BINNENLAND. KOLONIËN. deete Tust. Bij Sokul aan de Styr dreef de vij?n*d toeren vooruit om aan te vallen; zij werden teruggeslagen. Ook bij Wolki zijn Wie pogingen van de Russen om over de ri- Vic-r te gaan mislukt. Het getal der hier in geleverde gevangenen steeg tot 2000. Petersburg, 13 Juni. (Tel.-Agent schap). Communiqué van den grooten gene raten stof. Daer de Oostenriiksohe en Duitsche troe pen xich op vele plaatsen aan de aanvallen onzer zuidelijke legers onttrokken, is het aantal der gevangenen slechts weinig toege nomen. Op het oogenblik bedraagt dit onge veer 1700 officieren en 114,000 soldaten. 'De troepen van generaal Letsjitzky namen 6edert den aanvang der operaties drie regi- «nents-commandanten, 754 officieren en 37.832 soldaten gevangen. Zij madeten 49 kanonnen, 120 mitrailleurs, 21 bommenwer pers en 11 mijnenwerpers buit. Ten Noordwesten van Gojiscz naderden onze troepen de rivier de Stokhod, nadat zij de Duitschers uit hunne stellingen verdre ven hadden. Ten Westen van Luzk bezetten onze troepen Torzcyn. Zij drijven den vijand verder terug. Aan het Strypa-front, ten Noorden van het dorp Boboulincz, woedt een verbitterd ge vecht. Het dorp Zavanitza Is door ons, na hevigen tegenstand, genomen. In verschei dene sectoren ontdekten wij in der haast op geworpen werken van den vijand, tot ver sterking van zijne vooraf gereed gemaakte stellingen. In den Dnjestr-sector en meer Zuidelijk gingen onze troepen, na strijd, over de ri vier. Zij namen vele versterkte steunpunten benevens het dorp Zalescziki. Zij zetten hunnen opmarsch voort. Ook het dorp Ho-- rodenka bevindt zich in onze handen. In den Proeth-sector naderden onze troe pen tusschen Boyan en Nepokoloetz den Hnkeroever en de rivier. Bij het brughoofd van Czernowitz duurt de warme strijd voort. In de ontruimde plaatsen liet de vijand eene enorme hoeveelheid oorlogsbuit achter. Op den spoorweg Doebna—Kozin gaf hij een net telefoondraden, eene groote hoeveel heid patronen, mijnwerpers, automobielen, 6malspoormaterieel, wagons en een berg plaats van provisiën prijs. Bij het dorp Ma- jymiloza werd in ongeschonden toestand ge- 'onden een hooge kolom met den Oosten- ijkschen adelaar op den top, bestemd als herinnering van de Oostenrijksche overwin ning. In het dorp Sagadocz, ten noorden van Czernowitz, vermeesterden wij een groot de pót materieel van de genie en van zwevende spoorweg. Op het front van de Dwina en ten zuiden van Dwinsk bombardeerden de Duitschers verscheidene punten van onze stellingen. Bukarest, 11 Juni. (W. B.) Nadat Vrijdag omstreeks 40 Russische ruiters op het Rumeensche gebied geraakt en daar ont wapend waren, rukte in den afgeloopen nacht een cavallerie-regiment over de Proeth op Rumeensch gebied. De Rumeensche troe pen in Botoschan kregen bevel de ontrui ming te eischen en, zoo noodig, af te dwin gen. De Rumeensche regeering heeft een protest ingediend bij den hier gevestigden Russischen gezant en droeg haren gezant te Petersburg op bij de Russische regeering te protesteeren tegen deze gebiedsschennis. Bukarest, 13 Juni. (Agence rou- maine). Het officieuse blad Vittorul schrijft: De feiten hebben aan de door ons uitge drukte meening gelijk gegeven. De comman dant van de Russische troepen deelde mede, dat hij er geen kennis van had gedragen, dat eene afdeeling van zijne troepen Ru meensch gebied had betreden. Terstond na dat hij daarvan verwittigd was, verklaarde hij, dat alle maatregelen waren genomen om de vergissing ongedaan te maken en eene herhaling te verhoeden. Volgens het laatste bericht, dat hier ont vangen is uit Mamornitz, is de geheele om trek weer ontruimd van Russische troepen. Weenen, 13 Juni. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Aan het front tusschen de Etsch en de Brenta en in de Dolomieten waren de üt- tilleriegevechten tijdelijk zeer levendig, wan neer de helderheid verbeterde. Op verschil lende punten hernieuwden de Italianen hunne vruchtelooze aanvalspogingen. Bukarest, 13 Juni. (Havas). De Bul- gaarsch-Rumeensohe grens is tot nader or der gesloten. De postdienst met stoomsche pen tusschen Roestsjoek en Giorgu is ge staakt. Rumeensche dagbladen kunnen niet in Roestsjoek komen. Saloniki, 13 Juni. (Havas). Men be richt, dat onder de pressie van de geallieer den de Grieksche regeering heeft besloten tot eene algemeene demobilisatie. Benden Bulgaarsche komitadji's geraakten ten zui den van Demirhissar slaags met Grieksche patrouilles. Verscheidene soldaten werden gewond. Konstantinopel, 12 Juni. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Irakfront geene veranedring. Aan het Kaukasusfront maakten wij in den loop van plaatselijke gevechten op den rechter en linker oever een aantal gevan genen en veroverden veel materieel. Het gisteren gemelde ruitergevecht, waarin een duizendtal Russische cavalleristen vernie tigd werden, had plaats bij de rivier Zappe ten zuiden van Tsenlemreck. Gisteren voormiddag wierpen vijf vijan delijke vliegtuigen ongeveer 50 bommen neei op Smyrna, waardoor eenige mannen, .vrouwen en hinderen gedood en eenige huizen vernield werden. Petersburg, 13 Juni. (Tel.-agent- schap) Communiqué van den grooten ge- ne^alcn stof. in de richting van Diarbckir naderde on- Uoepen heimelijk Turksche stellingen. Zij Vielen den rustenden vijand aan en over meesterden zijn kampement. De vijand, die zware verliezen leed, nam de vlucht. In de streek van Revanduz sloegen wij een Turk sche aanval of. Londen, 1 1 Juni. (R.) Generaal Smuts bericht, dat de rolonne-Honnington, avan- ceerende langs den spoorweg, het belang rijke station Mombo heeft bezet na verdrij ving van den vijand. Een machinegeweer werd buit gemaakt. De colonne-Hosking nam Mkalano, 14 mijlen Z.W. van Mombo, en verdreef eene aanzienlijke macht naar het zuiden. Onze verliezen waren gering. Aan de zuidelijke grens viel kolonel Rod- gers den vijand aan in de Porotobergen en maakte een veldkanon, geweren en munitie buit. Kolonel Murray bezette Bismarckburg. Malmö, 13 Juni. (Ritzau). Het stoom schip Emmy, uit Stockholm, Is gisternamid dag in het mijnveld bij Falstarbo geraakt en opgevlogen. Een man werd door de ontplof fing gedood; vier anderen verdronken. De kapitein en de overige vier leden van de bemanning zijn in Malmö aan land ge bracht. Londen, 13Juni. (R.) In de St. Pauls- kathedraal is een lijkdienst gehouden voor lord Kitchener. De koning, de koningin, het corps diplomatique, vertegenwoordigers van het leger, de vloot en de dominions waren tegenwoordig. Het kerkgebouw was overvol. Kopenhagen, 12 Juni. (Havas). De nieuwe spoorwegverbinding Archangel Petersburg komt in deze maand gereed. Meer dan 15.000 man werken aan den aan leg van den spoorweg naar Moerman, die in Augustus of September gereed zal zijn. Er zal een nieuwe dienst van vrachtschepen ingericht worden tusschen Archangel en Amerika. Weenen, 10 Juni. (Corr.-bureau). Uit het oorlogsperskwartier wordt bericht, dat de metropoliet van Montenegro, de voorzitter van de skoepschtina en eenige andere Mon- tenegrijnsche dignitarissen zich gewend hebben tot den gezant van de Vereenigde Statfn te Weenen inet het verzoek zijne tusschenkomst te verleenen bij de regee ringen van de Entente, opdat deze het ver voer zullen toestaan naar Antivari aan boord van een neutraal stoomschip van le vensmiddelen voor de burgerlijke bevolking van Montenegro uit de magazijnen van de Montenegrijnsche regeering in Saloniki. De Italiaansche minister van buitenland- sche zaken heeft door den Amerikannschen gezant te Rome de ambassade te Weenen laten weten, dat de Italiaansche regeering niet van zins was het vervoer van de aan Montenegro behoorende levensmiddelen naar Antivari toe te staan. Oost-IndlC Ernstig auto-ongeluk. Uit Weltevreden wordt aan de Tel. ge- aeind Nabij Singosarie Is de auto van het „Soe- rabajasch Handelsblad" geslipt en omgesla gen. In den auto bevonden zich de beide hoofdredacteuren van het blad, de heeren H. Tersteeg en J. G. Boon. De heer Ter- s té eg brak zijn linker sleutelbeen, terwijl de heer Boon ernstige kneuzingen opliep. Beide gekwetsten zijn thans buiten levens gevaar. Staten-UencraaL De arbeidsbemiddeling. Evenals de werkloosheidsverzekering heeft ook de arbeidsbemiddeling zich tijdens de eco nomische crisis ontwikkeld. De minister van Waterstaat stelt daarom voor de Centrale Arbeidsbeurs een blijvend karakter te verleenen en aan de districts-arbeidsbeurzen Rijkssteun toe te kennen. Geacht wordt noodig te zijn voor het geheele jaar 1916: a. Bijdragen in de kosten van inrichtingder 30 arbeidsbeurzen (uitgaven voor éénmaal) ƒ10,000. b. Bijdragen In de kosten voor den dienst 1916 der intercommunale arbeidsbemiddeling in de 30 districten 26,000. c. Bijdragen In de kosten voor bijzondere on derdeden der intercommunale arbeidsbemidde ling 4000. Voorts heeft de minister van Waterstaat het voornemen de behandeling "van de zaken der werkloosheidsverzekering en van die der ar beidsbemiddeling aan eenzelfde directie op te dragen, evenals tijdens den duur der noodrege- ling. Deze directie zal dan o.a. belast zijn met de uitvoering der (nieuwe) regeling inzake werk loosheidsverzekering, de bevordering van de uit breiding dezer verzekering, de bevordering van de ontwikkeling der arbeidsbemiddeling in het algemeen en in bepaalde bedrijven, de leiding van den intercommunalen dienst der arbeids bemiddeling, en met verschillende zaken, de werkloosheid betreffend. De kosten worden geraamd op 48,000 's jaors, nl. 30.000 voor personeel-uitgaven en 18,000 voor bureel- en reiskosten. Verzekering tegen de geldel ij ke gevolgen van werkloosheid. Nu de noodregeling van 22 Augustus 1914, waarbij de werkloozenkassen van de overheid de helft der uit te keeren bijdragen ontvingen, den Ien Mei 1916 is geëindigd, is een wets voorstel ingediend om met ingang van 1 Octo ber 1916 een nieuwe blijvende regeling van den Overheidssteun aan de particuliere werkloozen- verzêkering in het leven te roepen. De minister van Waterstaat geeft in de Memorie van Toelichting een historisch over zicht var. de werkloozen-verzekering hier te lande en meent daaruit te mogen constateeren: a. dat van de belanghebbenden zelf n.1. dc arbeiders bij deze werkloosheidsverzeke ring een krachtige uiting van eigen initiatief uitgaat: b. dot dit eigen initiatief, zal het zich ruim k'innan ontplooien, de aanmoediging en onder steuning der Overheid behoeft, doch ook volop waord is; c. dat de gemeentelijke Overheid, die met de werkloosheid en heer gevolgen steeds het meest In aanraking komt, ten behoeve ven het sub b bedoelde in beginsel bereid is lot verleening van een bijslag* van 50 pCt op de door de belanghebbenden bijeengebrachte con- tributiën en zij dit wil doen bif een regeling, geheel op vrijwillige medewerking gegrond vest; d. dat in het sub a—c vermelde naar de meening van den minister reeds ligt een vol doende motiveering, om ook door het Rijk een deel der bijdragen te doen verleenen, tot aan moediging gelijk op zoo menig ander ge bied van het eigen initiatief der belangheb benden; e. dat het bovendien billijk is, dat de steun aan de werkloosheidsverzekering niet alleen door de gemeenten, doch ook door het Rijk wordt verleend, omdat bestrijding van de gel delijke gevolgen der werkloosheid niet slechts een plaatselijk, doch ook een algemeen belang is; f. dat de gedachte nieuwe regeling belang rijke voordeelen aanbiedt boven de regeling, zooals die op het gebied der werkloosheidsver zekering vóór het tot stand komen der nood- regeling bestond. De minister betoogt verder dat de tijdelijke voortzetting van de noodregeling zoo spoedig mogelijk behoort te eindigen en stelt ten slotte voor om 125.000 uit te trekken, om voor de laatste 3 maanden van dit jaar de nieuwe regeling te bekostigen. Uil de Per® Volkenrechtelijke Conferentie* Mr. S. van Houten wekt in no. 10 van zijn Staatkundige brieven de regee ring op, om met de Amerikaansche rëgee- ring in overleg te treden over de bijeenroe ping, zoo spoedig mogelijk, van een alge meene volkenrechtelijke conferentie op den voet eener derde vredes-conferentie. Voor afgaande toestemming van alle regeeringen, wier vertegenwoordiging gewenscht wordt, had naar schr. meent, ook de tsaar in 1898 niet. Evenals toen worde ook nu rekening gehouden met en gerekend op den steun van de toen onder de wapeningen en thans onder het gebruik dier wapeningen nog zoo oneindig zwaarder lijdende volken. „Voor den wereldvrede (zou het) belang rijk zijn, dat er een permanent invloedrijk intei nationaal orgaan in het leven getroepon werd, om aan de ethische en volkenrech telijke overwegingen, waartoe een dreigend conflict aanleiding geeft, op krachtige wijze uiting te geven, zoodat dc in het conflict betrokken regeeringen ze niet buiten be schouwing zouden kunnen laten. Het Bryan- trectaat voorziet hierin niet voldoende. Daarentegen valt deze behoefte aan een krachtige internationale organisatie too goed als samen met de behoefte aan een permanent orgaan ter voorbereiding der periodieke Vredes-Conferentiën, waarvan de Union Interparlementaire naar aanleiding van een door mij krachtens opdracht der Nederlendsche afdeeling van die vereeni- glng gedaan voorstel, de studie aan een commissie heeft opgedragen, van welke Ik de eer heb als voorzitter te fungeeren. Die oommissie had slechts gelegenheid eon enkele onvoltallige bijeenkomst te hou den. maar deze opdracht is voor mij ge reed© aanleiding geweest het onderwerp sedert jaren te overwegen. De resultaten hiervan zijn natuurlijk bloot persoonlijk, maar ik meen ze hier korte- liik te mogen mededeelen. Op den voongTond stond bij allen, die nog vóór den oorlog hun invloed bij dit vraagstuk konden doen gelden, dat het Pen- manent Comité bloot consultatief advisee- rend moest zijn. Dit ligt ook geheel in den gedachtengang van het Bryan-tractaat. Een sterkere physieke macht dan die der groote staten kan niet boven deze worden gesteld, maar een redelijke macht kan worden geor ganiseerd, wier mogelijke tegenstand door legers en vloten niet overwonnen kan wor den, bepaaldelijk ook wegens den invloed, die in zulke gevallen zou wonden uitge oefend door de volken zelf, die de fn het conflict betrokken regeeringen door hun of fers aan goed en bloed zouden moeten in staat stellen haeT voornemens door te net ten. Hert Permanent Comité zou ook niet bij meerderheid beslissesn. Zijn besluiten zou den niet anders zijn dan een resumtie van argumenten en aanwijzing van de mate van bijval, dien zij hebben gevcndcn. Diensvol- gens zou ook ieder gerechtigde zooveel af gevaardigden kunnen aanwijzen als zij doel matig zou oordeelen en dezen door deskun digen doen bijstaan. Alles natuurlijk op eigen kosten. Op het algemeen budget zou den slechts de kosten komen van eon Proe- «idiaal College van b.v. een president en 2 vice-president en en van een secretariaat. Dit kleine college zou zeer hoog moeten worden bezoldigd, om de ruimst mogelijke k*-uze te hebben, en van hulpkrachten van den eesten rang en verdere hulpmiddelen rijkelijk moeten worden voorzien. Eenige, •isch, om behalve de voorbereiding der pe riodieke Vredesconferentie overeenkomstig den gedachtengang dcrr Interparlementaire Unie ook redelijker» invloed In den geest dor Bryen-tractaten te doen gelden, zou wezen, dat een vergadering op korten ter mijn kon worden bijeengeroepen en geleid werd door een praesidium, dat niét in dienst «taat van eenige bepaalde regeering. Leden van het praesidium zouden daarom geen af gevaardigden kunnen zijn, rosp. blijven, van hun regooring, en die leden en althans een «fgeveardigde van eiken staat zcraden ter setelpleetse der vergadering óf in haar na bijheid moeten wonen. De zaak is eenvoudig, als men ze maar wil. En ik zou niet weten waarom niet alle vall en haar zouden willen en ook niet alle T eg e erin gen er haar schouders onder zou den willen zetten, die wenschen, dat met vrede ook de wederkeer»#© vrees moge kunnen ophouden, die de techniek op het gebied der onderlinge verdeèging in zóó hoog aanzien heeft gebracht, dat zij over ethische on volkenrechtelijke bcginsqtef» de overhand hoeft kunnen e^kgvgea Die verdelgingstechr.irk ir. cie toekomst aan banden te leggen, it zeker oox. een door de ervaring aangewazem teak ven de toe komstige statengemeenschap. Op voederen achtergrond staat de ook door Wilson aangevoerde waarborging v«n het vrij gebruik der zee, waarbij ft mag voegen de regeling van nieuwe staten in wording op den voet dec Amerikoansche territories." Berichte». De Staatscourant van heden 13 Juni bevat o. a. de volgende Koninklijke besluiten: benoemd tot hoofdcommies aan het de partement van justitie A. van Zanten, thans commies. eervol ontslagen met pensioen wegens lichaamsgebreken de majoor P. Verzijl, van het 3e regiment vesting-artillerie, en de ka pitein G. A. J. Rovers, plaatselijk adjudant te Haarlem; op non-activiteit gesteld ter zake tijdelijke ongesteldheid de kapitein H. de Haan Hu- genholtz van het 7e regiment infanterie. benoemd tot kapitein der infanterie de le luitenant G. Dames, van het 5e regiment; bij de vesting-artillerie tot kapitein de le luitenant D. van Riemsdijk, van het 2e re giment; bij het 3e regiment tot majoor de kapitein H. J. N. Doornbos, van het le regi ment veld-artillerie; benoemd tot officier van gezondheid 2e klasse bij het Indische leger de arts F. J. van West. Z. K. H. de Prins der Nederlanden, zal zich Donderdag a.s. voor eenige dogen naar Het Loo begeven. Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn thans tot hervatting der werkzaamheden bij eengeroepen tegen Dinsdag 20 dezer, des avonds 8 lA uur. Naar men verneemt bestaat het plan om het wetsontwerp tot verleenen van ouder domsrente en dat betreffende het buitenge woon oorlogskrediet, alsmede de verdere ontwerpen van wet, die tijdig vóór de aan staande bijeenkomst bij de Eerste Kamer zullen inkomen, Woensdag 21 en zoo noo dig Donderdag 22 Juni in de afdeelingen te onderzoeken f en verder om in die bijeen komst in openbare behandeling te nemen de alsdan in staat van wijzen zijnde wetsont werpen. Staatsleening 1916. De Minis ter van Financiën maakt bekend dat op de Staatsleening 1916 tot en met 10 Juni J.l. was gestort een bedrag van 122.654.000. De kapitein-kwartiermeester F. H. Hen derson van den Staf der Cavalerie brigade, wordt met ingang van 19 Juni a.s. werkzaam gesteld bij de VlIIe afdeeling van het De partement van Oorlog en zulks ter vervan ging van den kapitein kwartiermeester T. Rutgers, die op 1 Juli e.k. eervol van zijne detacheering bij opgemeld Departement wordt ontheven. Bij Kon. besluit ven 9 Juni 1916 no. 14, is met ingang van 16 Juni 1916, aan den reserve-eerste-luitenant B. Bosch, van het 12de regiment infanterie, op zijne aanvrage, eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. Kiesrechtverlove n. Door den opperbevelhebber is uitgegeven de volgende order voor de landmacht: Met het oog op de uitoefening van het kiesrecht door dienstplichtige militairen wordt bepaald: 1. aan <le militairen, die hun kiesrecht voor de gemeenteraden, de Provinciale Sta ten, dan wel de Staten-Generaal wenschen uit te oefenen, en die daartoe blijkens de aan hen uitgereikte oproepingskaart gerech tigd zijn, zal daartoe zooveel mogelijk gele genheid gegeven moeten worden, voor zoo verre zij niet door straf dan wel door voor schriften van den hen behandelenden mili tairen arts verhinderd worden; 2. door de vorenbedoelde vergunning mag geen nadeel ontstaan voor de veiligheid, voor den goeden gang van den dienst of voor de verrichting van de hoofdoefening, zijnde de verschillende commandanten ieder binnen zijne bevoegdheid overigens gerechtigd om door het verleenen van be perkte vrijstellingen gelegenheid te schen ken, dat zij die zulks wenschen, het kies recht zullen kunnen uitoefenen: vergunningen tot het uitoefenen van het kiesrecht mogen geen aanleiding geven, dat meer verlof verleend zal worden, dan op grond van de van kracht zijnde bepalingen vergund is; 4. reizen, uitsluitend voor de uitoefening van het kiesrecht, mogen niet ten koste van het Rijk geschieden. Overdracht ambulance- trein. Bij de overdracht van den am bulance-trein van het Roode Kruis aan de regeering, welke'plechtigheid gisteren te Den Haag plaats had, hield Z. K. H. Prins Hen drik der Necferlanden, voorzitter van het Ne derlendsche Roode Kruis, een toespraak tot den ipinister van oorlog, v.aarna hij namens de Vereen. Het Nederl. Roode Kruis den minister van oorlog, als vertegenwoordiger der regeering, verzocht dezen trein te wil len aanvaarden. Minister Bosboom aanvaardde dit ge schenk met eene rede, waarin hij zijne groo te dankbaarheid uitspraak- Kruis van Verdienste Roo de Kruis. Door Z. K. H. den Prins der Nederlanden is het^TCruis van Verdienste vart het Ned. Roode Kruis uitgereikt aan de heeren majoor jhr. C. A. J. Meijer en H. Peters, resp. voorzitter en secretaris ven de Nederlandsche Verecniging voor Roode en aan der» kaïAcin for Kon. méréohaussé* G. J. A. Tho:>*o.ï, «csur- meester der Roode Kmk-honxit :i. A. C. va Nievervamt. Te Dow drocht is plofcteLr.g ovsriedea d? heer A. C4f var. Nievervaait, cai^srioo.'. lid van den ge* meenleraad van 1806 u* 1015, van de KaV mer van koophandel, en vice-consul van»1 Noorwegen. De overledene was gedurende vele jaren hooid der cargadoorsfirma Gerard Mauritz. Kederland tn de oorlogt De Tubantia. Wolff's bureau seint ons uit Berlijn: De Nordd. Allg.JSeitung maakt den uitslag bekend van het **titsche officieele onder zoek in de TubantTó^aak, dat onlangs aan de Nederlandsche regeering is medegedeeld. Het stuk houdt in hoofdzaak het volgende in: Een van de door overste Canters aan den Duitschen admiraalstaf over gelegde torpedodeelen droeg het in geslagen nummer 2033. Ér werd vast gesteld, dat dit de hefboom is van een veiligheidsklep van den Duitschen 45 c.M. bronstorpedo 2053. De Duitsche torpedo 2033 werd op 6 Maart 1916 om 4.43 namiddags Midden-Europeesche tijd omstreeks vier zeemijlen ten noordoosten van het Noordhinder-vuurschip door een Duitsche U-boot als misschot tegen een Britschen torpedojager met drie schoorstee- nen afgeschoten, die met twee andere Brit- sche torpedojagers samen voer, terwijl ook een Britsche U-boot zich in de nabijheid bevond. Torpedo 2033 werd door geen Duitsche U-boot of ander Duitsch oorlogsschip w _r aan boord genomen. In den nacht van 15 op 16 Maart, toen c!e Tubantia onderging, bevond zich geen Duit sche U-boot of ander Duitsch oorlogsschip binnen het zeegebied van 10 zeemijlen \i n de plaats, waar de Tubantia gezonken is. Uit de feiten, die geconstateerd zijn naar de uitkomst van het duikeronderzoek van het wrak en de rapporten van het werfbureau van het rijksmarinedepartement blijkt, dut het springpunt lag in de zwemlijn van het schip of een weinig daaronder. Deze ligging doet het volgens het advies van de techni sche deskundigen, zeer wel mogelijk schij nen, dat het schip tegen den drijvenden to.- pedo is gestooten. Dat torpedo's, die hun doel hebben gemist, niet zinken, zooals de bedoeling is, kan, volgens het rapport van de Duitsche marine-autoriteiten, voorkomen tengevolge van technische gebreken. Zulke torpedo's drijven blijkens de ondervinding, dikwijls vele dagen rond; zij nemen daarbij meestal, naarmate van de ondichtheid der aan het staarteind aanwezige zwemkamers, een meer of minder schuine stelling in hut water aan. Gewoonlijk verzamelt zich watet in de achter den kop van den torpedo aan wezige rwemkamer met het gevolg, dot do voor ontploffing vatbaar blijvende kop in schuine ligging verscheidene meters ond.er water staat en bij de botsing met een voor werp tot ontploffing moet komen. Het door de Duitsche autoriteiten uitge* voerde onderzoek heeft, zooals het ook door hen betreurde verlies van het kostbare schip eischte, alle middelen uitgeput, die aan Duitsche zijde ter beschikking stonden. Daaruit ls gebleken, tot volle overtuiging van de Duitsche regeering, dat geen Duitsch oorlogsschip de Tubantia in den grond heeft geboord. Aan dit Stuk is toegevoegd eene verkla* ring van den Duitschen admiraalstaf, dat torpedo 2033 den 6en Maart als misschot tegen een Engelschen torpedojager is ver schoten en door geen ander Duitsch oor logsschip weer aan boord is genomen an dat in den nacht van 15 op 16 Maart binnen tien zeemijlen rondom de ondergangsplaats van de Tubantia zich geen Duitsch oorlogs schip bevond. Deze, bevindingen steunen op de dienst rapporten van allen in aanmerking komende Duitsche oorlogsschepen. Eene andere bijlage bevat het rapport ven het werfbureau van het rijksmarine-departe ment, waarin op grond van de van Neder landsche zijde overgelegde schrifturen en teekeningen de conclusie wordt getrokken, dat de ontploffing in of slechts weinig onder de drijflijn plaats had. Uit de opgaven over het gat in het langs* bunkerschot zou de conclusie getrokken kunnen worden, dat het springpunt 3 3Hj meter onder water lag; maar tot deze cory* clusie moet men niet noodwendig komenf want uit proefnemingen is gebleken, dat ook bij eene zeer hooge ligging van het spring punt het binnen-bunkerschot diep onder wa ter kan worden vernield. Tot volledige opheldering van deze vraag zouden de opgaven van den duiker aange vuld moeten worden met opgaven over de ligging en den omvang van de vernielingen^ in het langsbunkerschot en over de vulling van den kolenbunker binnen het bereik van' het trefschot. Of de beschadiging afkomstig is van eenI torpedo of een mijn, is niet te onderkenneiv uit het uiterlijk aanzien van de beschadj^ ging. Het is zeer goed mogelijk, dat een drijf vende torpedo oorzaak van het ongeval wa^ De Duitsche torpedo's van de hier in aan* merking komende soort hebben achter dei# kop voor het zwaartepunt eene zweakamei^. waarin door geringe ondichtheden Nj eert drijven van eenigen duur zich gemakkelijk water kan verzamelen, dat aan de torpeda eene naar het hoofdeinde neigende ligging geeft, zonder den bij een ledigen luchtkeié!^ aanmerkelijken aandrang om te stijgen tsf vernietigen. Ook in deze schuine ligging fj| eene werking van het gevechtspistool bil eene botsing met een schip mogelijk, omdat het zijne werking nog kan dofp bij een hc*§ yen 13 giïien.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2