Vrijdag 5 Mei 1916.
J3 UITEN LAND.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N° 262 14" Jaargang.
Hoofdredactie: j y yAN SCHAARDENBURO. E EEMLANDER. Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per pMfc1»5©«
Per week (met grati* verzekering tegen ongelukkon) - 0.10.
Afzonderlijko nummeii 0.05.
fVekelijkach bijvoegsel .Di Holland sch* Huisvrouw" (onder
redactie vAn Thérèee Hoven) per 8 mnd. 50 cl8.
Wekeliikech bijvoegsel „Püh m* trnS' per 8 mnd. 4© ets.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 rogcisf 0.54).
Elke rogo) meer0.10.
Dienstaanbiedingen 2f5 cents b(j vooruitbetaling.
Groote lotters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zuer voordooligo bopaliugvn
tot het herhaald advurteeron in dit BlAd, bij abonnenu vt.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
De opstand In Ierland.
IV (Slot.)
Het strafgericht over de leiders van den
thans bedwongen opstand in Ierland is be
gonnen. Als eerste slachtoffers van de wre
kende gerechtigheid, die de overwinnaar laat
gelden tegen de overwonnenen, zijn eergis
teren doodgeschoten drie leden van de voor-
loopige regeering der Iersche republiek,
wier namen stonden onder de proclamatie,
die verkondigde, dat den 24en April om 12
uur des middags de oprichting van dezen
nieuwen staat was uitgeroepen. Dit stuk heeft
geene andere dan historische waarde, want
de nieuwe republiek is reeds weer in bloed
•n tranen ondergegaan. Maar het mag niet
ongelezen op zijde gelegd worden, want het
geeft aan wat het doel was, dat de leiders
van deze beweging getracht hebben te berei
ken. Dat doel wordt in deze proclamatie al
dus uitgedrukt:
„Iersche mannen en vrouwen! In den
naam van God en van de doode geslachten,
van wie het zijne oude overleveringen van
volksbestaan ontvangt, roept Ierland door
ons zijne kinderen op onder zijne vlag en
slaat een slag voor zijne vrijheid.
Na zijne manschap te hebben bijeen ge
bracht en geoefend door zijne geheime re
volutionaire organisatie, de Iersche republi-
keinsche broederschap, en door zijne open
bare militaire organisatiën, de Iersche vrij
willigers en het Iersche burgerleger, na met
geduld deze manschap onder tucht te heb
ben gebracht, na vastberaden het juiste
oogenblik om voor den dag te komen te heb
ben afgewacht, grijpt Ierland nu dat oogenblik
aan en, gesteund door zijne verbannen kin
deren in Amerika en door dappere bondge-
nooten in Europa, maar in de eerste plaats
vertrouwende op zijne eigen kracht, slaat het
zijn slag in vol vertrouwen op de overwin
ning. Wij verklaren, dat het recht van het
volk van Ierland op den eigendom van Ier
land en op de onbeperkte beschikking over
Ierland's lot souverein en onvervreemdbaar
is
De lange wederrechtelijke toeëieening van
dat recht door een vreemd volk en eene
vreemde regeering heeft dat recht niet uit
geroeid en dat kan ook nooit uitgeroeid wor
den behalve door de vernietiging van het
Iersche volk. In ieder geslacht heeft het Ier
sche volk de aanspraak op zijn recht op na
tionale vrijheid en souvereiniteit doen gel
den; zes malen gedurende de laatste drie
honderd jaren heeft het dit met'de wapenen
ln de hand doen gelden. Staande op dat
fundamenteele recht en het wederom gewa
penderhand doende gelden in het aangezicht
van de wereld, roepen wij hiermee de Ier
sche republiek uit als een souvereine onaf
hankelijke staat, en wij verpanden onze le
vens en de levens van onze wapenbroeders
voor de zaak van hare vrijheid, van hare wel
vaart en van hare verheffing onder de na
tiën."
„Ierland voor de Ieren!" Dat was, kort uit
gedrukt, de leus waaronder de leiders van
de revolutionaire beweging in Ierland in den
strijd zijn gegaan. Dat doel is ook uitgedrukt
in den naam van de vereeniging, die het
verzamelpunt was, waarin hun willen en
streven zich concentreerden. Die vereeni
ging draagt den naam „Sinn Fein", twee
Keltische woorden, waarin Sinn beteekent
„wij" en de zin daarvan wordt versterkt door
Pein, dat er aan is toegevoegd en dat „zelf"
beteekent. De Sinn Fein-vereeniging is van
nog jongen datum; zij werd een zestiental
jaren geleden opgericht. Maar zij heeft voor
gangers gehad, die nog in de herinnering
voortleven. Bekend is uit de vorige eeuw
de bond der Fenians, die evenals nu de Sinn
Fein het gewelddadig verbreken van den
band tusschen Ierland en Engeland ten doel
had.
Sints den tijd der groote Fransche revo
lutie hadden de pogingen om in open op
stand zich los te scheuren van Engeland
zich niet herhaald. Om van den op dezen
Paaschmaandag uitgebroken opstand een
piecedent te vinden, moet men teruggaan
tot Augustus 1798 en December 1896, toen
met Fransche militaire hulp dergelijke po
gingen werden in het werk gesteld. Maar
gedurende de gansche vorige eeuw heeft
de revolutionaire propaganda in Ierland niet
stilgestaan. Ierland is van oudsher een ette
rende zweer aan het Engelsche lijf. Tien
malen werd in de negentiende eeuw de
staat van beleg over Ierland afgekondigd.
Geheime vereenigingen werden gesticht; sa
menzweringen met dynamiet en dolk be
raamd. Euveldaden werden gepleegd, die de
gansche wereld deden rillen van afschuw; wij
herinneren aan den moord in het Phoenix-
park te Dublin op 6 Mei 1882 van den mi
nister voor Ierland lord Frederick Cavendish
en den onderstaatssecretaris Burke. Kapitein
Boycott, kapitein Moonlight zijn spreek
woordelijke figuren geworden.
In de laatst verloopen vijftien jaren is in
den toestand in Ierland eene gewichtige ver
andering gekomen. De met Engelsch geld
tot stand gebrachte agrarische hervorming
heeft in Ierland eene groote klasse kleine
grondbezitters in het leven geroepen, eene
landbouwersstand, die op eigen grond door
vreedzamen arbeid zich een bestaan verze
kert en die niet meer door bestaansonzeker-
heid en honger in de armen van de samen
zweerders wordt gedreven. Die menschen
bezitten aan Engeland eene goede markt en
zij hopen door het voortzetten van de agra
rische hervorming met behulp van het En
gelsche crediet in nog beteren doen te ko
men. Op dit bevolkings-element steunt de
partij der Iersche nationalisten, die niet
streeft naar afscheiding, maar den band tus
schen Ierland en de andere deelen van het
Vereenigde koninkrijk in stand wil houden
op den grondslag van homerule voor Ier
land. Die partij is politiek nauw vereenigd
met de Britsche regeering, die zich jegens
haar verbond haren wensch naar homerule
te vervullen. Formeel is die belofte ook ver
vuld, want de wet, die het Iersche zelfbe
stuur regelt, is in het Britsche Statute Book
opgenomen. Maar hei ln werking treden van
deze wet is uitgesteld tot na den oorlog.
De leider van de nationalistische partij in
het Britsche lagerhuis Redmond heeft met
grooten nadruk den opstand van de Sinn
Feiners gebrandmerkt. Deze afkeer is weder-
keerig, want de revolutionairen lieten sints
lang reeds geene gelegenheid voorbijgaan
om de handelwijze van Redmond en de zij
nen als verraad aan de zaak van Ierland aan
de kaak te stellen. Redmond heeft, terwijl de
strijd tegen dé opstandelingen in vollen gang
was, de regeering verzekerd van zijn steun.
Datzelfde heeft ook Sir Edward Carson ge
daan natnens de mannen van Ulster. De ge
meenschappelijke nood heeft deze beide par
tijen, die in gewone omstandigheden eikaars
bittere vijanden zijn, er toe gebracht de
handen ineen te slaan en gezamenlijk
de regeering te steunen. De vraag is echter:
Hoe lang zal dat duren? De nationalisten
hebben op het papier de homerule verkre
gen. De Ulster-mannen, die vóór den oorlog
gedreigd hadden zich met de wapenen tegen
de invoering van de homerulewet te zullen
verzetten, hebben godsvrede met hen geslo
ten. Maar het strijdpunt tusschen deze twee
is in wezen gebleven en het wederzijdsche
wantrouwen blijft bestaan. De onzekerheid,
hoe de zaken na den oorlog zich zullen ont
wikkelen, en de vrees, dat op den nu be
dwongen opstand eene reactie zal volgen,
moeten de revolutionaire elementen ten
goede komen, die wel overwonnen maar niet
vernietigd zijn. Birrell, die nu als minister is
afgetreden, heeft verklaard, dat hij de kracht
van de Sinn Fein-beweging had onderschat,
en datzelfde Is ook door Redmond erkend.
En de haat tegen Engeland, voortgekomen
uit de eeuwenlange onderdrukking van het
Iersche volk, blijft bij de Sinn-Feiners
levendig. Die haat houdt hen staande in de
nederlaag en spoort hunne geestverwanten
aan de overzijde van de oceaan aan hen te
blijven steunen.
Dit alles mankt, dat de toekomst voor
Ierland zich uit?rst donker laat aanzien.
Maar voorshands waakt het militaire gezag
met ijzeren hand voor de rust. Engeland
heerscht weder als veroveraar in Ierland en
de tijden veranderen het vindt daarin
volle instemming bii Frankrijk, waar de her
innering aan de dagen ln hét laatst der
I7e en het einde van de 18e eeuw, toen
Fransche troepen daadwerkeliiken steun ver
leenden aan de leren in hun strijd tegen
Engeland, lang verdwenen is.
De oorlog.
Berlijn, 4 Mei. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In den sector tusschen Armentières en
Atrecht heerschte plaatselijk een levendigen
gevechtsarbeid. De mijnenstrijd was ten
noordwesten van Lens bij Souchez en Neu-
ville bijzonder levendig. Ten noordwesten
van Lens mislukte een in aansluiting aan op
blazingen beproefde Engelschen aanval.
In 't Maasgebied bereikte 't wederzijdsche
artillerie duel overdag tijdelijk eene groote
hevigheid, waartoe het ook des nachts meer
malen opzwol. Een Fransche aanval tegen
onze stellingen op den van de hoogte Mort-
homme naar het westen afdalenden rug werd
afgewezen. Aan de zuidwestelijke helling
van dezen rug heeft de vijand in een voor-
uitgelegen poststelling voet gevat.
Verscheidene vijandelijke vliegtuigen
wierpen heden in de vroegte bommen neer
op Ostende, die echter slechts den tuin van
het koninklijke paleis troffen. Een van dezen
werd in een luchtstrijd bij Middelkerke
neergeschoten. De bestuurder, een Fransche
officier, is dood.
Ten westen van Lióvin vielert twee vijan
delijke vliegtuigen in het vuur van onze af-
weerkanonnen en machinegeweren neer. In
de streek van het fort Vaux werden twee
Fransche tweedekkers door onze vliegers
buiten gevecht gesteld.
P a r ij s 4 Mei. (Havas). Namiddagcom
muniqué.
In België ontredderde het vuur van de
Fransche artillerie de Duitsche werken op
de Grande Dune en veroorzaakte eene ont
ploffing in een munitiedepot.
Ten westen v&n de Maas was een hevig
bombardement in alle sectoren. Er was een
gevecht met granaten in het bosch van Avo-
court. In den loop van den nacht breidden
de Franschen de gister behaalde winst op
den Mort-homme uit en bevestigden die.
Het bevestigt zich, dat de Duitsche verliezen
aanzienlijk zijn geweest, inzonderheid ten
gevolge van het voorbereidende artillerie
vuur van de Franschen. Op één punt kwa
men twee mannen zich overgeven, terwijl
het vuur nog aan den gang was zij waren de
laatste overlevenden van de bezetting van
hunne loopgraaf.
Ten oosten van de Maas was een bombar
dement in de streek van Vaux. In de
Woëvre concentreerde de Fransche artille
rie meermalen haar vuur op Les Eparges.
De Franschen lieten een mijn springen; de
treohter wordt versterkt.
Ten oosten van Saint-Mihiel werd een
sterke Duitsche verkenningstroep, die een
Duitschen post in de streek van Apremont
trachtte te benaderen,, teruggeslagen.
Een Fransch vliegtuig leverde een gevecht
tegen twee Duitsche toestellen in de streek
van Douaumont. Een van de Duitsche ma
chines viel ontredderd neer; de andere nam
de vlucht.
Avondcommuniqué.
Ten westen van de Maas was een aller
hevigst bombardement in de streek van
hoogte 304. Een zwakke Duitsche aanval op
de laatstelijk door ons aan den Mort-homme
genomen loopgraaf werd door onze artille
rie gestuit. Ten oosten van de Maas en in
de Woëvre werkte onze artillerie bij tus-
schenpoozen.
Londen, 4 Maart. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Er was gisterennacht herleefde activiteit
van den vijand op verschillende punten. De
vijand deed, na een hevig bombardement,
een inval in eenigen van onze loopgraven
bij Monchy ep veroorzaakten eenige verlie
zen. De vijand liet zonder uitwerking tv.ee
mijnen springen. Wij lieten daarop een
kleinen, welgeslaagden inval volgen. Wij
bliezen een mijn op bij Hooge en bescha
digden de ondergrondwerken van den vij
and.
Verder was er heden niets bijzondei s bui
ten het ortilleriewerk.
M a r s e i 11 e, 4 Mei. (R Er is weer een
contingent Russen aangekomen en mer
geestdrift ontvangen.
Berlijn* 4 Mei (W. B.) Officieel be
richt.
Het marine-luchtschipesknder viel in den
nacht van 2 op 3 Mei het middelste en noor
delijke gedeelte van de Engelsche oostkust
aan. Daarbij werden de fabrieken, hoog
ovens en spoorwegwerken bij Middlesbo-
rough en Stockton, de industrie-inrichtingen
bij Sunderland, de versterkte kustplaats
Hartlepool, de kustbatterijen ten zuiden van
de Tees en Engelsche oorlogsschepen aan
den ingang van de Firth of Forth ruim
schoots en met zichtbare uitwerking met
bommen beworpen. Alle luchtschepen zijn,
ondanks de hevige beschieting, naar hunne
uitgangshavens teruggekeerd, beholve de IJ
20, die ten gevolge van den sterken zuide-
wind naar het noorden afdreef, in zeenoocl
geraakte en bij Stavanger verloren ging. De
geheele bemanning is gered.
Den 3en in den namiddag viel een van
onze marinevliegtuigen eene Engelsche
kustbatterij bij Sandwich, ten zuiden van den
Theemsmond, en ook het vliegstotion ten
westen van Deal met succes aan.
Ook in de Oostzee was de werkzaamheid
van onze marinevliegers levendig. Een es
kader watervliegtuigen bewlerp opnieuu het
Russische linfeschip Slawa en een vijande
lijke U-boot in den Moonsund met bommen
en verkreeg trefschoten. Een vijandelijke
luchtaanval op ons kruitstation Pissen richis
ten geene militaire schade aan.
Een van onze duikbooten schoot den 30e»
April voor de Vlaamsche kust een EngelscK
vliegtuig neer, waarvan de bemanning door
een vijandelijken torpedojager werd opge
nomen.
B e r 1 Ij n, 4 Mei. (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Aan het Russische front is de toestand
over 't algemeen onveranderd. Onze lucht
schepen vielen de spoorwegwerken op het
baanvak Molodeczne—Minsk en het spoor
wegkruispunt Luniciec, ten noordoosten van
Pinsk aan; daarvan werd succes waargeno
men.
Weenen, 4 Mei. (W. B.) Officieel con*-
muniqué van heden middag.
Ten noordwesten van Tarnopol brachten
onze verkenningstroepen een Russischen of-
De domme praat en denkt niet; de op
pervlakkige praat en denkt daarna; de ver
standige denkt eerst en spreekt vervolgens,
de wijze denkt en zwijgt.
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
11
Toen, bij *t licht der maan en der rijluiglanta-
rens stelde monsieur Bertrands ons voor, ik
weet niet wat voor geks van onze namen brab
belend, en leidde madame ons door de keuken
ibeen naar de eetkamer, waar de tafel met een
staande lamp in 't midden, gedekt stond. In
leer vloeiend Fransch-met-'n-aecentje vroeg
ze toen, terwijl we ons goed afdeden, naar
onze reis, of we niet erg moe waren en wie nu
eigenlijk mademoiselle Van Revelandt was
(..Bievelèn" zei ze) en wie mademoiselle
Oewesthoff en ze noodde ons aan tafel, waar
men alleen voor ons beiden gedekt had. Ter
sluiks keken we eens rond in de kleine, spaar
zaam gemeubelde kamer. Een kanapé met ge
bloemd overtrek, een geelhouten buffetje en
een mooie, mahoniehouten secretaire prijkten
•r. Aan de muren hingen een paar afschu
welijke landschap-oleographieén en spreuken
la sierletters, waarvan ee» zeer groote: „Con-
fie-toi dans 1 Eternel et il agira", met een rose
roosje in de E van Eternel 't meest opviel. Op
tafel stonden thee en brood gereed te midden
van bouquetjes veldbloemen.
„Quelles jolies fleurs", bewonderde Ina goe
dig met een schopje van verstandhouding
onder tafel naar mij. „C'est notrc petite ser-
vante Evodie, qui a arrangé tout ?a. Ze houdt
zooveel van bloemen," vertelde mevrouw, mij
een gebarsten kommetje met drijvende balle
tjes boter aanbiedend. Ik pikte er aarzelend
een uit en gaf 't toen door naar Ina, die mijn
voorbeeld volgde en er zacht uitflapte:
„"Wat een uitheemsch botervlootje I"
Terwijl madame ons al pratende thee in
schonk en complimentjes maakte over ons uit
stekend Fransch, viel 't me op, dat het onlbijt-
servet vol gaatjes zat en dat 't eetgerei, zorg
vuldig over de meest doorluchtige plekken
verspreid, ook zijn beste dagen achter den rug
had. Bij 't doorgeven van den jampot schrik
ten len en ik gelijktijdig van de verrassing er
onder: een groote paarse inktvlek, doch we
veinsden deze niet te zien en wendden ons tot
monsieur, die juist binnenkwam en vertelde,
dat hij met Evodie de koffers naar boven ge
bracht had en toen madame even later voor
stelde ons, als we genoeg gegeten hadden, onze
kamer te wijzen, waren we daartoe gaarne
bereid.
Madame, gewapend met hetzelfde walmende
olielichtje van daareven, ging ons voor door
de schemerduistere gang naar een steenen trap
met ijzeren leuning. Na de eerste tien treden
was er een oveHoopje met een groote staande
klok en na nog eenige treden te zijn opgegaan,
bereikten we 't bovcnportaal, waar madame
de eerste deur links met een zwaai opende en
met plechtige stemverheffing verkondigde:
„Voil4 mesdemoiselles, votre chambre 4 cou
ch cr!"
We traden binnen in een groote, holle kamer
met één raam, een kaalhouten vloer en ver
schoten behangsel. In 't midden bevond zich
één vrij groot ijzeren éénpersoonslcdikant, een
zoogenaamde „twijfelaarl"
Verder maakten een tafel en eenige stoelen,
een waschtafel, een geelgevcrfde commode en
een dito toilettafeltje met spiegel 't eenige
meubilair uit. Op den schoorsteenmantel lag
een neteldoeksch kleed van dezelfde vale kleur
als de raamgordijnen en terwijl madame met
glimlachende lieftalligheid de kaars voor ons
aanstak die op 't toiletje stond, zei ze:
„N'cst-ce-pas que je vous ardonné unc belle
chambre, bien fraichc et bien tenue?" en zo
deed een dubbele muurkast open om ons te
wijzen, waar we onze japonnen konden op
hangen.
Sprakeloos %zagcn Ina en ik elkander aan
't Was waar, op madame's vraag in haar
laatsten brief of we ieder een kleine, of liever
samen één groote, mooier gelegen slaapkamer
wilden hebben, hadden we de laatste verko
zen, maar dat ééne bed voor ons beiden en dat
bekrompen waschtafeltje met sauskomachligc
lampetkannen en spoelkomaditige waschkom-
men leek ons toch wel wat heel behelperig. En
mezelf aangordend in 't vaste besef ineens van
me te moeten afspreken begon Ik eerst even
haperend, toen flinker:
„De kamer is wel groot genoeg en heel
netjes, maar mijn vriendin en ik zijn niet ge
wend in één bed te slapen, dus zoudt u cr ons
voor vannacht misschien een veldbed of een
chaise longue bij willen geven en... de wasch
tafel is ook niet groot genoeg voor twee per
sonen.'!
't Was cr uit en bij wijze van protest hief Ik
een der sauskommetjes op en zei, me naar Ina
keerend: „N'est-ce-pas. Ina, £a ne suffira pas
pour nous deux!"
„Non, oh non, c'cst absolument insuffisant",
bracht Ten nu ook met een kleur als vuur in
het midden.
„Alors la chambre ne vous plalt pas?" De
geanimeerde krentenoogjes van madame ver
doften en er kwam Iets grenzenloos teleurge-
stelds en zieligs in haar gezicht. Ze zuchtte
zwaar.
„Oh. met enkele kleinigheden zal 't hier wel
in orde komen. Als u er ons voor vannacht nu
nog maar een bed bij geeft zijn we al tevreden
voor 't oogenblik. Wc zijn zoo moe en willen
graag eens flink uitslapen", legde ik zoo be
leefd mogelijk uit Maar madame beweerde
met een allerongelukkigst gezicht geen veldbed
of chaise longue te bezitten. Ze zou morgen
dan wel een ledikant uit een der andere
kamers hierheen laten sjouwen, maar tegen
„minuit" kon ze haar hcelc huis niet onderst
boven halen. Voor één nacht wilden we ons
toch zeker wel behelpen. Die twee Amerikaan-
sche meisjes hadden 't hier op deze zelfde
kamer den geheelcn vorigen zomer wel met
dit ccnc bed gedaan en nóóit, nóóit geklaagd.
Ze hoopte niet, dat wij veeleischcnd zouden
zijn...
Een zucht als een windvlaag deed de kaars
flikkeren en ons besluiten ons dan in vredes
naam maar ln 't onvermijdelijke te schikken
en nadat madame ons met een: „Bonsoir mes
demoiselles, dormcz bien", verlaten had vielen
we zenuwachtig proestlachcnd op den twijfe
laar neer.
De Calvausche zeden en gewoonten bevie
len ons matig, kwamen ons wel wat 41
te vreemdsoortig voor.
„Wat een inrichting! Wat een Inrichting!
't Lijkt hier wel een gevangenis Valt 't jou
ook zoo vrééselijk tegen", vroeg ik, zoo g&uvr
we wat gekalmeerd waren.
„Nou een paleis is 't niet direct, maar mek
don avond is alles altijd op z'n on voordeel) gsk
en we kunnen toch weg gaan als 't ons op dort
duur niet bevalt cn een pension in Valence
zoeken binnen enkele dagenI"
„Maar daar zitten wc uren vandaan en hoe
komen we aan een geschikt adres!"
„Wel dan gaan we naar den burgcmcesten
of den consul, 't Zal 't best zijn 't een of ander
hooggeplaatst personage in den arm Ic nemen.
Laat dat maar aan mij over", lachte Ina.
„Bén je nou! Neen, hier blijven if naar huif
terugf'
„Naar huls terug en die dure reis dan?"
„En 't allermalste figuur dat we slaan zou*
den", vulde ik zelf aan. „Nee, len, je hebt ge-*
lijk. we blijven in ieder geval in Frankrijk."
„En we probééren 't eerst hier. Dat DuitsHio
kind heeft 't toch ook over de drie maanden
uilgehoudenI En laten we nu gaan slapen
anders raken we over onze moeheid heen cn
doen geen oog dicht. Vooruit Willy", en In«
rees van 't bed op en begon manmoedig haaft
toiletartikelen uit te pakken. Ik volgde haait
voorbeeld en binnen eenige minuten slaap*
vaardig, begonnen we vol moed aan weers<
zijden den twijfelaar te bestijgen. Dtt bezorgde
ons een tweede proestbui, want we moeslert
ons als oublieën oprollen om cr naast elkaaii
in te kunnen liggeh en Jtize pogingen daar*
loc schoof het ledikant met doordringend go*
piep en geknars van zijn plaats. We gleden lot*
tcrliik dc kamer doorl
(Wordt verwttfdJ