STATENVERKIEZINGEN.
Woensdag 14 Juni 1916.
N° £94
BUITENLAND,
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
I4de Jaargang.
Kiezers van Amersfoort!
A. A- Stoker
Dr. A. J. A. Thomas.
A. M Tromp van Holst
J. v. d. Wal Kzn.
Politiek Overzicht.
De wereldstrijd in het
Oosten.
ABONNEMENTSPRIJS:
l|>er 8 maanden voor Amersfoort f 1»00«
Idem franco per post1«50#
Por week (met gratis verzekering tegon ongelukken) - 0.10.
afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijksch bijvoegsol „De Hollandsche Huisvrouw"" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
Wekelijksch bijvoegsel „Pak me mee" per 3 mnd. 40 ets*
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Vnn 1—5 roRcls 1 O.."5 O.
Elke regel meer *0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto Ieders naar plaatsruimte.
Voor handel on bodrijt bestaan zoor voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, bij abonuomeut.
Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogezondon.
'hoofdredactie: j „DE EEMLANDE R".
Bij de Statenverkiezingen van
Donderdag 15 Juni bevelen wij den
Kiezers dringend aan hun stem uit
te brengen op
A. A. STOKER.
A. J. A. THOMAS.
A. M. TROMP VAN HOLST.
J. v, d. WAL Kzn.
De roep naar de stembus heeft dit jaar
luider geklonken dan ooit bij de Statenver
kiezingen het geval was.
Dat was omdat het ditmaal niet in hoofd
zaak ging om de samenstelling der Prov.
Staten. Zeker, het is schreeuwend onbillijk
idat in het district Amersfoort de coalitie
alle zetels voor zich op eischt en zelfs voor
uitstrevend Amersfoort 'n vertegenwoordi
ger der meerderheid ontzegt. En zoo zullen
in alle andere districten wel lokale belangen
meespreken. Maar als het daarom alleen
moest gaan, de uitslag van deze verkiezin
gen zou niet met zoó groote spanning door
geheel Nederland tegemoet gezien worden.
Het is er nu niet zoozeer om te doen w i e
de Statenzetels zullen innemen als wel hier
om of ons volk wenscht, dat de regeering
den weg der democratie, dien het in 1915
gewezen heeft, zal blijven volgen.
Ook al was in ons district alle kans voor
fde linksche candidaten uitgesloten, dan zou
uw stem toch nog groote beteekenis heb
ben; want ook van hier moet het luide klin
ken, dat de regeering op dien weg moet
blijven doorgaan.
Die weg is de weg van geleidelijken voor
uitgang en geleidelijke sociale en staatkun
dige ontwikkeling.
Of verkiest gij den stilstand, welken de
clericalen wenschen, of de overijling van de
socialisten? En verwacht gij meer heil van
de godsdienstige leuzen der eersten of de
onvervulbare voorspiegelingen der laatsten?
Er zijn er velen die de overwinning der
tegenpartij zoo zeker achten, dat zij zich niet
eens de moeite willen geven ter stembus te
tijgen.
Zij vergeten dat het morgen niet in de
allereerste plaats om het succes te doen is.
Onze regeering, gedwarsboomd door de
Eerste Kamer bij de vervulling van hare
nationale taak, wacht 'n uitspraak van het
volk.
Van meer beteekenis dan de namen der
candidaten is het oordeel der kiezers, dat
op den bodem der bus zal liggen, hun be
slissing of al dan niet doorgevoerd zullen
worden de beginselen van vrijheid en voor
uitgang, welke aan onze staatsinrichting ten
grondslag liggen en Nederland ten zegen
zijn geworden.
Laat ons nog even herhalen wat morgen
de inzet is:
de vrijheid voor de regeering tot afwik
keling van haar program;
de mogelijkheid om in vervulling te bren
gen de wenschen door het volk in 1913
uitgesproken, staatspensioen in de eerste
plaats;
het behoud van het goed vertrouwen van
het volk, dat niet begrijpen zal waarom de
wekelijksche uitkeering, door de Tweede
Kamer reeds toegestaan voor de arme
ouden, straks door de Eerste weer afge
stemd wordt;
de zekerheid dat de wetgevende arbeid
van Kabinet en Tweede Kamer niet onge
daan gemaakt zal kunnen worden door 'n
30- lal hoogstaangeslagen grijsaards;
de versterking van de internationale po
sitie der Regeering, die steunende op 'n
meerderheid in beide Kamers en den wil
van het volk, in buitenlandsche aangelegen
heden krachtiger zal "kunnen optreden dan
wanneer het buitenland haar slechts als ver
tegenwoordigster der minderheid weet;
de waarborg dat de economische crisis
niet benut zal worden om van den vrijhan-
delsweg welke Nederland tot bloei bracht
af te wijken en 'n drukkende tariefwet te
brengen;
de wegruiming van alle brandstof welke
bij mogelijke Europeesche revoluties ook
voor ons land gevaar zou opleveren;
de dekking van de zware crisislasten door
belastingen naar draagkracht geheven.
Allemaal belangen voor land en volk van
de allereerste orde. Daarnaast komen dan
nog de reeds zoo vaak hier genoemde dis
tricts- en locale overwegingen.
En wat hebben de tegenpartijen daarte
genover te stellen?
Over de sociaal-democraten, van wie voor
dit alles weliswaar geen gevaar te vreezen
is, doch die vaak op hinderlijke wijze de vrij
zinnigen bij hun groot hervormingswerk tus-
schen de beenen loopen, zullen wij maar
zwijgen. De kans dat zij zelve aan 't woord
komen, is al heel gering.
Maar de coalitie heeft over het heele
land groote drommen begoocheld, die nu in
dichte gelederen opdringen als ter moderne
kruisvaart tegen de macht van ontwikkeling
en den geest van vooruitgong. Ze hebben de
antithese en het roode spook weer uit 'n
hoek van hun rommelzolder opgediept en
zwaaien nu wat met die verroeste wapens,
maar in hun politieke mars hebben zij niets,
behalve wat hooi uit de staatsruif. Hun strijd
gaat tegen ouderdomsrente, tegen kies
rechthervorming, tegen belasting naar
draagkracht, kortom t e g e n het program
van ons tegenwoordig, onvolprezen Kabinet.
Geen vooruitstrevend man met helder
zienden blik mag morgen thuis blijven.
Vooruit dus politieke huismusschen, allen
ter stembus en gestemd op
Op een deel van het oostelijke oorlogstoo-
neel is sedert ruim eene week weder een
zware strijd aan den gar.g. Het Russische
leger heeft na eene rust van vele maanden
het offensief hervat. Niet op het geheele uit
gestrekte front. Het noordelijke gedeelte,
van de golf van Riga tot ten zuiden van de
Pripjetmoerassen, wordt ongemoeid gela
ten. De aanval is gericht tegen het.zuidelijke
gedeelte, maar de aldus ingekorte frontlijn
heeft altijd nog eene respectabele lengte;
die wordt opgegeven als 350 Kilometers. De
frontlijn loopt in de richting van Noord naar
Zuid, eerst door gebied van de Russi
sche provincie Wolhynië, dat in eene vroe
gere periode van den strijd op de Russen is
veroverd, daarna over Galicisch gebied, om
te eindigen in de streek, waar het meest
zuidoostelijk gelegen Oostenrijksche kroon
land, Bukowina, grenst aan de Russische
provincie Bessarabië en aan het koninkrijk
Rumenië. Het is het stroomgebied van de
Ikwa, de Styr, de Strypa, de Dnjestr en de
Proeth, dat wederom het tooneel van een
strijd, die op Russische wijze wordt gevoerd,
d. w. z. zonder dat de levende strijdkrach
ten worden ontzien.
Het begin van dezen strijd dateert ven 1
Juni. Den 4en openden de Russen den strijd
in grooten stijl op het geheele front van Ra-
falowka en de Beneden Styr tot in den
laatsten hoek van Boekowina. Het doel is
blijkbaar eerst geweest, deplaatsen uit te
vorschen, waar een met nachruk gevoerd of
fensief de beste kans leve de op strategische
resultaten. Dit doel is vrij spoedig bereikt;
de beide hoofdpunten voor den beslissenden
aanval zijn gevonden en daarheen is het
gros van de voor dit offensief beschikbare
krachten overgebracht. In het noordelijke
deel van het aanvalsfront is het de streek
van Olyka, in het zuidelijke deel de streek
tusschen Czernowitz en de Dnjestr. De
zwaartepunten van het offensief liggen dus
op de beide vleugels, terwijl de verdere
strijd in het midden meer tot taak schijnt te
hebben de krachten van den verdediger daar
vast te houden en te beletten, dat zij worden
geworpen naar de bedreigde stellingen van
zijn front. Op de beide vleugels zijn de Oos
tenrijkers teruggegaan. Ten noorden van
Czernowitz is de teruggang tot dusver niet
zeer groot. Van meer beteekenis is hij in
Wolhynië, waar Luzk, het vroeger veroverde
lid van den vestingdriehoek LuzkRowno
Dubno, is moeten worden prijsgegeven om
achter de Styr-linie nieuwe stellingen te be
zetten.
Hoe deze strijd zich verder zal ontwik
kelen, zal moeten blijken. De Russische ge
nerale staf geeft als voorloopige uitkomst
op, dat de vijandelijke liniën zijn ingedrukt
op het front van de geheele woudstreek tot
aan de Rumeensche grens. Indrukken is
echter niet voldoende; de linie moet worden
doorgebroken over eene zoodanige breedte,
dat het niet doenlijk is het gat te dichten.
Zoo ver zijn de Russen thans nog niet, on
danks de overwinningsberichten, die zij
iederen dag op nieuw verspreiden en vol
gens welke zij den vijand fabelachtige verlie
zen toebrengen, die overigens van de an
dere zijde worden voorgesteld als verschrik
kelijk overdreven en geheel bezijden de
waarheid.
Over de politieke motieven van dit Rus
sische offensief schrijft de Neue Freie Pres
sor „Sedert den nieuwjaarsslag hebben de
Russen tegen ons leger geen grooteren veld
tocht ondernomen. De motieven, die het
Russische legerbestuur kunnen hebben be
wogen deze houding na een termijn van vijf
maanden te wijzigen, staan in verband met
de politieke plannen van de Entente. In de
Parijsche conferentie werd het wachtwoord
uitgegeven der eenheid van het front. Voor
de eenheid van het front zijn Russen over
den Grooten oceaan naar Marseille ge
bracht. Deze deputatie van het Russische
leger van een strijdtroep kan niet ernstig
gesproken worden moest de eenheid van
het front voor de Franschen belichamen. De
nederlagen aan de grens von Tirol en op
hun eigen grond hebben de Italianen aan
leiding gegeven aanhoudend om de Russi
sche hulp te roepen en de eenheid van het
front te verlangen. Rusland werd door de
Entente gedrongen het ontlastings-offensief
in Wolhynië en aan de Bessarabische grens
te ondernemen en de Entente versterkte ha
ren druk nog door allerlei militaire en poli
tieke bewegingen op den Balkan, door ge
ruchten over een offensief van generaal Sar-
rail, door het vervoer van de nog aanwezige
Servische troepen in 93 reizen over zee van
Korfu nanr Saloniki en door scherpe be
dreiging van Griekenland. Het offensief aan
de Bessarabische grens moest deze militaire
en politieke plannen van de Entente onder
steunen, stemmingen op den Balkan ten ha
ren gunste verwekken en haren verzwakten
invloed in Bukarest versterken. Maar de
Russische aanvalsslagen hebben, men zou
haast zeggen, een typisch verloop en de be
kende kenteekenen zijn ook nu weer zicht
baar geworden."
De chef van den grooten generalen
staf van het O.-H. leger, generaal Conrad
von Hötzendorf, heeft dezer dagen nog zijne
landslieden een hart onder den riem gesto
ken met zijne aan een Zweedschen dagblad
schrijver afgelegde verklaring: „Twee jaren
hebben wij 't volgehouden, en deze twee
jaren waren de ergsten. Thans kunnen wij
met vertrouwen en kalmte 't zoo lang uit
houden als het aan onze vijanden behaagt.
Volharden kunnen wij; ons brengt men niet
meer ten onder."
De oorlog.
.Berlijn, 13 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Tegen een deel van onze nieuwe stellin
gen op de hoogten ten zuidoosten van
/peren zijn heden plaatselijke aanvallen van
de Engelschen aan den gang.
Op den rechter Maasoever, aan beide
zijden van den von het fort Douaumont naar
het zuidwesten gaande hoogtenrug brach
ten wij onze liniën verder vooruit.
Parijs, 13 Juni. (Havas). NamiMag-
communiqué.
Aan den rechter Maasoever hernieuwden
de Duitsohers gisteren op het einde van den
avond hunne aanvallen in alle sectoren ten
westen van de Thiaumont-hoeve. Zij dron
gen door in eenige vooruitliggende elemen
ten van de Fransohe liniën op de oostelijke
hellingen van hoogte 321. Overal elders mis
lukten hunne aanvallen onder het Frnnsche
vuur.
Aan den linker oever was bombardement
in de streek van Ohattancourt.
Op de Engelsohe en Belgische fronten
waren talrijke bombardementen.
Avond-communiqué.
Er was geene infanterie-actie op het front
benoorden Verdun. Ten oosten en ten wes
ten van de Maas was bij tusschenpoozen
bombardement. Elders was het rustig.
Londen, 13 Mei. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Door den aanval der Cnnadeesche troe
pen werd het geheele doel bereikt: namelijk
onze oude stelling ten zuidoosten van Zille-
beke. Op een front van 1500 Meters wer
den zware verliezen aan den vijand toege
bracht. Er werden 126 gevangenen ge
maakt.
De Canadeezen werden later hevig be
schoten, maar zij handhaven zich op den
veroverden grond, die versterkt wordt.
Wij deden gisterennacht twee geslaagde
invallen in vijandelijke loopgraven in de
streek van '/peren.
B e r 1 ij n, 13 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan de Duna, ten zuidwesten van Du-
bena, joeg het vuur van onze batterijen
eene Russische cavaleriebrigade uiteen.
Ten noordoosten van Baranowitsji was het
vijandelijk artillerievuur zeer levendig. Het
leger van generaal Bothmer wees ten westen
van Przewloka aan de Strypa vijandelijke
aanvallen volkomen af.
Weenen, 13 Juni. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Aan de Proeth, ten zuiden van Rojan, is
een Russische aanval afgewezen. ïn Zuda-
gora, Smyatin en Horodenka is de vijande
lijke cavallerie binnengetrokken. Bij Burka-
now en de Snypa mislukten verscheidene
Russische aanvallen. Ten noordwesten van
Tarnopol staan onze troepen aanhoudend in
den strijd. Bij Sapanow werd een Russische
aanval door ons geschutvuur verijdeld. Ten
zuidwesten van Dubno dreven wij vijande
lijke cavallerie-afdeelingen terug. In Wol
hynië bereikte de vijandelijke ruiterij het ge
bied van Torczya. Daar hecrschte grooten-
Men spreekt gewoonlijk meer van den-
gene dien men haat, dan van dengene dien
jnen liefheeft.
door
anna hubert van beusekom.
41
„Nu wat dunkt Je. <Men of niet? De reis
Wordt wel wat duurder, omdat we Aries nu
voorbij sporen, maar zoo'n home is natuur
lijk goedkooper en zindelijkcr dan een hotel.
Ik vind er veel ■voor," zei Ien en daar ik 't
geheel met haar eens was, telegrafeerden we
maar dadelijk naar Marseille, dat we komen
zouden dien dag. Als we tegen vier uur uit
Avignon gingen, waren we er tegen kwart
over zes, zoodat we nog lijd genoeg over
hielden de voornaamste bizonderheden van
Avignon te zien.
We begonnen met 'l Palais des Papes, dat
ten groot deel van onzen morgen in beslag
nam. Een alleraardigste oude man in zijn
isoort een heele meneer leidde er ons rond.
Hij kende Frédéric Mistral persoonlijk en gaf
fens ieder een briefkaart met zijn eigen
portret. Ook maakte hij ons complimentjes
•ver ons uitstékend Fransch en zong in een
Her kleinere zalen een Proyenfaalsch liedie.
Hoeveel galerijen, kapellen, zalen, cours
d' honneur en torenkamers hij ons wel ver
toonde zou ik niet kunnen zeggen. Hier en
daar waren nog verbleekte fresco's en ver
sieringen van beeldhouwwerk te zien, doch
de twee meter dikke muren getuigden wel,
dat dit paleis in de allereerste plaats als
vesting heeft dienst gedaan. Van een der
groote torens: la Tour de Trouillas waar
van de sage vertelt, dat Rienzi er gevangen
gezeten heeft hadden wc een prachtig ge
zicht over den heelcn omtrek.
Hel was een heele hijsch, dit bezoek; wel
zeer de moeite waard, maar we waren toch
blij eindelijk weer buiten te zijn, kuierden
naar den Rhóne-kant en bezochten de oude
Pont d'Avignon met het kapelletje van Saint
Bénézct, die de brug bouwen liet, in 't mid
den. De Mistral woei hevig en het water,
blauw-grijs en onstuimig, schuimde woest
tegen de brug-pijlers.
't Oude, vieze vrouwtje, dal ons 't kapel
letje zien liet, vroeg met een grijns of we niet
bang waren.
„Oh que non, madame," zei ik lachend,
maar in 't Ilollandsch bekenden Ien en ik
elkaar toch, dat we 't op die oude Pont
d'Avignon erg onbehaaglijk vonden en niets
geen aanvechting voelden er een ronde
dansje uit te voeren, zooals in 't ljedje staat.
Of we „le tour des remparts" niet gingen
maken. Dat deden bijna alle vreemdelingen,
verzekerde 't oudje, doch de ware roeping
ontbrak ons voor een tocht in den wind over
de oude vestingwallen, die 't stadje gedeelte
lijk nog houden ingesloten en we gingen wat
uitblazen in 't park op het rotsplateau, voor
we ons naar 't musée Galvet begaven, dat
nog op. 't programma stond. Dit bleek echter
gesloten, zoodal we tot onzen spijt de Itali-
aansche primitieven, Oud-IIollandsclie schil
derijen en de vele Egyptische, Grickschc en
Romcinsche oudheden, welke 't bevat, niet le
zien kregen. Tegen half" twee pas gingen we
lunchen en daarna nog wat rusten zoodat wc
weer geheel in ons element waren toen 't tijd
werd voor onze afreis naar Marseille.
We troffen een uitgezochte collectie mede
reizigers dit maal; een keurige hccr-en-damc,
een dito vader en dochter, een Japanneesje,
aviateur van beroep en een eenvoudig bur
germannetje, dat met 'l Japanneesje een druk
gesprek begon over 't gevaarvolle van
't aviateurs-bedrijf
>,Moi je dis toujours. rien de plus sur que
les pieds, mon tami," herhaalde het mannetje
telkens als de Japanner op snoevenden toon
in gebroken Fransch zijn vak \zat op te
hemelen, maar 't was boter aan den galg. De
Japanner décht er natuurlijk niet over zijn'
plan om mee tc doen aan den grooten wed
strijd, te Marseille, op te geven. Denk eens
aan er vielen vier prijzeij,_van 5.000 tot 10.000
francs te verdienen!
„Je réussis, je gagne beaucoup d'grgentl Je
tombe, je suis mort, j'aurai besoin de rien
du tout," zei hij cynisch met dichtgeknepen
oogen en een grijns van al zijn witte tanden.
Toen wilde hij een cigaret opsteken, maar
zijn buurman wees hem terecht:
„Non, non, pas ainsi mon ami! In gezel
schap van dames wordt niet gerookt," waar
na de Japanner al grijnzend zijn koker weer
bij zich stak.
Twee en een kwart uur duurde de heele
reis, die langs Tarascon en Arles voerde,
maar we verveelden ons gecji oogenblik, daar
het Igndschan vol afwisseling was.
Bij Tarascon zagen wc de Rhone weer en
na Arles spoorden we door de eenzame,
woeste vlakte van la Crau, waardoor overal
kanalen gegraven zijn.
Af en toe werd 't uitzicht benomen door
reeksen cypressen langs de spoorlijn geplant,
om deze tegen den Mistral te beschermen.
„In oorlogstijd zal men ze hakken en er
de lijn mee versperren, evenals met de stee-
nen uit de vlakte van la Crau, die er maar
voor 'l grijpen liggen," vertelde de vader van
't jonge-meisje over ons, die zich geroepen
voelde ons telkens in te lichten en ons o. a.
wees op het Aqueduc de Roquefnvour met de
drie statige hogenrijen boven elkaar, waar
door Marseille gedeeltelijk zijn water ont
vangt.
Hoe meer we de stad naderden hoe mooier
alles werd. Ineens verdwenen we in een tun-
hcl, waar we minuten lang in bleven.
„Nous sommes sous la chainc dc l'Eslaque,
c'est lc tunnel de la Ncrte. "Weldra zult u de
Middellandsche zee zien," werd ons aange
kondigd en waarlijk 't „coup d'ocil" daarop
was schitterend! We verdwenen echter spoe
dig weer in een tunnel en kwamen na eenige
minuten door een werkelijk „Ooslersch"
lijkend landschap te zijn gegaan, aan to Mar
seille aan het drukke Gare Saint Charles.
Eerst moesten wc nog een rij douanen
passeexen voor we dit konden verlaten, doch
men liet ons ongestoordl met onze hand
bagage doorgaan en in minder dan geen tijd
stonden we midden tusschen een troep
schreeuwende en druk-gebarende chauffeurs
en koetsiers, waar wc majesteitelijk tusschen
door stapten. Achteraan In een rij fiacres
stond een goedig, grijs mannetje met een wit
nanrd.
„Als wc die maar eens begunstigden," stelde
ik voor en al gauw waren wc op weg naar de
Ruc-Puget, waar het homé voor jonge meisjes
was.
Zoo druk nis Parijs leek ons Marseille niet,
maar wel viel 't ons op, dat dc menschcn hier
veel luidruchtiger en drukker in hun bewe
gingen waren. Ook zag er alles kleuriger uit
onder 't schelle Midi-licht.
De Rue Pugct, zeer steil naar beneden loo«
pend, bleek niet te berijden, maar daar 't huis
vlak aan den hoek van een brecdcn, op dat
oogenblik niet drukken Boulevard lag, droeg
de koetsier er onze bagage even heen en liet
zijn paard' en rijtuig kalm staan, lot dc breedc
voordeur van het huis waar we zijn moesten,
geopend werd door een klein, dik nlenschje,
dat toen wij naar mademoiselle Collard, drt
directrice van het home vroegen, ons in do
ruime, koele vestibule liet en naar boven
wees: „C'est au d-cuxième, montez eet esealief
et tourncz a gauchc mesdames."
We klommen dus naar boven en werden op
het portaal verwelkomd door mademoiselle
Collard, een grijsblond dametje met een in tel-»
ligent gezicht. We stelden ons voor en volgi
den haar naar een koele, eenvoudig gcmeu->
bilcerde kamer, waar we onze namen ir&
't bf»ek schreven.
Daarop werd' ons onze slaapkamer ge wc*
zen en zei mademoiselle Collard, dat er om
zeven uur gesoupeerd zou worden. We ha<N
den nog maar een kwartier en begonnen oné^
dus vlug op te knappen. -
(Wordt vervolgd.)