jn de streken van Verdun en Roye 131
bommen neer op vijandelijke parken, bivaks,
spoorwegstations en muniliebergplaatsen.
Een Duitsch luchtschip wierp een dozijn
bommen neer in de streek van Etonles,
waardoor twee Engelsche soldaten licht ge
wond werden.
Londen, 26 April. (R Bericht van
het War Office.
Vijandelijke luchtschepen deden gisteren
nacht een inval in de graafschappen Essex
en Kent. Hun aantal is onbekënd maar het
kan niet meer dan vier bedragen. Zij wer
den door een levendig vuur van de afweer-
kanonnen ontvangen en trokken zich terug
na weinig of niets te hebben uitgericht.
Londen, 26 April. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
De vijandelijke vliegers waren gisteren
minder actief. Een vijandelijk vliegtuig kwam
heden na een gevecht In onze liniën neer;
de bestuurder en de waarnemer werden ge
dood. Een vijandelijk luchtschip wierp om
12.30 in den voormiddag bommen neer bij
de kust achter onze liniën, zonder schade
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
4
„Hoe, is dat versje ook weer, dat Je van den
lomer maakte? Dat vind ik eigenlijk mooier
«dan dat van de sneeuw", zeg ik, mijn neefje
over zijn zachte "bolletje aaiend, wat hij zich
als een poesje laat welgevallen.
„Wacht 's even! O ja, nou weet ik 't weer"
fcn Joosje declameert:
„De zon schijnt op het groene gras
En 't gras dat slaat vol bloemen.
De vogels zingen overal
En de bijtjes zijn aan 't zoemen.
Een bijtje zei maar: zoem, zoem, zoem
En kroop toen weg in een witte bloem."
„Ja", zucht Pepi, „de zomer is eigenlijk véél
prettiger nog dan de winter. Ik ben blij, dat
we weer gauw alle dagen in de tuin kunnen
Bpelcn.
„En in de zandhoop met de emmertjes,"
Jui.-ht Sijsje.
En met de kruiwagen en in onze eigen
tuintjes."
.-Ik heb er zoo'n groote zonnebloem in ge
had. Zóó n hooge," en Pcpi, om de juiste maat
te bepalen, klautert boy z op een stoel en
strekt zijn handje zoo hoog mogelijk de lucht
in
„En aan mijn rozeboompje zijn vijf rooie
roosjes gekomen en nou zijn d'r al crocusjes
bij ons in de tuin en bij de buren zijn er
hóópen sneeuwklokjes," zegt Joosje.
„Kijk, daar in moes d'r vaasje staan d'r ook.
Die heeft moes gisteren van mevrouw hier
naast gekregen."
„Sijs krijgt van 't jaar ook een eigen tuintje
heeft vader beloofd. Daar gaan we korenbloe
men in zaaien, omdat ons huis „De Koren
bloem" heet. Leuk hè?" vraagt Pepi. „En we
krijgen duiven en Sijs misschien een konijn;
'n "wit met rooie oogies."
„Ja, als ik vier ben, maar dat duurt nog een
heeleboel daagjes, hè moes? informeert Sijsje.
Ada blijft hierop 't antwoord schuldig, want
er klinken voetstappen door de gang en even
later komen Paul en Vic gearmd binnen
„Middag samen! Hè, wat is 't hier allemen-
schelijk donker. "Wie zitten daar allemaal? O,
Ien, ben jij er", en Vic laat onzen zwager, die
onmiddellijk door zijn kroost bestormd wordt,
los en komt op ons af, terwijl Paul met Sijsje
op zijn rug, zijn compliment maakt.
„Vic, kind, wat zie je rood," roep Ada, die
intusschen de lamp heeft aangestoken.
,,'k Heb 't ook s t i k k e n s gekregen van die
mondelinge repetitie Duitsch 't laatste uur.
'k Zat zóó in angst, want als ik 'n slechte
't Komt ci* dus niks op aan, dat ik er nu wat
piocnig uitziet. Pepi, rakker, zal je dat laten 1
beurt maakte, had ik voor de tweede maal on
voldoende gehad!*'
„En?" vragen Ada en ik tegelijk.
„Jullie moogt me fëliriteeren. 'k Heb razend
geboft: een dood-makkelijkc beurt en t hoog
ste cijfer, zónder d*t ik werd voorgezegd!
Geef hierl" en Vic grist Pepi 't haarlintje af,
dat hij zooals gewoonlijk wanneer hij dit te
pakken kan krijgen van haar lange, blonde
vlecht aftrekt.
Maar Pepi lacht. Vic ziet er dan ook in 't ge
heel niet boos uit. Integendeel, haar opgewekt,
frisch gezichtje straalt nog van 't onverwachte
„succes", terwijl ze 't lintje weer stevig vast
bindt. Ze verdoet gewoonlijk meer tijd met
lezen en pianospelen dan met lessen leeren en
beleeft daardoor .vooral in de repetilie-weken,
soms zeer benauwde oogenblikken, waar ze
zich echter met buiten-eewone tegenwoordig
heid van geest en dank zij 't souffleurstalent
van twee knappe, haar toegewijde vriendin
nen, doorheen weet tc slaan. Dat ze 't op deze
wijze tot in de derde klasse der meisjes-H. B. S.
gebracht heeft, zonder ooit te zijn blijven zit
ten, is dan ook een feit, waar we ons tegelij
kertijd ln verheugen en over verwonderen.
Paul, intusschen door mij van een kop thee
voorzien, wordt door Ada en Ien .geprest zijn
meening te zeggen over de bewuste gordijn-
stalen, maar de kinderen laten hem niet met
rust.
„Ik kan een kunst' Een echte kunst!" juicht
Sijsje. „Vader, sta stil, dan doe ik 'm. Hè, toe
nou," en onder bijvalsbetuigingen van de broer
tjes en ingehouden angstkreten van moes en
de tantes, klautert Sijsje van vader's rug op
vader's schouders, plant daartoe eerst op elk
daarvan een stevig bloot knietje, gaat overeind
slaan en wordt eindelijk, terwijl ze beide
armpjes om Paul's hoofd slaat, in triomf door
de kamer gedragen.
„Bravo, Sijs, bravo," gillen de jongens boven
alles uit en dan glijdt ze ineens lenig als'een
katje naar beneden
„We zullen je bij Carré verhuren. Kijk
tante Willy heeft een koekje voor je," roept
Ina.
„As Joos en Peep er ook een krijgen," be
dingt Sijsje goedhartig.
„Hè d'r zijn nou zooveel menschen hier
Laten we allemaal samen een spelletje doen,"
roept Joosje met zijn koekje In de hand door
de kamer springend.
„Goed, hè ja Wacht, even m'n thee uit
drinken, dan zal lk de kopjes wegzetten voor
ze breken", en Vic begint ijverig alles ln el
kaar te zetten.
„Gauw dan de tafel op zij I Dan kan lk net
nog een kwartiertje meedoen voor Harmsen
komt," en Paul, geholpen door Ada, die niets
geeft om een rommelige huiskamer als het
om een spelletje te doen is waar ze in haar
hart evenveel van houdt als de kinderen
schuift de tafel op zij, terwijl Ien en ik de
stoelen wegzetten.
„Tusschen Keulen en Parijsgilt Joosje.
„Hè nee l In Holland staat een huis 1" stelt
Pepi voor.
„Nee, hè vader Ik mag kiezen, ik heb 't
verzonnen om nou een spelletje te doen",
roept Joosje zeer verongelijkt.
„Stil, stil, geen gekibbel t EerstTusschen
Keulen en Parijs" en dan „In Holland staat
een huis" beslist Paul, de twee kemphaantjes
scheidend.
„Lekker!" Joosje steekt nog even zijn tong
naar Pepi uit, maar dan beginnen de groote
menschen in eens luidkeels te zingen en de
beide jongens vergeten hun veete geheel, als
tante Vic bij 't „Zóó zijn onze manieren" het
verblufte tweetal op het haardkleed neer
duwt dit bij een punt met jongens en al door
de kamer sleept. Een oogenblik later hippen
we allen als kikker» achter elkaar door de
kamer en grijpt Pnul met een on verhoert sclie
beweging de tafelschel van de dressoir, waar
mede hij luiden gaat of er brand is, lol groulo
pret van de jongen* die de leuze „hoe meer
lawaai, hoe meer vreugde" zijn toegedaan en
oorverdoovende bijvalsbetuigingen slakt-n 'en
juist zijn we in een zeer geanimeerd „In
Holland staat een huis" verdiept en bezig
Vic, die 't huis voorstelt, in brand te steken,
als 't hoofd van Nelia om den deurhoek ver
schijnt„Mcheer, daar is meheer Harm-
sen 1"
„Hè, nog even, toe 't gaat net zóó fijn,"
smeekten de kinderen, maar daar komt niet»
van.
Harmsen is een arme burgerjongen, dien
mijn zwager belangeloos voor 't staatsexamen
opleidt en uit principe laat Paul hem nooit
Machten. Harmsen mag niet kunnen denken
dat 't er voor hem niet zoo precies op aan
komt.
„Pepi, loslaten Gauw hoor," zegt Pnul dan
oo k gebiedend tot rijn jongsten zoon, die met
bei zijn armpjes zijn vaders linkerbeen om
knelt, doch gauw loslaat, blij dat we toch na
vaders haastig afscheid nog even blijven door
spelen. Maar als de Fricsche klok kwart over
vijf aanwijst, geef ik 't sein tot opbreken.
Ina, Vic en ik helpen nog even mee om de
Jan Stcensche hulskamer weer wat op orda
te brengen en gaan ons dan aankleeden na
een wilde jacht op Ina's bont, waar Pepi stil«
letjes mee van door is gegaan, terwijl Ina ar*
geloos voor den spiegel haar hoed opzette*
Zoo maar blootshoofds rent hij er de dcu*i
mee uit en de straat op, achtervolgd door Vl%j
die hem 't eerst snapte.
it yemlgdsX