Verspreide Berichten.
^wcht met vijandelijke torpedojagers, die
naar de haven terugkeerden toen op hen
■ieaehoten werd. Aan onze rijde waren gee-
itte verliezen en geen schade,
j Beritjn,9Juni. (W. B.) Bericht van
jfitt opperste legerbestuur uit het groote
Wotdkwartier van heden voormiddag.
Onze artillerie bracht bij Lihons, ten zuid
westen van Péronne, een vijandelijke muni-
lie-bergplaats tot ontploffing; rij beschoot
.vijandelijke kampementen en troepentrans
porten aan het station Suippes (Champagne)
en had aan den westelijken Maasoever zicht
baar succes tegen de Fransche batterijen
en tegen de fnfanterie en de vrachtauto-
colonnes.
Rechts van de Maas gaat de strijd verder
In voor ons gunstigen zin. Vijandelijke te
genaanvallen, die met sterke krachten wer
den ondernomen bij de hoeve Thiaumont en
itusschen het Chapitrebosch en het fort
Vaux, vielen zonder uitzondering ineen on
der zware vijandelijke verliezen.
In de Vogeezen, ten oosten van Saint-
Dié, werd door mijnopbalazingen een uit
gebreid stuk Fransche loopgraven vernield.
Parijs, 9 Juni. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Aan den linker Maasoever sloegen de
Franschen in den loop van den nacht twee
kleine Duitsche aanvallen af op de Fransche
stellingen zuidwestelijk van hoogte 304.
'Aan den rechteroever gingen de Duitschers
voort hevige aanvallen te richten op een
front van omstreeks twee Kilometers weste
lijk en oostelijk van de hofstede Thiau
mont. Tusschen deze hoeve en het Cail-
lettebosch drongen de Duitschers In een
van de Fransche loopgraven. Alle tegen de
westzijde gerichte pogingen zijn gestuit met
groote verliezen voor de Duitschers.
In de streek van Saint-Mihiel is eene Duit
sche afdeeling, die Pachtte de Fransche
llniën oostelijk van Bislee te benaderen, ver
strooid door Fransch geweervuur.
Op de Engelsche en Belgische fronten
.waren plaatselijke actiën en artillerie-duels.
Avond-communiqué.
Links van de Maas waren verscheidene
Duitsche aanvallen westelijk en zuidweste
lijk van hoogte 304, met gebruikmaking van
brandende vloeistoffen, die geheel misluk
ten, tengevolge van ons artillerie- en machl-
negeweervuur. Rechts van de Maas was een
allerhevigst bombardement, maar geen in-
fanterie-aanval.
Londen, 9 Juni. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Wij deden een inval in vijandelijke loop
graven ten zuiden van Neuve Chapelle en
maakten een machinegeweer buit. Onze
zware artillerie verwoestte het spoorwegsta
tion Salome en bombardeerde versterkte
punten in de vijandelijke achterhoede. Er
was veel artillerie- en mijnwerk op verschil
lende punten.
Berlijn, 9 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijke oorlogstooneel is bij de
Duitsche troepen geene verandering.
Weenen, 9 Juni. (W. B.) Officieel
communiqué van heden middag.
De gevechten in het noordoosten waren
gisteren minder hevig. Bij Kolki, ten noor
den van Nowo Alexinetz, ten noordwesten
van Tarnopol en aan de Dnjestr werden
Russische aanvallen onder zware verliezen
voor den vijand afgeslagen
Aan de Bessarabische grens heerschte
rust.
Petersburg, 9 Juni. (R.) De Russi
sche successen in Wolhynië en Galicië hou
den aan. De Russen maakten, behalve de
reeds gemelde getallen nog 13.714 solda
ten en 185 officieren krijgsgevangen.
(Tel.-agentschap). Communiqué van den
grooten generalen staf.
Wij zijn de Strypa overgetrokken; onze
afdeelingen bereikten de rivier Zlota Potok.
Tijdens een gevecht op een van de sectoren
werd generaal Mikoelin ernstig gewond.
Het aantal gevangenen neemt steeds toe.
Behalve de reeds gemelde gevangen geno
men 958 officieren en 51.000 Duitsche en
Oostenrijksche soldaten, namen wij in den
loop van den strijd van gisteren nog 185
officieren en 13.714 soldaten gevangen, zoo
dat het totaal sinds het begin van de opera-
tiën meer dan 64.714 soldaten en 1143 offi
cieren bedraagt.
In den avond van den 7en Juni bombar
deerde de vijandelijke artillerie hevig de
streek ten Noord-Oosten van Krevo en ten
Zuiden van Smorgon. Weldra spekte het
bombardement zich noordelijker uit en in
den nacht van 8 Juni ondernam de vijand
daar een offensief met aanzienlijke krach
ten ,maar al zijne pogingen om onze ver
sterkingen te naderen, werden afgeslagen.
In de buurt van het station Moloderzno
wierp een vijandelijke vlieger vier bommen.
Vijf Duitsche vliegtuigen deden een raid op
Logitjin, ten noorden van Pinsk, waar zij on
geveer 50 bommen wierpen. Een vliegtuig
werd door onze artillerie neergeschoten en
Viel binnen de Duitsche liniën.
De slag in Wolhynië en Galicië duurt
voort. De aankomst werd opgemerkt van
Duitsche elementen uit de speek ten noor
den van Polisië. Onder de gevangenen zijn
vele Duitschers.
Ondanks den hardnekkigen tegenstand
van den vijand op verschillende plaatsen
duurt ons offensief voort op het geheele
front van de Pripjet tot de Rumeensche
grens. In vele sectoren had onze cavallerie
f;elegenheid tot het uitvoeren van charges
egen den vijand.
Weenen, 9 Juni. (W. B.) Officieel
Communiqué van heden middag.
Op de hoogvlakte van Asiago veroverden
onze Poepen den Monte Sisemol ten noor-
'den van den Monte Vlelett* en das door AJ-
ptni sterk bezetten Monte Castel Gomberto.
Onze zware mortieren openden het vuur te
gen den Monte Lisser en het westelijke pant-
serwerk van de versterkte ruimte van Pri-
molano. Het aantal Italiaansche krijgsgevan
genen is weer gestegen met 28 officieren en
550 man, onze buit met vijf machinegeweren.
Onze watervliegtuigen bewierpen de
spoorwegwerken van Porto Cruaro, Latisana,
Pallazuolo, de binnenhaven van Grado en
een vijandelijk watervliegtuigstation over
vloedig met bommen.
Rome, 9 Juni. (Stefani). Officieel.
In de streek van het Adige-dal hadden ar
tillerie-gevechten plaats De onzen veroor
zaakten branden en ontploffingen in muni
tie-depóts te Anglebene (Val Larsa). Langs
het front van Posina en Astico begonnen
op den avond van 7 Juni massa's vijande
lijke infanterie, die verzameld waren tus
schen St. Abaldo en Velo Astico een aan
val tegen Montre Giove en Monte Brazome.
Zij werden onmiddellijk door het nauwkeu
rig vuur van onze artellerie uiteengedreven.
Op het plateau van Sefte Communi duurt de
strijd met de uiterste hevigheid voort.
Op den avond van 7 Juni duurde de
strijd tegen onze stellingen ten Oosten van
Campomulo tot 11 uur 's avonds verbitterd
voort. Onze infanterie deed honderden aan
vallers sneuvelen. Voor het front van een
enkele compagnie telde men des nachts 203
lijken van vijanden.
Gisteren avond deed de vijand, toen hij
enorme versterkingen had ontvangen, na
een hevig bombardement uit talrijke batte
rijen, opnieuw een aanval in de speek ten
Oosten van Asiago en Campomulo. Onze
Alpenjagers en infanterie joegen de vijan
delijke colonnen herhaaldelijk terug en de
den een stoutmoedigen tegenaanval met de
bajonet. Om zich te onttrekken aan de onaf
gebroken actie van de vijandelijke artillerie
Pokken onze troepen aan het einde van den
dag terug naar nieuwe stellingen, eenige
honderden meters ten Oosten van de vori
ge.
In het Sugana-dal had een artillerie-ge
vecht plaats. Men meldt goed geslaagde
aanvallen in de speek van Podestgno (bo-
ven-Boite) en op de Rienz Nera. In Karin-
tië en aan de Isonzo hadden artilleriege
vechten plaats en werd met bommen gewor
pen.
Berlijn, 9 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan den Balkan is bij de Duitsche Poe
pen geene verandering.
Weenen, 9 Juni. (W. B.) Officieel
communiqué van heden middag.
Op het zuidoostelijke oorlogstooneel is
het onveranderd rustig.
Konstantlnopel, 9 Junf. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het Irakfront geene verandering van
beteekenis.
Aan het Kaukazusfront is op den rech
tervleugel niets voorgevallen. In* het cen
trum was een vuurgevecht van de artillerie.
Op den linkervleugel deed een van onze
afdeelingen een hevigen vuuroverval op
zich verschansende vijandelijke troepen; zij
verdreef hen uit hunne stellingen en bezet
te die.
Van de andere fronten geene berichten
van beteekenis.
Petersburg, 9 Juni. (Tel.-agent
schap.) Communiqué van den grooten gene
ralen staf:
In "de speek van Trebizonde verdreven
onze verkenners de Turken uit een klooster
ten zuiden van het dorp Hortokop in de
speek van Gumichekahn deden onze afdee
lingen een inval in een vijandelijke stelling;
zij maakten gevangenen en vermeesterden
een bommenwerper, wapenen en oorlogs
materiaal. Wij sloegen door ons vuur een te
genaanval van den vijand af.
Konstantlnopel, 9 Juni. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het Irakfront is de toestand onver
anderd.
Aan het Kauka2usfront hadden gisteren
geene gewichtige ondernemingen plaats, af
gezien van onbeduidende patrouille- en
voorpostengevechten op eenige sectoren
van het front. Aan den linkervleugel werd
een verrassende aanval, dien de vijand met
zwakke krachten ondernam, met verliezen
voor den vijand afgeslagen.
Wij verjoegen uit het gebied van de zee-
spaten twee vijandelijke vliegtuigen, die
over Sedd Bahr en Kum Kale vlogen. Een
patrouilleboot van den vijand, die pachtie
Kult Ada te naderen, werd door twee van
onze artillerie-projectielen gePoffen en
moest zich naar de volle zee terugpekken,
nadat het een beantwoordingsschot had af
gevuurd.
Aan het front bij Aden werden twee vijan
delijke vliegtuigen door ons vuur bescha
digd.
Londen, 9 Juni. (W. B.) Bericht van
Lloyds.
Het Italiaansche zeilschip Rosario Madre
Is den 21en Mei in den grond geboord.
B e r 1 ij n, 9 Juni. (W. B.) Officieel be
richt:
In de maand Mei werden door Duitsche
en Oostenrijksche dulkbooten en mijnen 56
vijandelijke schepen met een inhoud van
118500 ton, vernietigd.
Londen, QJuni. (R.) Heden werd hier
een gewichtige conferentie gehouden, Jof-
fre, Cambon, Grey, Lloyd George en de le
den van den oorlogsraad woonden haar bij.
Londen, 9 Juni. (R.) De regeering
heeft de voorstellen goedgekeurd, die zijn
ingediend door eene verleden jaar door het
departement van koloniën benoemde com
missie, welke spekken om gedurende den
oorlog en nog vijf jaren daarna een uitvoer
recht van niet minder dan f2 per ton t*
leggen op uit Britsch West-Afrika afkom
stige palmpitten, behalve voor zoover de uit
voer geschiedt naar havens van het Brit
sche rijk. De gouverneurs van de West-
Afrikaansche koloniën zijn uitgenoodigd de
hiertoe noodige maapegelen te nemen.
Het doel van deze maapegelen Is te voor
komen, dat na den oorlog de handel in palm
pitten weer zal gaan naar Duitschland.
Londen, 10 Juni. (R.) De meerder
heid van de mijnmaatschappijen op den
Witwatersrand heeft een contract gesloten,
waarbij men verwacht, dat alle mijnmaat
schappijen van Rhodesia zich zullen aanslui
ten. Zij verbinden zich daarbij al hun cya-
nied gedurende den oorlog en vijf jaren
daarna te bepekken van twee Britsche maat
schappijen. In Zuid-Afrika werd vóór den
oorlog voor een half millioen p. st. per jaar
cyanied gebruikt, waarvan drie kwart uit
Duitschland kwam.
N e w-7 o r k, 8 Juni. (Havas). De socia
listische partij in de Vereenigde Staten heeft
besloten zich te onthouden van alle deelne
ming, direct of indirect, aan het socialisten
congres te 's Gravenhage van 26 Juni, om
dat het oogenblik om over den vrede te
spreken haar nog niet gekomen schijnt.
B e r 1 ij n, 9 Juni. (W. B.) Naar thans
met stelligheid verluidt, is tegen den sinds 1
Mei zich in hechtenis bevindende Rijksdag
en Landdag-afgevaardigde dr. Karl Lieb-
knecht, een aanklacht wegens poging tot
krijgsverraad in den oorlog op grond van ar
tikel 89 van het wetboek van strafrecht in
gediend. De behandeling zal waarschijnlijk
spoedig voor het Berlijnsche Kommandan-
turgerecht in de Lehrferstrasse plaats heb
ben.
Noorwegen.
Christian! a, 9 Juni. (W. B.) In de
zitting van heden van het Lagting werd het
ontwerp van de scheidsgerechtswet behan
deld. De minister van justitie Abrahmsen
verklaarde te hebben vernomen, dat de al-
gemeene staking slechts eene demonstratie
was en dat het werk zou worden hervat, zoo
dra deze wet was aangenomen en in wer
king was gePeden.
Een socialistenleider zeide, dat de werk
lieden zich loyaal zouden buigen als er geen
andere uitweg aanwezig was, en dat de al-
gemeene staking geen dreigement was tegen
de Storting.
Een voorstel van de socialisten tot verwer
ping van de wet werd verworpen met 25 te
gen de vijf socialistische stemmers. De wet
werd daarna aangenomen met zes stemmen
tegen.
Volgens deze wet zullen de werkgevers
en de arbeiders ieder een lid van het scheids
gerecht benoemen. De minister van justitie
heeft de partijen reeds uitgenoodigd een ver
tegenwoordiger te benoemen. Wanneer zij
weigeren een vertegenwoordiger aan te wij
zen, dan is de benoeming aan de regeering
overgelaten.
Vereenigde Staten.
Chicago, OJuni. (R.) Senator Fall zal
heden middag Roosevelt candidaat voor het
presidentschap stellen in de Republikeinsche
Conventie.
Tweede telegram. Senator Fall
heeft de candidatuur van Roosevelt gesteld,
dien hij beschreef als een kolossale figuur
van Amerikaansche mannelijke kracht. Zijne
rede werd ontvangen met gejuich vermengd
met gefluit.
De zeeslag bij Jutland. De
correspondent van De Tijd te Keulen be
richt:
Het lot heeft mij gediend, om van den
zeeslag bij Jutland iets nauwkeurigs te ver
nemen dan uiteraard in officieele berichten
kan worden medegedeeld. Een mijner vrien
den, die zelf meevocht in dit eerste groote
Peffen van de Duitsche met de Britsche
vloot, en die later in staat was om iets meer
waar te nemen dan van een gevechtseen
heid tijdens een faze van den strijd kan
worden opgemerkt, oordeelde dat de groo
te beteekenis der ontmoeting het feit was:
de niet-overwinning van de Duitsche door
de Britsche zeemacht. Elk ander oordeel,
hetzij van vijandelijke zijde of in de Duit
sche pers, meende hij en ik heb reden
om in dezen aan zijn meening gezag toe
te kennen is tendencieus.
Dat door het behendig tactisch oppeden
van vice-admiraal Scheer, die te juister tijd
den aanval en den terugtocht regelde, door
't prompt manoeuvreeren der Duitsche ge
vechtseenheden en de heldhaftige houding
onzer schepelingen de jonge Duitsche vloot
niet in den greep van Jellicoe geraakte; dat
de débScle uitbleef, welke jaren geleden
door niet weinig Duitschers gevreesd werd
van den eersten den besten slag onzer zee
macht met de geweldige Britsche; dat zelfs
deze laatste wellicht nog ernstiger verlie
zen heeft geleden dan de Duitsche in het
onbeslist gebleven gevecht, achtte mijn des
kundige zegsman een voor Duitschland ver
blijdend resultaat.
Hij verklaarde echter, dat het dikdoen in
sommige bladen over de „schitterende ze
gepraal bij Jutland", het buitensporig vie
len van het gebeurde en de onmatige taal,
die zich zelfs hoogstaande regeeringsperso-
nen hebben veroorloofd, meer voortvloeit
uit zucht, om in binnen- en buitenland het
geloof in de Duitsche kracht (die overigens
werkelijk bestaat) te behouden en nog te
doen toenemen, dan uit waarheids- en zelfs
uit gezonde vaderlandsliefde.
Ook den officieelen Duitschen berichten
dienst keurde hij af, die om dezelfde of na
genoeg gelijke redenen in overleg met de
regeering aanvankelijk enkele verloren sche
pen opgaf en daarna herhaaldelijk verklaar
de, dat er niet méér in den grond waren ge
boord. Zulk een manier van dben meen
de hij bederft het toch reeds bij zoo me
nige gelegenheid geschokte geloof in de
juistheid der mededeelingen van het Wolff-
bureau en de autoriteiten. Dezen hebben,
gedwongen door in het buitenland aange-
komen schipbreukelingen of andere bewijs
stukken, achteraf toch moeten toegeven, dat
bovendien de „Elbing", de „Rostock" en de
„Lützow" (een onzer nieuwste, van de
zwaarste kanonnen en van de meest moder
ne vindingen voorziene liniekruisers, die in
het laatst van 1914 te water was gelaten
en die 27.500 ton verplaatste), zijn te loor
gegaan. En indien te gelegener tijd ook
nog voor het verlies van zeke
ren allerbelangrijksten krui
ser het zoogenaamde militaire geheim
in dezen een dwaze vermomming wordt
opgeheven, zal het meer nuchter oordeelen-
de Duitsche volk inzien, hoe onvoorzichtig
met de openbare meening is gespeeld.
Tot zoover mijn zegsman, aan wiens be
trouwbaarheid, ik herhaal het ik geen
reden heb te twijfelen. Hij is Pouwens niet
de eenige in Duitschland, die het gesigna
leerde „dikdoen" betreurt, achter welke gro
teske eigenschap de vele goede karakter-
waarden en sterke deugden van het Duitsche
volk worden versmoord.
De overwinnaar van Pé-
goud gedood. Een der jongste avi-
ateurs van het Fransche leger doodde eeni
ge dagen geleden den Duitschen vlieger
Kandulski, die kort geleden Pégoud neer
schoot.
BÏNNENLAND.
De Staatscourant van 9 Juni bevat o.a.
de volgende besluiten:
benoemd tot tijdelijk biologisch assistent
aan het Rijksinstituut voor visscherij-onder-
zoek te Helder H. C. Funke te Amsterdam;
benoemd bij den dienst der vaartuigen
van de visscherij-inspectie tot gezagvoerder
C. J. Bruijn, F. Burger, W. F. de Bruin en
A. 't Hart; tot machinist-motordrijver le kl.
A. J. Broxus en J. Weijmar; tot machinist-
motordrijver 2e kl. C. Hollander en tot ma
troos J. C. M. G. Homan.
H. M. de Koningin bracht heden een
bezoek aan de rozententoostelling te Aals
meer.
Z. K. H. de Prins is voornemens aan
staanden Maandagmiddag een bezoek te
brengen aan het Padvinderskamp te Soester-
berg, alwaar alle paavinders-afdeelingen uit
Amsterdam aanwezig zullen zijn.
De Minister van Buitenlandsche Za
ken, jhr. dr. Loudon heeft Donderdagmiddag
naar aanleiding van het overlijden van den
president der republiek China een bezoek
van rouwbeklag afgelegd ten huize van den
Chineeschen gezant te Den Haag.
Den Nederlandschen gezant te Peking is
opgedragen de deelneming der Nederland-
sche regeering wegens het overlijden van
den president te betuigen aan de regeering
der republiek China.
De minister van Marine, de heer Ram-
bonnet, vertrok gisteren uit de residentie,
om de Pinksterdagen buiten door te bren
gen.
Bij Kon. besluit van 23 Mei 1916 no.
20 is de heer H. J. Daum erkend en toege
laten als consul-generaal van Noorwegen Ie
Batavia, voor Nederl.-Indië.
De Indische leening.
Naar wij vernemen is bij de Donderdag
gehouden inschrijving op de 5 pCt. Neder-
landsch-Indische leening 1916, groot 80
millioen, hier te lande ingeschreven voor
een bedrag van 123,807,400, waarvan pre
ferent voor een bedrag van ƒ94,704,000.
De inschrijvingen in Indië bedragen
ƒ.21,742,100, waarvan preferent voor een
bedrag van 20,459,400, zoodat op de lee
ning totaal is ingeschreven voor
145,549,500, waarvan preferent voor een
bedrag van ƒ115,163,400.
Zeemiliciens nasr Ned.-Indi6.
De minister van marine heeft een ant
woord ingezonden op de dezer dagen me
degedeelde schriftelijke vragen van het Ka
merlid mr. De Meester, betreffende de uit
zending van zeemiliciens naar Nederlandsch-
Indië.
De minister deelt mede, dat van het de
tachement zeemiliciens, bestemd om in den
loop van deze maand naar Nederl.-Indië te
vertrekken, deel zullen uitmaken 17 man
schappen, die daartoe het verzoek deden.
Voorts is door den minister, gebruik ma
kende van de in art. 76, 2e lid, sub lo. der
Militiewet verleende bevoegdheid, bepaald,
dat 50 zeemiliciens-matroos der lichting
1915, die te voren niet de reis naar West-
Indië hebben' gemaakt, zullen worden aan
gewezen voor den dienst in Ned.-Indië, met
dien verstande, dat aan miliciens der lichtin
gen 1912, 1913 en 1914, die mochten ver
zoeken voor uitzending in aanmerking te
komen, zulks kon worden toegestaan, met
handhaving van het totaal van 50.
De minister vond aanleiding om aldus te
handelen in de ongeregeldheden, die on
langs te Soerabaja hebben plaatsgevonden
en den commandant der zeemacht 44 matro
zen naar Nederland deed opzenden, met
voordracht tot ontslag wegens verregaande
plichtsverzaking als militair.
Voor zoover tot nu toe verkregen Inlich
tingen tot oordeelen in staat stellen, hebben
die ongeregeldheden haar oorsprong gevon
den in een protestbeweging, in verband met
klachten over het hospitaal te Soerabaja.
Het blijkt schrijft de minister mits
dien zelfs in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden mogeliik, dat de matTOzen-vrijwil
liger in Indië, onder welken invloed dan ook,
zich overgeven aan gezamenlijke demonstra
tieve betoogingen, gepaard met plichtsver
zaking.
Aangezien hierdoor de gevecht§geui«d-
Qft M
heid van de vloot daar te lande niet verze
kerd is en vooralsnog twijfel bestaat, of de
vigeerende militaire strafwet tegen zooda
nig gezamenlijk optreden voorziet, acht de
regeering het haar plicht maatregelen te
overwegen om de rechten van den dienst te
doen eerbiedigen en, in afwachting daar
van, onder de bestaande tijdsomstandighe
den de uitzending van raatrozen-vrijwilliger
te staken, voor zoover in hun dienst door
dienstplichtigen kan worden* voorzien.
De gemobiliseerde n en de
personeele belasting.
Volgens de „Vrijzinnig Democraat"
zijn door het lid der Tweede Kamer, den
heer W. O. A. Koster, aan den minister van
Financiën de volgende vragen gesteld:
Is het juist, dat de ambtenaren der direo
te belastingen zijn aangeschreven, de wet
op de personeele belasting, ten aanzien van
gemobiliseerden, die bij hunne ouders of
anderen inwonende waren, in dier voege
toe te passen, dat zij persoonlijk voor hun
rijwiel belastingplichtig worden, met het ge
volg, dat zelfs de armste soldaat deswege
2 in hoofdsom moet betalen, verhoogd
met het maximum aantal opcenten.
Acht de Minister deze aanslagen, welke
dikwijls tot 4 5 stijgen en nog verdub
beld worden, wanneer de militair vergeet
zijn rijwiel binnen 14 dagen, nadat hij daar
voor belastingplichtig werd, aan te geven,
niet zeer onbillijk en buiten elke verhouding
tot de draagkracht van deze jonge mannen,
wier ouders voor hetzelfde rijwiel öf in 't ge
heel niet, öf slechts voor Ó.50 of 1 in
hoofdsom zouden zijn aangeslagen, met ge
woonlijk het minimum aantal opcenten?
Is de Minister bereid den ambtenaren der
directe belastingen nader aan te schrijven,
dat gemobiliseerden, die een vast tehuis
hebben, geacht kunnen worden hun rijwiel
aldaar te blijven houden, in welk geval het
hoofd van het gezin in dat tehuis voor het
rijwiel van den gemobiliseerde belasting
plichtig zou blijven voor een veel lager be<
drag?
Indien tegen deze regeling overwegend
bezwaar bestaat is dan de Minister bereid,
de betrokken ambtenaren aan te schrijven
de gemobiliseerden, voor wie een rijwiel
dikwijls bijna.onontbeerlijk is, om de beta*
ling dezer zoo onevenredig en zwaar druk
kende belasting niet te bemoeilijken?
Toelating tot de Kon. Mil
Academie. Wij vernemen, dat de gele
genheid om zich aan te melden voor to«- -
ting in dit jaar als cadet bij de Kon. Mil.
Academie alsnog opengesteld blijft tot 24
Juni 1916.
Voor toelating tot deze inrichting zijn
opengesteld ten behoeve van de adspiran-
ten uit de burger-maatschappij: voor het le
ger hier te lande: 30 voor de infanterie, ->
voor de cavalerie, 18 voor de artillerie en
4 voor de genie; en voor het leger in Ned.-
Indië: 8 voor de infanterie, 1 voor de cava
lerie, 3 voor de artillerie en 1 voor de ge
nie.
Oorlogsor^.uisatie van den
motordienst. Met betrekking tot de oor-
logsorganisetie van den Motordienst is bij mi-
nisterieele beschikking voorloopig bepaald, dot
deze zal zijn samengesteld als volgt
A. de Depotafdeeling, bestaande uitden smf,
2 compagnieën en een werkplaats, benevens uit
die afdeelingen van den motordienst, waaj »m
de krijgsmacht nog geen daadwerkelijk gebri.il
maakt
B. de Etappen-autotreinen, bestaande uit - hrt
etappen-verplegingstrein-bataljon (staf er.
comp.), de etappen-inf.-irtunitietrein-com
nic, de etappen-artillerie-munitietrein-cor.
nie, de etappen-compagnie van den genet
digen dienst en de compagnie van de regelir -
ctappenplaats
C. de Motorvaartuigendienst.
De oeriogserganisatie van do hlervoren ver
melde ondordeelen zal voorshands nader duv-r
den Opperbevelhebber van land- en zeemacht
worden aangqgewon.
Wijders is ter kennis van de landmacht ge
bracht, dat bij kon. besluit aan d-etn comman
dant van do dopotafdeeling van den Motor-
dienst het gezag van „korpscommandant" Is
verleend.
Motorafdeeling. Per lichting (opleidingsjaar)
zullen zoo mogelijk 10 pet. der miliciens tot
aanvoerder in den rang van sergeant worden op
geleid.
Eischen, waaraan de milicien-sergeant bij dan
motordienst bij aanstelling moet voldoen fijn
o.a.
lo. Volledige kennis van de samenstelling en
behandeling van automobielen.
2o. Bekendheid ir.et de meest voorkomende
typen van auto's en inzicht hebben In de vóór**
en nadeelen daarvan.
3o.- Practisch op de hoogte zijn van de wijze
van herstelling ven de meest voorkomende sto
ringen.
De miliciens bestemd voor den Motordienst
worden jaarlijks ingelijfd bij de genietroepen en
zoo spoedig doenlijk rva hun inlijving overge
plaatst bij de Motors fdeeling
Nederland en de oorlog,
aardappelen
De voorzitter van de Amslerdamsche
federatie der S. D. A. P. heetth et volgende
telegrafische antwoord ontvangen op hef
Donderdeg verzonden telegram aan den mi
nister van binnenlandsche zaken:
Gemeentebestuur kan zich wenden tot
distributiebureau. Maatregelen worden ge
nomen om In behoefte te voorzien, (w. g.)
Minister Cort van der Linden.
De toestand te Amsterdam, wat den
aardappelenaanvoer betreft, is verbeterd. Br
wordt weer consent gegeven voor den uil-
voer uit Zeeland. Gister was de aanvoer
aan de vrije markt ongeveer 50.000 HU
De prijs per H.L. is met 0.25 gedaald.
De regeeringsaardappelen, die gisteren té
Amsterdam gedistribueerd zijn, waren afc
komstig uit Rotterdam, waar reeds gerat»
men tijd 20 schepen aardappelen bestemd