„D E E EM LAN DER".
14de Jaargang.
Donderdag 15 Juni 1916.
BUiTENLAND.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N° 295
RSFOORTSC
MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie. Mr Q j VAN SCHAARDENBURO.
Uilgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
ter 8 maanden voor Amersfoort s. l.OO.
Idem franco per post1.50.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - O.IO.
Afzonderlijke nummers 0.05»
Wekelijksch bijvoegsel „De Hollandsche Huisvrouw" (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
(^Tekelijksoh bijvoegsel nPak me mee?' per 8 mnd. 40 ets.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels.. f 0.80.
Elke regel meer- 0.1.1.
Dienstaanbiedingen 15 regels., O.."SO.
Grooto lotters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoelige bepalingen
tot liet herhaald advortoeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire# bovattonde de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegozonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort
Gelet op artikel 6 en 7 van het Koninklijk
besluit d.d. 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76), tot
Vaststelling van een Algemeen Reglement voor
Kamer van Koophandel en Fabrieken noo-
t allen, die niet op de laaistvastgestelde lijst
knn kiezers voor de Kamer van Koophandel te
j^mersfoort voorkomen, maar aanspraak kun-
|ten maken om op de nieuwe kiezerslijst te
IWorden geplaatst, uit, daarvan vóór 1 Juli a.s.,
Ier Secretarie, afdeeling BI, aangifte te doen, op
aldaar verkrijgbare formulieren
Vestigt er voorts de aandacht op,-dat alleen
fij genoemde aanspraak kunnen maken, die vol-
Itfoen aan de volgende vereischten
A. Men moet kiezer zijn van leden van den
Raad der gemeente Amersfoort
B. Men moet te Amersfoort bestuurder zijn
fn gedurende ten minste twaalf achtereenvol
gende maanden zijn geweest van een bedrijf van
handel of nijverheid.
Amersfoort, 14 Juni T9I6.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWTJCK.
Politiek Overzicht
De val van het kabinet-
Salandra.
Het kabinet-Satandra heeft de wenk, om
heen te gaan, die het van de Kamer heeft
ontvangen, ter harte genomen; het heeft in
de Kamer medegedeeld, dat het naar aan
leiding van het votum van wantrouwen der
Kamer van verleden Zaterdag, zijn verzoek
om ontslag bij den koning had ingediend.
Het heeft daarmee loon naar werken ont
vangen. De loop der zaken op het oorlogs-
tooneel eischt een offer, en het is niet
anders dan natuurlijk, dat het kabinet, dat
het land in den oorlog heeft gebracht, als
zondebok wordt weggestuurd, nu de voor-
jeelen, die werden verwacht, uitblijven en
He zaken verkeerd dreigen te loopen. Het
«ucces, dat aanvankelijk door het Oosten-
lijksche leger is verkregen met zijn offen
sief aan de Zuid-Tirolsche grens, waardoor
He strijd naar het Italiaansche gebied is over
gebracht, heeft aan dit ministerie den ge
nadeslag gegeven.
Het hoofd van het kabinet heeft getracht
Hen slag, die tegen hem was gemunt, te ont
wijken, door een ander voor zich te schui
ven. Maar hij heeft daarmee zijne zaak niet
beter gemaakt. Hij heeft in de Kamer ver
klaard, dat de plaats, waar de Oostenrijkers
den aanval hadden ondernomen, de kwets
baarste plek was van de Italiaansche grens.
Dit maakte de eerste onloochenbare succes
sen van het vijandelijke offensief mogelijk;
maar daarbij moest worden erkend, dat als
de verdediging beter voorbereid was ge
weest, de tegenstander althans langer op
gehouden en verder van den rand van het
bergland verwijderd zou zijn gehouden.
Dit verwekte in de Kamer een onaange-
namen indruk, omdat men er eene poging
In kon zien om het leger-opperbevel te dis-
Crediteeren. Om dien indruk weg te nemen,
moest Salandra nogmaals het woord voeren
om te constateeren, dat hij geen blaam had
willen werpen op het opperbevel, maar
slechts de meening van het opperbevel zelf
had willen weergeven. De Corriere della Se
ra, die als oplossing van de krisis, die door
het Kamervotum van verleden Zaterdag is
ontstaan, aanbeveelt Salandra aan het be
wind te laten, moet toegeven, dat dit eene
groote onhandigheid was; zij erkent, dat de
minister-president in zijne rede niet den
rechten toon heeft gevonden om geheel Ita
lië met een storm van geestdrift te vervullen,
ofschoon die toon gemakkelijk te vinden zou
zijn geweest met het oog op den inval van
den vijand in den vaderlandschen grond. In
plaats daarvan heeft Salandra zich op een
gebied begeven, waar het gevaarlijk was al
les te zeggen. In alle legers zijn in den loop
van den oorlog fouten en gebreken aan den
dag gekomen, zelfs bij de Duitschers, maar
niemand is op de gedachte gekomen daar
om aan de overwinning te twijfelen. Salan
dra heeft er verkeerd aan gedaan in een par
lement, waarin zich zoovele tegenstanders
van den oorlog bevinden, van een verkeerd
beleid te spreken, in plaats van meeslee-
pende vaderlandslievende woorden te kie
zen, waarmee hij zelfs in dit hem vijandelijk
milieu succes had kunnen hebben.
Zoo leest de Corriere den staatsman de
les, dien zij, ondanks alles wat er is gebeurd,
blijft beschouwen als den meest geschikten,
juister gezegd minst ongeschikten, om het
bewind verder te voeren. Dit verlegenheids
advies is kenschetsend voor de groote be.
zwaren, die verbonden zijn aan het vinden
van de oplossing voor deze krisis Een dag
bladcorrespondent laat zich daarover aldus
uit:
De verschillende stroomingen botsen he
vig tegen elkaar aan. De Corriere beveelt
onder hevige uitvallen tegen de verrader
lijke oppositie en onder bedreiging-met ie- si;
volutie aan Salandra terug te roepen, terwijl
de bestuurder van het Romeinsche redactie-
bureau van dit blad, het Kamerlid Torre,
zelf tegen Salandra heeft gestemd. De link-
sche pers wenscht een breed opgezet natio
naal ministerie, waarin de radicale richting
den toon aangeeft. De Popoio d'Italia
ijver tegen het gevaar, dat zou gele
gen zijn in het herstel in de macht
van Giolittl, zelfs reeds in het vragen
van zijn advies door de Kroon, en waar
schuwt ook dreigend tegen het weder ont
bieden van Salandra of het ontbieden van
Tittoni. De Avanti vermeldt het gerucht, dat
de Engelsche ambassade werkt om Sonnino
op de Consulta te behouden. Kortom uit de
chaotische branding komt nog geene oplos
sing te voorschijn. Alleen schijnt bij de te
genwoordige volksstemming de terugkomst
van Giolitti geheel uitgesloten te zijn.
Wanneer daarvoor de stemming nog niet
rijp is, dan is dat zeker te bejammeren,
want Giolitti was in de weken, die aan de
Italiaansche oorlogsverklaring voorafgingen,
de man, die den raad gaf, dat Italië onzijdig
zou blijven. Maar zijn tijd zal zeker komen,
en ook deze krisis zal er toe bijdragen om
den weg te bereiden voor het herstel van de
ideeën, waarvan Italië te kwader ure is afge
weken,
De oorlog. -
B e r I ij n, 14 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op de hoogten ten zuidoosten van Zille-
beke is een deel van de nieuwe stellingen in
den loop van het gevecht van gisteren ver
loren gegaan.
Rechts van de Maas zijn in de gevechten
van den 12en en den 13en de ten westen van
de Thiaumonthoeve gelegen vijandelijke
stellingen veroverd. Daarbij zijn 793 Fran-
schen, waaronder 27 officieren, gevangen
gemaakt en 15 machinegeweren veroverd.
Duitsche patrouille-ondernemingen bij
Maricourt, ten noorden van de Somme en
in de Argonne hadden succes.
Par ij s, 14 Juni. (Havas). Namiddag
communiqué.
Tusschen de Oise en de Aisne werd eene
sterke Duitsche patrouille met geweervuur
door de Franschen teruggedreven ten zuid
oosten van Moulin-sou6-Toutvent. Ten oos
ten van Soissons namen de Fransdhen een
kleinen Duitschen post weg.
Aan den rechter Maasoever bombardeer
den de Duitschers in den loop van den
nacht hevig de Fransche stellingen ten
noorden van Thiaumont, in het bosch Vaux-
Chapitre en ten zuiden van- het fort Vaux.
Er was geen enkele infanterie-aanval.
In de sectoren van den linkeroever was
bij tussohenpoozen ortilleriestrijd.
In de Vogeezen brachten de Franschen
van een verrassenden aanval op de groep
ten zuiden van Sengern (noordwaarts van
Thann) gevangenen terug.
Op het Engelsche en Belgische front her
namen de Canadeesche iroepen in een ge-
aagden aanval ten zuidoosten van Zflle-
beke geheel de oude Engelsche stellingen.
Drie Duitsche officieren en 123 soldaten
werden gevangen gemaakt.
Avondcommuniqué.
Er was artilleriestrijd bij tussch'enpoozen
op het geheele front ten noorden van Ver
dun. Elders is niets gebeurd.
Londen, 14 Juni. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Er waren geene infanterie-actiën; maar de
vijand beschoot hevig de stelling, die wij
gisteren ten oosten van "/peren hebben ge
wonnen. Er zijn gisteren nog meer Duitsche
gevangenen gemaakt, waardoor het totaal
cijfer klimt tot'161.
Er was heden hevig wederkeerig bombar
dement en mijnwerk op andere punten.
Berlijn, 14 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten zuiden van het Naroczmeer verniel
den verkenningsafdeelingen vooruitgelegen
vijandelijke versterkingswerken en brachten
60 gevangen Russen terug. Op het front
ten noorden van Baranowitsji ging de
vijand tot den aanval over. Na eene hevige
artillerievoorbereiding stormden dichte mas
sa's zeven malen tegen onze liniën. De Rus
sen werden volledig teruggedreven; zij had
den zeer zware verliezen.
Duitsche vliegers voerden in de laatste
dagen vèr strekkende ondernemingen uit
tegen de spoorwegen achter het Russische
front. Troepentreinen werden meermalen tot
staan gebracht en spoorwegwerken vernield.
\X' e e n e n, 14 Juni. (XC. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Ten zuiden van Bojan en ten noorden van
Czernowitz werden Russische aanvallen of-
geslagen. Overigens kwamen ten zuiden van
de Pripjet bij onveranderden toestand geene
bijzondere gebeurtenissen voor.
Ten noorden van Abranowiczi stonden
gisteren voormiddag de Duitsche en O.-H.
troepen onder het zwaarste Russische ge
schutvuur. Des avonds viel de vijand de
stellingen aan; maar hij werd overal volle
dig terug geslagen. In 't einde vuurde de
vijandelijke artillerie in de terugstroomende
Russische massa's.
Petersburg, 14 Juni. (R.) De Rus
sen hebben de spoorweggemeenschap van
Czernowitz met het noorden afgesneden. Er
is een hevige strijd gaande in de oostelijke,
zuidoostelijke en noordelijke omstreken van
Czernowitz.
Petersburg,'14 Juni. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van dén grooten gene-
ralen staf.
Op het geheele front van Zuid-Polesië af
tot aan de Rumeensche grens, gaan onze
troepen voort den vijand terug te drijven.
Gisteren namen wij- opnieuw 20 officieren
en 6000 soldaten gevangen en veroverden
zes kanonnen, tien mitrailleurs en vele cais
sons. Het geheele aantal gevangenen be
draagt thans 1720 officieren en 120.000
soldaten, de buit 130 kanonnen en 260
machinegeweren. Vele vijandelijke ge-
vechtseenheden zijn volkomen gedesorgani
seerd. Men kan dit beoordeelen uit het feit,
dat in de gevechten van den 6en tot den
14en de troepen van generaal Stojerbatsjof
in een betrekkelijken onbelangrijken sector
414 officieren en 17.000 gevangenen na
men en 29 kanonnen, 34 machinegeweren,
56 caissons en andere oorlogsbuit verover
den.
Volgens ingekomen berichten heeft de
vijand een zoo enorme hoeveelheid mate
rieel achtergelaten, dat het onmogelijk is in
dezen korten tijd het totaal te berekenen
Op één plaats werd materieel voor 30 werst
veldspoorweg achtergelaten.
Op den weg naar WiadimirWolynski
biedt de vijand verbitterden tegenstand. Da
gevechten breiden zich uit ten Westen van
het dorp Zatoertsy halverwege tusschen
Luzk en Wladimir-Wolynski gelegen. Bij dat
dorp deden onze kozakken eene schitteren
de charge en sabelden een vijandelijk eska
dron neer. Ten westen van Dubno dreven
onze troepen den vijand terug en drongen
door tot voorbij het dorp Demidofka. Ten
zuidoosten van Dubno maakten zij zich van
het dorp Kozin meester. Ten noorden van
Buczacz, bij den rechteroever van de Stry.
pa, doet de vijand hevige tegenaanvallen.
Gisteren slaagden onze troepen erin ook
hier den vijand terug te drijven, door da
hoogten op den westelijken oever van do
Strypa te nemen."In de streek van Gnivo-
ronka en Boboelincz en ten zuiden van He.
Dnjestr bezetten wij de stad Inyatyn. De
strijd om het brughoofd van Czernowiti
duurt voort.
Op het Dwina-front richtten de Duitschers
zwaar geschutvuur tegen het brughoofd van
Ikskul. Ten zuiden van Smorgon verijdelden
wij een poging van den vijand om onze stel
lingen te naderen. In de streek van Barano
witsji en meer zuidelijk tbt het gebied van
Polesië hadden gisteren verscheidene ge
vechten plaats met aanzienlijke krachten
van den vijand.
We en en, 14 Juni. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De toestand is onveranderd.
Onze watervliegtuigen vielen wederom
aan het spoorwegstation en de militaire in
richtingen in San Giorgio di Nogaro en do
binnenhaven van Grado.
Rome, 14 Juni. (Stelani). Officieel
communiqué.
Aan het Posina-front deed de vijand op
den avond van den 12en Juni na een hevi
ge artillerie-voorbereiding aanvallen in de
richting van Porni AIti, Campiglia, Monte
Giove en Monte Brazone. Overal werd hij
met ernstige verliezen teruggeworpen.
In den loop van den dag bepaalde de vij
and zich tot het bombardeeren van onze
stellingen langs het geheele front van de
Adlge tot aan de Brenta, vooral in de streek
van den Monte Novegno. Onze troepen
doorstonden op krachtige wijze het hevige
vijandelijke vuur en wierpen infanterie af.
deelingen terug, die beproefden op te ruk
ken.
In Boven-Boite mislukten de tegenaan
vallen, ondernemen om ons onze laatste ter.
reinwinst ten Noorden, van Podestagno t«
ontnemen, volkomen.
In de Boven-Fella en de Seebach-Vallel
hadden kleine gevechten van voor ons gun
stig verloop.
Aan de I sonzo i9 niets belangrijks ge.
beurd.
B e r I ij n, 14 Juni. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan den Balkan is niets nieuws gebeurd.
We enen, 14 Juni. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Op het zuidoostelijke oorlogstooneel ij
de toestand onveranderd rustig.
P a r ij s, 14 Juni. (Havas.) In het tele
gram van gisteren moet gelezen worden dal
de Grieksche regeering besloten heeft tot
eene algemeene demobilisatie onder den
druk van de Duitschers, in plaats van ondet
den druk der geallieerden.
Berlijn, 1 4 JunI. (K. N.) Het BerL
Tagebl. ontleent aan de Matin een telegram
uit Athene, volgens hetwelk de blokkade var
De rol van rampzalige bevalt menigeen
uitstekend zoolang hij gelukkig i-
door
KNNA HUBERT VAN BE USE KOM.
42
Do kamer met zijn rooden tegelvloer, licht
groen geschilderde wanden en rieten meubels
xag er frisch uit. De ijzeren bedden waren
met hagelwitte spreien bedekt en de wasch-
Safel prijkte in Hollandsche onbekrompen
heid met flinke kannen en-kommen.
Aan tafel zaten we met ons zevenen.
Behalve mademoiselle Collard en wij beidjes
Varen er een aardige Zwitsersche- mevrouw,
pen Duitsch gouvernantetje en eeft Engelsche
flame met een meisje van een jaar of zestien,
leen soort negerkind met zwart kroeshaar,
lonkelend-zwarte oogen en wijd openge
spalkte neusgaten. Ze deed aan Topsy uit „de
legerhut" denken, nam ons brutaal op en zei
|ets over ons in 't Engelsch, wat haar een
terechtwijzing van haar chaperonne bezorg
de, waarop ze in luid schaterlachen uit
barstte. Ze keek echter woedend toen made
moiselle Collard legen haar zoi. .dal ze zich
Diet too moest aanstellen.
De Duitsche dienstbode, een k'nap jong
ding, dat maar weinig Fransch verstond, be
diende. "We kregen soep en schapenvleesch
met olijven wat heel lekker was en ge
stoofde perziken toe en mochten zooveel
wijn-en-water drinken als we zelf verkozen.
Het internationaal gesprek was intusschen
levendig. Alleen Alice, het Engelsch-Indische
kind, zat stil mokkend voor zich uit te sta
ren. De chaperonne deed in onverstaanbaar
Fransch haar best 't een en ander over^ Mar
seille te vertellen, de Zwitsersche sprak*dwe
pend over „la Méditerranée" en 't Duitsche
gouvernantetje legde ook een duit in 't zakje,
ons aanradend den volgenden dag een zee
bad te nemen.
Na tafel bleven we nog even praten, zoch
ten toen onze kamer op, waar Ien aan haar
moeder ging zitten schrijven en ik onze reis-
idyllen voortzette. Brieven naar huis schrijf
ik pas als we weer op les Calvaux terug zijn.
Terwijl ik op reis ben stuur ik alleen maar
„aanzichten" aan mijn liefhebbende familie
leden.
Ina ligt er alweer in en vraagt of ik als-je-
blieft wil uitscheiden, 't Voornaamste is nu
wel opgekrabbeld, dus vooruil maar! Ik hei/
benieuwd wat ik morgenavond om dezen lijd
weer te noteeren zal hebbeöj
Hoofdstuk IX.
Marseille 29 Juni.
Neen maar, wat ik nu le noteeren heb, ver
moedde ik gisteren in de verste verte niet!
Iioe zou ik 't ook gekund hebben! O, dat loe-
vfil, dal onvolprezen, heerlijke toeval, dat me
een öogenblik" in 't hoogste transport van
vreugde bracht! Zelfs nu ik ruimschoots den
tijd gehad heb 't feit te verwerken voel ik,
terwijl ik 'l op ga schrijven, 't bloed naar
mijn wangen stijgen. Ik zou 't zóó wel uit wil
len jubelen, op gevaar af het heele home in
den laten avond op stelten te zetten, maar
ik 'bedwing me natuurlijk. Ik ben meerder
jarig en weet me te gedragen! Ook zou ik me
doodgenceren voor Ina, die er natuurlijk alles
van begrijpt, maar heel bescheiden niets ge
vraagd heeft...
Goeie Icn, ze is zoo fijngevoelig en lief,
zoo'n echt aristokraatje-van-binnen. Evenals
de vorige avonden ligt zij er al weer in en
slaapt, of... doet alsóf, zoodat ik ruimschoots
gelegenheid heb mijn overvol gemoed ten
minste op papier uit te storten.
Vanmorgen, vóór achten al, stonden wc op
straat met parasols en Baedeker gewapend.
We zouden beginnen met een bezoek aan
Notre-Dame-de-la-Garde, de beroemde cathe
dra al, die boven op een rots gebouwd, hoog
boven de stad uitsteekt en door de zeelieden
reeds van verre herkend wordt. Op den
klokkctoren staat, blinkend in de zon, het
verguld Madonna-beeld als "t ware over den
geheelen omtrek uit te zien. want Maria is da
palronesse dezer kerk, wakend over de in
nood verkeeren.de schepen op de blauwe, ver
raderlijke zee.
Mademoiselle Collard had ons duidelijk den
korsten weg er heen uitgelegd, 't Was niet
heel ver en zonder eenige moeite bereikten
wij het gebouwtje, toegang gevend tot de
kolossale lift, die ons naar boven heesch tot
aan de trappen en terrassen, welke om de
cathcdraal ziin heengebouwd. Van daaraf
zagen we de Middellandsche Zee voor ons,
een indruk om nooit te vergeten!.
Het was een heldere, warme dag en de
lucht en 't water waren van een blauw, zóó
diep en doorzichtig als bij ons in 't Noorden
niet bestaat. De stad, amphitheaters-gewijze
uit de blauwe zeebocht omhoog rijzend, lag
onder ons met haar witte, roodgedakte hul
zen le midden van de prachtigste tuinen, vol
donker groene dennen, fijngetintc ceders en
zwarte cypressen. De blauwe haven met zijn
schepen, de nóg blauwere zee, de rotsen en
■de groep eilandjes met 't beroemde Chateau
'd'If in hun midden, 't was alles van zoo'n
overweldigende kleurenpracht, dat Ien en ik
elkaar aanzagen met niet begrijpende oogen.
„Knijp me eens in mijn arm. Ik heb een
gevoel of ik droom," riep ik uit toen we ge
heel boven waren en tegen de balustrade van
't terras geleund omlaag zagen en Ien, diep-
ademlialend, trok haar wapperenden hoede-n-
sluier wat meer aan en zei, terwijl een zalig
koeltje, frisch en zilt ons om de ooren streelr
„Willy, kind, dat is <de wind van Afrika, die
over ons heen komt. Zullen we een
„Abstecherlje' 'naar Algiers en Tunis maken
over die prachtige zeel"
„Ja, laten we dal doen. En mag ik dan de
eer hebben de dames te begeleiden," klonk
een welbekende Ilollandsche stem en ons
omwendend zagen we allebei verbluft in het
lachend gezicht van Otto van Eeck. Onberis
pelijk in een keurig licht-flanellen pak, zijn
witten panama-hoed in de hand stond hij
daar voor ons te buigen als een knipmes.
„Otto, jij hier!" Het duizelde me en in een
mengeling van lacherigen schrik en blijd-
sch?» was 't even of er; pang, iets door mc
heensclioot, terwijl wc handen schudden en
ik Ina vroolijk hoorde zeggen:
„Wat een allergrappigst toeval, meneei
van Eeck, om u hier aan tc treffen!"
Toen pas was ik weer mezelf, hoewel ilc
voelde er meer dan. „pioenig" uit te zien.
Olio's blauwe oogen straalden en opgewekt
vertelde hij van zijn broer cn schoonzuster,
die juist vandaag uit Indió terugkwamen en?
door hem hier in Marseille van de boot ge
haald zouden worden. Morgen gaan ze mei
hun drietjes door naar Genèvc en een reisje
van een dag of veertien door Zwitserland
maken, voor ze naar Holland terug keeren*
Als wij 't goed vonkten zou hij. dolgraag de
paar uurtjes vóór de aankomst der hoot met
ons doorbrengen en zich geheel naar onze
plannen voegen, zei hij.
Nu daar' hadden we niets tegen.
„Hoe hebt u ons toch ineens zoo ontdekt,^
vroeg Ten, en Otto vertelde-
„"Wel de vorige week was ik "s avonds bij
de familie Westhoff en hoorde daar. dal u
dezer dagen met uw beidjes een reisje door dtf
Midi ging maken en waarschijnlijk ooK
Marseille zoudt aandoen. De kans ctat ik
zien zou was natuurlijk heel gering, maar ill
beloofde je de groeten van je familie over tti
brengen, Ms ik Je soms mocht tegenkomen*
(Wordt vervolgd.