Verspreids Berichten. KOLONIËN, ~BJNNËNLAND. Berichte*. I* it- jpan de ongelukken te verhinderen, waar van inmiddels Amerlkaansche burgers het plachtoffer zijn geworden. De Duitsche re- 'geering handhaaft ook nu nog het aanbod om regelingen in deze richting te treffen. In overeenstemming met de bij herhaling door haar gegeven verklaringen, kan de Duit sche regeering niet afzien van het gebruik van het duikbootwapen, ook in den handels oorlog. Wanneer zij thans ten aanzien van de aanpassing van de methoden van den duik- boo [oorlog aan de belangen van de neutra- Jen tot verder tegemoetkomen besluit, dan zijn voor haar redenen beslissend, die zich verheffen boven de beteekenis van het punt fn geschil. De Duitsche regeering kent aan het hooge gebod van de menschelijkheid geen gerin gere beteekenis toe dan de regeering van de Vereenigde Staten. Zij houdt ook ten volle rekening met den langen gemeenschap- pel ijken arbeid der beide regeeringen aan de door dit gebod bestuurde ontwikkeling van het volkenrecht, waarvan het doel steeds is gericht op de beperking van den oorlog te land en ter zee tot de gewapende macht van de oorlogvoerenden en op de grootst moge lijke beveiliging van de non-combattanten tegen de wreedheden van den oorlog. Op zichzelf echter zouden deze gezichts punten, hoe belangrijk zii ook zijnbij den tegen woord igen staat van zaken niet den doorslag kunnen geven. Want tegenover het beroep van de regeering van de Vereenigde Staten op de heilige grondbeginselen van de menschelijkheid, moet de Duitsche regee ring opnieuw met allen nadruk vaststellen, dat het niet de Duitsche regeering, maar de Engelsche regeering is geweest, die dezen vreeselijken oorlog onder minachting van alle tussohen de volken overeengekomen rechtsregelen op leven en eigendom van non-combattanten heeft uitgebreid, en zulks zonder de minste notitie te nemen van de door deze soort oorlogvoering zwaar lijdende belangen en rechten, der neutralen en non combattanten. In bitteren noodweer tegen de met het recht strijdige manier van oor logvoeren van Engeland, in den strijd om het bestaan van het Duitsche volk heeft de Duitsche oorlogvoering het harde maar af doende middel van den duikbootoorlog ter hand moeten nemen. Bij dezen staat van zaken kan de Duitsche regeering niet anders dan opnieuw haar leedwezen er over uitspreken dat de humane gevoelens der Amerikaansche regeering, die met zoo groote warmte uitgaan naar de be treurenswaardige slachtoffers van den duik- Ibootoorlog, zich niet met ven groote warmte uitstrekken tot de vele millioenen vrouwen en kinderen, die naar de verklaarde bedoe ling van de Engelsche regeering in den hon ger worden gejaagd, teneinde door hun honr gerliiden de zegevierende legers van de cen trale mogendheden tot een smadelijke capt- tulafie te dwingen. De Duitsche regeering en het Duitsche volk met haar begrijpt dit verschil in gevoeligheid te minder, waar zij zich herhaalde malen uitdrukkelijk hebben bereid verklaard -zich stipt te houden aan de vóór den oorlog erkende volkenrechtelijke regelen, indien ook Engeland bereid wordt gevonden diezelfde regelen tot grondslag te nemen voor zijne (Engelands) oorlogvoering. Verscheidene pogingen van de Amerikaan sche regeering, om de Engelsche regeering hiertoe te bewegen, zijn afgestuit op de stel lige weigering van de Britsche regeering. Engeland is ook verder voortgegaan van de eene overtreding van het volkenrecht op de andere te stapelen, zij heeft in haar machts misbruik jegens de neutralen alle grenzen overtreden. Zijn laatste maatregel, de ver klaring van Duitsche bunkerkolen tot con trabande, waaraan gekoppeld zijn voorwaar den, waarop uitsluitend Engelsche bunker kool afgegeven wordt aan de neutralen is niet meer of minder dan een poging, om door een ongehoordcn dwang de tonnen- maat der neutralen in dienst te stellen van den Briischen handelsoorlog. Het Duitsche volk weet, dat het in de macht van de Amerikaansche regeering ligt, den oorlog in dien zin van menschelijkheid en volkenrecht te beperken tot de strijd krachten der strijdvoerende staten. De Ame rikaansche regeering zou dat zeker hebben tot stand gebracht, indien zij hare onbetwist bare rechten op de vrijheid der zeeën tegen over Engeland met nadruk had doen gelden. Zooals de zaak echter thans staat, verkeert het Duitsche volk onder den indruk, dat de regeering der Vereenigde Staten van Duitschland, dat om zijn bestaan strijdt, eene beperking verlangt in het gebruik van zijn doeltreffend wapen en dat zij daarvan het voortbestaan van de goede betrekkingen met Duitschland afhankelijk stelt, terwijl zij zich tegenover de met het volkenrecht strijdige methodes van Duitschland's vijanden tevre- oen stellen met protesten. Ook is het aan het Duitsche volk bekend, in hoe grooten omvang onze vijanden uit de Vereenigde Staten worden voorzien van oorlogsmidde len van allerlei aard. Onder deze omstandigheden zal worden begrepen, dat het beroep op het volkenrecht en het gevoel van menschelijkheid bij het •Duitsche volk niet dien weerklank kan vin- een, waarvan zulk een beroep in andere om standigheden zeker zou kunnen zijn. Wanneer de Duitsche regeering desniette min tot eene uiterste concessie besluit, is voor haar daarbij beslissend in de eerste plaats de meer dan honderdjarige vriend schap tusschen de twee groote volken, in de tweede plaats echter de gedachte aan het zware noodlot, waarmee de uitbreiding en verlenging van dezen vreeselijken en Moedi gen oorlog de gansche beschaafde mensch- heid bedreigt. In het bewustzijn van hare kracht heeft de Duitsche regeering zich veroorloofd twee maal in den Iood der laatste maanden hare bereidwilligheid tot een vrede, die Duitsch land's levensbelangen waarborgt, openlijk en voor de heele wereld kond te doen. Zij heeft daarmee kenbaar gemaakt, dat het aan haar niet ligt, dat den volkeren van Europa de vrede nog langer wordt onthouden. Met des te meer recht mag de Duitsche regeering uitspreken, dat het voor de "menschheid en de geschiedenis niet te ver antwoorden zou zijn, dat men na 21 maan den oorlog het over den duikbootoorlog ont stane geschil een wending liet nemen, die den vrede tusschen het Amerikaansche en het Duitsche volk ernstig zou bedreigen. Zulk een ontwikkeling wil de Duitsche re geering, voor zoover het aan haar ligt, voor komen. Tevens wil zij het uiterste doen, om, zoolang de oorlog nog voortduurt, de beper king van den oorlog tot de vechtende strijdmachten van de oorlogvoerenden mo gelijk te maken, ten doel dat de vrij heid van de zee fn zich sluit en waar- In de Duitsche regeering met die van de Vereenigde Staten ook heden nog één van zin meent te zijn. Geleid door deze gedachte, deelt de Duit sche regeering aan de Amerikaansche re geering mede, dot van de Duitsche zeemacht de instructie is uitgegaan, met de inachtne ming van de algemeene beginselen van het volkenrecht betreffende het aanhouden, on derzoeken en vernielen van handelsvaartui gen, ook binnen hét zee-oorlogsgebied koop vaardijschepen niet zonder waarschuwing en redding van de mensrhenlevens in den grond te boren, tenzij zij mochten vluchten of tegenstand bieden. In den strijd, dien Duitschland gedwongen is om zijn bestaan te voeren, kunnen echter de neutralen niet van Duitschland vergen, dat het zich om hunne belangen te ontzien beperkingen zal opleggen in het bezigen van een doeltreffend wapen, wanneer het den tegenstanders vergund blijft hunnerzijds naar willekeur middelen te blijven toepas sen, die met het volkenrecht in strijd zijn. Een zoodanig verlangen zou onvereenigbaor zijn met het wezen der neutraliteit. De Duitsche regeering is er van overtuigd dat de Amerikaansche regeering niet de be doeling heeft dit van haar te vergen. Dat leidt zij af uit de herhaalde verzekering van de Amerikaansche regeering, dat zij beslo ten is, tegenover alle oorlogvoerenden de geschonden vrijheid der zeeën weer te her stellen. De Duitsche reg'eering koestert dus de verwachting, dat de nieuwe instructie aan de Duitsche strijdkrachten ter zee ook in de oogen van de Amerikaansche regeering, alle beletselen voor de verwezenlijking van de op 23 Juli 1915 aangeboden samenwerking tot de nog gedurende den loop van dezen oorlog te herstellen vrijheid der zeeën zal hebben uit den weg geruimd. Ook twijfelt de Duitsche regeering er niet meer aan, dat de Amerikaansche regeering thans van de Britsche regeering onverwijld en met allen nadruk de inachtneming zal eischen, en ook zal weten door te zetten van de vóór den oorlog algemeen erkende volkenrechtelijke bepalingen, en inzonder heid van die, welke zijn vervat in de nota's der Amerikaansche regeering aan de Brit sche regeering d.d. 28 Dec. 1914 en 5 Nov. 1915. Mochten de stappen van de regeering van de Vereenigde Staten niet tot de gewensch- te uitkomst leiden, om aan de wetten der menschelijkheid bij alle oorlogvoerende na tiën gezag te verschaffen, dan zou de Duit sche regeering zich tegenover een nieuwen toestand geplaatst rien, voor welken zij zich de volle vrijheid van hare besluiten moet voorbehouden. De ondergeteekende neemt deze aanlei ding te baat, om aan den gezant de verzeke ring van zijne uitnemendste hoogachting te hernieuwen. (Get.) Jagow. Buenos Ayres, 5 Mei. (Havas). De Braziliaansche regeering heeft aan het Duit sche gezantschap kennis gegeven,-dat zij een dringend onderzoek heeft gelast noar het zinken van de Rio Branco om met zeker heid te kunnen handelen tot verdediging van het recht der onrijdigen. De Braziliaan sche bladen eischen eenstemmig een krach tig tusschen beide komen van de regee ring. Brussel, 4 Mel. (W. B.) In een veror dening van den gouverneur-generaal van België is bekend gemaakt, dat de gewone in komsten van den 6ta«t voor het rekenings jaar 1916 op 248.649.935 frs., de uitgaven op 274.480.435 frs. vastgesteld zijn. De middelen tot dekking van het tekort van 25.830.500 zullen in een afzonderlijke ver ordening behandeld worden. B e r n, 5 M e i. (W. B.) Over eene ontmoe ting tusschen Duitsche en Fransche krijgs gevangenen, die in Zwitserland verpleging zullen genieten, aan het station alhier, heeft een correspondent van de Temps naar Pa rijs bericht: „Terwijl zij hier stil waren, trachtten de Duitschers zich te verbroederen met de Franschen; maar hun veelvuldig roepen: Kameraad! kameraad! bleef zonder weerklank. De Bund, die eene van diep gevod ge tuigende beschrijving van het samentreffen van de beide invaliedentreinen gaf, schrijft naar aanleiding hiervan: „De vertegenwoor diger van de Temps was blijkbaar niet aan wezig, toen Duitschers en Franschen op het station te Bern broederlijk met elkaar ver keerden en zich in zeer kameraadschappe lijke gesprekken met elkaar onderhielden, zooals men in ons bericht heeft kunnen le zen. Of mocht men zulke menschelijk schoo- ne verschijnselen in Parijs, het nvt van de wereldcultuur, niet weten? Dan zou zwij gen beter zijn, dan de zaken op den kop pier'--:-. Zürich, 5 Mei. (W. B.) De Züricher Pos* schrijft: Wie kan de vredestichter zijn. die de naar vrede dorstende volken weer tot menschelijke toestanden brengt, die voor orde en wet en cultuurarbeid vrij baan maakt? Bij Amerika ligt de mogelijkheid, de grondslagen te verkrijgen waarop de vrede zou kunnen worden opgebouwd. Dat schijnt de wereldhistorische taak van Amerika te zijn. Het moet niet alleen verklaren, dat het zich met alle beslistheid wendt tegen den Duitschen duikbootoorlog; maar het moet met de zelfde beslistheid aan Engeland ver klaren, dat Amerika de hand niet biedt tot den uithongeringsoorlog tegen Duitschland en staat op zijn recht om den invoer van goederen, die geen contrabande zijn, naar Duitschland zonder benadeeling van Enge land te volbrengen. Wanneer Duitschland onder deze voorwaarde bereid is den duik bootoorlog te staken en wanneer Amerika gezind is onder de genoemde voorwaarde zijn recht te handhaven om goederen, die geen contrabande zijn, uit te voeren, dan is de zaak uit. Voor de oorlogvoerenden blijft dan slechts dit ééne over, waarop de volken reeds lang wachten: dat zij er over denken hoe aan den onzaligen oorlog een einde kan worden gemaakt. Londen,»5 Mei. (R.). Een in Dublin uitgegeven communiqué bericht, dat de volgende Sinn Fein-rebellen terecht gestaan hebben, ter dood veroordeeld en doodge- schoten zijn Joseph Flunkett, Edward Daly, Michael Ohanlon en William Pears^e. Vijftien mannen zijn ter dood veroordeeld, maar het vonnis is veranderd in 10 jaren tuchthuis straf, van nog een ander is het doodvonnis in 8 jaar veranderd. Twee zijn tot tien jaren gevangenisstraf veroordeeld. De Duitsche Generale staf. Commandant De Civrieux, wijst, aldus le zen we in het Vad., in verband met 's rijks- kanselier's heen en weer reizen naar het hoofdkwartier, op de schier almachtige posi tie van dat lichaam. Deze staf is niet, zegt hij, zooals in do andere legers, een uitvoe rend lichaam, onderworpen aan de alge meene directie van een regeering en nog minder een raadgevend lichaam bij een op perbevelhebber die de keizer zou kunnen zijn. De staf is een bijna absolute macht, die eerder aan den keizer verslag doet, dan diens bevelen ontvangt. Alle ministers, alle diplomaten, alle poli tieke meeningen zijn uitgesloten van de be raadslagingen en besluiten van den staf. De minister van oorlog is slechts een onderge schikt ambtenaar, die zonder discussie de hem gegeven instructies moet uitvoeren. De rijkskanselier zelf wordt beschouwd als een commies, belast met het openbaar maken van de gedachten van den staf, anonieme macht, gedekt door de handteekening des keizers. De staf roept den rijkskanselier tot zich; nooit gaat een van zijn leden noch zelfs iemand van zijn adjuncten, naar Berlijn ter conferentie. Zoo is, vervolgt de Civrieux, de Pruisische traditie en zij was altijd zoo. Bis marck, wiens gezag en diensten nog heel an ders waren dan die van Bethmann Hollweg, moest bij den veldtocht van 1870 altijd voor den generalen staf bukken. Deze opmerkingen hebben, meent schrij ver, op het oogenblik zeker belang, daar wij er door weten, dat het antwoord aan Ame rika niet dat van de kanselarij van den dic tatoralen staf zal zijn. Een Engelsch veldprediker gedecoreerd. De Engelsche veldprediker Edward Noel Mellish heeft voor zijn buitengewonen moed het Victoriakruis gekregen. Drie dagen ach tereen heeft Mellish tijdens hevige gevech ten gewonden gered, die tusschen de loop graven gevallen waren, en dat, zonder zich om het ontzettend kanon- en mitrailleurs- vuur te bekommeren. Op den eersten dag heeft hij tien zwaargewonden binnenge bracht. Het mitrailleursvuur was vaak zoo hevig, dat drie van de mannen getroffen en gedood werden, terwijl hij hen vóór de loop graven een noodverband aanlegde. Het ba taljon, waarbij hij zich bevond, werd den tweeden dag afgelost, maar hij keerde naar de gevechtslinie terug en redde toen twaalf gewonden. Den avond van den derden dag stelde hij zich opnieuw aan het hoofd van een troep vrijwilligers om nog op het terrein achtergebleven gekwetsten te halen. Geestelijke hulp aan geinter ne e r d e n. Het jaarverslag van de Engelsche Veree- nlging voor de zending onder de zeelieden meldt, dat ze 18 maanden geleden twee gees telijken en twee vrouwelijke hulpkrachten heeft gezonden naar de manschappen van de Naval Brigade, de equipage der Britsche duikboot E 17, vliegeniers en andere te Gro ningen geinterneerden. Zij hebben o.a. een kerk in het kamp ingericht, die voorts voor onderricht in het bijbellezen, knoopen en godsdienstoefeningen op werkdagen is be stemd. Belgische oud-strijders. Een onlangs verschenen omzendbrief ver wittigt de Belgische gemeenten, dat de af stammelingen van de strijders van 1830, die van het departement van Binnenlandsche Zaken een hulpgeld ontvingen, zich tot dit departement mogen wenden, om zooals vroeger dit hulpgeld te ontv ngen. Een vriendschappelijk vijandelijkeontmoeting. In de Berner Bund vindt de N. R. Ct. een aardige beschrijving van de ontmoeting tus schen de Fransche en Duitsche krijgsgevan genen, die uit verschillende richtingen aan het station te Bern aankwamen, om in Zwit serland herstel van gezondheid te zoeken. Na verhaald te hebben, hoe eerst de Fran sche en daarna de Duitsche trein het station binnen gekomen is, en hoe de gasten met geschenken en vriendelijke woorden verwel komd zijn. vervolgt de berichtgevör: „Intusschen heeft zich tusschen de „vijan den" een opgewekt, in het Fransch gevoerd gesprek ontsponnen. De Duitsche studenten begonnen „Hebt u een goede reis gehad?" „Dank u, voortreffelijk." „Wanneer bent u vertrokken, hoe lang hebt u te Konstans ge wacht?" Bent u nu tevreden?" „O, zeer te vreden. „Bent u ook over de behandeling in Duitschland tevreden geweest?" „Meestal wel, dank u;mais le pain„Het uwe is niet veel beter, maar nu krijgen wij Zwit- sersch broodl" „O u i c' e s t b i e n." „Waar komt u vandaan?" „En u?" Dat gaat zoo vreedzaam over en weer. Af en toe wordt een grap verkocht, en een gierend gelach vult het spoorwegxijtuig. Over Verdun kib belen zij een beetje. De Franschen houden staande dat de Duitsche linies aan het te rugtrekken zijn. De Duitschers antwoorden: „Integendeel!" „Wanneer zullen wij vrede hebben?" roe pen de Duitschers. „Vandaag al, als jelui wilt", luidt het antwoord. De tien minuten oponthoud voor de Duit schers zijn afgeloopen; wij drukken weer vele, vele handen, terwijl de trein zich met zijn 517 reizigers in beweging zet. Een piep jong „eenjarige" roept den Franschen toe: „La guerre est finie pournou s..^' „Soyons ami si" klinkt het terug. „Au revoir!" roept men van weerskanten. Men wuift met zakdoeken, heelemaal vooraan gooien de „vijanden" elkaar bloemen toe, die helaas niemand kan opvangen. In het voorbijgaan merken wij een rijtuig met ge sloten vensters op, waarachter officieren In het lezen van Zwitsersche couranten ver diept zijn. Dan verdwijnt de trein. Te Zurich en Olten zal hij naar de verschillende plaat sen van bestemming verdeeld worden. Enkele minuten later schuift de trein met de Franschen in tegenovergestelde richting langzaam onder de kap vandaan. Wij hebben genoeg gezien." Oost-lndië. Eerherstel. Men seint uit Weltevreden aan de Tel., dat kapitein Vermeer, die in eersten aan leg reeds was vrijgesproken van de beschul diging, dat hij ondisciplinair zou gehan deld hebben, door artikelen tegen het leger bestuur in Nederl.-lndië te schrijven, den 4 en Mei weer voor hetzelfde feit heeft te rechtgestaan. Het legerbestuur had tegen het vrijsprekend vonnis appèl aangetee- kend. De Raad van Appèl sprak den beklaagde vrij en verleende hem volledig eerherstel. Slaten-üeneraal. Staatsbedrijf der Artillerie- inrichting e iu Ecu wetsontwerp is ingediend tot verhooging van de begrooting van het Staatsbedrijf der Ar tillerie-Inrichtingen voer 191G met een bedrag van 10 millioen gulden. De minister van Oorlog schrijft ter toelich ting dat toen de cnlwerp-begrooting voor 1916 bij zijn departement werd samengesteld, daar bij rekening werd gehouden met de gelden die voor dat bedrijf in gewone tijden zouden noo- dig zijn. Nu echter de buitengewone toestand waarin ons land verkeert nog steeds voortduurt, zijn sedert bedoeld tijdstip aan voormeld bedrijf, boven en behalve de voor dit jaar in uitzicht gestelde, alsnog velerlei opdrachten tot levering van meterieel voor het departement van Oorlog verstrekt moeten worden, als gevolg waarvan reeds thans met zekerheid bekend is, dat de op verschillende artikelen der begrooting van uit gaven toegestane bedragen ontoereikend zijn om daaruit de ten laste daarvan te brengen uit gaven te bestrijden. Audiënties. De gewone audiëntie van den minister van Buitenlandsche Za ken zal op Vrijdag 12 Mei a.s. niet plaats hebben. Het Kamerlid Jean Beckers. De Nieuwe Limb. Koerier geeft een tegen spraak van het dezer dagen door ons aan de Limb. Koerier ontleende bericht, als zou de heer J. Beckers zich in 1917 niet meer beschikbaar stellen voor den Kamerzetel voor Sittard. Nederland an de oorloo» Ket verplichte bunkeren en het afstaan van laadruimte. Reuter seint ons uit Londen de volgende officieele mededeeling: Eenige zeer hatelijke opmerkingen zijn kortelings verschenen m de Nederlandsche pers met betrekking tot het optreden der Britsche regeering, die door de bestaande omstandigheden gedwongen is den toevoer van bunkerkolen aan onzijdige schepen te beperken. De maatregelen, die zijn genomen, en het vervoer van een zeker deel der lading voor het Vereenigd Koninkrijk of zijn bondge- nooten betreffen, laten zich niet anders ver klaren daan door de noodzakelijkheid wegens de schaarschte aan steenkool en scheepsruimte om de voorraden steen kool zooveel mogelijk te sparen, speciaal voor ver verwijderde bunkerstations. Daaar zuinigheid bij de beschikking over de Britsche kolen van het hoogste belang is, is het zeker niet anders dan billijk, dat die onzijdige industrieën, welke het meest voordeel aanbrengen aan de geallieerden, den voorrang hebben en dat zuinigheid zal worden betracht ten opzichte van die welke den geallieerden minder -van dienst zijn en bijgevolg minder aanspraak hebben op Brit sche kolen. Er is slechts aan eenige Nederlandsche maatschappijen te kennen gegeveen, dat haar m rui! voor het toestaan van een ze? kere mate van laadruimte, kolenvoorradelf konden worden verzekerd. Grpot-Brittannidraagt zooveel mogelijk zorg om met de bijzondere omstandighedêïjf van iedere scheepvaartmaatschappij reke ning te houden, teneinde een eventueele op* lossing te bereiken, welke zoowel voor dé^ Nederlandsche maatschappijen als voor' Groot-Brittannië bevredigend fs. De onderhandelingen met verschillende scheepvaartmaatschappijen maken vordering gen en men vertrouwt, dat Nederiand zal be* grijpen, dat de Britsche regeering niep wenscht onbillijke voorwaarden te stellen. Natuurlijk moet iedereen inzien, Groot-Brittannië het onloochenbaar rechf heeft zelf den Britschen kolenverkoop te re' gelen, zooals het dit noodzakelijk acht. Zoolang er geen beslist tekort was, wer den geenerlei voorwaarden opgelegd in ver band met de levering van kolen en dit op zichzelf behoorde een voldoend bewijs te rijn van de consideratie, die de Britsche re geering voor de belangen der neutralert heeft. Er schijnt nu volkomen ten onrechte te zijn aangenomen, dat Duitsche kolen ver* voerd als bunkerkolen, zeker zouden wor den in beslag genomen als contrabande. Hoewel zulk een inbeslagneming wettig mo gelijk zou zijn geweest voor Zr. Ms. regee ring onder de Orders in Council van Maart 1915, wordt erkend, dat zulk een handel wijze in zekere mate iets nieuws zou zijn en de Nederlandsche scheepvaart en andere belangen kunnen verzekerd blijven, dat de Britsche regeering zeer bereid zal zijn alle omstandigheden te overwegen in het bijzon der de moeilijkheden welke zouden voort vloeien uit het handhaven van haar rechten met betrekking tot Duitsche bunkerkolen. Aan den anderen" kant werd de uitvoer uit Nederland van producten aan de geallieer den herhaaldelijk verboden. Laatstelijk werd bijv. het verlof ftot den uitvoer geweigerd van 35 ton beetwortelzaad, waarvoor door een Britsche firma geruimen tijd geleden was betaald en die lagen opgestapeld in Ne derland. Nederland zelff heeft ook het grootste gedeelte van zijn eigen landbouwproducten langs andere wegen uitgevoerd; gewoonlijk werden zij naar Engeland geëxporteerd. En nochtans zijn zij die deze politiek het krach tigst gesteund hebben, nu de eersten om een keel op te zetten, nu Groot-Brittannië aan de Nederlandsche schepen een voor waarde stelt met betrekking tot hun steen koolvoorziening. Gevecht tusschen een Zeppelin en een Engelsche flotielje. Men meldt uit LJmuiden aan de N. R. Ct: LJmuider stoomtreilers rapporteeren bij aankomst te Umuiden over vlootmanoeu- vres van Engelsche oorlogsschepen op de Noordzee, waarbij hier en daar een treKen heeft plaats gehad. Zoo deelt een hunne mede, Donderdag morgen te elf uur getui ge geweest te zijn van een treffen tusschep een Zeppelin en een Engelsche oorlogsfla tielje die uit 21 schepen, groote en kleine bestond, en zich op 55.30 N.B. en 72 O.L. bevond toen een Zeppelin boven de flotiel je verscheen en twee schoten loste op eer der grootste oorlogsschepen. De flotielj verspreidde zich snel doch twee slagsche pen met 3 schoorsteenen schenen het ge vecht met de Zeppelin te willen aanbinden Van een der slagschepen werden kort ach ter elkander drie schoten op de Zeppelin gelost waarop deze de vlucht nam, oogen- schijnlijk ongedeerd, doch nog slechts tien minuten na het passeeren van den stoom- treiler stortte het luchtgevaarte in wilde wentelingen naar beneden en in zee. De treiler, aan boord waarvan men het ge vecht met de grootste spanning had gade geslagen, wilde naar het in zee gevallen luchtschip stoomen om zoo mogelijk hulp te verleenen doch hem werd de gelegenheid daartoe afgesneden daar het luchtschip tus schen de inmiddels teruggekomen Engel sche flotielje geraakte. Aan boord van den treiler meent men zeker dat de geheele be manning van het luchtschip is omgekomen, 't Was een Zeppelin met twee bemande schuiten onder aan het luchtschip. Vóór de Zeppelin naar beneden stortte had men een geweldige ontploffing ge hoord en had men een dichte, zwarte rook kolom het luchtruim zien instijgen. De be manning van den trawler was nog zeer on der den indruk van het gebeurde, bovenal van het uit de lucht in wilde schommelln* gen neertuimelen van het reuzengevaarte dat met een donderende slag in de zee plof* te. Uitwisseling van burger gevangenen. Zondag avond worden met den avond* sneltrein ongeveer 20 in Duitschland gein* terneerde Engelschen over Goch te Vlissin* gen verwacht. Wittebrood. Aan de Nieuwe Ct. wordt verzekerd dat er Donderdag j.l. te Kerkrade ruinv schoots wittebrood verkrijgbaar was en dat er voor 12 uur 's mdidags een groot aantal vrouwen op weg naar België was, met hoe* veelheden wittebrood bepakt. Bakkers gestraft De burgemee* ter van Den Haag heeft twee bakkerijen we^ gens overtreding der voorschriften omtrent het bruin brood, gestraft met inhouding van een hoeveelheid van het meel, benoodigd voor de bereiding vanregeeringsbrood, groot resp. 4000 en 5000 K.G. Smokkelarij. Aan de grens bij Bergen (Limb.) heeft ééa militair-hulpkommies gisteren tien xundere* in beslag genomen en drie van de vier g#* leiders aangehouden

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2