„DE EEMLANDER". 14" jaargang. Donderdag 11 Mei 1916. BÜ1TENLAN D~ FEUILLETON. DE TREKVOGELS N* 267 De Openbare School betreurens waardige uitzondering. Hoofdredactie: OORTSC Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amerefoort f 1.00. Idem franco per post 1.50« Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - O.IO. Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelijksoh bijvoegsel „De HollandscMe Huisvrouw" (onder redactie van Thérèee Hovon) per 3 mud. 50 cis. "Wekelijkseh bijtoegsei „Pak me mee" per 8 mnd. 40 ct*. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. f 0.30. - 0.10. PRIJS DER AD KERTENTIËN: Van 15 regola Elke regel meer Pienstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedryt bostaan zeor voordoeligo bopulingoa tot het liorliaald adverteoron in dit Blad, bij abonnom ut. Eone circulaire, bovattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Het wordt wel moeilijk zich al te veel illu sies te maken van den schoolvrede, als men •ommige rechtsche bladen leest. Zoo nu freer de r.-k. Tijd. Daarin wordt in een hoofdartikel gesd\re- ven, dat wel de wapens maar niet de vaan dels neergelegd worden. „In de Grondwet kunnen wij natuurlijk geen termen dulden, die het eeuwige recht weerspreken maar méér: wij waenschen er in erkend te zien, ronduit, dat eeuwige recht; erkend, dat God de Meester is van ieder wezen, iedere ver- eeniging en iedere.verhouding; erkend ook, dat de eerste en natuurlijke maatschappe lijke eenheid is hbt huisgezin; erkend dus, wat het onderwijs betreft, dat de bijzondere school regel moet zijn, en de openbare school uitzonderingo.i. betreurenswaar dige uitzondering." Is-t-ie-goedl Omdat God de Meester is van ieder wezen moet de openbare school verdwijnen voor de secte-scholen van kerk genootschappen, die elkaar verketteren en in dienzelfden God's naam banbliksems toe- slingeren! En dan verder: ;,Wijl de waarheid eeuwig is, blijft ons ibeginsel, wat het was: de opvoeding is het werk der ouders op de eerste plaats, en wijl de Kerk voor de zorg der zielen staat, van de Kerk mede. Onderwijs echter en opvoe ding'zijn niet te scheiden dus is het on derwijs werk der ouders op de eerste plaats, ©n van de Kerk mede." „Wij ontzeggen den Staat het recht tot ■ich te trekken, wat der ouders of der Kerk Is; wij zullen ons naar alle vermogen verzet ten tegen een ieder, die ons voort wil trek ken naar de helling van het staats-socialis- me." „Maar in geen geval kunnen wij toegeven, dat men van de kinderen „allemaal gelijke" staatskindertjes make. Dat mochten Perzen en Spartanen willen, en de moderne stelsels, die 't individu slechts zien als atoompje van den Staat, als er geen nood toe dwingt. Bui ten dien nood is het vaderschap van den Staat over het onderwijs een wantoestand, en meer mag de openbare school zeker niet zijn dan een toevluchtsoord voor misdeelden, gelijk er weeshuizen zijn voor de kleinen, die, helaas, hun ouders missen." We zullen ons maar troosten met de ge dachte, dat de idealen van dezen man 'n monnik wellicht, die alle voeling met onze eeuw mist geen gevaar loopen ooit in vervulling te geraken. Politiek Overzicht Vredesverwachtingen. In de Duitsche antwoord-nota aan de Ver- eenigde Staten komt ééne zinsnede voor, die naar voren moet worden gehaald omdat »j behalve voor het specifiek Duitsch-Ame- rikaansehe strijdpunt nog in ruimeren zin van beteekenis is. Dat is de zinsnede, waar in wordt gezegd, dat het niet aan de Duit sche regeering ligt, wanneer aan de volken van Europa de vrede nog langer wordt ont houden, want twee malen in den loop van de laatste maanden heeft zij openlijk en voor de gansche wereld verkondigd, dat zij bereid is tot een Duitschlands levensbelangen bevei ligenden vrede. Daardoor meent zij des te meer gerechtigd te zijn tot de uitspraak, „dat het voor de menschheid en de geschiedenis niet te verantwoorden zou zijn, na een oor- logsduur van 21 maanden de over den duik bootoorlog ontstane strijdvraag een den vre de tusschen het Duitsche en het Amerikaan- sche volle ernstig bedreigenden keer te la ten nemen." Dat komt overeen met wat bericht wordt over de in het Duitsche hoofdkwartier heer- schende inzichten. De Daily Telegraph ge waagt van een brief, dien de Duitsche kei zer persoonlijk heeft geschreven aan presi dent Wilson om een beroep te doen op zijn goeden wil, opdat de westersche mogendhe den tot het inzicht worden gebracht, dat zij niet onbeperkt moeten voortgaan met wat genoemd wordt „hunne #nuttelooze pogingen van weerwraak." De bron, waaruit dit be richt komt, maakt de. bevestiging er van noo- dig. Maar op zich zelf beschouwd, klinkt het niet onwaarschijnlijk. Men is in Duitschland den oorlog hartelijk moede, en wanneer de tegenpartij maar eenigë tegemoetkoming deed blijken, dan zou men van Duitsche zij de van harte daarop ingaan. Maar helaas, men heeft er niet veel aan, dat eenzijdig de geneigdheid tot den wede wordt kenbaar gemaakt. De onderling over eenstemmende wensch van beide partijen is noodig om voor het aanknoopen van vredes onderhandelingen den weg te effenen. Die wensch moge aan Duitsche zijde bestaan, aan de andere zijde is hij nog niet te onder kennen; hij komt althans niet aan den dag in uitingen van gezaghebbende zijde. Het is nog maar enkele dagen ge- I leden, dat een lid van het Britsche kabinet, lord Curzon, in eene vergadering h^eft ver klaard: „Ik heb in het kabinet over vele din gen hooren spreken; maar het eenige, waar van ik nooit gehoord heb, is vrede. Dat is een woord, dat in het tegenwoordige sta dium van den oorlog uit ons woordenboek is geschrapt. Hoe groot de kosten mogen zijn in geld, opoffering en menschenlevens, wij zijn bereid ze ten volle te betalen." De eerste minister Asquith heeft eergister avond aan het diner ter eere van de Rus sische doemaleden, die thans in Engeland als gasten vertoeven, gezegd, dot de geal lieerden bijeen zullen blijven, hoe lang en streng de beproeving van hunne gemeen schappelijke volharding ook moge zijn, tot dat zij de krachten, die hen nu weerstaan, naar den grond geslagen hebben. Van de andere zijde van het Kanaal ko men uitingen geheel in denzelfden zin. De Fransche pers is uitbundig in haren lof over het besluit tot invoering van den dienst plicht „all round", dat in Engeland staat ge nomen te worden, omdat zij dit besluit be groet als de voorbode van eene hernieuwde uiterste krachtsinspanning, die ditmaal, naar men hoopt, de eindbeslissing zal brengen. De Temps schrijft: „Een enkel doel, de over winning, een enkel middel de kloekheid, kloekheid in het zoeken naar en het eischen van de noodige wapenen, kloekheid in de keuze van de mannen, die enkel door be kwaamheid mag worden geleid, kloekheid in de wetgevende actie van het lend boven de partijen, -- ziedaar de tegenwoordige taak van de regeeringen. Laat hen voorgaan, be vrijd van den schijn, rechtstreeks staande voor de werkelijkheid, dan zullen de volke ren volgen. Het gebeurt .zelfs men heeft het gezien dat de volken het eerst op gaan en de regeeringen voorbijstreven." Zoo luiden de stemmen, die zich aan de zijde van de Entente laten hooren. Aan die zijde bespeurt men nog geene teekenen, die wijzen op eene verandering in de stemming. Intussohen is het mogelijk, dat men niet te zeer moet afgaan' op uitingen, die bestemd zijn naar buiten te werken. Een gewezen Oostenrijksohe diplomaat, de oud-ambassa deur graaf Lützow, schrijft: „Uitdagende ge zegden in de pers kunnen ons niet mislei den over het feit, dat de oorlogsmoeheid in Frankrijk groot en de rrienschenvoorraad nagenoeg uitgeput is. De offensieve kracht van Rusland is gebroken, elk vertrouwen op de eindoverwinning nagenoeg geheel ver dwenen. En Engeland? Het zou naar mijne meening een groote fout zijn de bezwaren van den toestand teoverschatten, waarin Engeland zich tegenwoordig bevindt. Zijn weerstandsvermogen is groot, niet minder zijne taaiheid. Het geloof In de overwinning was tot voor korten tijd in Engeland groot, diepgeworteld en niet slechts voor den uiterlijken schijn bestemd; er bestaan ze kere aanwijzingen, dat dit geloof afnemende is. Het chauvinisme van de Romaansche volken is den Engelschman vreemd en niet minder hunne sentimentaliteit. Hij voert zijne politiek met het rekenpotlood in de hand en brengt gaarne het koopmansbegin sel, dat men geen goed geld naar kwaad geld moet gooien, over op het veld der in ternationale betrekkingen. Het bewustzijn, dat de partij althans niet meer voor goed kan worden gewonnen, begint te scheme ren." Deze uitingen kunnen als tegenwicht die nen tegenover de vroeger vermelden, af komstig van regeeringspersonen of van door de regeering geïnspireerde persorganen. Men ziet er uit, dat de hoop op eene ken tering der meeningen misschien tooh .net zoo illusoir is, als men oppervlakkig zou denken. Maar opdat die kentering kunne doordringen, wordt tijd gevorderd. De oorlog. B er 1 ij n, 10 Mei. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In de Argonne trachtte de vijand, in ver band met eene opblazing, in onze loopgra ven te dringen; hij werd teruggeslagen. Ten zuidwesten van hoogte 304 werden de vijandelijke voortroepen verder terugge drongen; een veldwacht werd opgelicht. Onze nieuwe stellingen op de hoogte werden verder uitgebouwd. Duitsche vliegers bewierpen fabrieksiin- richtingen te Dombasle en Raon l'Etape ruimschoot met bommen. Pa r ij s, 10 M e i. (Havas). Namiddag communiqué. Tusschen de Oise en de Aisne is een aanval bij verrassing op de Fransche loop graven ten zuid-oosten van Moulins-sous- Toutvent geheel mislukt. In de streek van Verdun was een merk baar reutelend bombardement ten westen van de Maas. Oostelijk van de Maas en in de Woevre was bij tusschenpoozen eene kanonnade. In den loop van den nacht wer den slechts schermutselingen met aanwen ding van granaten gemeld in het bosch van Haucourt en in de streek van het fort Dou- aumont. In Boven Elzas werd eene Duitsche ver kenning, die trachtte een kleinen Franschen post te vermeesteren bij Hirszbach, ten zui den van Altkirch, met verlies terug gesla gen. Avondcommuniqué. Links van de Maas deden de Duitschers een krachtigen aanval in de buurt van hoog te 287, die volkomen werd afgeslagen. De Franschen vielen de westelijke hellingen van den Morthomme aan; zij namen een gedeelte van een Duitsche loopgraaf en maokten 62 gevangenen en twee maxims buit. Londen, 10 Mei. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Er was mijnwerk in Fricourt, Souchez, Hulluch en Cuinchy, maar de toestand is onveranderd. De wederzijdsche artillerie was werkzaam in Maricourt, Souchez, Piep- tin en Soint-Eloi. Onze artillerie bombar deerde vijandelijke stellingen in Boiselle, ten zuiden van Messines. Petersburg, 9 Mei. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Op het Oostelijke front verzamelde de vijand na een hevig kanon- en geweervuur in de streek van het dorp Peraplianka zijn stormcolonnes voor onze versperringen ten noorden van het vlek Smorgon, maar onze artillerie en infanterie dwong hen terug te wijken. In den loop van den nacht van 7 op 8 Mei lieten de Duitschers een mijn springen bij het dorp Novosielki, ten zuiden van het gehucht Krevo en deden daarna een aanval om den krater te bezetten. Wij sloegen den aanval af en bezetten den rand van den krater. Ten zuiden van Pinsk nam de vijand onze stellingen in den sector ten westen van Plestopicz onder artillerievuur. Bij Czartorisk schoten wij een vlieger neer en namen den waarnemer en den vlieger gevangen. Berlijn, 10 Mei. (W.-B.). Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Ten zuiden van Gorboenowka (westelijk van Dunaburg) werd een Russische aanoval op eene smalle frontbreedte onder zware verliezen voor den tegenstander afgewezen. W e e n e n 10 Mei. (W. B.) Officieel bericht van heden middags In Oost-Galicië en Wolhynië blijft <1< ver hoogde werkzaamheid bij de beveiligin^s- troepen aanhouden. Bijzondere gebeurtenis sen zijn niet voorgekomen. Weenen, 10 Mei. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Nadat de vijand reeds gisteren sommige deelen van het brughoofd van Görz en de hoogvlakte van Doberdo levendiger had be schoten, begon hij gisterenmorgen verschei dene aanvallen tegen San Morlino, die e4fen worden afgewezen. Aan het Karintiscb i het Oost-Tirolsche front kwom het hiei n daar tot eene verhoogde artillerie-actie. Rome, 1 O Mei. (Stefani). Officieel com muniqué. Den lOden Mei had weer de gewone artil lerieactie plaats. Op het Karst-ploteau lieten wij eenige mijnen springen, die schade aan richtten in de vijandelijke liniën. Op de rest van het front niets bijzonders. Berlijn, 10 Mei. (W Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op het Bnlkan-oorlogstooneel geene bij zondere gebeurtenissen. Weenen, 10 Mei. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het zuidoostelijke oorlogstooneel is het onveranderd rustig. B e r 1 ij n, 10 Me i. (K. N.) De Tag es- zeitung verneemt uit Sofia, dat volgens be richten uit Athene aan de Narodni Prawa, de Grieksche minister van oorlog verorde ningen heeft uitgevaardigd, die de gedeelte lijke demobilisatie van het Grieksche legee buiten werking stellen en de officieren en manschappen, aan wie reeds verlof verleend werd, weder onder de wapens roepen. Volgens door de Wiener Allgemeine Zei tung uit Athene ontvangen draadberichton, heeft het Italiaonsche gezantschap .to Athene bekend gemaakt, dat Italië als ge volg van de door Griekenland aangenomen besliste houding tegenover de eischen van de geallieerden om Servische troepen door Griekenland te vervoeren, gemachtigd if tot bezetting van Epirus. De Lokal Anzeiger ontleent aan d< Se coio het bericht uit Rome, dat Italië tei vermijding van incidenten tusschen Itali- aansche en Grieksche troepen in Epirus, het voorstel gedaan heeft aan Griekenland om een gemengde commissie te benoemen voor de grensbezetting van Noord-Epirus. Petersburg, 9 Mei. (Tel.-ogent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Op het Kaukazische front werd een offen sieve beweging van Turksche contingenten in de streek van Mamahatoun door ons vuur tot staan gebracht door ANNA HUBERT VAN BEUSEICOM. 16 Daarmee was ik het geheel eens, trouwens het was niet mogelijk om zóó gauw al een oordeel over de Bertrands vast te stellen en even later zaten we dan ook in opgewekte stemming aan de kleine tafel voor 't raam ver slag te doen van craze Fransche ondervindin gen. Buiten ruischle de regen, de Chalamel was geheel in nevels gehuld en hoewel we af en toe rilden van kou, lieten we ons niet door deze tegenspoeden ontmoedigen, kwikten heer lijk op van de werkelijk goede thee en de boterhammen met oranje-marmelade, die madame ons in eigrn persoon boven bracht en begaven ons tegen soupertijd weer naar bene- Sflen. Daar lag in de eetkamer onder den schoor steen, zoo maar op de steenen een takkebos tc branden. Madame Cébléracque zat er op een laag stoeltje bij met den blaasbalg in haar knokelige rimpelheodies en wakkerde 't sterk rookende vuur at en toe wat aan, terwijl Evodie om 't slechte weer vroeger dan anders tan haar uitgangetje teruggekeerd, de tafel Sekte, waarop de lamp reeds brandde. Aan 't souper bestaande uit een bord aard appelsoep, uit het yater gekookt© nacaroni ec de rest van "t slijfselpuddinkje, begon mon sieur druk van zijn dochters te vertellen, Wier portretten op den schoonsteenmantel prijkten. ,,'t Is wel stil nu ze niet meer thuis zijn. Sinds Jeanne weg is vooral, want die is de vroolijksle. Maar we zijn heel blij dat u er bent. donne de la gaieté, deux aimables jeunes filles comme vous. N' est-ce-pas, Emily?" vroeg hij goedig. Madame Cébléracque knikte levendig, hoe wel haar opinie niet gevraagd werd en madame Bertrands schudde slechts flauwtjes van ja. „Als het u hier maar bevalt! Je sais bien que ce n' est pas la perfection ici," bekende ze nogal zielig en toen viel monsieur weer in: „Als 't mooie weer nu maar gauw komt, dan is 't heel wat anders hier. Dan zullen we eens met Aiglon naar de Gorges d'Omblèse gaan en naar het Forêt de Lente. Dat is werkelijk éénig." „Dan ga ik niet me?. Zulke tochten zijn mij veel te vermoeiend," zei madame zuurtjes, maar dat leek ons volstrekt geen bezwaar, integendeel! Toen Evodie afgenomen had en we weer allen om de tafel zaten, moesten we het familie-album zien uit 't salon en hoewel we af en toe moeite hadden ons fatsoen te houden en 't niet hardop uit te schateren om sommige meer dan onwijze tronies uit de familie Bertrands-Blackfield, vielen de jeugd portretten van madame ons erg mee. „Lang ndet mis," fluisterde ik Ina in en madame wel bemerkend, dat we haar in haar „youth and prime" nogal knap vonden,- werd in eens smeltend vriendelijk en begon uit haar Iersche jeugd te vertellen. Ze had verscheiden broers en zusters, die over de heele wereld yenortió x&ren, yeriekk *e. Raar vader, al jaren dood, was dominé en een groot vriend van den vorigen bisschop van Canterbury en een van haar zusters, die het vorige jaar stierf, was met een Zwecdschen graaf ge trouwd geweest. Zij, Emily Blackfield, had altijd een moeilijk leven gehad. Op haar acht tiende jaar kreeg ze ceil „abominable fièvre typhoïde" en daarna was ze altijd zwak geble ven. Zóó ziek was ze geweest, zóó vrceselijk ziek, dat ze een maand lang tusschen leven cn dood gezweefd had... Wel een half uur voer madame op deze wijze voort, bluffend op haar ziekte alsof 't iets heel verdienstelijks was, toen stond monsieur op, nam van 't boekenrekje hoven 't buffet eenige bijbels en gezangboekjes en deelde die uit. „Wij hebben de gewoonte 's avonds een kleine godsdienstoefening ie houden. Voulez- vqus assister k notre culte," vroeg hij vriende lijk. Natuurlijk hadden we daar niets op tegen. Evodie kwam ook binnen, ging heel beschei den naast me zitten en liet me meelezen uit haar bijbel, terwijl Ina bij madame Céblé racque inkeek. Monsieur las toen den eersten brief van Paulus aan de Romeinen voor, daar op volgde madame met een gezang, dat geluk kig eveneens werd voorgelezen en toen ston den allen op, keerden hun stoelen om cn kniel den daarvoor neer op den grond, waarna monsieur een zeer lang gebed uitsprak. Ina en ik niet wetend wat er eigenlijk ge beuren ging, voelden ons een beetje beklemd en durfden ons niet verroeren. Doodstil bleven we achter onze stoelen staan tot het gebed uit was. Dit bleek meteen het sein tol naar bed gaan. AVe schudden handen, ea volgden toen Evodie, die met het olielichtje voor ons uit de trap besteeg om het licht op onze kamer voor ons aan te steken. „Deze dag is de wonderlijkste, dien ik ooit beleefd heb. Ik heb een gevoel of ik droom en al maanden van huis ben," zei ik toen ik me in mijn kribje uitstrekte, waarvan met een harden pang ineens een der zijkanten los schoot, zoodat ik er weer uit moest komen en voor alle zekerheid maar een touwtje opschar relde om den weerspannigen haak zóó vast te binden, dat deze niet meer uit 't oogje ont snappen kon. „Wat een bedt Als je er vannacht slecht in slaapt vraag ik morgen ochtend in ieder ge val een ander," beloofde Ina al siaperig, ter wijl ik er me opnieuw in neervlijde en na elkaar goeden nacht gewenscht te hebben, vielen we al heel gauw in slaap, droomond van dezen emolie-volleu eersten dag op les Calyaux. Hoofdstuk IV O die eerste weck op les Calvnux! Nooit zullen Ina en ik die vergeten al worden we over de negentig! We zijn er nu bijna veertien dagen en legen alle verwachting in gewend en besloten voorloopig te blijven als er zich geen verdere „complicaties" voordoen. Vijf heele dagen hebben we echter In het onzekere gezweefd voor we tot deze slotsom kwamen. Als de omstreken niet zoo buitengewoon mooi waren en Evodie niet zoo aardig was, zouden we na dc eerste week zeker vertrokken zijn en In vredesnaam te Valence maar een pension gezocht hebben, hoewel men er heel gauw uit gekeken schijnt en de omgeving er veel minder mooi is aan hier heelcmaal builen. De Berlrands zijn fatsoenlijke menschep monsieur vooral meent 't goed, maar hun huis* houding is vuil en groezelig en 't eten 'n aller- miscrabclsle poespas, waarbij we 't op dek duur zouden a'lcggen als we niet begonnc© waren „met het ei te werken". Bij den „fer* mier" hier dicht bij koopen we telkens een paar dozijn eieren, die we geklutst, gebakken en gekookt nuttigen, hetgeen madame best vindt We hebben ons ook uit Parijs door de firma Félix Potin voor tien francs biscuits cn chocolade laten zeilden en van den kruidenier, die eens per week uit Chnbeuil komt, eigen* handig groolc pakken havermout gekocht. Evodie brengt ons 's morgens nu ieder ecii bord boven, dal we manmoedig, want we vinden 't allebei een akelig kostje, naar bin nen slikken, hoewel madam© neuswijs be weert, dat in 't voorjaar als alles in de natuur zoo Jongen frisch is, de mcnsch zich met weinig en licht voedsel moet tevreden stellen. Madame Is een echte „tanto" doch nu ze Inziet, dat we niet van plan zijn ons op den kop te laten zitten, durft ze ons niet tegen te Werken en beeft ze zelfs ingesteld, dat we 's avonds, vóór het naar bed gaan, ieder een glas melk krijgen, van de drie liter, die de koe nog geeft. Een koe Is in deze arme streek een heel bezit. maar de uitgemergelde stumperd wier ribben er aan alle karden uitsteken, wordt niet ontzien en moet zelfs af en toe eenl kar trekken, of voor den ploeg loopen, zoodnt de melk die gedecideerd naar visch smaakt, wel niet veel voedende kracht bezitten zaL (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1