Verspreids Berichten.
KOLONIËN,
~BJNNËNLAND.
Berichte*.
I*
it-
jpan de ongelukken te verhinderen, waar
van inmiddels Amerlkaansche burgers het
plachtoffer zijn geworden. De Duitsche re-
'geering handhaaft ook nu nog het aanbod
om regelingen in deze richting te treffen.
In overeenstemming met de bij herhaling
door haar gegeven verklaringen, kan de Duit
sche regeering niet afzien van het gebruik
van het duikbootwapen, ook in den handels
oorlog.
Wanneer zij thans ten aanzien van de
aanpassing van de methoden van den duik-
boo [oorlog aan de belangen van de neutra-
Jen tot verder tegemoetkomen besluit, dan
zijn voor haar redenen beslissend, die zich
verheffen boven de beteekenis van het punt
fn geschil.
De Duitsche regeering kent aan het hooge
gebod van de menschelijkheid geen gerin
gere beteekenis toe dan de regeering van
de Vereenigde Staten. Zij houdt ook ten
volle rekening met den langen gemeenschap-
pel ijken arbeid der beide regeeringen aan de
door dit gebod bestuurde ontwikkeling van
het volkenrecht, waarvan het doel steeds is
gericht op de beperking van den oorlog te
land en ter zee tot de gewapende macht van
de oorlogvoerenden en op de grootst moge
lijke beveiliging van de non-combattanten
tegen de wreedheden van den oorlog.
Op zichzelf echter zouden deze gezichts
punten, hoe belangrijk zii ook zijnbij den
tegen woord igen staat van zaken niet den
doorslag kunnen geven. Want tegenover het
beroep van de regeering van de Vereenigde
Staten op de heilige grondbeginselen van de
menschelijkheid, moet de Duitsche regee
ring opnieuw met allen nadruk vaststellen,
dat het niet de Duitsche regeering, maar de
Engelsche regeering is geweest, die dezen
vreeselijken oorlog onder minachting van
alle tussohen de volken overeengekomen
rechtsregelen op leven en eigendom van
non-combattanten heeft uitgebreid, en zulks
zonder de minste notitie te nemen van de
door deze soort oorlogvoering zwaar lijdende
belangen en rechten, der neutralen en non
combattanten. In bitteren noodweer tegen
de met het recht strijdige manier van oor
logvoeren van Engeland, in den strijd om
het bestaan van het Duitsche volk heeft de
Duitsche oorlogvoering het harde maar af
doende middel van den duikbootoorlog ter
hand moeten nemen.
Bij dezen staat van zaken kan de Duitsche
regeering niet anders dan opnieuw haar
leedwezen er over uitspreken dat de humane
gevoelens der Amerikaansche regeering, die
met zoo groote warmte uitgaan naar de be
treurenswaardige slachtoffers van den duik-
Ibootoorlog, zich niet met ven groote warmte
uitstrekken tot de vele millioenen vrouwen
en kinderen, die naar de verklaarde bedoe
ling van de Engelsche regeering in den hon
ger worden gejaagd, teneinde door hun honr
gerliiden de zegevierende legers van de cen
trale mogendheden tot een smadelijke capt-
tulafie te dwingen. De Duitsche regeering
en het Duitsche volk met haar begrijpt dit
verschil in gevoeligheid te minder, waar zij
zich herhaalde malen uitdrukkelijk hebben
bereid verklaard -zich stipt te houden aan de
vóór den oorlog erkende volkenrechtelijke
regelen, indien ook Engeland bereid wordt
gevonden diezelfde regelen tot grondslag te
nemen voor zijne (Engelands) oorlogvoering.
Verscheidene pogingen van de Amerikaan
sche regeering, om de Engelsche regeering
hiertoe te bewegen, zijn afgestuit op de stel
lige weigering van de Britsche regeering.
Engeland is ook verder voortgegaan van de
eene overtreding van het volkenrecht op de
andere te stapelen, zij heeft in haar machts
misbruik jegens de neutralen alle grenzen
overtreden. Zijn laatste maatregel, de ver
klaring van Duitsche bunkerkolen tot con
trabande, waaraan gekoppeld zijn voorwaar
den, waarop uitsluitend Engelsche bunker
kool afgegeven wordt aan de neutralen is
niet meer of minder dan een poging, om
door een ongehoordcn dwang de tonnen-
maat der neutralen in dienst te stellen van
den Briischen handelsoorlog.
Het Duitsche volk weet, dat het in de
macht van de Amerikaansche regeering ligt,
den oorlog in dien zin van menschelijkheid
en volkenrecht te beperken tot de strijd
krachten der strijdvoerende staten. De Ame
rikaansche regeering zou dat zeker hebben
tot stand gebracht, indien zij hare onbetwist
bare rechten op de vrijheid der zeeën tegen
over Engeland met nadruk had doen gelden.
Zooals de zaak echter thans staat, verkeert
het Duitsche volk onder den indruk, dat de
regeering der Vereenigde Staten van
Duitschland, dat om zijn bestaan strijdt, eene
beperking verlangt in het gebruik van zijn
doeltreffend wapen en dat zij daarvan het
voortbestaan van de goede betrekkingen met
Duitschland afhankelijk stelt, terwijl zij zich
tegenover de met het volkenrecht strijdige
methodes van Duitschland's vijanden tevre-
oen stellen met protesten. Ook is het aan
het Duitsche volk bekend, in hoe grooten
omvang onze vijanden uit de Vereenigde
Staten worden voorzien van oorlogsmidde
len van allerlei aard.
Onder deze omstandigheden zal worden
begrepen, dat het beroep op het volkenrecht
en het gevoel van menschelijkheid bij het
•Duitsche volk niet dien weerklank kan vin-
een, waarvan zulk een beroep in andere om
standigheden zeker zou kunnen zijn.
Wanneer de Duitsche regeering desniette
min tot eene uiterste concessie besluit, is
voor haar daarbij beslissend in de eerste
plaats de meer dan honderdjarige vriend
schap tusschen de twee groote volken, in de
tweede plaats echter de gedachte aan het
zware noodlot, waarmee de uitbreiding en
verlenging van dezen vreeselijken en Moedi
gen oorlog de gansche beschaafde mensch-
heid bedreigt.
In het bewustzijn van hare kracht heeft de
Duitsche regeering zich veroorloofd twee
maal in den Iood der laatste maanden hare
bereidwilligheid tot een vrede, die Duitsch
land's levensbelangen waarborgt, openlijk en
voor de heele wereld kond te doen. Zij heeft
daarmee kenbaar gemaakt, dat het aan haar
niet ligt, dat den volkeren van Europa de
vrede nog langer wordt onthouden.
Met des te meer recht mag de Duitsche
regeering uitspreken, dat het voor de
"menschheid en de geschiedenis niet te ver
antwoorden zou zijn, dat men na 21 maan
den oorlog het over den duikbootoorlog ont
stane geschil een wending liet nemen, die
den vrede tusschen het Amerikaansche en
het Duitsche volk ernstig zou bedreigen.
Zulk een ontwikkeling wil de Duitsche re
geering, voor zoover het aan haar ligt, voor
komen. Tevens wil zij het uiterste doen, om,
zoolang de oorlog nog voortduurt, de beper
king van den oorlog tot de vechtende
strijdmachten van de oorlogvoerenden mo
gelijk te maken, ten doel dat de vrij
heid van de zee fn zich sluit en waar-
In de Duitsche regeering met die van de
Vereenigde Staten ook heden nog één van
zin meent te zijn.
Geleid door deze gedachte, deelt de Duit
sche regeering aan de Amerikaansche re
geering mede, dot van de Duitsche zeemacht
de instructie is uitgegaan, met de inachtne
ming van de algemeene beginselen van het
volkenrecht betreffende het aanhouden, on
derzoeken en vernielen van handelsvaartui
gen, ook binnen hét zee-oorlogsgebied koop
vaardijschepen niet zonder waarschuwing en
redding van de mensrhenlevens in den
grond te boren, tenzij zij mochten vluchten
of tegenstand bieden.
In den strijd, dien Duitschland gedwongen
is om zijn bestaan te voeren, kunnen echter
de neutralen niet van Duitschland vergen,
dat het zich om hunne belangen te ontzien
beperkingen zal opleggen in het bezigen van
een doeltreffend wapen, wanneer het den
tegenstanders vergund blijft hunnerzijds
naar willekeur middelen te blijven toepas
sen, die met het volkenrecht in strijd zijn.
Een zoodanig verlangen zou onvereenigbaor
zijn met het wezen der neutraliteit.
De Duitsche regeering is er van overtuigd
dat de Amerikaansche regeering niet de be
doeling heeft dit van haar te vergen. Dat
leidt zij af uit de herhaalde verzekering van
de Amerikaansche regeering, dat zij beslo
ten is, tegenover alle oorlogvoerenden de
geschonden vrijheid der zeeën weer te her
stellen. De Duitsche reg'eering koestert dus
de verwachting, dat de nieuwe instructie aan
de Duitsche strijdkrachten ter zee ook in de
oogen van de Amerikaansche regeering, alle
beletselen voor de verwezenlijking van de
op 23 Juli 1915 aangeboden samenwerking
tot de nog gedurende den loop van dezen
oorlog te herstellen vrijheid der zeeën zal
hebben uit den weg geruimd.
Ook twijfelt de Duitsche regeering er niet
meer aan, dat de Amerikaansche regeering
thans van de Britsche regeering onverwijld
en met allen nadruk de inachtneming zal
eischen, en ook zal weten door te zetten
van de vóór den oorlog algemeen erkende
volkenrechtelijke bepalingen, en inzonder
heid van die, welke zijn vervat in de nota's
der Amerikaansche regeering aan de Brit
sche regeering d.d. 28 Dec. 1914 en 5 Nov.
1915.
Mochten de stappen van de regeering van
de Vereenigde Staten niet tot de gewensch-
te uitkomst leiden, om aan de wetten der
menschelijkheid bij alle oorlogvoerende na
tiën gezag te verschaffen, dan zou de Duit
sche regeering zich tegenover een nieuwen
toestand geplaatst rien, voor welken zij zich
de volle vrijheid van hare besluiten moet
voorbehouden.
De ondergeteekende neemt deze aanlei
ding te baat, om aan den gezant de verzeke
ring van zijne uitnemendste hoogachting te
hernieuwen.
(Get.) Jagow.
Buenos Ayres, 5 Mei. (Havas). De
Braziliaansche regeering heeft aan het Duit
sche gezantschap kennis gegeven,-dat zij
een dringend onderzoek heeft gelast noar het
zinken van de Rio Branco om met zeker
heid te kunnen handelen tot verdediging
van het recht der onrijdigen. De Braziliaan
sche bladen eischen eenstemmig een krach
tig tusschen beide komen van de regee
ring.
Brussel, 4 Mel. (W. B.) In een veror
dening van den gouverneur-generaal van
België is bekend gemaakt, dat de gewone in
komsten van den 6ta«t voor het rekenings
jaar 1916 op 248.649.935 frs., de uitgaven
op 274.480.435 frs. vastgesteld zijn. De
middelen tot dekking van het tekort van
25.830.500 zullen in een afzonderlijke ver
ordening behandeld worden.
B e r n, 5 M e i. (W. B.) Over eene ontmoe
ting tusschen Duitsche en Fransche krijgs
gevangenen, die in Zwitserland verpleging
zullen genieten, aan het station alhier, heeft
een correspondent van de Temps naar Pa
rijs bericht: „Terwijl zij hier stil waren,
trachtten de Duitschers zich te verbroederen
met de Franschen; maar hun veelvuldig
roepen: Kameraad! kameraad! bleef zonder
weerklank.
De Bund, die eene van diep gevod ge
tuigende beschrijving van het samentreffen
van de beide invaliedentreinen gaf, schrijft
naar aanleiding hiervan: „De vertegenwoor
diger van de Temps was blijkbaar niet aan
wezig, toen Duitschers en Franschen op het
station te Bern broederlijk met elkaar ver
keerden en zich in zeer kameraadschappe
lijke gesprekken met elkaar onderhielden,
zooals men in ons bericht heeft kunnen le
zen. Of mocht men zulke menschelijk schoo-
ne verschijnselen in Parijs, het nvt van
de wereldcultuur, niet weten? Dan zou zwij
gen beter zijn, dan de zaken op den kop
pier'--:-.
Zürich, 5 Mei. (W. B.) De Züricher
Pos* schrijft: Wie kan de vredestichter zijn.
die de naar vrede dorstende volken weer tot
menschelijke toestanden brengt, die voor
orde en wet en cultuurarbeid vrij baan
maakt? Bij Amerika ligt de mogelijkheid, de
grondslagen te verkrijgen waarop de vrede
zou kunnen worden opgebouwd. Dat schijnt
de wereldhistorische taak van Amerika te
zijn. Het moet niet alleen verklaren, dat het
zich met alle beslistheid wendt tegen den
Duitschen duikbootoorlog; maar het moet
met de zelfde beslistheid aan Engeland ver
klaren, dat Amerika de hand niet biedt tot
den uithongeringsoorlog tegen Duitschland
en staat op zijn recht om den invoer van
goederen, die geen contrabande zijn, naar
Duitschland zonder benadeeling van Enge
land te volbrengen. Wanneer Duitschland
onder deze voorwaarde bereid is den duik
bootoorlog te staken en wanneer Amerika
gezind is onder de genoemde voorwaarde
zijn recht te handhaven om goederen, die
geen contrabande zijn, uit te voeren, dan is
de zaak uit. Voor de oorlogvoerenden blijft
dan slechts dit ééne over, waarop de volken
reeds lang wachten: dat zij er over denken
hoe aan den onzaligen oorlog een einde
kan worden gemaakt.
Londen,»5 Mei. (R.). Een in Dublin
uitgegeven communiqué bericht, dat de
volgende Sinn Fein-rebellen terecht gestaan
hebben, ter dood veroordeeld en doodge-
schoten zijn Joseph Flunkett, Edward Daly,
Michael Ohanlon en William Pears^e. Vijftien
mannen zijn ter dood veroordeeld, maar het
vonnis is veranderd in 10 jaren tuchthuis
straf, van nog een ander is het doodvonnis
in 8 jaar veranderd. Twee zijn tot tien jaren
gevangenisstraf veroordeeld.
De Duitsche Generale staf.
Commandant De Civrieux, wijst, aldus le
zen we in het Vad., in verband met 's rijks-
kanselier's heen en weer reizen naar het
hoofdkwartier, op de schier almachtige posi
tie van dat lichaam. Deze staf is niet, zegt
hij, zooals in do andere legers, een uitvoe
rend lichaam, onderworpen aan de alge
meene directie van een regeering en nog
minder een raadgevend lichaam bij een op
perbevelhebber die de keizer zou kunnen
zijn. De staf is een bijna absolute macht,
die eerder aan den keizer verslag doet, dan
diens bevelen ontvangt.
Alle ministers, alle diplomaten, alle poli
tieke meeningen zijn uitgesloten van de be
raadslagingen en besluiten van den staf. De
minister van oorlog is slechts een onderge
schikt ambtenaar, die zonder discussie de
hem gegeven instructies moet uitvoeren. De
rijkskanselier zelf wordt beschouwd als een
commies, belast met het openbaar maken
van de gedachten van den staf, anonieme
macht, gedekt door de handteekening des
keizers. De staf roept den rijkskanselier tot
zich; nooit gaat een van zijn leden noch zelfs
iemand van zijn adjuncten, naar Berlijn ter
conferentie. Zoo is, vervolgt de Civrieux, de
Pruisische traditie en zij was altijd zoo. Bis
marck, wiens gezag en diensten nog heel an
ders waren dan die van Bethmann Hollweg,
moest bij den veldtocht van 1870 altijd voor
den generalen staf bukken.
Deze opmerkingen hebben, meent schrij
ver, op het oogenblik zeker belang, daar wij
er door weten, dat het antwoord aan Ame
rika niet dat van de kanselarij van den dic
tatoralen staf zal zijn.
Een Engelsch veldprediker
gedecoreerd.
De Engelsche veldprediker Edward Noel
Mellish heeft voor zijn buitengewonen moed
het Victoriakruis gekregen. Drie dagen ach
tereen heeft Mellish tijdens hevige gevech
ten gewonden gered, die tusschen de loop
graven gevallen waren, en dat, zonder zich
om het ontzettend kanon- en mitrailleurs-
vuur te bekommeren. Op den eersten dag
heeft hij tien zwaargewonden binnenge
bracht. Het mitrailleursvuur was vaak zoo
hevig, dat drie van de mannen getroffen en
gedood werden, terwijl hij hen vóór de loop
graven een noodverband aanlegde. Het ba
taljon, waarbij hij zich bevond, werd den
tweeden dag afgelost, maar hij keerde naar
de gevechtslinie terug en redde toen twaalf
gewonden. Den avond van den derden dag
stelde hij zich opnieuw aan het hoofd van
een troep vrijwilligers om nog op het terrein
achtergebleven gekwetsten te halen.
Geestelijke hulp aan geinter
ne e r d e n.
Het jaarverslag van de Engelsche Veree-
nlging voor de zending onder de zeelieden
meldt, dat ze 18 maanden geleden twee gees
telijken en twee vrouwelijke hulpkrachten
heeft gezonden naar de manschappen van
de Naval Brigade, de equipage der Britsche
duikboot E 17, vliegeniers en andere te Gro
ningen geinterneerden. Zij hebben o.a. een
kerk in het kamp ingericht, die voorts voor
onderricht in het bijbellezen, knoopen en
godsdienstoefeningen op werkdagen is be
stemd.
Belgische oud-strijders.
Een onlangs verschenen omzendbrief ver
wittigt de Belgische gemeenten, dat de af
stammelingen van de strijders van 1830, die
van het departement van Binnenlandsche
Zaken een hulpgeld ontvingen, zich tot dit
departement mogen wenden, om zooals
vroeger dit hulpgeld te ontv ngen.
Een vriendschappelijk
vijandelijkeontmoeting.
In de Berner Bund vindt de N. R. Ct. een
aardige beschrijving van de ontmoeting tus
schen de Fransche en Duitsche krijgsgevan
genen, die uit verschillende richtingen aan
het station te Bern aankwamen, om in Zwit
serland herstel van gezondheid te zoeken.
Na verhaald te hebben, hoe eerst de Fran
sche en daarna de Duitsche trein het station
binnen gekomen is, en hoe de gasten met
geschenken en vriendelijke woorden verwel
komd zijn. vervolgt de berichtgevör:
„Intusschen heeft zich tusschen de „vijan
den" een opgewekt, in het Fransch gevoerd
gesprek ontsponnen. De Duitsche studenten
begonnen „Hebt u een goede reis gehad?"
„Dank u, voortreffelijk." „Wanneer bent u
vertrokken, hoe lang hebt u te Konstans ge
wacht?" Bent u nu tevreden?" „O, zeer te
vreden. „Bent u ook over de behandeling
in Duitschland tevreden geweest?" „Meestal
wel, dank u;mais le pain„Het uwe
is niet veel beter, maar nu krijgen wij Zwit-
sersch broodl" „O u i c' e s t b i e n." „Waar
komt u vandaan?" „En u?" Dat gaat zoo
vreedzaam over en weer. Af en toe wordt
een grap verkocht, en een gierend gelach
vult het spoorwegxijtuig. Over Verdun kib
belen zij een beetje. De Franschen houden
staande dat de Duitsche linies aan het te
rugtrekken zijn. De Duitschers antwoorden:
„Integendeel!"
„Wanneer zullen wij vrede hebben?" roe
pen de Duitschers. „Vandaag al, als jelui
wilt", luidt het antwoord.
De tien minuten oponthoud voor de Duit
schers zijn afgeloopen; wij drukken weer
vele, vele handen, terwijl de trein zich met
zijn 517 reizigers in beweging zet. Een piep
jong „eenjarige" roept den Franschen toe:
„La guerre est finie pournou s..^'
„Soyons ami si" klinkt het terug. „Au
revoir!" roept men van weerskanten. Men
wuift met zakdoeken, heelemaal vooraan
gooien de „vijanden" elkaar bloemen toe,
die helaas niemand kan opvangen. In het
voorbijgaan merken wij een rijtuig met ge
sloten vensters op, waarachter officieren In
het lezen van Zwitsersche couranten ver
diept zijn. Dan verdwijnt de trein. Te Zurich
en Olten zal hij naar de verschillende plaat
sen van bestemming verdeeld worden.
Enkele minuten later schuift de trein met
de Franschen in tegenovergestelde richting
langzaam onder de kap vandaan.
Wij hebben genoeg gezien."
Oost-lndië.
Eerherstel.
Men seint uit Weltevreden aan de Tel.,
dat kapitein Vermeer, die in eersten aan
leg reeds was vrijgesproken van de beschul
diging, dat hij ondisciplinair zou gehan
deld hebben, door artikelen tegen het leger
bestuur in Nederl.-lndië te schrijven, den
4 en Mei weer voor hetzelfde feit heeft te
rechtgestaan. Het legerbestuur had tegen
het vrijsprekend vonnis appèl aangetee-
kend.
De Raad van Appèl sprak den beklaagde
vrij en verleende hem volledig eerherstel.
Slaten-üeneraal.
Staatsbedrijf der Artillerie-
inrichting e iu
Ecu wetsontwerp is ingediend tot verhooging
van de begrooting van het Staatsbedrijf der Ar
tillerie-Inrichtingen voer 191G met een bedrag
van 10 millioen gulden.
De minister van Oorlog schrijft ter toelich
ting dat toen de cnlwerp-begrooting voor 1916
bij zijn departement werd samengesteld, daar
bij rekening werd gehouden met de gelden die
voor dat bedrijf in gewone tijden zouden noo-
dig zijn.
Nu echter de buitengewone toestand waarin
ons land verkeert nog steeds voortduurt, zijn
sedert bedoeld tijdstip aan voormeld bedrijf,
boven en behalve de voor dit jaar in uitzicht
gestelde, alsnog velerlei opdrachten tot levering
van meterieel voor het departement van Oorlog
verstrekt moeten worden, als gevolg waarvan
reeds thans met zekerheid bekend is, dat de op
verschillende artikelen der begrooting van uit
gaven toegestane bedragen ontoereikend zijn
om daaruit de ten laste daarvan te brengen uit
gaven te bestrijden.
Audiënties. De gewone audiëntie
van den minister van Buitenlandsche Za
ken zal op Vrijdag 12 Mei a.s. niet plaats
hebben.
Het Kamerlid Jean Beckers.
De Nieuwe Limb. Koerier geeft een tegen
spraak van het dezer dagen door ons aan
de Limb. Koerier ontleende bericht, als zou
de heer J. Beckers zich in 1917 niet meer
beschikbaar stellen voor den Kamerzetel
voor Sittard.
Nederland an de oorloo»
Ket verplichte bunkeren en het
afstaan van laadruimte.
Reuter seint ons uit Londen de volgende
officieele mededeeling:
Eenige zeer hatelijke opmerkingen zijn
kortelings verschenen m de Nederlandsche
pers met betrekking tot het optreden der
Britsche regeering, die door de bestaande
omstandigheden gedwongen is den toevoer
van bunkerkolen aan onzijdige schepen te
beperken.
De maatregelen, die zijn genomen, en het
vervoer van een zeker deel der lading voor
het Vereenigd Koninkrijk of zijn bondge-
nooten betreffen, laten zich niet anders ver
klaren daan door de noodzakelijkheid
wegens de schaarschte aan steenkool en
scheepsruimte om de voorraden steen
kool zooveel mogelijk te sparen, speciaal
voor ver verwijderde bunkerstations.
Daaar zuinigheid bij de beschikking over
de Britsche kolen van het hoogste belang
is, is het zeker niet anders dan billijk, dat
die onzijdige industrieën, welke het meest
voordeel aanbrengen aan de geallieerden,
den voorrang hebben en dat zuinigheid zal
worden betracht ten opzichte van die welke
den geallieerden minder -van dienst zijn en
bijgevolg minder aanspraak hebben op Brit
sche kolen.
Er is slechts aan eenige Nederlandsche
maatschappijen te kennen gegeveen, dat
haar m rui! voor het toestaan van een ze?
kere mate van laadruimte, kolenvoorradelf
konden worden verzekerd.
Grpot-Brittannidraagt zooveel mogelijk
zorg om met de bijzondere omstandighedêïjf
van iedere scheepvaartmaatschappij reke
ning te houden, teneinde een eventueele op*
lossing te bereiken, welke zoowel voor dé^
Nederlandsche maatschappijen als voor'
Groot-Brittannië bevredigend fs.
De onderhandelingen met verschillende
scheepvaartmaatschappijen maken vordering
gen en men vertrouwt, dat Nederiand zal be*
grijpen, dat de Britsche regeering niep
wenscht onbillijke voorwaarden te stellen.
Natuurlijk moet iedereen inzien,
Groot-Brittannië het onloochenbaar rechf
heeft zelf den Britschen kolenverkoop te re'
gelen, zooals het dit noodzakelijk acht.
Zoolang er geen beslist tekort was, wer
den geenerlei voorwaarden opgelegd in ver
band met de levering van kolen en dit op
zichzelf behoorde een voldoend bewijs te
rijn van de consideratie, die de Britsche re
geering voor de belangen der neutralert
heeft.
Er schijnt nu volkomen ten onrechte te
zijn aangenomen, dat Duitsche kolen ver*
voerd als bunkerkolen, zeker zouden wor
den in beslag genomen als contrabande.
Hoewel zulk een inbeslagneming wettig mo
gelijk zou zijn geweest voor Zr. Ms. regee
ring onder de Orders in Council van Maart
1915, wordt erkend, dat zulk een handel
wijze in zekere mate iets nieuws zou zijn en
de Nederlandsche scheepvaart en andere
belangen kunnen verzekerd blijven, dat de
Britsche regeering zeer bereid zal zijn alle
omstandigheden te overwegen in het bijzon
der de moeilijkheden welke zouden voort
vloeien uit het handhaven van haar rechten
met betrekking tot Duitsche bunkerkolen.
Aan den anderen" kant werd de uitvoer uit
Nederland van producten aan de geallieer
den herhaaldelijk verboden. Laatstelijk werd
bijv. het verlof ftot den uitvoer geweigerd
van 35 ton beetwortelzaad, waarvoor door
een Britsche firma geruimen tijd geleden
was betaald en die lagen opgestapeld in Ne
derland.
Nederland zelff heeft ook het grootste
gedeelte van zijn eigen landbouwproducten
langs andere wegen uitgevoerd; gewoonlijk
werden zij naar Engeland geëxporteerd. En
nochtans zijn zij die deze politiek het krach
tigst gesteund hebben, nu de eersten om
een keel op te zetten, nu Groot-Brittannië
aan de Nederlandsche schepen een voor
waarde stelt met betrekking tot hun steen
koolvoorziening.
Gevecht tusschen een
Zeppelin en een Engelsche
flotielje. Men meldt uit LJmuiden aan de
N. R. Ct:
LJmuider stoomtreilers rapporteeren bij
aankomst te Umuiden over vlootmanoeu-
vres van Engelsche oorlogsschepen op de
Noordzee, waarbij hier en daar een treKen
heeft plaats gehad. Zoo deelt een hunne
mede, Donderdag morgen te elf uur getui
ge geweest te zijn van een treffen tusschep
een Zeppelin en een Engelsche oorlogsfla
tielje die uit 21 schepen, groote en kleine
bestond, en zich op 55.30 N.B. en 72 O.L.
bevond toen een Zeppelin boven de flotiel
je verscheen en twee schoten loste op eer
der grootste oorlogsschepen. De flotielj
verspreidde zich snel doch twee slagsche
pen met 3 schoorsteenen schenen het ge
vecht met de Zeppelin te willen aanbinden
Van een der slagschepen werden kort ach
ter elkander drie schoten op de Zeppelin
gelost waarop deze de vlucht nam, oogen-
schijnlijk ongedeerd, doch nog slechts tien
minuten na het passeeren van den stoom-
treiler stortte het luchtgevaarte in wilde
wentelingen naar beneden en in zee. De
treiler, aan boord waarvan men het ge
vecht met de grootste spanning had gade
geslagen, wilde naar het in zee gevallen
luchtschip stoomen om zoo mogelijk hulp
te verleenen doch hem werd de gelegenheid
daartoe afgesneden daar het luchtschip tus
schen de inmiddels teruggekomen Engel
sche flotielje geraakte. Aan boord van den
treiler meent men zeker dat de geheele be
manning van het luchtschip is omgekomen,
't Was een Zeppelin met twee bemande
schuiten onder aan het luchtschip.
Vóór de Zeppelin naar beneden stortte
had men een geweldige ontploffing ge
hoord en had men een dichte, zwarte rook
kolom het luchtruim zien instijgen. De be
manning van den trawler was nog zeer on
der den indruk van het gebeurde, bovenal
van het uit de lucht in wilde schommelln*
gen neertuimelen van het reuzengevaarte
dat met een donderende slag in de zee plof*
te.
Uitwisseling van burger
gevangenen.
Zondag avond worden met den avond*
sneltrein ongeveer 20 in Duitschland gein*
terneerde Engelschen over Goch te Vlissin*
gen verwacht.
Wittebrood.
Aan de Nieuwe Ct. wordt verzekerd
dat er Donderdag j.l. te Kerkrade ruinv
schoots wittebrood verkrijgbaar was en dat
er voor 12 uur 's mdidags een groot aantal
vrouwen op weg naar België was, met hoe*
veelheden wittebrood bepakt.
Bakkers gestraft De burgemee*
ter van Den Haag heeft twee bakkerijen we^
gens overtreding der voorschriften omtrent
het bruin brood, gestraft met inhouding van
een hoeveelheid van het meel, benoodigd
voor de bereiding vanregeeringsbrood,
groot resp. 4000 en 5000 K.G.
Smokkelarij.
Aan de grens bij Bergen (Limb.) heeft ééa
militair-hulpkommies gisteren tien xundere*
in beslag genomen en drie van de vier g#*
leiders aangehouden