N' 271
14d> Jaarganq.
DE EEMLAN DER'
Dinsdag 16 Mei 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
hoofdredactie:
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.'
W=
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER AD VERTEN.TIËN:
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekeljjksch byvoegsel „De Hollarxdsche Huievroute" (onder
redactie van Thérès# Hoven) per 8 mnd. ÖO cta.
Wekelyksch by voegsel „Paktne mef' per 8 mnd. 40 ets.
Elke rogol meer>0.10.
Dienstaanbiedingon 25 cents b\j vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handol on bedryf bostaan zoor voordeolige hopaliuLjon
tot hot horhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnomont.
Eene oirculairo, bevattende do voorwaarden, wordl ep
aanvraag toegezonden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
De „Zomertijd".
Heel veel pennen heeft de zomertijd reeds
bi beweging gebracht, zonder eigenlijk de
rechte snaar te treffen, den toon gevend die
dit storing brengen en een juiste tijdsbere
kening wettigt. Tal van „witzen", leuke en
vervelende, alle echter recht aan de opper
vlakte blijvend en van weinig diep-denken
getuigend, zijn reeds aan dit onderwerp ge
wijd.
Er wordt echter wel meer in de richting,
welkè in mijn denken is, gedacht; dit blijke
uit volgend citaat uit een van Carry van
Bruggen's gedachtenulting in Groot-Neder
land: „Dat we een nieuw tijdperk tegemoet
faan, is duidelijk." Dit woord klinke als een
Üfde boodschap. De oorlog dus doet, wat
ook voor kwaads stichtte, óók zijn goed
v/ork. Hij brengt dus ook nieuw leven, nieu-
vc versche gedachten en nieuw intellect en
dr een goed einde. De band tusschen de
volkeren moge nog zoo zijn verstoord, ten
Blote moeten zij toch wederom in 't gareel,
door de natuur hun opgelegd.
Die band heelt zich immers „vanzelf4'. In
dien het overtollige der beschaving, van de
voortbrengselen van het menschelijk econo
misch leven, zal zijn verdreven, zullen de
elkander in haat en nijd vernietigende vol
keren elkander wederom de broederhand
geven en beseffen, dat zij zich willoos heb
ben doen medesleepen door een natuur
macht buiten en niet minder in ons,
beerschende.
Het is echter hiermede mijn doel niet, om
aan te toonen de mechanische werking van
dit wreed gebeuren, doch na te gaan, een der
vele factoren die tot dezen oorlog hebben
medegewerkt en daaruit verschillende ga*-
volgtrekkingen te maken.
Gaan wij eens 't economisch leven na,
vóór den oorlog, in vergelijking met 't hui
dige, dan komen we aldra tot de overtui
ging, dat groote verschillen zijn vast te stel
len, dat wij vóór den oorlog een weelde-
tijdperk doorleefden, wat wij, omdat wij de
tegenstelling niet kenden, niet konden waar-
deeren. Wij waren zóó in die gemakzucht
gegroeid en zoo verwend door alles, wat ons
denken slechts vermocht voort te brengen,
dat wij indolent dit alles tot ons namen.
Niettegenstaande dat, werkte alles, wat
werken kon, mede, tot een nog grooteren
bloei van 't economisch bestaan, meenende
daardoor een nóg grootere bestaanszeker
heid te verweryen.
Hoe anders dit alles is uitgekomen, be
hoef ik niet te constateeren. Voordien
scheen men wel te voelen, dat bij een derge
lijke uitbreiding conflicten komen moesten,
lioch de maatregelen, daartegen genomen,
waren zóó luttel, dat men wel tot de overtui
ging komen moest, dat die vrees toch niet
zéér groot was. Men heeft geheel weggecij
ferd de eerzucht, die in ieder van ons is
nedergelegd en niet wijkt voor wat aan onze
frootwording in den weg staat. Had men
én absolute macht in 't leven geroepen, die
alle geschillen zoude oplossen en in der
minne schikken* wellicht ware véél, wat nu
langs den zuiver-natuurlijken weg wordt op
gelost, voorkomen.
Doch de mensch wilde dat schijnbaar niet
inzien, alhoewel wél op 't bestaan van dit ge
vaar gewezen is. Toen eenmaal de kogel
door de kerk was, begreep men eerst en werd
men wakker geschud uit dezen door ons zelf
gewilden slaap.
Een tijd als de onze moest namelijk, dit
begreep men ontegenzeggelijk een langdu
rig verloop der queestie brengen. De tijd,
dat alleen hij, die op 't slagveld de sterkste
is, de beslissing in handen heeft, is alreeds
lang voorbij. Des menschen hand zelf heeft
dit omgewerkt en voelt dus dubbel dezen
wijzigenden toestand.
Ook economische invloeden beheer-
schen die. De machten zijn militairistisch
gelijk door de moderne hulpmiddelen, die
geen onmiddellijk succes kunnen brengen
en de voorzorgsmaatregelen, die op dit ge
bied door alle Rijken zijn getroffen.
Eén weg staat dus open om het conflict
op te lossen, nml. economische uitputting.
Dtit zien de verschillende Rijken in en de
meest begunstigde naar zijn ligging bedient
er zich in alle opzichten van.
Dat neemt niet weg, dat elk Rijk voor zich
poogt, die werking van weerszijden zoo lang
mogelijk tegen te gaan, aldus ieder voor zich
de meest verstrekkende maatregelen nemen,
om het economisch leven zoo weinig moge
lijk in eigen land te verslappen. Ook de
neutrale landen, die als van zelf de nadee-
lige gevolgen van dit proces ondervinden,
doen 't «elfde.
Ik geloof daarom, dat de Zomertijd mag
worden opgevat als een verschijnsel, het
doet zich toch ln de verschillende Rijken
voor dat een naderende oplossing van
het conflict doet vermoeden; ln leder geval
een vermindering van 't te overvoerd econo
misch bestaan doet vaststellen en daarom
een verblijdend verschijnsel is. Moge daar
om 't instituut volgend jaar een ander dag
licht mogen aannemen en een einde van
den oorlog mogen vieren.
A., 12/5 '16.
H. E. v. V.
De oorlog.
B e r lij n, 15 Mel. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In vele frontsectoren was de wederzijdsche
artillerie- en patrouillewerkzaamheid leven
dig. Pogingen van den tegenstander om
onze pas gewonnen stelling bij Hulluch
weder te nemen, werden, voor zoover zij
niet in ons artillerievuur ineen vielen, in een
bajonetstrijd verijdeld.
In het strijdgebied aan de Maas werden
aanvallen van de Fianschen aan de weste
lijke helling van den Mort-homme en bij het
Ceillettefcoach zonder moeite afgeslagen.
P a r ij s15 Mei. (Namiddag-communi
qué). Ten Zuiden van de Somme nabij
Vermandevillerts zijn de Fransc'nen geslaagd
in een coup de main, die hen in staat stelde
een Duitsohe loopgraaf der eerste linie van
vijanden te zuiver&n. In Champagne was
eene groote werkzaamheid van de beide ar-
tilleriën in den sector van Maison de Cham
pagne en de Butte de Mesnil. Een. inval in
een Duitsch versterkingswerk ten Westen
van den Mon Tetu stelde de Franschen in
staat een vijftigtal gevangenen te maken.
Nabij Verdun was een bombardement in de
streek van het bosch van Avocourt en heu
vel 304.
Londen, 1 5 M e i. (R.) Er was gisteren
avond en gisterennacht een aanmerkelijke
activiteit op ons front tusschen Loos en het
kanaal van Bethune naar La Bassée. De
vijand bombardeerde hevig kleine gedeelten
van een loopgraaf ten oosten van Bethune;
een aantal hunner slaagde er in binnen te
dringen, doch werd er binnen weinige mi
nuten weer uitgeworpen. Wij hebben met
succes Duitsohe stellingen gebombardeerd
ten noorden van het Hohenzollern-werk. In
den avond deden wij, meer naar het noor
den, juist ten zuiden van het kanaal een
mijn springen, op 25 yards afstand van het
front onzer loopgraven, hetgeen een krater
deed ontstaan.
Na een kort bombardement maalden wij
ons meester van den rand van den krater,
waarbij wij gevangenen mtakten en ver
scheidene doode Duitschers vonden. Aan
belde kanten ontploften mijnen ten noord
westen van Hulluch. Er waren geen infan-
terie-gevechten. Wij bombardeerden met
succes de vijandelijke posities tegenover
Fauquisart en brachten een loopgraafmor
tier der Duitschers bij Stebon tot zwijgen.
B e r 1 ij n, 15 Mei. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit bet groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Er is niets bijzonders gebeurd.
Petrograd, 15 Mel. (P. T. A.) Offi
cieel. De groote generale staf deelt mede:
Op het front van het leger van generaal
Evert was de Duitsche artillerié op sommige
plaatsen zeer bedrijvig.
Weenen, 15 Mel. (W. B.) Stafbericht.
Gisteren ontwikkelden zich ln verschillende
sectoren levendige artillerie-geveohten, die
ook heden nog voortduurden.
In den loop van den nacht hebben onze
vliegeniers overvloedig bommen geworpen
op de Adria-versterklngen bij Monfalcone,
het station Corsignano en nog enkele mili
taire werken. Alle vliegtuigen zijn onge
deerd teruggekeerd.
Ten westen van San Martino heeft onze
infanterie den vijand uit zijne vooruitge
schoven loopgraven geworpen en tal van
tegenaanvallen afgeslagen. Aanvallen der
Italianen ten Noorden van den Monte St.
Michele zijn mislukt. De stad Görz is
's avonds beschoten. Ook ten Noorden van
het bruggehoofd van Tolmein zijn de Oos-
tenrijksche troepen herhaaldelijk in de Ita-
liaansche loopgraven gedrongen.
Rome, 1 5 M e I. (Stefani.) Officieel staf-
bericht.
In de streek van Adamello voltooiden on
ze Alpenjagers de inbezitneming van de
heuvelkam ten westen van de gletschers van
Fargonda en van Lanes en bezetten ze een
deel van het gebied tusschen Brozzon di
Fargerida en Brozzon di Lanes. Ook werd
door een aanval bezit genomen van de stel
ling van Brozzon del Diavolo, ter hoogte van
3015 meters, waar een twintigtal gevange
nen gemaakt werden. In de vallei van Ledro
wordt melding gemaakt van nieuwe vorde
ringen van onzen opmarsch op de Monte
Merone.
Na een hevig artillerievuur op onze stel
lingen ten noorden van de vallei, ondernam
de vijand een aanval teggen Comadelle ten
noorden van Lenzumo, doch hij werd onmid
dellijk teruggeslagen.
Op het front van de vallei van Lugama tot
aan het begin van de vallei van Assa onder
hield de vijand gisteren een hevig geschut-
vuurt, waarop onze batterijen krachtig ant
woordden. Een projectiel van groot kaliber
viel op Asagio, onder de bevolking weinig
gewonden makende. Eveneens had een he
vig artillerie-bombardement plaats aan het
Isonzofront vanaf den Monte Nero tot aan
zee. Gedurende den nacht werden kleine
vijandelijke aanvallen ondernomen in de
streek van Plava en San Martino op het
Carsoplateau, die onmiddellijk afgeslagen
werden.
B e r I ij n 15 Mel. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Er zijn geene bijzondere gebeurtenissen
te vermelden.
SalonikI, 13 Mei. (Havas). De ver-
eenigde Duitsche en Bulgaarsche artillerie
heeft Mayes gebombardeerd, waarbij alleen
slachtoffers werden gemaakt onder de bur
gerlijke bevolking. Men schat dat er 19 per
sonen getroffen werden, waarvan 14 zijn ge
storven.
B e r lij n15 Mei. (K. N.) Uit Athene
wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat de bla
den dagelijks berichten Inhouden over troe
pen-verplaatsingen in Macedonië. Er wordt
bevestigd, dat de Serviërs den linkervleugel
zullen Innemen van de troepen der geal
lieerden. Voortdurende cavallerie-operatiën
langs het geheele front moeten vermoede
lijk de bewegingen der tToepenafdeelingen
bedekken.
Petrograd, 15 Mel. (P. T. A.) Offi
cieel. De groote generale staf deelt mede:
Bij Mamachatoen streden Russische ver
kenners met goeden uitslag.
Bij Diar Bekir sloegen de Russen door hun
vuur een offensief van Koerden af.
Petersburg, 15 Mei. (Tel.-agent-
schap.) Stafbericht. In de richting van Mos-
soul hebben onze tToepen een inval gedaan
in de stad Revandouze, waarbij ze zich mees
ter hebben gemaakt van de munitie-opslag
plaatsen. De vijand nam overhaast de vlucht,
onder achterlating van convooïen levensmid
delen en oorlogsmateriaal. Onze cavalerif
zit den tegenstander op de hielen.
Konstantlnopel, 14 Mei. (\V,
B.) Communiqué van het hoofdkwartier
Aan het Irakfront is geen verandering.
Aan het Kaukasusfront was een onbedui
dend vuurgevecht in eenige sectoren. Van
de overige fronten is geen tijding van nif
gewicht.
Weenen, 15 Mei. (W. B.) Stafbericht
In den namiddag van 13 Mei heeft een eska
der van onze marine-vliegtuigen met succes
bommen geworpen op de verdedigingswer
ken van Walona en het eilandje Saseno. Her
vliegeskader is niettegenstaande het heftige
afweervuur, behouden weergekeerd.
Belgrado, 15 Mei. (W. B.) De Hon-
gaarsche minister-president graaf Tiszn i«
gisteren te Sabac aangekomen. Hij werd aan
de grens verwelkomd door den militairen
gouverneur graaf Salis Sevis.
Graaf Tisza begaf zich vervolgens van Sa
bac naar Waljewo.
B e r 1 ij n, 1 5 M e i s. (K. N.) De officieuze
inlichtingendienst betreffende de voedings
kwestie deelt over de vooruitzichten betref
fende den oogst in dit jaarmede: De nieuwe
oogst biedt in vergelijking met 't vorige jaar
veel gunstiger vooruitzichten. Onvergelijke
lijk veel beter dan het vorige jaar zijn de
winterzaden in het voorjaar uitgekomen De
zaadstond is uitstekend. De weide- en kla
vervelden vertoonen een niet minder verblij
dend beeld dan de groentelanderijen en
oofttuinen. Hierbij komt de waardevolle on
dersteuning door de uitbreiding van terrein
ontginningen, waardoor waardevolle graan-,
aardappelen- en groenten-oogsten te wach
ten zijn.
Ook de ln het vorige jaar verwoeste stre
ken in het oosten zullen normale oogsten en
zaadrendementen geven. Wat de rijke koren
schuren van Koerland, Litauen, Polen, Bel
gië en Noord-Frankrijk zullen opleveren, be-
teekent een aanmerkelijke ontlasting van de
binnenlandsche voorraadschuren.
Het jaar 1915 was het critieke keerpunt
voor den overgangstijd van normale vredes
toestanden tot volslagen nieuwe en on
bekende voortbrengingsvoorwaarden. De
oorlogstoestand kon van zelf sprekend ge-
vaarlijke verrassingen brengen en heeft zeer
zeker zorgen en nooden gebracht. Doch deze
werden overwonnen. Het nieuwe jaar vindt
ons georganiseerd. Wij kunnen met vertrou
wen zeggen: Hoe langer de oorlog duurt, des
te beter organlseeren wij ons, indien slechts
de vastbesloten wil en de opgewektheid voor
het werk behouden blijven.
Petersburg, 15 Mei. (P. T. A.). De
Roeskoje SIowo publiceert een memorie van
den minister van financiën betreffende den
invloed van den oorlog op verschillende tok
ken van het maatschappelijke leven in Rus
land. Het blad doet vooral uitkomen de ge
volgen van het verbod van spiritualiën en
wijnen en doet in dit verband het lioht vol
len op de volgende feiten: Het verbod van
Ondervinding is de naam dien men aan
®'n misstappen geeft.
door
'ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
20
„Mind your horse, Samuel," was alles wat
ee zei en ze schikte ondanks het warme weer,
inet onheilspellend gelaat de oude reisdeken
Jover hare knieën.
„Mind yourself," gaf hij daarop voor zijn
Hoen, met ongepaste vrijmoedigheid terug en
toen, zeker om een eind te maken aan de dis-
jcussie, begon monsieur oen deuntje te fluiten,
Jiet vroolijk de zweep kbppen en in vluggen
iÜr^f daalden we den witten weg af, waar de
/wind in de hooge popels ruischte en de bloei
ende meidoornhagen hun zoet-prikkelenden
igeur uitzonden. Verderop tusschen de rotsen
(kleurden de goudgele bremstruiken als leven-
fde zonneplekjes tegen de grijsgroene hellin
gen. De zon scheen helder aan den wolkeloo-
teen hemel, de vogels zongen lustig en de
tt)lauwc bergen der Cevennen lokten zoo ver-
geldelijk uit de verte, dat 't zelfs madame Ber-
trands te zwaar viel zichzelf gelijk te blijven
Wi haar rol-vanjboos-zijn voort te zetten.
cn ik keken onze oogen uit en spraken
0een woord, hoewel ik voor mij er niets tegen
jgehad zou hebben een deuntje mee te fluiton
mot monsieur, die genoot, omdat wii cenolen.
en omdat zijn vrouw zoo „ziender-wijze" bij
trok.
„N e&t-ce-pas que la France eot belle," riep
hij vol vuur zijn zweep zwaaiend naar de vlie
gen, die den armen Aiglon teisterden en vóór
we Montvendre met zijn „Porte du moyenóge
(waar men jammer genoeg allerlei reclame's
opgeplakt had) geheel doorgereden waren,
was Emily bijgedraaid en begon ze over de
iukoopen, die ze te Valence doen wilde.
We hadden nog meer dan een kwartier voor
't vertrek van de stoomtram, toen we eenmaal
te Chabeuil waren, zoodat de manden groen
ten nog afgeleverd en Aiglon naar hehooren
gestald kon worden. Madame, die er wel wat
vreemd uitzag met haar hoed-met-sluier en
haar buitenmodelsch beige manteltje, ging op
de houten bank voor T slationsgebouwtje een
paai' vuile glacétjes zitten aanwurmen en
dischte ons even later in de tram allerlei
bi/onderheden op over madame Rouehaud. Zij
kon zich maar niet begrijpen, dat iemand, die
't zóó goed in de wereld hebben kon als Marie
Rouchand, 't zichzelf zóó moeilijk maakte met
altijd maar voor alle arme menschen klaar te
staan. Zij madame Bertrands zou een
heel ander leventje lelden in haar plaats!
't Was waar, Marie had heel veel verdriet ge
had: eerst haar eenig kind, een jongetje van
zes jaar, verloren en een paar jaar later haar
man. Doch dat was nu al bijna vijftien jaar
geleden en een mensch kan toch niet altijd
door blqven treuren! Als hóór zooiets getrof
fen had en ze was zoo rijk als Marie, "nu dan
zou ze gaan reizen en den tijd, dien ze thuis
doorbracht, slijten fn een mooi ingericht en
gemakkelijk huis met veel bediening. Een auto
zou ze zich aanschaffen om dikwijls met vrien
den uit rijden te gaan en natuurlijk zou ze
altijd lekker willen eten, veel uitgaan en zich
stellig een pianola aanschaffen, want o, ze
hield toch zooveel van muziek! Vroeger had
ze net zoo goed gespeeld als mademoiselle Ina
en ook heel mooi gezongen en ze weidde weer
uit over haar meisjesjaren, terwijl monsieur
verdiept zat ln een krantje, dat hij nog gauw
te Chabeuil gekocht had.
Blijkbaar haalde hij zijn schade in, want op
les Calvaux wordt geen krant gelezen. Madame
Cébléracque krijgt af en toe een blaadje, „Le
Progrès", dat haar dochter uit Montvendre wel
eens voor haar meebrengt als ze haar moeder
komt bezoeken. Het bevat veel fijn-uitgeplozen
moorden en kippevelaanjagende sensatiever
halen, die Zebbel-Tnaar-raakje op klaaglijken
toon drie, viermaal achtereen pleegt voor te
lezen. Indien Ien en ik dus niet geregeld onze
Hollandsche couranten ontvingen, zouden we
van toeten noch blazen weten.
„Als er iets bizonaers gebeurt hooren we
't hier toch wel", zei monsieur toen er on
langs over gesproken werd, maar de belang
stelling, waarmee hij nu dit kleine prulleblad
2at te lezen, bewees wel dat de wereldsche
zaken hem niet geheel koud lieten.
Twee boerenvrouwtjes over ons zaten in
een onverstaanbaar dialect druk te rede
neeren en begonnen na een oogenblikje zoo
smakelijk hompjes brood en kaas naar bin
nen te werken, dat Ien me zachtjes aanstiet
en zei„Daar krijg ik nou heusch honger
van."
„Wacht maar tot we in Valence zijn I
Daar zullen we in een van de beroemde ban
ketbakkerswinkels onze holle maagjes eens
te goed doen l"
„Dan fuif ik ie," beloofde Ien met haar
beursje rammelend en we zagen elkaar met
vraatzuchtige blikken van verstandhouding
aan.
De tram reed nu de stad binnen door de
„Allée de Chabeuil" een reeks huizen met
groote tuinen. De meeste tuinen waren ech
ter met hooge ijzeren hekken en poorten van
de sbaat gescheiden, zoodat we er slechts
af en toe eén verkwikkend kijkje in konden
slaan. Nooit zag ik zulke prachtige zwaar ge
troste blauwe regens en zulke sneeuwwitte
meidoorns 1
Op de „Place de Ia République" een der
drukste stadsgedeelten, verlieten we de
tram om den goeden Samuel eendrachtig
aan een nieuwen stroohoed te gaan helpen.
We volgden het echtpaar Bertrands daartoe
ln een nauwe zijstraat, en met on9 vieren
traden we binnen in een klein winkeltje, waar
een viezig mannefje-in-hemdsmouwen een
stapel witte stroohoeden met donkergroene
donkerblauwe en zwarte lintjes ter keuze
voor ons op de toonbank legde.
Monsieur zette ze een voor een op en keek
dan telkens hulpeloos eerst in den spiegel en
dan naar ons, maar na eenig gewik en ge-
weeg besliste madame, dat 't er een met een
zwart lintje zijn zou, als zijnde 't meest ge
past voor een man van Samuel Bertrands'
waardigheid, hoewel Ien en Ik allebei dui
delijk meenden te bespeuren, dat monsieur
een verliefden blik naar een exemplaar met
groen lintje geworpen had a s Doch hij
zei enkel
„Allons done. Ce que femme veut
zette gelaten den nieuwen hoed op en be
taalde, terwijl het winkelmeneertje den ouden
in een papieren zak deed en met een grijns
het pakje over de toonbank aanreikte Ik
zag zijn leelijk tronietje nog naar ons gluren
toen we gevieren 't sombere straatje door
gingen en was 't geheel met Ina eens, die
zachtjes mompelde „Hè, wat een onguur
manne-menschje V'
Monsieur, onbewust tóch gewichtiger dan
anders met zijn chique hoofddeksel, stelde
nu voor dat ieder zijns weegs zou gaan, om
elkaar dan tegen half vier bij madame Rou
ehaud, Avenue Victor Hugo 12, te ontmoe
ten.
Hij moest tuingereedschappen hebben,
waar Emily toch geen verstand van had en
er waren altijd zooveel boodschappen te
doen dat we 't was al bij half drie on
zen tijd wel noodig zouden hebben en hof
felijk groetend verdween monsieur, vóór ma
dame iets in 't midden gebracht had.
Ik bevond me in de treurige noodzake
lijkheid nieuwe huispanloffeltjes te moeten
koopen, daar ik met mijn oude paartje een
middag, toen lk geen zin had eerst laarzen
te gaan aantrekken, een klauterpartij op de
rotsen ondernomen had, waardoor ik bij
manier van spreken op mijn kousen naar
huls gekeerd was. Ina moest fotografie-be-
noodigdheden hebben en madame allerlei
huishoudelijke artikelen, maar zóó verschil
lend konden onze behoeften niet zijn, of in
den „Bazar de la Croix d'or" een soort Wa^
renhuis, zouden we alles kunnen krijgen^
goed en niet duur, .erzekerde madame erf
wij besloten dus daar eerst een kijkje tf
nemer\.
(Wordt vervolgd.)