14d' Jaargang.
Vrijdag 26 Mei 1916.
lÏÏiTEN LANDT"
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N* 280
Hoofdredactie: 'D j VAN SCHAARDENBURG. EEMLANDER
ABONNEMENTSPRIJS:
F«r 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per postl.JJO,
Per week (met gratia verzekering togen ongelukken) 0.10.
Aftonderlyke nummert 0.05»
Wekelijkeob bijvoegsel „De HoltandséJu Huisvrouuf* (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. 50 cis.
Wekelijkseh bijvoegsel mPalo nu mef per 8 mnd. 40 ets.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elko regel moor0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruirato.
Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordooligo bepalingen
tot het herhaald advurteeren in dit Blad, b\j abonnomont.
Eeno# circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Kennisgevingen.
HINDERWET.
Butgtmeesler en Wethouders van Amers
foort, brengen ter openbare kennis, dat bij hun
besluit van 19 Mei 1916 aan H. van Nimwegen
én zijne rechtverkrijgenden voorwaardelijk ver
gunning is verleend tot het uitbreiden van een
Bakkerij door plaatsing van een heeteluchtoven
tot het vervaardigen van brood en beschuit in
het perceel olhier gelegen aan den Soesterweg
jNo. 81, kadastraal bekend gemeente Amers
foort, sectie D, No. 1842.
Amersfoort, 22 Mei 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door de Directie van do Hollandsche Dzeren
Spoorweg-Mij. te Amsterdam ingediend verzoek,
met bylagen, om vergunning tot het oprichten
van 6ene inrichting voor electrische beweeg
kracht door middel von een 15 P.K. electro
motor op een draaischijf van 20 M. middellijn
op het Stationsemplacement, in het perceel al
hier bij het Kadaster bekend onder Sectio D,
No. 3020 op de secretarie der gemeente ter vi
sie ligt, en dat op Woensdag den 7 Juni aan
staande, des voormiddags te half elf uren ge
legenheid ten Raadhuize wordt gegeven om,
ten overstaan van het Gemeentebestuur of van
één of meer zijner leden, bezwaren tegen ho*
oprichten van de inrichting in te brengen.
1 ot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente
bestuur oi één of meer zijner leden zijn versche
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, den 24. Mei 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. EENSTRA. v. RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
Oe oorlog en de Duitsohe
rijksfinanciën.
In den Duitschen rijksdag hebben eergis-
te:en de nieuwe mannen, die tot de regee
ring zijn geroepen, zich voorgesteld: de
staatssecretarissen Helfferich, die als opvol
ger van Delbrück is overgegaan naar het de
partement van binnenlandsche zaken, en
graaf Rödern, die Helfferich heeft vervangen
ais hoofd van het departement van finan
ciën, en de president van het nieuw opge
richte oorlogsvoedingsbureau von Batocki.
Aan Helfferich is tevens opgedragen de
nlgemeene vervanging van den rijkskanse
lier: hij is dus, na den rijkskanselier, de
hoogste in rang van de leden der Duitsche
rijksregeering. Helfferich, die nog in het be
gin staat van de veertiger jaren, heeft eene
zeldzaam vlugge carrière gemaakt. Jeugd en
talent zijn in hem vereenigd met praktische
en theoretische vorming en met de breede
opvattingen van den groot-linancier. De ge
leerde, die in belangrijke werken de munt-
em=|tapkkwestiën heeft behandeld, is direc
teur van de Deutsche Bank geworden, waar
hij een groot arbeidsveld vond in de onder
handelingen over den Bagdadspoorweg en
de Anatolische spoorwegen en ook in Wee-
nen de Duitsche belangen bij de Orient-
spoorwegen had te behartigen. Als hoofd
van het departement van financiën is zijn
hoofdwerk geweest het aan den man bren
gen van de oorlogsleeningen, die te zamen
meer dan 31 milliarden mark voor de finan-
cieele oorlogvoering hebben opgebracht.
In de rede, die hij eergisteren heeft ge
houden in den rijksdag als maidenspeech in
het nieuv. e ambt dat hij heeft aanvaard, heelt
hij \oor zijn beleid als beheerder der rijks
financiën lof -opgeëischt, omdat 90 pet. van
de Duitsche oorlogsuitgaven door leeningen
op langen termijn gedekt zijn, terwijl in En
geland meer dan de helft, in Frankrijk drie
kwart door credieten met korten omloops
tijd zijn gedekt. Men kan over de wijze, waar
op getracht wordt het hoofd te bieden aan
de reusachtige uitgaven, die de oorlogvoe
ring vordert, verschillend denken. In Enge
land rekent men 't zich als eene verdienste
aan, bijtijds er op bedacht te zijn geweest om
te zorgen voor versterking van de inkomsten
tot bestrijding van den ontzettend verzwaar
den rentelast, die uit de oorlogsleeningen
voortvloeit. In dat opzicht is men in Duitsch-
land achterlijk gebleven. Eerst zeer laat heeft
men, door den nood gedrongen, het stand
punt prijs gegeven, dat de linancieele gevol
gen van den oorlog eerst onder de oogen
behoefden te worden gezien na het herstel
van den vrede. Als eerste stap tot versterking
van de rijksinkomsten is een bundeltje belas
tingvoorstellen verschenen, dat moet dienen
om de begrooting voor het dienstjaar, dat op
1 April 1016 is begonnen, sluitende te ma
ken.
Daarover zijn overleggingen gevoerd in
den boezem van de commissie, waarin men
in den Duitschen rijksdag gewoon is de be
handeling in de openbare zitting voor te be
reiden. Het resultaat van dit overleg zal
thans den rijksdag bezig houden. Er is met
veel kunst een compromis tot stand geko
men, waarbij alle burgerlijke partijen zich
hebben neergelegd de sociaal-democra
ten staan er buiten dat misschien geen
van de partijen geheel bevredigt, maar dat
toch aan de behoefte van het oogenblik be
antwoordt. In dit belasting-compromis is,
naast de belasting op de oorlogswinsten,
eene directe rijksbelasting opgenomen, na
melijk eene heffing voor eens van de ver
mogens. Deze heffing is aldus samen te vat
ten: De belasting voor eens van het vermo
gen moet niet alleen opgebracht worden
door hen, die het uit oorlogswinsten hebben
vermeerderd, maar ook door degenen, wier
vermogen in den oorlog gelijk gebleven is
of verminderd is tot 10 pet. toe Men gaat
hierbij blijkbaar uit van de gedachte, dat
het als een geluk is te beschouwen, wanneer
fn een oorlog, die geheele vermogens ver
slonden heeft, het vermogen van een belas
tingschuldige slechts eene kleine verminde
ring heeft ondergaan.
Wanneer een vermogen van meer dan
20,000 mark in den loop van den oorlog
met meer dan 10 pet. is verminderd, dan
blijft het van de belasting verschoond. An
ders wordt het laatste tiende deel van het
vermogen, dus het gedeelte dat tusschen 90
en 100 percent ligt, getroffen door eene
heffing voor eens. Een vermogen dus, dat
vóór den oorlog 50,000 mark bedroeg, moet
zijn aandeel betalen in deze belasting, als
het thans nog meer bedraagt dan 45,000
mark. Is het thans 46,000 mark groot, dan
moet 1 pet. van 1000 mark, dus 10 mark,
bij 50,000 mark 50 mark, worden opge
bracht. Wanneer dit vermogen in den oor
log tot 60,000 mark is gestegen, dan moe
ten, behalve deze 50 mark van het verlies
waaraan men is ontkomen, nog 5 pet. van
de 10,000 mark vermeerdering, dus 500
mark opgebracht worden. Voor het overige
stijgen de heffingen naarmate de toeneming
van het vermogen grooler wordt, tot 50 pet.
als maximum, waarbij intusschen moet wor
den bedacht, dat de toeneming gradueel is,
d. w. z. van de eerste 10,000 mark 5 pet. is,
van de volgende 10,000 10 pet. enzoo-
voorts.
Het compromis omvat ook de andere be
lastingvoorstellen, die zijn ingediend: de
verhooging der tarieven voor posterijen en
telegrafie, het zegel voor goederen-leveran-
tiën, dat voor het oorspronkelijk voorgestel
de kwitantiezegel in de plaats komt, het ze
gel voor vrachtbrieven en de nieuwe tabaks
belasting. Wanneer compromissen eenmaal
gereed zijn gekomen, is men er op uit ze
zoo spoedig mogelijk in de veilige haven te
brengen. Men verwacht, dat de verdere be
handeling weinig rijd meer zal vorderen,
want de meerderheid staat vast. Daarmee
zal, zooals staatssecretaris Helfferich eergis
ter heeft gezegd, een nieuwe steen gevoegd
zijn in het fundament van het gebouw der
Duitsche rijksbelastingen. Maar het is nog
slechts een eerste en bescheiden stap, die
hiermee wordt gezet op een gebied, waar
van de omvang nog niet is te overzien.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 2 5 Mei. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Engelsche torpedo- en patrouillebooten
werden aan de Vlaamsche kust door Duit
sche vliegtuigen aangevallen.
Ten westen van de Maas mislukten drie
aanvallen van den vijand tegen het door
hem verloren dorp Cumières.
Ten oosten van de rivier gingen onze re
gimenten, met gebruikmaking van hunne
successen van eergisteren, verder vooruit.
Zij veroverden de vijandelijke loopgraven ten
zuidwesten en zuiden van het fort Douau-
mont. De steengroeve ten zuiden van de
hofstede Haudromont is weder in ons bezit.
In het Caillettebosch liep de vijand gedu
rende den geheelen dag geheel vruchteloos
zich tegen onze stelling te pletter. Behalve
zeer zware bloedige verliezen verloren de
Franschen meer dan 850 man aan gevange
nen. 14 machinegeweren werden buit ge
maakt.
Bij Saint-Souplet en Herbebois werden
vijandelijke tweedekkers in een luchtstrijd
neergeschoten.
P a r ij s, 2 5 Mei. (Havas.) Namiddag
communiqué.
In den loop van den nacht vorderden de
Franschen met granaatvuur in de versper
ringen onmiddellijk ten oosten van het dorp
Cumiéres. De Duitschers deden geen enkele
aanvalspoging.
Aan den rechter-Maasoever kon een
krachtige Duitsche aanval voet krijgen in
een loopgraaf ten noorden van de steen
groeven bij Haudromont. Het bombarde
ment ouurt zeer hevig voort aan weerszij
den in de streek Dounumont zonder infante-
rieactie.
Op de Engelsche en Belgische fronten
waren artillerie duels op verscheidene pun
ten, met name in de streken van Souchez,
en Dixmuiden. Op het front van Boulogne
waren détailgevechten.
Avondcommuniqué.
Links van de Maas nam de werkzaam
heid van de vijandelijke artillerie gedurende
den dag toe tegen hoogte 304.
Aan den rechter Maasoever werden om vijf
uur namiddags, na een woedend bombar
dement, eene reeks aanvallen uitgevoerd tus
schen het bosch van Haudromont en de hof
stede Thiaumont. Zij werden allen terugge--
slagen behalve op één punt, waar eene vijan
delijke afdeeling een loopgraargedeelte nam.
Het hevige artillerieduel duurde voort in de
streek van Douaumont.
Een Fransche vlieger velde in een lucht
strijd een Fokker ten noorden van Vaux. Tn
een strijd tussdhen twee luchteskaders in
het district Etain werden twee vijandelijke
machines zwaar beschadigd en gedwongen
naar den grond te gaan.
Londen, 25 Mei. (R.) Communiqué
van het Britsohe hoofdkwartier.
Er was belangrijk mijnwerk in ons voor
deel bij Loos. Gisterennacht en heden was
er wederzijdsche artillerie-actie op vele pun
ten.
4
Berlijn, 2 5 Mei. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijke oorlogstooneel is niets
bijzonders gebeurd.
We en en, 25 Mei. (W.-B.J. Officieel
communiqué van heden middag.
In Wolhynie ondernamen onze patrouille-
commando's op verscheidene plaatsen ge
slaagde overvallen. De toestand Is onveran
derd.
Petersburg, 25 Mei. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
In de streek ten westen van het eiland
Dalen gingen de Duitschers na een hevig
bombardement tot het offensief over en
maakten zich, na een van onze voorhoede-
posten te hebben teruggeworpen, van een
van onze voorste loopgraven meester.
Wij deden een tegen-aanval en verdreven
den vijand, die naar zijne loopgraven terug»
trok. Wij leden geene verliezen.
Door ons vuur verhinderden wij een po
ging van den vijand om op te rukken naar
Karpilovka, tien werst ten Noorden von het
station Olyka, en onze draadversperringen
door te snijden.
Aan de rest van het front is de toestand
ongewijzigd.
We enen, 25 Mei. (W.-B.). Officieel
communiqué van heden middag.
De strijdaclie in den sector van Doberdo,
bij Flitsch en aan de Ploecken was levendi
ger dan in de laatste dagen. Herhaalde vij
andelijke oanvalsbetuigingen bij Peutelstein
werden afgewezen.
Ten noorden van het Suganodal namen
onze troepen de Cima Cutazij gingen op
sommige plaatsen d e Nasobeek over en
trokken binnen in Strisgen (Strigno). Ten
zuiden van het dal breidt zich een over den
Kempelberg vooruitgerukte troep onder het
overwinnen van groote terreinbezwaren en
van vijandelijken tegenstand, naar het oos
ten en zuiden uit. De Corno di Campo Verdi
is in hun bezit. De Italiaansohe afdeelingen
werden dadelijk terug geslagen.
In het Bronddal (Volarga) namen onze
troepen Ghiesa in bezit. Eene nalezing in
het aanvalsterrein verhoogde onzen buit nog
met tien kanonnen.
Een van onze watervliegtuigen bewierp
het spoorwegstation en de militsire werken
van Latisano met bommen.
Rome, 25 Mei. (Stefani.) Officieel
communiqué.
Van Stelvio tot aan het Gardameer is ge
schut- en geweervuur gewisseld, dat in da
streek van Cevedale en Tonale bijonder he
vig was.
JFh den nacht op 24 Mei heeft de vijand in
het Lagarinadal na een hevige beschieting
van onze stellingen bij Zugna Torta twee
aanvallen gedaan in de richting van het Ser-
radal en den Col di Buole, doch werd met
krach; afgeslagen. In den morgen van 2\
Mei deed de vijand met nieuwe troepen we
derom een verwoeden aanval op den Col dl
Buole, mear hij werd met zeer ernstige - *r-
liezcn teruggeslagen en vervolgd door onz®
troepen, die de hoogte Parmesan ten Zuid-
Oosten van genoemden top bezetten.
Den 24sten Mei was de artilleriestrijd le
vendig. Ons geschut heeft een vijandelijk
kanon van middelmatig kaliber, dat naar
Pozzabihio vervoerd werd, getroffen en ver
nield.
Nadat de vijand onze stellingen op den
Pasubio bezet had, heeft hij den 23en Mei
den geheelen dag onze stellingen tusschen
Vallarsa en Posina beschoten en des nachts
aangevallen met sterke infanterie-colonnes,
die door ons vuur weggemaaid werden en in
wanorde terugtrokken.
Tusschen de Posina en de Astico heeft
de vijandelijke artillerie op de linie Monte
Maggio—Torazo het vuur geopend, dat door
ons geschut afdoende beantwoord werd.
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
2S
Of we 't huis èrg vies en rommelig vinden
en of we wel genoeg te eten krijgen, vroeg
ze een avond voor de „culte", 'tn tegen
woordigheid van madame, die maar gauw in
t gebed verzonk om dit onderwerp te ont
duiken, doch toen Jeanne niet afliet en vóór
we naar bed gingen er weer over begon,
snauwde ze.
..Jeanne, je vous conseille de vous occu-
per de vos affaires. Moi je suis la maitresse
rie la maison waarop Jeanne zich omkeer
de en er spottend uitflapte:
Miéux vaut une maison sans maitresse,
gu'avec une maitresse telle que vous", en
mei haar aangestoken kaars verdween. Nie
mand zei een woord. Madame, woedend,
mompelde iets onverstaanbaars in 't En-
gelsch, monsieur bergde geholpen door Evo
die, de bijbels en gezangboekjes, Zebbel-
Jn aar-raak je snoot daverend haar neus en
Ien en ik wisten niets beters te doen, dan
Staar gauw naar boven te gaan. Madame
durft Jeanne feitelijk niet goed aan. Dat is
Itoar^ kwade geweten. Het „je sais bien que
)4e n est pas la perfection ici", list de Iaat-1
ste dagen in baar mond bestorven. Ook
klaagt ze, dat ze zoo zwak is, slecht slaapt
en aan hoofdpijn lijdt, wat haar echter niet
belet soms tot twee uur 's nachts in haar
eentje patience's te leggen en ontelbare kop
pen café noir te drinken, die naar ik meen,
juist een uitgezocht middel zijn om klaar
wakker te blijven.
Ik herinner me tenminste, dat jij altijd
extra-sterke koffie voor Paul zet, als hij
's avonds laat te werken heeft en heb haar
dit al verscheiden malen gezegd, zonder re
sultaat echter.
Den vorigen Zondag toen we uit de kerk
kwamen Evodie was uit wachtte mada
me ons op met een werkelijk vrij goed diner.
Natuurlijk ging de eeuwige „soupe de pom-
mes de terre" vooraf, toen volgde „het"
schapenboutje op een enormen vleesch-
schotel met een tinnen deksel er over heen,
die ze bij 't voorsnijden onder de veront
schuldiging:
„II y a si peu de place", naastzichop
den grond zette.' Ien en ik wisten gewoon
niet waar we kijken moesten, vooral toen ze
het deksel er na een oogenblik weer over
wilde zetten en ze aan Jeanne, die naast
haar zat, vroeg er even naar te duiken.
„Goed, maar dan zal ik dit eerst maar
eens afwasschen, „car vraiment, tante Emily,
vous n' avez pas la moindre notion d'hygiè-
ne", zei Jeanne en meteen liep ze met 't
deksel de kamer uit. Vindt-je 't niet meer
dan kras, Ada? Paul zegt wel eens, dat jij
een slordevosje bent, maar trek 't je dan
toch vooral niet aanf Heusch, hij weet er
niets van. Jij bent een voorbeeld van net
heid bij Emilytje vergeleken en als Ien en
ik kans zagen je een kiekje van haar linnen
kast te bezorgen, zou je je oogen niet geloo-
ven. Alles is er kris kras dooreen ingestopt
en op de onderste plank ligt een appetijtelijk
stilleven van schoenen, smoezelige sjaals,
verstelwerk en afgetakelde hoeden. Als Ien
of ik Zaterdags na een groote schoonmaak
beurt aan onze kamer gegeven te hebben,
om schoone lakens en handdoeken gaan
vragen we zouden ze anders nooit krij
gen trekt madame hier en daar maar wat
uit en als de stukken linnengoed niet al te
er(jf jour" zijn, maken we maar geen aan
merking en gaan tevreden met den buit strij
ken. Alleen in „de wittebroodsweken" heb
ben we keurig beddegoed gehad, ge b o r-
duurde sloopen en handdoeken, maar ma
dame heeft maar twee stel fraaie en die zijn
nu vuil. De volgende week is er echter
„grande lessive", waarvoor de hulp van een
vrouwtje uit 't dorp wordt ingeroepen. Ina
kiekte dit menschje een dog of veertien ge
leden en vereerde haar twee afdrukjes, die
Marguérite overal vertoond heeft, zoodat
Ina op 't oogenblik zoowat „la photographe
ambulante des Calvaux" is. Telkens komt
er iemand vragen: „Voulez-vous tirer ma
photographie", en Ien, goedig als altijd, kan
't onmogelijk over zich verkrijgen iemand af
te schepen en is aldoor aan 't werk. Jeanne
helpt daar bij en madame, die tegen vreem
den graag geurt met haar „charmantes Hol-
landaises", heeft in een mil^je bui in de
bibliotheek een plank uit de groote kast voor
Ien's fotografie-benoodigdheden ingericht.
Ze liet eenvoudig de bewuste plank kantelen
en alles wat er op lag een verdieping lager
vallen, veegde toen met haar schort de stof
af en zei zegepralend: Voilé, mademoiselle
Inaf Maintenant vous pouvez installer vos
affaires." Wat zeg je daarvan? Practischer
kan 't niet hè?
Zebbel-maar-raakje heeft ook al een pas
sie voor Ien opgevat, sinds die haar portret
maakte en er haar zès afdrukjes van schonk
om daarmee haar familie te verblijden.
„Oui c'est moi. C'est bien moi.' Que vous
devez être habile, mademoiselle Ina, pour
faire une telle photographie d'une vieille
femme comme moil" riep ze maar met hui
lerige bewondering en toen klauterde ze
ijlings naar boven om haar schat op haar
eigen kamer in veiligheid te brengen
't Is een zonderling oudje, maar niet kwaad
als je haar eenmaal kent. Alleen als ze 't
over zendelingen en bekeerde dronkaards
heeft en bespiegelingen houdt over bijbel-
sche personen wordt ze strafbaar vervelend;
ook zijn Ien en ik nogal vies van haar.
Toen Jeanne eens zei, dat 't toch zoo
jammer was, dat „tante Emily" de badkamer
had opgedoekt, trok ze vurig partij voor
madame Bertrands, die ze anders niet uit
kan staan. Madame Bertrands beweerde dat
al dat baden maar onzin was en nadeelig
voor de gezondheid en wij moesten 't zelf
maar weten, doch als we voortgingen iede-
ren morgen een bad te nemen in die tub
ze hoorde ons altijd zoo met water plas
sen - zouden we naderhand stiif van de
rheumatiek worden en toen viel madame
Cébléracque haar bij: „Oui, vous avez rai-
sonl II y a dix ans que j'ai pris mon dernier
bain, et j'en ai été maladef Jamais je n'en
prendrai un autre!"
Na deze confidentie zijn len en ik dubbel
zoo griezelig van haar en we rillen als we
haar bijvoorbeeld Evodie zien helpen met
groenten schoonmaken. Laatst lag haar bril
in 't broodmandje en toen ben ik 't brood
voor ons gouter in de keuken gaan roosteren
om de mogelijke bacillen van Zebbel-maar-
raakje niet naar binnen te krijgen.
Van monsieur zijn we 't minst vies. Die is
ook veel netter op zijn armzalige boeltje en
wascht tenminste altijd zijn handen voor hij
aan tafel gaat. Hij zit er wel danig onder,
maar is zoo goedig en hartelijk, dat we hem
zijn pantoffel-heldhaftigheid bijna vergeven
kunnen. Als hij een brief schrijft, maakt hij
eerst zes kladjes, Iaat die zoet door zijn
vrouw lezen en trekt dan zijn jas uit om hem
in hemdsmouwen in-'t-net te schrijven!
Dinsdag hebben Ien en ik weer een heer
lijken tocht gemaakt. Natuurlijk was Que-
noppe bij ons, maar dat verhinderde niet;
dat we verdwaalden.....
(Wordt rerfolgd.f