Verspreide Berichten. ^wcht met vijandelijke torpedojagers, die naar de haven terugkeerden toen op hen ■ieaehoten werd. Aan onze rijde waren gee- itte verliezen en geen schade, j Beritjn,9Juni. (W. B.) Bericht van jfitt opperste legerbestuur uit het groote Wotdkwartier van heden voormiddag. Onze artillerie bracht bij Lihons, ten zuid westen van Péronne, een vijandelijke muni- lie-bergplaats tot ontploffing; rij beschoot .vijandelijke kampementen en troepentrans porten aan het station Suippes (Champagne) en had aan den westelijken Maasoever zicht baar succes tegen de Fransche batterijen en tegen de fnfanterie en de vrachtauto- colonnes. Rechts van de Maas gaat de strijd verder In voor ons gunstigen zin. Vijandelijke te genaanvallen, die met sterke krachten wer den ondernomen bij de hoeve Thiaumont en itusschen het Chapitrebosch en het fort Vaux, vielen zonder uitzondering ineen on der zware vijandelijke verliezen. In de Vogeezen, ten oosten van Saint- Dié, werd door mijnopbalazingen een uit gebreid stuk Fransche loopgraven vernield. Parijs, 9 Juni. (Havas). Namiddag- communiqué. Aan den linker Maasoever sloegen de Franschen in den loop van den nacht twee kleine Duitsche aanvallen af op de Fransche stellingen zuidwestelijk van hoogte 304. 'Aan den rechteroever gingen de Duitschers voort hevige aanvallen te richten op een front van omstreeks twee Kilometers weste lijk en oostelijk van de hofstede Thiau mont. Tusschen deze hoeve en het Cail- lettebosch drongen de Duitschers In een van de Fransche loopgraven. Alle tegen de westzijde gerichte pogingen zijn gestuit met groote verliezen voor de Duitschers. In de streek van Saint-Mihiel is eene Duit sche afdeeling, die Pachtte de Fransche llniën oostelijk van Bislee te benaderen, ver strooid door Fransch geweervuur. Op de Engelsche en Belgische fronten .waren plaatselijke actiën en artillerie-duels. Avond-communiqué. Links van de Maas waren verscheidene Duitsche aanvallen westelijk en zuidweste lijk van hoogte 304, met gebruikmaking van brandende vloeistoffen, die geheel misluk ten, tengevolge van ons artillerie- en machl- negeweervuur. Rechts van de Maas was een allerhevigst bombardement, maar geen in- fanterie-aanval. Londen, 9 Juni. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Wij deden een inval in vijandelijke loop graven ten zuiden van Neuve Chapelle en maakten een machinegeweer buit. Onze zware artillerie verwoestte het spoorwegsta tion Salome en bombardeerde versterkte punten in de vijandelijke achterhoede. Er was veel artillerie- en mijnwerk op verschil lende punten. Berlijn, 9 Juni. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op het oostelijke oorlogstooneel is bij de Duitsche troepen geene verandering. Weenen, 9 Juni. (W. B.) Officieel communiqué van heden middag. De gevechten in het noordoosten waren gisteren minder hevig. Bij Kolki, ten noor den van Nowo Alexinetz, ten noordwesten van Tarnopol en aan de Dnjestr werden Russische aanvallen onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen Aan de Bessarabische grens heerschte rust. Petersburg, 9 Juni. (R.) De Russi sche successen in Wolhynië en Galicië hou den aan. De Russen maakten, behalve de reeds gemelde getallen nog 13.714 solda ten en 185 officieren krijgsgevangen. (Tel.-agentschap). Communiqué van den grooten generalen staf. Wij zijn de Strypa overgetrokken; onze afdeelingen bereikten de rivier Zlota Potok. Tijdens een gevecht op een van de sectoren werd generaal Mikoelin ernstig gewond. Het aantal gevangenen neemt steeds toe. Behalve de reeds gemelde gevangen geno men 958 officieren en 51.000 Duitsche en Oostenrijksche soldaten, namen wij in den loop van den strijd van gisteren nog 185 officieren en 13.714 soldaten gevangen, zoo dat het totaal sinds het begin van de opera- tiën meer dan 64.714 soldaten en 1143 offi cieren bedraagt. In den avond van den 7en Juni bombar deerde de vijandelijke artillerie hevig de streek ten Noord-Oosten van Krevo en ten Zuiden van Smorgon. Weldra spekte het bombardement zich noordelijker uit en in den nacht van 8 Juni ondernam de vijand daar een offensief met aanzienlijke krach ten ,maar al zijne pogingen om onze ver sterkingen te naderen, werden afgeslagen. In de buurt van het station Moloderzno wierp een vijandelijke vlieger vier bommen. Vijf Duitsche vliegtuigen deden een raid op Logitjin, ten noorden van Pinsk, waar zij on geveer 50 bommen wierpen. Een vliegtuig werd door onze artillerie neergeschoten en Viel binnen de Duitsche liniën. De slag in Wolhynië en Galicië duurt voort. De aankomst werd opgemerkt van Duitsche elementen uit de speek ten noor den van Polisië. Onder de gevangenen zijn vele Duitschers. Ondanks den hardnekkigen tegenstand van den vijand op verschillende plaatsen duurt ons offensief voort op het geheele front van de Pripjet tot de Rumeensche grens. In vele sectoren had onze cavallerie f;elegenheid tot het uitvoeren van charges egen den vijand. Weenen, 9 Juni. (W. B.) Officieel Communiqué van heden middag. Op de hoogvlakte van Asiago veroverden onze Poepen den Monte Sisemol ten noor- 'den van den Monte Vlelett* en das door AJ- ptni sterk bezetten Monte Castel Gomberto. Onze zware mortieren openden het vuur te gen den Monte Lisser en het westelijke pant- serwerk van de versterkte ruimte van Pri- molano. Het aantal Italiaansche krijgsgevan genen is weer gestegen met 28 officieren en 550 man, onze buit met vijf machinegeweren. Onze watervliegtuigen bewierpen de spoorwegwerken van Porto Cruaro, Latisana, Pallazuolo, de binnenhaven van Grado en een vijandelijk watervliegtuigstation over vloedig met bommen. Rome, 9 Juni. (Stefani). Officieel. In de streek van het Adige-dal hadden ar tillerie-gevechten plaats De onzen veroor zaakten branden en ontploffingen in muni tie-depóts te Anglebene (Val Larsa). Langs het front van Posina en Astico begonnen op den avond van 7 Juni massa's vijande lijke infanterie, die verzameld waren tus schen St. Abaldo en Velo Astico een aan val tegen Montre Giove en Monte Brazome. Zij werden onmiddellijk door het nauwkeu rig vuur van onze artellerie uiteengedreven. Op het plateau van Sefte Communi duurt de strijd met de uiterste hevigheid voort. Op den avond van 7 Juni duurde de strijd tegen onze stellingen ten Oosten van Campomulo tot 11 uur 's avonds verbitterd voort. Onze infanterie deed honderden aan vallers sneuvelen. Voor het front van een enkele compagnie telde men des nachts 203 lijken van vijanden. Gisteren avond deed de vijand, toen hij enorme versterkingen had ontvangen, na een hevig bombardement uit talrijke batte rijen, opnieuw een aanval in de speek ten Oosten van Asiago en Campomulo. Onze Alpenjagers en infanterie joegen de vijan delijke colonnen herhaaldelijk terug en de den een stoutmoedigen tegenaanval met de bajonet. Om zich te onttrekken aan de onaf gebroken actie van de vijandelijke artillerie Pokken onze troepen aan het einde van den dag terug naar nieuwe stellingen, eenige honderden meters ten Oosten van de vori ge. In het Sugana-dal had een artillerie-ge vecht plaats. Men meldt goed geslaagde aanvallen in de speek van Podestgno (bo- ven-Boite) en op de Rienz Nera. In Karin- tië en aan de Isonzo hadden artilleriege vechten plaats en werd met bommen gewor pen. Berlijn, 9 Juni. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan den Balkan is bij de Duitsche Poe pen geene verandering. Weenen, 9 Juni. (W. B.) Officieel communiqué van heden middag. Op het zuidoostelijke oorlogstooneel is het onveranderd rustig. Konstantlnopel, 9 Junf. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Irakfront geene verandering van beteekenis. Aan het Kaukazusfront is op den rech tervleugel niets voorgevallen. In* het cen trum was een vuurgevecht van de artillerie. Op den linkervleugel deed een van onze afdeelingen een hevigen vuuroverval op zich verschansende vijandelijke troepen; zij verdreef hen uit hunne stellingen en bezet te die. Van de andere fronten geene berichten van beteekenis. Petersburg, 9 Juni. (Tel.-agent schap.) Communiqué van den grooten gene ralen staf: In "de speek van Trebizonde verdreven onze verkenners de Turken uit een klooster ten zuiden van het dorp Hortokop in de speek van Gumichekahn deden onze afdee lingen een inval in een vijandelijke stelling; zij maakten gevangenen en vermeesterden een bommenwerper, wapenen en oorlogs materiaal. Wij sloegen door ons vuur een te genaanval van den vijand af. Konstantlnopel, 9 Juni. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Irakfront is de toestand onver anderd. Aan het Kauka2usfront hadden gisteren geene gewichtige ondernemingen plaats, af gezien van onbeduidende patrouille- en voorpostengevechten op eenige sectoren van het front. Aan den linkervleugel werd een verrassende aanval, dien de vijand met zwakke krachten ondernam, met verliezen voor den vijand afgeslagen. Wij verjoegen uit het gebied van de zee- spaten twee vijandelijke vliegtuigen, die over Sedd Bahr en Kum Kale vlogen. Een patrouilleboot van den vijand, die pachtie Kult Ada te naderen, werd door twee van onze artillerie-projectielen gePoffen en moest zich naar de volle zee terugpekken, nadat het een beantwoordingsschot had af gevuurd. Aan het front bij Aden werden twee vijan delijke vliegtuigen door ons vuur bescha digd. Londen, 9 Juni. (W. B.) Bericht van Lloyds. Het Italiaansche zeilschip Rosario Madre Is den 21en Mei in den grond geboord. B e r 1 ij n, 9 Juni. (W. B.) Officieel be richt: In de maand Mei werden door Duitsche en Oostenrijksche dulkbooten en mijnen 56 vijandelijke schepen met een inhoud van 118500 ton, vernietigd. Londen, QJuni. (R.) Heden werd hier een gewichtige conferentie gehouden, Jof- fre, Cambon, Grey, Lloyd George en de le den van den oorlogsraad woonden haar bij. Londen, 9 Juni. (R.) De regeering heeft de voorstellen goedgekeurd, die zijn ingediend door eene verleden jaar door het departement van koloniën benoemde com missie, welke spekken om gedurende den oorlog en nog vijf jaren daarna een uitvoer recht van niet minder dan f2 per ton t* leggen op uit Britsch West-Afrika afkom stige palmpitten, behalve voor zoover de uit voer geschiedt naar havens van het Brit sche rijk. De gouverneurs van de West- Afrikaansche koloniën zijn uitgenoodigd de hiertoe noodige maapegelen te nemen. Het doel van deze maapegelen Is te voor komen, dat na den oorlog de handel in palm pitten weer zal gaan naar Duitschland. Londen, 10 Juni. (R.) De meerder heid van de mijnmaatschappijen op den Witwatersrand heeft een contract gesloten, waarbij men verwacht, dat alle mijnmaat schappijen van Rhodesia zich zullen aanslui ten. Zij verbinden zich daarbij al hun cya- nied gedurende den oorlog en vijf jaren daarna te bepekken van twee Britsche maat schappijen. In Zuid-Afrika werd vóór den oorlog voor een half millioen p. st. per jaar cyanied gebruikt, waarvan drie kwart uit Duitschland kwam. N e w-7 o r k, 8 Juni. (Havas). De socia listische partij in de Vereenigde Staten heeft besloten zich te onthouden van alle deelne ming, direct of indirect, aan het socialisten congres te 's Gravenhage van 26 Juni, om dat het oogenblik om over den vrede te spreken haar nog niet gekomen schijnt. B e r 1 ij n, 9 Juni. (W. B.) Naar thans met stelligheid verluidt, is tegen den sinds 1 Mei zich in hechtenis bevindende Rijksdag en Landdag-afgevaardigde dr. Karl Lieb- knecht, een aanklacht wegens poging tot krijgsverraad in den oorlog op grond van ar tikel 89 van het wetboek van strafrecht in gediend. De behandeling zal waarschijnlijk spoedig voor het Berlijnsche Kommandan- turgerecht in de Lehrferstrasse plaats heb ben. Noorwegen. Christian! a, 9 Juni. (W. B.) In de zitting van heden van het Lagting werd het ontwerp van de scheidsgerechtswet behan deld. De minister van justitie Abrahmsen verklaarde te hebben vernomen, dat de al- gemeene staking slechts eene demonstratie was en dat het werk zou worden hervat, zoo dra deze wet was aangenomen en in wer king was gePeden. Een socialistenleider zeide, dat de werk lieden zich loyaal zouden buigen als er geen andere uitweg aanwezig was, en dat de al- gemeene staking geen dreigement was tegen de Storting. Een voorstel van de socialisten tot verwer ping van de wet werd verworpen met 25 te gen de vijf socialistische stemmers. De wet werd daarna aangenomen met zes stemmen tegen. Volgens deze wet zullen de werkgevers en de arbeiders ieder een lid van het scheids gerecht benoemen. De minister van justitie heeft de partijen reeds uitgenoodigd een ver tegenwoordiger te benoemen. Wanneer zij weigeren een vertegenwoordiger aan te wij zen, dan is de benoeming aan de regeering overgelaten. Vereenigde Staten. Chicago, OJuni. (R.) Senator Fall zal heden middag Roosevelt candidaat voor het presidentschap stellen in de Republikeinsche Conventie. Tweede telegram. Senator Fall heeft de candidatuur van Roosevelt gesteld, dien hij beschreef als een kolossale figuur van Amerikaansche mannelijke kracht. Zijne rede werd ontvangen met gejuich vermengd met gefluit. De zeeslag bij Jutland. De correspondent van De Tijd te Keulen be richt: Het lot heeft mij gediend, om van den zeeslag bij Jutland iets nauwkeurigs te ver nemen dan uiteraard in officieele berichten kan worden medegedeeld. Een mijner vrien den, die zelf meevocht in dit eerste groote Peffen van de Duitsche met de Britsche vloot, en die later in staat was om iets meer waar te nemen dan van een gevechtseen heid tijdens een faze van den strijd kan worden opgemerkt, oordeelde dat de groo te beteekenis der ontmoeting het feit was: de niet-overwinning van de Duitsche door de Britsche zeemacht. Elk ander oordeel, hetzij van vijandelijke zijde of in de Duit sche pers, meende hij en ik heb reden om in dezen aan zijn meening gezag toe te kennen is tendencieus. Dat door het behendig tactisch oppeden van vice-admiraal Scheer, die te juister tijd den aanval en den terugtocht regelde, door 't prompt manoeuvreeren der Duitsche ge vechtseenheden en de heldhaftige houding onzer schepelingen de jonge Duitsche vloot niet in den greep van Jellicoe geraakte; dat de débScle uitbleef, welke jaren geleden door niet weinig Duitschers gevreesd werd van den eersten den besten slag onzer zee macht met de geweldige Britsche; dat zelfs deze laatste wellicht nog ernstiger verlie zen heeft geleden dan de Duitsche in het onbeslist gebleven gevecht, achtte mijn des kundige zegsman een voor Duitschland ver blijdend resultaat. Hij verklaarde echter, dat het dikdoen in sommige bladen over de „schitterende ze gepraal bij Jutland", het buitensporig vie len van het gebeurde en de onmatige taal, die zich zelfs hoogstaande regeeringsperso- nen hebben veroorloofd, meer voortvloeit uit zucht, om in binnen- en buitenland het geloof in de Duitsche kracht (die overigens werkelijk bestaat) te behouden en nog te doen toenemen, dan uit waarheids- en zelfs uit gezonde vaderlandsliefde. Ook den officieelen Duitschen berichten dienst keurde hij af, die om dezelfde of na genoeg gelijke redenen in overleg met de regeering aanvankelijk enkele verloren sche pen opgaf en daarna herhaaldelijk verklaar de, dat er niet méér in den grond waren ge boord. Zulk een manier van dben meen de hij bederft het toch reeds bij zoo me nige gelegenheid geschokte geloof in de juistheid der mededeelingen van het Wolff- bureau en de autoriteiten. Dezen hebben, gedwongen door in het buitenland aange- komen schipbreukelingen of andere bewijs stukken, achteraf toch moeten toegeven, dat bovendien de „Elbing", de „Rostock" en de „Lützow" (een onzer nieuwste, van de zwaarste kanonnen en van de meest moder ne vindingen voorziene liniekruisers, die in het laatst van 1914 te water was gelaten en die 27.500 ton verplaatste), zijn te loor gegaan. En indien te gelegener tijd ook nog voor het verlies van zeke ren allerbelangrijksten krui ser het zoogenaamde militaire geheim in dezen een dwaze vermomming wordt opgeheven, zal het meer nuchter oordeelen- de Duitsche volk inzien, hoe onvoorzichtig met de openbare meening is gespeeld. Tot zoover mijn zegsman, aan wiens be trouwbaarheid, ik herhaal het ik geen reden heb te twijfelen. Hij is Pouwens niet de eenige in Duitschland, die het gesigna leerde „dikdoen" betreurt, achter welke gro teske eigenschap de vele goede karakter- waarden en sterke deugden van het Duitsche volk worden versmoord. De overwinnaar van Pé- goud gedood. Een der jongste avi- ateurs van het Fransche leger doodde eeni ge dagen geleden den Duitschen vlieger Kandulski, die kort geleden Pégoud neer schoot. BÏNNENLAND. De Staatscourant van 9 Juni bevat o.a. de volgende besluiten: benoemd tot tijdelijk biologisch assistent aan het Rijksinstituut voor visscherij-onder- zoek te Helder H. C. Funke te Amsterdam; benoemd bij den dienst der vaartuigen van de visscherij-inspectie tot gezagvoerder C. J. Bruijn, F. Burger, W. F. de Bruin en A. 't Hart; tot machinist-motordrijver le kl. A. J. Broxus en J. Weijmar; tot machinist- motordrijver 2e kl. C. Hollander en tot ma troos J. C. M. G. Homan. H. M. de Koningin bracht heden een bezoek aan de rozententoostelling te Aals meer. Z. K. H. de Prins is voornemens aan staanden Maandagmiddag een bezoek te brengen aan het Padvinderskamp te Soester- berg, alwaar alle paavinders-afdeelingen uit Amsterdam aanwezig zullen zijn. De Minister van Buitenlandsche Za ken, jhr. dr. Loudon heeft Donderdagmiddag naar aanleiding van het overlijden van den president der republiek China een bezoek van rouwbeklag afgelegd ten huize van den Chineeschen gezant te Den Haag. Den Nederlandschen gezant te Peking is opgedragen de deelneming der Nederland- sche regeering wegens het overlijden van den president te betuigen aan de regeering der republiek China. De minister van Marine, de heer Ram- bonnet, vertrok gisteren uit de residentie, om de Pinksterdagen buiten door te bren gen. Bij Kon. besluit van 23 Mei 1916 no. 20 is de heer H. J. Daum erkend en toege laten als consul-generaal van Noorwegen Ie Batavia, voor Nederl.-Indië. De Indische leening. Naar wij vernemen is bij de Donderdag gehouden inschrijving op de 5 pCt. Neder- landsch-Indische leening 1916, groot 80 millioen, hier te lande ingeschreven voor een bedrag van 123,807,400, waarvan pre ferent voor een bedrag van ƒ94,704,000. De inschrijvingen in Indië bedragen ƒ.21,742,100, waarvan preferent voor een bedrag van 20,459,400, zoodat op de lee ning totaal is ingeschreven voor 145,549,500, waarvan preferent voor een bedrag van ƒ115,163,400. Zeemiliciens nasr Ned.-Indi6. De minister van marine heeft een ant woord ingezonden op de dezer dagen me degedeelde schriftelijke vragen van het Ka merlid mr. De Meester, betreffende de uit zending van zeemiliciens naar Nederlandsch- Indië. De minister deelt mede, dat van het de tachement zeemiliciens, bestemd om in den loop van deze maand naar Nederl.-Indië te vertrekken, deel zullen uitmaken 17 man schappen, die daartoe het verzoek deden. Voorts is door den minister, gebruik ma kende van de in art. 76, 2e lid, sub lo. der Militiewet verleende bevoegdheid, bepaald, dat 50 zeemiliciens-matroos der lichting 1915, die te voren niet de reis naar West- Indië hebben' gemaakt, zullen worden aan gewezen voor den dienst in Ned.-Indië, met dien verstande, dat aan miliciens der lichtin gen 1912, 1913 en 1914, die mochten ver zoeken voor uitzending in aanmerking te komen, zulks kon worden toegestaan, met handhaving van het totaal van 50. De minister vond aanleiding om aldus te handelen in de ongeregeldheden, die on langs te Soerabaja hebben plaatsgevonden en den commandant der zeemacht 44 matro zen naar Nederland deed opzenden, met voordracht tot ontslag wegens verregaande plichtsverzaking als militair. Voor zoover tot nu toe verkregen Inlich tingen tot oordeelen in staat stellen, hebben die ongeregeldheden haar oorsprong gevon den in een protestbeweging, in verband met klachten over het hospitaal te Soerabaja. Het blijkt schrijft de minister mits dien zelfs in de tegenwoordige tijdsomstan digheden mogeliik, dat de matTOzen-vrijwil liger in Indië, onder welken invloed dan ook, zich overgeven aan gezamenlijke demonstra tieve betoogingen, gepaard met plichtsver zaking. Aangezien hierdoor de gevecht§geui«d- Qft M heid van de vloot daar te lande niet verze kerd is en vooralsnog twijfel bestaat, of de vigeerende militaire strafwet tegen zooda nig gezamenlijk optreden voorziet, acht de regeering het haar plicht maatregelen te overwegen om de rechten van den dienst te doen eerbiedigen en, in afwachting daar van, onder de bestaande tijdsomstandighe den de uitzending van raatrozen-vrijwilliger te staken, voor zoover in hun dienst door dienstplichtigen kan worden* voorzien. De gemobiliseerde n en de personeele belasting. Volgens de „Vrijzinnig Democraat" zijn door het lid der Tweede Kamer, den heer W. O. A. Koster, aan den minister van Financiën de volgende vragen gesteld: Is het juist, dat de ambtenaren der direo te belastingen zijn aangeschreven, de wet op de personeele belasting, ten aanzien van gemobiliseerden, die bij hunne ouders of anderen inwonende waren, in dier voege toe te passen, dat zij persoonlijk voor hun rijwiel belastingplichtig worden, met het ge volg, dat zelfs de armste soldaat deswege 2 in hoofdsom moet betalen, verhoogd met het maximum aantal opcenten. Acht de Minister deze aanslagen, welke dikwijls tot 4 5 stijgen en nog verdub beld worden, wanneer de militair vergeet zijn rijwiel binnen 14 dagen, nadat hij daar voor belastingplichtig werd, aan te geven, niet zeer onbillijk en buiten elke verhouding tot de draagkracht van deze jonge mannen, wier ouders voor hetzelfde rijwiel öf in 't ge heel niet, öf slechts voor Ó.50 of 1 in hoofdsom zouden zijn aangeslagen, met ge woonlijk het minimum aantal opcenten? Is de Minister bereid den ambtenaren der directe belastingen nader aan te schrijven, dat gemobiliseerden, die een vast tehuis hebben, geacht kunnen worden hun rijwiel aldaar te blijven houden, in welk geval het hoofd van het gezin in dat tehuis voor het rijwiel van den gemobiliseerde belasting plichtig zou blijven voor een veel lager be< drag? Indien tegen deze regeling overwegend bezwaar bestaat is dan de Minister bereid, de betrokken ambtenaren aan te schrijven de gemobiliseerden, voor wie een rijwiel dikwijls bijna.onontbeerlijk is, om de beta* ling dezer zoo onevenredig en zwaar druk kende belasting niet te bemoeilijken? Toelating tot de Kon. Mil Academie. Wij vernemen, dat de gele genheid om zich aan te melden voor to«- - ting in dit jaar als cadet bij de Kon. Mil. Academie alsnog opengesteld blijft tot 24 Juni 1916. Voor toelating tot deze inrichting zijn opengesteld ten behoeve van de adspiran- ten uit de burger-maatschappij: voor het le ger hier te lande: 30 voor de infanterie, -> voor de cavalerie, 18 voor de artillerie en 4 voor de genie; en voor het leger in Ned.- Indië: 8 voor de infanterie, 1 voor de cava lerie, 3 voor de artillerie en 1 voor de ge nie. Oorlogsor^.uisatie van den motordienst. Met betrekking tot de oor- logsorganisetie van den Motordienst is bij mi- nisterieele beschikking voorloopig bepaald, dot deze zal zijn samengesteld als volgt A. de Depotafdeeling, bestaande uitden smf, 2 compagnieën en een werkplaats, benevens uit die afdeelingen van den motordienst, waaj »m de krijgsmacht nog geen daadwerkelijk gebri.il maakt B. de Etappen-autotreinen, bestaande uit - hrt etappen-verplegingstrein-bataljon (staf er. comp.), de etappen-inf.-irtunitietrein-com nic, de etappen-artillerie-munitietrein-cor. nie, de etappen-compagnie van den genet digen dienst en de compagnie van de regelir - ctappenplaats C. de Motorvaartuigendienst. De oeriogserganisatie van do hlervoren ver melde ondordeelen zal voorshands nader duv-r den Opperbevelhebber van land- en zeemacht worden aangqgewon. Wijders is ter kennis van de landmacht ge bracht, dat bij kon. besluit aan d-etn comman dant van do dopotafdeeling van den Motor- dienst het gezag van „korpscommandant" Is verleend. Motorafdeeling. Per lichting (opleidingsjaar) zullen zoo mogelijk 10 pet. der miliciens tot aanvoerder in den rang van sergeant worden op geleid. Eischen, waaraan de milicien-sergeant bij dan motordienst bij aanstelling moet voldoen fijn o.a. lo. Volledige kennis van de samenstelling en behandeling van automobielen. 2o. Bekendheid ir.et de meest voorkomende typen van auto's en inzicht hebben In de vóór** en nadeelen daarvan. 3o.- Practisch op de hoogte zijn van de wijze van herstelling ven de meest voorkomende sto ringen. De miliciens bestemd voor den Motordienst worden jaarlijks ingelijfd bij de genietroepen en zoo spoedig doenlijk rva hun inlijving overge plaatst bij de Motors fdeeling Nederland en de oorlog, aardappelen De voorzitter van de Amslerdamsche federatie der S. D. A. P. heetth et volgende telegrafische antwoord ontvangen op hef Donderdeg verzonden telegram aan den mi nister van binnenlandsche zaken: Gemeentebestuur kan zich wenden tot distributiebureau. Maatregelen worden ge nomen om In behoefte te voorzien, (w. g.) Minister Cort van der Linden. De toestand te Amsterdam, wat den aardappelenaanvoer betreft, is verbeterd. Br wordt weer consent gegeven voor den uil- voer uit Zeeland. Gister was de aanvoer aan de vrije markt ongeveer 50.000 HU De prijs per H.L. is met 0.25 gedaald. De regeeringsaardappelen, die gisteren té Amsterdam gedistribueerd zijn, waren afc komstig uit Rotterdam, waar reeds gerat» men tijd 20 schepen aardappelen bestemd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2