Vrijdag 5 Mei 1916. J3 UITEN LAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS N° 262 14" Jaargang. Hoofdredactie: j y yAN SCHAARDENBURO. E EEMLANDER. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per pMfc1»5©« Per week (met grati* verzekering tegen ongelukkon) - 0.10. Afzonderlijko nummeii 0.05. fVekelijkach bijvoegsel .Di Holland sch* Huisvrouw" (onder redactie vAn Thérèee Hoven) per 8 mnd. 50 cl8. Wekeliikech bijvoegsel „Püh m* trnS' per 8 mnd. 4© ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 rogcisf 0.54). Elke rogo) meer0.10. Dienstaanbiedingen 2f5 cents b(j vooruitbetaling. Groote lotters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zuer voordooligo bopaliugvn tot het herhaald advurteeron in dit BlAd, bij abonnenu vt. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De opstand In Ierland. IV (Slot.) Het strafgericht over de leiders van den thans bedwongen opstand in Ierland is be gonnen. Als eerste slachtoffers van de wre kende gerechtigheid, die de overwinnaar laat gelden tegen de overwonnenen, zijn eergis teren doodgeschoten drie leden van de voor- loopige regeering der Iersche republiek, wier namen stonden onder de proclamatie, die verkondigde, dat den 24en April om 12 uur des middags de oprichting van dezen nieuwen staat was uitgeroepen. Dit stuk heeft geene andere dan historische waarde, want de nieuwe republiek is reeds weer in bloed •n tranen ondergegaan. Maar het mag niet ongelezen op zijde gelegd worden, want het geeft aan wat het doel was, dat de leiders van deze beweging getracht hebben te berei ken. Dat doel wordt in deze proclamatie al dus uitgedrukt: „Iersche mannen en vrouwen! In den naam van God en van de doode geslachten, van wie het zijne oude overleveringen van volksbestaan ontvangt, roept Ierland door ons zijne kinderen op onder zijne vlag en slaat een slag voor zijne vrijheid. Na zijne manschap te hebben bijeen ge bracht en geoefend door zijne geheime re volutionaire organisatie, de Iersche republi- keinsche broederschap, en door zijne open bare militaire organisatiën, de Iersche vrij willigers en het Iersche burgerleger, na met geduld deze manschap onder tucht te heb ben gebracht, na vastberaden het juiste oogenblik om voor den dag te komen te heb ben afgewacht, grijpt Ierland nu dat oogenblik aan en, gesteund door zijne verbannen kin deren in Amerika en door dappere bondge- nooten in Europa, maar in de eerste plaats vertrouwende op zijne eigen kracht, slaat het zijn slag in vol vertrouwen op de overwin ning. Wij verklaren, dat het recht van het volk van Ierland op den eigendom van Ier land en op de onbeperkte beschikking over Ierland's lot souverein en onvervreemdbaar is De lange wederrechtelijke toeëieening van dat recht door een vreemd volk en eene vreemde regeering heeft dat recht niet uit geroeid en dat kan ook nooit uitgeroeid wor den behalve door de vernietiging van het Iersche volk. In ieder geslacht heeft het Ier sche volk de aanspraak op zijn recht op na tionale vrijheid en souvereiniteit doen gel den; zes malen gedurende de laatste drie honderd jaren heeft het dit met'de wapenen ln de hand doen gelden. Staande op dat fundamenteele recht en het wederom gewa penderhand doende gelden in het aangezicht van de wereld, roepen wij hiermee de Ier sche republiek uit als een souvereine onaf hankelijke staat, en wij verpanden onze le vens en de levens van onze wapenbroeders voor de zaak van hare vrijheid, van hare wel vaart en van hare verheffing onder de na tiën." „Ierland voor de Ieren!" Dat was, kort uit gedrukt, de leus waaronder de leiders van de revolutionaire beweging in Ierland in den strijd zijn gegaan. Dat doel is ook uitgedrukt in den naam van de vereeniging, die het verzamelpunt was, waarin hun willen en streven zich concentreerden. Die vereeni ging draagt den naam „Sinn Fein", twee Keltische woorden, waarin Sinn beteekent „wij" en de zin daarvan wordt versterkt door Pein, dat er aan is toegevoegd en dat „zelf" beteekent. De Sinn Fein-vereeniging is van nog jongen datum; zij werd een zestiental jaren geleden opgericht. Maar zij heeft voor gangers gehad, die nog in de herinnering voortleven. Bekend is uit de vorige eeuw de bond der Fenians, die evenals nu de Sinn Fein het gewelddadig verbreken van den band tusschen Ierland en Engeland ten doel had. Sints den tijd der groote Fransche revo lutie hadden de pogingen om in open op stand zich los te scheuren van Engeland zich niet herhaald. Om van den op dezen Paaschmaandag uitgebroken opstand een piecedent te vinden, moet men teruggaan tot Augustus 1798 en December 1896, toen met Fransche militaire hulp dergelijke po gingen werden in het werk gesteld. Maar gedurende de gansche vorige eeuw heeft de revolutionaire propaganda in Ierland niet stilgestaan. Ierland is van oudsher een ette rende zweer aan het Engelsche lijf. Tien malen werd in de negentiende eeuw de staat van beleg over Ierland afgekondigd. Geheime vereenigingen werden gesticht; sa menzweringen met dynamiet en dolk be raamd. Euveldaden werden gepleegd, die de gansche wereld deden rillen van afschuw; wij herinneren aan den moord in het Phoenix- park te Dublin op 6 Mei 1882 van den mi nister voor Ierland lord Frederick Cavendish en den onderstaatssecretaris Burke. Kapitein Boycott, kapitein Moonlight zijn spreek woordelijke figuren geworden. In de laatst verloopen vijftien jaren is in den toestand in Ierland eene gewichtige ver andering gekomen. De met Engelsch geld tot stand gebrachte agrarische hervorming heeft in Ierland eene groote klasse kleine grondbezitters in het leven geroepen, eene landbouwersstand, die op eigen grond door vreedzamen arbeid zich een bestaan verze kert en die niet meer door bestaansonzeker- heid en honger in de armen van de samen zweerders wordt gedreven. Die menschen bezitten aan Engeland eene goede markt en zij hopen door het voortzetten van de agra rische hervorming met behulp van het En gelsche crediet in nog beteren doen te ko men. Op dit bevolkings-element steunt de partij der Iersche nationalisten, die niet streeft naar afscheiding, maar den band tus schen Ierland en de andere deelen van het Vereenigde koninkrijk in stand wil houden op den grondslag van homerule voor Ier land. Die partij is politiek nauw vereenigd met de Britsche regeering, die zich jegens haar verbond haren wensch naar homerule te vervullen. Formeel is die belofte ook ver vuld, want de wet, die het Iersche zelfbe stuur regelt, is in het Britsche Statute Book opgenomen. Maar hei ln werking treden van deze wet is uitgesteld tot na den oorlog. De leider van de nationalistische partij in het Britsche lagerhuis Redmond heeft met grooten nadruk den opstand van de Sinn Feiners gebrandmerkt. Deze afkeer is weder- keerig, want de revolutionairen lieten sints lang reeds geene gelegenheid voorbijgaan om de handelwijze van Redmond en de zij nen als verraad aan de zaak van Ierland aan de kaak te stellen. Redmond heeft, terwijl de strijd tegen dé opstandelingen in vollen gang was, de regeering verzekerd van zijn steun. Datzelfde heeft ook Sir Edward Carson ge daan natnens de mannen van Ulster. De ge meenschappelijke nood heeft deze beide par tijen, die in gewone omstandigheden eikaars bittere vijanden zijn, er toe gebracht de handen ineen te slaan en gezamenlijk de regeering te steunen. De vraag is echter: Hoe lang zal dat duren? De nationalisten hebben op het papier de homerule verkre gen. De Ulster-mannen, die vóór den oorlog gedreigd hadden zich met de wapenen tegen de invoering van de homerulewet te zullen verzetten, hebben godsvrede met hen geslo ten. Maar het strijdpunt tusschen deze twee is in wezen gebleven en het wederzijdsche wantrouwen blijft bestaan. De onzekerheid, hoe de zaken na den oorlog zich zullen ont wikkelen, en de vrees, dat op den nu be dwongen opstand eene reactie zal volgen, moeten de revolutionaire elementen ten goede komen, die wel overwonnen maar niet vernietigd zijn. Birrell, die nu als minister is afgetreden, heeft verklaard, dat hij de kracht van de Sinn Fein-beweging had onderschat, en datzelfde Is ook door Redmond erkend. En de haat tegen Engeland, voortgekomen uit de eeuwenlange onderdrukking van het Iersche volk, blijft bij de Sinn-Feiners levendig. Die haat houdt hen staande in de nederlaag en spoort hunne geestverwanten aan de overzijde van de oceaan aan hen te blijven steunen. Dit alles mankt, dat de toekomst voor Ierland zich uit?rst donker laat aanzien. Maar voorshands waakt het militaire gezag met ijzeren hand voor de rust. Engeland heerscht weder als veroveraar in Ierland en de tijden veranderen het vindt daarin volle instemming bii Frankrijk, waar de her innering aan de dagen ln hét laatst der I7e en het einde van de 18e eeuw, toen Fransche troepen daadwerkeliiken steun ver leenden aan de leren in hun strijd tegen Engeland, lang verdwenen is. De oorlog. Berlijn, 4 Mei. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In den sector tusschen Armentières en Atrecht heerschte plaatselijk een levendigen gevechtsarbeid. De mijnenstrijd was ten noordwesten van Lens bij Souchez en Neu- ville bijzonder levendig. Ten noordwesten van Lens mislukte een in aansluiting aan op blazingen beproefde Engelschen aanval. In 't Maasgebied bereikte 't wederzijdsche artillerie duel overdag tijdelijk eene groote hevigheid, waartoe het ook des nachts meer malen opzwol. Een Fransche aanval tegen onze stellingen op den van de hoogte Mort- homme naar het westen afdalenden rug werd afgewezen. Aan de zuidwestelijke helling van dezen rug heeft de vijand in een voor- uitgelegen poststelling voet gevat. Verscheidene vijandelijke vliegtuigen wierpen heden in de vroegte bommen neer op Ostende, die echter slechts den tuin van het koninklijke paleis troffen. Een van dezen werd in een luchtstrijd bij Middelkerke neergeschoten. De bestuurder, een Fransche officier, is dood. Ten westen van Lióvin vielert twee vijan delijke vliegtuigen in het vuur van onze af- weerkanonnen en machinegeweren neer. In de streek van het fort Vaux werden twee Fransche tweedekkers door onze vliegers buiten gevecht gesteld. P a r ij s 4 Mei. (Havas). Namiddagcom muniqué. In België ontredderde het vuur van de Fransche artillerie de Duitsche werken op de Grande Dune en veroorzaakte eene ont ploffing in een munitiedepot. Ten westen v&n de Maas was een hevig bombardement in alle sectoren. Er was een gevecht met granaten in het bosch van Avo- court. In den loop van den nacht breidden de Franschen de gister behaalde winst op den Mort-homme uit en bevestigden die. Het bevestigt zich, dat de Duitsche verliezen aanzienlijk zijn geweest, inzonderheid ten gevolge van het voorbereidende artillerie vuur van de Franschen. Op één punt kwa men twee mannen zich overgeven, terwijl het vuur nog aan den gang was zij waren de laatste overlevenden van de bezetting van hunne loopgraaf. Ten oosten van de Maas was een bombar dement in de streek van Vaux. In de Woëvre concentreerde de Fransche artille rie meermalen haar vuur op Les Eparges. De Franschen lieten een mijn springen; de treohter wordt versterkt. Ten oosten van Saint-Mihiel werd een sterke Duitsche verkenningstroep, die een Duitschen post in de streek van Apremont trachtte te benaderen,, teruggeslagen. Een Fransch vliegtuig leverde een gevecht tegen twee Duitsche toestellen in de streek van Douaumont. Een van de Duitsche ma chines viel ontredderd neer; de andere nam de vlucht. Avondcommuniqué. Ten westen van de Maas was een aller hevigst bombardement in de streek van hoogte 304. Een zwakke Duitsche aanval op de laatstelijk door ons aan den Mort-homme genomen loopgraaf werd door onze artille rie gestuit. Ten oosten van de Maas en in de Woëvre werkte onze artillerie bij tus- schenpoozen. Londen, 4 Maart. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Er was gisterennacht herleefde activiteit van den vijand op verschillende punten. De vijand deed, na een hevig bombardement, een inval in eenigen van onze loopgraven bij Monchy ep veroorzaakten eenige verlie zen. De vijand liet zonder uitwerking tv.ee mijnen springen. Wij lieten daarop een kleinen, welgeslaagden inval volgen. Wij bliezen een mijn op bij Hooge en bescha digden de ondergrondwerken van den vij and. Verder was er heden niets bijzondei s bui ten het ortilleriewerk. M a r s e i 11 e, 4 Mei. (R Er is weer een contingent Russen aangekomen en mer geestdrift ontvangen. Berlijn* 4 Mei (W. B.) Officieel be richt. Het marine-luchtschipesknder viel in den nacht van 2 op 3 Mei het middelste en noor delijke gedeelte van de Engelsche oostkust aan. Daarbij werden de fabrieken, hoog ovens en spoorwegwerken bij Middlesbo- rough en Stockton, de industrie-inrichtingen bij Sunderland, de versterkte kustplaats Hartlepool, de kustbatterijen ten zuiden van de Tees en Engelsche oorlogsschepen aan den ingang van de Firth of Forth ruim schoots en met zichtbare uitwerking met bommen beworpen. Alle luchtschepen zijn, ondanks de hevige beschieting, naar hunne uitgangshavens teruggekeerd, beholve de IJ 20, die ten gevolge van den sterken zuide- wind naar het noorden afdreef, in zeenoocl geraakte en bij Stavanger verloren ging. De geheele bemanning is gered. Den 3en in den namiddag viel een van onze marinevliegtuigen eene Engelsche kustbatterij bij Sandwich, ten zuiden van den Theemsmond, en ook het vliegstotion ten westen van Deal met succes aan. Ook in de Oostzee was de werkzaamheid van onze marinevliegers levendig. Een es kader watervliegtuigen bewlerp opnieuu het Russische linfeschip Slawa en een vijande lijke U-boot in den Moonsund met bommen en verkreeg trefschoten. Een vijandelijke luchtaanval op ons kruitstation Pissen richis ten geene militaire schade aan. Een van onze duikbooten schoot den 30e» April voor de Vlaamsche kust een EngelscK vliegtuig neer, waarvan de bemanning door een vijandelijken torpedojager werd opge nomen. B e r 1 Ij n, 4 Mei. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Aan het Russische front is de toestand over 't algemeen onveranderd. Onze lucht schepen vielen de spoorwegwerken op het baanvak Molodeczne—Minsk en het spoor wegkruispunt Luniciec, ten noordoosten van Pinsk aan; daarvan werd succes waargeno men. Weenen, 4 Mei. (W. B.) Officieel con*- muniqué van heden middag. Ten noordwesten van Tarnopol brachten onze verkenningstroepen een Russischen of- De domme praat en denkt niet; de op pervlakkige praat en denkt daarna; de ver standige denkt eerst en spreekt vervolgens, de wijze denkt en zwijgt. door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 11 Toen, bij *t licht der maan en der rijluiglanta- rens stelde monsieur Bertrands ons voor, ik weet niet wat voor geks van onze namen brab belend, en leidde madame ons door de keuken ibeen naar de eetkamer, waar de tafel met een staande lamp in 't midden, gedekt stond. In leer vloeiend Fransch-met-'n-aecentje vroeg ze toen, terwijl we ons goed afdeden, naar onze reis, of we niet erg moe waren en wie nu eigenlijk mademoiselle Van Revelandt was (..Bievelèn" zei ze) en wie mademoiselle Oewesthoff en ze noodde ons aan tafel, waar men alleen voor ons beiden gedekt had. Ter sluiks keken we eens rond in de kleine, spaar zaam gemeubelde kamer. Een kanapé met ge bloemd overtrek, een geelhouten buffetje en een mooie, mahoniehouten secretaire prijkten •r. Aan de muren hingen een paar afschu welijke landschap-oleographieén en spreuken la sierletters, waarvan ee» zeer groote: „Con- fie-toi dans 1 Eternel et il agira", met een rose roosje in de E van Eternel 't meest opviel. Op tafel stonden thee en brood gereed te midden van bouquetjes veldbloemen. „Quelles jolies fleurs", bewonderde Ina goe dig met een schopje van verstandhouding onder tafel naar mij. „C'est notrc petite ser- vante Evodie, qui a arrangé tout ?a. Ze houdt zooveel van bloemen," vertelde mevrouw, mij een gebarsten kommetje met drijvende balle tjes boter aanbiedend. Ik pikte er aarzelend een uit en gaf 't toen door naar Ina, die mijn voorbeeld volgde en er zacht uitflapte: „"Wat een uitheemsch botervlootje I" Terwijl madame ons al pratende thee in schonk en complimentjes maakte over ons uit stekend Fransch, viel 't me op, dat het onlbijt- servet vol gaatjes zat en dat 't eetgerei, zorg vuldig over de meest doorluchtige plekken verspreid, ook zijn beste dagen achter den rug had. Bij 't doorgeven van den jampot schrik ten len en ik gelijktijdig van de verrassing er onder: een groote paarse inktvlek, doch we veinsden deze niet te zien en wendden ons tot monsieur, die juist binnenkwam en vertelde, dat hij met Evodie de koffers naar boven ge bracht had en toen madame even later voor stelde ons, als we genoeg gegeten hadden, onze kamer te wijzen, waren we daartoe gaarne bereid. Madame, gewapend met hetzelfde walmende olielichtje van daareven, ging ons voor door de schemerduistere gang naar een steenen trap met ijzeren leuning. Na de eerste tien treden was er een oveHoopje met een groote staande klok en na nog eenige treden te zijn opgegaan, bereikten we 't bovcnportaal, waar madame de eerste deur links met een zwaai opende en met plechtige stemverheffing verkondigde: „Voil4 mesdemoiselles, votre chambre 4 cou ch cr!" We traden binnen in een groote, holle kamer met één raam, een kaalhouten vloer en ver schoten behangsel. In 't midden bevond zich één vrij groot ijzeren éénpersoonslcdikant, een zoogenaamde „twijfelaarl" Verder maakten een tafel en eenige stoelen, een waschtafel, een geelgevcrfde commode en een dito toilettafeltje met spiegel 't eenige meubilair uit. Op den schoorsteenmantel lag een neteldoeksch kleed van dezelfde vale kleur als de raamgordijnen en terwijl madame met glimlachende lieftalligheid de kaars voor ons aanstak die op 't toiletje stond, zei ze: „N'cst-ce-pas que je vous ardonné unc belle chambre, bien fraichc et bien tenue?" en zo deed een dubbele muurkast open om ons te wijzen, waar we onze japonnen konden op hangen. Sprakeloos %zagcn Ina en ik elkander aan 't Was waar, op madame's vraag in haar laatsten brief of we ieder een kleine, of liever samen één groote, mooier gelegen slaapkamer wilden hebben, hadden we de laatste verko zen, maar dat ééne bed voor ons beiden en dat bekrompen waschtafeltje met sauskomachligc lampetkannen en spoelkomaditige waschkom- men leek ons toch wel wat heel behelperig. En mezelf aangordend in 't vaste besef ineens van me te moeten afspreken begon Ik eerst even haperend, toen flinker: „De kamer is wel groot genoeg en heel netjes, maar mijn vriendin en ik zijn niet ge wend in één bed te slapen, dus zoudt u cr ons voor vannacht misschien een veldbed of een chaise longue bij willen geven en... de wasch tafel is ook niet groot genoeg voor twee per sonen.'! 't Was cr uit en bij wijze van protest hief Ik een der sauskommetjes op en zei, me naar Ina keerend: „N'est-ce-pas. Ina, £a ne suffira pas pour nous deux!" „Non, oh non, c'cst absolument insuffisant", bracht Ten nu ook met een kleur als vuur in het midden. „Alors la chambre ne vous plalt pas?" De geanimeerde krentenoogjes van madame ver doften en er kwam Iets grenzenloos teleurge- stelds en zieligs in haar gezicht. Ze zuchtte zwaar. „Oh. met enkele kleinigheden zal 't hier wel in orde komen. Als u er ons voor vannacht nu nog maar een bed bij geeft zijn we al tevreden voor 't oogenblik. Wc zijn zoo moe en willen graag eens flink uitslapen", legde ik zoo be leefd mogelijk uit Maar madame beweerde met een allerongelukkigst gezicht geen veldbed of chaise longue te bezitten. Ze zou morgen dan wel een ledikant uit een der andere kamers hierheen laten sjouwen, maar tegen „minuit" kon ze haar hcelc huis niet onderst boven halen. Voor één nacht wilden we ons toch zeker wel behelpen. Die twee Amerikaan- sche meisjes hadden 't hier op deze zelfde kamer den geheelcn vorigen zomer wel met dit ccnc bed gedaan en nóóit, nóóit geklaagd. Ze hoopte niet, dat wij veeleischcnd zouden zijn... Een zucht als een windvlaag deed de kaars flikkeren en ons besluiten ons dan in vredes naam maar ln 't onvermijdelijke te schikken en nadat madame ons met een: „Bonsoir mes demoiselles, dormcz bien", verlaten had vielen we zenuwachtig proestlachcnd op den twijfe laar neer. De Calvausche zeden en gewoonten bevie len ons matig, kwamen ons wel wat 41 te vreemdsoortig voor. „Wat een inrichting! Wat een Inrichting! 't Lijkt hier wel een gevangenis Valt 't jou ook zoo vrééselijk tegen", vroeg ik, zoo g&uvr we wat gekalmeerd waren. „Nou een paleis is 't niet direct, maar mek don avond is alles altijd op z'n on voordeel) gsk en we kunnen toch weg gaan als 't ons op dort duur niet bevalt cn een pension in Valence zoeken binnen enkele dagenI" „Maar daar zitten wc uren vandaan en hoe komen we aan een geschikt adres!" „Wel dan gaan we naar den burgcmcesten of den consul, 't Zal 't best zijn 't een of ander hooggeplaatst personage in den arm Ic nemen. Laat dat maar aan mij over", lachte Ina. „Bén je nou! Neen, hier blijven if naar huif terugf' „Naar huls terug en die dure reis dan?" „En 't allermalste figuur dat we slaan zou* den", vulde ik zelf aan. „Nee, len, je hebt ge-* lijk. we blijven in ieder geval in Frankrijk." „En we probééren 't eerst hier. Dat DuitsHio kind heeft 't toch ook over de drie maanden uilgehoudenI En laten we nu gaan slapen anders raken we over onze moeheid heen cn doen geen oog dicht. Vooruit Willy", en In« rees van 't bed op en begon manmoedig haaft toiletartikelen uit te pakken. Ik volgde haait voorbeeld en binnen eenige minuten slaap* vaardig, begonnen we vol moed aan weers< zijden den twijfelaar te bestijgen. Dtt bezorgde ons een tweede proestbui, want we moeslert ons als oublieën oprollen om cr naast elkaaii in te kunnen liggeh en Jtize pogingen daar* loc schoof het ledikant met doordringend go* piep en geknars van zijn plaats. We gleden lot* tcrliik dc kamer doorl (Wordt verwttfdJ

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1