„DE EEMLANDER".
14" jaargang.
Donderdag 11 Mei 1916.
BÜ1TENLAN D~
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N* 267
De Openbare School betreurens
waardige uitzondering.
Hoofdredactie:
OORTSC
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amerefoort f 1.00.
Idem franco per post 1.50«
Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijksoh bijvoegsel „De HollandscMe Huisvrouw" (onder
redactie van Thérèee Hovon) per 3 mud. 50 cis.
"Wekelijkseh bijtoegsei „Pak me mee" per 8 mnd. 40 ct*.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
f 0.30.
- 0.10.
PRIJS DER AD KERTENTIËN:
Van 15 regola
Elke regel meer
Pienstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryt bostaan zeor voordoeligo bopulingoa
tot het liorliaald adverteoron in dit Blad, bij abonnom ut.
Eone circulaire, bovattendo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Het wordt wel moeilijk zich al te veel illu
sies te maken van den schoolvrede, als men
•ommige rechtsche bladen leest. Zoo nu
freer de r.-k. Tijd.
Daarin wordt in een hoofdartikel gesd\re-
ven, dat wel de wapens maar niet de vaan
dels neergelegd worden. „In de Grondwet
kunnen wij natuurlijk geen termen dulden,
die het eeuwige recht weerspreken maar
méér: wij waenschen er in erkend te zien,
ronduit, dat eeuwige recht; erkend, dat God
de Meester is van ieder wezen, iedere ver-
eeniging en iedere.verhouding; erkend ook,
dat de eerste en natuurlijke maatschappe
lijke eenheid is hbt huisgezin; erkend dus,
wat het onderwijs betreft, dat de bijzondere
school regel moet zijn, en de openbare
school uitzonderingo.i. betreurenswaar
dige uitzondering."
Is-t-ie-goedl Omdat God de Meester is
van ieder wezen moet de openbare school
verdwijnen voor de secte-scholen van kerk
genootschappen, die elkaar verketteren en in
dienzelfden God's naam banbliksems toe-
slingeren!
En dan verder:
;,Wijl de waarheid eeuwig is, blijft ons
ibeginsel, wat het was: de opvoeding is het
werk der ouders op de eerste plaats, en wijl
de Kerk voor de zorg der zielen staat, van
de Kerk mede. Onderwijs echter en opvoe
ding'zijn niet te scheiden dus is het on
derwijs werk der ouders op de eerste plaats,
©n van de Kerk mede."
„Wij ontzeggen den Staat het recht tot
■ich te trekken, wat der ouders of der Kerk
Is; wij zullen ons naar alle vermogen verzet
ten tegen een ieder, die ons voort wil trek
ken naar de helling van het staats-socialis-
me."
„Maar in geen geval kunnen wij toegeven,
dat men van de kinderen „allemaal gelijke"
staatskindertjes make. Dat mochten Perzen
en Spartanen willen, en de moderne stelsels,
die 't individu slechts zien als atoompje van
den Staat, als er geen nood toe dwingt. Bui
ten dien nood is het vaderschap van den
Staat over het onderwijs een wantoestand,
en meer mag de openbare school zeker niet
zijn dan een toevluchtsoord voor misdeelden,
gelijk er weeshuizen zijn voor de kleinen,
die, helaas, hun ouders missen."
We zullen ons maar troosten met de ge
dachte, dat de idealen van dezen man 'n
monnik wellicht, die alle voeling met onze
eeuw mist geen gevaar loopen ooit in
vervulling te geraken.
Politiek Overzicht
Vredesverwachtingen.
In de Duitsche antwoord-nota aan de Ver-
eenigde Staten komt ééne zinsnede voor,
die naar voren moet worden gehaald omdat
»j behalve voor het specifiek Duitsch-Ame-
rikaansehe strijdpunt nog in ruimeren zin
van beteekenis is. Dat is de zinsnede, waar
in wordt gezegd, dat het niet aan de Duit
sche regeering ligt, wanneer aan de volken
van Europa de vrede nog langer wordt ont
houden, want twee malen in den loop van de
laatste maanden heeft zij openlijk en voor de
gansche wereld verkondigd, dat zij bereid is
tot een Duitschlands levensbelangen bevei
ligenden vrede. Daardoor meent zij des te
meer gerechtigd te zijn tot de uitspraak, „dat
het voor de menschheid en de geschiedenis
niet te verantwoorden zou zijn, na een oor-
logsduur van 21 maanden de over den duik
bootoorlog ontstane strijdvraag een den vre
de tusschen het Duitsche en het Amerikaan-
sche volle ernstig bedreigenden keer te la
ten nemen."
Dat komt overeen met wat bericht wordt
over de in het Duitsche hoofdkwartier heer-
schende inzichten. De Daily Telegraph ge
waagt van een brief, dien de Duitsche kei
zer persoonlijk heeft geschreven aan presi
dent Wilson om een beroep te doen op zijn
goeden wil, opdat de westersche mogendhe
den tot het inzicht worden gebracht, dat zij
niet onbeperkt moeten voortgaan met wat
genoemd wordt „hunne #nuttelooze pogingen
van weerwraak." De bron, waaruit dit be
richt komt, maakt de. bevestiging er van noo-
dig. Maar op zich zelf beschouwd, klinkt het
niet onwaarschijnlijk. Men is in Duitschland
den oorlog hartelijk moede, en wanneer de
tegenpartij maar eenigë tegemoetkoming
deed blijken, dan zou men van Duitsche zij
de van harte daarop ingaan.
Maar helaas, men heeft er niet veel aan,
dat eenzijdig de geneigdheid tot den wede
wordt kenbaar gemaakt. De onderling over
eenstemmende wensch van beide partijen is
noodig om voor het aanknoopen van vredes
onderhandelingen den weg te effenen. Die
wensch moge aan Duitsche zijde bestaan,
aan de andere zijde is hij nog niet te onder
kennen; hij komt althans niet aan den
dag in uitingen van gezaghebbende
zijde. Het is nog maar enkele dagen ge-
I leden, dat een lid van het Britsche kabinet,
lord Curzon, in eene vergadering h^eft ver
klaard: „Ik heb in het kabinet over vele din
gen hooren spreken; maar het eenige, waar
van ik nooit gehoord heb, is vrede. Dat is
een woord, dat in het tegenwoordige sta
dium van den oorlog uit ons woordenboek
is geschrapt. Hoe groot de kosten mogen
zijn in geld, opoffering en menschenlevens,
wij zijn bereid ze ten volle te betalen."
De eerste minister Asquith heeft eergister
avond aan het diner ter eere van de Rus
sische doemaleden, die thans in Engeland
als gasten vertoeven, gezegd, dot de geal
lieerden bijeen zullen blijven, hoe lang en
streng de beproeving van hunne gemeen
schappelijke volharding ook moge zijn, tot
dat zij de krachten, die hen nu weerstaan,
naar den grond geslagen hebben.
Van de andere zijde van het Kanaal ko
men uitingen geheel in denzelfden zin. De
Fransche pers is uitbundig in haren lof over
het besluit tot invoering van den dienst
plicht „all round", dat in Engeland staat ge
nomen te worden, omdat zij dit besluit be
groet als de voorbode van eene hernieuwde
uiterste krachtsinspanning, die ditmaal, naar
men hoopt, de eindbeslissing zal brengen.
De Temps schrijft: „Een enkel doel, de over
winning, een enkel middel de kloekheid,
kloekheid in het zoeken naar en het eischen
van de noodige wapenen, kloekheid in de
keuze van de mannen, die enkel door be
kwaamheid mag worden geleid, kloekheid in
de wetgevende actie van het lend boven de
partijen, -- ziedaar de tegenwoordige taak
van de regeeringen. Laat hen voorgaan, be
vrijd van den schijn, rechtstreeks staande
voor de werkelijkheid, dan zullen de volke
ren volgen. Het gebeurt .zelfs men heeft
het gezien dat de volken het eerst op
gaan en de regeeringen voorbijstreven."
Zoo luiden de stemmen, die zich aan de
zijde van de Entente laten hooren. Aan die
zijde bespeurt men nog geene teekenen, die
wijzen op eene verandering in de stemming.
Intussohen is het mogelijk, dat men niet te
zeer moet afgaan' op uitingen, die bestemd
zijn naar buiten te werken. Een gewezen
Oostenrijksohe diplomaat, de oud-ambassa
deur graaf Lützow, schrijft: „Uitdagende ge
zegden in de pers kunnen ons niet mislei
den over het feit, dat de oorlogsmoeheid in
Frankrijk groot en de rrienschenvoorraad
nagenoeg uitgeput is. De offensieve kracht
van Rusland is gebroken, elk vertrouwen op
de eindoverwinning nagenoeg geheel ver
dwenen. En Engeland? Het zou naar mijne
meening een groote fout zijn de bezwaren
van den toestand teoverschatten, waarin
Engeland zich tegenwoordig bevindt. Zijn
weerstandsvermogen is groot, niet minder
zijne taaiheid. Het geloof In de overwinning
was tot voor korten tijd in Engeland groot,
diepgeworteld en niet slechts voor den
uiterlijken schijn bestemd; er bestaan ze
kere aanwijzingen, dat dit geloof afnemende
is. Het chauvinisme van de Romaansche
volken is den Engelschman vreemd en niet
minder hunne sentimentaliteit. Hij voert
zijne politiek met het rekenpotlood in de
hand en brengt gaarne het koopmansbegin
sel, dat men geen goed geld naar kwaad
geld moet gooien, over op het veld der in
ternationale betrekkingen. Het bewustzijn,
dat de partij althans niet meer voor goed
kan worden gewonnen, begint te scheme
ren."
Deze uitingen kunnen als tegenwicht die
nen tegenover de vroeger vermelden, af
komstig van regeeringspersonen of van door
de regeering geïnspireerde persorganen.
Men ziet er uit, dat de hoop op eene ken
tering der meeningen misschien tooh .net
zoo illusoir is, als men oppervlakkig zou
denken. Maar opdat die kentering kunne
doordringen, wordt tijd gevorderd.
De oorlog.
B er 1 ij n, 10 Mei. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In de Argonne trachtte de vijand, in ver
band met eene opblazing, in onze loopgra
ven te dringen; hij werd teruggeslagen.
Ten zuidwesten van hoogte 304 werden
de vijandelijke voortroepen verder terugge
drongen; een veldwacht werd opgelicht.
Onze nieuwe stellingen op de hoogte werden
verder uitgebouwd.
Duitsche vliegers bewierpen fabrieksiin-
richtingen te Dombasle en Raon l'Etape
ruimschoot met bommen.
Pa r ij s, 10 M e i. (Havas). Namiddag
communiqué.
Tusschen de Oise en de Aisne is een
aanval bij verrassing op de Fransche loop
graven ten zuid-oosten van Moulins-sous-
Toutvent geheel mislukt.
In de streek van Verdun was een merk
baar reutelend bombardement ten westen
van de Maas. Oostelijk van de Maas en
in de Woevre was bij tusschenpoozen eene
kanonnade. In den loop van den nacht wer
den slechts schermutselingen met aanwen
ding van granaten gemeld in het bosch van
Haucourt en in de streek van het fort Dou-
aumont.
In Boven Elzas werd eene Duitsche ver
kenning, die trachtte een kleinen Franschen
post te vermeesteren bij Hirszbach, ten zui
den van Altkirch, met verlies terug gesla
gen.
Avondcommuniqué.
Links van de Maas deden de Duitschers
een krachtigen aanval in de buurt van hoog
te 287, die volkomen werd afgeslagen. De
Franschen vielen de westelijke hellingen
van den Morthomme aan; zij namen een
gedeelte van een Duitsche loopgraaf en
maokten 62 gevangenen en twee maxims
buit.
Londen, 10 Mei. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Er was mijnwerk in Fricourt, Souchez,
Hulluch en Cuinchy, maar de toestand is
onveranderd. De wederzijdsche artillerie
was werkzaam in Maricourt, Souchez, Piep-
tin en Soint-Eloi. Onze artillerie bombar
deerde vijandelijke stellingen in Boiselle,
ten zuiden van Messines.
Petersburg, 9 Mei. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Op het Oostelijke front verzamelde de
vijand na een hevig kanon- en geweervuur
in de streek van het dorp Peraplianka zijn
stormcolonnes voor onze versperringen ten
noorden van het vlek Smorgon, maar onze
artillerie en infanterie dwong hen terug te
wijken.
In den loop van den nacht van 7 op 8
Mei lieten de Duitschers een mijn springen
bij het dorp Novosielki, ten zuiden van het
gehucht Krevo en deden daarna een aanval
om den krater te bezetten. Wij sloegen den
aanval af en bezetten den rand van den
krater.
Ten zuiden van Pinsk nam de vijand onze
stellingen in den sector ten westen van
Plestopicz onder artillerievuur.
Bij Czartorisk schoten wij een vlieger neer
en namen den waarnemer en den vlieger
gevangen.
Berlijn, 10 Mei. (W.-B.). Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten zuiden van Gorboenowka (westelijk
van Dunaburg) werd een Russische aanoval
op eene smalle frontbreedte onder zware
verliezen voor den tegenstander afgewezen.
W e e n e n 10 Mei. (W. B.) Officieel
bericht van heden middags
In Oost-Galicië en Wolhynië blijft <1< ver
hoogde werkzaamheid bij de beveiligin^s-
troepen aanhouden. Bijzondere gebeurtenis
sen zijn niet voorgekomen.
Weenen, 10 Mei. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Nadat de vijand reeds gisteren sommige
deelen van het brughoofd van Görz en de
hoogvlakte van Doberdo levendiger had be
schoten, begon hij gisterenmorgen verschei
dene aanvallen tegen San Morlino, die e4fen
worden afgewezen. Aan het Karintiscb i
het Oost-Tirolsche front kwom het hiei n
daar tot eene verhoogde artillerie-actie.
Rome, 1 O Mei. (Stefani). Officieel com
muniqué.
Den lOden Mei had weer de gewone artil
lerieactie plaats. Op het Karst-ploteau lieten
wij eenige mijnen springen, die schade aan
richtten in de vijandelijke liniën.
Op de rest van het front niets bijzonders.
Berlijn, 10 Mei. (W Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het Bnlkan-oorlogstooneel geene bij
zondere gebeurtenissen.
Weenen, 10 Mei. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Op het zuidoostelijke oorlogstooneel is
het onveranderd rustig.
B e r 1 ij n, 10 Me i. (K. N.) De Tag es-
zeitung verneemt uit Sofia, dat volgens be
richten uit Athene aan de Narodni Prawa,
de Grieksche minister van oorlog verorde
ningen heeft uitgevaardigd, die de gedeelte
lijke demobilisatie van het Grieksche legee
buiten werking stellen en de officieren en
manschappen, aan wie reeds verlof verleend
werd, weder onder de wapens roepen.
Volgens door de Wiener Allgemeine Zei
tung uit Athene ontvangen draadberichton,
heeft het Italiaonsche gezantschap .to
Athene bekend gemaakt, dat Italië als ge
volg van de door Griekenland aangenomen
besliste houding tegenover de eischen van
de geallieerden om Servische troepen door
Griekenland te vervoeren, gemachtigd if
tot bezetting van Epirus.
De Lokal Anzeiger ontleent aan d< Se
coio het bericht uit Rome, dat Italië tei
vermijding van incidenten tusschen Itali-
aansche en Grieksche troepen in Epirus,
het voorstel gedaan heeft aan Griekenland
om een gemengde commissie te benoemen
voor de grensbezetting van Noord-Epirus.
Petersburg, 9 Mei. (Tel.-ogent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Op het Kaukazische front werd een offen
sieve beweging van Turksche contingenten
in de streek van Mamahatoun door ons vuur
tot staan gebracht
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEICOM.
16
Daarmee was ik het geheel eens, trouwens
het was niet mogelijk om zóó gauw al een
oordeel over de Bertrands vast te stellen en
even later zaten we dan ook in opgewekte
stemming aan de kleine tafel voor 't raam ver
slag te doen van craze Fransche ondervindin
gen. Buiten ruischle de regen, de Chalamel
was geheel in nevels gehuld en hoewel we af
en toe rilden van kou, lieten we ons niet door
deze tegenspoeden ontmoedigen, kwikten heer
lijk op van de werkelijk goede thee en de
boterhammen met oranje-marmelade, die
madame ons in eigrn persoon boven bracht en
begaven ons tegen soupertijd weer naar bene-
Sflen.
Daar lag in de eetkamer onder den schoor
steen, zoo maar op de steenen een takkebos tc
branden. Madame Cébléracque zat er op een
laag stoeltje bij met den blaasbalg in haar
knokelige rimpelheodies en wakkerde 't sterk
rookende vuur at en toe wat aan, terwijl
Evodie om 't slechte weer vroeger dan anders
tan haar uitgangetje teruggekeerd, de tafel
Sekte, waarop de lamp reeds brandde.
Aan 't souper bestaande uit een bord aard
appelsoep, uit het yater gekookt© nacaroni ec
de rest van "t slijfselpuddinkje, begon mon
sieur druk van zijn dochters te vertellen, Wier
portretten op den schoonsteenmantel prijkten.
,,'t Is wel stil nu ze niet meer thuis zijn.
Sinds Jeanne weg is vooral, want die is de
vroolijksle. Maar we zijn heel blij dat u er
bent. donne de la gaieté, deux aimables
jeunes filles comme vous. N' est-ce-pas,
Emily?" vroeg hij goedig.
Madame Cébléracque knikte levendig, hoe
wel haar opinie niet gevraagd werd en
madame Bertrands schudde slechts flauwtjes
van ja.
„Als het u hier maar bevalt! Je sais bien que
ce n' est pas la perfection ici," bekende ze
nogal zielig en toen viel monsieur weer in:
„Als 't mooie weer nu maar gauw komt, dan
is 't heel wat anders hier. Dan zullen we eens
met Aiglon naar de Gorges d'Omblèse gaan en
naar het Forêt de Lente. Dat is werkelijk
éénig."
„Dan ga ik niet me?. Zulke tochten zijn mij
veel te vermoeiend," zei madame zuurtjes,
maar dat leek ons volstrekt geen bezwaar,
integendeel! Toen Evodie afgenomen had en
we weer allen om de tafel zaten, moesten we
het familie-album zien uit 't salon en hoewel
we af en toe moeite hadden ons fatsoen te
houden en 't niet hardop uit te schateren om
sommige meer dan onwijze tronies uit de
familie Bertrands-Blackfield, vielen de jeugd
portretten van madame ons erg mee.
„Lang ndet mis," fluisterde ik Ina in en
madame wel bemerkend, dat we haar in haar
„youth and prime" nogal knap vonden,- werd
in eens smeltend vriendelijk en begon uit haar
Iersche jeugd te vertellen. Ze had verscheiden
broers en zusters, die over de heele wereld
yenortió x&ren, yeriekk *e. Raar vader, al
jaren dood, was dominé en een groot vriend
van den vorigen bisschop van Canterbury en
een van haar zusters, die het vorige jaar
stierf, was met een Zwecdschen graaf ge
trouwd geweest. Zij, Emily Blackfield, had
altijd een moeilijk leven gehad. Op haar acht
tiende jaar kreeg ze ceil „abominable fièvre
typhoïde" en daarna was ze altijd zwak geble
ven. Zóó ziek was ze geweest, zóó vrceselijk
ziek, dat ze een maand lang tusschen leven cn
dood gezweefd had...
Wel een half uur voer madame op deze
wijze voort, bluffend op haar ziekte alsof
't iets heel verdienstelijks was, toen stond
monsieur op, nam van 't boekenrekje hoven
't buffet eenige bijbels en gezangboekjes en
deelde die uit.
„Wij hebben de gewoonte 's avonds een
kleine godsdienstoefening ie houden. Voulez-
vqus assister k notre culte," vroeg hij vriende
lijk.
Natuurlijk hadden we daar niets op tegen.
Evodie kwam ook binnen, ging heel beschei
den naast me zitten en liet me meelezen uit
haar bijbel, terwijl Ina bij madame Céblé
racque inkeek. Monsieur las toen den eersten
brief van Paulus aan de Romeinen voor, daar
op volgde madame met een gezang, dat geluk
kig eveneens werd voorgelezen en toen ston
den allen op, keerden hun stoelen om cn kniel
den daarvoor neer op den grond, waarna
monsieur een zeer lang gebed uitsprak.
Ina en ik niet wetend wat er eigenlijk ge
beuren ging, voelden ons een beetje beklemd
en durfden ons niet verroeren. Doodstil bleven
we achter onze stoelen staan tot het gebed uit
was.
Dit bleek meteen het sein tol naar bed gaan.
AVe schudden handen, ea volgden toen
Evodie, die met het olielichtje voor ons uit de
trap besteeg om het licht op onze kamer voor
ons aan te steken.
„Deze dag is de wonderlijkste, dien ik ooit
beleefd heb. Ik heb een gevoel of ik droom en
al maanden van huis ben," zei ik toen ik me
in mijn kribje uitstrekte, waarvan met een
harden pang ineens een der zijkanten los
schoot, zoodat ik er weer uit moest komen en
voor alle zekerheid maar een touwtje opschar
relde om den weerspannigen haak zóó vast te
binden, dat deze niet meer uit 't oogje ont
snappen kon.
„Wat een bedt Als je er vannacht slecht in
slaapt vraag ik morgen ochtend in ieder ge
val een ander," beloofde Ina al siaperig, ter
wijl ik er me opnieuw in neervlijde en na
elkaar goeden nacht gewenscht te hebben,
vielen we al heel gauw in slaap, droomond van
dezen emolie-volleu eersten dag op les
Calyaux.
Hoofdstuk IV
O die eerste weck op les Calvnux! Nooit
zullen Ina en ik die vergeten al worden we
over de negentig! We zijn er nu bijna veertien
dagen en legen alle verwachting in gewend
en besloten voorloopig te blijven als er zich
geen verdere „complicaties" voordoen. Vijf
heele dagen hebben we echter In het onzekere
gezweefd voor we tot deze slotsom kwamen.
Als de omstreken niet zoo buitengewoon mooi
waren en Evodie niet zoo aardig was, zouden
we na dc eerste week zeker vertrokken zijn
en In vredesnaam te Valence maar een pension
gezocht hebben, hoewel men er heel gauw uit
gekeken schijnt en de omgeving er veel minder
mooi is aan hier heelcmaal builen.
De Berlrands zijn fatsoenlijke menschep
monsieur vooral meent 't goed, maar hun huis*
houding is vuil en groezelig en 't eten 'n aller-
miscrabclsle poespas, waarbij we 't op dek
duur zouden a'lcggen als we niet begonnc©
waren „met het ei te werken". Bij den „fer*
mier" hier dicht bij koopen we telkens een
paar dozijn eieren, die we geklutst, gebakken
en gekookt nuttigen, hetgeen madame best
vindt We hebben ons ook uit Parijs door de
firma Félix Potin voor tien francs biscuits cn
chocolade laten zeilden en van den kruidenier,
die eens per week uit Chnbeuil komt, eigen*
handig groolc pakken havermout gekocht.
Evodie brengt ons 's morgens nu ieder ecii
bord boven, dal we manmoedig, want we
vinden 't allebei een akelig kostje, naar bin
nen slikken, hoewel madam© neuswijs be
weert, dat in 't voorjaar als alles in
de natuur zoo Jongen frisch is, de
mcnsch zich met weinig en licht
voedsel moet tevreden stellen.
Madame Is een echte „tanto" doch nu ze
Inziet, dat we niet van plan zijn ons op den
kop te laten zitten, durft ze ons niet tegen te
Werken en beeft ze zelfs ingesteld, dat we
's avonds, vóór het naar bed gaan, ieder een
glas melk krijgen, van de drie liter, die de koe
nog geeft. Een koe Is in deze arme streek een
heel bezit. maar de uitgemergelde stumperd
wier ribben er aan alle karden uitsteken,
wordt niet ontzien en moet zelfs af en toe eenl
kar trekken, of voor den ploeg loopen, zoodnt
de melk die gedecideerd naar visch smaakt,
wel niet veel voedende kracht bezitten zaL
(Wordt vervolgd